Vpaaxpot, eea Hofdockeiunaudje, oen brio-
wntnsoli, enz,, cu/.. Komt, U 00113 ltijkou
©p onze tentoonstelling, dan woot ik 7.0-
aur, dat U van do jougd nog veel mooiere
dingen zult /.ion, dan ik zo kier opnoem.
MEJ. v. d. H. Mijn dank voor Uw
vriendelijk schrijven en uw hartoljjko me
deleven in onze Rubriek. Hoezeer kot me
ook apijt, moet ik uw kuip van do kand
wy/.oa. Dit werk is zoo iets persoonlijks,
dat zelfs nnju kuisgenooton weinig of'
niots voor mjj doen kunnen. Mot plezier
kunt U m\j natuurlijk eens komen bezoe»
kon. Wanneer U zoo gaarno Uw vrijiu
tijd in dienst van anderen wilt besteden,
dan zult U zeker werk genoog kuu
vinden. Ik geloof, dat niomand werke
loos behoeft te zijn, die zichzelf beschik
baar wil stellen tot nut van anderen. Tk
zou U raden, klopt U eens aan bij onzo
Ziekenhuizen. Daar wordt juiet geklaagd
over veel werk en weinig kandon.
Haarlem, 18 October 1922.
Binnenland
De Criminaliteit in 1921.
Verschenen is de Juslitieele Statis
tiek over 1921, aan den inhoud waar
van het volgende is ontleend
Het aantal strafzaken door den
Hoogen Raad bij arrest afgedaan be
droeg in 1921, 620. Het appél in cassa
tie werd in 588 gevallen ingesteld door
de veroordeelden, in 28 gevallen door
het O. M.
Bij dit college kwamen 96 aanvi
gen tot revisie in, ingewilligd werden
er 5.
\Yat den strafzaken bij de Ge
rechtshoven betreft werden in 1921
1991 arresten in hooger beroep gewe
zen, waarvan bijna 61 zonder diit
getuigenverhoor plaats had, terwijl
2344 personen in hooger beroep te
recht stonden.
Hiervan bevonden zich -113 (17.6
in verzekerde bewaring.
Van het totale aantal gewezen ar
resten werden er 1444 of 72 1/2 ge
wezen op voorziening- van dc be
klaagden en het O. M. beide dit hoo-
ge relatieve cijfer wijst <.r op, dat in
het algemeen in do toepassing" van het
inee-appelleeren nog geenerlei veran
dering is gekomen.
Omtrent de wijze van afdoening van
het appèl ziet men, dat de vonnissen
vaD den eersten rechter werden beves
tigd t. a. v. 952 en ge'nee. of gedeel
telijk vernietigd t- a. v. 1267 personen,
d. i. bijna 57 van het totaal der
gevallen, waarin uitspraak werd ge
daan.
In eersten aanleg werden bij de
Rechtbanken aangebracht 21.104 straf
zaken (v. j. 27.095); de daling, welke
hiervoor na de oorlogsjaren intrad,
heeft zich ook in 1921 voortgezet, of
schoon niet in die mate als in het vo
rige jaar. Het aantal gewezen von
nissen bedraagt 21.133, terwijl in to
taal 24.844 beklaagden terecht ston-
den.
Vergelijking van deze cijfers met die
over de jaren '12 en '13 doet zien, dat
we niet ver meer van het peil van vóór
dén oorlog verwijderd zijn.
Van het totaal aan Lal beklaagden
bevonden zich 4002 of 16 in preven
tieve hechtenis, terwijl er 6749 of ruim
07 bij de berechting hunner zaak
afwezig bleven.
Veroordeeld werden in 192* 21.909
beklaagden of ruim 90 van hen die
terechtstonden vrijgesproken 1855 of
7.8 van dit totaal.
Voorwaardelijk veroordeeld weidon
1509 beklaagden of bijna 7 ,0 yan alle
veroordeelden, van wio 562 met bijzon
dere voorwaarden; 20 beklaagden
werden verordeeld tot voorw. tucht
school (Art. 39 acties W. T S.)
Voorts werden m appel bij de Recht
banken 913 eindvonnissen gewezen
(waarbij betrokken 1088 beklaagden).
Uier werd in 42 der gevallen be
roep zoowel door den beklaagde als
het O. M. ingesteld het mee-appel ee-
ren treedt duB bij de Rcchtbauken
veel minder op den voorgrond dan bij
de Hoven.
T. a. v. 629 personen of bijna b2
werden de vonnissen der kantonrech
ters vernietigd.
