m U
\m
Schaakrubriek
1
16
0
1
Korporaal Clancy van
de Bereden Politie.
Mag van rijn geboorteland wappert. Het is
een alleraardigst gezicht. Langs de oevers en
pp de tallooze bruggen duizenden en nog eens
'duizenden toeschouwers, die telkens omtrent
den stand van zaken worden ingelicht door
Sen speaker, die met een grooten scheepsroe
per gewapend op de voorplecht van do bege
leidende stoom barken heeft plaats genomen.
En wanneer eindelijk elke deelnemer zijn
plaats heeft gevonden, dan zien we, dat de
Fransche kampioen Ribeyrol leidt.
Ik ontwaar te midden van de talrijke
bchuitjes mijn antïquairtje. die Plantenga be
geleidt De goede man is zoowaar enthousiast
en al brandt de zon en aJ krijgt, hij een klap
op zijn hoofd met een roeispaan van een
ijverigen roeier, hij vindt toch nog kracht en
tnoed om me toe te schreeuwen, een hartelijk
HollandBch: Da-a-agl
Hoe meer we het centrum van de stad na-
'deren, des te voller is het op de oevers. Op
een van de stoomschepen heeft een muziek
korps plaats genomen en duizendvoudig weer
galmt onder do bruggen welvingen de schoon
ste blaasmelodie. De zwemmers gaan onver-
"stoord verdor. Wel is er een enkeling, die het
opgeeft om zich in zijn roeibootje te laten hij-
schen, maar zij, wier prestaties ons het meest
belang inboezemen, de drie Nederlanders,
houden vol. Cor Zegger ziet zelfs kans om
zich derde te plaateen. En do speaker kondigt
zijn naam naar links en naar rechts met lui
der stemme aan
i ...trois, Cor Zeggèr, hollandais!
Nooit heeft die kreet: Hollander, Hollan
der luider in de Seine-stad weerklonken,
nooit ook zóó glorie-vol.
Om de zwemmers circuleeren hydroglisseurs,
wherries, stoomsloepen en waterfietsen, alle
versierd met vlaggen. En van de kanten en
de bruggen juicht het publiek de zwemmers
hartelijk toe.
i De stoomfluit gilde en we schoten vooruit
naar het eindpunt, om daar de deelnomers
af te wachten.
Daar was natuurlijk alles wat hóóg en of
ficieel was opgesteld. Daar hing ook een
'touwtje, hetwelk de zwemmers moesten aan
raken, ten toeken, dat zo de 8 kilometer, 200
meter hadden volbracht.
Opwinding bij 't publiek, hoera-geschreeuw,
Rebeyrol is nog steeds vooraan. En om 3 mi
nuten voor vijven, trekt hij, welverdiend, de
lijn, welke geste een gebrul en het volkslied
uitlokt. Dat was zéér schoon. Het publiek is
door het dolle heen en twee hoeren, die tè
veel wilden zien, gleden van de Kade af, het
water in. Luid klinken de kletsen, welke de
bewonderaars op den rug van Rebeyrol laten
neerkomen, water spettert in 't- rond, fototoe
stellen klikken en de filmkasten ratelen.
Sachner, een Italiaan, is tweede en 't pu
bliek is reeds minder enthousiast; bij den
aankomst van nummer 3 en vier hoort men
niets meer. En zoo bomen ze allen successie
velijk binnen4 is Cor Zegger, in 2 uur 20
'seconden, 7 van Sennus en 12 Plantenga.
Op de vestinire-hoot vinden we hen terug.
iVau Sennus laat zich masseeren, waar hij op
r't laatste moment krampen heeft gekregen.
Zegger en Plantenga staan onverstoord een
cigaretje te rooken. Daar zijn nog vele land-
genooten, wier enthousiasme over rt prijzens
waardig gedrag van do Nederlandersgroot
da. Het antiquairtje. staat Plantenga af te
'boenen, zóó verzichtig, alsof hij den Mozes
.van Michel Angelo in den schoonmaak had.
'En als we de boot verlaten, dan is er een
'meneer, die op ons tocstapt, hartelijk en
(joviaal, met een
Dag heeren, mag ik u beleefd bedanken
'en we houden ons aanbevolen
i Uit welke woorden ik meen op te mogen ma
ken, dat deze goede man van blijheid niet
wist. wat hij zeide.
