OM ONS HEEN
Letteren en Knnst
Rubriek voor onze Jeugd
Raadsels
B« Mstrffl
Kunstjes.
JAM VAN DE MABKT
Brievenbus
Dunsiow
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 14 JUNI 1922- DZRüE BLAD
No. 3056
Schetsen uit Brussel.
COWTRdLE IN EEN CROOT HOTEL. HET VOORDEEL OM ER TE
WONEN LIPT ETIQUETTE HERINNZ3INC AAN DE DU8TSCHE BE
ZETTING.
Een groot hötel is een wereldje op gage gelet en het personeel mag die
zichzelf, een bijenkorf, waax de be-! niet uit het huis dragen, vóórdat iuj
afgerekend heeft. Moeilijker wordt
het, wanneer iemand alleen een tasch-
w>at zij kresen, maar vergaten In bun,
min of meer overhaast vertrek, om te
betalen.
Dat is nog iels anders, dan de en
kele reiziger, die met zijn taachje in
'e hand stiekem de deur uitsftdpt.
Juist in dien lijd kwam de direc
teur, de heer Deliens, uit Berlijn, lïij
was daar twaalf jaar lang directeur
van het Bristol-llütel geweest. De oor
log dreef hem naar zijn geboorteland
terug.
Ei- is nauwelijks een internationa
le r bedrijf te bedenken, dan het ho
telwezen, zooals wij in het slot-artikel
zullen zien.
J. C. P.
zookers onophoudelijk den ganschen
dag in- en uitvliegen, met dit varsdhil,
dat zij geen honig binnenbrengen,
maar integendeel, het goede der aar
de er komen halen.
Toen wij, des avonds om zes uur
x caigeveor te lirussefl1 aaiiikjwamen,
Etond de ttuto-ornniibue van Hötel Me
tropols klaar en braadt er one in en
kele minuten 'heen, op de Pllaoe liucm-
ckère. Het duuirde nog maai' enkele
minuten meer en wij hadden het num
mer van onze, weliswaar vooraf be
stelde, kamers, en gingen met de lift
naar boven. Geen kwartier na onze
aankomst aan 't station waren vee
geïnstalleerd.
't Gaat als van zelf en toch is daar
aan een (goedio contiröle vertxonden.
Er gebeurt niets, voordat de gast in
het bureau van aankomst heeft inge
vuld op een „bulletin d' arrivée"
sijn naam en voornamen, beroep, leef
tijd, volledig adres, het aantal per-
Eonen waaimee hij reist, volwaasenen,
kinderen, bedienden. Dan krijgt ieder
een rond cartonnen kaartje, met het
nummer van de kamer, den prijs, en
eenïge mededeelingen er op, waaraan
hij zich, in zijn eigen belang, moet
houden, vooreerst dat het hötel zich
niet aansprakelijk stelt voor zaken
van waarde, die niet aan de kas zijn
gedeponeerd.
Die kas is een safe, zooate bankiers
ze hebben, waarvan geen lade kan
worden geopend, dan met twee sleu
tels: de gast krijgt er een van en de
administratie van het hötel behoudt
den andoren.
En om do logés te beschermen tegen
diefstal uit hun koffers, krijgen zij
op datzelfde cartonnetje den raad,
nooit hun sleutel op de deur te iaten
steken, maar dien beneden af te go-
ven aan Jiet bureau.
Dat hebben wij getrouw gedaan en
Op eik uur van den dag of avond,
zocdra wij den sleutel weer noodig
hadden, hem rterug gekregen op ver
toon van ons carton ik: jo met het ka
mernummer.
Altijd staal daar een persoon, die
de sleutels aanneemt en afgeeft. Hij
heeft ook een lijst, waarop al de gas
ten staan opgeteekend, als er con-
tröle noodig is.
Ziedaar een practisch© maatregel.
De gast gaat rustig uit het hötel, hij
weet dat zijn bezittingen behoorlijk
achter slot zijn en dat de slimste
hötelrat, gesteld dat die in het hól^l
kan doordringen, hem niets ontfutse
len zal. Alleen het kamermeisje heeft
toegang tot de kamers en zij is ver
trouwd.
•Wie in eon groot lióteil binnen
komt, en het gewoel ziel van heen
en weer loopende menschen, vraagt
zich af, hoe ong'ewensolite elementen
hier ontdekt en verjaagd kunnen wor
den. Maar- als liij goed oplet, wordt hij
gauw gewaar, dat verschillende per
sonen hem aankijken, zoo even na
zien en hem in hun geheugen opne
men. Het is in 't minst niet hinder)ijk
voor wie zich van geen kwaad be
wust zijn, maar lieden met een slecht
geweten zullen al spoedig bemerken,
dat de directie van Hötel Métropole
hunne aanwezigheid niet wenscht.
Speciale personen zijn belast met de
contróle en wanneer er iemand door
slipt, die schade kan toebrengen aan
de reputatie van het hötel, vindt hij
al gauw een briefje op zijn kamer,
dat aan duidelijkheid niets te wen-
echen overlaat.
„Mme ou Mr. X. est inüonné, qu a
partir de cinq heures Ce soir, nous
öisposerons de votre chembro.
