m m m m it m M m m m m m m m m m Een verhaal zonder titel Ml ËNï VERPAK» Sshaakrobriek a I? T It i *3 i A! a m i fiemBEgfl Hleaws. in i 0 n s e i a vinden. Waarom ben 39 op Heilgymnas tiek! Je sthrjjft me 2eker vrel alio wc- ken of je met het groote karwei naar vronjfh opschiet. MlDDENVOOB. Jan van de Markt was meer een jougonsverhaal. Het Ge lukskind is voor jongens on meisjes. Haar wordt ook wel eens wat verteld van voet ballen. Ben je met een boot over het IJ geweest! Een mooi gezicht hè, die groote zeekasteolen! llob je zoo'n schip wel eens van binnen bekeken! JOEKIE. Ala ja gauw schrijft, krijg jo gauw een antwoord terug. Van Prinses Myrrha hoorde ik deze week niets. Als zo dit leest, weet ze meteen, dat je haar zoo graag eens zou zien. Is 't sloop goed uitgevallen! Ilob jo stryklos van juf frouw K.t En hoe gaat het met 't schort je! Doo Klivia mijn groeten. Ik hoor ze ker we! eens gauw wat van ka6r. BEETHOVEN. AJles zag er keurig uit. Je was or gauw bij. Die ansichten vinden hun weg wel. Misschien zio je ze op onze tentoonstelling in andereu vorm terug. Ik hoop, dat jo ruiterij tot stand komt. Als je kunt, kom Woensdag dan maar eens. MAANELFJE. Wat heb ik in lang niet» van jou gehoord. Hoe gaat 't er meet Ben je oen sterke, flinke meid ge- wordent Je hebt van den zomer dus heer lijk getuft. En ga je nu weer geregeld naar school! Ja, kindje er zijn meer kin deren, die uit teleurstelling omdat zo geen piijg krijgen, het bijltje er b|j neet- leggen. Dat is toch niot goed. Ieder kan geen prijs krijgen. En het meedoen aan do Rubriek moot net zogals jouw verstan- digo moeder zegt niet gaan om juist oon prijs te krijgen. Aan het eind van het jaar maakt de Sint-Nicolaa-swedstrijd alles goed, want dan is er geen een teleurge stelde. Kom Woensdag maar lapjes halen. FRIEZINNETJE. Hè, wat een go- zellige, lango briof was dat. Het deod mc gonoegen, daaruit te vernomen, dat moe der vooruit gaat. Eu blijft het goed gaan! Welke doktor hebben jullio nu? Jo idee voor onzen wodstrjjd vind ik schitterend. Poppeukamers krjjg ik nooit te veel. Als het werk voor jou alleen to zwaar is, is er misschien wel een Bubriokertje te vin den, dat je helpen wilt. Zulke groote stukken gaan in do algemeeue speelgoed kast. Dus je begrijpt, dat zo door in een ziekenhuis altijd heel bly mee zijn. KEES DE MOPPERAAR. Een oude kennis van ons boiden bracht me jo briof en had toen plotseling ook ontdekt dat jij een oude kennis van haar was. Dat was ino daar een gezellige prgs-uitdeeling. Maar ik snap niet, dat je dien gooche laar de kunst van geld-vermeerderen niet hebt afgekeken. Ik zou jo dadelijk voor een uurtjo gehuurd hebben. Enfin, het is toch aardig van den mopperenden Kees, dat hij voor moeder zoo'n geurig doosjo meebracht. Had jjj den volgenden dag geen hoofdpijn van het nachtbraken! Hoe is het nu met moeder! En waar zal Kees mee voor den dag komen op onze tentoon stelling! Mijn dank voor je postzegels. Die zullen wegvliegen. W. BLOMBERG—ZEEMAN', v. d. Vinnestraat 21rood. Haarlem, 7 October 1922. door SIMON MOS. Nadat ik in geen jaren iets van hem gehoord had, keek ik er ©enigszins vreemd van op, toen ik mijn vriend Bastiaanse ontmoette, dat hij, de ver stokte vrijgezel, mij mededeelde, dat hij sinds geruim en tijd geluikikig ge trouwd Hoe dat zoo betrekkelijk vlug in zijn ■werk was gegaan, wilde hij mij met plezier wel eens vertellen, wanneer ik mij maar de moeite wilde getroosten, hem ©ens te bezoeken, aan het tijde lijk verblijf waar hij zich voor eenige weken, in mijn woonplaats, gevestigd had. Gaarne nam ik zijn uitnoodiging aan, en begaf mij, op den gepaalden avond, naar de aangeduide woning. Nadat we eerst nog wat over koetjes en kalfjes hadden gesproken, -•enig© oude herinneringen waren op gehaald, nam mijn vriend Bastiaan se, ingevolge het beloofde, het woord: Je zult je nog wel herinneren, begon hij, dat ik als vrijgezel niet erg gelukkig was in het huren van mijn kamera; het was steeds een ge tob, een aanhoudend zoeken naar wat beters, met tot slot altijd weer ver huizen Toen ik voor de zooveel- ste maal mij weer ergens geborgen had, denkende het nu gevonden te hebben, kwamen na korten tijd, als van ouds de onaangenaamheden weer voor den dag, zoodat ik op zekeren middag m de olub den lui mijn nood klaagde, en verzocht mij te waarschu wen, wanneer ze iets geschikts voor mij wisten, daar ik, in dat geval, maar weer eens zou gaan verkassen. Ket was op dat oogenblik, toen een der vrienden mij aanraadde, geen verder© moeite te doen, maar liever een vrouw te zoeken en to gaan trou wen Het kan zijn, dat dezo raad •ais aardigheid gezegd en allerminst ernstig bedoeld werd, daar de raad gever zeil ongehuwd was en ofschoon ook hij niet over zijn gezellig tehuis voorloopfg ntet nïfler los, *1 was waar' zelfs in de beste omstandigheden, met de meest geriefelijke kamers en een allerknapste hoepita, bleef het vrijgezellenleven toch duur en onge zellig er ging toch niets hoven een eigen, vroolijk tehuis, met een allerliefste levensgezellinIk had er vermoedelijk tot nog toe weinig aandacht aan geschonken, omdat ik door mijn tijdroovende positio en zeer drukken werkkring, met dames zoo goed a's niet in connectie kwam; en zij, die zoowat tot de kennissen behoor den, kwamen voor een huwelijksaan zoek niet in aanmerking Er bleef mij dus, wilde ik mijn plannen door zetten, niets andere óver, dan een ad vertentie in de krant het middel was niet 'nieuw eigenlijk al wat afgezaagd en het zou tien tegen één, aanleiding geven tot eenige snaakscbe brieven, met allerlei grap penmakerijen maar toch, je kon het nooit weten er kon toch eens een ernstige aanbieding zijn, een se rieus, vertrouwenwekkend schrijven op mijn annonce, die aan duidelijk heid niets te wenschen zou laten, en toen Ben je getrouwd langs den meer cn ineer gebruik-:lijken weg? onder brak ik mijn vriend even. Neeja eigenlijk niet en wel, antwoordde Bastiaanse weifelend, maar laat me verder vertellen Ik ontving, zooals ik had gedacht, tal rijke antwoorden; zie waren meest van de gewone soorteen uitnoodi ging tot een rendez-vous op een be paalde plaats en aangegeven tijd, met een bloem op de borst, een witte zak doek in de hand, enzoovoorts, enzoo- voortsmeest aardigheden, die je zóó snappen kon brieven, waar de grappenmakerijen afdropen Maar ik was zoo wijs geweest, de Lui van de olub niets mee te deelen van mijn geplaatste huwelijks-advertentie, zoo dat van die zijde de grappen buiten gesloten bleven Toch waren er ook, die zeer zeker ernstig bedoeld waren, en daarvan was er een, ko mende uit een onbeduidend plaatsje in Gelderland, schijnbaar alleszins oprecht. Het meisje