m U \m Schaakrubriek 1 16 0 1 Korporaal Clancy van de Bereden Politie. Mag van rijn geboorteland wappert. Het is een alleraardigst gezicht. Langs de oevers en pp de tallooze bruggen duizenden en nog eens 'duizenden toeschouwers, die telkens omtrent den stand van zaken worden ingelicht door Sen speaker, die met een grooten scheepsroe per gewapend op de voorplecht van do bege leidende stoom barken heeft plaats genomen. En wanneer eindelijk elke deelnemer zijn plaats heeft gevonden, dan zien we, dat de Fransche kampioen Ribeyrol leidt. Ik ontwaar te midden van de talrijke bchuitjes mijn antïquairtje. die Plantenga be geleidt De goede man is zoowaar enthousiast en al brandt de zon en aJ krijgt, hij een klap op zijn hoofd met een roeispaan van een ijverigen roeier, hij vindt toch nog kracht en tnoed om me toe te schreeuwen, een hartelijk HollandBch: Da-a-agl Hoe meer we het centrum van de stad na- 'deren, des te voller is het op de oevers. Op een van de stoomschepen heeft een muziek korps plaats genomen en duizendvoudig weer galmt onder do bruggen welvingen de schoon ste blaasmelodie. De zwemmers gaan onver- "stoord verdor. Wel is er een enkeling, die het opgeeft om zich in zijn roeibootje te laten hij- schen, maar zij, wier prestaties ons het meest belang inboezemen, de drie Nederlanders, houden vol. Cor Zegger ziet zelfs kans om zich derde te plaateen. En do speaker kondigt zijn naam naar links en naar rechts met lui der stemme aan i ...trois, Cor Zeggèr, hollandais! Nooit heeft die kreet: Hollander, Hollan der luider in de Seine-stad weerklonken, nooit ook zóó glorie-vol. Om de zwemmers circuleeren hydroglisseurs, wherries, stoomsloepen en waterfietsen, alle versierd met vlaggen. En van de kanten en de bruggen juicht het publiek de zwemmers hartelijk toe. i De stoomfluit gilde en we schoten vooruit naar het eindpunt, om daar de deelnomers af te wachten. Daar was natuurlijk alles wat hóóg en of ficieel was opgesteld. Daar hing ook een 'touwtje, hetwelk de zwemmers moesten aan raken, ten toeken, dat zo de 8 kilometer, 200 meter hadden volbracht. Opwinding bij 't publiek, hoera-geschreeuw, Rebeyrol is nog steeds vooraan. En om 3 mi nuten voor vijven, trekt hij, welverdiend, de lijn, welke geste een gebrul en het volkslied uitlokt. Dat was zéér schoon. Het publiek is door het dolle heen en twee hoeren, die tè veel wilden zien, gleden van de Kade af, het water in. Luid klinken de kletsen, welke de bewonderaars op den rug van Rebeyrol laten neerkomen, water spettert in 't- rond, fototoe stellen klikken en de filmkasten ratelen. Sachner, een Italiaan, is tweede en 't pu bliek is reeds minder enthousiast; bij den aankomst van nummer 3 en vier hoort men niets meer. En zoo bomen ze allen successie velijk binnen4 is Cor Zegger, in 2 uur 20 'seconden, 7 van Sennus en 12 Plantenga. Op de vestinire-hoot vinden we hen terug. iVau Sennus laat zich masseeren, waar hij op r't laatste moment krampen heeft gekregen. Zegger en Plantenga staan onverstoord een cigaretje te rooken. Daar zijn nog vele land- genooten, wier enthousiasme over rt prijzens waardig gedrag van do Nederlandersgroot da. Het antiquairtje. staat Plantenga af te 'boenen, zóó verzichtig, alsof hij den Mozes .van Michel Angelo in den schoonmaak had. 