La Direction
(Aan Mevrouw, den H&ar X. wordt
medegedeeld, dat wij hedenavond te
vijf uur over haar, zijn, kamer zul
len beschikken.
De Directie).
Wie mei deze verklaring van uit
zetting niet tevreden is, kan zijn pro
fest gaan brengen bij den directeur,
den heer Albert Deliens, een rustig
man met bedaarde, kalme bewegin
gen^ die hem wel duidelijk zal weten
te maken, dat het besluit onherroe
pelijk is en dal hij maai- het beste
doet, met er zoo gauw mogelijk gevolg
ami t; geven.
Dit bracht mij een vraag op do lip
pen. „Hoe voorkomt u, dat iemand
zonder betalen vertrekt} Bij ai dat
gaan en komen is het toch niet mo
gelijk op allee ie beletten?"
„Wanneer iemand koffers bij zich
.heeft", zei de heer Deliens, „kan dat
niet gebeuren. Er wordt op zijn ba-.
je bij zich heeft, waarmee hij telkens
de stad ingaat en dan weer terug
keert. Het personeel raakt aan dat
taschje gewend - en als hij inderdaad
lust heeft om op een kwaden dag
daarmee uit te gaan en niet teiuig to
komen, is daar niet veel tegen te
doen. Maar het komt zelden voor, wol
dat een trouwe bezoeker van het hö
tel te goeder trouw vertrekt eai ver
geet te betalen. Maar dan hebben wij
al gauw een telegram, waarbij hij
zich verontschuldigt en belooft, den
volgenden keer af te rekenen. En dat
komt dan ook terecht".
Zoo heersciit er in Métropole een
contróle-systeem, dat den bezoeker
niet hinueri, integendeel hem een
gewaarwording van veiligheid geeft,
omdat het ten slotte niet aangen:
is, met ©ngewenschie lieden in "het
zelfde huis te wonen. Afgescheiden
daarvan is het voor wie eenigszina
bereisd zijn veel prettiger, in een
groot hötel te verkeeren. Juist door
de contröie is de bediening goed en
staan allerlei personen klaar voor
het bewijzen van kleine diensten, die
toch zoo geriefelijk zijn. Daar Is ten
eerste de portier, die alles afweet van
theaters, sporen en booten, untatap-
jee, banken, prijzen van alles en nog
wat, de chasseur, die altijd klaar
staat om een courant te haJen,
taxi te fluiten (hoe is 't mogelijk dat
de jongen zooveel geluid uit zijn vin
gers haalt) dia bediende van den
boekhandel in de leeszaal, aun wden
het bestellen van plaatsen in ecikouw-
bu'i-gen best is toevertrouwd, om niet
te spreken van dien trouwen ofschoon
stommen dienaar, het telefoontoestel
op dc- slaapkamer, waarmee de gast
door het centraalbureau in het hötel
zelf verbinding kan krijgen met eik
nummer in Brosse', of België, dat
hij ncodig heeft.
En clan de lift.
Hoe vaak zijn wij niet op en neer
gegaan in die zes of zeven dagen met
dit altijd maar stijgend en weer da
lend apparaat. Want de mensch, die
voor zijn genoegen nit is, wordt lui
en ve-rleert het trappenloopen, dat ook
wel niemand voor zijn plezier begaat.
Wist al niet den tweeden dag de
liftboy, die hier trouwens geen jongen,
maar een bezadigd man was, dat wij
op de tweede verdieping moesten
zijn J
Het hötel was vol. Er waren er ve-
n, die de cinquième vroegen,
de vijfde verdieping. En nu ik daar
van spreek moet ik toch even vertel
len, "hoe de chef kok, dien ik in zijn
onderaartLsche verblijf heb opgezocht,
mij op een ietwat achterdochtige
vraag beschaamd deed staan. Hötel
Métropole maakt op het reoiame-
k-aaiije, dat mij te Haarlem werd toe
gezonden, gewag van vijfhonderd ka
mers. Op dit terrein heerscht nogal
eens watoverdrijving. Ik vroeg
dus den chef-kok: „zijn er wel vijf
honderd i" „Neen", gaf hij ten
antwoord. „Aha zed ik. „Er zijn er
vijfhonderd tien zei hij. Ik hravht
hel gesprek op een ander onderwerp.
Op dien chef-kok kom ik aanstonds
terug. Maar wij hadden het over de
lift Die heelt haar eigen etiquette.
Als er dames staan te waohten, gaan
die altijd voor en is er dan geen
plaats meer, dan wachten de hoeren
geduldig en gaan met den volgenden
luchttrein. Als dames en heeiea sa
men in de lift naar boven gaan, ne
men de heeren den hoed af. Is
iemand die het nalaat, don zal dat
tien tegen één een Hollander zijn,
die niet weet, dat deze Amerikaan
sche gewoonte ook in Europa tot den
goedc-n toon behoort.
't Klinkt vreemd, maar toch is het
waar, dut wij op den eersten morgen
van ons verblijf aan de bezetting d'
dc Duitschere wei-den herinnerd.
Het begon te dagen. Plotseling be
gon het boven ons hoofd te tikkeren,
al luider en luider, tot het eindelijk
klonk als heftige zweepslagen, daar -
na verminderde het geluid en hield
op.
