Van Kunst en Kunstenaars
De iournaüste
Familieberichten
Letteren en Knnst
Gemengd Nieuws
Onze hGlihoek
ties nog vaak tegenkomt, en die ook'
een wederom voor zijnen tijd buitenge
wone zuivere gevoeligheid bezat. Zoo
ge een der fijnste kanten van den jonge
ren Karsen zoudt willen belichten, kondt
ge- wijzen op diens kinderlijken eerbied
voor zijns vaders arbeid, waarover h;j
met onverholen bewondering kan spre
ken, daaraan een waardemeter aanleg
gend, die in de toekomst wel weer eens
juister zou kunnen blijken, dan gerui-
mea tijd geweest is. Uit Karsen's om
gang met de „mannen van 80" zijn een
aantal vriendschapsbanden onverslapt
gebleven en men vindt dan ook zonder
verwondering onder degenen die voor
deze expositie een comité van organisa
tie vormden, mannen als Floris Verster
en Albert Verwey terug.
Wanneer we nu door de groote zaal
bij Muller hebben rondgewandeld en
onder de schilderijen, een tikje weemoe
dig soms, verschillende oude kennissen
hebben aangetroffen, voor 't eerst gezien
in een tijd, die voor ons weer de jeugd
jaren uitmaakte, dan beseffen we eerst
recht hoe moeilijk het is daarover iets ;e
schrijven, dat meer is dan bloot geleuter
op eenigszins kunstige wijze tot leesbaar
proza gefantaseerd. Over Karsen als
mensch-type zou nog veel tc schrijven
zijn, voor zijn werk geldt, wa. eigenlijk
voor alle schilderkunst geldt, dat het
gezien en niet bepraat moet woiden. Dat
is wel te doen, maar bet blijft altijd een
ijdel bezig zijn, dal noch den lezer, noch
den schrijver eenig geluk verschaft. Ik
herinnervmij altijd een juffrouw ik
ben haar naam gelukkig al weer lang
kwijt geraakt die voor Elsevier's
Maandschrift een artikel over Karsen's
kunst Jokken" moest. Zilcken was toen
redacteur van dat tijaschrift en hij bad
de flair voor die bezigheden altijd weer
nieuwe en frissche krachten te vinden,
die juist omdat ze zoo frisch waren en
zoo nieuw, de,moeilijkheid van hun taak
niet bemerkten en aan den slag togen
met een zelfverzekerdheid, waar een an
der niet van terug heeftj De juffrouw
werd met een collectie werken van den
kunstenaar alleen gelaten, de altijd ga
lante Zilcken ihaaldo spoorslags een
doosje fijne bonbons voor liaar, waar
mee. ze zich op temperatuur kon houden
en het artikel, dat, als ik tn'j goed her
inner, nog niet tot het slechtste behoor
de, wat over onzen artist gezegd is, werd
aldus geconcipieerd, in Elsevier opge
nomen. Men zal mij wel willen geloo-
ven als ik zeg dat ik geen bonbons van
noode heb om mijn waardeering voor
Karsen's levenswerk onder woorden 'e
brengen, maar ik zou het nut van dit
kleine feuilleton veel hooger aanslaan
zoo het mijn lezers mocht kunnen bewe
gen, zelf die tentoonstelling te gaan
zien. Voor hen, die dezen raad volgen,
mogen dan nog een paar aanwijzingen
dit stukje besluiten.
Als men de groote zaal in de Doelen
straat binnenkomt, moet men zich even
over een hindernis heenzetten. Alle schil
derijen, op enkele uitzonderingen na.
zijn van niet groot formaat en in de
geornamenteerde gouden lijsten gezet.
die voor twintig jaar de alleenheer
schappij voerden, en als Louis XIV lijs
ten hekend waren. Ze zijn te goud en 'e
breed voor veel van Karsen's schilder
werk (ikzeg niet, voor alles) en vooral
nu, bijeengehangen, maakt liet een wand
tot een muur vol opdringend gouden ko
zijnen, waarin het subtiele gelaat van
zijn kunst zich geheel terugtrekt. Men
bezie dit'werk stuk voor stuk cn van
dichtbij, dan is die hindernis ondervan
gen.
Op een paar standaards afzonderlijk,
midden in de zaal vindt ge dadelijk een
paar zeer mooie stalen van deze kunst.
