Rubriek voor onze Jeugd
Raadsels
Raadseloplossingen
JAN PAN DE MARKT
Hotel „Duin en Daal
Speciale inriehting voor feestelijke gelegenheden
Land- an T ninfiouw
Sport en Wetlstrpen
Korporaal Clancy vao
de Bereden Politio.
van ae bedrijven betalen we drie mil-
lioen gulden te veel, want dat is het
oatig saldo.
Er is een ietsje bezuinigd maar net
Ie niet de moeite waard, 't Bestaat
voornamelijk daarin, dat men geen
nieuwe dingen heeft beraamd. Op het
totale bedrag van 54 millioen ia de
bogrooLing 85 mille lager, een bedrag
dai niet de moeite is.
Is het niet een hartverheffende ge
dachte. dat 92 van de zware in
komstenbelasting heengaat aan on
derwijs? Leve de beschaving!
HAGENAAR.
Deze raadsels s»ija alls ingezonden door
jongens en meisjes, die „Voor On*»
jeugd" lezen.
Iedere maand worden onder de°P-
lossers drie boeken in prachtb"»d verloot.
1. (Ingez. door Urkerv*-)
_\fiik geheel is or aardig gezegde van
JJ7 letters.
6 2 33 1° een kleediugstuk.
14 15 16 ia niet in.
9 2 2 7 is een bloem.
33 2 3 is een nuttig dier.
11 2 6 27 is ecu boom.
30 2 10 4 is een hoofddeksel.
30 17 22 4 is oon lichaamsdeel.
33 2 IS 31 22 vindt uien in do mijnen.
13 4 21 is ccn moisjesnaam.
32 12 27 5 13 is een verkorte jon
gensnaam.
1 21 17 33 is een natuurverschijnsel,
30 17 21 32 heel't ieder meusch.
21 32 1 is niet ryk.
14 15 is voedzaiuu.
1 29 19 32 is ecu drank.
36 20 8 is een vischtuig.
23 24 37 is een lidwoord.
25 is een medeklinker.
28 is 8, 12 13 is een vorm van zijn.
26 27 28 34 moeten wij allen.
2. (Ingez. door Koes de Mopperaar.)
■Met b de eerste op elk gebied, mot g
doorzichtig, met h eeu viervoeter, met k
-wel voedzaam, met M. een rivier, met
w wat nevelig, met v geschikt voor
bloemon.
3. (Ingez. door Paarlmoervlinder.)
Ik ben eeu zakenman van 16 letters.
1 12 3 9 5 6 15 gebmikeu veel heoren.
3 6 7 16 is een stad in België.
13 2 1 16 is van liout.
10 4 4 11 7 is een mooie plaats.
13 14 16 is een dier.
In Ï0 14 11 14 13 worden zieken ver
pleegd.
8 9 is eea muzieknoot.
4 (Ingez. door Berberis).
Mjjn 1ste is een loolijke eigenschap, zoo
wel vau meuschen als van dieren. Mijn
2de en 3de streelt de tong. Wie mijn 4de
in groote mate bezit is r\jk. Mijn geheel
is een land, waar velen heen wenschen te
gaaa en dat op goen kaart wordt aange
geven.
5. (Ingez. door Koronfee.)
Ik ben een plaats in Groningen van 10
letters.
1 2 3 4 iis niet kalm.
5 9 10 5 6 behoort bij een schip,
7 8 3 is voor een muis.
6 8 10 hoort in de keuken.
4 S 10 is op een huis.
10 8 9 hoort iu de keuken.
4 2 10 is niet mager.
6. (Ingez. door Mi net je.)
Ik ben een iusucten-eter. Set twee let
ters voor me en ik word een Duitsch
viertje.
De raadseloplossingen der vorige week
•ftn:
1. Klein maar dapper.
2. Assendelft.
3. Barcelona.
4. Lampetkan.
5. Karpet.
6. Boos, doos, poos, loos, koos, 'Poos,
.roos, voos.
Goede oplossingen ontvangen van:
Lathyrus 4, Kees de Mopperaar 6 Orna-
tes 6. Buitenman 6 Vriendinnetje 6 Ane
moon' 4 Willem ITI 5 Deuappeltjc 5 Hein
Stavast 5 Mandarijntje 5 Miehiel de Ruy-
ter 5 Theeroos 5 Vergeet my nietje 5 Na
poleon 5 Chauffeur 5 Karei V 6 Midden
voor 6 Prinses Myrrah 6 Joekio 6 Riekje
Hirdes 6 Behnngertje 6 Poesje 6 Ibolyka
6 Volendanunertje 3 Piet Voet 6 Pianiste
5 Lachebekje 6 Kuishennetje 4,
door W. B.-Z,
„Dat beloven we meneer," klonk hot
plechtig uit bijua alle jongensmonden.
Zelfs de meisjes, voor wie het zwijgen
over zoo iéts buitengewoons toch uiterst
moeilijk was, gaven hun jawooid.
En he^ gevolg hiervan was dan ook,
dat er dien dag weer goed ön flink ge
leerd werd. De jongens voelden, dat
tuSBcheii hen en hun ouderwijzer nu
band gesloten was, heehter dan onder
gewone omstandigheden. Meneer zou
ken voor hen. zij zouden het doen
meneer. Eeu enkele besefte het slechts,
dat dit werken juist hunzelf ton goede
kwam.
