m
m
m
m
it
m
M
m
m
m
m
m
m
m
m
m
Een verhaal zonder titel
Ml ËNï VERPAK»
Sshaakrobriek
a
I?
T
It
i
*3
i
A!
a
m
i
fiemBEgfl Hleaws.
in
i
0
n
s
e
i
a
vinden. Waarom ben 39 op Heilgymnas
tiek! Je sthrjjft me 2eker vrel alio wc-
ken of je met het groote karwei naar
vronjfh opschiet.
MlDDENVOOB. Jan van de Markt
was meer een jougonsverhaal. Het Ge
lukskind is voor jongens on meisjes. Haar
wordt ook wel eens wat verteld van voet
ballen. Ben je met een boot over het IJ
geweest! Een mooi gezicht hè, die groote
zeekasteolen! llob je zoo'n schip wel eens
van binnen bekeken!
JOEKIE. Ala ja gauw schrijft, krijg
jo gauw een antwoord terug. Van Prinses
Myrrha hoorde ik deze week niets. Als
zo dit leest, weet ze meteen, dat je haar
zoo graag eens zou zien. Is 't sloop goed
uitgevallen! Ilob jo stryklos van juf
frouw K.t En hoe gaat het met 't schort
je! Doo Klivia mijn groeten. Ik hoor ze
ker we! eens gauw wat van ka6r.
BEETHOVEN. AJles zag er keurig
uit. Je was or gauw bij. Die ansichten
vinden hun weg wel. Misschien zio je ze
op onze tentoonstelling in andereu vorm
terug. Ik hoop, dat jo ruiterij tot stand
komt. Als je kunt, kom Woensdag dan
maar eens.
MAANELFJE. Wat heb ik in lang
niet» van jou gehoord. Hoe gaat 't er
meet Ben je oen sterke, flinke meid ge-
wordent Je hebt van den zomer dus heer
lijk getuft. En ga je nu weer geregeld
naar school! Ja, kindje er zijn meer kin
deren, die uit teleurstelling omdat zo
geen piijg krijgen, het bijltje er b|j neet-
leggen. Dat is toch niot goed. Ieder kan
geen prijs krijgen. En het meedoen aan do
Rubriek moot net zogals jouw verstan-
digo moeder zegt niet gaan om juist oon
prijs te krijgen. Aan het eind van het
jaar maakt de Sint-Nicolaa-swedstrijd alles
goed, want dan is er geen een teleurge
stelde. Kom Woensdag maar lapjes halen.
FRIEZINNETJE. Hè, wat een go-
zellige, lango briof was dat. Het deod mc
gonoegen, daaruit te vernomen, dat moe
der vooruit gaat. Eu blijft het goed gaan!
Welke doktor hebben jullio nu? Jo idee
voor onzen wodstrjjd vind ik schitterend.
Poppeukamers krjjg ik nooit te veel. Als
het werk voor jou alleen to zwaar is, is
er misschien wel een Bubriokertje te vin
den, dat je helpen wilt. Zulke groote
stukken gaan in do algemeeue speelgoed
kast. Dus je begrijpt, dat zo door in een
ziekenhuis altijd heel bly mee zijn.
KEES DE MOPPERAAR. Een oude
kennis van ons boiden bracht me jo briof
en had toen plotseling ook ontdekt dat jij
een oude kennis van haar was. Dat was
ino daar een gezellige prgs-uitdeeling.
Maar ik snap niet, dat je dien gooche
laar de kunst van geld-vermeerderen niet
hebt afgekeken. Ik zou jo dadelijk voor
een uurtjo gehuurd hebben. Enfin, het
is toch aardig van den mopperenden Kees,
dat hij voor moeder zoo'n geurig doosjo
meebracht. Had jjj den volgenden dag
geen hoofdpijn van het nachtbraken! Hoe
is het nu met moeder! En waar zal Kees
mee voor den dag komen op onze tentoon
stelling! Mijn dank voor je postzegels.
Die zullen wegvliegen.
W. BLOMBERG—ZEEMAN',
v. d. Vinnestraat 21rood.
Haarlem, 7 October 1922.
door SIMON MOS.
