OM ONS HEEN Letteren en Knnst Rubriek voor onze Jeugd Raadsels B« Mstrffl Kunstjes. JAM VAN DE MABKT Brievenbus Dunsiow HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 14 JUNI 1922- DZRüE BLAD No. 3056 Schetsen uit Brussel. COWTRdLE IN EEN CROOT HOTEL. HET VOORDEEL OM ER TE WONEN LIPT ETIQUETTE HERINNZ3INC AAN DE DU8TSCHE BE ZETTING. Een groot hötel is een wereldje op gage gelet en het personeel mag die zichzelf, een bijenkorf, waax de be-! niet uit het huis dragen, vóórdat iuj afgerekend heeft. Moeilijker wordt het, wanneer iemand alleen een tasch- w>at zij kresen, maar vergaten In bun, min of meer overhaast vertrek, om te betalen. Dat is nog iels anders, dan de en kele reiziger, die met zijn taachje in 'e hand stiekem de deur uitsftdpt. Juist in dien lijd kwam de direc teur, de heer Deliens, uit Berlijn, lïij was daar twaalf jaar lang directeur van het Bristol-llütel geweest. De oor log dreef hem naar zijn geboorteland terug. Ei- is nauwelijks een internationa le r bedrijf te bedenken, dan het ho telwezen, zooals wij in het slot-artikel zullen zien. J. C. P. zookers onophoudelijk den ganschen dag in- en uitvliegen, met dit varsdhil, dat zij geen honig binnenbrengen, maar integendeel, het goede der aar de er komen halen. Toen wij, des avonds om zes uur x caigeveor te lirussefl1 aaiiikjwamen, Etond de ttuto-ornniibue van Hötel Me tropols klaar en braadt er one in en kele minuten 'heen, op de Pllaoe liucm- ckère. Het duuirde nog maai' enkele minuten meer en wij hadden het num mer van onze, weliswaar vooraf be stelde, kamers, en gingen met de lift naar boven. Geen kwartier na onze aankomst aan 't station waren vee geïnstalleerd. 't Gaat als van zelf en toch is daar aan een (goedio contiröle vertxonden. Er gebeurt niets, voordat de gast in het bureau van aankomst heeft inge vuld op een „bulletin d' arrivée" sijn naam en voornamen, beroep, leef tijd, volledig adres, het aantal per- Eonen waaimee hij reist, volwaasenen, kinderen, bedienden. Dan krijgt ieder een rond cartonnen kaartje, met het nummer van de kamer, den prijs, en eenïge mededeelingen er op, waaraan hij zich, in zijn eigen belang, moet houden, vooreerst dat het hötel zich niet aansprakelijk stelt voor zaken van waarde, die niet aan de kas zijn gedeponeerd. Die kas is een safe, zooate bankiers ze hebben, waarvan geen lade kan worden geopend, dan met twee sleu tels: de gast krijgt er een van en de administratie van het hötel behoudt den andoren. En om do logés te beschermen tegen diefstal uit hun koffers, krijgen zij op datzelfde cartonnetje den raad, nooit hun sleutel op de deur te iaten steken, maar dien beneden af te go- ven aan Jiet bureau. Dat hebben wij getrouw gedaan en Op eik uur van den dag of avond, zocdra wij den sleutel weer noodig hadden, hem rterug gekregen op ver toon van ons carton ik: jo met het ka mernummer. Altijd staal daar een persoon, die de sleutels aanneemt en afgeeft. Hij heeft ook een lijst, waarop al de gas ten staan opgeteekend, als er con- tröle noodig is. Ziedaar een practisch© maatregel. De gast gaat rustig uit het hötel, hij weet dat zijn bezittingen behoorlijk achter slot zijn en dat de slimste hötelrat, gesteld dat die in het hól^l kan doordringen, hem niets ontfutse len zal. Alleen het kamermeisje heeft toegang tot de kamers en zij is ver trouwd. •Wie in eon groot lióteil binnen komt, en het gewoel ziel van heen en weer loopende menschen, vraagt zich af, hoe ong'ewensolite elementen hier ontdekt en verjaagd kunnen wor den. Maar- als liij goed oplet, wordt hij gauw gewaar, dat verschillende per sonen hem aankijken, zoo even na zien en hem in hun geheugen opne men. Het is in 't minst niet hinder)ijk voor wie zich van geen kwaad be wust zijn, maar lieden met een slecht geweten zullen al spoedig bemerken, dat de directie van Hötel Métropole hunne aanwezigheid niet wenscht. Speciale personen zijn belast met de contróle en wanneer er iemand door slipt, die schade kan toebrengen aan de reputatie van het hötel, vindt hij al gauw een