Uit de Wereld. Rubriek voor onze Jeugd Dunsiow HAARLEM'S DAGBLAD SATERDAG 84 JUNI 1922 DERDE BLAD I BENAMINGEN, ONTLEEND AAN DE OUDHEID. EEN 80L0N. ORAKELTAAL. - EEN CROESUS. Ui hat midden dar 6e eeuw v. C. ageerde in Lydie de om zijn onis-fc- nvaajteu rijkdom eu zijn mildheni w jd vermaarde koning Croesus. voj- £,iis de overlevering zou de oor- bj 1 mig vanzijn fabelachtigen njkdom geweest zijn de Pactolue, de rivier, .waarin, zooals de lezer zich wellicüt herinnert, koning Midas zich baande om ontheven te worden van de nood lottige gave om alles wat hij aan- j-aaKte in goud to doen veranderen. Deze rivier zou na Midas' had diens gave hebben overgenomen zoodat het gand der bedding m goud veranderde. Toen Croesus op het toppunt van macht cm rijkdom en geluk stond, ontving hij eens bezoek van den wij- xéii Griek Solon, üp last van den vorst werd de beroemde bezoeker rondgeleid in de koninklijke schat- kamers en toe» Croesus meende dat rijn gast zich voldoende rekenschap kon geven van zijn onmetelijke rijk dom, sprak hij: Gij hebt, o wijze Solon, tal van menschen gezien en waargenomen; wien vindt gij wel den gelukkigste. Tot verwondering en teleurstelling van den vrager, luidde het ant woord Tellus, de Athener. Waarom oordeelt gij aldus? Tellus leefde in een tijd dat de Staat bloeide, hij had krachtige zo nen, die hij allen in bescheiden wel stand heeft zien groot worden en die hem allen overleefd hebben, hij zeH vond een schoonen dood strijdemre voor zijn vaderland en werd op ver langen van zijn dankbare medebur gers op staatskosten begraven: zijn nagedachtenis staat nog in booge Et|Li oeeus was met dit antwoord niet tevreden. hui wie is dun wel na Tellus den lAtheuer de gelukkigste? Uleobis en Biton. Hun moeder wilde de H era-fees ten bijwonen, maar de stieren, die haar wagen moesten voorttrekken, kwamen niet tijdig van het veld terug-. De beide zonen span den zich daarom onder het juk en trokken den wagen naar dan tempel yan llera IJuno), een afstand van 45 stadiën. Terwijl liet volk do moeder gelukkig prees om die liefde vam haar zonen en de jongelingen om hun lichaamskracht en hun kinderliefde, fa-ad de moeder voor liet beeld der godin en smeekte, dat deze haar zo nen zou beloon en voor de eer, die zij hun moeder hadden bewezen. Nadat am de zomen hun offeranden hadden gebracht en aan het offermaal had den deelgenomen, vielen zij in den tempel in een diepen slaap, waaruit zij niet meer ontwaakten. De godin bad het gebed der moeder verhoord: zij waren gestorven op het oogenblik dat zij oen edele daad verricht ern de hoogste eer verworven hadden. Ook dit antwoord bevredigde den machtigen vorst niet. Maai- ik dan, vroeg hij, ben Ik niet gelukkig? Ik wedt, o vorst, dat gij ontel bare schatten bezit en dat uw macht gewéldig is, maar of gij gelukkig zijt iweet ik niet,. Buitendien weet ik, dat het geluk wisselvallig en onstand vastig is, vandaar dat ik niemand gelukkig prijs voor zijn dood. De levensbeschouwing van den; wijze vjei bij den koning niet in den smaak. Toch zou hij weldra de on standvastigheid van het geluk leeren kenner., i-.erst verloor hij door een noodlottig toeval den begaafsten van zijn twee zonen en een paar jaar daarna wikkelde hij zich in een nood- lottigen oorlog met Cyrus, den koning der Perzen. Cyrus had Medië veroverd en Croe sus, beducht dat de veroveraar nu zijn besgeerige blikken zou laten val len op het rijke Lydie, besloot hem vóór te zijn. Alvorens echter den strijd aan te binden, wenschte hij het Del- phisch orakel te raadplegen, maar jden raad slechts op te volgen als de betrouwbaarheid hem gebleken was. Hij gaf zijn gezanten de opdracht den lOOsten dag na hun vertrek aan het orakel te vragen, wat de Lydische koning dien dag deed. De gezanten kwamen terug met dit antwoord: Tot mij dringt door de reuk van de mtt een hard pantser bedekte Bchilapad, die met het vleesch van het lam te zamen gekookt wordt in metaal, de bodem is metaal en het is bedekt met metaal. Nu had de