Nadat ik in geen jaren iets van hem
gehoord had, keek ik er ©enigszins
vreemd van op, toen ik mijn vriend
Bastiaanse ontmoette, dat hij, de ver
stokte vrijgezel, mij mededeelde, dat
hij sinds geruim en tijd geluikikig ge
trouwd
Hoe dat zoo betrekkelijk vlug in zijn
■werk was gegaan, wilde hij mij met
plezier wel eens vertellen, wanneer ik
mij maar de moeite wilde getroosten,
hem ©ens te bezoeken, aan het tijde
lijk verblijf waar hij zich voor eenige
weken, in mijn woonplaats, gevestigd
had.
Gaarne nam ik zijn uitnoodiging
aan, en begaf mij, op den gepaalden
avond, naar de aangeduide woning.
Nadat we eerst nog wat over koetjes
en kalfjes hadden gesproken,
-•enig© oude herinneringen waren op
gehaald, nam mijn vriend Bastiaan
se, ingevolge het beloofde, het woord:
Je zult je nog wel herinneren,
begon hij, dat ik als vrijgezel niet
erg gelukkig was in het huren van
mijn kamera; het was steeds een ge
tob, een aanhoudend zoeken naar wat
beters, met tot slot altijd weer ver
huizen Toen ik voor de zooveel-
ste maal mij weer ergens geborgen
had, denkende het nu gevonden te
hebben, kwamen na korten tijd, als
van ouds de onaangenaamheden weer
voor den dag, zoodat ik op zekeren
middag m de olub den lui mijn nood
klaagde, en verzocht mij te waarschu
wen, wanneer ze iets geschikts voor
mij wisten, daar ik, in dat geval,
maar weer eens zou gaan verkassen.
Ket was op dat oogenblik, toen een
der vrienden mij aanraadde, geen
verder© moeite te doen, maar liever
een vrouw te zoeken en to gaan trou
wen Het kan zijn, dat dezo raad
•ais aardigheid gezegd en allerminst
ernstig bedoeld werd, daar de raad
gever zeil ongehuwd was en ofschoon
ook hij niet over zijn gezellig tehuis
voorloopfg ntet nïfler los, *1 was waar'
zelfs in de beste omstandigheden,
met de meest geriefelijke kamers en
een allerknapste hoepita, bleef het
vrijgezellenleven toch duur en onge
zellig er ging toch niets hoven
een eigen, vroolijk tehuis, met een
allerliefste levensgezellinIk had
er vermoedelijk tot nog toe weinig
aandacht aan geschonken, omdat ik
door mijn tijdroovende positio en zeer
drukken werkkring, met dames zoo
goed a's niet in connectie kwam; en
zij, die zoowat tot de kennissen behoor
den, kwamen voor een huwelijksaan
zoek niet in aanmerking Er bleef
mij dus, wilde ik mijn plannen door
zetten, niets andere óver, dan een ad
vertentie in de krant het middel
was niet 'nieuw eigenlijk al wat
afgezaagd en het zou tien tegen
één, aanleiding geven tot eenige
snaakscbe brieven, met allerlei grap
penmakerijen maar toch, je kon
het nooit weten er kon toch eens
een ernstige aanbieding zijn, een se
rieus, vertrouwenwekkend schrijven
op mijn annonce, die aan duidelijk
heid niets te wenschen zou laten, en
toen
Ben je getrouwd langs den meer
cn ineer gebruik-:lijken weg? onder
brak ik mijn vriend even.