briefje op zijn kamer, dat aan duidelijkheid niets te wen- echen overlaat. „Mme ou Mr. X. est inüonné, qu a partir de cinq heures Ce soir, nous öisposerons de votre chembro. La Direction (Aan Mevrouw, den H&ar X. wordt medegedeeld, dat wij hedenavond te vijf uur over haar, zijn, kamer zul len beschikken. De Directie). Wie mei deze verklaring van uit zetting niet tevreden is, kan zijn pro fest gaan brengen bij den directeur, den heer Albert Deliens, een rustig man met bedaarde, kalme bewegin gen^ die hem wel duidelijk zal weten te maken, dat het besluit onherroe pelijk is en dal hij maai- het beste doet, met er zoo gauw mogelijk gevolg ami t; geven. Dit bracht mij een vraag op do lip pen. „Hoe voorkomt u, dat iemand zonder betalen vertrekt} Bij ai dat gaan en komen is het toch niet mo gelijk op allee ie beletten?" „Wanneer iemand koffers bij zich .heeft", zei de heer Deliens, „kan dat niet gebeuren. Er wordt op zijn ba-. je bij zich heeft, waarmee hij telkens de stad ingaat en dan weer terug keert. Het personeel raakt aan dat taschje gewend - en als hij inderdaad lust heeft om op een kwaden dag daarmee uit te gaan en niet teiuig to komen, is daar niet veel tegen te doen. Maar het komt zelden voor, wol dat een trouwe bezoeker van het hö tel te goeder trouw vertrekt eai ver geet te betalen. Maar dan hebben wij al gauw een telegram, waarbij hij zich verontschuldigt en belooft, den volgenden keer af te rekenen. En dat komt dan ook terecht". Zoo heersciit er in Métropole een contróle-systeem, dat den bezoeker niet hinueri, integendeel hem een gewaarwording van veiligheid geeft, omdat het ten slotte niet aangen: is, met ©ngewenschie lieden in "het zelfde huis te wonen. Afgescheiden daarvan is het voor wie eenigszina bereisd zijn veel prettiger, in een groot hötel te verkeeren. Juist door de contröie is de bediening goed en staan allerlei personen klaar voor het bewijzen van kleine diensten, die toch zoo geriefelijk zijn. Daar Is ten eerste de portier, die alles afweet van theaters, sporen en booten, untatap- jee, banken, prijzen van alles en nog wat, de chasseur, die altijd klaar staat om een courant te haJen, taxi te fluiten (hoe is 't mogelijk dat de jongen zooveel geluid uit zijn vin gers haalt) dia bediende van den boekhandel in de leeszaal, aun wden het bestellen van plaatsen in ecikouw- bu'i-gen best is toevertrouwd, om niet te spreken van dien trouwen ofschoon stommen dienaar, het telefoontoestel op dc- slaapkamer, waarmee de gast door het centraalbureau in het hötel zelf verbinding kan krijgen met eik nummer in Brosse', of België, dat hij ncodig heeft. En clan de lift. Hoe vaak zijn wij niet op en neer gegaan in die zes of zeven dagen met dit altijd maar stijgend en weer da lend apparaat. Want de mensch, die voor zijn genoegen nit is, wordt lui en ve-rleert het trappenloopen, dat ook wel niemand voor zijn plezier begaat. Wist al niet den tweeden dag de liftboy, die hier trouwens geen jongen, maar een bezadigd man was, dat wij op de tweede verdieping moesten zijn J Het hötel was vol. Er waren er ve- n, die de cinquième vroegen, de vijfde verdieping. En nu ik daar van spreek moet ik toch even vertel len, "hoe de chef kok, dien ik in zijn onderaartLsche verblijf heb opgezocht, mij op een ietwat achterdochtige vraag beschaamd deed staan. Hötel Métropole maakt op het reoiame- k-aaiije, dat mij te Haarlem werd toe gezonden, gewag van vijfhonderd ka mers. Op dit terrein heerscht nogal eens watoverdrijving. Ik vroeg dus den chef-kok: „zijn er wel vijf honderd i" „Neen", gaf hij ten antwoord. „Aha zed ik. „Er zijn er vijfhonderd tien zei hij. Ik hravht hel gesprek op een ander onderwerp. Op dien chef-kok kom ik aanstonds terug. Maar wij hadden het over de lift Die heelt haar eigen etiquette. Als er dames staan te waohten, gaan die altijd voor en is er dan geen plaats meer, dan wachten de hoeren geduldig en gaan met den volgenden luchttrein. Als dames en heeiea sa men in de lift naar boven gaan, ne men de heeren den hoed af. Is iemand die het nalaat, don zal dat tien tegen één een Hollander zijn, die niet weet, dat deze Amerikaan sche gewoonte ook in Europa tot den goedc-n toon behoort. 