H. A. TH. LESTURGEON.
DAMRÜBRIEK.
DamredaoteurJ. W. van Dartelen,
Haarlem, Roosveldstraat 70.
Alle correspondent! e. deze rubriek
betreffende, gelieve men te zenden
naar bovengenoemd adres
Oplossingen der problemen Nos. 488 en
489 worden gaarne ingewacht tot uiter
lijk Maandag 11 September a.s.
ONZE PROBLEMEN.
Id deze rubriek plaatsen wij een eind
spel van onzen grooten eindspel-compo-
C. Blankenaar.
ilet mooie, van de „Blankenaartjea"
zit 'm in de eerste plaats in den dikwijls
diep verborgen beginzot. Niet minder
aolioon zjjn do velo varianten, altijd frisch
en afwisselend, als gevolg van de schijn
baar vrije beweging der zwarte stukken.
Blankenaar's eindspellotjes zijn geen kun
stige, problematieke stamden, die men
met 66a ruk uit elkander laat vallen;
noon, het zijn met vernuft en overleg ge
strekte knoopen, die alleen de rechtge
aarde dammers kunnen ontwarren. Het
zijn damjuweeltjes van het zuiverste
water.
Voorts bieden wtf onzen lezers een
tweetal bijzonder fraaie problemen ter
ontleding aan van onzen vriend Sluiter.
He standen kunnen ons niet bekeren, do
oplossingen zijn echter zóó schitterend, dat
wij een woord van hulde aan den auteur
niet willen onthouden.
HET EINDSPEL.
Onderstaand eindspel Ne. 487 is een ju-
eeitje. Ten duidelijkste komt hier de
waarde van een tempo aan het Licht. Im
mers, juist op den zet af wint wit, of
zwart weet op bef, kantjo af remise
maken.
De vraag: gewonnen of remise? is voor
de meceto onzer lezers moeilijk to beant
woorden.
La tea we dan maar kortaf zeggen: wit
wint.
Stand: zwart schijven op 2 en 41, dam
op 4<5; wit twee dammen op 5 en 15, een
schijf op 38.
Men lette nu eens goed op den spel-
gang van wit, het loont in alle opzichten
de moeite.
L Wij, 3833; zwart 2S. Deze kan
niet 4147 spelen, dan zou wit mot
3329 gemakkelijk winnen.
2. Wit 154; zwart 818. Om dezelf
de roden als bij den Ion zet kan zwart
met 4147 geen dam halen, wegens wit
415, enz.
3. Wij 410; zwart 1218. Gedwongen
4. Wit 1015. Nn ie zwart verloren.
Op 18—22 speelt wit 33—28 en 15:30;
op IS23 slaat wit 5:28, zwart 4147
en wit 285, wint.
Hoe eenvoudig, 4,ala men den speelgang
weet"!
Nu een ander Bp el:
Wit: 38—33, 3329,
Zwart: 2S, 813.
Het spel is al remise; op wit 2924
of 23 offert zwart scJiyN 13 en gaat met
4147 naar dam.
Waar zit nu het verborgene
eindspel? Daarin, dat de zwarte schijf op
2 niet ruit 13 mag bezetten; dit te voor
komen. is wit's winst. En in den winst-
gang voorkomt hy dat, door als tweeden
zet 154 te spelen.
Speelt wit als dorden zet 415
plaats van 410. dan zwart
1218, maar nu heeft zwart
in handen. Want wit moet zotten en wel
ken zet hy nu doet, hy komt juist to laat,
om de winst binnen to halou. Op 3329,
zwart 1822, wit 410, zwart 2228 en
4147; op -410, zwart 1823 en 4147.
Waar wy hier de voornaamste spelgan-
gen hebben behandeld, kunnen enkele af
wijkende speelwijzen door onze lezers zelf
wel uitgewerkt worden.
No. 4S7. Auteur: O. Blankenaar, R'dara.
Gewonnen of remusse
ZWART
l
1
l 1
1 F
1
1
1 1
t
1
F
1
1
1 1
l
1
1
1 1
i
1
1
1 1
i
1
1
1 1
l
1
1
i
1391
l
i
SIM
i
48 47 48 49 50
WIT
(Ontleend aan „De Dnmsohool
Probleem No. 488.