Dat was in de verwarmingsbuizen
geweest. Toen de Duitschers Brussel
bezetten en officieren kwartier zoch
ten in Melropole, hadden zij de warm
water-leiding veranderd, maai- niet
verbeterd in den loop van dezen
zomer wordt die dit jaar gehee'ge
reorganiseerd. Wat de Duitschers be
treft, zij lieten het zich aan niets ont-
breken en gaven wei bons voor alles
Lsciuur voor onze Jeugd.
In de Gedtluetreerde Bibliotheek
voor J •oneens en Meisjes, uitgover
Holkema en Warendorf, is een mar
merkwaardig boek verschonen, n.1. D e
Z w i t s e r e c h e Robinson
Crusoe door J. R. Wijsz. Dit boek
is voor de jongens en meisje, onzer
d'agon vrii overgezet door H. Bakela.
De bewerker vertelt ons in een voor
rode, dat dit boek reedö meer dan 100
jaar in het 'bezit zijner familie was en
dat vier geslachten ervan hebben ge
noten. 't Was wóichreven in oudenvet-
Bche taal en de heer Bakels heeft het
gemoderniseerd.
De oorspronkelijke schrijver, Johann
Wijsz, was omstreeksl780 predikant in
Seedorf, een plaatsje in Zwitserland.
In 1800 schreef hij zijn Robinson om
zijn vier zoontjes daardoor te ontwik
kelen. De schrijver verhaalt, dat hij
met vrouw en-kinderen naar Australië
ging verhuizen. Onderweg lijden ze
schipbreuk en landen op een onbe
woond eiland. De gesprekvorm is te
oudenvetsch, jammer dat de heer B.
dien niet heeft laten varen. Ook de
«preektoon hier on daar dloet wat groo-
to-menBöhachtie aai- Kinderen hou
den nu eenmaal niet van pree-kon.
Verbazend veel valt er echter voor
jong en oud te loeren, uit wat Wiijsz
ons vertelt van het temmen van apen
on iakllialzen, het vangen van haaien,
krabben, enz.
De taal van vader en kinderen is
soms wel wat te boek-achjtig. Een jon
gen, als Frits zegt niet. als hij opeens
een aardappelvet-ri ontdekt..Hier is
waarlijk een zegen voor ons enz."
Dn een vader spreekt zijn kinderen
ook niet aan metgij lieden.
Maar uitgezonderd deze bemerkin
gen heeft het boek verbazend veel
goeds. We leven geheel mee mot de
towoners van Helvetia (zoo werd het
eiland gedoopt). We verheugen er ons
over, dat Adam Rutli, een andere
schipbreukeling in het gezan W g als
kind van het eiland wordt opgenomen.
Onze aandacht is gespannen bij de
Ixireiding van kaareen, bij het bouwen
van het 'boomkasteel, bij het winnen
van de sago.
Hoe bewonderen we vader en zoons,
als ze een wenteLtnap in den boom ma
ken en hun laarzen vervaardigen van
caoutchouc. We bewonderen het zout-
hol on we volgen de deserteurs naar
Zuid-Oo3tlanid;. Hoe angstig zal menig
iojjgeusliart kloppen, ais hij leeet van
dien overval der wildon, maar welk
een veriruimóng als juist, wanneer de
nood hot hoogst ie, de redding nadert
in den vorm van een driemaster met
uOn goeden kapitein Bell.
De plaatjes bij den tekst zijn ouder
wetsoh., maar behooren wol bij het ge
heel. Hot lijvige verhaaü van ruim 400
bladzijden boeit- -tot het einde en de
heer Bakels kan ervan verzekerd zijn,
dat een nieuw geslacht voor dit oude,
mooie boek nieuwe attractie zal heb
ben. He zou hem echter aanraden
woorden alsverras&chingen, te eder-
der, enz bij een mogelijken herdruk te
verbeteren. Ze doen min of meer on
aangenaam aan.
Bij denzelfden uitgever verscheen
iu de „Oranje-Bibliotheek" „Het
inde van een jonge nsoor
1 og", door Joan -A. Nieuwcnhuïs.
Dit boek is in duidelijke flinke letter
gedrukt en laat zich vlot lezen. Het
speelt te Amsterdam cn wel in het
midden der 19de eeuw. De jongens der
hoofdstad hadden zich in die dagen tot
club jee vereenigd, die elkaar vaak
fel bestookten. Daar waren de Katten
burgers, de Nieuwinarkteip, de Zand-
hoekers en de 0-ordauere. Iedere elulb
werd aangevoerd door een koning.
Het ging er lang niet vredelievend toe.
Zeer gunstig steekt boven deze ruwe
jongens uit Mcotoas Koen. We krij
gen heel interessante dingen te hoe
ren over de vergadering van <le Open
Hand, over het omgeslagen bootje,
over de gevangeneohap Vlan NicoJaa/3
en over het bezoek van Hein aan den
Westertoren. Af en toe zijn de gebeur
tenissen wei wat heel onwaarschijnlijk
en de gesprekken van die gewone
ïongens zij vaak onnatuurlijk deftig.
Het oorlogje spelen wordt in dit boek
wel wat al te veel besproken.
Lieten de oudem m die dagen de
jongens maar vrij hun gang gaan f De
plaatjes zijn meesterlijk geteekand door
W. Heskea Over het algemeen wel een
boek dat onze jongens zal boeien.