't Klinkt vreemd, maar toch is het waar, dut wij op den eersten morgen van ons verblijf aan de bezetting d' dc Duitschere wei-den herinnerd. Het begon te dagen. Plotseling be gon het boven ons hoofd te tikkeren, al luider en luider, tot het eindelijk klonk als heftige zweepslagen, daar - na verminderde het geluid en hield op. Dat was in de verwarmingsbuizen geweest. Toen de Duitschers Brussel bezetten en officieren kwartier zoch ten in Melropole, hadden zij de warm water-leiding veranderd, maai- niet verbeterd in den loop van dezen zomer wordt die dit jaar gehee'ge reorganiseerd. Wat de Duitschers be treft, zij lieten het zich aan niets ont- breken en gaven wei bons voor alles Lsciuur voor onze Jeugd. In de Gedtluetreerde Bibliotheek voor J •oneens en Meisjes, uitgover Holkema en Warendorf, is een mar merkwaardig boek verschonen, n.1. D e Z w i t s e r e c h e Robinson Crusoe door J. R. Wijsz. Dit boek is voor de jongens en meisje, onzer d'agon vrii overgezet door H. Bakela. De bewerker vertelt ons in een voor rode, dat dit boek reedö meer dan 100 jaar in het 'bezit zijner familie was en dat vier geslachten ervan hebben ge noten. 't Was wóichreven in oudenvet- Bche taal en de heer Bakels heeft het gemoderniseerd. De oorspronkelijke schrijver, Johann Wijsz, was omstreeksl780 predikant in Seedorf, een plaatsje in Zwitserland. In 1800 schreef hij zijn Robinson om zijn vier zoontjes daardoor te ontwik kelen. De schrijver verhaalt, dat hij met vrouw en-kinderen naar Australië ging verhuizen. Onderweg lijden ze schipbreuk en landen op een onbe woond eiland. De gesprekvorm is te oudenvetsch, jammer dat de heer B. dien niet heeft laten varen. Ook de «preektoon hier on daar dloet wat groo- to-menBöhachtie aai- Kinderen hou den nu eenmaal niet van pree-kon. Verbazend veel valt er echter voor jong en oud te loeren, uit wat Wiijsz ons vertelt van het temmen van apen on iakllialzen, het vangen van haaien, krabben, enz. De taal van vader en kinderen is soms wel wat te boek-achjtig. Een jon gen, als Frits zegt niet. als hij opeens een aardappelvet-ri ontdekt..Hier is waarlijk een zegen voor ons enz." Dn een vader spreekt zijn kinderen ook niet aan metgij lieden. Maar uitgezonderd deze bemerkin gen heeft het boek verbazend veel goeds. We leven geheel mee mot de towoners van Helvetia (zoo werd het eiland gedoopt). We verheugen er ons over, dat Adam Rutli, een andere schipbreukeling in het gezan W g als kind van het eiland wordt opgenomen. Onze aandacht is gespannen bij de Ixireiding van kaareen, bij het bouwen van het 'boomkasteel, bij het winnen van de sago. Hoe bewonderen we vader en zoons, als ze een wenteLtnap in den boom ma ken en hun laarzen vervaardigen van caoutchouc. We bewonderen het zout- hol on we volgen de deserteurs naar Zuid-Oo3tlanid;. Hoe angstig zal menig iojjgeusliart kloppen, ais hij leeet van dien overval der wildon, maar welk een veriruimóng als juist, wanneer de nood hot hoogst ie, de redding nadert in den vorm van een driemaster met uOn goeden kapitein Bell. De plaatjes bij den tekst zijn ouder wetsoh., maar behooren wol bij het ge heel. Hot lijvige verhaaü van ruim 400 bladzijden boeit- -tot het einde en de heer Bakels kan ervan verzekerd zijn, dat een nieuw geslacht voor dit oude, mooie boek nieuwe attractie zal heb ben. He zou hem echter aanraden woorden alsverras&chingen, te eder- der, enz bij een mogelijken herdruk te verbeteren. Ze doen min of meer on aangenaam aan. Bij denzelfden uitgever verscheen iu de „Oranje-Bibliotheek" „Het inde van een jonge nsoor 1 og", door Joan -A. Nieuwcnhuïs. Dit boek is in duidelijke flinke letter gedrukt en laat zich vlot lezen. Het speelt te Amsterdam cn wel in het midden der 19de eeuw. De jongens der hoofdstad hadden zich in die dagen tot club jee vereenigd, die elkaar vaak fel bestookten. Daar waren de Katten burgers, de