Auteur: J. B. Sluiter, Aerdenhout.
(Eerste Publicatie.)
ZWART
Stand in cijfers: Zwart 10 schijven
2 8 9 12 17 18 26 31 32 en 35.
Wit 10 schijven op 16 23 24 25 28 29
37 39 42 en 44.
Probleem No. 489.
Auteur: J. B. Sluiter. Aerdenhout.
(Eerste Publicatie.)
ZWART
sa
i i i
1 1 O
u
J O
Ei! I
1 1
LJ
ft 1 1
i L
Ei 1
UI
IQ 1 1 1 1
i i
I II Oil
i i
in
1 O
46 41
48
WIT
<9 50
Stand in cijfers: Zwart 11 schijven öp:
t.'m. 12 20 24 29 34 en 37.
Wit XI schijven op: 18 21 22 23 28 33
36 38 44 4S en 50.
V»or beide vraagstukken geldt „Wit
speelt en wint".
OPLOSSINGEN.
Oplossing Eindspel No. 481;
(W. van Daalen.)
Wit: 22—17 17—12 32—28 12:3 5—37.
Zwart: 43:25 7—11 A. B. C. D. E. 23:21
2127 (beste) verloren.
A Wit: 12:1 35—30 82—28 1:16.
Zwart: 10—14 14—20 P. 25:34 23:21
verloren.
B. Wit: 12:1 4S-r43 43—39 27—2L
Zwart: 10—15 19—24 (beste) 13—19
(beste) 24—29 (beste) 19—24 G. H. L
Wit: 32—28 1:37.
Zwart: 23:32 verloren.
C. Wit: 12:1 1:4 4:18 18—34 27—22 enz.
Zwart 19—24 23—28 28:37 37—41
4146 of 47 verloren.
D. Wit: 12:1 35—30 32—28 1:5.
Zwart 25—30 30—34 J 34:25 23:21
verloren.
E. Wit: 27:9 9—4.
Zwart: 1822 7:1S verloren.
P. Wit: 27—22 1:49.
Zwart 19—24 18:3S verleren.
G. Wit: 39:30, 35—30, 32—28 1:46
41:14.
Zwart: 29—34 25:34 34:25 23:32,
25—30 (baste) 30—34,
Wit: 1423 2850 bRjft öp de lijn
6—50.
Zwart: 3440 4045 verloren.
II. Wit: 32—2S 1:41.
Zwart: 1320 23:32 verloren. V
I. Wit: 39—34 1:45.
Zwart: 1822 29:40 verloren.
J. Zwart: 1924 18:33 verloren.
Hen auteur ons compliment voor dit
schitterennd eindspel!
No. 482 (W. van Daalen) Wit: 32—28
36—31 29—23 40—35 47—42 35:2. 2:48
Zwart steeds gedwongen.
No. 483 (J. B. Sluiter.) Wit: 34—30
12:23 30:8 27:18 37;10 25:3 en wint
Deze vraagstukken werden correct op
gelost door de heereu W. van Daalen
(No. 483)_ W. C. Groaning», H. G. en W.
J. Teunisse, J. van Looy (alloen no. 482),
J. Siogerist, P. A. Nooy, S. M. Mous. M.
Bonko en H. Boks. allen to Haarlem; P.
J. Eypo en A. Slinger, beide te Schoten.
Do „Haarlemeche Damclub" vergadert
des Maandagsavonds van 71/212 uur
in het gebouw „Do Korenbeurs Spaarnc
36. Bezoekers zjjn steeds wolkom.
De Damolub Haarlem vergadert eiken
Woensdag van 8—12 uur in Café Brink-
ma nn, Bezoekers zyn steeds welkom.
De Damclqb T. E. P. vergadert Dins
dags van 811 uur in het gebouw van
do St. Jozefs Gezellenvoreeniging in de
Jnnsstraat. Bezoekers zjjn steeds welkom.
Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak»
redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem
PROBLEEM No. 154.
Mat ln twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kg5, Da6, Pd«, Pg4, b3, e3.
Zwart i Kd5, La8, Pa3, Pd3, b4, efl.
Schaakwerkje uitgeloofd.