koning op dien dag een scluidpad en een lam, doorwnge- hakt. gekookt in een metalen ketel me- metalen deksel. Met schitterende geschenken werd de gebleken onfeil- baarneid van het orakel gehuldigd en nv werd de vraag gedaan: i Moet den koning den strijd be ginnen tegen de Perzen en wie moe ten zijn bondgenooten zijn? Het antwoord was tweeledig. Het eerste deel was op de gewone wijze der uitspraken van bet orakel dub belzinnig: Als koning Croesus de Perzen aanvalt, zal hij een groote macht vernietigen. liet tweede gedeelte was een prak tische raad: De koning moet de machtigs ten onder de Grieken opsparen en hun vriendschap trachten te winnen. Croesus waande zich reeds zeker van de Overwinning, maar ten over vloede zond hij nogmaals gezanten naar Delphi met de vraag, cA zijn re geering nog lang zou duren. De duistere uitspraak luidde: Als ooit in Medié een muildier lionvr.g zal zijn, vlucht dan, o Lykllir met de weeke voeten, naar den steen- achtigen Hermus, houd niet stand en ficüaam u met laf te zijh-. De Ly diers, in het voorbijgaan op- genierat, droegen schoenen, zoodat hun voeten zacnter waren, dan die der sandalen-dragende Grieken. „Len muildier, koning in Medië!" De koning aarzelde naeL langer. Hij sloot een verbond met de Spartanen, de strijdhaiugste onder de Grieken, verder met de Babyiornërs en Kgyp- tenaren, en trok op tegen Cyrus. Dfe uitstag van den strijd was, dat na eemge aanvankelijke voordeel en be baard te hebben, Croesus' leger ver slagen, zijn hoofdstad veroverd en hijzelf gevangen genomen wertL Volgens het verhaal van den Griek- schen geschiedschrijver Herodotus, werd Croesus door den overwinnaar veroordeeld tot den vuurdood. Reeds stond hij op den brandstapel omringd door veertien Lydische knapen, die zijn lot moesten deel en, toen de ko ning tot driemaal toe den naam ,,So- icm" riep .Op Cyrus waag, wat hij met dien uitroep bedoelde, deelde hij hem Solons oordeel mee over men schel ijk geluk. Salons wijze woorden maakten een zoo diepen indruk op tien overwinnaar, dat hij Zijn gevan gene niet alleen het leven schonk, maar hem opnam onder zijn meesl vertrouwde raadslieden. Wat Croe sus zelf betrof, hij schikte zich zijn dot, het bleek hem n.l., dat hij het orakel niet goed begrepen had. Met het woord muildier, een diep van gemengd ras, had het bedoeld Cyrus, wiens vader een Pers en wiens moeder een Medische vrouw, was, zoo dacht hij. Jammer maar, dat het treffend ver haal van Herodotus 'in strijd is met de godsdienstige gebruiken der Oude Persen: liet voor hen heilige vuur mocht niet door lijken verontreinigd worden. De orakels dien dén volgens het al oude godsdienstig geloof om den mensak op zijn verzoek den wil der goden te doen kennen of hem de toe komst te openbaren of hem In moei lijks gevallen den juisten weg te -wij zen. Er waren er in de oudst bekende tijden een groot aantal, maar weldra werden alle in de schaduw gesteld door dat van Apollo te Delphi, een stad, die, door rotsen omgeven, lag aan dó Zuidelijke helling van den Pamcssus. De hoofdtempel lag op| een bergplateau, dat zich boven de 6tad verhief 'en was omgeven door zuilengalerijen, priesterwoningen, bijtempels en ommuurde schatka mers, waar de offergeschenken be waard werden. In de voorhal van den tempel vond men o.a- de spreu ken der zeven wijzen, terwijl in het binnenste zich het heilige der heili gen bevond, waar, boven een hol waaruit bedwelmende dampen op stegen de hooge drievoet stond waar op de zetel der zieneres of Pythia was aangebracht. Aanvankelijk werden alleen jonge meisjes tot zieneres opgeleid, later koos men daarvoor bejaarde v wen, haar aantal bedroeg in het be gin niet meer dan één, later twee en zelfs drie, terwijl oorspronkelijk slechts eenmaal per jaar het orakel kon geraadpleegd worden, en wel in het begin van de lente. Door gods dienstige plechtigheden en lange vasten bereidde de Pythia zich voor tot haar taak. Op een gegeven oogen blik begon de tempel te schudden op zijn grondvesten, Apollo