W. B.—Z.
Nagekomen ma/Lsels van:
Crocus 4, IJsbreker 6, Adier 6. Marktr-
tje 5, Verpleegstertje 5, Afrikanntje 6,
Abrikoos 6, Framboos 6, Begonia 6, Ter-
riair 6, Rosa Fluweeltje 6, Zwaluw 6,
t'riso 6, Poppenmoedertje 6, Geluksvogel
5, Zwartoogje 6, Mia May 0, Adelaar
Mies ten Have 5, Myoeotia 6, Bcsehoen-
tje 6, Bottwmeeetorije 6f lait-.vsoh 5,
Goodsterretje 6, Finneblom 6, Klimop 6,
Bruintje 6.
Rollrabrlek
MEVR. P. N» VAN R. bedank ik har
telijk voor de ontvangen postzegels.
ROSBHOENTJE bedankt oen onbe
kende zeer vriendelijk voor de aan 1
gezonden Kwotta-eoldaat,jes
Inzendingen ontvangen van: Risico,
oud 13 jaar, Vdsechor 12 jaar, Boter-
loempje 11 jaar, Sportman 7 jaar.
In 't geheel ontving ik 181 inzendinge:
e voor meelote-D in aanmerking komen.
81 behooren in Afdoeling I thuis en
Af deeling II. Zoonis ik jullie beloofd
heb, heb ik op iedere 10 Inzendingen een
boek verloot. Dat zjju dus voor jedere
af deeling 8 boeken.
De gelukkige w-nnaare zjjn: in Af dee-
ng I:
LENTEBODE, oud 12 jaar.
BLAUWOOG JE, oud 13 jaar.
DOKTER DIK, oad 12 jaar,
RISICO, oud 13 jaar.
PA A RLMOERVLIN DER, oud 13 jaar.
FRIEZINNETJE, oud 13 jaar.
ZWARTOOGJE, oud 13 jaar.
ROSA FLUWEELTJE, te Santpoort,
oud 14 jaar.
De gelukkige wianaare in Afdeding II
z(jn:
BOB ZONDER ZORG, oud 8 jaar.
6IM0NE BIJVOET, oud 9 jaar.
VRIENDINNETJE, oud 10 jaar, te
Reimebrook.
BEUKENOOTJE, oud 11 jaar,
LENTBKNOPJE, oad 11 jaar.
BOUWMEESTEliTJE, oud 9 jaar.
"WILLEM v. d, BERG, oud 11 jaar.
6T0FFEERDERTJE, oud 9 iaar.
Alle prijswinners mogen Woensdag 21
Juna bij mij hun prijzen komen holen.
De oplossingen der namen zjjn:
1. Harlekijn, 2. Wilgenroosje, 3. Doorn
roosje, 4. Oraatee, 5. Spriotel, 6. Kleine
Peuter, 7. Minctje, 8. Aviatenr, 9. Napo
leon, 10. Danseresje. 11. Botanicus, 12.
Robbert, 13. Lente) «do, 14. Korenbioem,
15. Poesje, 16. Pierkie, 17. Dokter Dik.
18. Doüe Hans, 19. Klaproos, 20. Pioen
roos, 21.- Edelwei». 22. Edzekatje, 23. Ju
liana, 24. Nikkertje. 25. Mimosa, 26. Co
lumbus, 27. Buitenman, 25. Zonnetje, 29.
Spartaan, 30. Zwartkopje, 31. Friezinne
tje, 82. Bruinoogje, 33. Witte Muis, 34.
Vliegende Hollander. 36. Paul Kruger,
Watergeus, 37. Blondine, 38. Kame-
39. Abrikoos, 40. Controleur, 41. Neer-
landia, 42. Duinkeikcr, 43. Theeroos, 44.
Kosmos, 45. Het Trio, 46, Koemos, 47. De
SoMpperin, 43. Pietje Bell, 49. Robbe
does, 50. Roel de Bakker, 51. Ado)aar,
52, Renpaiirdje, 53. M'ethnopje, 54. Moan-
éifje, 55. rrambooB, 56. Meloentje, 57.
Dik Trom, 58. WannetOo, 69. Pauwtje, 00
Amerikaaatje, 61. Rietvinkje, 63. Ma
troos, 63. Tuinkers, 04. Risico, 65, Ade
laar, 66. Witte Muie, 67. Boerinnetje, 68.
Oranje-appeltje, 69. Ilnnmi.bal, 70. Mon-
bretia, 71. Zwaantje, 72. Lenteknojije, 73.
Stuc-adoor, 74. Aeole:, 75. Waterlelie, 76.
Kmkkermeisje, 77. Buurmeisje, 78. Klep-
perilompje, 79. Topsy. 80. Wilde Jlob.
Af en toe zal ik jnllie eens wat leuke
kunst jee 1 eer-en. Waaneer je in de va can-
pre dan eens bjj oom en tante logeert, knn
je ze eens lekkertje beetnemen. Om te be
ginnen zullen we een teoverfcrief maken.
Wat wou je dolgraag hebbent Een fiets?