Nieuwinarkteip, de Zand- hoekers en de 0-ordauere. Iedere elulb werd aangevoerd door een koning. Het ging er lang niet vredelievend toe. Zeer gunstig steekt boven deze ruwe jongens uit Mcotoas Koen. We krij gen heel interessante dingen te hoe ren over de vergadering van <le Open Hand, over het omgeslagen bootje, over de gevangeneohap Vlan NicoJaa/3 en over het bezoek van Hein aan den Westertoren. Af en toe zijn de gebeur tenissen wei wat heel onwaarschijnlijk en de gesprekken van die gewone ïongens zij vaak onnatuurlijk deftig. Het oorlogje spelen wordt in dit boek wel wat al te veel besproken. Lieten de oudem m die dagen de jongens maar vrij hun gang gaan f De plaatjes zijn meesterlijk geteekand door W. Heskea Over het algemeen wel een boek dat onze jongens zal boeien. W. B.—Z. Nagekomen ma/Lsels van: Crocus 4, IJsbreker 6, Adier 6. Marktr- tje 5, Verpleegstertje 5, Afrikanntje 6, Abrikoos 6, Framboos 6, Begonia 6, Ter- riair 6, Rosa Fluweeltje 6, Zwaluw 6, t'riso 6, Poppenmoedertje 6, Geluksvogel 5, Zwartoogje 6, Mia May 0, Adelaar Mies ten Have 5, Myoeotia 6, Bcsehoen- tje 6, Bottwmeeetorije 6f lait-.vsoh 5, Goodsterretje 6, Finneblom 6, Klimop 6, Bruintje 6. Rollrabrlek MEVR. P. N» VAN R. bedank ik har telijk voor de ontvangen postzegels. ROSBHOENTJE bedankt oen onbe kende zeer vriendelijk voor de aan 1 gezonden Kwotta-eoldaat,jes Inzendingen ontvangen van: Risico, oud 13 jaar, Vdsechor 12 jaar, Boter- loempje 11 jaar, Sportman 7 jaar. In 't geheel ontving ik 181 inzendinge: e voor meelote-D in aanmerking komen. 81 behooren in Afdoeling I thuis en Af deeling II. Zoonis ik jullie beloofd heb, heb ik op iedere 10 Inzendingen een boek verloot. Dat zjju dus voor jedere af deeling 8 boeken. De gelukkige w-nnaare zjjn: in Af dee- ng I: LENTEBODE, oud 12 jaar. BLAUWOOG JE, oud 13 jaar. DOKTER DIK, oad 12 jaar, RISICO, oud 13 jaar. PA A RLMOERVLIN DER, oud 13 jaar. FRIEZINNETJE, oud 13 jaar. ZWARTOOGJE, oud 13 jaar. ROSA FLUWEELTJE, te Santpoort, oud 14 jaar. De gelukkige wianaare in Afdeding II z(jn: BOB ZONDER ZORG, oud 8 jaar. 6IM0NE BIJVOET, oud 9 jaar. VRIENDINNETJE, oud 10 jaar, te Reimebrook. BEUKENOOTJE, oud 11 jaar, LENTBKNOPJE, oad 11 jaar. BOUWMEESTEliTJE, oud 9 jaar. "WILLEM v. d, BERG, oud 11 jaar. 6T0FFEERDERTJE, oud 9 iaar. Alle prijswinners mogen Woensdag 21 Juna bij mij hun prijzen komen holen. De oplossingen der namen zjjn: 1. Harlekijn, 2. Wilgenroosje, 3. Doorn roosje, 4. Oraatee, 5. Spriotel, 6. Kleine Peuter, 7. Minctje, 8. Aviatenr, 9. Napo leon, 10. Danseresje. 11. Botanicus, 12. Robbert, 13. Lente) «do, 14. Korenbioem, 15. Poesje, 16. Pierkie, 17. Dokter Dik. 18. Doüe Hans, 19. Klaproos, 20. Pioen roos, 21.- Edelwei». 22. Edzekatje, 23. Ju liana, 24. Nikkertje. 25. Mimosa, 26. Co lumbus, 27. Buitenman, 25. Zonnetje, 29. Spartaan, 30. Zwartkopje, 31. Friezinne tje, 82. Bruinoogje, 33. Witte Muis, 34. Vliegende Hollander. 36. Paul Kruger, Watergeus, 37. Blondine, 38. Kame- 39. Abrikoos, 40. Controleur, 41. Neer- landia, 42. Duinkeikcr, 43. Theeroos, 44. Kosmos, 45. Het Trio, 46, Koemos, 47. De SoMpperin, 43. Pietje Bell, 49. Robbe does, 50. Roel de Bakker, 51. Ado)aar, 52, Renpaiirdje, 53. M'ethnopje, 54. Moan- éifje, 55. rrambooB, 56. Meloentje, 57. Dik Trom, 58. WannetOo, 69. Pauwtje, 00 Amerikaaatje, 61. Rietvinkje, 63. Ma troos, 63. Tuinkers, 04. Risico, 65, Ade laar, 66. Witte Muie, 67. Boerinnetje, 68. Oranje-appeltje, 69. Ilnnmi.bal, 70. Mon- bretia, 71. Zwaantje, 72. Lenteknojije, 73. Stuc-adoor, 74. Aeole:, 75. Waterlelie, 76. Kmkkermeisje, 77. Buurmeisje, 78. Klep- perilompje, 79. Topsy. 