Ter aanmoediging stellen wij Dufresne'a gebonden „Kleines Lehrbuch des
Schachspiela" (542 blx., 9e verbeterde drak, bewerk» door Jacques Mieses)
ter beschikking voor het juist oplossen van dit probleem. Zijn er meerdere
goede oplossers, dan moet het lot beslissen. Alle variauten moeten worden
opgegeven, de „dreiging" telt voor één yarlantmaximum aantal punten
5; voor elke niet opgegeven of foutieve variant wordt één punt afgetrokken.
Tijd voor Inzending: tot en met Vrijdag a.s.
Party No. 141.
Gespeeld in bovenvermeld tournooi,
31 Juli 1922.
Wit!
A. Al j e chln
(Zürich).
Zwart:
Prof. D. Marotti
(Viareggio).
Geweigerd Dame-gambiet.
d2—d!
1
d7—dö
c8—c4
2
Pg8-f«
c4Xd5
a
P16xd5
e2—e4
4
Pd5-bG
Pbl—c3
5
«7-g6
Pgl-f8
6
Lc8-g4
Lel—e3
7
Lf8-g7
Lfl—e2
8
0-0
Ddl d2
9
Lg4Xf3
g2Xf3
10
e7—eö
d4—d5
11
DdS—e7
h2—h4
12
h7—h5
0-0-0
13
Pb8—d7
Kcl—bl
14
a7—a6
Tdl-cl
15
Ta8—c8
Pc3—dl
16
Lg7—fG
Ls3h6
17
Tf8-e8
Pdl—e3
IS
Kg8-h8
Thl-gl
19
Te8—g8
Le2—ft
20
Pd 7—f8
Lfl—h3
21
Te8-d8
Lh6Xf8
22
De7Xf8
TclXc7
23
Lf6Xh4
Tc7Xb7
24
Td8 - dG
Tgl-cl
25
Lh4-d8
Tel—c6
28
Tg8-g7
Dd2—b4
27
Opgegeven
1) Beter is, het Paard naar fG terug
te trekkeD.
2) Wanneer Zwart met een der
Torens zou terugnemen, volgde 23.
P«3—f5, dreigend Dd2-h6f.
8) Want het Paard gaat verloren,
omdat de Toren op d6 gedekt moet
worden, die niet kan ruilen, wegens
Db4xf8f.
Oplossing Probleem Ko. 150
Stand der stukken:
Witi Kc8, Dhl, Lc2, Le7, Pb4, Pd8,
d2, e2, e6, g3.
Zwart: Ke5, Ta3, Lh5, Pc7, a4, b5, f2,
f3, g6, h3.
1. Dhl—fl,
Ke6—d4; 2. e2—«3f, Kd4— e5; 3.
d2—d4f.
2.TaSXe3; 3.
Pd8—c6f.
Ta3—c3; 2. Dfl—al, Pc7—d&f; 3.
Pb4c6f.
2. anders; 3.
Dalxc8+.
f3xe2; 2. DflXf2, Ta8-d3; 3. Df2-f4f.
2,Pe7xe8; 3.
Pd8—c6f.
2. anders3.
d2—d4f.
Ta3-d3; 2. Lc2Xd3, 8. Dfl-alf.
anders2. Pb4c6f, Keëdö3.
e2—e4f.
Correspondentie.
Haarlem. F. F. Uw 2-zet ont
vangen; overeenkomstig uw nader
verzoek zal worden gehandeld.
Schoten. H. W. v. D. M. i. faalt 1.
Dhlbl na 1.Ke5d4 en 1.
02—e3 na 1.Ta8—d3. Joh. v. T.
Na 1. e2—e3, Ta3-d3; 2. Dhl—alf
kan Zwart spelen 2.Ke5f5
en mat volgt niet.
i. Dhl—bl faalt na 1.
Ke5—d4.
Het tournooi te Londen.
Van 81 Juli—19 Augustus is te Londen, in de „Central Hall", Westminster, het congres van den Britschen
Schaakbond gehouden, dat belangrijk ia geweest omdat daaraan was verbondenieen internationaal meestortournooi.