'En als we de boot verlaten, dan is er een 'meneer, die op ons tocstapt, hartelijk en (joviaal, met een Dag heeren, mag ik u beleefd bedanken 'en we houden ons aanbevolen i Uit welke woorden ik meen op te mogen ma ken, dat deze goede man van blijheid niet wist. wat hij zeide. H. A. TH. LESTURGEON. DAMRÜBRIEK. DamredaoteurJ. W. van Dartelen, Haarlem, Roosveldstraat 70. Alle correspondent! e. deze rubriek betreffende, gelieve men te zenden naar bovengenoemd adres Oplossingen der problemen Nos. 488 en 489 worden gaarne ingewacht tot uiter lijk Maandag 11 September a.s. ONZE PROBLEMEN. Id deze rubriek plaatsen wij een eind spel van onzen grooten eindspel-compo- C. Blankenaar. ilet mooie, van de „Blankenaartjea" zit 'm in de eerste plaats in den dikwijls diep verborgen beginzot. Niet minder aolioon zjjn do velo varianten, altijd frisch en afwisselend, als gevolg van de schijn baar vrije beweging der zwarte stukken. Blankenaar's eindspellotjes zijn geen kun stige, problematieke stamden, die men met 66a ruk uit elkander laat vallen; noon, het zijn met vernuft en overleg ge strekte knoopen, die alleen de rechtge aarde dammers kunnen ontwarren. Het zijn damjuweeltjes van het zuiverste water. Voorts bieden wtf onzen lezers een tweetal bijzonder fraaie problemen ter ontleding aan van onzen vriend Sluiter. He standen kunnen ons niet bekeren, do oplossingen zijn echter zóó schitterend, dat wij een woord van hulde aan den auteur niet willen onthouden. HET EINDSPEL. Onderstaand eindspel Ne. 487 is een ju- eeitje. Ten duidelijkste komt hier de waarde van een tempo aan het Licht. Im mers, juist op den zet af wint wit, of zwart weet op bef, kantjo af remise maken. De vraag: gewonnen of remise? is voor de meceto onzer lezers moeilijk to beant woorden. La tea we dan maar kortaf zeggen: wit wint. Stand: zwart schijven op 2 en 41, dam op 4<5; wit twee dammen op 5 en 15, een schijf op 38. Men lette nu eens goed op den spel- gang van wit, het loont in alle opzichten de moeite. L Wij, 3833; zwart 2S. Deze kan niet 4147 spelen, dan zou wit mot 3329 gemakkelijk winnen. 2. Wit 154; zwart 818. Om dezelf de roden als bij den Ion zet kan zwart met 4147 geen dam halen, wegens wit 415, enz. 3. Wij 410; zwart 1218. Gedwongen 4. Wit 1015. Nn ie zwart verloren. Op 18—22 speelt wit 33—28 en 15:30; op IS23 slaat wit 5:28, zwart 4147 en wit 285, wint. Hoe eenvoudig, 4,ala men den speelgang weet"! Nu een ander Bp el: Wit: 38—33, 3329, Zwart: 2S, 813. Het spel is al remise; op wit 2924 of 23 offert zwart scJiyN 13 en gaat met 4147 naar dam. Waar zit nu het verborgene eindspel? Daarin, dat de zwarte schijf op 2 niet ruit 13 mag bezetten; dit te voor komen. is wit's winst. En in den winst- gang voorkomt hy dat, door als tweeden zet 154 te spelen. Speelt wit als dorden zet 415 plaats van 410. dan zwart 1218, maar nu heeft zwart in handen. Want wit moet zotten en wel ken zet hy nu doet, hy komt juist to laat, om de winst binnen to halou. Op 3329, zwart 1822, wit 410, zwart 2228 en 