Een Namiddag (94), houdt nog een ze
ker verband met de kunst der Hage
naars en der Franschen, het heeft den
gloed van een rijpen Weissenbruch. Op
een ander standaard het schilderijtje
„Op den middag" is geheel hemzelf. Er
is een prachtig werkje „Stemming" ge-
heeten (35) en dit is een ber.am\ng die
feitelijk op elk werk past. Het is alles,
stemmingskunst en het is de stemming
van de Pastorale van Beethoven, die
KaTsen in zijn beste momenten zioh ver
want voelt. Een klein werkje als het
„Opkomen van den Dauw", ademt voor
mijn gevoel dien muzikalen geest, die in
veel van dit werk te vinden is, in beel
sterke mate. Het muzikale en het
sprookje voel ik sterk in werken als bet1
„Vallen van den Nacht" (86) en vooral
Rijnsburg (7)» 200 in Ochtend (77) met
de lichte scheepje? en het weemoedig
st ille Najaar (59). Maar wat zal ik u ver
der met een opsomming vervelen van
dingen die ge onder bijna honderd wer
ken met moeite zoudt terugvinden, al
leen omdat ze op mij nu ju-st weer toe
vallig een zekere impressie gemaakt heb
ben. Ik herhaal: gaat het zelf zien ea
laat her op u inwerken. Dan gaat ge er
van zelf die uit apart zetten die met uw
eigen zielegesieldheid het meest corres-
pondeeren en al speurend gaat ge er
genegenheid voor koesteren. Karsen's
werk wil welwillend benaderd zijn en
niet eigenwijs met een enkel etiket ge
classificeerd. Het is niet donker en triest
en houterig of dor al die dingen heb
Ik wél hooren zeggen doch het eischf
een milieu, letterlijk en figuurlijk, waar
dc klank van zijn karakter weerklank
vindt. Deze tentoonstelling bewijst dat
die milieu's gelukkig nog te vinden zijn.
J. H. DE BOIS.
Rubriek voor dragen
.VRAAGIk heb me met 1 Novem
ber verhuurd en reeds een gedeelte
van den Godspenning ontvangen. Ik
zie echter van die betrekking af en
wil het ontvangen geld teruggeven.
Ben ik dan nog strafbaar?
ANTWOORD Men kan schadever
goeding van u verlangen.
VRAAG Heeft een Duitsch dienst
meisje, dat vier weken met vacantie
gaat, recht op kost- en reisgeld? Zoo
ja, hoeveel?
ANTWOORD: Het kostgeld wordt
aan Duitsche dienstmeisjes gegeven
juist zooals aan Hollandsche: d-i.fl
daagsover reisgeld wordt gewoonlijk
bij het verhuren de afspraak gemaakt.
Er bestaan daarvoor geen vaste regels
VRAAG: Toen een onzer kippen ge
slacht werd, spoot een waterachtige
vloeistof uit haar achterlijf. De inge
wanden waren omgeven door zeer
vele witte knobbeltjes. Wat scheelde
het beest?
ANTWOORD: Dit is uit 'dc verte
niet te bepalen.
VRAAG: Mijn kippen hebben 'dik
opgezwollen oogen. Wat is hiertegen
te doen
ANTOORD- Geef uw kippen 2 maai
idoags elk drie piUen ter grootte van
een knikker, gevormd van een meng
sel van gelijke deelen poeder van
Gemberwortel, Fenegriek en groene
zeep, de oogen eens per dag met een
zacht linnen lapje goed schoonmaken,
vervolgens ?cn druppel 1 oplossing
^van nitras argenti in het oog laten
vallen.
VRAAG: 1. Moeten van 'n nalaten
schap, welke op de postspaarbank
staat, successierechten worden be
taald? 2. Hoeveel geld per duizend
gulden?
ANTWOORD: 1. Ja.
2. Dat hangt van den graad van
bloed- of aanverwantschap af waarin
de overledene tot de erfgenamen
stond.
.VRAAGIk behandelde do wasch
voor twee dienstboden en werd per
dne_ maanden betaald. Een der meis
jes is tusschentijds ontslagen, de an
dere ging 20 Juli met vacantie. Toen
ik 1 Augustus de wasch kwam halen
was de familie uit tot September.
Toen ik nu 4 September aankwam,
kreeg ik de boodschap dat de meisjes
zelf zouden wasscheu en werd mijn
geld gekort op mijn rekening Mei—
Aug. Heeft mevrouw hier het recht
toe?
ANTWOORD :Neen, daar het niet
uwe schuld is dat gij het wasschen
niet hebt kunnen bewerkstelligen.
VRAAGl.Op welke dagen en
uren vertrokken do booten van Am
sterdam naar de Lemmer? 2. Varen
deze booten niet al' aan de De Ruy-
ANTWOÓRD1. Vertrek van Am
sterdam dagelijks (behalve Zondag)
11.30 n.m. 2. De Ruyterkade, steiger 6
VRAAGKunt u mij eenige adres
sen van woningbouwvereenigingen op
geven, waar ik mij kan laten inschrij
ven voor een woning van pl.m 6
per week'
ANTWOORD Wend n tot den op
zichter in onze Tijdingzaal, Groote
Houtstraat 93.
VRAAGIs het mogelijk, als land
bouwer-emigrant naar Australië te
gaan wanneer men onbemiddeld is?
Zoo ja, tot wien moet men zich dan
enden? Het betreft hic- een gezin
bestaande uit man, vrouw en kind.
ANTWOORD: Wend 1 tot de ge
meentelijke Arbeidsbeurs, Nieuwe
Gracht 3.
VRAAG Welke zijn do adressen
van de secretarissen van de verschil
lende bouwvereenigingen te Haar
lem?
ANTWOORDWend u tot den op
zichter in onze Tijding:. -J, Groote
Houtstraat 93.
VRAAG: Mijn poesje heeft al een
dag of tien diarrhee. Ze heeft nog al
veel vleesch gehad. Wat is hiertegen
te doen
ANTWOORD: Consulteer een die
renarts.