Voorloopig aangehouden zijn in den
ioop van 1921, 4394 personen.
In verzekerde bewaring werden ge
steld 4180 personen, van wio 3440 ver
dacht van misdrijf, 728 wegens bede
larij en landlóoperij en 12 wogens
overtreding van hot souteneursverbod.
De groote stijging van het aantal
Btrafzaken, bij den kantonrechter aan
gebracht, in de beide jaren 1919 en
1920, welke voornamelijk veroorzaakt
werd door een groote toeneming van
de overtredingen van de Drankwet,
van de Motor- en Rijwielwet en van
de plaatselijke verordeningen, is in
1921 door 'n afneming gevolgd (237.626
zaken in 1921 tegen 245.232 in 1920).
Het aantal gewezen vonnissen geeft
voor 1921 heb rtfUT 238.016, terwijl
252.318 beklaagden bij do kantonge
rechten moesten terecht staan.
Veroordeeld werden hiervan 241.022
beklaagden of bijna 97 vrijgespro
ken 1445 of bijna 2
DE ZAKELIJKE BEDRIJFS
BELASTING.
Men meldt uit Den 11 ruig:
Benige Raadsleden lwbbon, naar b'»
kend, een voorstel ingediend, om do het-
f'ung der zakelijke bedrijfsbelasting eerst
to doen beginnen by den lOden man.
Het Comité van Actie tegen de Znkc-
lyko bèdTyfebelastii^ verwekt ons mede
te dealen, dat het part noch deel hoeft
aan dit voorstel, en dat het geenszin:-
stoun vindt in de beweging tegen doze
belasting, wolko uitgaat van een gcor-
goniseerden middenstand en de direct-h
langhebbenden.
Het comité beschouwt het voorstel niot
anders dau als oen poging tot een tochni-
ecko verbetering van 0011 heffing, dio i"
principe volkomen verkeerd is en door
welke verbetering hot ongem.otiveor.li
dor belasting niet in hot minst veranderd
wordt.
Ingovolge de door do aangeslagei
gegeven opdraoht. blijft het comité dan
ook vasthouden aan den eisoh, dat do
Zakelijke Bedrijfsbelasting zoo spoedig
mogelijk dient te verdwijnen.
De beeren Frjjda, Vormooten, Serton,
Swane, Folix en Van Boetselaer hebben
don gemeenteraad ma Utrecht oen v
stol doen toekomen om de heffingsver-
ordening bedrijfsbelasting to wijzigen. Zjj
stellen voor aan art. 0 oen nieuw lid toe
te voegen, luidende: „Voor de toepassing
dezer bepalingen worden arbeiders, welke
by den aanvang van het belastingjaar
den leeftijd van zeventi onjaar niet
aanmerking genomen."
Voorts weiiechen zij, dat art. 9 wordt
gelezen als volgt:
De belasting bedraagt voor elkon
beider van hot in artikel 6 bedoeld go-
middelde aantal:
Voor 10 arbeiders f 20; voor 11 f 33j
voor 12 f 48; voor 13 65; voor 14 84;
voor 15 f 100; voor 16 f 12S; voor 17
f 153; voor IS f 180; voor 19 f 209; voor
20 arbeiders f 240 en vorder voor elkon
arbeider boven 20 arbeidors f 12 meer.
BAKKERSNACHTARBEID OP
HET PLATTELAND.
Op cle vragen van deu heer Schaper
betreffende het toestaan van ba,kkere-
nachtarbeid in platlelandegemeentcn
tuaschen 5 en 6 uur des voormiddag»,
antwoordde de minister van Arbeid
Het bepaalde in par. 4 van hoofd
stuk IV der Arbeidswet 1919, zooals
deze paragraaf luidde voor' de daarin
bij de wet van 20 Mei 1922 aange
brachte wiizi ringen, hield, naar de er
varing leerde, niet yoldoende rekening
met de bijzondere eischen. dio het
broodbakkersbedriif ten platteland?
stelde. Met name wend het in vele
plattelandabakkerijen als een bezwaar
gevoeld, dat niet vroeger dan te 6
uur des voormiddags mot den bak-
keraarbeid mocht worden bogccinen.
Gevolg hiervan tooh was dat met de
bezorging van het brood eerst op een
vrij laat uur in den morgen een begin
kon worden gemaakt, hetgeen in die
gevallen, waarin het brood aan op
grooteri afstand van de bakkerij wo
nende klanten moest worden, afgelo
verd, het nadeel meebracht, dat de
bezorger pas Laat in don .avond weder
thuis kon zijn.