Do marktmeester was wel verbaasd,
waarom de jongens het adros van Jan
Godemans (zoo heette Jan van de Markt
eigenlijk) wilden weten. En als Guus niet
gezegd had, dat hot voor den meester
was, zou hij het ook niet zonder verdere
informatie gegeven hebben.
Toen de bol van vieren ging, was er
geen enkele solioolblijver. Weo dengeno,
die strafwerk had moeten maken. Dat zou
hem door do andoren. loolijk ingepepeïd
vin geworden. Hoe gau.wer meneer wog
kou, hoe beter het voor de zaak was.
Een uur later stond meneer Boscliwyk
dan ook al op hot Amsterdamsoho gracht
je. waar het huis vau de inarktJannon
Kij keek naar do nummers. 311. Nog
cindjo verder. Voor een helder, friseh
opgeschilderd mnnufactuurzaakje hield
h(j stil.
Midden op de dour was met duidelijke,
groot-c lotbort geschilderd: „Jan Gode
mans. Iu manufacturen en aanvorwnn-
te artikelen". Achter de deur was een
glazen kastje bevestigd, waarin rollen
lint als soldaten in het gelid stonden ge
schaard. Meneer Boschwijk glimlachte,
't Was, als hoorde h\j den marktgahn:
„Maye zayen linten van een dubbeltje
do cl." Hij duwde de deur open. Niemand
stond achter de toonbank en niemand
verscheen er, hoewel de winkelbel toch
was overgeguan.
„Volk!" riep de onderwijzer. Er kwam
beweging uit het achtergangetje. Go-
schuifel. als van iemand, die op sloffen
naderde. Toen een vrouwenhoofd, dat
niet verder kwam dan den hoek van het
winkeltje,
„Juffrouw GodemairsT" vroeg meneer
Boschwijk.
„Ja, dat ben ik. Wat blieft meneert"
Do vrouw kwam nu voor den dag en me
neer Boschwijk zag direct, dat deze
flinke vrouw verdriet had. Haar donkere
oogen leken nog donkorder door de
donkere kringen <jio zoo duidelijk te ken
nen gaven, da» -juffrouw Godemans velé'
en bittere tranen had gestort. De ondor-
wijzer vertelde in 't kort, wie hij was.
„Waren meneer en de jongens maar
nooit naar Watergraafsmeer gegaan,"
zei ze op bitteren toou. Datzelfde had
meneer ook vaak gedacht. Maar dat was
nu ooDmaal geschied. En gedane zaken
nomen geen keer.
(Wordt vervolgd).
Brievenbus
Brieven aan do Redactie van do K.in-
der-Afdeeling moeten gezonden worden
aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v.
d. Vmneatnaat 2] rood.
(In de bus gooien, zonder aanbellen.)
K_A REL V. Je raadsels zijn goed.
WILLEM III. Zjjn de kaarten terecht
gekomen? Dat was oen heel vrachtje voor
de post. Hoe gaat het nu met Denap
peltje? I's ze al eons buiten geweest? Hot
bevalt me hier uitstekend, alleen het weer
doet eea beetje raar.
ANEMOON. Hol) jo jouw kaart ook
ontvangen? Je hebt in Amsterdam dus
oen gezellig dagje gehad. Wordt het al
Zandvoortsch weer? Heb je uit Engeland
nog bericht van Rystepikkertje gehad?
VRIENDINNETJE. Hebben jullie
ook mijn groet uit Duitschlarul ontvan
gen? Hoe is het met Ohris? Heeft hjj nog
Pijn?
BUITENMAN. Hoe is het er nu
mee? Wie wordt er nu ziek in do vacantie
Van harte het beste!
ORNATES. 't Ts mn:ir heerlijk, dat
het met Montbretia zoo flink vooruit
gaat. Ze zal wol gauw genoeg leeron loo-
pan. En dan komt zo met het najaar
zoker weer thuis. Nog gezellige vacantie
dagen 1
KEES DE MOPPERAAR. Als ei
niets te mopperen valt, valt er ook nieti
te schrijven, denkt Keesje. Ben je prettig
uitgeweest? Was je een gezellige eavalior
voor je nichtje? Wie speelt het beste
piano? Het weer doet hier ook raar. Do
zou schijnt zoo zuinig, alsof 't geld
kost. Jo kunt goed, leesbaa,. Duitsch
schrijven, boter dan oen echte Duitseher,
want dat is meoatal onleesbaar, tenmin
ste voor ons Hollanders. Nu keesje: Auf
wiedersehenl
LATHYRUS. Heeft de post je kaart
aan het juiste adres bezoTgd? Het doet
me genoegen, dat jullie het goed maken.
Wat zal je veel plezier gemankt bobben
met Elsie. Hebben jullie zooveel mooi
weer gehad? Nu wy kunnen er niet over
roepen, maar *t wordt wel alle dagen
beter. Groeten voor allon.
W. M. v. d. L.-D. Ik dank U harte
lijk voor de mooie kaart uit Parijs. U
zult zeker lang kunnen teren op de heer
lijke herinneringen.
SWANNEBLOM. Wel bedankt voor
dat aardige matroosjo. Als ik jo adres
geweten had, had je van my een kaart
terug gehad,
VOETBALJONGEN, 't Was daar
zclcer prachtig op den Wartburg. Het
weer is daar dus ook niet gunstig ge
weest. 'Vandaag, Zondag, regent hot er
hier weer lustig op los. Ben jo nu weer
in Haarlem? Is je neefje nu by je gelo
geerd? Over 'een week kecrea wy terug.