VRAAG: Mjjti bediende is ziek en
moest worden geopereerd. 1. Gaat het
loon door? 2. Hoelang? 3. Hob ik met
de operatiekosten niets te maken?
ANTWOORD: lo. Ja, 2o. Tot zoolang
als na gedane opzegging met inachtne
ming van de bjj dc wet gestelde termij
nen do dienstbetrekking eindigt. 3o. Neen
maar u moet voor de verpleegkosten ge
durende oen redelijken tijd opkomen.
VRAAG: Ik ben voor de Gem. Veb-
sen in de Pers. belasting aangeslagen
Daar een huurwaarde van f 20. (Dj.
1922).
1. Mijn wekelijksche huur is f 5,90.
Is dit juist?
2. Welke meubelen zijn vrij van
aanslag? Mijn jaarlijksch inkomen is
DERDE BLAD
Trijdag 22 September 1921.
Eouard Karsen. Een overzichtsten
toonstelling van zijn werk, bij Frederit:
Muller en Co., te Amsterdam: vrij toe
gankelijk. Professor Prinsen, verle
den Zaterdag Robbers' „De Nederland-
Bche Litteratuur na 1880", besprekend,
zegt daar in den aanvang onder meer
ditHet is te hopen, dac sommigen
van hen, die in de intimiteit van den
(Nieuwen Gidskring der eerste jaren
vooral, hebben geleefd, eeas uitvoerige
mémoires aanleggen, die misschien over
gen halve eeuw kunnen worden uitge
geven. Er hebben daar psychische en
physische elementen gewerkt buiten
■welker kennis dc nakomelingschap niet
zal kunnen om werkelijk een geschiede
nis van dezen merkwaardigen tijd samen
te stellen. Een dagboek als dat van ds
Goncourts zou voor later een kostbare
schat voor dc kennis van deze periode
rijn."
E11 even later memoreer, professor
hoe, -,n de litteraire club Flcnor, ook
schilders als Haverman en Witsen ver
schenen. Inderdaad, de beweging van
tachtig is dooi de schilders al even he
vig meebeleefd als door hunac vrienden,
de schrijvers. Allerhande biedsels hiel
den hen tezamen cn, als er vandaag of
morgen eens een dagboek als dat der
Goncourts hier in Holland verschijneo
gaat, dan zou het nog niet zoo gek we
zen als het door een schilder bijgehou
den bleek. Ik geloof niet dat Eduard
Karsen, over wiens, men mag het wel
„ëere"-tentoonstclling noemen, ik iets
vertellen wilde, de man is, die dat dag-
hoek bijgehouden heeft, maai zeer za-
ker zou hij het kunnen gedaan heb
ben, en dan zou men, mei zijn eigen
aardige geesteshouding die teeder en
wrang tegelijk is, zich over die lectuur
niet te beklagen hebben.
Karsen heeft 10 Je periode van oplos
sing van litteratuur cn - kunst in Je
hoofdstad, geen besturende ro' gespeeld,
doch wel dat leven zeer intens en met
gespannen aandacht meegeleefd. Een
vijftien jaar jonger dan bij, mag ik dat
niet, alsof ik he'. zelf aanschouwd haJ,
zoo neerschrijven. Doch toea mijne werk
zaamheden mij veel later met de mees.e
dier kunstenaars, soms in oppervlakkig,
een enkel maal in meer intiem contact
brachten, heb ik, in wicn de lust tot uu-
pluizcn altijd aanwezig was, wel gele
genheid gehad over waarden en ver
houdingen dier hecrcn, brengers van
nieuw leven, en hunne omgeving, na io
denken. Brengers van nieuw leven, voor
hun tijd zeker; voor hen die thans jong
rijn heeft hun werk alweer een andere
beteekenis, zóó althans de jongeren
van thans zoo verstandig rijn, het niet
alle beteekenis te ontzeggen.-
Als ge deze uitgebreide verzameling
werken van Karsen bezoekt, en Ik
raad u zeker aan dit te doen! oan
hoop Ik dat ge met mij bewondering
voelen kunt voor een kunstenaar die
zoo sterk een eenheid in zijn levenswerk
iwist te behouden, eenheid die zoo sterk
5s doorgevoerd, dat het nu reeds moei
lijk is, onder zijn schilderijen, die nim
mer een jaartal dragen, te onderschei
den welke tien, welke twintig, welke der
tig jaar oud zijn. Ge zult dit hcop ik niet
voor stilstand, voor gemis aan groei ver
slijten. Het is iets anders, dat een fi
guur als dezen schilder nog jaren lang
rijn arbeid ongewijzigd en toch weer
.varieerend zou kunnen doen voortzet
ten liet is de sterke, ge kunt zeggen:
fanatieke liefde van hem voor ééne be
paalde soort schoonheidservaring, die
hem ééns alle geluk gegeven heeft en
die hij in „oprechten jrouw" nimmpr
verzaken zal. Noch dulden, dat er écn
vinger naar uitgestoken wordt, want ook
dat is fanatiek in hem da' hij alle
kunst en leven, aan het zijne weerspan
nig, met kracht van wapenen te lijf 2al
gaan. Zijn beste wapen, het is zijn eigen
werk. Zoo hij andere kiest en zich ver
meien gaat in redeneering en betoog zal
hij vermoeien cn afmatten, zonder -e
winnen, doordat de eenzelvigheid bij het
scheppen van schoonheid eene gratie,
bij de bespiegeling der schoonheid een
hindernis oplevert. Doch, zoo van dezen
schilder een dagboek mocht bestaan,
bestemd om over vijftig jaar gelezen te
worden, dan zullen onze kleinkinderen,
gesteld dat die zich nog voor zoo iets
als schilderkunst intcresseeren, een
heele kluif daaraan hebben. Ik hoop het
voor ze, want juist van zulk een egocen
trisch kunstenaar, die daarbij den blik
'eens instructierechters heeft, zijn cu-
rieuse zaken tc wachten, al zullen ze,
de détails belichtend, niet altijd de ne
velen over het geheel verjagen, die dan
over wat nu ous jongst verleden is, lig
gen zullen.