Goed Neem nu een stukje papier en
schrjjf heel onderaan roet pekel: Ja. Je
weet toeh wc! dat je pekol krygt door
zout m water op te loteen. Deze schrijf-
pekel moet nogal anrdüg eterk z(jn. Je
Jaat de letters opdrogen en zegt dan b.v.
zoo terloops: „lik zal eene m(jn li ev dings-
wensch op papier 2Ctlen.Je schrijft
dan boven 't woordje ja (en dat woordje
is nu onleesbaar) „Krijg ik alsjeblieft
een fiets?"
„Ziezoo", zeg je, „uat stuur jk naar de
HocuB-poeuswereld en d«fl wacht ik n
op antwoordN-u vouw jo het papiertje
dicht, maar zoo, dat het woordje ja bo
venop komt. Je stopt hot brief jo in oen
enveloppe, maakt de enveloppe dicht,
maar zorgt, dot het woordjo ja vlak op
het middenpunt der aluiting ie. Nu neem
je een pijpje lak en laat het een poosje-
op hei papier branden. Dan zeg je: „O,
ik voel heusch, dat ik al antwoord
krjjg." Je laat den brief openbreken en
tot verbazing dor omstanders, staat
der je Traag: ja. Door de wurm te zijn de
letters zichtbaar geworden.
Ik hoop voor je uilen, dat k« zoo
too verachtige knnst nordt gevonden, dat
je lievelingswensch vervuld wordt.
door W. B.-Z.
Ia maar oen voorstel," deed Tor
poorten zwakjes.
„Daar voel ik ook niets voor," zei Le
lieveld kalm.
„We moeten het maar in stemming
brengen," otelde Guus voor. Al dat ge
klets gaf immers toch niets.
„Maar ik zou eerat nog wel wat
dat jongemeoach willen weten," riep
Sjoerd Bypma.
„En ik," riep Piet VerzijL
„En wij," riepen de gebroeders Olie-
borg
,J(oc6," sprak de voorzitter, die
't oogenblik allesbehalve schik in zijrr
baantje had, „Kees, vertel jij aan de lui
eens, wat voor een f ideeden vent, die
Jan is."
Kees, die de opdracht meer vereorend
dan gemakkelijk vond, had allen zin om
zijn mond dicht te houiden. Eerlijk ge-
zc@d, konden ze Jan eigenlijk heelemoo)
niet. Met iots ameekenda in zijn eerlijke
blauwe kijkers keek Kees naar de andere
twee vrienden. Guus en Frits zagen hem
juist aan met oogvn vol verwachting.
Kees kón fijn vertellen! En als hij in
vuur was, luisterde iedere jongen naar
„Nou, komt er nog wat?'" riep Dick
Joris, die tot nog toe &k> stille toehoor
der zioli op den achtergrond had gehou
den.
„Jan lykt me een reuze-voetbad er en
daarom leek het cms leuk hem eens te
zien spelen."
..Dan ga je naar Amsterdam," vond
Lelieveld.
„We hadden daar even over gedacht,
Loen Jan zelf opperde met ons te willen
spelen!
't Was oven stü, hoorbaar stil. Je kon
de bladeren der boomon booren ruóschen,
je kon oen kukvorsch hoor en springen
door het gras. Plotseling werd de stilte
verbroken door Jacques.
„En dachten jnllie nu heusch, dot ik
togen d'ie dub speelde?" vroeg hy sar
castisch.
„lik ook niet," zei Lelieveld.
„En ik ndet. En ik niet. En ik niet."
HoeveJon herhaalden dit? Niemand
wist het eigenlijk. Jbji Toorenop voelde
aieli opeens sterk door het verzet.
„Houdt allemaal je mond. Vingers op,
wie er voor zjjn."
twee, drie vingers. En de zyne
nog, dat was voer,"
Dus alleen hun eigen clubje. Het bloed
steeg hem naar de wangen.
„Laat ze opvlogen," riep Kees. Hij
maakte reeds de mimiek van het veld te
willen veriaten. Fxrts en Guus weifelden.
Ze zonden het van Jan laten afhangen.
Jan streed oen geweldigen strijd. De an
dere tien keken in spanning naar dien
gebogen jongenskop. Maar. daar bief Jae
het hoofd op.
,;'i Zal me er by neerleggen, maar op
één voorwaarde."
„Die is?" vroeg Lelieveld' uit de
hoogte.
„Dat ik dadelyk voor O. J. C. bedank,
als jullie oen* oen uitnoodiging krygon
"'i dien wei willen aannemen."
„Ja en wij ook," riepen de andere drie.
..Zand er over. Laten we nu maar gaan
spelen," zei Piet Verzjp. De zaak wae
prachtig opgélont en verder gepraat zou
tot niets leidon.
Ze spoelden dien middag met vuur.
't Was, of i"dor voor zich hoopte, dat de
voetbal hen weer veroenigen zou!
(Wordt vervolgd.)
Brieven aan de Redactie van de Kin-
öer-Afdeeling moeten gezonden worden
aan_ Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v.
d. Vinnostraat 2lrood.
(In do bus gooien, zonder aanbellen.)
Nieuweling is:
CORNELLS SWART, Bidcemr. 14r.
oud 31 jaar.
POESENMOEDERTJE. Harte
lijk dank voor je mooie kaart ui: Wee-
cCv" e°eoc reis gehad?