Dan kom je zeker gauw bij me om je prijs
to halen.
JJNGEZOND'SN MEDBDBEILINGKN S
Cto. per régel.
9)
J. C. H. S. M\jn dank voor je mooio
kaart uit IJselmonile.
HUISHENNETJE. Ben je al woer
oons naar Zand voort geweest? Vervelend
hè, dat het zco'n natte vacantie is.
PIANISTE. Hob je de courant van
Woensdag nog in handen kunnen krijgen?
't Zou jammer zyu, als jo je eigon brief
niet gelezen had. .Hoe gaat het mot dc
pootjes? Je hebt in den Haag maar heer
lijk genoten. Ben je verder nog meer uit
geweest?
KABEL V. Tb mijn kaart goed te
recht gekomen? Ik wist i° 3u!st0 adres
'et.
VOLENDAMMEIvTJEHeb jij oen
prettige vacantie? Zit jo nog in Alk
maar? En is moedor nog naar Friesland
geweest? Als Zecroovcj deze Rubriek
loost, weet hij meteen, dat 3® ^cin harte
lijk laat groeten.
JOEKIE. Ja, ik bel) het hier heer
lijk, zoo rustig en zoo echt gezellig. Op
een paar minuten afstauds zjjn de prach
tigste bosschen. Wat hebben jullie een
heerlijk autotochtje gemaakt. Is Dora nog
uit! Of heeft de familie haar wcer thuis
gebracht?
MIDDENVOOR. Heb j\i mijn kaart1
ontvangen? ïu Haarlem zoek je bramen
en hier zoeken we bosehbesseu. Wo behoe
ven er niet vor voor to loopen. Je hebt
toch prebtige vacautie-herinneringon is
't aiet? Wat voor spiegels waren dat by
Abcoude?
PRINSES MYRRHA. Iu de vol
gende Rubriek heb jo je briefje zeker wel
gevonden. Heb je de eigenaars van_ de
pootjes gevonden? Dat was nog oens oen
bof, dat er z°o'u knappe tante lcwam. Is
de logé er nog?
jas Ailent
Niets van dat alles! Onze voorraad
proviand was op. Om 9 uur zouden wo im
mers in Leipzig zijn, daar zouden we
friihatuêken (ontbijten). Gelukkig, begon
de zon door te breken. Er was buiten ge
noeg te zien. wat onze aandacht trok,
hoewel wo vaak tot elkander zeiden:
„Net als bij ona". Ongetwijfeld waren
we ook nog uïet in do rechte stemming
om to waardoeron. Op den minuut af be
reikten we Leipzig. Wat een groot, ruim
station. Nu maar vlug naar de wachtka
mer el1 ®eu stovig ontbijt gebruikt. Men-
sohon, om jo terecht te helpen, zie je
maar weiaig aau do Duitsehe stations, jo
moet jo oogen gebruiken. Overal bordjes
en handwijzers. Ja, daar Btond het: War-
tesaal (Wachtkamer). Blijmoedig gestemd,
allo loomheid vau ons afschuddend, be
reikten we de groote deuren. Wo ram
melden aan den deurknop. Gesloten! Ja,
daar zagen we een papier tegen het glas:
Gesloten wegens keHnerstak-Lng. Geslo
ten, dat beteeken-de voor óns: Geen ont
bijt. „Een prettig welkom in Duitsch-
land", zei een vuu ons bitter. Wo beslo
ten dan maar de stud in te gaan. Er zou
heuseh wel wat te krijgen zjjn. Op 't sta
tionsplein Icekcn we ais huipbehoovenile
kinderen om ons hoen. Daar een hotel,
daar weer een, daar nog een: We verza
melden de laatste restantjos moed bjj el
kaar. Naar Hotel Astoria- Dat groote,
witte gebouw zag er zoo vriendelijk, zoo
aanlokkend uit.
Iu de verte zagen we echter al weer
een wit papier tegon de glazen deuren.
„Geschlossen". En het hotel daarnaast
cvenzoo. En daarover? „Laten we maar
aiet meer zoeken, 't zal overal 't zelfde
zjjn," zeiden we tot elkaar. We bloven
staan, voelden ons als kindoren, die ver
dwaald zijn, die zijn weggeloopen ver van
liet goede, oude tehuis. Een bracht dit
gevoel oude,. woorden door knorrig te
zeggen: „Als 't hier overal zoo is, had
den we heter thuis kunnen blijven."
Op onze gezichten was zeker eon
zweempje van wanhoop te lezen, want
een vriendelijk oud hoertje stapte op ons
af en vroeg: „Suehen die Hen-schaften
eia Unterkommon?(Zoekt de familie
een tehuis?).
Wjj vertelden, dat we al tevreden
den zjjn met oen oemvoudig ontbijt. Als
we met weinig tevreden waren, wilde lijj
ons helpen. Wc volgden omzon goeden
gids met loorne beenen maar met dank-
bare harten.
Voor een armzalig kroegje, zooals
in Holland nooit hopen te betreden, hiel
den we stil. Het heertje noodde ons bin
nen te gaan. Hadden we geen jeukende
magen gc-had, dan zou ons dit een on
mogelijkheid zijn geweest. Do dikke
waard deed echter heel gemoedelijk. Ily
somde een hoeleboel op, dat misschien
cotbaar en niet oetbaar was, maar wij
besteldea slechts: „Butterbrot mit Eicr."