Jammer alleen, dat de Duitschers waren uitgesloten, zoodat o.a. de ex-weieldaampioen dr. Em. Lasker niet van
de partij kon zijn. De tegenwoordige'- champion of the world, J. R. Capablanca, die wèl in het strijdperk trad,
heeft schitterend bewezen dien titel mei osre to kunnen voeren. De wedloop om de eerste plaats tusschen
Capablanca, Aljechin, dr. Viömar, Rubinstein en Bogoljubow is echter belangwekkend geweest. Zooals men weet,
was de Nederlandsche meester Max Euwe, uit Amsterdam, tot dien wedstrijd toegelaten. Zijn resultaat kan eon
noderlaag genoemd worden, niettemin heeft hij tegen de prijewinners Bogoljubow, Réti en Maroczy remise gemaakt
en bijna allo mindere goden verslagen.
De onderstaande tabel geeft den eindstand:
DEELNEMERS
p
a
I Rub.
dr. T.
2
V
w
to
a
3
Mor.
Watson
prof. M.
Totaa
Prijs
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
IS
14
15
16
1
Capablanca
J
V.
1
V.
1
1
V.
Vt
1
1
l
1
1
1
1
1
13
I
2
Aljechin
Vt
R
1
v.
V.
V.
Vt
1
1
l
1
7.
1
1
1
"7.
II
8
dr. Vidmar
0
V.
A
0
l
V.
1
V,
1
Vt
l
1
l
1
1
11
III
4
Rubinstein
v.
0
i
O
V.
V.
1
1
V.
0
1
7,
l
1
1
1
107,
IV
5
Bogoljubow
0
V.
0
V.
u
V.
1
1
0
1
V.
0
l
1
1
1
9
V
6
Réti
0
V.
V.
V.
V.
L
V,
Vt
l
1
V.
l
0
1
0
1
87.
ivy
7
dr. Tartakower
V.
V.
0
0
0
V.
c
V.
l
0
1
l
1
Vt
1
1
87.
i /VII
8
Marociy
V.
Va
V.
0
0
V.
v.
A
l
V»
Vt
l
Vt
0
1
1
8
1 VIII/
9
Yates
0
0
0
V,
l
0
o
0
P
l
1
l
l
1
7.
1
8
1 'IX
10
Atkins
0
0
i
0
0
l
Vt
0
A
0
l
V.
V.
0
1
6
11
Euwe
0
0
0
0
V.
V.
0
V.
0
l
B
0
l
0
l
1
57.
12
Snosko Borowsky
0
0
0
V.
l
0
0
0
0
0
l
L
l
V.
l
0
5
13
Wahltuch
0
V.
0
0
0
l
0
V.
0
Vt
0
0
A
l
l
7.
5
14
Morrison
0
0
0
0
0
0
V.
1
0
Vt
l
V.
0
N
0
l
47.
15
Watson
0
0
0
0
0
1
0
0
Vt
l
0
0
0
l
C
l
47.
prof. Marotti.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
V.
0
0
A
IV.
Binnenland
VADERZORG. Dezer dagen ver
dronk een 10-jari knaapje aan het
zoogenaamde stille strand te öeheve-
nir.gen. Een correspondent van het
,,N. v. d. Dag" geeft van het gebeur
de de volgende lezing:
't Was kwart voor vier, toen op het
tweede strandvak eenige betrouwba
re personen beweerden, dat zij een
jongentje, dat in zee baadde, niet
meer zagen, nadat zij bet kort te vo
ren Laducn. Men vreesde
vdua een ongeluk. Met opzet xcggea
we nier „betrouwbare" personen, om
dat herhaaldelijk medeüeelingcu van
dezen aard worden gedaan, die op
fantasie of vergissing berusten. On
langs heeft een voetbal die per abuis,
ver in zee was geschopt, een ganscheu
middag de strandbezoekers veront
rust, omdat men dien bal voor het
hoofd van een ver-afgedrevon zwem
mer hield.
„Op de mededeeling dan van de
betrouwbare personen werd oumid
dellijk alarm geblazen door de koens
redders van do Reddingsbrigade en
de hulpvaardige leden van het Hulp
corps. Met alle materiaal ging men
zee in en in minder dan {reen tija
was de aanvoerder 120 a 150 Meter in
zee. Er werd niets ontdekt en inet do
vele kijkers, zelfs van heb duin af,
zag men niets. De brigades keerden
dus terug. Er stond een sterke zuid
oostenwind en in de zee was duidelijk
een zeewaartsche stroomiug te be
speuren. Wanneer daarin een kind
mocht terechtgekomen z.jn kon het
niet anders of het was onder water
door een heel eind weggezogèu.