-cbrijf je me nog eens een gTooien brief
over alleo en meld je dan je adres. Dan
kryg je van mjj een ansicht uii Haar
lem.
-MIES TEN H. - 'k Heb weer wat
postzegels cn misschien kan ik je ook
helpen aan de ontbrekende (Verkade-
plaatjee.
MI A MAY. Heb je je Zwitsersche
pakje al gedragen. Lijkt Jiet op een
Duitsoh jurkje? -Vorder je goed op
zwem
GELUKSVOGEL. Ja, ik kan me
voorstellen, dat er in de centrale heel
wat voor je te zien en te leeren was.
ADELAAR. Je was nog wel op
tijd. Waar had je hei zoo druk mee?
FRISO. Natuurlijk ben je nu meer
buiten dan binuen. Et is immers een
schoolversje, waarin staat: bioem, bla<3
en vogels roepen u. Dat is ook eigenlijk
zoo.
ROSEHOENTJE. Ja, ik dacht
heusch, dat jij me vergeten hadt. Heb
je veel plezier gehad op de bruilof:?
Die Kwatta-soWaatjes had ie me: van
mij en nu heb ik er in de Ruil-Rubriek
,dic vriendelijke onbekende maar vo-r
bedankt. Wat heb je beeldig postpapier.
Schrijf er maar niet alle weken op, dn*
is het zoo gauw op.
ZWALUW. Je raadsel is fout. Hei
woord is film, maar met fillem.
MYOSOTIS. Mijn dank voor jo
postzegel. Zoo is bet in orde. Vergissen
menschelijk en jij bent nog maar eca
heel klein menschje. Word jc weer eea
sterke, flinke jongen? Bloe:: en groeit
al het gezaaide in je tuintje? Ja, zoo'a
tumspuit is altijd eeD genot. Jij wordt
zeker ook wel eens begoten en dat
vindt je maar wat fijn.
ROSA-FLUWEELTJE en TER-
TRIAIR. Hebben jullie zuster Schou»
ten gesproken? Herlijk me: Pa ge
fietst? En is de nieuwe jersey gekomen.
Dat was nog eens een aardige tante.
Die mag nog.eens komen iogeeien, is 't
.iet? Als het mannenkoor komt zin
gen, moet je me maar eens waarschu
wen. Nu Rosa-Fluweeltje tot Woensdagl
GOUDSTERRETJE. Heeft zu»
plezier gehad op haar boottochtje. Dus
jij hebt het nog in 't vooruitzicht, Jo
hebt met dezen wedstrijd wel meege-
loot, maar behoorde tot mijn spijt niet
tot de gelukkigen. Je zult vast een knap
naaistertje worden.
AFRIKAANTJE. Was het boek
naar je zin? En heeft heel Bennebrock
het gezien?
INKTVISCH. Je raadsel is niet
heclemaal in orde, maar k zal probee-
het een beetje te wijzigen, Schrijf
iu dc volgende week eens op je
mooist?
VERPLEEGSTERTJE. Kind, wat
heb je veel gekregen. Heb je het moois
an gehad" En de gouden ring aan
je vinger? Gelukkig maar, dat je neefje
en nichtje bij jullie een vriendelijk thuis
hebben.
BOUWMEESTERTJE. De Rubriek
in Zaterdag zul je zeker trouw bewa
ren. Ik kan me best begrijpen, dat je
er een beetje trctsch op ben;.
MARKERTJE. 't Spijt me wel, dat
de beide vriendinnen niet tot de geluk
kigen behooren. Is Urkertje nog in
Schcllinkhout? Heeft ze dan vrij van
school? Krijg ik nu de volgende week
:n grooten brief van jullie beiden?
MIES VAN K. 't Spijt one wel.
Mi&sje, maar ik ben nog niet klaar
met het boek, want het wordt uitge
breider dan hel verhaal. Zorg nu toch
aar, dat je een 8 voor Rekenen hebt,
ant er zijn nog meer mooie boeken.
ADLER. Je raadsel is goed. Hoe
gaat het met je poesje? Hoe heet het?
Een aardig speelmakkertje voor je.
W. v. d. L. Hartelijk dank voor
je Bijenkorf.
IJSBREKER. Je neef had zeker heel
at te vertellen. En jij vondt het heer
lijk om naar al die verhalen te luisteren.
Wat heeft oom mooie cadeaux uitge
deeld! Leuk, dat vader de heek serie
Jopie Slim voor je gekocht heeft.
Fiets m3ar prettig met meneer de Reja.
ANEMOON. Was ook zoo'n afge
kort weekje en dan komt een mensch
tjjd te kort. Da: weet ik zelf bij onder
vinding. Misschien hebben we elkaar
anmiddag wel gesproken.
BRUINTJE. Dank voor je mooie
geranium. Ik vind bet heel lief van je,
dat ik iedere week zoo'n bloemenhulde
je briefje krijg. Begint het in je tuin
tje nu ook al te kleuren? Je hebt anders
wel verscheidenheid. Zijn dc Fransche
woordjes er iu gekomen? Dat hokken-cn
stokkenspel heb ik nog nooit zien spe
len.