stelde daarin voor, op Dinsdag 5 Augustus, des na middags drie uur, in het hotel „De Roskam" bijeen te komen Het had kunnen zijn, dat men mij grap, een nuttelooze reis wilde laten maken, maar, zooals ik zei, het schrij ven leek mij heel oprecht en aller minst een valstrikEn daar ik mij herinnerde, dat ik nog ijd een kennis moest opzooken in Arnhem, vrij dicht gelegen bij de plaats in den brief genoemd, besloot ik aan de uit noodiging gevolg te geven Ten einde echter een eventueele grappen maker alsnog te misleiden, vertrok ik reeds den dag te voren, op een danig tijdstip, dat ik ongeveer tegen den avond in het plaatsje zou arrivee- ren, om dan in „De Roskam" te blij ven overnachten. Den volgenden dag zou ik mij, voorgevende handelsrei ziger te zijn, met een koffertje in de hand, hier en daar heen begeven, om op het afgesproken uur in het hotel aanwezig te zijn Aanvankelijk was er een zeer vroolijk gezelschap m de coupé, zood-at de lijd omvloog, en eer ik het wist, het grootste gedeelte van de reis had afgelegd Hier en daar waren echter de passagiers uit gestapt, waardoor ik langzamerhand geheel alleen was overgebleven Doch het laatste traject stapte in mijn coupé een oude heer, met een prettig en joviaal gezicht, een open en inne mend uiterlijk, die vroolijk en zeer spraalczaam bleekAl heel spoedig waren we samen in een onderhoudend gesprek, en toen hij mij vertelde, dat hij moest uitstappen in de plaats, waar ik ook moest zijn, dooide ik hem mc-e, dat ik handelsreiziger was, en in die plaats zou overnachten in tiet hotel „De Roskam" waarop de vroolijke, spraakzame oude heer mij op de allervriendelijkste manier uit- noodigde, den avond bij hom door te brengen, in plaats van mij te verve len in het hotel, dat om dezen tijd van het jaar weinig gasten herberg de Gaarne nam ik deze allerhar telijkste uitnoodiging aan, feitelijk moest ik immers pas den volgendon dag voor 't herdersuurtje in „De Ros kam" zijn, dus terecht zou ik mij tot dien tijd schrikkelijk moeten verve len Nadat ik gegeten en een wei nig toilet gemaaikt had, ging ik den ouden heer opzoeken, ten einde op be hoorlijken tijd bij do thee aahwezig te zijn Ik vond hem, langs den weg, dien hij mij had opgegeven, vrij spoedig'Hij bewoonde een aar dige villa, en aan de inrichting van een en ander was te bemerken, dat hij een man van aanzien en invloed moest zijn in deze kleine plaats Kort nadat ik was aangediend, kwam ijn reisgenoot mij tegemoet, ontving me hartelijk, en stelde mij zijn echt- genoote en drie dochters voor: Eveli ne, Tiny en Trees „Allen nog vrij" constateerde hij, met een goedig laah- „Óch toe, pal" zei de oudste, die de scherts van den ouden heer wat euvel kon roemen, toch zelf nooit aan trouw op nam, met neergeslagen oogen plannen had gedacht.Maar toch, J Maar tusschen streepjes liet wa tiet huwelijksidee bleef mo bij, liet me ren alle drie alleraaixligste meisjes, gezonde, vroolijke kinderen van het iand Wat zou "t jammer zijn, dacht ik, als die lieve schatjes hier in dit kalme, landelijke, vervelende oord, haar jonge teven in saaie be doening moesten verslijten Vooral Eveline, de oudste, modkt er zijn, in mijn oog, en ofscihoon ik andere nog al eens moeite heb, het gesprek met da mee steeds belangwekkend te hou* den oen zekere bloo- of linksheid kan ik dan nooit voldoende