Toen nu. als gevolg dor welswijzi
ging. het bepaalde in de arti. 35, twee
de lid. onder d, der Arbeidswet 1919
de gelegenheid opende dit bezwaar te
ondervangen, meende de minister van
de hem bii die artikelen verleende be
voegdheid gebruik te moeten maken
ten aanzien van die gemeenten en ge
deelten van gemeenten, die gerekend
moeten worden tot het platteland te
bchooren. Hii meent daarbij scheel te
zijn gebleven in de lijn van de toe
lichting op art. XXIV van het ont
werp van wet tot wijziging der Ar
beidswet 1919.
Voordat de betrokken beschikking
door den minister werd genomen, is
deze in ontwerp ter beoordeeling voor
gelegd aan de Centrale Commissie,
bedoeld m art. 23 van de Iiandelijk©
Arbeidsregeling voor het Bakkersbe
drijf w elke commissie, ter uitvoering
van het bepaalde in de artt. 35, elfde
lid. en 36, elfde lid, der Arbeidswet
1919. door hem was aangewezen, oiri
ter zake van advies te dienen.
De ondergeteekend© vindt geen vrij
heid. met betrekking tot de onderwer-
peliike aangelegenheid, af te wijken
van het als regel door de Regeering
ingenomen standpunt, dat omtrent
deu inhoud van ambtelijke adviezen
geen mededeelingen kunnen worden
gedaan.
DE HUWELIJKSWETGEVING.
Het Hoofdbestuur van don Vrijz. Dom,
Bond besloot oen commissie in to stollon,
teneinde rapport uit te brengeu over de
waag, welke wijzigingen beliooren te wc
den aangebracht in de bestaande huwe
lijkswetgeving. Voor het lidmaatschap
dezo commissie werden uitgonoodigd
de dames Mrs. B. Bakker-Nort en C. Bak-
Bossc en de heeren Mr. 3D. Fo.
G. Vlug, die inmiddels hebben
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
ZONDAGSRUST.
Do Nod. Verorfuiging tot bevordering
van Zondagsrust houdt Donderdag 9 No
vember te Utrecht haar algemeen© ver
gadering. De agenda bevat, behalvo de
aangelegenheden van moer huishoudelij-
kon aard do volgende voorstellen:
Voorstel vuu de afdoeling Utrecht.
Zondagsrust en hare consequenties.
Vraag van dezelfde afdeoliiig. Zal de
Verecniging moeite doen om -to bevorde
ren, dat Congressen en algemeeno verga
deringen van corporaties zoo weinig mo
gelijk Zondag wonden gehouden, ten
einde de Zondagsrust vau hen, die 'laar
door bijzonder met werk worden belast
'journalisten, politie, enz.) te bevorderen?
Voorstel van dezelfde afdeeling: De
alg. vergadering draagt aan het Hoofd
bestuur op, zie.h in verbinding te stellen
met den voorzitter van den Ministerraad,
teneinde to vernemen, of hot in het
vorig zittingsjaar ingediend concept Zon-
dngswot spoedig in behandeling zal
komen.
Aangaande bet voorstol van Utrecht:
Zondagsrust en hare consequenties zond
de afdeeling een schriftelijk advies in.
De afd. zegt daarin, dat strict geno
men, de verecniging haar doel heeft be
reikt, indien er op Zondag n.et meer be
hoeft gewerkt to worden. Zij stelt ccikter
de vrnag of do opvatting die de vereeni-
gmg halt wil doen houden bij do vol-
maakto Zondagsrust juist is. En dan gaat
het pracn.dvies voort:
Naar hot inzien der afdeeling heeft
voLk zijn Zondagsrust nog geenszins, zelfs
wanneer geen Nederlander op Zondag tot
arbeiden kan worden verplicht. Eerst
wannocr ieder Nederlander gelegenheid
heeft ecu goodon Zondag te vieren,
houd te geven aan zijn Zondag, dan
men spreken van con bezit van Zondags
rust. De kamp om den Zondag is een
ethische kamp. En dit aau te nemen be
duidt allerminst een krenking van onze
neutralitoit. Van welke gezindte "Of po-
litieko partij mon weze, zoodra men toe
treedt tot onze Veroeniging, aanvaardt
inen een ethisch ideaal. Zondagsheiliging
is een godsdienstig, rust na arbeid een
humanitair princiep, beiden gaan uit van
zedelijke grondstellingen.