Neeja eigenlijk niet en
wel, antwoordde Bastiaanse weifelend,
maar laat me verder vertellen
Ik ontving, zooals ik had gedacht, tal
rijke antwoorden; zie waren meest van
de gewone soorteen uitnoodi
ging tot een rendez-vous op een be
paalde plaats en aangegeven tijd, met
een bloem op de borst, een witte zak
doek in de hand, enzoovoorts, enzoo-
voortsmeest aardigheden, die je
zóó snappen kon brieven, waar de
grappenmakerijen afdropen Maar
ik was zoo wijs geweest, de Lui van
de olub niets mee te deelen van mijn
geplaatste huwelijks-advertentie, zoo
dat van die zijde de grappen buiten
gesloten bleven Toch waren er
ook, die zeer zeker ernstig bedoeld
waren, en daarvan was er een, ko
mende uit een onbeduidend plaatsje
in Gelderland, schijnbaar alleszins
oprecht. Het meisje stelde daarin
voor, op Dinsdag 5 Augustus, des na
middags drie uur, in het hotel „De
Roskam" bijeen te komen Het
had kunnen zijn, dat men mij
grap, een nuttelooze reis wilde laten
maken, maar, zooals ik zei, het schrij
ven leek mij heel oprecht en aller
minst een valstrikEn daar ik
mij herinnerde, dat ik nog ijd een
kennis moest opzooken in Arnhem,
vrij dicht gelegen bij de plaats in den
brief genoemd, besloot ik aan de uit
noodiging gevolg te geven Ten
einde echter een eventueele grappen
maker alsnog te misleiden, vertrok ik
reeds den dag te voren, op een
danig tijdstip, dat ik ongeveer tegen
den avond in het plaatsje zou arrivee-
ren, om dan in „De Roskam" te blij
ven overnachten. Den volgenden dag
zou ik mij, voorgevende handelsrei
ziger te zijn, met een koffertje in de
hand, hier en daar heen begeven, om
op het afgesproken uur in het hotel
aanwezig te zijn Aanvankelijk
was er een zeer vroolijk gezelschap m
de coupé, zood-at de lijd omvloog, en
eer ik het wist, het grootste gedeelte
van de reis had afgelegd Hier en
daar waren echter de passagiers uit
gestapt, waardoor ik langzamerhand
geheel alleen was overgebleven
Doch het laatste traject stapte in mijn
coupé een oude heer, met een prettig
en joviaal gezicht, een open en inne
mend uiterlijk, die vroolijk en zeer
spraalczaam bleekAl heel spoedig
waren we samen in een onderhoudend
gesprek, en toen hij mij vertelde, dat
hij moest uitstappen in de plaats,
waar ik ook moest zijn, dooide ik hem
mc-e, dat ik handelsreiziger was, en
in die plaats zou overnachten in tiet
hotel „De Roskam" waarop de
vroolijke, spraakzame oude heer mij
op de allervriendelijkste manier uit-
noodigde, den avond bij hom door te
brengen, in plaats van mij te verve
len in het hotel, dat om dezen tijd
van het jaar weinig gasten herberg
de Gaarne nam ik deze allerhar
telijkste uitnoodiging aan, feitelijk
moest ik immers pas den volgendon
dag voor 't herdersuurtje in „De Ros
kam" zijn, dus terecht zou ik mij tot
dien tijd schrikkelijk moeten verve
len Nadat ik gegeten en een wei
nig toilet gemaaikt had, ging ik den
ouden heer opzoeken, ten einde op be
hoorlijken tijd bij do thee aahwezig
te zijn Ik vond hem, langs den
weg, dien hij mij had opgegeven, vrij
spoedig'Hij bewoonde een aar
dige villa, en aan de inrichting van
een en ander was te bemerken, dat
hij een man van aanzien en invloed
moest zijn in deze kleine plaats
Kort nadat ik was aangediend, kwam
ijn reisgenoot mij tegemoet, ontving
me hartelijk, en stelde mij zijn echt-
genoote en drie dochters voor: Eveli
ne, Tiny en Trees „Allen nog vrij"
constateerde hij, met een goedig laah-
„Óch toe, pal" zei de oudste, die de
scherts van den ouden heer wat euvel
kon roemen, toch zelf nooit aan trouw op nam, met neergeslagen oogen
plannen had gedacht.Maar toch, J Maar tusschen streepjes liet wa
tiet huwelijksidee bleef mo bij, liet me ren alle drie alleraaixligste meisjes,
gezonde, vroolijke kinderen van het
iand Wat zou "t jammer zijn,
dacht ik, als die lieve schatjes hier
in dit kalme, landelijke, vervelende
oord, haar jonge teven in saaie be
doening moesten verslijten Vooral
Eveline, de oudste, modkt er zijn, in
mijn oog, en ofscihoon ik andere nog
al eens moeite heb, het gesprek met
da mee steeds belangwekkend te hou*
den oen zekere bloo- of linksheid
kan ik dan nooit voldoende onder
drukken tegenover Evelino voelde
ik mij dadelijk op mijn gemak
Den avond werd verder heel gezellig
gepasseerdde meisjes musiceer
den watTiny bleek een zeer mooie
stem te hebben, en zong bepaald ver
dienstelijk, eenigo liederen, terwijl
Trees niet zonder talent de viool be
speelde Ik zal kort zijn: ik ver
maakte mij dien avond uitstekend.