onder drukken tegenover Evelino voelde ik mij dadelijk op mijn gemak Den avond werd verder heel gezellig gepasseerdde meisjes musiceer den watTiny bleek een zeer mooie stem te hebben, en zong bepaald ver dienstelijk, eenigo liederen, terwijl Trees niet zonder talent de viool be speelde Ik zal kort zijn: ik ver maakte mij dien avond uitstekend. Niemand had mij nog gevraagd, uit kiesheid, of ik gehuwd, of ongehuwd wasDoch toen ik over mijzelf uit weidde, en vertelde, dat ik vrijgezel was, toen kwamen onwillekeurig ach, waar het lvart vol van is, niet waar de jerimiades over het onge zellige leven op kamers, rnet alle bij omstandigheden, weer los, en liet ik in mijn afkeurend oordeel zooveei doorschemeren, dat het me heel wat waard zou zijn, indien ik v: pl: ag weldra verlost zou zijn Toen ik zoover was, zag iik, op een oogenblik, dat de meisjes elkander schalkachtige en veelbeteckenende bilkken toewierpen 't Werd me eenigszins zonderling te moede, toen, vooral, toen Trees plotseling vroeg: waar ik logeerde?. Maar bij m..n antwoord: „in de „Rcekam", konden de meisjes zich schier niet goed hou den, en hadden ze heel veel moeite een gesmoord lachen te onderdruk ken „0, of' bracht Tiny er met moeite uit, terwijl ze dadelijk haar zakdoek weer tegen haar mond drukte, het niet uit te proesten ik zag, dat Eveline haai' toen bestraffend aan zagEnfinwij keuvelden nog wat en daarna vertrbk ik, in lerbeste stemming, mijn gastheer en dames wol dank zeggend voor den hoogst aangenamen avond En bij het afscheid nemen, zag ik kans de oudste dochter toe te fluisteren: „Zou 0. 0. dezen avond maar niet als de bedoelde bijeenkomst aannenn Ze antwoordde niet, ze keek me even schalksoh aan, maar een blos, diep in het lage halsje, erkende, dat ik niet zoo ver had misgezian Op den ouden hoer had ik blijkbaar een goeden indruk gemaakt, althans ik mocht niet vertrekken, alvorens te beloven den volgenden dag bij de fa milie het middagmaal te komen ge bruiken, welk gul aanbod ik moei lijk kon weigeren, maar waardoor mijn reis een heel ander aanzien kreeg Na een goede nachi.rust in mijn hotel, ging ik den volgenden morgen op stap met mijn koffertje, zoogenaamd tot het bezoeken klanten in het stadje. Ik ging echter een heerlijke wandeling maken in de aangrenzende boeschenmaar zorgde weder tijdig in „de Roskam" terug ie zijn. Nu zou mij dan weldra duide lijk wordeu, in hoevere het antwoord op mijn huwelijks-advertentie, onder do letters 0.0. serieus bedoeld was, of wel, dat het, gelijk _ik nu bijna met zekerheid kon zeggen, als een mystifi catie beschouwd moest worden Zooals ik gedacht had, bleek liet juist Ic zijn Precies om drie uur ik it. het hotel, zette mij aan een ta feltje, tegen een-der ramen geplaatst, zoodat ik een ruim gezicht had op der. weg en ïedor, die „de Roskam vilde naderen, kon gade slaan. Maar het werd half vier en vier uur, zon der dat nog iemand het hotel binnen stapte. Noch een vrouwelijk, nooh een mannelijk persoon, kwam da over ec-nkomst na, voldeed aan liet aan wezig zijn op de plaats van samen treffen In zooveire wan de list gelukt, dus, als liot schrijven als een grap bedoeld was.Maar dat inte resseerde mij op dat moment al bij zonder weinig Ik had geen oogen blik spijl naar deze plaats te zijn ge gaan; zou ik niet strakjes weer in de gelegenheid