Ieder dio, en ook wij willen dat, naar
een vcrandoring van maatschapj>elijke
toestanden streeft, draagt de verantwoor
delijkheid voor dien nieuwen toestand,
welke door zijn toedoen is geschapen. En
zoo ook zou het ón verantwoordelijk zijn,
indien wij mot do volkomou Zondagsrust
aan ons Volk zonden gogo veil hebben oen
leege huls, noen, orgor, een beginsel
verderf.
Want liever zon do afdeeling op den
Zondag harden arbeid zien verrichten,
dan ons volk den vrijgekomen Zondag te
zien bestelen aan bezoek aan zede-bo-
dervende bioscoopen, en zij zou Zondags-
werk, nurhtoren verricht, verkiezen bo
ven Zondagsrust in do kroegen doorge
bracht.
Er is maar één dool van 011s volk dat
do Zondagsrust zóó zal gebruiken dat zjj
oen winst wordt, en dat zijn do zedeljjk-
bewusteu. Een geloovig christen zal den
Zondag heiligen, ook indien onzo ver
oeniging halt houdt bij do letter van haar
reglement, oen arbeider, die welbewust
heeft gestreden voor zjjn vrijen Zondag,
zal dien Zondag bezigen voor geestelijke
ontwikkeliug of gezinsleven. Maar het
groote, kinderlijke deel van ons volk, zal
het goud, dat in do Zondagsrust voor
gewonnen is, verkwisten. Wij mogen aau
die verkwisting niot mode schuldig staan
door do gevolgtrekkingen die ons begin
sel stelt to schuwen.
Op grond derhalve van het positieve
levensbeginsel, waaraan onzo Statuten
forimilccring geven, maar waaruit onze
Statuten zijn gevood: dat wij aau Ne
derland willen goveu geen leege gelegen
heid om alles te doeu wat er maar te
doen is, maar den moreolen rijkdom van
een Zondag, dio inderdaad een vierdag
beduidt, moeten naar do overtuiging dor
afdeeling op Zondag:
le. allo kannen mot sterken drank ïn
allo kroegen van Nederland dicht.gogren-
dold zijn;
2e. de bioscopen verplicht worden, spe
cial© Zondagsprograanma's uit te geven,
gecontroleerd door do bioscoopcommissie
indien men dan oen algemeen bioscoop
verbod op Zondagen to zeer vindt ingrij
pen in «1© bedryfsvrjjhoid;
3e. bepaalde rayons in stad en land
bericht de benoeming te aanvaarden. (op Zondag zijn uitgesloten voor autorno-
biel-vorkoer, opdat wandelaars èn fietsers
van de natuur lcunnuu genieten, onge
stoord
4e. concerten en opeuluchtvoorstollin-
gen van daartoe ziuh loenende, ontwik
kelende fragmenten uit do literatuur,
worden bevorderd, waarbij aan kostelo&zo
voorstelKtigen do voorkeur worde go-
schonken;
5e. inusea en rosaria zooveel mogelijk
op Zondag worden opongosteld;
6e. algemeene verbodon worden uitge
vaardigd tegon optoohten mot muziek iu
de nabjjhoid van Kerkgebouwen.
In een toelichting op dat programma
zegt do afdeeling:
Het eorste desideratum bo tee kent, dat
onze "Verecniging en dan speciaal hare
plaatsolyko at'deelingen, zouden ijveren
voor gemeentelijke tapverboden op Zon
dag.
Punt 4 kan da Yereeuiging nopen tot
een bestrijding van artikel 9 van hot
nieuwe ontwerp-Zondagswet. Immers, hot
verbod van openbaro vermakolijkihoden
op den Zondagvoormiddag, waarin00 do
afdeeling in verband met hot plaats heb
ben dor Godcdionstoofoningen op dat tijd
stip ziéh kan vereenigen, wordt in de
laatste alinea van dat artikel, indien oen
gemeenteraadsbesluit dat vaststelt, uit
gestrekt over de ureu na den middag. Dit
nu kan nadeolig zjja voor oen Zoudags-
veredeliog als de afd zich voorstelt.
Infcussdhen loidit het zesde desideratum
der afdoeling tot oou krachtig onder
steunen van artikel 5 van het wetsont
werp. Hot ligt, naar het inzien der af
deeling wel zoer bepaald op den weg der
Yereeuigiug 0121 hior de Regeering zoo
energiek mogolyk bij te staan.