Karsen is in i860 geboren en een
zoon van den stadsgezichtenschilder
Kasper of Kars Karsen, wiens wijken
men in, in vroeger tijd gevormde, collcc-
Feuilleton
N a a r Re t Engelsch van
Mrs. C. N. WILLIAMSON.
- 12)
Lucille begon tc vreezen, dat zij de
hoop, om op dusdanige wijze haar
hrood te verdienen, zou moeten op
geven. Zij dacht aan Marion Bridges
ien aan het weinige geld, dat zij op'
het oogenblik liet hare kon noemen
en zuchtte even. Daarop vroe^ zij:
„Is er niet iets andei-s, dat ik zou
kunnen doen?"
„Wat kunt 11 doen?" vroeg meneer
Bland, terwijl hij haar wat nauwkeu
riger opnam.
„Wel, ik zou bij voorbeeld mijn
indrukken van Londen kunnen geven,
gezien uit hot oogpunt van een -Ame-
rikaansche. Ik geloof zeker, dat ze
amusant zouden wezen".
„Maar ons publiek zou dat niet In
teresseeren", zei meneer Bland. „Ziet
fli, ons tijdschrift is bestemd voor da
mes uit do middelklasse cn die geven
rrict om zoo iets".
„O", zei Lucille, „in Amerika heb
ben we geen middelklasse, daar zijn
maar twee klassen". 1
Meneer Bland streek langs zijn
snor en ging voort: „Natuurlijk zou
het veel aangenamer zijn, slechts
voor onze eigen klasse te schrijven
(de vader van meneer Bland had bij
zijn leven een klein boekwinkeltje ge
had) maar dat kan nu eenmaal niet.
De dames, die ons tijdschrift lozen,
lezen het liefst over vorstelijke perso
nen. gebeurtenissen aan het hof, over
den adel, over menschen van naam.
liet eenige werk, dat u misschien
voor ons zou kunnen doen, zou het
interviewen van beroemde personen
zijn. Daarvoor geloof ik, als ik mij
tenminste do vrijheid mag veroorlo
ven, dit te zegggon, dat iemand van
uw uiterlijk wel geschikt zou zijn". -
Lucille wist niet, of ze dit als een
compliment of als het tegenoreree-
slelde daarvan zou moeten opvatten.
„Hoe bedoelt u dat?" waagde zij
het te vragen.
„Wel, ziet 11, een dame, die de
menschen interviewt, behoort :n de
eerste plaats jong te zijn en knap
van uiterlijk. Zij fnoet zich goed klee-
den en vooral veel gavoir faire heb
ben. Uw landgenooten staan er voor
bekend, dat zij zich overal en met
iedereen op hun gemak gevoelen en"
„.Ta", viel Lucille hem In de rede.
„dat heb ik wel eens meer gehoord.
Ik geloof, dat u, als u het mof mij zou
willen probeeivn, geen spijt zou heb-
beji, Ik belo.of u, dat ik mijn aller-
mooisle japon zal aantrekken, maar
ik hoop, dat u, om te beginnen, niet
een al te deftig personage uitkiest".
„Wij interviewen alleen maar per
sonen vau gewicht", antwoordde me
neer Blond, en dal zijn meestal def
tige personages".
„En wilt u daar zoon eenvoudig
iemand als ik ben. heen sturen*"
vroeg Lucille, en zri lachte, terwijl zü
dit zei, zoo vroolijk en kinderlijk, dat
meneer Bland zich afvroeg, of hij
misschien niet een goede vondst ge
daan had.
„We beginnen Juist een nieuwe se
rie", merkte, hij op. „De ecne week
willen wij een interview met „de
trouw van een hooggèplaatst per-
soou", publieeoren en de week daar
op een interview met een minister.
Wé hebben al een paar interviews
klaar liggen, maai- er moeten er nog
verscheidene gedaan worden, hijvoor
beeld van Lady Ashe-Potts, de vrouw-
van Sir Thomas Aslie-Pots, de m;l-
lionnair, die pas toi den adelstand
verheven is .omdat hij met Kerstmis
dertig duizend gezinnen meT een kal
koen en een zak steenkolen verblijd
heeft. Hij is de uitvinder van een be
paalde soep in blik. waarmee hij al
dat geld verdiend heeft, en is op het
ocgenblik de rage. Onze lezeressen
zijn natuurlijk zeer benieuwd te we
ten, hoe zijn vrouw is. Hij is al ge
ïnterviewd. Jn, me dunkt, u moest
f 1920, lk hen "gehuwd, zonder Kin
deren.