zijn, mij met de lieve dochtere van mijn reisgenoot te kun nen onderhouden, en wie weet welke aangename avond mij nog wachtte? N.e, ik was al ruimsohoots schade loos gesteld, en ik nam mij vo .r dezen avond, zoo ©enigszins mogelijk, de mystificatie geheel te zuilen ophelde- Toen ik aan de woning van i gastheer kwam, constateerde ik, de dames allen thuis waren Tot mijn groot genoegen, deed live-lino open, en ook in figuurlijken zin, met de deur in huis vallend, zei ik dade lijk: „O. O. heeft te vergeefs gewacht, 't was niet zoo heel erg, hoor!" kleurde het meisjeik on derzocht dus blijkbaar in de goede richting en, ik zal nu verder kort zijn, des avonds werd mij alles duidelijk gemaakt Na den- hoogst gezeUi- gen maaltijd hadden wij de thee ge bruikt in het prieel daarna was ik met Eveime den tuin ingewandeld, en toen ik haar nogmaals polste, be kend© zij, dat zij en haar zusters de advertentie gelezen hebbende, besloten hadden, vóór de grap en om de ver veling hier wat te dooden, eens wat afleiding te hebben, op de ann te antwoorden. Maar dat ze er al da delijk mede hadden ingezeten, hoe de mystificatie tot een goed einde te brengen En dat, toen pa, die rei ziger geinviteerd bod, zij weidra alle drie begrepen, dat door een zonder linge speling van het toeval, O. O. in hun eigen woning terecht was geko men" „En nu", zei mijn vriend ten slotte, „ben ik aan het eind van rnijn verhaal, want het zal je nu wel duidelijk zijn, dat 'k nu maar niet, zoo zonder meer, afscheid van hartelijk© familie nam, maar, dat ik gaarne nog eens terug wilde komen ""oen ket mij bleek, dat dit ook Eveli- e zeer aangenaam was, werd weldra de kogel door de kerk gejaagd, om bij dit afgezaagde bedd to blijven, en mocht ik haar, als mijn lief vrouwtje, voor goed uit die landelijke omgeving meevoeren Zoo ongeveer twee jaar ben ik nu getrouwd en ik heug me in het bezit van een licvi zorgvolle echtgenootc, een schat een jongen van een Jaar en een recht gezellig tehuis... Enfin,* besloot mijn vriend, kam je er maar eens van overtuigen, als ik weer terug ben in de stad waar ik woon". INCEZONDEM ME E D E E UN CEN h 60 Cis, iie» regal 2-6 AR ETTSS Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem PROBLEEM No. 159*). W. NANN1NG (Rotterdam). éwy/i. Mat in twee zetten. Stand der stukken: Win Kh7, Dat, Lc8, P(17, a5, c6, d2, d6, e3. Zwart i Kd5, Tfl, Lhi, Pel, PI2. d8, «4, g7. Derde prijs iu den probleem-wedstrijd, uitgeschreven ter herdenk!» m wijlen den componist H. L. Schuld (ItEM Partij No. 145 Gespeeld in den zeskamp te Hastings, 11 September 1922. Dr. S. Tarrasch (München) Geweigerd Dame-gammel. A. Al j echi (Zünch) ACOODI.UCKc.C9 CAIRO EGYPT DE VERVLAAMSCHtNG DER GENTSCHE HQUGL,L. De „Soir" maakt melding vau ge ruchten volgens welke de moesteWaal- sche leden der rechterzijde zouden stemmen vort' het voorstel-Van Cau- welaert en dus voor de opheffing der Fransche hoogeschool van Gent en dit wel uit politieke of liever electorale overwegingen. EEN GESCHIL TUS3GHEN LEHAR EN ZIJN ORKEST De „Lok. Anz. meldt, dat liet orkest van het Wee- ner theater, waar Lehar een operette dirigeert, tot lijdelijk verzet overging, om aldus de vervulling van zijn loon- oisohen af te dwingen. Het publiek trok partij voor den componist. Er ontstond een heftige woordenwisse ling tusschen Lehar en het