4147; op -410, zwart 1823 en 4147. Waar wy hier de voornaamste spelgan- gen hebben behandeld, kunnen enkele af wijkende speelwijzen door onze lezers zelf wel uitgewerkt worden. No. 4S7. Auteur: O. Blankenaar, R'dara. Gewonnen of remusse ZWART l 1 l 1 1 F 1 1 1 1 t 1 F 1 1 1 1 l 1 1 1 1 i 1 1 1 1 i 1 1 1 1 l 1 1 i 1391 l i SIM i 48 47 48 49 50 WIT (Ontleend aan „De Dnmsohool Probleem No. 488. Auteur: J. B. Sluiter, Aerdenhout. (Eerste Publicatie.) ZWART Stand in cijfers: Zwart 10 schijven 2 8 9 12 17 18 26 31 32 en 35. Wit 10 schijven op 16 23 24 25 28 29 37 39 42 en 44. Probleem No. 489. Auteur: J. B. Sluiter. Aerdenhout. (Eerste Publicatie.) ZWART sa i i i 1 1 O u J O Ei! I 1 1 LJ ft 1 1 i L Ei 1 UI IQ 1 1 1 1 i i I II Oil i i in 1 O 46 41 48 WIT <9 50 Stand in cijfers: Zwart 11 schijven öp: t.'m. 12 20 24 29 34 en 37. Wit XI schijven op: 18 21 22 23 28 33 36 38 44 4S en 50. V»or beide vraagstukken geldt „Wit speelt en wint". OPLOSSINGEN. Oplossing Eindspel No. 481; (W. van Daalen.) Wit: 22—17 17—12 32—28 12:3 5—37. Zwart: 43:25 7—11 A. B. C. D. E. 23:21 2127 (beste) verloren. A Wit: 12:1 35—30 82—28 1:16. Zwart: 10—14 14—20 P. 25:34 23:21 verloren. B. Wit: 12:1 4S-r43 43—39 27—2L Zwart: 10—15 19—24 (beste) 13—19 (beste) 24—29 (beste) 19—24 G. H. L Wit: 32—28 1:37. Zwart: 23:32 verloren. C. Wit: 12:1 1:4 4:18 18—34 27—22 enz. Zwart 19—24 23—28 28:37 37—41 4146 of 47 verloren. D. Wit: 12:1 35—30 32—28 1:5. Zwart 25—30 30—34 J 34:25 23:21 verloren. E. Wit: 27:9 9—4. Zwart: 1822 7:1S verloren. P. Wit: 27—22 1:49. Zwart 19—24 18:3S verleren. G. Wit: 39:30, 35—30, 32—28 1:46 41:14. Zwart: 29—34 25:34 34:25 23:32, 25—30 (baste) 30—34, Wit: 1423 2850 bRjft öp de lijn 6—50. Zwart: 3440 4045 verloren. II. Wit: 32—2S 1:41. Zwart: 1320 23:32 verloren. V I. Wit: 39—34 1:45. Zwart: 1822 29:40 verloren. J. Zwart: 1924 18:33 verloren. Hen auteur ons compliment voor dit schitterennd eindspel! No. 482 (W. van Daalen) Wit: 32—28 36—31 29—23 40—35 47—42 35:2. 2:48 Zwart steeds gedwongen. No. 483 (J. B. Sluiter.) Wit: 34—30 12:23 30:8 27:18 37;10 25:3 en wint Deze vraagstukken werden correct op gelost door de heereu W. van Daalen (No. 483)_ W. C. Groaning», H. G. en W. J. Teunisse, J. van Looy (alloen no. 482), J. Siogerist, P. A. Nooy, S. M. Mous. M. Bonko en H. Boks. allen to Haarlem; P. J. Eypo en A. Slinger, beide te Schoten. Do „Haarlemeche Damclub" vergadert des Maandagsavonds van 71/212 uur in het gebouw „Do Korenbeurs Spaarnc 36. Bezoekers zjjn steeds wolkom. De Damolub Haarlem vergadert eiken Woensdag van 8—12 uur in Café Brink- ma nn, Bezoekers zyn steeds welkom. De Damclqb T. E. P. vergadert Dins dags van 811 uur in het gebouw van do St. Jozefs Gezellenvoreeniging in de Jnnsstraat. Bezoekers zjjn steeds welkom. Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak» redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem PROBLEEM No. 154. Mat ln twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kg5, Da6, Pd«, Pg4, b3, e3. Zwart i Kd5, La8, Pa3, Pd3, b4, efl. Schaakwerkje uitgeloofd. Ter aanmoediging stellen wij Dufresne'a gebonden „Kleines Lehrbuch des Schachspiela" (542 blx., 9e verbeterde drak, bewerk» door Jacques Mieses) ter beschikking voor het juist oplossen van dit probleem. Zijn er meerdere goede oplossers, dan moet het lot beslissen. Alle variauten moeten worden opgegeven, de „dreiging" telt voor één yarlantmaximum aantal punten 5; voor elke niet opgegeven of foutieve variant wordt één punt afgetrokken. Tijd voor Inzending: tot en met Vrijdag a.s. Party No. 141. Gespeeld in bovenvermeld tournooi, 31 Juli 1922. Wit! A. Al j e chln (Zürich). Zwart: Prof. D. Marotti (Viareggio). Geweigerd Dame-gambiet. d2—d! 1 d7—dö c8—c4 2 Pg8-f« c4Xd5 a P16xd5 e2—e4 4 Pd5-bG Pbl—c3 5 «7-g6 Pgl-f8 6 Lc8-g4 Lel—e3 7 Lf8-g7 Lfl—e2 8 0-0 Ddl d2 9 Lg4Xf3 g2Xf3 10 e7—eö d4—d5 11 DdS—e7 h2—h4 12 h7—h5 0-0-0 13 Pb8—d7 Kcl—bl 14 a7—a6 Tdl-cl 15 Ta8—c8 Pc3—dl 16 Lg7—fG Ls3h6 17 Tf8-e8 Pdl—e3 IS Kg8-h8 Thl-gl 19 Te8—g8 Le2—ft 20 Pd 7—f8 Lfl—h3 21 Te8-d8 Lh6Xf8 22 De7Xf8 TclXc7 23 Lf6Xh4 Tc7Xb7 24 Td8 - dG Tgl-cl 25 Lh4-d8 Tel—c6 28 Tg8-g7 Dd2—b4 27 Opgegeven 1) Beter is, het Paard naar fG terug te trekkeD. 2) Wanneer Zwart met een der Torens zou terugnemen, volgde 23. P«3—f5, dreigend Dd2-h6f. 8) Want het Paard gaat verloren, omdat de Toren op d6 gedekt moet worden, die niet kan ruilen, wegens Db4xf8f. Oplossing Probleem Ko. 150 Stand der stukken: Witi Kc8, Dhl, Lc2, Le7, Pb4, Pd8, d2, e2, e6, g3. Zwart: Ke5, Ta3, Lh5, Pc7, a4, b5, f2, f3, g6, h3. 1. Dhl—fl, Ke6—d4; 2. e2—«3f, Kd4— e5; 3. d2—d4f. 2.TaSXe3; 3. Pd8—c6f. Ta3—c3; 2. Dfl—al, Pc7—d&f; 3. Pb4c6f. 2. anders; 3. Dalxc8+. f3xe2; 2. DflXf2, Ta8-d3; 3. Df2-f4f. 2,Pe7xe8; 3. Pd8—c6f. 2. anders3. d2—d4f. Ta3-d3; 2. Lc2Xd3, 8. Dfl-alf. anders2. Pb4c6f, Keëdö3. e2—e4f. Correspondentie. Haarlem. F. F. Uw 2-zet ont vangen; overeenkomstig uw nader verzoek zal worden gehandeld. Schoten. H. W. v. D. M. i. faalt 1. Dhlbl na 1.Ke5d4 en 1. 02—e3 na 1.Ta8—d3. Joh. v. T. Na 1. e2—e3, Ta3-d3; 2. Dhl—alf kan Zwart spelen 2.Ke5f5 en mat volgt niet. i. Dhl—bl faalt na 1. Ke5—d4. Het tournooi te Londen. Van 81 Juli—19 Augustus is te Londen, in de „Central Hall", Westminster, het congres van den Britschen Schaakbond gehouden, dat belangrijk ia geweest omdat daaraan was verbondenieen internationaal meestortournooi. Jammer alleen, dat de Duitschers waren uitgesloten, zoodat o.a. de ex-weieldaampioen dr. Em. Lasker niet van de partij kon zijn. De tegenwoordige'- champion of the world, J. R. Capablanca, die wèl in het strijdperk trad, heeft schitterend bewezen dien titel mei osre to kunnen voeren. De wedloop om de eerste plaats tusschen Capablanca, Aljechin, dr. Viömar, Rubinstein en Bogoljubow is echter belangwekkend geweest. Zooals men weet, was de Nederlandsche meester Max Euwe, uit Amsterdam, tot dien wedstrijd toegelaten. Zijn resultaat kan eon noderlaag genoemd worden, niettemin heeft hij tegen de prijewinners Bogoljubow, Réti en Maroczy remise gemaakt en bijna allo mindere goden verslagen. De onderstaande tabel geeft den eindstand: DEELNEMERS p a I Rub. dr. T. 2 V w to a 3 Mor. Watson prof. M. Totaa Prijs 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 IS 14 15 16 1 Capablanca J V. 1 V. 1 1 V. Vt 1 1 l 1 1 1 1 1 13 I 2 Aljechin Vt R 1 v. V. V. Vt 1 1 l 1 7. 