Butterbrot zijn dunne sneedjes brood.
ln een onsmakelijk vertrekje, zoo'n soort
poffertjeskraam of anders gezegd pypela,
werd ona ontbijt klaar gezet. Do hoeveel
heid brood was meer dan voldoeudo.
(Wordt vervolgd.)
Bad-Elster, Sachseu.
Deutschland, 19 Aug. 1922.
HET GEBRUIK VAN KUNSTMEST.
Hot '3 bekend dat do Tweede afdoo-
liug vau hot Rykslaudbouwproel'station
te Groningen, zich sedert jaren bezig
houdt niet het vraagstuk dor bodem-
reactie.
Over dit voor den landbouw zoo belang-
'ijk onderwerp hield do heer J- Hudig,
directeur dier inrichting, ter algemeeue
orgadering van den Yeoukol, Boeren
bond, dezer dagen oen inleiding.
De heer Hudig zeide, dat in deze tijden
van algemoene economische inzinking het
belaag ia na te gaatt °f het bedrijf
wel economisch genoog gedreven wordt,
Daarom wilde hjj de vraag stellen of do
hulpmeststoffen, die wjj in den grouil
brengen, wel op do meest rationoelo wjj zo
bijdragen tot de inkomsten van het be
drijf. Om de bct-eekenis van die vraag to
doen uitkomen, wogb hjj op de industrie,
en noemde als voorbeeld hot gebruik van
kalk b\j de stroocartonfabrieage of bij do
klaring van liet ruwsa-p in de suikerfa
brieken. Daar onderzoekt men het pro
cédé en bepaalt daarna door becyiforing
of deze hulpstoffen wol op de meest eco
nomische wijze tot de vorming vau hot
eindfabricaat bijdragen. Men let daarbij
op de kwaliteit van de hulpstoffen eu op
dQ kwantiteit.
Het landbouwbedrijf kan aan dit eco
nomisch beginsel niet ontkomen. Om de
bovengestelde vraag te beantwoorden,
hebben wy dus to vragen: gebruikt men
altijd de juiste hoeveelheid kunstmest en
de juiste kwaliteit? Wat de hoévcelheids-
•raaig betreft, die is zeer moeilijk te be
antwoorden, omdat de aau te wenden
kwantiteit afhangt van' drie factoren, t.w.
de grondsoort, den bemcstingstocstand
van den grond. e® het weer. Vooral geoft
de laatste factor moeilijkheden in zoo
verre die niet constant is en deze door de
winterregens en de uitspoeling voorname
lijk den tweeden fnetor beïnvloedt. Veel
meer is to zeggen van cle kwaliteitsvraag.
Want daarvan is iu do laatste jaren moor
bekend geworden.
Spreker deed opmerken, dat-bij het ge
bruik van kunstmest hot niet alleen aan
komt op het gehalte aan voedende bo-
stnuddeelen, maar ook en vooral op do
wijze waarp die bostanddeelen scheikun
dig gebonden zijn, Spreker wensehte niet
lang stil te staan bij de begrippen alcalisch
en zuur, omdat ze in do ïanclbouwlittera-
tuur al zoo vaak besprolceu zjjn en de
meeste landbouwers daar al aardig mode
hekend zijn. Ook bracht spr. iu herinne
ring, dat als zure moststoffen gelden: su
perfosfaat zwavelzure ammoniak en do
kalizouben. en als aloalische: ruw fosfaat,
slakkeiuneel, ehilisalpo-ter, kalkstikstof,
kalksalpetcj- eu de ineestor balkverbin
dingen.
Door het laugdurig gebruik van deze
minerale zouten, staat de grond aau reac-
tieschoEmiolingen bloot, of wordt door
eenzijdig gebruik in de alcalische of in
de zuro gewijzigd getuige het optreden
van de beide bodem-ziekten, de veenko
loniale' Lo verziek to eu de Hooghal enseho
ziekte. Daarom kon men die ziekte be
strijden door het gebruik van zore most
stoffen in het eersto geval en van alca
lische meststoffen in het tweede, terwij!
bij het omgekeerde gebruik die ziekten
veel erger worden. Maar nu is gebleken
dat bjj eeu verkeerd gebruik van zure
meststoffen op zuren grond en alcalische
op alcalischen -grond, reeds voor dat do
grond zoodanig veranderd is, dab hjj
„zieke" gewassen levert, de productie
reeds daalt tot 10, 20 en soms 30 pet. be
neden een normalen oogst.
Dit toonde spreker aan de hand van
zjjn proeven op proefveld en in liet labo
ratorium aan en dit is hetgeue waarop
hij niet nadruk de aaudachfc wilde vesti
gen: de landbouw mag geen oogsten be
neden de 100 pet. hobbou. Gelukkig kan
in het laboratorium uitgemaakt worden,
hoe -de reactietoestand van den grond is;
niet alleen <Jo reactie zelf, maar ook hoe
veel aleali of zuur deze noodig heeft.
Voorts is gebleken, dat voor de diverse
zandgewassen een optiounia bestaat. Voor
de practijk gaf by twee schema's A. voor
hen die geen vlinderbloemigen willen ver-
bouwon en B. voor hen, die het wel wil
len doen.