80. Wilde Jlob. Af en toe zal ik jnllie eens wat leuke kunst jee 1 eer-en. Waaneer je in de va can- pre dan eens bjj oom en tante logeert, knn je ze eens lekkertje beetnemen. Om te be ginnen zullen we een teoverfcrief maken. Wat wou je dolgraag hebbent Een fiets? Goed Neem nu een stukje papier en schrjjf heel onderaan roet pekel: Ja. Je weet toeh wc! dat je pekol krygt door zout m water op te loteen. Deze schrijf- pekel moet nogal anrdüg eterk z(jn. Je Jaat de letters opdrogen en zegt dan b.v. zoo terloops: „lik zal eene m(jn li ev dings- wensch op papier 2Ctlen.Je schrijft dan boven 't woordje ja (en dat woordje is nu onleesbaar) „Krijg ik alsjeblieft een fiets?" „Ziezoo", zeg je, „uat stuur jk naar de HocuB-poeuswereld en d«fl wacht ik n op antwoordN-u vouw jo het papiertje dicht, maar zoo, dat het woordje ja bo venop komt. Je stopt hot brief jo in oen enveloppe, maakt de enveloppe dicht, maar zorgt, dot het woordjo ja vlak op het middenpunt der aluiting ie. Nu neem je een pijpje lak en laat het een poosje- op hei papier branden. Dan zeg je: „O, ik voel heusch, dat ik al antwoord krjjg." Je laat den brief openbreken en tot verbazing dor omstanders, staat der je Traag: ja. Door de wurm te zijn de letters zichtbaar geworden. Ik hoop voor je uilen, dat k« zoo too verachtige knnst nordt gevonden, dat je lievelingswensch vervuld wordt. door W. B.-Z. Ia maar oen voorstel," deed Tor poorten zwakjes. „Daar voel ik ook niets voor," zei Le lieveld kalm. „We moeten het maar in stemming brengen," otelde Guus voor. Al dat ge klets gaf immers toch niets. „Maar ik zou eerat nog wel wat dat jongemeoach willen weten," riep Sjoerd Bypma. „En ik," riep Piet VerzijL „En wij," riepen de gebroeders Olie- borg ,J(oc6," sprak de voorzitter, die 't oogenblik allesbehalve schik in zijrr baantje had, „Kees, vertel jij aan de lui eens, wat voor een f ideeden vent, die Jan is." Kees, die de opdracht meer vereorend dan gemakkelijk vond, had allen zin om zijn mond dicht te houiden. Eerlijk ge- zc@d, konden ze Jan eigenlijk heelemoo) niet. Met iots ameekenda in zijn eerlijke blauwe kijkers keek Kees naar de andere twee vrienden. Guus en Frits zagen hem juist aan met oogvn vol verwachting. Kees kón fijn vertellen! En als hij in vuur was, luisterde iedere jongen naar „Nou, komt er nog wat?'" riep Dick Joris, die tot nog toe &k> stille toehoor der zioli op den achtergrond had gehou den. „Jan lykt me een reuze-voetbad er en daarom leek het cms leuk hem eens te zien spelen." ..Dan ga je naar Amsterdam," vond Lelieveld. „We hadden daar even over gedacht, Loen Jan zelf opperde met ons te willen spelen! 't Was oven stü, hoorbaar stil. Je kon de bladeren der boomon booren ruóschen, je kon oen kukvorsch hoor en springen door het gras. Plotseling werd de stilte verbroken door Jacques. „En dachten jnllie nu heusch, dot ik togen d'ie dub speelde?" vroeg hy sar castisch. „lik ook niet," zei Lelieveld. „En ik ndet. En ik niet. En ik niet." HoeveJon herhaalden dit? Niemand wist het eigenlijk. Jbji Toorenop voelde aieli opeens sterk door het verzet. „Houdt allemaal je mond. Vingers op, wie er voor zjjn." twee, drie vingers. En de zyne nog, dat was voer," Dus alleen hun eigen clubje. Het bloed steeg hem naar de wangen. „Laat ze opvlogen," riep Kees. Hij maakte reeds de mimiek van het veld te willen veriaten. Fxrts en Guus weifelden. Ze zonden het van Jan laten afhangen. Jan streed oen geweldigen strijd. De an dere tien keken in spanning naar dien gebogen jongenskop. Maar. daar bief Jae het hoofd op. ,;'i Zal me er by neerleggen, maar op één voorwaarde." „Die is?" vroeg Lelieveld' uit de hoogte. „Dat ik dadelyk voor O. J. C. bedank, als jullie oen* oen uitnoodiging krygon "'i dien wei willen aannemen." „Ja en wij ook," riepen de andere drie. ..Zand er over. Laten we nu maar gaan spelen," zei Piet Verzjp. De zaak wae prachtig opgélont en verder gepraat zou tot niets leidon. Ze spoelden dien middag met vuur. 't Was, of i"dor voor zich hoopte, dat de voetbal hen weer veroenigen zou! (Wordt vervolgd.) Brieven aan de Redactie van de Kin- öer-Afdeeling moeten gezonden worden aan_ Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vinnostraat 2lrood. (In do bus gooien, zonder aanbellen.) Nieuweling is: CORNELLS SWART, Bidcemr. 