3. Wat is het totale bedrag vjan
mijn aanslag voor de Ink.bel.,verded.
bel. enz.
ANTWOORD: 1. Ja.
2. Meubelen zijn alleen vrij van
aanslag indien het perceel een huur
waarde van een zeker bedrag niet te
boven gaat; voor Velsen is dat bedrag
f 160.
3. Inkomstenbelasting f 42.60: Ver
dedigingsbelasting II f 5.50, Gemeen
te inkomstenbelasting f 58.32.
VRAAG: Op een donker blauwe
kamgaren rok zün rumvleklen eeko
men. Hoe zijn die te verwijderen?
ANTWOORD: Wrijven met spiritus
van 70
VRAAG1. Is het Muiderslot Zon
dag a.s. te bezichtigen? 3. Op welken
tijd? 3. Wat zijn de kostea daarvan?
4. Mogen jongens van 16 jaar er zon
der geleide in?
ANTWOORD Het Muiderslot is
voor het publiek kosteloos toegankelijk
ia de maanden Juni tot en met Sep
tember van 10 uur 's morgens tot 5 uur
des avondsin de maanden October
lot 1 Mei van 's morgens 10 uur tot
4 uur des avonds. Op Zon- en feestda
gen wordt het eerst des namiddags
1 uur geopend.
UIT ANDERE DAGBLADEN.
Getrouwd: F. F. von Schlick met
Jkvr. M.- N. Rutgers van Rozenburg,
Berlijn. Mr. J. E. van Hoogstraten
met Angy Sanders, Lausanne. Ir. M.
J. Weidema, t. met Tr. van Krimpen,
Amsterdam. Ir. H. L. Matthijsen met
F. Heijenbroek, Blaricum. CL Bak
ker met G. Molau, Amsterdam. D.
C. Verheyden met J. C. Reynen, Am
sterdam.
Bevallen: HooftRond, d., Ma-
dan.. SloogWouthuysen, z., Amster
dam. RasBoom, d., Amsterdam.
Overleden: A. Cohen, 63 jaar,
Amsterdam. Jhr. Mr. P. van Foreest,
76 jaar, Nijenburg, Heiloo, C. J.
Becht, 58 jaar, Soest.
Laetuur voor oozo Jsugfi.
Het huis bij den toren door
Louise Feith, uitgegeven
door van Holkema en ¥a-
rendorf.
Een gezelhg verhaal van een groote
Groningsche familie, die een Zwit-
sersch huis bewoont in Be nabijheid
van den Martini-toren. We "ija er da
delijk in als we Franks verjaardig
meevieren. Een van zijn lievelings-
wensehen, het beklimmen van den
Martini-toren wordt vet vuld. Hèel
toevallig mag het nieuwe schoolvriend
je Tom Walensteiu, ook mee.
Tom woont bij grootvader, in het
groote patriciërshuis op de Markt.
Zijn ouders zijn dood. Ik vind het
jammer, dat de schrijfster den groot
vader als de oorzaak van den dood
van Toms vader laat optreden.Zij zegt
wel, dat Tom, als zijn vriendjes hem
dat vreeselijke hebben verteld, zich
nog meer aan grootvader gaat hech
ten, maar dat wil er bij mij niet in.
Wanneer grootvader sterA, is het
heerlijk voor Tom, dat Lij ook een
oner wordt vau het Zwitserache
huis. Hoe echt warm cn spontaan wor
den de groote huiselijke feestdagen
beschreven. En we kunnen het ons
zoo levendig indenken, dat vaders
vertrek naar Indië een schaduw werpt
in dit zonnig interieur. Als vader Is
afgereisd, komen er nieuwe schadu
wen. Dik, de Benjamin, wordt ernstig
ziek. Arme Jo, die zich niet bepalen
kan bij Karei den Grooten, omdat ze
al maar denken moeten aan het lieve
broertje en aan vader, die daar ver
weg is.
Dit wordt gelukkig beter en als va
der terugkeert is er groot feest. Ze
hebben zelf een comodiestukje ge
maakt, een soort toekoinsb-idylle. Al
le kennissen worden genoodigd als
publiek.
Ten slotte moeten ze afscheid ne
men van Groningen, van schoolvrien
den en vriendinnen. Vader heeft een
betrekking gekregen in Den Haag.
Vooral op Jo drukt zwaar de wee
moed van het afscheid. Met vader be
klimt ze nog eens den ouden, gelief
den toren. Maar dan plotseling dringt
het tot haar door, dat de herinnering
niet aan een plaats gebonden is, dat
ze die meedraagt door 't leven.
Het huis bij den Toren is een
goed boek voor al onzt jongens en
meisjes. De teekeningen van Netty
Hevügers zijn buitengewoon fijn.
W. B.—Z.
DE PARIJSCHE LUCHTVAART
TENTOONSTELLING.
Fokker wil Inschrijven.