orkest, d:e een half uur duurde, waarop de be- drijfsraad verklaarde, dat later zou worden onderhandeld. Het orkest deed verder zijn plicht. DE ONOERWIJZERSSTftKINC IN SALZBURG. Do onderwijzers van do stad en het iand Salzburg, die in staking -waren g< gaan, zullen het werk hervatten. DE LOON EN DER MIJNWERKERS IN ENGELAND, Dg voorstellen, welke de vertegen woordigers der mijnwerkers aan den Nationalen Kolenraad hebben voor gelegd, om verhooging hunner loonen mogelijk te maken, zijn door de rnijn- directies niet aanvaard. De Mijnwer- kersfedoratie heeft besloten, den pre mier te verzoeken, een deputatie te willen ontvangen om aan de rcgcerïng den toestand uiteen te zetten. DE H UISEIGENA ARSSTAKING. De huiseigenaars te Salzburg beslo ten tot de soiidariteitsstaking met de Weener huiseigenaars. d2d4 1 d7—uó c2c4 2 c7—c6 Pglf8 3 PgS—f6 Pbl—c3 4 d5Xc4 e2e3 5 bb5 a2a4 6 b5—b4 Pc3—a21 7 e7 -e6 LflXc4 a Lf8-e7 O—0 9 O 1 O Ddl—e» 10 Lc8b f Tfl—dl 11 Pb8d7 e3—e4 12 &7*5 Lel—g& 13 Tf8e8 Pa2—cl 14 Ddö—1)0 Pelb8 16 hl—h6 Lgö—e31 14 Lb7—aö Pf3-da 17 La6xc4 Pd2Xc4 18 Db6c7 8Z—f8 19 c6—c5 Lat14 20 Dc7-b7 04—<f6 21 e6xd5 elxdö 22 Db7—a6 Tal—cl 2ó Le7— f8 Pb3xa5 24 Pffie4 Pai>—cö 26 gf—gó Lf4—©5 26 Pd7xe5 PcöXeö 27 f7_ f6 Df3xe4 :8 f#Xe5 d5d6 29 L!8-g7 De4dó-j* 30 Kg8—h8 Dd5Xc5 31 Opgegeven. 1) Dit blijkt slecht te zijn; Wit krijgt het overwicht in het centrum. 2) Slecht ia a2-a4, hetgeen in het Londensehe tournooi meerdere malen toegepast werd. 3) Vroeg of laat noodzakelijk. 4) De pion mocht nog niet genomen worden. Nu gaat hij echter verloren en daarmede de partij. (Aant. van den zwart-epeler in „Tel."' EINDSPELSTUDIE Ko. 32»*). C. C. W. MANN fs-Gravenhage). Wit aan zet wint. Stand der stukken: Wit: Kei, Dbó, PeÖ. ZwartKei, Dg3, e2, ©6. Eerste publicatie. Oplossing Probleem No. 1S6. Siand der stukken Wit: Ka6, Ld2, Pf8, a2, bi, c5, fi, 16, g2, h3. Zwart i KdS, Tg3, d4, d5, f5, h4. 1. c5—c6, Kd3—ei, 2. Ddlc2f, Tg3-c3; 3. I»f8-d7. Kc4Xb4; 4. Dc2-b3». 2.3.Tc3Xc2; 4. Pd7—eöt. 2.3.d4—d3; 4. Dc2Xc8f. Kd8—e4; 2. Ddl—#2t, Ttj3—e8; 3. PfS—80, Te3Xe2; 4. P©6—e6f. Tg3-e3; 2. Pf8— e6, Itd8—c4; 8. Ld2Xe3, Kc4~ ;4 Ddl—b3T 2.Kd3-e4; 2. Ddl—e2, Te3xe2,4. Pe6-c5f. 2.8.di—d8; 4. De2Xe3f. 2.Te3Xe«; 8. Ld2-clf, Kd3-e4; 4. Ddl— e2f. 2.8.Kd3 anders; 4. Ddl— b8f. 2.T#3—g3; 8. Ke6b6, cv.-; 4. Pelicöf. Tg3Xg2; 2. Pf3—d7, Tg2xd2;8. Pd7-eftf, Kd3-c3; 4. Ddl-b8f 2.8.Kd3 anders; 4. Ddl-fSf. Dit prijB-probleem ie gebleken nevenoplosbaar te zijn: 1. Pf8-e6, Tg3xg22. Ld2—elf, enz. 1.Kdb—e4; 2. Ddl—e2f, enz. 1.Kd8—C4; 2. Ld2—©8, enz. Goed opgelost door: F. Frcnkewitz en J. Hoogeveen belden ta Haar» lem (auteursoploseing). H. W. v. Dort, te Schoten (nevenoplossing). bedenken, waardoor zij Paljjfravc Heuse zou kunnen verlaten. Wat zij het akelgLst vond, was, dat zij, daar zij met Anna, de linnenmeid haar slaapkamertje moest deel en, de vrecïClijke, zwarte pruik, die zij ver afschuwde, umd.it hij haar jaren ar.dor maalde ook nog 's nachts zou moeten ophouden. Do pruik maakte bovendien hnar hoofd zoo warm, dat zo ieder oogen- blü; in verzoeking kwam, haar af te rukken. De gedachte echter, dat zij mis schien reeds dien middag bij het ta- fehlionen iets omtrent de plannen van meneer Smith zou te weten ko men, gaf haar ^veer moed. Toen zij om vijf uur meneer Smith thou met geroosterd brood bracht, trachtte