Niemand had mij nog gevraagd, uit
kiesheid, of ik gehuwd, of ongehuwd
wasDoch toen ik over mijzelf uit
weidde, en vertelde, dat ik vrijgezel
was, toen kwamen onwillekeurig
ach, waar het lvart vol van is, niet
waar de jerimiades over het onge
zellige leven op kamers, rnet alle bij
omstandigheden, weer los, en liet ik
in mijn afkeurend oordeel zooveei
doorschemeren, dat het me heel wat
waard zou zijn, indien ik v:
pl: ag weldra verlost zou zijn Toen
ik zoover was, zag iik, op een
oogenblik, dat de meisjes elkander
schalkachtige en veelbeteckenende
bilkken toewierpen 't Werd me
eenigszins zonderling te moede, toen,
vooral, toen Trees plotseling vroeg:
waar ik logeerde?. Maar bij m..n
antwoord: „in de „Rcekam", konden
de meisjes zich schier niet goed hou
den, en hadden ze heel veel moeite
een gesmoord lachen te onderdruk
ken
„0, of' bracht Tiny er met moeite
uit, terwijl ze dadelijk haar zakdoek
weer tegen haar mond drukte,
het niet uit te proesten ik zag,
dat Eveline haai' toen bestraffend aan
zagEnfinwij keuvelden nog
wat en daarna vertrbk ik, in
lerbeste stemming, mijn gastheer en
dames wol dank zeggend voor den
hoogst aangenamen avond En
bij het afscheid nemen, zag ik kans de
oudste dochter toe te fluisteren: „Zou
0. 0. dezen avond maar niet als de
bedoelde bijeenkomst aannenn
Ze antwoordde niet, ze keek me even
schalksoh aan, maar een blos,
diep in het lage halsje, erkende, dat
ik niet zoo ver had misgezian
Op den ouden hoer had ik blijkbaar
een goeden indruk gemaakt, althans
ik mocht niet vertrekken, alvorens te
beloven den volgenden dag bij de fa
milie het middagmaal te komen ge
bruiken, welk gul aanbod ik moei
lijk kon weigeren, maar waardoor
mijn reis een heel ander aanzien
kreeg Na een goede nachi.rust in
mijn hotel, ging ik den volgenden
morgen op stap met mijn koffertje,
zoogenaamd tot het bezoeken
klanten in het stadje. Ik ging echter
een heerlijke wandeling maken in de
aangrenzende boeschenmaar zorgde
weder tijdig in „de Roskam" terug ie
zijn. Nu zou mij dan weldra duide
lijk wordeu, in hoevere het antwoord
op mijn huwelijks-advertentie, onder
do letters 0.0. serieus bedoeld was, of
wel, dat het, gelijk _ik nu bijna met
zekerheid kon zeggen, als een mystifi
catie beschouwd moest worden
Zooals ik gedacht had, bleek liet juist
Ic zijn Precies om drie uur
ik it. het hotel, zette mij aan een ta
feltje, tegen een-der ramen geplaatst,
zoodat ik een ruim gezicht had op
der. weg en ïedor, die „de Roskam
vilde naderen, kon gade slaan. Maar
het werd half vier en vier uur, zon
der dat nog iemand het hotel binnen
stapte. Noch een vrouwelijk, nooh
een mannelijk persoon, kwam da over
ec-nkomst na, voldeed aan liet aan
wezig zijn op de plaats van samen
treffen In zooveire wan de list
gelukt, dus, als liot schrijven als een
grap bedoeld was.Maar dat inte
resseerde mij op dat moment al bij
zonder weinig Ik had geen oogen
blik spijl naar deze plaats te zijn ge
gaan; zou ik niet strakjes weer in de
gelegenheid zijn, mij met de lieve
dochtere van mijn reisgenoot te kun
nen onderhouden, en wie weet welke
aangename avond mij nog wachtte?