gaf daar door zijn tegenwoordigheid te ken nen. De priesters geleidden de Pythia naar den drievoet en plaatsten haar op den zetel, zij alleen bleven in haar nabijheid, alle andere aanwezigen bleven op den drempel der zaal en bewaarde het diepste stilzwijgen. iNiet lang duurde het, of de bddv.jel- mende dampen begonnen te werken: de liaren der Pythia rezen te berge, haar oogen werden wild, schuim kwam op baai lippen, haai- lichaam werd door heftige schokken en tril lingen bewogen zij begon te schreeu- en en te huilen, eendelijk onder- lerp zij zich geheel aan den wil van Apollo en sprak zij af en toe slecht gearticuleerde onsameul langende woorden, die de priesters opvingen en rangschikten m metrischen vorm. Nadat de Pytliia gesproken had, w erd zij teruggebracht naar haar oei, waar zij eemge dagen verbleef om weer tot zich zelf te komen na cl» ge weldige overspanning. De gebrekkige versvorm, dien de priesters dikwijls gaven aan de uitspraak lokte de op merking uit, dat het wel bevreem dend was den god der dichtkunst zulke slechte verzen te hooren gebrui ken om zijn wil kenbaar te musen of de toekomst te openbaren. Dit belette echter niet, dat de Delphische pries ters een ontzaglijken invloed hadden op het lot der lioofdstaten van Grie kenland. De invoering bijv. van de wetten van Lycurgus in Sparta, van Solon in Athene, geschiedde onder medewer king van het Delphisch orake.. Even zoo kon er geen verandering gebracht worden in godsdienstige plechtigheden of feesten zonder de goedkeuring en m stemming der priester van Apoilo, zoodat deze op staatkundig, gods dienstig en zedelijk gebied een door ietrer erkende macht vormden. Hier op zinspeelt men nog m onzen tijd wanneer men zegt, dat iemands woor den worden aangehoord als orakel taal. Men bedoelt dan bet onbepaald vertrouwen, dat zijn woorden oi uit spraken wekken en denkt volstrekt niet meer aan d# onduidelijkheid of dubbelzinnigheid, waardoor de ora kels zich vaak onderscheidden. „Iede re vergelijking gaat mank", zeiden de Ouden. „Noem mij een vergel king, die voor meer dan de helft opgaat", schreef een onzer eerste stij listen. Letteren ea knust NED. KUNST TE KOPENHAGEN. Men meldt uit Den Haag aan de N. R- Ct.: Zaterdag vertrekken uit ons land twee spoorwagens met oude en derne schilderijen, bestemd voor de Nederlandsche tentoonstelling te Ko penhagen. De collectie is bijeenge bracht 'uit particulier bezit, en uit den kunsthandel. Prof. dr. Vogelsang maakt de gelieele reis mee, vergezeld van een tweetal assistenten. DE MOLEN VAN REMBRANDT. De Kampioen schrijft „Men deelt ons mede, dat men bezig is, den molen van Rembrandt bij Ha- zersvvoudo to onttakelen. De wieken zijn reeds verkocht aan een polderbestuur onder Koudekerke, voor een watermolen, dodh het overige van de nrnolen blijft voorloopig nog bestaan. Velen zouden het met ons diep be treuren, wanneer een poging onbe proefd werd gelaten om dezen molen te redden, die zoovele herinneringen wak ker houdt aan Neerland's grooten mees ter, den molen, waarin Rembrandt van Ryn het eerste levenslicht aan schouwde als het „?oonte van den mo lenaar"! Is het Rembrandtshuis in dc Joden- broestraat te Amsterdam getuige van zijn lateren glorietijd, daar aan den Rijn heeft de geniale kunst ziah in het kind ontwikkeld. De molen van Rembrandt moet voor het nageslacht bewaard worden; er dient in elk geval een ernstige poging voor godaan te worden. Wij doen een beroep op alle belang stellenden, om mede te helpen cm sloo- ping van dezen molen te voorkomen, en vertrouwen, dat onze leden zullen doen blijken, dat zij het behoud ervan op hoogea prijs zouden stellen. Mogelijk is het nog niet te laat om den molen te redden!" INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. In „Eigen Haard" een aardig geschre ven artikel met eenige afbeeldingen ovei Rockanje's duinflora; van B. E. M. Smits een gevoelvol schetsje „Grootje", Sitske Meirema een schets „Teruggezet" en verder eemge versjes. In „Vrye Arbeid" van Marie