Bjj A. wordt de grond zwak zuur go-
houden. Rogge ontvangt: slak en chili,
haver: super en ohiii, bieten: slak on.
chili en aardappels: supe. eu zwav. a mm.
By 13. wordt de grond neutraal of zwak
alcalisch gehouden en granen ontvangen:
super en aiuin. ovenals aardappels, klavor
en erwten slakkonmeel. Wanneer men
voorts nauwkeurig aanteekening houdt
van cLko -kamp land, omtrent: bemesting
en bewerking, zal men jaren lang met dit
schema de beste gewassen kunnen telen.
Wat de kwanti-teitsvraag betreft, me
moreert spreker de dia-mieprosven op do
proefboerderyen te Emmer-Conipascuum
en te Borger-Compagnie. Daar wordt be
paal,? de hoeveelheid minerale bestaud-
deelen, die op den grond worden gebracht,
die de plant er uithaalt, en die met den
men een rontabiliteits-rekening,
f Ten slotte zette spreker uiteen het 'nut
der proefboerderyen en van het proefsta
tion te Groningen, die liy do bodryfsla-
boratoria van het landbouwbedrijf noem
de. Aroorts hoopte hy, da^ in dezen tyd,
wanrin bezuiniging broodnoodig is, men
don moed zal liebbon om alles te doen om
het bestaande bedrijf zoo rendabel moge
lijk te maken, dus ook de studie voort to
zetten, die daarop gericht is. Men d.cnke
er aan, dat do laatBto 10 pet. aan den
grona ontnomen moet worden, en dat die
10 pet. zuivere winst is.
Kampeeren.
Een jeugdig kampeerder schrijft ons
het volgendp:
Danr lig ik nu op injju deken Onder do
denneboomen, geleund tegen een heerlijk
geurenden den.
Zoover 't oog reikt niets anders dan
bosoli eu nog oons bosch, mot enlcol^ cen-
nno verlaten zandpaden.
Voor me, tegen een boom, is oen toilet
spiegeltje opgehangen en één. van de
jongens stant zich hiervoor te scheren.
Schuins links van mo staat de andere
(we zjjn met ons drieën) ketoltjes en pan
netjes schooji te maken en geheel links
prijkt onze tent in al haar glorie en heer
lijkheid.
Hoe langer ik er naar lcyk, hoe meer
hot geheel mo aau oen stilleven doet
donken, de fietsen tegen boomeu gezet,
op den grond een handdoek, een spiegel
tje, een scheerkwast, een bakje met
scheerzeep en een doosje poeder. Weer
iets verder dokons en oen paar schoenen,
in den ingang onze Snelkoker met een pak
öustard Powder. Eu mijn eersto indruk
ovor 't kampeeron is, dat zoo'n kamp er
echt gezellig uitziet. Gister morgen om
kwart voor elf gingen Wim B. eu ik go-
pukt en gezakt uit Haarlem on in ééa rit
zyn we hierheen gereden,onderweg goon
ontiiren gehad, allocn wera de koffer
in Wim onderweg verdacht wit, eerst
dachton we, dat 't stof was, maar toen ik
achter hem reed, en hy weer eens door
ééa van de in Holland zoo talrijke wog-
kuilen reed, zag ik een wit wolkje onder
't dekaol vnu zyn koffer uitspringen. Zijn
pak meel was opougesprongeu, en bij ei
ken schok kwam or oon wolk meel uit
zyn koffer stuiven.
u zes uur 'a middags kwamen we
ioeid Ede binnenrijden en ontmoet
ten daar, zooals afgesproken was, den
Dritteu im Buude, Alex, de J. uit Apel
doorn.
■n half uurtje later hadden we oen
geschikte kampplaats gevonden, en in oen
iiiimuni van tijd was onzo tont opgezet.
Daarna moesten Alex on ik naar 't
dorp om mondvoorraad op te doen. On
derweg spraken wo Engolsch met elkaar,
om te kijken, of wc er mee overweg kon
den. Toen Bteldc Alex me plotseling voor,
om bij den aardappelonboer net te doen,
of wc Engelschon waren. Misschien zag
ouzo lcloeding er ook wol oBnigszins En
golsch uit, want we waren gekleed iu
een korte padvindersbroek en sportkou
sen en oen wij open overhemd met opge
stroopte mouwen. Mot een gewichtig ge
zicht stapte ik naar binnen, en de come-
die nam een aanvang. Ik begon: „Have
you potato's". „Hè", zegt ons boertje,
,ikke verstao oe niet".
„T want to havo potato's for three per
sons", ilc weos op de aardappels, liefc drio
jers zien en weos vervolgons op onzo
persoontjes, „NÖ, waif, ik deuk, ze motte
aorropels veur drie rninso" zegt 't boortje
tegen zyn vrouw.
Enfin, 't eind was, dat zo ons 11/2Kg.
aardappels gaven, we botaalden en gin
gen met een beleefden Hollandschen
groet de deur uit, tot groote verbazing
van 't aardappeleniboertje en tot groot
plezier van oeuige klanten.
Toen we woer in't kamp kwamen had
onze kok Wim heorljjko rjjsfc met melk
gekookt en in een ommezientje tyd was
er geen korrel meer van over.
En nu 't verhaal van onzen eersten
nacht,
Om ongeveer haif-tion werd alles net
jes in ge teut geborgen, de fietsen met
't slot er op binuen voor den ingang op
gestapeld en wy gingen ons bed opmaken.