„Hoewel niets te vinden was ge
weest, ging men toch op zoek naar
do kleeren, die hot bewijs zouden lo-
veren, dat er iemand vermist was.
Bij alle onbeheerde stelletjes kleeren
werd postgevat, maar overal daagden
successievelijk de eigenaren op.
„Meer dan twee uur later trof men
in de duinen een man aan bij een
hoopje kinderkleeren en dezo man
bleek eenigszins ongerust over zijn
10-jarig zoontje dat zoo-even"'
let op het zooeven! in ;ii zwem
pakje van hem weggegaan was. Spoe
dig bleek dat 't de kleeren van 't ver
dronken knaapje warer en dat de
man die er bij was de vader was dio
waarschijnlijk twee uur in do duinen
had liggen slapen! Van do conster
natie op het strandvak waar duizen
den menschen bijeen waren, van het
gai-sche reddingswerk dat meer dan
een half uur dertig kloeke kerels in
meer of mii dei groot levensgevaar
1-ad gehouden, had hij niets be
speurd'
DE LANDBOUW IN RUSLAND.
In het jongste nummer van het week.
blad In- en Uitvoer wjjdt de heer G. Kru.
soman aan bovenstaand onderwerp een
vr(j uitvoerige beschouwing, waarin lijf
tot slot o a. hot volgende opmerkt:
„De toekomst, van Rusland ligt ia sca
beter ontwikkelden landbouwstand, do toe
komst ligt in oen ruimere voortbrenging
van landbouwproducten, doch daartoe
moet er orde en veiligheid heerSohen;
zoolang het recht zal zijn om te plunde
ren en om dood te maken, wat andera
denkt, dan den heersohers welgevallig is,
zoolang zal Rusland verhongeren. Eerst
wanneer hij,-die voortbrengt, zelcor is van
de opbrengst van do producten van zjjn
werk en wanneer de andersdenkende ze-
kor is van zyn leven en zjjn vrykeid, kaa
Rusland weer beginnen op te klimmen
naar welvaart en overvloed, Zoolang
willekeur sterker is dan reeht is hulp on
mogelijk en is stoun slechts uitstel van
executie.
vWy moeten er dus op rekenen, dat er
in de eerstkomende jaren geen graan, vla»
of vet van betoekenis uit Rusland zal
komen. De rest van Europa moet dan le
ven van do oogsten van Amerika, IndiS
on Australië. Een van tweeën is dan waar
of do prijzen van graan znlleu zeer boog
zy'n. omdat er te weinig aanbod is voor
de behoefte, of eon groot deel van Europa
zal vael te weinig te eten hobben, omdat
hot aanbod niet kan worden afgenomen.
Ik vrees," dat dit laatste het goval zal
zjju, en dan ïb het gevolg daarvan, dat
tallooze Duitsobers en Oostenrijkers va*
gebrek en ellende zullen omkomen, voor
dat de omstandigheden weer wat normaal
zuilen zijn geworden.
De toekomst van Europa hangt er ge
heel van af of do inwoners dor onder
scheidene landen voldoende zullen kun
nen uitvoeren om hun levensmiddelen en
grondstoffen te kunnen betalen. Zoolang
«.at niet het geval is, zullen do inwoners
van weinig of iets moeten zien to loven,
en daa, dit laatsto niet mogelijk is, ko
men steeds weer de onafwendbare gevol
gen van den oorlog: hongersnood cn pes
tilentie. Het is te hopen, da^ Europa voL
doende levenskracht zal overhouden om
de maatschappij weer opnieuw op te
bouwen, nadat w\j allen door dat duistere
dat heengeworstold zullen zijn.
„Hoo eerder er orde in Ruslaud komt
on hoo eerder Duitschland en Oostenrijk
producten tegen graan met Rusland zul
len kunnen ruileu, hoe eerder de toestand
zich ten goede zal kunnen keeren. Zonder
hot goedkoope graan uit-het Oosten ko
men de verarmde Europeesohe yolkercn
niet weer op gang."