N.e, ik was al ruimsohoots schade
loos gesteld, en ik nam mij vo .r dezen
avond, zoo ©enigszins mogelijk, de
mystificatie geheel te zuilen ophelde-
Toen ik aan de woning van
i gastheer kwam, constateerde ik,
de dames allen thuis waren Tot
mijn groot genoegen, deed live-lino
open, en ook in figuurlijken zin, met
de deur in huis vallend, zei ik dade
lijk: „O. O. heeft te vergeefs gewacht,
't was niet zoo heel erg, hoor!"
kleurde het meisjeik on
derzocht dus blijkbaar in de goede
richting en, ik zal nu verder kort zijn,
des avonds werd mij alles duidelijk
gemaakt Na den- hoogst gezeUi-
gen maaltijd hadden wij de thee ge
bruikt in het prieel daarna was
ik met Eveime den tuin ingewandeld,
en toen ik haar nogmaals polste, be
kend© zij, dat zij en haar zusters de
advertentie gelezen hebbende, besloten
hadden, vóór de grap en om de ver
veling hier wat te dooden, eens wat
afleiding te hebben, op de ann
te antwoorden. Maar dat ze er al da
delijk mede hadden ingezeten, hoe de
mystificatie tot een goed einde te
brengen En dat, toen pa, die rei
ziger geinviteerd bod, zij weidra alle
drie begrepen, dat door een zonder
linge speling van het toeval, O. O. in
hun eigen woning terecht was geko
men" „En nu", zei mijn vriend
ten slotte, „ben ik aan het eind van
rnijn verhaal, want het zal je nu wel
duidelijk zijn, dat 'k nu maar niet,
zoo zonder meer, afscheid van
hartelijk© familie nam, maar, dat ik
gaarne nog eens terug wilde komen
""oen ket mij bleek, dat dit ook Eveli-
e zeer aangenaam was, werd weldra
de kogel door de kerk gejaagd, om bij
dit afgezaagde bedd to blijven, en
mocht ik haar, als mijn lief vrouwtje,
voor goed uit die landelijke omgeving
meevoeren Zoo ongeveer twee
jaar ben ik nu getrouwd en ik
heug me in het bezit van een licvi
zorgvolle echtgenootc, een schat
een jongen van een Jaar en een recht
gezellig tehuis... Enfin,* besloot
mijn vriend, kam je er maar eens
van overtuigen, als ik weer terug ben
in de stad waar ik woon".
INCEZONDEM ME E D E E UN CEN
h 60 Cis, iie» regal
2-6 AR ETTSS
Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak
redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem
PROBLEEM No. 159*).
W. NANN1NG (Rotterdam).
éwy/i.
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Win Kh7, Dat, Lc8, P(17, a5, c6, d2, d6, e3.
Zwart i Kd5, Tfl, Lhi, Pel, PI2. d8, «4, g7.
Derde prijs iu den probleem-wedstrijd, uitgeschreven ter herdenk!»
m wijlen den componist H. L. Schuld (ItEM
Partij No. 145
Gespeeld in den zeskamp te Hastings,
11 September 1922.
Dr. S. Tarrasch
(München)
Geweigerd Dame-gammel.
A. Al j echi
(Zünch)
ACOODI.UCKc.C9
CAIRO EGYPT
DE VERVLAAMSCHtNG DER
GENTSCHE HQUGL,L.
De „Soir" maakt melding vau ge
ruchten volgens welke de moesteWaal-
sche leden der rechterzijde zouden
stemmen vort' het voorstel-Van Cau-
welaert en dus voor de opheffing der
Fransche hoogeschool van Gent en dit
wel uit politieke of liever electorale
overwegingen.
EEN GESCHIL TUS3GHEN LEHAR
EN ZIJN ORKEST De „Lok. Anz.
meldt, dat liet orkest van het Wee-
ner theater, waar Lehar een operette
dirigeert, tot lijdelijk verzet overging,
om aldus de vervulling van zijn loon-
oisohen af te dwingen. Het publiek
trok partij voor den componist. Er
ontstond een heftige woordenwisse
ling tusschen Lehar en het orkest, d:e
een half uur duurde, waarop de be-
drijfsraad verklaarde, dat later zou
worden onderhandeld. Het orkest
deed verder zijn plicht.
DE ONOERWIJZERSSTftKINC IN
SALZBURG.
Do onderwijzers van do stad en het
iand Salzburg, die in staking -waren
g< gaan, zullen het werk hervatten.
DE LOON EN DER MIJNWERKERS
IN ENGELAND,
Dg voorstellen, welke de vertegen
woordigers der mijnwerkers aan den
Nationalen Kolenraad hebben voor
gelegd, om verhooging hunner loonen
mogelijk te maken, zijn door de rnijn-
directies niet aanvaard. De Mijnwer-
kersfedoratie heeft besloten, den pre
mier te verzoeken, een deputatie te
willen ontvangen om aan de rcgcerïng
den toestand uiteen te zetten.