zij, hoewel op bescheiden wij- ge, zich verdienstelijk te maken. Zij schonk op zijn verzoek de thee voor hem in en beantwoordde zijn vragen op zulk een vermakelijke manier, dat de oude heer eenige malen in den lach schoot cn zijn njura'gic voor een oogenblik vergat. In liet keuken departement was rncn tüei zoo bijzonder met het nieuwe meisje ingenomen. De keukenmeid was-jalucrscfa, orn «lat I.ouisa jonger en knapper was dan zij en zich, volgens haar, zulke airs gaf. Het overige personeel, om bij le keukenmeid in de gunst te blijven, gaf niet alleen deze in allee gelijk, maar had ook zelf het noodige oj> Louisu aan te merken. „Een verbeelding dial dat schepsel hfaefi zei Anna, „ik ben de kamer nog niet af of ze gooit het raam wijd open. De zeep iu het zeepbakje, oiu ik aitij met Emma samen gebruikte, is baar niet goed genoeg. Ze gebruikt haar eigen zeep en heeft die in een doos". üm zes uur werd er in de keuken vooruit gegeten, eri daarna moest Louisa zich verklepden, om te die nen. Ze had gehoopt, op dat uur bet slaapkamertje voor zich alleen te h •!,- ben, maar Anna, waarschijnlijk om haar te plagen, koos ook juist dat oogenblik uit, om haar coiffure nog eens in orde te brengen. Ze ontzag zich zelfs, niet om Louisa's haarbor stel te gebruiken en de wasclikom, die Louisa met haar moest dceien, liet ze vuil staan. Louisa had de ta fel met zorg gedekt en de bloemen op zeer artistieke wijze geschikt. Mor I ,- Smith kon di s tevreden zijn. Louisa zag er niettegenstaande de pruik in haar zwarte japon niet 't coquette mutsje en het mooie, gebor- daurdc, neteldoekscbe schortje heel aardig uit, maar zelfs haar beste vrienden zouden haar niet herkend hebben. Toen er gebeld werd, en zij de straatdeur opendeed, was zij er ge lukkig op voorbereid, misschien me neer Askew voor ziah te zullen z;en en schaakte dus niet, toen deze, v oor- af gegaan door een kleinen, donkeren man, de vestibule binnenkwam. Even daarna opende zij de deur van de zitkamer til diende de lieer en aan. Toen meneer Smith en zijn gasten oen oogenblik later aan tafel zaten, en Louisa eindelijk iets omtrent dc Evening Recorder hoopte te hooren, werd juist over dat onderwerp geen woord gewisseld. De heoren hadden het druk over de politiek en over En- gelsche en Amerikaansche toestan den, maar de courant werd niet ge noemd. Daarna kwam het gesprek op Engelwhe landgoederen, en vertelde meneer Levy, dat hij er over dacht, een landhuis in Surrey te koopen, dat hij dien dag gezien had. „Tenminste", voegde hij er bij, zich tot zijn gastheer wendend, „als wij liet over den verkoop van uw courant eóns kunnen worden. U zult wel ver langen. dunkt mij, van die soesa af le zijn". ..Dat zou geen reden voor mii zij'n", antwoordde meneer Smith, ^en daar om kon ik er niet zoo gauw toe be iten, uw aanbod aan ie nemen, meneer Levy. Honderd vi jf en zeven tig duizend pond is echter een groote som, en bovendien heb ik den Jant- sten tijd niet zooveel plezier meer in de courant". „Dat kan ik begrijpen", viel me neer Askew in. „U hebt altijd zooveel opgehad rnet KnLght en het moet u dus wel hard gevallen zijn, te bemer ken, dat u zich zoo in hem vergist hebt. Hei. heeft uw gezondheid ook geen goed gedaan. Het zal dus een rust voor u wezen, als u met al die verwikkelingen niets meer te maken hebt", „Ik heb