Feuilleton
Naar het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
53)
Het was in ieder geval zeer waar-
aciiijnlijk. Weer hield hij op. Zijn ge
dachten draaiden in een kringetje
rond en dat diende tot niets; en bo
vendien was het hoognoodig, dat hij
wat ging slapen, wilde hij. straks
■weer in staat zijn met vernieuwde
krachten verder te trekken. Voordat
hij dat editor deed ging hij naar don
rand van het kamp en tuurde in don
nacht. De ijskoude wind blies over de
vlakte, er viel nog steeds een hagel-
achtigo sneeuw cn hij rilde, wanneer
hij aan de krankzinnigen dacht, die
daar voorttrokken.
.Arme kerels, mompelde hij, ais
xe niet karopeeren, zullen ze zeker be
vriezen.
Hij keerde terug naar het vuur,
gooide er nog wat versch brandhout
op en legde zich neer om te slapen.
Het duurde nog geruiinen tijd eer hij
de dingen die hem zoo hinderden uit
JxiTï crjiélos'liton lïr»n 1.-1ii.r.r\ lAllrArw,
weer zag hij den krankzinnigen be
stuurder van de slede voorbijtrekken
door sneeuw en duisternis met een an
deren krankzinnige achter hem op de
slede. Na een poosje echter vervaag
den die gedachten hoe langer hoe meet
en eindelijk viel hij in een rustigen
slaap. Hij werd den volgenden mor
gen pas vrij iaat wakker. De sneeuw
had opgehouden en de dag brak reeds
door. Hij schudde de sneeuw af, stond
op, strekte zich uit en keek toen naar
zijn metgezellin. Oogenschijnlijk sliep
ze nog en de sneeuw had haas zoo be-
1 dekt dat alleen vage omtrekken zicht-
jbaar waren. Hij besloot haar niet
'wakker to maken, voordat het ontbijt
gereed was, en hij begon flink wat
hout op het vuur te gooien, opdat de
ketel met steeuw die hij erop neerzet
te, spoedig gesmolten zou zijn; daarna
verliet hij bet kamp en begaf zich
naar een plek waar hij, doordat zo
wat hooger lag, een uitstekend ver
gezicht had. Op hc hóógste punt geko
men stond hij stil en tuurde in het
rond. Zijn gezichtsveld was beperkt
tot enkeb? mijlen aan eiken kant,
maar terwijl hij daar stond, werd het
langzamerhand helderder, zijn hori
zon werd grooter en na eenigen tijd
zag hij heel in de verte, afstekend
tegen den loodgrijzen hemel, de twee
heuvels, die hij den vorigen dag luid
iHen bereiken. De kleine heuvels bij
niet te zien, ook de rivier zelf niet,
tengevolge van de terreinvorming,
maar de verafgelegen heuvels hielpen
hem zich zonder veel moeite op a»
hoogte te stellen van de plaats waar
hij zich ongeveer bevond.
Nauwkeurig den geiheelen omtrek af
ziende kwam hij tot do overtuiging,
dat zij verder in da vlakte doorgedron
gen waren dan hij eerst gedacht had;
want zoo ver als hij kon zien, was hen
terrein aan alia kanten heuvelachtig,
nergens verbroken door boomen of
door eenig levend wezen. Toch bleef
hij nog kijken. Er waren'heuveltjes,
die gemakkelijk het zien van een span
honden zouden kunnen beletten en zoo
was het mogelijk dat hij z© toch nog
te zien kon krijgen, wanneer ze weer
in de vlakte kwamen, want dan zou
den ze duidelijk tegen de witte sneeuw
afsteken. Maar hoewel lnj geruimen
tijd bleef turen, zich naar allo vier de
windrichtingen keerend, zag hij niets
en hij was juist van plan naar het
kamp terug te keeren, toen -ijn oog
plotseling viel op een voorwerp, dat in
de sneeuw lag en waarom heen zich
een klein sneeuwbergje gevormd had.
Hij keek er eenigen tijd naar, niet be
grijpende wat het zijn kon, toen ging
hij, door nieuwsgierigheid gedreven,
naar de plaats waar het voorwerp lag,
schopte de sneeuw weg en nam hét
op-
grootste verbazing op zijn gezicht,
want het voorwerp, dat hij in zijn
handen hield was één geweer, zorg
vuldig opgeborgen in een hoes. Na
enkele oogenblikken echter drong de
volle beteekenis er van tot hem door.