CROCUS. Je hebt nu je scha schit-
terend ingehaald. Maar je hebt ervaren,-
dat van uitstel afstel komt. Blijf jij oji
school? Goudelfje behoeit zeker geen
examen te doen. Je badt een schitterend
rapport. Daar waren ze thuis zeker wel
tevreden over. Profiteer jij maar lekker
van strand en duin. Zaterdag hoop ik den
Opstellenwedstrijd uit te schrijven. Als
je een boek heel mooi gevonden hebt,
kun je het toch nog we! eens lezen. Stuut
me maar eens iets over Knutselen. Hoe
gaat het met de kuikentjes? Zielig van
dat ecne met het lamme pootje.
KLIMOP. Houd dezen naam dan
maar. 'k Hoop, dat de duiven nu bij
jullie blijven. Zitten ze al te broeden?
RENPAARDJE. Gefeliciteerd, hoor
jongen, met je herstel. Nu maar nie:s
meer van ziekzijn willen weten. Ben ie
veel achter gekomen op school? Je
been en weigerden gelukkig den dienst
nog niet. Dat auto-tochtje vond je na
tuurlijk nog veel heerlijker. Je hebt wel
mee mogen loten me: den wedstrijd,
maar je behoort dit keer niet tot do
gelukkigen. Je beide ruil-aanvragen kan
ik niet plaatsen, want daar behoort jo
volledig adres bij.
RIEKJE II. Ik dacht wel, dat het
jullie te Z, goed bevallen zou. Allemaal
zoo bruin als nikkertjes? ScHrijf mo
_r eens gauw wanneer je jarig bent*
dan kom ik je zelf eventjes feliciteerenj
FIN.NEBLOM. Je raadsel is goed,
Wil je er voortaan om denken ook om
der ingezonden raadsels je naam te
zetten. Jij hebt ook mcegelool om ccn
prijs, maar tot mijn spijt giDg het dit
maal jc neus voorbij. Zaterdag geef :1c
een nieuwen wedstrijd.
BEETHOVEN mag zijn schuilnaam
houden. Heb je moeilijkheden, steek aar
je licht maar op bij vriend Mozart.
W. BLOMBERG—ZEEMAN*
v. d. Vinnestiaat 21 rd.
Haarlem, 14 Juni 192=.
Feuilleton
lUit liet Eiie«lsch.)
E. R. PUNSHON.
(Geautoriseerde vei taring).
De ochtend begon ©indorijk aan te
ibreken. Hanoid etond op, waschtc en
kleedde zich cn geLuruikte daarna een
«stevig ontbijt, daar hij inzag, dat hij
dien dag n! zijn krachten noodig zou
hebben,
iedereen was zeer hartelijk en vrien
delijk voor hom, daar men begreep,
hoezeer de dood van Fulton Item
moest geti'dfen hebben.
Dadelijk na net ontbijt kwam de
commissaris van politie hem spreken
en stelde hein een groot aantal vra
gen, hoewel de man blijkbaar geen
enkel varmocdon - rd- dat het
overrijd an met opzet gelieurd kon
zijn. Naar hij zei, was dc chauffeur
Louis Soames ziek van den schrik.
woonlijk zijn die chauffeurs zoo on
verschillig als iete en jvr.kn er over,
alsof ze het volste recht hebben,1
iemand dood te rijden, die niet gauw-
genoeg uit den weg gaal, maar deze
man schijnt heel anners i-e zijn. Hij
zegt, dat hij nooit meer moed zal heb
ben, om t© chauffeeren. Meneer Mac-
sarlane is ook erg overstuur. Ik heb
hem vanmorgein gesproken en toen ik
zei, dat ik naar u toeging, verzoent
hij mij, u te zeggen, dat liet ham
aangenaam zou zijn, als u vandaag
nog ©ven bij hem aankwam, daar inj
u over iets spreken wilde.
Over iets spreken? herhaalde
Harold, terwijl hij zich afvroeg, of i
deze uitnoodiging ook een valstrik I
kon zijn.
J .i, zei de commissaris. Ik ge- j
loof, dat meneer Macsarlane zich in
zeker opzicht verantwoordelijk voeu
voor het gebeurde, en dat hij van
wil weten, of uw vriend ook betrek-
tangen lieefl nagelaten, voor wie hij
iets doen kan.
Dat is heel vriendelijk van me
neer Maacsarlane bedacht, zei 11» I
rold.
- O. hij is altijd heel goed voor j
iedereen. Hoewel hij pas sinds kort
in de buurt woont, heeft hij zich reeds
zeer populair weten te maken. Hij zal
stellig royaal genoeg zijn. Het over
komt ons in dergelijke gevallen an
dere niet dikwijls, dat alles zoo als
van een leien dakje gaat, vooral daar
do chauffeur toch geheel zonder
schuld was.
Een dergelijke zaak moet
veel qfiaangenamer voor u zijn, als er
twijfel bestaat omtrent de schuld van
den chauffeur, zei Harold.