De afdeeling zou, iu afwachting van de
mogelijkheid eenor verdere ontwikkeling
der hierboven geschetste denkbeelden,
reeds thans onzo Veroeniging de boven
aangegoven zes punton willen zien be
vorderen.
Zjj meei't daarbij to moeten opmerken,
dat, naast samenwerking met partioulioro
veroeivigiugen, invloed op do gomeenton
het groote, pr i tischo parool van ónze
vereoniging moet zijn.
DE KONINGIN NAAR HET CONCERT
GEBOUW.
Gedurende hot kouinkljjk bezoek aan
Amsterdam zal de Koningin, die wegens
deu róuw geen voorstelling in don
schouwburg zal bjjwonen, het abonne
mentsconcert van Donderdag 2 Nov. in
het Ooneor(gebouw bezoeken.
Het mag wel oen gelukkige samenloop
van omstandigheden worden genoemd,
zegt het llblid., dat dien avond een uit
enkel Nederlandsaho composities sami"
gesteld programma zal u-orden ten ge-
hoore gebracht. Dien avond zal namelijk
de zestigste verjaardag van dr. Johan
Wagei-aar worden herdacht.
Vóór do pauze dirigeert dr. Wagenaar
-werken van zichzelf er. van leerlingen;
na do pauze dirigeert Willem Meugciberg
composities van do hoeren WilIcmPjjpor,
H. D. van Goudoevor on dr. P. van An-
rooy, allen eveneens leerlingen van den
heer WageDaar.
Sinda 1900 heeft koningin Wilhelinina
geen abonnementsconcert meer bezocht.
Wel woonde de vorstin, ter gelegenheid
van bjjzondore feestelijkheden, iu den
loop van doze fwoe on-twiatig jaron oen
paar concerten m het Concertgebouw bij,
m3ar oen gewoon abonnementsconcert
hcordo zjj sindsdien niet meer.
RUILVERKAVELING.
God. Staten vau Friesland hebben
aan den minister van Riinieubiodsche
Zaken een adrea gericht, waarin ge
zegd wordt
ln deze tijden, nu het er zoozeer op
aankomt, de productie met zoo weinig
den, do Hollumer Binnenmiedo ge
naamd, ter grootte van ongeveer 450
nootaren, dat iu duizenden perceelen
is versnipperd- Van de ongeveer 18Ü
eigenaars nuiiüert tie overgroot© meer
derheid, zeker 160 in getal, naar een
nieuwe indeelmg. Een zeer klein aan
tal van onwetenue en onwillige eigena
ren Houdt de geweuschta verbetering
tegen. De perceeltjes, ongeveer Uuo
in getal, zijn meestal met grooter dan
een kamer; nimmer liggen do percee
len van één eigenaar naast elkander
van eeuige juiste kadastrale aandui
ding is al lang geen sprake ineorvan
een t-emgszins rationeele cultuur kan
mets komen; het vee kan alleen ge-
Donüeu het weiland begrazen en moet
onopuoudelijk van het eene perceel
naar hc(, andere worden overgebracht
de helft van den tijd van den veehou
der gaat verloren met deze overbren
gingendikwijls treft men midden in
den winter perceeien aan, waarop de
oogst, dien het niet de moeito waard
was biuuen te halen, staat te verrot
ten.
Yvij verzoeken Uwe Excellentie met
den meesten aandrang, dat zij zoo
spoedig mogelijk een ontwerp van wet
bij de Staten-Generaal aanhangig
make.
Het geldt hier een middel, de wel
vaart te verhoogen door voor het leeu
wenaandeel administratief werk, dat
iu verhouding tot de voordeelen, die
er uit voortvlooien, slechts geringe kos
ten meebrengtdo technische werken
aan ruilverkaveling verbonden, zijn
meestal lang niet zoo kostbaar als bij
bepoldering of ontginning. Uit dien
noofde beveelt de maatregel zich juist
in deze tijden als een zee? gewenschte
HET SALARIS VAN LEIDEN'S
BURGEMEESTER.
De Raad van T-eiden heeft uitvoerig
van gedachten gewisseld over het ver
zoek van den burgemeester om aan
Gedep. Staten te verzoeken zijn sala
ris van 12.000 te verlagen tot 10.000
in verband met de tijdsomstandighe
den. Eerst werd een voorstel-Van Eek
(S. D.) om uit te spreken, de salaris
sen van alle hoogo ambtenaren te ver
lagen en te beginnen met dat van den
■burgemeester met 2000 te verlagen,
met 21—8 stemmen verworpen.