Eerst legde ik myn regenjas neer, dnar-
i maakte ik van kloeren eeu hoofdkus-
n eu trok myn twoo dekens heerlyk
'er my heen. Eiudelyk lagen we dan, or
werd nog een half uurtje nagepraat maar
toen werd 't toch stil. Langzaam ging de
tyd om, ik kon maar niet in slaap komen,
ik lag met gesloton oogen over verschil-
'lenide onderworpen te denken.
Het werd later eu later en ik denk,
it 't ongeveer half oen was, toen Alex
plotseling vroeg: „Zeg lui, slapen julli?"
Wim zei. dat hij wn'kker was, maar ik
deed of ik sliep.
„Zeg, zullen we gaan wandelen, dan
wordt Cor straks wakker en dan schrikt
hjj zich eeu ongeluk, als hy ons niet
ziet."
Ik hield mo rustig en ademde diep en
regelmatig, Wim on Leve maakten grap
jes over me en trokken truien aan om
naar buiten te gaan. Nu vond ik 't tyd
om wakker te worden en nu was 't myn
beurt om ze eens heerlyk te plagen met
hetgeen ik hen over mo had hooren ver
tellen. Ik stelde voor om thoo te zetten,
wo staken een kaars aan en een kwar
tiertje later zaten we lekker bhee te drin-
in een verlichte tent, midden in don
nacht la 't Edensoho bosch, Ondertus.
schen had ik ook een trui aangetrokken,
de kaars werd uitgeblazen en in don
schitterenden storrennaoht wandelden wo
met ons drieën in do richting van Edo.
Hot was prachtig weer, zwygend liopon
wo voort en keken op naar de duizende
flonkerende sterretjes d.aar boven.
Myn gedachten gingen terug naar In
dlë eu weev zag ik voor me den hoorly*
ken Indisohen maannacht met zjjn goj
heimzinnige, beangstigend vreemde stilto;
Dc rilde en rog duizelig van die gedach
ten bleef ik staan en keek op naar dio
heorljjk trillendo lichtjes.
„Hallo, wat zie jo, waarom bljjf jo
staan", vroeg me oensklnps Wim. Met
en plotselingen schok stond ik weer iu
k Edensohe bosch en oven later gingen
re dvuk'pratend- naar de tent terug.
Maar van slapen is dien nacht uict
voel gekomen.
De volgende dag verliep heel kalm met
luieren en eten koken. We spraken af,
dat we 's avonds op zouden breken naar
Haaksbergen. Langzaam brak de avond
p.nn, ein/lolijk word een begin gemaakt
met pakken en om ongeveer halfkieu ver
lieten we Ede.
Het weer was goed en met oen flink"
vaartje redon we den Otterloschcu weg
af. We zonden over Apeldoorn en Zutfen
rjjden. Wat moest: ik lachen om do be
pakking van Alex, dat leek do sehcevo
oren van Pisa wei, een deken, een kof
fertje, oen pakje met fleschje en daar bo
ven op een omgekeerde enuner.
Langzaam maar zeker helde de lorou
naar buks ovor, tot hjj ten slotte scheef
afgezakt bleef kangon,
Ev»u voor,bjj Ottorlo kregen we oon
tweesprong, op 't bordje stond naar linka
.Apeldoorn" en rechtuit „afgesloten
weg."
Maar wjj met onze stomme koppen gin.
gen natuurljjk recht door, omdat Apel
doorn recht voor ona moes^ liggen, met
hot gevolg, dat wc na een kwartiertje
een hek vast liepen.
't Was nu bjjna donkcr geworden oe.
Alex bond zjjn toren af, om ze weer op-
goed op te binden. Het werd eeu
eindelooze rit, om 12 uur 's nacfits wa
tt Apeldoorn, waar we natuurljjk
>r den overweg moesten wachten,
hot duurde ongelogen tien minuten, iit
begrjjp niet, waarom ze daar geen viaduct
bouwen, nog geou enkele maal is 't ge
beurd, dat ik zouder wachten over "doo
overweg van Apeldoorn ben gereden. Om
twee uur waren wo in Zutfen, vau daar
af werd de rit bjjzondor vermoeiend. Mjju
zadel leek weldra een speldenkussen, clko
minuut schoof ilc vau achter naar voren
n omgekeerd. De laatBte 40 K.M. waren
erschrikkeljjk, een afstand van 8 2C.M.
look in ons oog wel te groeien tot twin
tig. Ik kan me nog niet begrjjpeu hoo
wo er gekomen zjjn, om C uur 's morgons
peddelden we Haaksbergen binnen en 10
minuten later lagen wo in diepen slaap iu
de tent.
Maandag regende het, do teut is ah.
aolnut droog, dat is maar gelukkig, om
4 uur was 't woor droog en 's avonds
hebben we een prachtig vuur gestookt.
Dinsdag is als oen gezellige kookdag
omgegaan, ik Icookto piepers, maakte rjjst
mot molk en als dessert een heerljjkc cho.
coladepuddiing, ik wntortand nog als ik
er aau deuk.