DE H UISEIGENA ARSSTAKING.
De huiseigenaars te Salzburg beslo
ten tot de soiidariteitsstaking met de
Weener huiseigenaars.
d2d4
1
d7—uó
c2c4
2
c7—c6
Pglf8
3
PgS—f6
Pbl—c3
4
d5Xc4
e2e3
5
bb5
a2a4
6
b5—b4
Pc3—a21
7
e7 -e6
LflXc4
a
Lf8-e7
O—0
9
O
1
O
Ddl—e»
10
Lc8b f
Tfl—dl
11
Pb8d7
e3—e4
12
&7*5
Lel—g&
13
Tf8e8
Pa2—cl
14
Ddö—1)0
Pelb8
16
hl—h6
Lgö—e31
14
Lb7—aö
Pf3-da
17
La6xc4
Pd2Xc4
18
Db6c7
8Z—f8
19
c6—c5
Lat14
20
Dc7-b7
04—<f6
21
e6xd5
elxdö
22
Db7—a6
Tal—cl
2ó
Le7— f8
Pb3xa5
24
Pffie4
Pai>—cö
26
gf—gó
Lf4—©5
26
Pd7xe5
PcöXeö
27
f7_ f6
Df3xe4
:8
f#Xe5
d5d6
29
L!8-g7
De4dó-j*
30
Kg8—h8
Dd5Xc5
31
Opgegeven.
1) Dit blijkt slecht te zijn; Wit krijgt
het overwicht in het centrum.
2) Slecht ia a2-a4, hetgeen in het
Londensehe tournooi meerdere malen
toegepast werd.
3) Vroeg of laat noodzakelijk.
4) De pion mocht nog niet genomen
worden. Nu gaat hij echter verloren
en daarmede de partij.
(Aant. van den zwart-epeler in
„Tel."'
EINDSPELSTUDIE Ko. 32»*).
C. C. W. MANN fs-Gravenhage).
Wit aan zet wint.
Stand der stukken:
Wit: Kei, Dbó, PeÖ.
ZwartKei, Dg3, e2, ©6.
Eerste publicatie.
Oplossing Probleem No. 1S6.
Siand der stukken
Wit: Ka6, Ld2, Pf8, a2, bi, c5, fi, 16, g2, h3.
Zwart i KdS, Tg3, d4, d5, f5, h4.
1. c5—c6,
Kd3—ei, 2. Ddlc2f, Tg3-c3; 3. I»f8-d7. Kc4Xb4; 4. Dc2-b3».
2.3.Tc3Xc2; 4. Pd7—eöt.
2.3.d4—d3; 4. Dc2Xc8f.
Kd8—e4; 2. Ddl—#2t, Ttj3—e8; 3. PfS—80, Te3Xe2; 4. P©6—e6f.
Tg3-e3; 2. Pf8— e6, Itd8—c4; 8. Ld2Xe3, Kc4~ ;4 Ddl—b3T
2.Kd3-e4; 2. Ddl—e2, Te3xe2,4. Pe6-c5f.
2.8.di—d8; 4. De2Xe3f.
2.Te3Xe«; 8. Ld2-clf, Kd3-e4; 4. Ddl— e2f.
2.8.Kd3 anders; 4. Ddl— b8f.
2.T#3—g3; 8. Ke6b6, cv.-; 4. Pelicöf.
Tg3Xg2; 2. Pf3—d7, Tg2xd2;8. Pd7-eftf, Kd3-c3; 4. Ddl-b8f
2.8.Kd3 anders; 4. Ddl-fSf.
Dit prijB-probleem ie gebleken nevenoplosbaar te zijn:
1. Pf8-e6, Tg3xg22. Ld2—elf, enz.
1.Kdb—e4; 2. Ddl—e2f, enz.
1.Kd8—C4; 2. Ld2—©8, enz.
Goed opgelost door: F. Frcnkewitz en J. Hoogeveen belden ta Haar»
lem (auteursoploseing). H. W. v. Dort, te Schoten (nevenoplossing).
bedenken, waardoor zij Paljjfravc
Heuse zou kunnen verlaten.
Wat zij het akelgLst vond, was, dat
zij, daar zij met Anna, de linnenmeid
haar slaapkamertje moest deel en, de
vrecïClijke, zwarte pruik, die zij ver
afschuwde, umd.it hij haar jaren
ar.dor maalde ook nog 's nachts zou
moeten ophouden.