In December a.s. wordt te Parijs we
derom een luchtvaartttentoonstelling ge
houden, waarvoor ook de heer Fokker
wenscht in te schrijven.
Naar aanleiding daaivan schrijft ie
„Chicago Tribune" het volgende
„Anthony Fokker, dc „vliegende Hol-
maar met Lady Asho-Potls beginnen
ea daarna komt Sir Griffith Knight
aan do beurt."
Lucille toonde onwilkeurig eenige
verbazing, toen zij dien naam hoorde
noemen, en meneer Bland merkte dit
dadelijk op.
„Hebt u Sir Griffith Knight al ont
moet?" vroeg hij, met wat meer res
pect.
„Neen, nog niet, maar ik heb al
veel van hem gehoord ©n ik heb van
meneer Chaunoey oen introductie
brief aan hein meegekregen".
„Dat treft dan prachtig!" riep me-
néér Blond uit. „Ik go'oof, dat hij
nog.al op Amerikanen gesteld is. Nu,
juffrouw Ames, dan lijkt het mij nu
beter, dat u eerst naar Sir Griffith
Knight gaat, on als dat. onderhoud
goed van stapel loopt, en dat zou een
groot succes voor 11 zijn. daar hij tot
nog toe alle interviews geweerd heeft,
zullen we tot I.ndy Ashe-Potts over
gaan. Sir Griffith Knight loot tegen
woordig als letterkundige nog al eens
van zich spreken. Hij heeft pas een
boek geschreven en bovendien is hij
lid van het Parlement".
Lucille bloosde, en on eens schoot
liet Znaar door het hoofd, dat het voor
Sir Griffith van groot belong moest
zijn, dat, wat Marion Bridgce van
hem wist. niet aan de buitenwereld
bekend werd. Wie weet, of hij door
bedreiging er nog niet toe gebracht
lander", die het vorige jaar de Parijsche
tentoonstelling bijna uitgedreven werd,
beeft de gemoederen thans wederom in
beroering gebracht door opnieuw in te
schrijven voor de a.s. show in De
cember.
Hij was de ontwerper van de beruch
te Fokker-jagers voor bet Duitsche le
ger, die zoo vele Fransche toestellen
neergeschoten hebben. Hij is getrouwd
met een dochter van een Duaschen ge
neraal. Het was Fokker, die onder den
langen Hollandschen naam van zijn
maatschappij exposeerde op dc Parijsche
tentoonstelling in het Gra.nd Palais ;n
1921, waarbij zijn eigen naam cn iden
titeit zorgvuldig verzwegen bleven. Eerst
verscheidene dagen na de opening van
de tentoonstelling kwam Fokker daar
plotseling opdagen. Het duurde echter
niet lang of Fransche oorlogsveteranen
kregen er de lucht van en dreigden Fok-
ker's stands te vernietigen, zoodat po
litiebewaking noodig was om dit te voor
komen.
De publieke stemming in Frankrijk
tegen Fokker was zoo verbitterd, da',
toen president Millerand de tentoonstel
ling bezocht, hij de stands van Fokker
totaal negeerde, hoewél hij alle andere
belangrijke inzendingen bezichtigde.
In Frankrijk beschuldigt men Fokker
er van, dat hij in I9t3 dc ontwerpen
heeft nagemaakt van de Mciane-Saul-
nier-vliegtuigen en deze verscheidene ji-
ren later gebezigd heeft voor de vervaar
diging van vliegtuigen voor Duitsch-
land. Fokker beweert daarentegen den
geallieerden aangeboden te hebben tij
dens den oorlog machines voor hen te
maken, speciaal voor Engeland, doch
dat zijn aanbod werd geweigerd.
Bij zijn aanvrage om op de a.s. De-
cember-tentoonstelling te ex poseeren,
heeft hij toestemming verzocht om dit
onder zijn eigen naam te mogen doen.
Hij wenscht zijn nieuwste modellen
vliegtuigen in te zenden, o.a.ook het
motorlooze glijvliegtuig, waarmede hij
eeigen tijd geleden in de Rhön een re
cordvlucht maakte met een passagier.
Het tentoonstellingsbestuur heeft
omtrent dit verzoek van Fokker nog
geen beslissing genomen. Daar de show
internationaal zal zijn, vreest men, dat
een weigering tot toelating van Fokker
oorzaak kan zijn, dat ook andere belang
rijke inzendingen teruggehouden zullen
worden.
Fokker is thans bezig mqt het ver
vaardigen van verkeerstoestellen voor
het Aroerikaansche leger."
UITSCHLAND EN Dc VOL
KENBOND.
Op het congres der Duitsche so
ciaal-democraten werd met algemee-
ne stemmen een resolutie aangeno
men ten gunste van Duitsehlands
toetreding tot den Volkenbond.
DE VOLKENBOND.