Dait moeten die krankzinnigen
hebben laten vallen, toen Deze gö-
dacihte, hardop uitgesproken, werd on
middellijk gevolgd door een andere:
Maar het was een heel eind hier
vandaan, dat ze ons passeerden
Met het geweer onder den arm be
gon hij rond te loopen, zijn oogen
strak op de sneeuw gevestigd en nu
een poosje vond hij, wat hij zocht:
een spoor van een slede, slechts heel
vaag te zien, omdat het alweer bijna
geheel met sneeuw bedekt was. Toen
hij hierop stootte floot hij zaclijes voor
zich uit en hij begon het te volgen.
Hoewel bijna niet te zien, was het
spoor voor zijn geoefende oogen toch
gemakkelijk te volgen, en, na er zich
van overtuigd t.e Jiebben, dat het spoor
noordwaarts leidde, hoe langer hoe
verder de vlakte in, stond hij gerui
men tijd in die richting te staren,
zonder ook maar ets van belang te
kunnen ontdekken; daarna keerde hij
met het geweer naar het kamp te
rug.
Mol lie EJkington was wakker en liep
door het kamp, toen hij naderbij
kwam zeido ze hem vriendelijk en op-
Irt crnoAbtn mniviAn Ploljci'tino" vli'4
haar oog op wat hij droeg.
Wat heeft u daar? vroeg ze haas
tig.
Een geweer! antwoordde hij. Ik
vond het daar in do sneeuw. Iemand
die over de vlakte trok, heeft het blijk
baar verloren.
Het meisje deed een stap naar vo
ren en keelt nauwkeurig nn.ar het om
hulsel. Toen schrok ze zichtbaar.
AVat is er? vroeg Clancy snel.
Dat omhulselIk weet zeker dat
het van mijn vader is.
Van uw vader?
Ik ben er zeker van. Geef mij het
geweer! riep het meisje uit. Wij kun
nen frr ons onmiddellijk van overtui
gen. Al de wapens van mijn vader
zijn met zijn initialen gemerkt. Het
is dus onmogelijk ons te vergissen.
Nog terwijl ze sprak, nam ze Clan
cy het geweer af en deed er de hoes
af. In een oogen blik hnd ze 't geweer
in handen, keek naar den kolf en gaf
(toen een gil.
Is het begon de korporaal.
Ja! Ja' Ilier staan de initialen.
Zij wees hem de plek aan, waar in
zilver een monogram bevestigd was,
dat uit de initialen van John El king-
ton's naam bestond.
Clancy keek er stom verbaasd naar.
Nu was er geen twijfel meer mogelijk:
het span honden, dat zij den vorigen
avond gezien hadden, was hetzelfde,
Aait Aa t.vveip halfbloeden van de. Kea
rn ol locks gestolen hadden. Maar wie
had het span dan geleid. Deze vraag
bleef onbeantwoord en plotseling
sprak Mollie weer, met trillenden stem
Ik wist liet, ik wist hetGister
avond wist ik het al! Zij keek in het
rond. Wij moeten hem volgenWij
moeten hem vinden!
Clancy keek ook in 't rond, voor lvij
sprak, hij kéelc naar de leege wereld
in al zijn somberheid, hij zag liet zwak
ke spoor over de sneeuwvlakte.
Het zal heel moeilijk zijn, begon
hij.
Moeilijk! riap het meisje uit.
Maar dat zal u toch zeker niet belet
ten om dit te doen?
- Neen, antwoordde hij onmiddel
lijk. Maar het zal ook heel gevaarlijk
zijn buitengewoon gevaarlijk. U
moet me niet verkeerd begrijpen, ging
hij snel voort, toen hij zag, dat ze wil
de spreken. Ik denk heelemaal niet
aan mezelf. Ik denk slechts aan u!
Oh, riep het meisje uit. Maar ter-
wille van mijn vader kan ik dezelfde
gevaren trotseeren als u.
Ik twijfel geen oogenblik aan
uw geestkracht, antwoordde hij rus
tig. Ik ben ten volle overtuigd van
uw moed en uw doorzettingsvermogen-
Maar u weet niet welke gevaren ei
aan verbonden zijn.
(Wordt vervolgd).