Woensdagmorgen zjjn we opgebroken
naar Denekamp. Doch geen van ons wan
er bekend, dus hoo oen kampplaats te
zoeken? Van een agent hoorden wc, dat
Or. geen oponburo kampplaats in Denn-
kamp was, maar dat wo mnar eens aan
den Heer Laan om eon good plaatsje
moeeten vragen. Hjj vertelde ods echter,
dat er alléén padvinders op zjjn land-
good kwamen kampeeron. Wjj zjjn bum
tenverbljjf aan 't zoeken, en jawel hoor,
na een minuut of tien zagen we een keu
rig aangelegde oprjjlaan en aan 't eind er
van een schitterend kasteel. Alex en Wim
maakten al ruzie ovor do vraag wie 't
aan mjjnhoer Laan moest vragen, maar
ik hakte den knoop door met te neggen,
dat ik zelf zou gnan_ als ze me maar tot
achter 't huis volgden. Wat een reus
achtige stal was er achter 't huis, er
stonde,, zeker wel een dezjjn keurig on.
dorhouden wagens.
Een huisknecht kwam naar me toe en
ging zijn meester van onze komst vor-
wittigen.
Enkele minuteu lator kwam hjj terug
en vroeg me, hem te volgen. Door ccn
doolhof van gangen en deuren bracht liij
me in de bibliotheek. Die was keurig in.
gericht, alles in oen zwaren doftigen stjjl.
Ik kreeg een stoel en de kneeht ging mf'
aandienen.
Tk had nog niet alles opg-enomon, toen
do heer Laan bicnonkwam, eon knappe
slanke man van oen jaaT of dertig mot
oen vriendoljjk, man,. cWng gezicht. Hy
had een betypt vel papier in zjjn hand on
hiermede kwam hjj naar me toe.
Na eenige besprekingen kreeg ik oen
kaartje, waarmee ik naar zjjn werkbaas
kon gaan, dan zou die ons wel op Hnrsso-
veld brengen, een bezitting in de buurt
van Tilligen. Zoo kregen we eeu prach
tig terrein om te kampeeren. Toen wo cr
twee dagen golegen hadden kreeg Wim
oen brief van huis, dat hjj wegens om
standigheden dadeljjk thuis moest ko
men en zoo reisden we in drie étappes
weer terug, op den eersten dag tot Apel
doorn, den tweeden tot Baam en den
derden dag naar Haarlem.
Feuilleton
Naar liet Engolsch van
OTTWELL BINNS.
41)
Mijn vader zal u beo heelc verhaal
wel - vertellen eu dan zult u ook hoo
ren, dat niet hij de man is, die uwe
vaders deelgenoot wa6, maar dat
Maar hij kende mijn Vader, en
Jean Dubosc
Jean Dubosc was uw gevangene.
Hij kon u gemakkelijk wat wijs ma
ken en heeft dat ook heel handig go-
daan. Hij was het 'geheel eens mdt
onzo gidsen en wist zonder twijfel,
dat zij hem zouden redden, wanneer
hij met hen in aanraking kon komen.
Daarom vertelde hij u dut verhaal,1
om u over te halen ons te volgen, watl
ook gebeurde.
En het verbaal was dons niet I
waar? Bevatte misschien niet eens een
kern van waarheid
Zeker bevatte het een kern van
xvaarheid, maar ook niet moer dan een
kern stemde het meisje langzaam too.
Maar mijn vader zal u van alles een
verklaring geven. Ik ken de heele ge
schiedenis niet 1 Hij
Maar dut goud? riep de korpo
raal uit. Dat goud, waarop uw vader
uit is het vermogen, dat hij aan-
hood inet mij to deelen, dat is het
goud, dat mijn vader en zijn deelge-!
noot tien jaar geleden vonden?
Ja, antwoordde Moll i e Elkiiigton
kalm. Het ie hetzelfde goud.
En u vraagt mij te gelooven
Ja zelcer, zeide het meisje drin
gend. Zij deed een stap naar voren.
hebt zooveel gedaan terwijl u zoo-
veel vermoedde; nu vraag ik u om inij
te gelooven, om mij te vertrouwen, en
te gelooven, dat u zich vergist.
Maar
Ja, riep het meisje haast bedroefd
uit. Ik begrijp hoo moeilijk het voor!
u moet zijn mijn woord te gelooven.
hoe-veel meer waarde op liet oogenblik
üu-bose's verhaal voor u moet hebben.
Dut behoeft n mij werkelijk niet uit
te leggen. Het eenige wat ik nu van
u vraag is mij te gelooven, mij, die
ge zoo edelmoedig helpt; dat u mij op
mijn woord zal gelooven als ik u zeg
dat ge u vergist. iZe mij aan. Denkt
ge werkelijk, dat ilc u ond-or dezei ojii-
standigheden wat voor zou liegen? Ik
heb u te danken vo-or mijn bevrijding,
denkt go heusch, dat ik u bedriegen
zou
Neen, neen! riep Clancy, alle'
achterdocht opzij zettend, plotseling
uit eu zijn oogen kregen een zachtereh
glarus, terwijl hij naar de smcek-ende
uitdrukking in het mooie gezichtje
keek.
Dan gelooft u mij dus op mijn
woord
Jal antwoordde hij eenvoudig.
Ja!
Het meisje glimlachte plotseling bij
het zoo spontaan gegeven antwoord.
Dank u, zeide zij rustig. Ik hen
blij, dat u dat zeggen kunt. Ale u het
niet had kunnen doen, ja dan
Wat dan? vroeg hij haastig.