De internationals schulden-
Het plan, dat De Jouvenel in de
zitting van hedenmiddag zal indie
nen in verband met het voorstel van
Lord Robert Cecil, komt in hoofd
zaak overeen met het- plan van Cler.ii,
alleen met het ondierscheid, dat het
de wenschelijkheid, dat de Volken
bond zich bezig houdt met de kwes
tie der schadeloosstelling en der in-
tergeallieerde schulden, afhankel ik
Btelt van een desbetreffend verzoek
der geïnteresseerde regeeringen. l?et
plan van De Jouvenel is in een vwm
van een resolutie opgesteld, welke
zegt:
De vergadering Jegt er den nadruk
op, dat de materiee'e ontwapening
gebonden is aan de moreel e ontwa
pening, welke op haar beurt afhan
kelijk is van vertrouwen en veilig
heid in de wereld- In het bewustzijn
hiervan, verklaart de vergadering
voorts, dat het voor het herstel van
het wederzijdsch vertrouwen in de
wereld noodzakelijk is, de desorgani
satie der wisselkoersen alsmede de
werkloosheid en de economische on
rust, welke thans in de wereld
heerscM, uit den weg te ruimen.
De vergadering merkt verder ep,
dat de eenigo wijz© om aan den eco-
nomischen nood der wereld een ein
de te maken er in bestaat, dat de on
zekerheid betreffende het herstel der
verwoeste gebieden wordt opgeheven
en de kwestie der intergeallieerde
schulden wordt opgelost. De vergade
ring is van oordeel, dat de regeerin
gen, die de verdragen, waarin ue
kwestie der schadeloosstelling is op
genomen, hebben onderteekei-d zoe
spoedig mogelijk een oplossing a an
het geheele probleem der schadeloos
stelling en der intergeallieerde ecluri-
den moeten vinden. Vérder verzoekt
de vergadering den Volkenbondsr iad
met aandacht alle pogingen te volgen
die door de geinteresseerde roieerin-
gen ter uitvoering van deze aanbeve
lingen worden gedaan. Daarbij maakt
"de vergadering er dén Volkenbonls-
Taad op opmerkzaam, dat hij door
de geïnteresseerde regeeringen moet
worden liitgenoodigd om daadwerke
lijk tot de regeling van de kwestie
der schadeloosstelling en van liet
vraagstuk der intergeallieerde schul
den te kunnen bijdragen.
Alle gedelegeerden te Genève heb
ben aan hun regeeringen telegra
fisch 0111 nadere instructies verzocht
voor het Donderdagmiddag voort te
zou kunnen worden, Marion te trou
wen. Marion zou zeker niet voor zich
zelf opkomen, maar als zij nu eens
moed vatte, om Sir Griffith op zoh
plicht te wijzen?
„Moet ik hem vooruit schrijven,
0111 hem te vragen, wanneer ik hem
spreken kan?" vroeg zij. zich weer
tot 111 oneer Bland wendend.
„Ik gelooi, dat het het verstandigst
zou zijn, als u gewoon naar hem toe
ging en een kaartje afgaf, waarop
geschreven stond, dat u voor de Wo
man's Age kwam, vooral daar u bo
vendien nog een introductiebrief van
meneer Chaunoey aan hem hebt", zei
meneer Bland, terwijl hij juffrouw
Ames goedkeurend aankeek. Hij vond
haar een beel knap. aantrekkelijk
meisje. (Natuurlijk zou hij. als hij
geweten had, dat zij juffroujy Chand
ler was, haar een groote schoonheid
gevonden hebben).
„Ik zou, als het niet noodig is, lie
ver niet van mijn intro<JuQ tie brief ge
bruik maken," zei Lucille. „Ik heb
daar een bepaalde reden voor. Ik zou
liever alleen bij hem komen als re
porter van (je Woman's Age. Ik ge
loof wel, dat het mij, als ik er mijn
best toe doe, gelukken zal, hem te
interviewen."
Meneer Bland twijfelde daar zelf
eigenlijk ook niet aan. Sir Griffith
had, dat wist hij, een zwak voor Ame
rikanen, en deze Amerikaansche zou
AL TE KLEIN.
Een boer komt met zijn vrouw ia
een hotel en viaagt om een eenvoudig®
kamer; hij wordt door den portier ver»
zocht in de lift plaats tc nemen.
Boer: Nee, dank oe; da kèm-
merke js me nou wel wat al te kleinl
zetten debat ovor do ontwapening,
dut thans een debat geworden is o- er
de kwestie der schadeloosstelling. Een
aantal Engelsche en Amerikaansche
journalisten, die tneeds tn verband
met de gebeurtenissen in Klein-Azië
naar Constantinopel wilden vertrek
ken, zijn ten gevolge van de gisterer
door lord Robert Cecil gehouden rede
te Genève gebleven.
DE MOORD OP LUITENANT GRAF,
Uit Brussel yvordt gemeld:
De „Daraière Heure" verneemt,
dat de vermoedelijke moordenaars
van luitenant Graff zijn gearresteerd.
Bij het onderzoek zou gebleken zijn,
dat er een complot gesmeed was te
gen den agent van den Belgischen
veiligheidsdienst Schmidt, die een
Duitschén agent had doodgeschoten.
De aanranders schijnen luitenant
Graff te hebben aangezien voor do
zen Schmidt, op wien zij wraak wil
den nemen.
YALSCHE POSTZEGELS. Se
dert eenigen tijd werden te Parijs
valsche postzegels te koop aangebo
den, vooral van verachillende kolo
niën die noga! eens van eigenaar wa
ren verwisseld, bijzondere opdruk
ken ei oude zegels van Kreta en Vo-
naco. De vervalschingen waren uit
stékend gelukt, zoodat het soms vrij
wel onmogelijk was, ze van echte to
onderscheiden.