Schmitz een schets „De dichter". Voorts de gewone rubrieken. In „Aviculturaeen portret inet een sympathiek artikel gewyd aan overleden bestuurslid der Ned. Vereenj- ging „Avicultura" den heer G. Wilson. Verder artikelen os er de witte Cochins hondenziekte, konijnenteelt, enz. Van „Floralia" een speciaal euc- ceslentenummer, waaraan weder veel zorg is besteed. In „Houzee" woder velschillende aar dige verhalen voor de jeugd en een bij drage met eenige belangwekkende afbeel dingen over het Noorderlicht. Deze raadsels zyn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. Iedere maand worden onder de beete op lossers drie boeken in prachtband verloot. 1. (Ingez. door Zonnebloem. Ik ben een spreekwoord van 43 letters. 11 12 25 30 10 is een plaata in Drente. 14 10 15 5 6 is een meisjesnaam. 2 27 is een vorm van 't werkwoord zyn 7 8 9 13 is een vogel. 26 21 22 23 24 10 ie een zeer groot kwaad. 39 40 41 42 43 is niet hard. 36 1 32 34 28 17 is een water in Friesland. 20 36 33 vindt men in de apotheek. 18 1T 19 26 ls een overbluf eek 31 ls 23. 4 3 87 38 3 10 is een ander woord voor spreken. 4 2 3 is een vorm van zien. 18 17 16 is een vorm van redden. 27 28 29 30 31 32 33 weerkaatst het beeld. 35 36 37 38 43 is een landbouwwerktuig 2. (Ingez. door Henk van Heerden). Myn 1ste gebruikt de naaister. Myn 2do is een deel van een stad. Mjjn geheel is een plaats in Zuid-Hol land. 3. (Ingez. door Woelwater.) Ik bon een materiaal van 11 letters en wordt in veel huishoudens door huls moeders gebruikt. 8 2 3 4 is een groote visch. 5 6 1 is geen vrouw. 11 10 is een voegwoord. 1 9 1 6 is een meisjesnaam. 7 is de 3de letter van het alfabet. 4. (Ingez. door Zeemeermin.) Ik ben een meubelstuk van 12 letters. 9 10 12 is een speelgoed. 1 5 2 4 is een meisjesnaam, evenals 1 2 11 6. 7 3 3 S is een jongenanaam. 4 2 11 6 is een ontkenning. 1 5 4 9 is moestal van zjjde. Een 9 2 3 7 is een slok. 12 10 8 is het tegenovergestelde van vast. 5. (Ingez. door de R6ja.) Ik ben oen water in Ilaarlem's dreven en besta uit 19 letters. 6 16 12 4 heeft ieder voorwerp. 14 19 11 17 is een vruohL 2 3 ruikt scherp. 13 14 8 9 10 gebruikt men in plaats van een gieter. 7 5 11 17 ie een verscheurend dier. 15 17 19 12 4 is een roofvogel. 1 2 8 4 i6 een windrichting. 19 18 is oen voegwoord. 0 Strikvragen. a. (Ingez. door Behangertje.) Waarom is hot woord buurt zoo lang? b. Hoelang is wel 2 pond en 1 meter? c. (Ingez. door Gladoor.) By welke visch zitten kop en staart het verst van elkaar. .d Wanneer kan men 30 van 81 aftrek kon en toch 81 overhouden? e. (Ingez. door do Kleine Spoorman.) Welk hutje wordt een bloem door het van zjjn 1ste letter te berooven? f. (Ingez. door Lina Punt.) Wie kan Amsterdam met 7 lettors sehryvonf g. (Ingoz. door Finneblom.) Welk rookmlddol ls alljfa >n de plaats Sorning voorhanden? h. (Iugoz. door Blauwoogjo). Wio kan duizend met 4 neg< schrijven? Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige weck zjjn: 1. Denk aan het verhongerend Rusland. 2. Brandweer. 3. Leiden. 4. Al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. .5 Alvalava. 0. a. Abcoude, b. Theo sprak de waar- kcid. c. Haastrecht, d. IJsschoI, e. Schil dersezel, f. Kaas. g. Grootvader, vader en zoon. h. Hij komt er juist een te kort. Goede oplossingen ontvangen van: Riekje Hirdes 6, Rosehoentje 6, Tiekie en Pieue 5, Zeester 6, Bcrgprins 5, Adler 1, Friso 6, Matroos 5, Gladoor 5, Kees de Mopperaar 6, Vriendinnetje 6, Buitenman 6, Ornates 6, Apie 6, Wildebras 6, Joekie 4, Aster 6, Timmerman 6, Mandenmaker 6, De koningin des Velds 3, De Paradijs vogel 3, Schipper 4, Mia May 5, 5, De kleine Spoorman 6. Lina Punt 6, Visschcr 6, Voetballer 6, Roel de Rakker 6. Draai tol. 5. De kleine majoor 6, Lbolyka 6, Blondine 6, Bouvrmeestersjo 6. Bisieo 5, Waterlelie 4. Zwaantje 4 Avis leur 6, J. C. H. Stelleman 3, Roodhuid 5, Willem 111 6, Denappeltje 6, Hein Stavast C, Mandarijntje 6, Duinrooske 6, Lentebode 6, Sneeuwballetje V N'eerlandia 6, Kli- via 4, Paarlvlindox 