Dan zou ik genoodzaakt zijn ge
weest u het weinige, dat ik weet, te
vertellen om u gerust te stellen, maar
ik-zou het u nooit vergeven hebben,
nooit!
Clancy k-w-am plotseling tot de over
tuiging, dat het voor hein niet minder
dan eeri ramp beteekend zou hebben,
zijn weg te moeten gaan niet verge
ven door dit meisje, daar voor hem
staande met haar gelaat gloeiend van
innerlijke ontroering, maar dat zeide
hij niet, In plaats daarvan keerde hij
zich langzaam om en begon het vuur
te verzorgen, want hij voelde, dat hij
zijn stem niet meester zou kunnen
blijven, als hij nu aprak. Toen hij
klaar was, keek hij haar weer aan.
Ik geloof, dat het 't beste zal zijn
zooveel mogelijk te rusten, nu we er
alle gelegenheid t-oe hebben, juffrouw
E'.'kington. Als de sneeuw eenmaal
opgehouden liceft, zal het heel muei-
lijk zijn er doorheen te komen en
dan zullen we al onze kracht hard
noodig heb&en.
Ja, antwoordde ze eenvoudig en
nam de konijnenbonten deken aan,
die hij haar aanbood. Zij rolde zich
in den warmen pels en legde zich
neer op een leger van balseminekruid
en binnen den kring, die 'het vuur met
zijn hitte bestraalde; Clancy zette zich
neer en staarde in de gloeiende mas
sa. Toen hij gezegd had, dat hij niet
geloofde, d'at het meisje hem bedrie
gen zou, -had hij oprecht gesproken;
maar nu was alles hem nog veel raad-
seladhtiger dan vroeger. Zij had hem
geen verdere opheldering aangeboden
en zij had dingen, die volgens hem de
schuld duidelijk op ha-ar vader wier
pen, toegegeven on toch hield ze zijn
onschuld in verband met het verdwij
nen van sir Ference staande. Hij was
er van. overtuigd, dat zij in ieder ge
val in de onschuld van haar vader
geloofde; maar het was toch wel heel
vreemd, dat zij geen uitlegging baxl
willen geven van de verdachte om
standigheden, waaronder hij toch
blijkbaar gebukt ging. Zij had hem
slechts om vertrouwen gevraagd en
j dat had hij haar geschonken en totdat
1 hij er, indien Uit ooit gebeurde, door
omstandigheden toe gedwongen werd,
zou hij er nooit op terug komen; noch
wilde hij zich afvragen of liet wel wijs
was haar alleen op grond van haar.
woord te vertrouwen.
Hij zat daar geruimen tijd, de storm
razend door de toppen van de hoornen,
de sneeuw in verblindende snelheid
neerdwarrelend. Zoo Jang de sneeuw
storm aanhield, had hij geen vervol
ging te vreezen en wanneer hij opge
houden had te woeden, zou ook hun
spoor volkomen uitgewisekt zijn.
Sledhts door louter toeval' zouden 'de
Rog-mol looks op zijn spoor kunnen
stooten en dus dacht hij op het
oogenblik eigenlijk minder aan hen,
dan aan een nieuwe moeilijkheid, die
zich nu reeds voordeed. Hoe en waar
mo.est hij Elkington en de twee half
bloeden vinden? Die taak kwam hem
'bijna hopeloos voor in een land', dat
zoo uitgestrekt was en waar boven
dien de sneeuw elk spoor van liet
meer af uitgewisebt moest hebben. Do
halfbloeden zouden waarschijnlijk
vrij vlug vooruit komen, want ze had
den immens hun gestolen Eskimohon
den En hoewel zij nu, zooals hij reeds
aan Mollie Elkington uitgelegd had,
gedwongen zouden zijn te kampee
ren, zouden ze, zoodra de sneeuw op
gehouden had en bet droge winter
weer eindelijk was ingotreden, zoo
snel vooruit- kunnen komen, dat zijn
eigen, hoewel betrekkelijk groote
snelheid, daarmedel vergeleken wel
een slakkengang moest lijken.
Verder waren er nog andere over
wegingen, De mondvoorraad op de
elede was slechts zeer beperkt. Zeker
niet genoeg om twee menschen gerui»
men tijd van eten te voorzien, vooral
niet bij een vervolging, die misschien
weken cluren zou. Tenzij zij op de een
of andere manier wild konden schie
ten was de kans op verhongeren al
heel groot en zelfs met wild zou hun
voedsel veel te eentonig worden en'
was het lang niet uitgesloten, dat de
in het Noorden zoo gevreesde scheurt
buik hen tot haar slachtoffers zou
maken.
En toch was hij overtuigd, dat Mol
lie Elkington haar Vader niet zou wil
len verraden, zonder tenminste hel
uitereta gedaan te hebben om hem to
redden. Hij zou haar op alle gevaren
kunnen wijzen, toclh wist hij, dat hot
meisje liever alles zou trotseeren, dan
voor een lafaard uitgemaakt te wor
den. Hij bewonderde haar moed,'
maar hij kon toch niet ontkennon,-
dat het eigenlijk krankzinnigenwerk-
zou zijn de drie mannen in de w ilder
nis op te sporen.
Hij ging reedö bij zichzelf na, wat
de afstand van hier tot aan de dichtst
bijzijnde nederzetting van de Hudson
Baai Compagnie of do moest nabijge
legen politiepost was.
(Wordt vervolgd).