De vakvereuniging d.r postzegel
handelaars ging er zich n;ee bemozien
en diende een klacht in bij liet par
ket en er werd een deskundige be
noemd. Verder werd de justitieek
politie met het opsporen der verval-
sellers belast. Brigadier Sevestre be
gaf zich toen op het oorlogspad, i'coi
zich allereerst in verbinding te s el
len, met de-g-fopte kooper-. kreeg hij
waardevolle inlichtingen, die hem
spoedig op het spoor brachten vat
den vervalsdher, den 60-jarigen Al
fred Bagnet, wonende in de rue Hrn-
ri-DuhoilIon.
Daar begaf de brigadier zich heer
en hij deed net of hij postzegels wil
de koopen. Maar de oude rot 100k
lont en zei dat hij wel verzamelaar,
maar geen handelaar was. Den vol
genden dag wc-rd toen huiszoeking
gedaan en ontdekte men een vollz li
ge postzegel-drukkerij, persen, te-
kleurde inkt, speciaal papier, gom cn
een perforoer-machine voor verschil
lende soorten tandingen. Achter oen
stoel verborgen, vond men ook een
heel vel zegels van Monaco, die nog
niet „oud" genoog waren geworlen.
Het. gekke was, dit Bagnet zelf oen
mooie verzameling echto postz-ïzels
had, blijkbaar niet alleen voor zijn
vcrvalschingspraktijken.
Hij gaf toe wel postzegels na te ma
ken. maar alleen uit een artistiek ge
noegen in de mooie kleuren. Ver
kocht had hij echter nooit iets. ../.Is
er valsche zegels in omloop zijn
zei hij dan zijn die niet van mij
afkomstig
De man is ter beschikking van Let
parket gesteld.
DE FILM.
Te Berlijn zi;n Zondag alle sterren
aan den filinhemel naar het Allnin-
bra opgegaan 0111 een nieuwe uitvin
ding te zien. Ook vakmenschen en
vele buitenlanders waren in den
nieuw-AbaLHche kunsttempel op den
Kurfürstendanim aanwezig om te zitn
wat van de 150 „vorgeführten" paten
ten de moeite waard was.
Er was inderdaad eon merkwaardi
ge nieuwigheid, dc geluid gevende
film, waarbij lichtstralen en geltri -s-
golven gelijktijdig en op dezelfde .rol
waren opgenomen. Houten muziek
instrumenten, vooral xylofoon, fluit
en cello, gaven de beste resultaten.
Bij de rest hoorde men meer of min
der het geluid van „meeklinken" dat
aan alie vijanden der gramofoon vol
doende bekend is. De rol van de me
talen naald wordt hier op geniale wij
ze overgenomen door de lichtstraal
zelf en daar de nntuur cv-voeligcr is
dan de fijnste punt van de fijnste
naald, wordt hier zelfs het lichtste
geruisch als het zuchten van een ge
tuige en het zenuwachtige kuchen
van den rechter van instructie na
tuurgetrouw weergegeven. Een Ne
derlander, Herman Heyermans, ge
noot de groote eer met zijn „Brond
in de Jonge Jan" voor lift onderwerp
te hebben gezorgd. Alleen do stem
van den rechter, die voorbij de op-
neem-trechtcr had moeten spreken,
klonk vplgens het verslag in de „Tag"
niet heel duidelijk. Het blad verlangt
nu nog een nieuwe electrische keel,
bliksemende en zuigende oogen en
nog een dozijn andere kunstmatige
menschcliike organen om de sprec-k-
filnï te volmaken zoo vertelt '1 N.
v. d. D.
hij zeker niet kunnen weerstaan.
„Als mij dit gelukt, mag ik dan ho
pen in het vervolg nog meer werk
van u te krijgen?" vroeg Lucille, toer
zij afscheid nam.
..Zeer zeker", antwoordde mencei
Bland, (hopen kon ze allicht, dacht
hij). „U gaat dus morgen er op af.
niet waar? Tusschen twaalf en con
zal wel de beste tijd zijn".
„Ja, morgen", zei Lucille met op
gewekte stem, maar in werkelijkheid
voelde haar hart loodzwaar.
HOOFDSTUK VIIÏ.
Meneer B1 a n d's avond
receptie.
Den volgenden dag precies oa
kwart voor cenen verscheen Lucille,
gekleed in een mooi, grijs mantelpak,
weer in bet kantoor van de Woman's
Age.
„Ik kom tr vertellen, meneer Bland,"
zei ze, „dat ik vergeefs gegaan ber.."
„Zoo, zoo. beeft u Sir Griffith Knight
niet te spreken kunnen krijgen? Na,
een volgenden keer zult u, hopen wij,
meer succes hebben."
„Dat geloof ik niet," zei Lucille op
neerslachtigen toon.
Meneer Bland wees haar een stoel,
maar Lucille was zoo vervuld van hair
teleurstelling, dat zij bet nie- eens op
merkte ea staan.bleef.
(Wordt vervolgd)*