Do pruik maakte bovendien hnar
hoofd zoo warm, dat zo ieder oogen-
blü; in verzoeking kwam, haar af te
rukken.
De gedachte echter, dat zij mis
schien reeds dien middag bij het ta-
fehlionen iets omtrent de plannen
van meneer Smith zou te weten ko
men, gaf haar ^veer moed.
Toen zij om vijf uur meneer Smith
thou met geroosterd brood bracht,
trachtte zij, hoewel op bescheiden wij-
ge, zich verdienstelijk te maken. Zij
schonk op zijn verzoek de thee voor
hem in en beantwoordde zijn vragen
op zulk een vermakelijke manier, dat
de oude heer eenige malen in den
lach schoot cn zijn njura'gic voor
een oogenblik vergat.
In liet keuken departement was rncn
tüei zoo bijzonder met het nieuwe
meisje ingenomen.
De keukenmeid was-jalucrscfa, orn
«lat I.ouisa jonger en knapper was
dan zij en zich, volgens haar, zulke
airs gaf. Het overige personeel, om bij
le keukenmeid in de gunst te blijven,
gaf niet alleen deze in allee gelijk,
maar had ook zelf het noodige oj>
Louisu aan te merken.
„Een verbeelding dial dat schepsel
hfaefi zei Anna, „ik ben de kamer
nog niet af of ze gooit het raam wijd
open. De zeep iu het zeepbakje, oiu
ik aitij met Emma samen gebruikte,
is baar niet goed genoeg. Ze gebruikt
haar eigen zeep en heeft die in een
doos".
üm zes uur werd er in de keuken
vooruit gegeten, eri daarna moest
Louisa zich verklepden, om te die
nen. Ze had gehoopt, op dat uur bet
slaapkamertje voor zich alleen te h •!,-
ben, maar Anna, waarschijnlijk om
haar te plagen, koos ook juist dat
oogenblik uit, om haar coiffure nog
eens in orde te brengen. Ze ontzag
zich zelfs, niet om Louisa's haarbor
stel te gebruiken en de wasclikom,
die Louisa met haar moest dceien,
liet ze vuil staan. Louisa had de ta
fel met zorg gedekt en de bloemen
op zeer artistieke wijze geschikt.
Mor I ,- Smith kon di s tevreden
zijn. Louisa zag er niettegenstaande
de pruik in haar zwarte japon niet 't
coquette mutsje en het mooie, gebor-
daurdc, neteldoekscbe schortje heel
aardig uit, maar zelfs haar beste
vrienden zouden haar niet herkend
hebben.
Toen er gebeld werd, en zij de
straatdeur opendeed, was zij er ge
lukkig op voorbereid, misschien me
neer Askew voor ziah te zullen z;en
en schaakte dus niet, toen deze, v oor-
af gegaan door een kleinen, donkeren
man, de vestibule binnenkwam.
Even daarna opende zij de deur
van de zitkamer til diende de lieer en
aan.
Toen meneer Smith en zijn gasten
oen oogenblik later aan tafel zaten,
en Louisa eindelijk iets omtrent dc
Evening Recorder hoopte te hooren,
werd juist over dat onderwerp geen
woord gewisseld. De heoren hadden
het druk over de politiek en over En-
gelsche en Amerikaansche toestan
den, maar de courant werd niet ge
noemd. Daarna kwam het gesprek op
Engelwhe landgoederen, en vertelde
meneer Levy, dat hij er over dacht,
een landhuis in Surrey te koopen, dat
hij dien dag gezien had.
„Tenminste", voegde hij er bij, zich
tot zijn gastheer wendend, „als wij
liet over den verkoop van uw courant
eóns kunnen worden. U zult wel ver
langen. dunkt mij, van die soesa af
le zijn".
..Dat zou geen reden voor mii zij'n",
antwoordde meneer Smith, ^en daar
om kon ik er niet zoo gauw toe be
iten, uw aanbod aan ie nemen,
meneer Levy. Honderd vi jf en zeven
tig duizend pond is echter een groote
som, en bovendien heb ik den Jant-
sten tijd niet zooveel plezier meer in
de courant".