1 1 1 "7. II 8 dr. Vidmar 0 V. A 0 l V. 1 V, 1 Vt l 1 l 1 1 11 III 4 Rubinstein v. 0 i O V. V. 1 1 V. 0 1 7, l 1 1 1 107, IV 5 Bogoljubow 0 V. 0 V. u V. 1 1 0 1 V. 0 l 1 1 1 9 V 6 Réti 0 V. V. V. V. L V, Vt l 1 V. l 0 1 0 1 87. ivy 7 dr. Tartakower V. V. 0 0 0 V. c V. l 0 1 l 1 Vt 1 1 87. i /VII 8 Marociy V. Va V. 0 0 V. v. A l V» Vt l Vt 0 1 1 8 1 VIII/ 9 Yates 0 0 0 V, l 0 o 0 P l 1 l l 1 7. 1 8 1 'IX 10 Atkins 0 0 i 0 0 l Vt 0 A 0 l V. V. 0 1 6 11 Euwe 0 0 0 0 V. V. 0 V. 0 l B 0 l 0 l 1 57. 12 Snosko Borowsky 0 0 0 V. l 0 0 0 0 0 l L l V. l 0 5 13 Wahltuch 0 V. 0 0 0 l 0 V. 0 Vt 0 0 A l l 7. 5 14 Morrison 0 0 0 0 0 0 V. 1 0 Vt l V. 0 N 0 l 47. 15 Watson 0 0 0 0 0 1 0 0 Vt l 0 0 0 l C l 47. prof. Marotti. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 V. 0 0 A IV. Binnenland VADERZORG. Dezer dagen ver dronk een 10-jari knaapje aan het zoogenaamde stille strand te öeheve- nir.gen. Een correspondent van het ,,N. v. d. Dag" geeft van het gebeur de de volgende lezing: 't Was kwart voor vier, toen op het tweede strandvak eenige betrouwba re personen beweerden, dat zij een jongentje, dat in zee baadde, niet meer zagen, nadat zij bet kort te vo ren Laducn. Men vreesde vdua een ongeluk. Met opzet xcggea we nier „betrouwbare" personen, om dat herhaaldelijk medeüeelingcu van dezen aard worden gedaan, die op fantasie of vergissing berusten. On langs heeft een voetbal die per abuis, ver in zee was geschopt, een ganscheu middag de strandbezoekers veront rust, omdat men dien bal voor het hoofd van een ver-afgedrevon zwem mer hield. „Op de mededeeling dan van de betrouwbare personen werd oumid dellijk alarm geblazen door de koens redders van do Reddingsbrigade en de hulpvaardige leden van het Hulp corps. Met alle materiaal ging men zee in en in minder dan {reen tija was de aanvoerder 120 a 150 Meter in zee. Er werd niets ontdekt en inet do vele kijkers, zelfs van heb duin af, zag men niets. De brigades keerden dus terug. Er stond een sterke zuid oostenwind en in de zee was duidelijk een zeewaartsche stroomiug te be speuren. Wanneer daarin een kind mocht terechtgekomen z.jn kon het niet anders of het was onder water door een heel eind weggezogèu. „Hoewel niets te vinden was ge weest, ging men toch op zoek naar do kleeren, die hot bewijs zouden lo- veren, dat er iemand vermist was. Bij alle onbeheerde stelletjes kleeren werd postgevat, maar overal daagden successievelijk de eigenaren op. „Meer dan twee uur later trof men in de duinen een man aan bij een hoopje kinderkleeren en dezo man bleek eenigszins ongerust over zijn 10-jarig zoontje dat zoo-even"' let op het zooeven! in ;ii zwem pakje van hem weggegaan was. Spoe dig bleek dat 't de kleeren van 't ver dronken knaapje warer en dat de man die er bij was de vader was dio waarschijnlijk twee uur in do duinen had liggen slapen! Van do conster natie op het strandvak waar duizen den menschen bijeen waren, van het gai-sche reddingswerk dat meer dan een half uur dertig kloeke kerels in meer of mii dei groot levensgevaar 1-ad gehouden, had hij niets be speurd' DE LANDBOUW IN