werkelijk alle belangstel ling in de courant verloren", zoi me neer Smith met eem zucht. „Ik beu diep teleurgesteld, dat Sir Griffith Knight gebleken is niet dc man te zijn, waarvoor ik hem hield, liet spijt mij meer, dan ik zeggen kan. Zijn va der is jaren lang een groot vmnd van mij geweest, en toen ik de cou rant kocht, stelde ik het groots to ver trouwen in den jongen man. Ik zou het, geloof ik, nog bij een repriman de gelaten hebben, toen ik van jou, Askew, hoorde, -hoe hij zijn werk don la afeten tijd veronachtzaamde, als mij niet daarenboven zijn schande lijke behandeling van dat jonge mei's- je was ter oore ge': runen, iemand, die zoo gewetenloos la, verdient niet, dat ik nog consideratie met hem heb". I.ouisa's wangen b?gonncn te glooien. Ze had niets liever gedaan, dan Askew oogenblikkelijk te maskeren, maar zij wist zich te be dwingen, en gelukkig kwam liet ge sprek weldra op wat anders. Toen het dessert op tafel stond was Louisa tot haar groote spijt genood zaakt, do eetkamer te verlaten. Zij wilde zich niot zoo verlogen, om aan het sleutelgat te luisteren en boven dien had ze voojrioójiig genoeg ge hoord. Zij wist nu ten eerste, hoev eel maneer Levy voor de courant gebo den had, ten tweede, dat de courant nog niet verkocht was. en ten derde, dat Askew Sir Griffith belasterd had. Dat Sir Griffith gewetenloos tegen over een meisjo gehandeld zou heb ben, was natuurlijk niets andera dan een leugen. Tot zoo iels was hij niet in staat, dnarvan was zij overtuigd. De keukenmeid had tegen Louisa gezegd, dat ze, als zij Anna had hel pen vaten wnsschen, gerust naar bo ven kon gaan. Meneer Smith sloot, als hij gasten had, cn het dus wat laat werd, altijd zelf de voordeur en deed ook het licht uit. Hij wilde niet, dat zijn personeel laat. naar bed ging Louisa besloot echter, wat Anna ook van haar denken mocht, voorloopig nog in de keuken te blijven. Het ge luk diende haar. Juist toen de an dere dienstboden naar bed waren ge gaan, hoorde zit de l>el van de 1 iHio- theak. Zij vloog naar hoven. De drie hoeven kwamen reeds de kamer uit. „Het spijt mij, dat we niet langer blijven kunnen, meneer Smith", hoorde zij Askew, zeggen, „maar me neer Levy en ik hebben beloofd, van avond nog even bij Lord Mc. Whisto» aan te komen en het is al elf uur". „O, Louisa, ben je daar? Wil je even een atav aanroepen en de lice- re n aan hun hoeden en jassen hel pen", zei meneer Smith. „Ik kan h« laas niet tot aan de straatdeur mee gaan, meneer Levy. De minste afkoe ling is slecht voor mijn neuralgie. Morgenochtend zal ik u mijn defini tief besluit meedeelen, maar nu wi' ik u wel vast zeggen, dat ik er hard over denk, uw aanbod aan te nemen. Het is echter altijd goed, er eerst nog ren nachtje over te slapen". Louisa hielp de heeren aan hun hoeden en jassen, hoewel het haar moeite kóstte, beleefd tegen Askew te zijn. Meneer Levy drukte haar bij liet heengaan een shilling in de hand, die zij zoo vrij was, in oen perk met tul pen te werpen. Ze sloot daarop d© straatdeur en begaf ziah naar boven. Meneer Smith was weer naar d© bibliotheek teruggegaan, om zijn si gaar op te rooken en oen glas whis key en soda te drinken. „Kan ik soms nog iets voor u doen^ meneer?vroeg Louisa. „Neen, dunk je. Jo kunt gerust naar bed gaan". (Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 10