Natuuriijk, zei dc commissaris
en nam daarop afscheid. Nadat by
vertrokken was, bleef Harold er nog
eenigen tijd over zitten nadenken, or
hij naar meneer Macsarlane zou gaan
of niet. Hij had ontegenzeggelijk
kans, in eon valstrik te loopen, maar
aan dein anderen kant zou zijn be-
zook een schoone gelegenheid kun
nen zijn, om achter do -waarheid te
komen. Ging hij niet, dan zouden zij,
als er werkelijk iets kwaads achter
stak, dadelijk begrijpen dat hij ach
terdocht koesterde. Noen, liet beste
was zeker om te gaan, docli goed op
zijn tellen te passen. En wie weet, of
hij Phyllis niet werkelijk zou zien?
Na de lunch begaf bij zich dus op
weg naar Dunslow, na den hotelhou
der verteld te hebben, dat hij even
een bezoek bij meneer Macsarlane
ging brengen, maar dat h» hoopte,
weer spoedig terug te zijn voor het
geval, dat de politie nog van hem
weten wilde. Hij meende, dat deze
voorzorgsmaatregel geen kwaad kon,
al zou hij hem misschien geen goed
doen ook.
Hij wandelde langzaam den heuvel
op en sloeg de oprijlaan in, die hij -
den vorigen dog nog met Fulton be
wonderd had.
Dezelfde deftige bottelier deed hem
open, en toen deze hem zag, betuigde
hij hem zijn deelneming over het on
geval.
We schrikten toch zoo, toen we
hoorden, wat er gebeurd was, meneer,
zei hij, en meneer Macsarlane was
er zeer van ontdaan,
Hij opende een deui en kondigde
Harold aan. Het volgende oogenblik
bevond deze zich in het gezelschap
van den ouden man, dien ldi wakend
of droomend in den tuin van het hotel
gezien had, even voordat Fulton den
dood gevonden had.
W i
HOOFDSTUK VIII.
DB beurt is het nu!
Zoodra "Harold in men-oer Macsar
lane den ouden man met het witte
haar en de sluwe oogen herkende, be
greep hij. dat hij zich 'vooral moest
houden, alsof hij den ouden heer, dlo
hem met uitgestrekte hand tegemoet
kwam, nooit eerder gezien had.
Aangenaam 11 te ontmoeten, me
neer Clyffe, zei deze, hoewel he4
mij leed doe4. dat onz^ ^tmoeting
onder zulke treurige omstandigheden
plaafs heeft.
Harold mompelde een paar onver
staanbare woorden en nam plaats op 1
den stod, dien zijn gastheer hem aan
wees.
I Zoodra hij gezeten was, liet hij on
willekeurig even zijn blik door de ka
mer dwalen. Deae was zi^r groot en
geheel nieuw ingericht. Men kon zien
dat ei geen kosten gespaard waren,
en dat aan de firma, die alles bezorgd
had, waarchijniijk carte blanche ge
geven was
De oude lieer had weer plaats
nomen pan een spiksplinternieuwe
schrijftafel, die midden in de kamer
stond. Harold rilde, toen zijn blik op
den ouden heer bleef rusten. Was het
inderdaad mogelijk, .dat deze reedis
eenige moorden op zijn geweten haa
©n nu weef plannen beraamde, om
Harold eveneens het leven te bene-
men! Maar wat kon hij er toch mee
voor hebben?
Terwijl dit alles Harold door het
hoofd speelde, dacht hij maar steeds
Laat ik voqjal niets laten mer
ken.
Weldra begreep hij echter, dut dit
hem op dea) duur niet mogelijk zou
zijn. Nu reeds scheen hc-i bem toe.
alsof de man, die tegenover bem zat,
hem achterdochtig aankeek.
Al zijn zelfbeheer&ching verzame
lend, glimlachte Harold flauwtjes «1
zei toen:
U moet mij excuseeren, meneer
Macsarlane, als ik wat verstrooid ben.
Ik heb vannacht niet geslapen. Zoo-
als 11 wel begrijpen kunt, heeft de
dood van mijn vriend mij zeer aange
erejien. -vooral daar slechts een en
kelen dag geleden een andere vriend
van mij ook door een noodlottig toe
val om het leven is gekomen. Ik be
doel den tooneelschrijver, Maurice
Bealby.
Ja, dyt heb ik in de courant go-
lezen. zei mepper Macsarlane, ter-
i wijl hij zijn best deed, aan zijn g«-
I luut een meewarige uitdrukking te
geven, hetgeen hem niet te best geluk
te. Phyllis wees er mij op. Ja, het
is zeker heel treurig. Meneer Bealby.
wus, naar ik meen, een neef van den
armen Fujton, niet waar?
Van mevrouw Fulton, antwoord
de Harold, terwijl hij den ouden heer
scherp aanzag, om te zien-, of het
hqoron van Clara's naam ook eenigen
indruk op hem zou maken.
Meneer Macsarlane vertrok echter
geen spier en zei kalm: O, ja, van
mevrouw Fulton, dat is waar. Zij zal
wel erg overstuur zijn over den dood
van haar man. Verwacht u haar nog
vandaag hter?
Hoeveel moeite Harold zich 00::
gaf, om zijn zelfbeheerscluri niet te
verliezen, kon hij niet verhinderen,
dat voor een oogenblik uit zijn oogen
de afschuw sprak, die hem opeens
vervulde.
Die oude man, die daar op zulk»
een koelen toon over Clara praatte,
was niet alleen aansprakelijk voor
Fulton's dood, maar ook waarschijn-