RUSLAND. In het jongste nummer van het week. blad In- en Uitvoer wjjdt de heer G. Kru. soman aan bovenstaand onderwerp een vr(j uitvoerige beschouwing, waarin lijf tot slot o a. hot volgende opmerkt: „De toekomst, van Rusland ligt ia sca beter ontwikkelden landbouwstand, do toe komst ligt in oen ruimere voortbrenging van landbouwproducten, doch daartoe moet er orde en veiligheid heerSohen; zoolang het recht zal zijn om te plunde ren en om dood te maken, wat andera denkt, dan den heersohers welgevallig is, zoolang zal Rusland verhongeren. Eerst wanneer hij,-die voortbrengt, zelcor is van de opbrengst van do producten van zjjn werk en wanneer de andersdenkende ze- kor is van zyn leven en zjjn vrykeid, kaa Rusland weer beginnen op te klimmen naar welvaart en overvloed, Zoolang willekeur sterker is dan reeht is hulp on mogelijk en is stoun slechts uitstel van executie. vWy moeten er dus op rekenen, dat er in de eerstkomende jaren geen graan, vla» of vet van betoekenis uit Rusland zal komen. De rest van Europa moet dan le ven van do oogsten van Amerika, IndiS on Australië. Een van tweeën is dan waar of do prijzen van graan znlleu zeer boog zy'n. omdat er te weinig aanbod is voor de behoefte, of eon groot deel van Europa zal vael te weinig te eten hobben, omdat hot aanbod niet kan worden afgenomen. Ik vrees," dat dit laatste het goval zal zjju, en dan ïb het gevolg daarvan, dat tallooze Duitsobers en Oostenrijkers va* gebrek en ellende zullen omkomen, voor dat de omstandigheden weer wat normaal zuilen zijn geworden. De toekomst van Europa hangt er ge heel van af of do inwoners dor onder scheidene landen voldoende zullen kun nen uitvoeren om hun levensmiddelen en grondstoffen te kunnen betalen. Zoolang «.at niet het geval is, zullen do inwoners van weinig of iets moeten zien to loven, en daa, dit laatsto niet mogelijk is, ko men steeds weer de onafwendbare gevol gen van den oorlog: hongersnood cn pes tilentie. Het is te hopen, da^ Europa voL doende levenskracht zal overhouden om de maatschappij weer opnieuw op te bouwen, nadat w\j allen door dat duistere dat heengeworstold zullen zijn. „Hoo eerder er orde in Ruslaud komt on hoo eerder Duitschland en Oostenrijk producten tegen graan met Rusland zul len kunnen ruileu, hoe eerder de toestand zich ten goede zal kunnen keeren. Zonder hot goedkoope graan uit-het Oosten ko men de verarmde Europeesohe yolkercn niet weer op gang." Feuilleton Naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 53) Het was in ieder geval zeer waar- aciiijnlijk. Weer hield hij op. Zijn ge dachten draaiden in een kringetje rond en dat diende tot niets; en bo vendien was het hoognoodig, dat hij wat ging slapen, wilde hij. straks ■weer in staat zijn met vernieuwde krachten verder te trekken. Voordat hij dat editor deed ging hij naar don rand van het kamp en tuurde in don nacht. De ijskoude wind blies over de vlakte, er viel nog steeds een hagel- achtigo sneeuw cn hij rilde, wanneer hij aan de krankzinnigen dacht, die daar voorttrokken. .Arme kerels, mompelde hij, ais xe niet karopeeren, zullen ze zeker be vriezen. Hij keerde terug naar het vuur, gooide er nog wat versch brandhout op en legde zich neer om te slapen. Het duurde nog geruiinen tijd eer hij de dingen die hem zoo hinderden uit JxiTï crjiélos'liton lïr»n 1.