6, Paarlmoervlinder 6, Robbert 0, Blauwoogje 5, Anemoon 4, Lachebekje 6, Kikkergroen 4, Hyacinth 6, Vliegende Hollander 6, Bob zonder zorg 6 Edammertje 5, Juffertje ii groea O, Jacob Labeur C, Kosmas 6, Zon- aepisneesje 6 Pihokk:o 6, Controluer 0, Kerstboompje 6, Dirk en Piet Oschatz 5, Bloemenmeisje 6, Melalti 6, Vliegenier 6, Pauwtje 6, Korenbloem 6, Zeeroover 4, Volendammer 3, Ribes 5, H. J. v. Heer den 6, Lenteknopje 6, Geograaf 5, Thee roos 6, Micliièl de Buyter 6, Vergeet mÜ nietje 6, Afrikaantje 5, Sjaantjc 6, Hea- nie 6, Elzekatje 5, De Sch.ppex.n 5, Blond, je 5, Heideprinsesje 6, Pierewiei 6, Mid denvoor 9, Moeders kleine held 3. Brismims Brieven aan de Redactie van de K!z- der-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vmnestraat 21rood. (In de bus gooien, zonder aanbellen.) Nieuweling is: WLLLÏ PEPER, oud 13 jaar, Boter- stra at 7. RIBES. Hartelijk dank voor de mooie kaan uit Wjjk aan Zee. Heb je er ge noten? BEEGPBIN8. En hoe is het afge- loopen met je mondharmonica? Mooi ge musiceerd? En veel genoten? De volgende week krijg zeker een uitgebreid ver slag. Matigheid in het snoepen is altijd aanbevelenswaardig op een schoolreisje. Je bent al een baas in 't fietsen. TIEKIE en PfRNE. Nu komen jul lie bovenaan te staan. En wat zeg je van den wedstrjjd. Je ziet, het heeft niets uit staande met teekenen. 't Bevalt Tiekie zeker wel zoo 'n halve vac an tie. Het bor duurwerk is nu vast klaar gekomen. JOEKIE. Dus jij bent de poes van de Rubriek. Dat is wel leuk. WILDE BRAS. Abcoude begint met Abe. Waar of niet? Jouw raadsel is ook jood. ORNATES. Moeder was zeker wel heel bl(j met het mooie handwerk van Montbrctia. Ze hoeft daar dunkt me wel veel geleerd. Vriendinnetje is een geluks vogel. VRIENDINNETJE. Je hebt den prijs nu zeker ontvangen. En is hy naar je zin? KEES DE MOPPERAAK Ja, die krant bewaar je vast je leven lang. Je bent sindsdien natuurlijk gegroeid. Woensdag nog naar Zandvoort geweest? Wat was je nichtje wel blij, dat ze met je mee mocht. Ik hoop van harte, dat het Baarnaohe reisje begunstigd wordt door mooi weer. Ben zeer gevoelvol gedicht hoor van Jan en zyn huisgeuooten. De wijszoet je zoo echt Sint-Nicolaasachtig aan. Voed je katjes nu wat behoorlijker «rp. Je raadsel is good. GLADOOR. Je raadsel is goed. 't- Doet me genoegen, dat het boek in je smH.ah valt. Hob je het uit? Ik dacht wel, dat zoo'n Z aankan ter goed zou kun nen zwommen. Zwem je hier ook? MATROOS. Heerlijk uitgeweest? En het kleine zusje nog gezien? Je leeft wel in de pretjes. Morgen maar uit volle borst zingen. Met de tent naar Zandvoort vond je zeker nog heerlijker. De volgende weck krjjg ik zeker een reuze-brief. ADLER. Is het schoolreiaje gisteren doorgegaan? En pret gehad? Jij hebt maar een fjjn leventje met die auto tochtjes. Die Mdesje gaat al vroeg op avontuur uit. Mijn dank voor je reclame kaart. Als die ryke oom van me uit Ame rika komt, dan bestel ik dadelijk bjj jullie een auto. Goed? AFRIK A AN TJ E. Ik ben blij dat je er nu weer bent. Is je zuster in Haarlem in betrekking? Vertel me eens, hoe vond je het boek? DE SQHXPPBBrN. Wel ja: al doende loert men. Nu word je misschien wel warm van het zwemmen. De raad sels worden heusch niet moeilyker. THEEROOS. Ga je morgen nog met bloempjes loopen? Waarvoor is het? Leuk dat jullie een eigen tent hebben. En zelf gemaakt? GEOGRAAF. Vaet hartelijk gefeli citeerd met je verjaardag. LENTEKNOPJE. 't Deed my ook zooveel plezier, dat jy juist een prijs hadt gewonnen. Nu heb je op bed wat prettige bezigheid. Is het boek naar je zin? Je hebt al heel wat letters gegeten. Als je nu ook maar zoo gretig boterhammen eet. Houdt je plantje zich goed? H. J. v. V. Je raadsel ia goed. Zet de volgende week dien ge vraagden schuil naam maar onder je werk. RIBES. Dat was wel een dagje plezier en genot. Er ontbrak nog n aan, dat 3° °P aardbeien veld niet plukken moch:. Is de kiek goed uitgeval len? Vond je het in het paardentramme- niet echt knus? De dag was zeker veel to gauw om. VOLENDAMMER. Heb je de 2 gulccn al bjj elkaar? Ik kan me begrypen, dat je hard spaart. Het is zoo heerlyk om' mee te kunnen gaan. PIEREWIET. 