14r. oud 31 jaar. POESENMOEDERTJE. Harte lijk dank voor je mooie kaart ui: Wee- cCv" e°eoc reis gehad? -cbrijf je me nog eens een gTooien brief over alleo en meld je dan je adres. Dan kryg je van mjj een ansicht uii Haar lem. -MIES TEN H. - 'k Heb weer wat postzegels cn misschien kan ik je ook helpen aan de ontbrekende (Verkade- plaatjee. MI A MAY. Heb je je Zwitsersche pakje al gedragen. Lijkt Jiet op een Duitsoh jurkje? -Vorder je goed op zwem GELUKSVOGEL. Ja, ik kan me voorstellen, dat er in de centrale heel wat voor je te zien en te leeren was. ADELAAR. Je was nog wel op tijd. Waar had je hei zoo druk mee? FRISO. Natuurlijk ben je nu meer buiten dan binuen. Et is immers een schoolversje, waarin staat: bioem, bla<3 en vogels roepen u. Dat is ook eigenlijk zoo. ROSEHOENTJE. Ja, ik dacht heusch, dat jij me vergeten hadt. Heb je veel plezier gehad op de bruilof:? Die Kwatta-soWaatjes had ie me: van mij en nu heb ik er in de Ruil-Rubriek ,dic vriendelijke onbekende maar vo-r bedankt. Wat heb je beeldig postpapier. Schrijf er maar niet alle weken op, dn* is het zoo gauw op. ZWALUW. Je raadsel is fout. Hei woord is film, maar met fillem. MYOSOTIS. Mijn dank voor jo postzegel. Zoo is bet in orde. Vergissen menschelijk en jij bent nog maar eca heel klein menschje. Word jc weer eea sterke, flinke jongen? Bloe:: en groeit al het gezaaide in je tuintje? Ja, zoo'a tumspuit is altijd eeD genot. Jij wordt zeker ook wel eens begoten en dat vindt je maar wat fijn. ROSA-FLUWEELTJE en TER- TRIAIR. Hebben jullie zuster Schou» ten gesproken? Herlijk me: Pa ge fietst? En is de nieuwe jersey gekomen. Dat was nog eens een aardige tante. Die mag nog.eens komen iogeeien, is 't .iet? Als het mannenkoor komt zin gen, moet je me maar eens waarschu wen. Nu Rosa-Fluweeltje tot Woensdagl GOUDSTERRETJE. Heeft zu» plezier gehad op haar boottochtje. Dus jij hebt het nog in 't vooruitzicht, Jo hebt met dezen wedstrijd wel meege- loot, maar behoorde tot mijn spijt niet tot de gelukkigen. Je zult vast een knap naaistertje worden. AFRIKAANTJE. Was het boek naar je zin? En heeft heel Bennebrock het gezien? INKTVISCH. Je raadsel is niet heclemaal in orde, maar k zal probee- het een beetje te wijzigen, Schrijf iu dc volgende week eens op je mooist? VERPLEEGSTERTJE. Kind, wat heb je veel gekregen. Heb je het moois an gehad" En de gouden ring aan je vinger? Gelukkig maar, dat je neefje en nichtje bij jullie een vriendelijk thuis hebben. BOUWMEESTERTJE. De Rubriek in Zaterdag zul je zeker trouw bewa ren. Ik kan me best begrijpen, dat je er een beetje trctsch op ben;. MARKERTJE. 't Spijt me wel, dat de beide vriendinnen niet tot de geluk kigen behooren. Is Urkertje nog in Schcllinkhout? Heeft ze dan vrij van school? Krijg ik nu de volgende week :n grooten brief van jullie beiden? MIES VAN K. 't Spijt one wel. Mi&sje, maar ik ben nog niet klaar met het boek, want het wordt uitge breider dan hel verhaal. Zorg nu toch aar, dat je een 8 voor Rekenen hebt, ant er zijn nog meer mooie boeken. ADLER. Je raadsel is goed. Hoe gaat het met je poesje? Hoe heet het? Een aardig speelmakkertje voor je. W. v. d. L. Hartelijk dank voor je Bijenkorf. IJSBREKER. Je neef had zeker heel at te vertellen. En jij vondt het heer lijk om naar al die verhalen te luisteren. Wat heeft oom mooie cadeaux uitge deeld! Leuk, dat vader de heek serie Jopie Slim voor je gekocht heeft. Fiets m3ar prettig met meneer de Reja. ANEMOON. Was ook zoo'n afge kort weekje en dan komt een mensch tjjd te kort. Da: weet ik zelf bij onder vinding. Misschien hebben we elkaar anmiddag wel gesproken. BRUINTJE. Dank voor je mooie geranium. Ik vind bet heel lief van je, dat ik iedere week zoo'n bloemenhulde je briefje krijg. Begint het in je tuin tje nu ook al te kleuren? Je hebt anders wel verscheidenheid. Zijn dc Fransche woordjes er iu gekomen? Dat hokken-cn stokkenspel heb ik nog nooit zien spe len. CROCUS. Je hebt nu je scha schit- terend ingehaald. Maar je hebt ervaren,- dat van uitstel afstel komt. Blijf jij oji school? Goudelfje behoeit zeker geen examen te doen. Je badt een schitterend rapport. Daar waren ze thuis zeker wel tevreden over. Profiteer jij maar lekker van strand en duin. Zaterdag hoop ik den Opstellenwedstrijd uit te schrijven. Als je een boek heel mooi gevonden hebt, kun je het toch nog we! eens lezen. Stuut me maar eens iets over Knutselen. Hoe gaat het met de kuikentjes? Zielig van dat ecne met het lamme pootje. KLIMOP. Houd dezen naam dan maar. 