-1ii.r.r\ lAllrArw, weer zag hij den krankzinnigen be stuurder van de slede voorbijtrekken door sneeuw en duisternis met een an deren krankzinnige achter hem op de slede. Na een poosje echter vervaag den die gedachten hoe langer hoe meet en eindelijk viel hij in een rustigen slaap. Hij werd den volgenden mor gen pas vrij iaat wakker. De sneeuw had opgehouden en de dag brak reeds door. Hij schudde de sneeuw af, stond op, strekte zich uit en keek toen naar zijn metgezellin. Oogenschijnlijk sliep ze nog en de sneeuw had haas zoo be- 1 dekt dat alleen vage omtrekken zicht- jbaar waren. Hij besloot haar niet 'wakker to maken, voordat het ontbijt gereed was, en hij begon flink wat hout op het vuur te gooien, opdat de ketel met steeuw die hij erop neerzet te, spoedig gesmolten zou zijn; daarna verliet hij bet kamp en begaf zich naar een plek waar hij, doordat zo wat hooger lag, een uitstekend ver gezicht had. Op hc hóógste punt geko men stond hij stil en tuurde in het rond. Zijn gezichtsveld was beperkt tot enkeb? mijlen aan eiken kant, maar terwijl hij daar stond, werd het langzamerhand helderder, zijn hori zon werd grooter en na eenigen tijd zag hij heel in de verte, afstekend tegen den loodgrijzen hemel, de twee heuvels, die hij den vorigen dag luid iHen bereiken. De kleine heuvels bij niet te zien, ook de rivier zelf niet, tengevolge van de terreinvorming, maar de verafgelegen heuvels hielpen hem zich zonder veel moeite op a» hoogte te stellen van de plaats waar hij zich ongeveer bevond. Nauwkeurig den geiheelen omtrek af ziende kwam hij tot do overtuiging, dat zij verder in da vlakte doorgedron gen waren dan hij eerst gedacht had; want zoo ver als hij kon zien, was hen terrein aan alia kanten heuvelachtig, nergens verbroken door boomen of door eenig levend wezen. Toch bleef hij nog kijken. Er waren'heuveltjes, die gemakkelijk het zien van een span honden zouden kunnen beletten en zoo was het mogelijk dat hij z© toch nog te zien kon krijgen, wanneer ze weer in de vlakte kwamen, want dan zou den ze duidelijk tegen de witte sneeuw afsteken. Maar hoewel lnj geruimen tijd bleef turen, zich naar allo vier de windrichtingen keerend, zag hij niets en hij was juist van plan naar het kamp terug te keeren, toen -ijn oog plotseling viel op een voorwerp, dat in de sneeuw lag en waarom heen zich een klein sneeuwbergje gevormd had. Hij keek er eenigen tijd naar, niet be grijpende wat het zijn kon, toen ging hij, door nieuwsgierigheid gedreven, naar de plaats waar het voorwerp lag, schopte de sneeuw weg en nam hét op- grootste verbazing op zijn gezicht, want het voorwerp, dat hij in zijn handen hield was één geweer, zorg vuldig opgeborgen in een hoes. Na enkele oogenblikken echter drong de volle beteekenis er van tot hem door. Dait moeten die krankzinnigen hebben laten vallen, toen Deze gö- dacihte, hardop uitgesproken, werd on middellijk gevolgd door een andere: Maar het was een heel eind hier vandaan, dat ze ons