'k Had in laag niet van je gehoord, maar :k dacht wel zoo-5 beetje, dat 3C a3a 't plezier makenwas Dat was ook maar wat een prettig school reisje. Toen je thuis kwam, rook je vast een beetje visaehig. Zei moeder dat ook niet? ZEEROOVER. Zeeroovertje, ncein een poedertje geduld en daa komt alles orde. KORENBLOEM. Daar zijn heel Rubr.ekertjes user Wyk asn Zee geweest en dc een heeft nog meer genoten dan de and.w. Dat huiswerk als slot was nu der aangenaam, 't Was wel zoo vers dig geweest, als je dat bovenaan op de werkljjet gezet had. jo het I PAUWTJE. Je beat wel handwerken. Hoeveel kladjes 1 af? Worden alle tantes bedeeld? mooi gedichtje waa ds een boek gelezen? KBinZEMTJXTJE ZONNEBLOEM en WITTE MUIS.. Je raadsel is goed. Hartelijk dank voor je mooie bloemen. Ik vond het xoo aardig, dat moeder ze zelf kwam brengen, 't Is maar fyn dat jul lie zoo'n mooien tuin hebben, daa be hoef je niet ailyd naar buiten te gaan. VLIEGENIER. De groote vacantia nadert nu met raasche schreden. E„ ook je eindrapport, hè? Bestel nu vooral op 6 Juli mooi weer, dan kan dat een dagje duizenden worden. Blijven de groot ouders nog een pooaje? Je vindt bet zeker wel gezellig. Die moeder wordt nog een waternimf. Straks zie ik jullie nog in een woonschip. Op het Braeemertneer was het zeker ook fyn- BLOEMEN MEISJE. Is het boek al uit? Er stond heel wat in te lezen. Ia 't niet? BOB ZONDER ZORG. En ben jjj ook in je sch:k met je prijs? Hoe was het op Zandvoort? Nog pootje gebaad? KLKKERGBOEN. 't Is tegenwoor dig een drukte van belang in het Kikker land. Ze kwaken van 's morgens vroeg 'b avonds laat. Dc hoop voor je, dat de Zandvoortsche reis doorgaat. Wat heb je geboft met je choeola-reep. ANEMOON. Wel ja, als je echt ple- er hebt, geef je niet om cen druppeltje regen. Hoe vinden de vriendinnen dezen wedstrijd? Een kolfje naar je hand? BLAUWOOGJE. Niets erg hoor, als eens voor een keer de raadsels ver geet. Was de prijs naar je zin? ROBBERT. Heerlyk hoor jongen, dat vader weer beter is. PAARLMOERVLIXDER. Het ia nu eer gozelhg voor je, dat je vriendin be- r is. Nu zyn jullie natuurlijk weer alle d&gcn samen. Morgen wensch ik je met elkaar een prettig dagje in Zandvoort. Heeft meneer Wesseling ons niet fyn ge holpen PAARLVUNDEB. Nu niet meer ziek worden, hoor. Dc hoop dat je Dins dag pTetlig mee kunt met de klas naar Valkenveen. Met mooi weer valt daar heel wat te genieten. Is tante cr al? Heb ben jullie haar Zandvoort al laten zien7 MIDDENVOOR. Nog wel geluk ge- wenecht met broertjes verjaardag. Hoe oud is hij nu geworden? Kom jy Woens dag maar Boldoot-plaatjes halen. KT J'VIA. 't Is hecleonsal niet- gek n 3 of 4 raadsels in te zenden. Alle beetjes helpen. Dezen schuilnaam mag je LENTEBODE, SNEEUWBALLETJE NEERLANDIA. Is sneeuwballetje zond en bruin thuis gekomen? Heeft ze haar zwem-diploma meegebracht. Of was Lentebode die zwemster? DUINROOSJE. Doe die laatste weekjes nog maar eens extra je best op sdhool. Dan is het eind good, al goed. DENAPPELTJE en WILLEM III. Echt aardig, dat jullie al zoo gauw be-, richt van Poeeenmoedertje hebben ge had. Grappig hè, dat zo nu beter Hol- landsch dan Hongaarseh kent. Ik zal aan jullie wensoh voldoen. POESENMOEDERTJE. Hartelijk dank voor je mooie kaart uit Weenen. Ik was er heel erg blij mee. Als je me weer schrijft, zet dan je adres er by, dan kryg 3e van my een kaart uit Haarlem. Do pleegzusjes hebben my beloofd deze Rubriek naar je toe te sturen. WATERLELIE en ZWAANTJE. By in verhuizing is alles onderste boven en daarom begryp ik best, dat jullie tonn niet schrijven konden. Waar wonen jul lie nuf Prettig, dat het huis zoo naar jul- ;Ln is. Als jullie in Zandvoort zyu, zal ik het heel aardig vinden, als moedor me in een en ander op de hoogte houdt. RISIOO. Met een vroolyk hart ging je dus naar de viooles. En vind je het boek mooi? Niet al te wild met springen jongen, dan loop je de risico jo zeer to doen of een ongeluk te krygeu. 