'k Hoop, dat de duiven nu bij jullie blijven. Zitten ze al te broeden? RENPAARDJE. Gefeliciteerd, hoor jongen, met je herstel. Nu maar nie:s meer van ziekzijn willen weten. Ben ie veel achter gekomen op school? Je been en weigerden gelukkig den dienst nog niet. Dat auto-tochtje vond je na tuurlijk nog veel heerlijker. Je hebt wel mee mogen loten me: den wedstrijd, maar je behoort dit keer niet tot do gelukkigen. Je beide ruil-aanvragen kan ik niet plaatsen, want daar behoort jo volledig adres bij. RIEKJE II. Ik dacht wel, dat het jullie te Z, goed bevallen zou. Allemaal zoo bruin als nikkertjes? ScHrijf mo _r eens gauw wanneer je jarig bent* dan kom ik je zelf eventjes feliciteerenj FIN.NEBLOM. Je raadsel is goed, Wil je er voortaan om denken ook om der ingezonden raadsels je naam te zetten. Jij hebt ook mcegelool om ccn prijs, maar tot mijn spijt giDg het dit maal jc neus voorbij. Zaterdag geef :1c een nieuwen wedstrijd. BEETHOVEN mag zijn schuilnaam houden. Heb je moeilijkheden, steek aar je licht maar op bij vriend Mozart. W. BLOMBERG—ZEEMAN* v. d. Vinnestiaat 21 rd. Haarlem, 14 Juni 192=. Feuilleton lUit liet Eiie«lsch.) E. R. PUNSHON. (Geautoriseerde vei taring). De ochtend begon ©indorijk aan te ibreken. Hanoid etond op, waschtc en kleedde zich cn geLuruikte daarna een «stevig ontbijt, daar hij inzag, dat hij dien dag n! zijn krachten noodig zou hebben, iedereen was zeer hartelijk en vrien delijk voor hom, daar men begreep, hoezeer de dood van Fulton Item moest geti'dfen hebben. Dadelijk na net ontbijt kwam de commissaris van politie hem spreken en stelde hein een groot aantal vra gen, hoewel de man blijkbaar geen enkel varmocdon - rd- dat het overrijd an met opzet gelieurd kon zijn. Naar hij zei, was dc chauffeur Louis Soames ziek van den schrik. woonlijk zijn die chauffeurs zoo on verschillig als iete en jvr.kn er over, alsof ze het volste recht hebben,1 iemand dood te rijden, die niet gauw- genoeg uit den weg gaal, maar deze man schijnt heel anners i-e zijn. Hij zegt, dat hij nooit meer moed zal heb ben, om t© chauffeeren. Meneer Mac- sarlane is ook erg overstuur. Ik heb hem vanmorgein gesproken en toen ik zei, dat ik naar u toeging, verzoent hij mij, u te zeggen, dat liet ham aangenaam zou zijn, als u vandaag nog ©ven bij hem aankwam, daar inj u over iets spreken wilde. Over iets spreken? herhaalde Harold, terwijl hij zich afvroeg, of i deze uitnoodiging ook een valstrik I kon zijn. J .i, zei de commissaris. Ik ge- j loof, dat meneer Macsarlane zich in zeker opzicht verantwoordelijk voeu voor het gebeurde, en dat hij van wil weten, of uw vriend ook betrek- tangen lieefl nagelaten, voor wie hij iets doen kan. Dat is heel vriendelijk van me neer Maacsarlane bedacht, zei 11» I rold. - O. hij is altijd heel goed voor j iedereen. Hoewel hij pas sinds kort in de buurt woont, heeft hij zich reeds zeer populair weten te maken. Hij zal stellig royaal genoeg zijn. Het over komt ons in dergelijke gevallen an dere niet dikwijls, dat alles zoo als van een leien dakje gaat, vooral daar do chauffeur toch geheel zonder schuld was. Een dergelijke zaak moet veel qfiaangenamer voor u zijn, als er twijfel bestaat omtrent de schuld van den chauffeur, zei Harold. Natuuriijk, zei dc commissaris en nam daarop afscheid. Nadat by vertrokken was, bleef Harold er nog eenigen tijd over zitten nadenken, or hij naar meneer Macsarlane zou gaan of niet. Hij had ontegenzeggelijk kans, in eon valstrik te loopen, maar aan dein anderen kant zou zijn be- zook een schoone gelegenheid kun nen zijn, om achter do -waarheid te komen. Ging hij niet, dan zouden zij, als er werkelijk iets kwaads achter stak, dadelijk begrijpen dat hij ach terdocht koesterde. Noen, liet beste