passeerden Met het geweer onder den arm be gon hij rond te loopen, zijn oogen strak op de sneeuw gevestigd en nu een poosje vond hij, wat hij zocht: een spoor van een slede, slechts heel vaag te zien, omdat het alweer bijna geheel met sneeuw bedekt was. Toen hij hierop stootte floot hij zaclijes voor zich uit en hij begon het te volgen. Hoewel bijna niet te zien, was het spoor voor zijn geoefende oogen toch gemakkelijk te volgen, en, na er zich van overtuigd t.e Jiebben, dat het spoor noordwaarts leidde, hoe langer hoe verder de vlakte in, stond hij gerui men tijd in die richting te staren, zonder ook maar ets van belang te kunnen ontdekken; daarna keerde hij met het geweer naar het kamp te rug. Mol lie EJkington was wakker en liep door het kamp, toen hij naderbij kwam zeido ze hem vriendelijk en op- Irt crnoAbtn mniviAn Ploljci'tino" vli'4 haar oog op wat hij droeg. Wat heeft u daar? vroeg ze haas tig. Een geweer! antwoordde hij. Ik vond het daar in do sneeuw. Iemand die over de vlakte trok, heeft het blijk baar verloren. Het meisje deed een stap naar vo ren en keelt nauwkeurig nn.ar het om hulsel. Toen schrok ze zichtbaar. AVat is er? vroeg Clancy snel. Dat omhulselIk weet zeker dat het van mijn vader is. Van uw vader? Ik ben er zeker van. Geef mij het geweer! riep het meisje uit. Wij kun nen frr ons onmiddellijk van overtui gen. Al de wapens van mijn vader zijn met zijn initialen gemerkt. Het is dus onmogelijk ons te vergissen. Nog terwijl ze sprak, nam ze Clan cy het geweer af en deed er de hoes af. In een oogen blik hnd ze 't geweer in handen, keek naar den kolf en gaf (toen een gil. Is het begon de korporaal. Ja! Ja' Ilier staan de initialen. Zij wees hem de plek aan, waar in zilver een monogram bevestigd was, dat uit de initialen van John El king- ton's naam bestond. Clancy keek er stom verbaasd naar. Nu was er geen twijfel meer mogelijk: het span honden, dat zij den vorigen avond gezien hadden, was hetzelfde, Aait Aa t.vveip halfbloeden van de. Kea rn ol locks gestolen hadden. Maar wie had het span dan geleid. Deze vraag bleef onbeantwoord en plotseling sprak Mollie weer, met trillenden stem Ik wist liet, ik wist hetGister avond wist ik het al! Zij keek in het rond. Wij moeten hem volgenWij moeten hem vinden! Clancy keek ook in 't rond, voor lvij sprak, hij kéelc naar de leege wereld in al zijn somberheid, hij zag liet zwak ke spoor over de sneeuwvlakte. Het zal heel moeilijk zijn, begon hij. Moeilijk! riap het meisje uit. Maar dat zal u toch zeker niet belet ten om dit te doen? - Neen, antwoordde hij onmiddel lijk. Maar het zal ook heel gevaarlijk zijn buitengewoon gevaarlijk. U moet me niet verkeerd begrijpen, ging hij snel voort, toen hij zag, dat ze wil de spreken. Ik denk heelemaal niet aan mezelf. Ik denk slechts aan u! Oh, riep het meisje uit. Maar ter- wille van mijn vader kan ik dezelfde gevaren trotseeren als u. Ik twijfel geen oogenblik aan uw geestkracht, antwoordde hij rus tig. Ik ben ten volle overtuigd van uw moed en uw doorzettingsvermogen- Maar u weet niet welke gevaren ei aan verbonden zijn. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 8