1BOLYKA." Nu heb je Woensdag zeker wel gelezen, dat ik je niet had vergeten. Ik vind het leuk, dat we nu hebben kennis gemankt. Mag je weer school? Ik hoop, dat het mooie zo merweer blosjes op je wangen tooverL Vonden vader en moeder de plaatjes niet mooi?. DE KLEINE MAJOOR. No nooit moer naamlooze zyn hoor! Ja, je raadsels tellen nog mee Knn je nu goed ficuen, zonder te vallen! Wat ben jy deftig uit geweest in een auto. Dat vrije dagje wns ook een meevallertje. En was het een lekkere tractatief Je hebt cen zeer dich- terijjk vriendje. LINA P. Ja, ze zyn je achterna ge komen. Wat zal jullie tniictje straks mooi worden. Komt er al wat boven den grond? Moeder had zeker heel wa* van haar reisje te vertellen en wat was jo we! bly, toen moeder weer thuis was. Is de nieuwe hoed al gekocht? Staat het armbandje fyn? Kind, wat zal je er straks keurig uitzien. En hoe ter is do jnrk? Ii vin^ het heel knap, dat je die zelf na«5t. Als je bjj me komt, zal ik va«: niet weten, wat voor deftige dame dat MJA MAY. Leuk, ds* oom die papc- _iai voor je heeft meegebracht. Geef je hem spreekles? En ia hy nogal goe< leereehl Hoe staat he* met de jurk? Vee' plezier gisteren gehad? Waar was dc reii naar toef DE KONINGIN DES VELDS. Har telyi gefeliciteerd met je verjaardag Wat een bof, dat het op Zondag valt, J ui Feuilleton iUit het Eugdsch.) E. R. PUNSHON. (Geautoriseerde vertaling). 18) Als hij eenmaal Phyllis in veilig- Jiel t had gebraoht, was het tijdig genoeg, om de zaak te laten onder hoeken. Haar veiligheid was het eeni ge, waar het voor liet oogenblik op aan kwam. Wat mocht hii toch dankbaar zijD, dat hij voor hlaesarianë en Soumes het huisje bereikt had. HOOFDSTUK XVIIL Desch uilplaats. Er was nu al een geruiman tijd verstreken, sedert Harold on Phyilis het laatst de auto gezien hadden en Harold begon zich al af te vragen, iof hij het ook zou durven wagen, naar het huisje te gaan, om wat voedsel en drinken te halen. Hij begreep, dat zij, zoolang ze in 'do buurt van het huisje bleven, groot gevaar- liepen, nog eenmaal ontdekt' te worden, en als zij niet eerst wat aten. zouden noch Phyllis noch hij de kracht hebben, om een .angen tocht te maken. - Ik gevoel me zoo zwak als een pasgeboren kmd, zei hij, en als ze ons nu ontdekten, zouden ze niet veel tegenstand onuervinden. Piiyins was ook geneel en al uitge put, maar zij tramrite toch van Ha rold gedaan te krijgen, aat hij z.cn verborgen zou houden, terwijl zij naar jufipouw Hall ging, om wat voeü sel te vragen en water te halen. Ha rold wilde daar echter niet van hoo ren. Neen, neen, zei hij, wij moeten hier blijven, totdat het donker is, en dan naar Aiuiriou gaan. Zij praatten hier nog over, toen op eens de auto weer in de verte ver scheen. Daar heb je ze al, zei Haroia. Ik dacht wel, dat we ze niet zoo ge makkelijk kwijt zouden raken. Onbeweeglijk en in groote spanning bleven zij liggen, wel begrijpend, dat dit niet veel goeds voorspelde. Phyl lis wendde zich tot Harold en zei fluisterend: Dezen beer zullen ze ons zeker vinden. Als ik maar een revowar had! kreunde hij. Een revolver alleen zou ons niet redden. En als ik maar met zoo uitge put van vermoeienis was, zuchtte hij weer. Al was je sterk, dan zou jr. toch niet tegen hen opgewassen zijn. Neen, één is er roaar, Uie ons renden kan. Hij zag haar even verbaasd aan. vYat bedoelde zij toch? Toen Lcgieej. hij het, want ze had de oogen gesloten en haar lippen bewogen zich. Zij bad. Ja, als iets haar redden kon, dun was het zeker haar bede om hulp. Het was hem reeds, alsof de vermoeie nis van hem week. Maar dat was im mers niet mogelijk! Niet mogelijk? Waarom niet.' Wat wist de rnensch eigenlijk af van de wonderbare macht van den hemel? De auto was reeds vlak b.j. Harold kon Soames, die chauffeerde, duide lijk ouderscheiden en ook de kleine, magere gestalte van den ouden heer Macsarlane. Harold wist, hoe diens kleine, scherpe oogjes naar