was zeker om te gaan, docli goed op zijn tellen te passen. En wie weet, of hij Phyllis niet werkelijk zou zien? Na de lunch begaf bij zich dus op weg naar Dunslow, na den hotelhou der verteld te hebben, dat hij even een bezoek bij meneer Macsarlane ging brengen, maar dat h» hoopte, weer spoedig terug te zijn voor het geval, dat de politie nog van hem weten wilde. Hij meende, dat deze voorzorgsmaatregel geen kwaad kon, al zou hij hem misschien geen goed doen ook. Hij wandelde langzaam den heuvel op en sloeg de oprijlaan in, die hij - den vorigen dog nog met Fulton be wonderd had. Dezelfde deftige bottelier deed hem open, en toen deze hem zag, betuigde hij hem zijn deelneming over het on geval. We schrikten toch zoo, toen we hoorden, wat er gebeurd was, meneer, zei hij, en meneer Macsarlane was er zeer van ontdaan, Hij opende een deui en kondigde Harold aan. Het volgende oogenblik bevond deze zich in het gezelschap van den ouden man, dien ldi wakend of droomend in den tuin van het hotel gezien had, even voordat Fulton den dood gevonden had. W i HOOFDSTUK VIII. DB beurt is het nu! Zoodra "Harold in men-oer Macsar lane den ouden man met het witte haar en de sluwe oogen herkende, be greep hij. dat hij zich 'vooral moest houden, alsof hij den ouden heer, dlo hem met uitgestrekte hand tegemoet kwam, nooit eerder gezien had. Aangenaam 11 te ontmoeten, me neer Clyffe, zei deze, hoewel he4 mij leed doe4. dat onz^ ^tmoeting onder zulke treurige omstandigheden plaafs heeft. Harold mompelde een paar onver staanbare woorden en nam plaats op 1 den stod, dien zijn gastheer hem aan wees. I Zoodra hij gezeten was, liet hij on willekeurig even zijn blik door de ka mer dwalen. Deae was zi^r groot en geheel nieuw ingericht. Men kon zien dat ei geen kosten gespaard waren, en dat aan de firma, die alles bezorgd had, waarchijniijk carte blanche ge geven was De oude lieer had weer plaats nomen pan een spiksplinternieuwe schrijftafel, die midden in de kamer stond. Harold rilde, toen zijn blik op den ouden heer bleef rusten. Was het inderdaad mogelijk, .dat deze reedis eenige moorden op zijn geweten haa ©n nu weef plannen beraamde, om Harold eveneens het leven te bene- men! Maar wat kon hij er toch mee voor hebben? Terwijl dit alles Harold door het hoofd speelde, dacht hij maar steeds Laat ik voqjal niets laten mer ken. Weldra begreep hij echter, dut dit hem op dea) duur niet mogelijk zou zijn. Nu reeds scheen hc-i bem toe. alsof de man, die tegenover bem zat, hem achterdochtig aankeek. Al zijn zelfbeheer&ching verzame lend, glimlachte Harold flauwtjes «1 zei toen: U moet mij excuseeren, meneer Macsarlane, als ik wat verstrooid ben. Ik heb vannacht niet geslapen. Zoo- als 11 wel begrijpen kunt, heeft de dood van mijn vriend mij zeer aange erejien. -vooral daar slechts een en kelen dag geleden een andere vriend van mij ook door een noodlottig toe val om het leven is gekomen. Ik be doel den tooneelschrijver, Maurice Bealby. Ja, dyt heb ik in de courant go- lezen. zei mepper Macsarlane, ter- i wijl hij zijn best deed, aan zijn g«- I luut een meewarige uitdrukking te geven, hetgeen hem niet te best geluk te. Phyllis wees er mij op. Ja, het is zeker heel treurig. Meneer Bealby. wus, naar ik meen, een neef van den armen Fujton, niet waar? Van mevrouw Fulton, antwoord de Harold, terwijl hij den ouden heer scherp aanzag, om te zien-, of het hqoron van Clara's naam ook eenigen indruk op hem zou maken. Meneer Macsarlane vertrok echter geen spier en zei kalm: O, ja, van mevrouw Fulton, dat is waar. Zij zal wel erg overstuur zijn over den dood van haar man. Verwacht u haar nog vandaag hter? Hoeveel moeite Harold zich 00:: gaf, om zijn zelfbeheerscluri niet te verliezen, kon hij niet verhinderen, dat voor een oogenblik uit zijn oogen de afschuw sprak, die hem opeens vervulde. Die oude man, die daar op zulk» een koelen toon over Clara praatte, was niet alleen aansprakelijk voor Fulton's dood, maar ook waarschijn-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 7