„Dat kan ik begrijpen", viel me
neer Askew in. „U hebt altijd zooveel
opgehad rnet KnLght en het moet u
dus wel hard gevallen zijn, te bemer
ken, dat u zich zoo in hem vergist
hebt. Hei. heeft uw gezondheid ook
geen goed gedaan. Het zal dus een
rust voor u wezen, als u met al die
verwikkelingen niets meer te maken
hebt",
„Ik heb werkelijk alle belangstel
ling in de courant verloren", zoi me
neer Smith met eem zucht. „Ik beu
diep teleurgesteld, dat Sir Griffith
Knight gebleken is niet dc man te
zijn, waarvoor ik hem hield, liet spijt
mij meer, dan ik zeggen kan. Zijn va
der is jaren lang een groot vmnd
van mij geweest, en toen ik de cou
rant kocht, stelde ik het groots to ver
trouwen in den jongen man. Ik zou
het, geloof ik, nog bij een repriman
de gelaten hebben, toen ik van jou,
Askew, hoorde, -hoe hij zijn werk don
la afeten tijd veronachtzaamde, als
mij niet daarenboven zijn schande
lijke behandeling van dat jonge mei's-
je was ter oore ge': runen, iemand,
die zoo gewetenloos la, verdient niet,
dat ik nog consideratie met hem heb".
I.ouisa's wangen b?gonncn te
glooien. Ze had niets liever gedaan,
dan Askew oogenblikkelijk te
maskeren, maar zij wist zich te be
dwingen, en gelukkig kwam liet ge
sprek weldra op wat anders.
Toen het dessert op tafel stond was
Louisa tot haar groote spijt genood
zaakt, do eetkamer te verlaten. Zij
wilde zich niot zoo verlogen, om aan
het sleutelgat te luisteren en boven
dien had ze voojrioójiig genoeg ge
hoord. Zij wist nu ten eerste, hoev eel
maneer Levy voor de courant gebo
den had, ten tweede, dat de courant
nog niet verkocht was. en ten derde,
dat Askew Sir Griffith belasterd had.
Dat Sir Griffith gewetenloos tegen
over een meisjo gehandeld zou heb
ben, was natuurlijk niets andera dan
een leugen. Tot zoo iels was hij niet
in staat, dnarvan was zij overtuigd.
De keukenmeid had tegen Louisa
gezegd, dat ze, als zij Anna had hel
pen vaten wnsschen, gerust naar bo
ven kon gaan. Meneer Smith sloot,
als hij gasten had, cn het dus wat
laat werd, altijd zelf de voordeur en
deed ook het licht uit. Hij wilde niet,
dat zijn personeel laat. naar bed ging
Louisa besloot echter, wat Anna ook
van haar denken mocht, voorloopig
nog in de keuken te blijven. Het ge
luk diende haar. Juist toen de an
dere dienstboden naar bed waren ge
gaan, hoorde zit de l>el van de 1 iHio-
theak. Zij vloog naar hoven. De drie
hoeven kwamen reeds de kamer uit.
„Het spijt mij, dat we niet langer
blijven kunnen, meneer Smith",
hoorde zij Askew, zeggen, „maar me
neer Levy en ik hebben beloofd, van
avond nog even bij Lord Mc. Whisto»
aan te komen en het is al elf uur".
„O, Louisa, ben je daar? Wil je
even een atav aanroepen en de lice-
re n aan hun hoeden en jassen hel
pen", zei meneer Smith. „Ik kan h«
laas niet tot aan de straatdeur mee
gaan, meneer Levy. De minste afkoe
ling is slecht voor mijn neuralgie.
Morgenochtend zal ik u mijn defini
tief besluit meedeelen, maar nu wi'
ik u wel vast zeggen, dat ik er hard
over denk, uw aanbod aan te nemen.
Het is echter altijd goed, er eerst nog
ren nachtje over te slapen".
Louisa hielp de heeren aan hun
hoeden en jassen, hoewel het haar
moeite kóstte, beleefd tegen Askew
te zijn.
Meneer Levy drukte haar bij liet
heengaan een shilling in de hand, die
zij zoo vrij was, in oen perk met tul
pen te werpen. Ze sloot daarop d©
straatdeur en begaf ziah naar boven.
Meneer Smith was weer naar d©
bibliotheek teruggegaan, om zijn si
gaar op te rooken en oen glas whis
key en soda te drinken.
„Kan ik soms nog iets voor u doen^
meneer?vroeg Louisa.
„Neen, dunk je. Jo kunt gerust
naar bed gaan".
(Wordt vervolgd)*