alle kan ten rondkeken, om te zien, of hij ook een spoor van de vluchtelingen kon ontdekken. De auto hield weer voor liet huisje stil. Beid» mannen klommen er uit en gingen naar binnen. Harold dacht er een oogenblik over, om, terwijl hun vervolgers in het buis je waren, do vlucht te nemen, maar i hij begreep, dat dit dwaasheid zou zijn. De hei bood nergens beschutting aan en schuilplaatsen .waren er ook niet veel te vinden. Hij en Phyllis zouden bovendien niet de kraebt hebben, om viug voor uit te komen. Het was ook onmogelijk te zeggen, hoe lang de uannen bin nen zouden blijven en als deze hen eenmaal in het oog kregen, zouden ze hen met de auto in enkele minu ten hebben ingehaald. Phyllis legde zacutjes haar hand I op Harolds schouder en 'luisterde: Ze kunnen ons niet zien, zoolang ze binnen zijn, zouden we net er maar niet op wagen en op de vlucht gaan?' Zij had dus dezelfde gedachte pehad 1 als hij, en geen wonder, want als een gevaar ons bedreigt, is het eerste, waar wu aan UtTmen dc vlucht. We zijn hivr nog veiliger, ant-1 woord de hij. We zouden r.ergens i heen kunnen gaan, cn ze zouden ons bovendien waarschijnlijk dadelijk in het oog krijgen. Ja, «laai- heb je gelijk aan, stem de zij toe. Het eenige zou wezen, mompelde hij, dat wij probeerden er met hun auto van door te gaan. Dat zou ons nooit gelukken, ant woordde ze- Me dunkt, dat hot cen te groote waagstuk zou zijn, zoo iets te probeeren. Haar gezichtje stond nu heel kalm. Na haar gebed scheen alle vrees van haar geweken tc zijn. Zij «ag i'arold met oogen vol liefde aan en fluister de: Misschien is ons einde zeer na bij, en da®rom wou ik je nog eenmaal vertellen, hoe lief ik je hes, e.. hoe gelukkig jou liefoe mij gemaakt heeft. Hij antwoordde niet oadeiijk. Hij keek slechts naar haar en het scheen hem toe, alsof hij niettegenstaande hot gevaar, waarin hij verkeerde, zich nog nooit zoj geiukkig had ge voeld. Wat beteekende het tmslotte dat hun vijanden hen zeker zouden dooden, als ze hen vonden. De liefde was onsterfelijk en zelfs in hun dooa zouden zij niet g-Vneiden zijn O, Phyllis, ik aanbid je. stamel de hij en zelfs die woorden vond hij nog niet sterk genoeg, om uit te druk ken, wat Iiij voor haar gevoelde. Zij schudae bestrafTei.a het hoofd. Neen, neen, zoo iets mag je niet zeggen. Ik ben maar een eteifelijk mensch, vol gebreken. Heb mij maar lief, dat is mij voldoende. Hij bleef haar gedurende eenige oogen blikken zwijgend aanzien, toen zei hij op teederen toon: Nu dan, ik heb je lief! Ls het zoo goed Phyllis? Ja, en als twee mensehen elkaar maar Hef hebben, blijft hun niets meer te wenaclien over. De liefde is het hoogste, wat er bestaat. Nu ik je gevonden heb. Hekeling, ben ik tevreden, zei hij, met jou kan ik alles dragen, maar, o, wat heb ik mij al dien tijd zonder jou een zaam gevoeld! En ik dan? Geen van beiden dacht meer aan het gevaar, dat zoo nabij was. Daarvoor gevoelden zij zich te gelukkig. Zij wa ren bij elkaar, dat was het voornaam ste. Opeens zei Haroia. Wat blijven die twee lang in het huisje Ik denk, zei Phyllis, dat zo haar dwingen willen, te zeggen, waar wij zijn. Ze hebben blijkbaar niet ge loofd, dat ze er niets van af wist. Zou ze hun vertellen, dm we hier ergens dicht in de buurt moeten zijn? vroeg Harold, ietwat «r gerust. Ik weet het niet, antwoordde Phyllis. Ze was heel vreemd in ze ker opzicht. Aan Clara zou ze het ze ker dadelijk gezegd hebben, tuaar het is best mogeJijk, dat zij tegen i ie twee mannen haar mond houdt. j Harold had daar niet v«el hoop op. Hij wist, dat Soames en Macsarlaro niets onbeproefd zouden Juten, om de oude vrouw te dwingen, hun te ver tellen, wat zij wist en voor ruw ge weld zou zij tóch zeker wel bezwijken. Terwijl hij zoo dacht, werd dc deur van het huisje geopend, en trad Soa- j mes naar buiten op den voet gevolgd door Macsarlane en te zamen kw;i- ruen zij daarna recht op de plek aan, waar de vluchtelingen verborgen la gen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9