Toen werd het voorstel van den bur
gemeester aangenomen met 18—11
stemmen. De sec.-dein. stemden tegen
omdat zij in het voorstel zagen deu
voorlonper van een algemeene loons
verlaging van het gemeentelijk per
soneel. De heer Knuttel (C. P.) was
het ditmaal wel eens met hen. do-
stemde toch voor. Tot de tegenste:
mers behoorden verder de R.-K. San
ders en Heemskerk, en de Y'rijbeids-
hondors prof. Eerdmans en wethouder
v. cl. Lip, de laatste vier omdat ze de
zaak los vau den persoon van den bur
gcmeestcr wilden beschouwen en het
sa'.fi-is van 12.000 voor den burge
meester niet te hoog achtten
DE WACHTGELDEN VOOR OVER
COMPLEET PERSONEEL.
Bij de dezer dagen gehouden verga-:
dering van de commissie voor georga
niseerd overleg voor het militair per
soneel is, zoo meldt de Tel., de voorge-'
stelde wachtgeldregeling afgehandeld
en besloten den minister van Oorlog
te adviseeren:
1. De wachtgeldregeling bij de wet
te doen vaststellen; algemeen werd de-
mogelijk kosten 200 hoog mogelijköS pe regeling von zomlamg belang g»
te voeren, vindon »jj d,f vrijheid, bij »J "f", °°rdesl ,vnn de
i:»-o Excellentie non te dringen op SUden-Gcneriud dient te worden ra
de indiening van een wet op de ltui'. I derworpen. Ook werd Moten te adv
erkaveling.
Door ruilverkaveling kan, zondor dat
het hooge kosten met zich sleept, de
productiviteit van een groot godcclto
van den Nederlandschen bodem wor
den verhoogd.
Do onmiddellijke reden, waarom wij
nu met dit verzoek tot u komen is te
zoeken in de toestanden op het eiland
Amelaud, waar de landbouw sterk ge
drukt wordt door de ongunst der tij
den. Daar ligt een complex van gron-
seeren, de wachtgeldregeling zoowel
voor officieren als voor onderofficie
ren in een wet op te nemen.
2. Het vrijwillig verlaten van liet
leger te bevorderen, door hij het be
kendmaken van de wachtgeldregeling
er de aandacht op te vestigen, dat het
op hoogen prijs zal worden gesteld,,
wanneer velen vrijwillig het leger
verlaten, zocdat een verzoek vnn een
niet voor afvloeiing bestemd militair,
die toch gaarne op wachtgeld zou
worden gesteld, niet zal worden be-
'schouwd als «én bewijs van gebrek
aan toewijding voor zijn betrekking.
Er dient uitdrukkelijk de aandacht op
te worden gevestigd, dat door het
vrijwillig verlaten van den dienst kau
worden voorkomen, dat anderen moe
ten worden verplicht het leger te ver
laten.
3. De regeeringsvcrtegenwoordigei^
wonschen de wachtgeldregeling li
zien vastgesteld al6 volgt:
Voor kostwinners: gedurende nege.
maanden het volle (met inbegrip van
alle emolumenten), daarna geduren
de 3 maanden 85 en daarna 70
vun de wedde gedurende den lijd a 14
in de wachtgeldregeling voor de bur
gerlijke ambtenaren bepaald.
Voor niet-kost winners: gedurende
negen maanden het volle salaris daar-*
na gedurende drie maanden 70 on
vervolgens 60 van de wedde.
Twee organisaties wenschen een
langeren duur van toekenning der vol
lo wedde (en wel gedurende drie en
vier jaa,r), terwijl de vcrlegenvoordi-
gers van de Christelijke vereoniging
zich vereenigen met de wach' geldre-
geling voor do burgerlijke ambtena
ren.
4. De aan de wachtgelders op ta
leggen reserveplicht te vergoeden en
wel zoodanig, dat indien de reserve-
dicht in zijn vollen omvang wordt
oegepast (volgens punt 4 en 5 van do
Reservewei) aan hen wordt toegekend
het verschil tusschen salaris en wacht
geld. Kan de reserveplicht worden vol
bracht door een opkomst onder de wa
penen gedurende drie weken per jaar,
dan wordt een vergoeding van 5 der
wedde voldoende geacht.
5. Met algemeene stemmen werd be
sloten den minister onder het oog ie
brengen, dat, ten gevolg© van de ont
wikkeling van het vraagstuk der ver
plichte dienstverlating en de verschil
lende bepalingen dienaangaande ge
troffen, de onderofficieren een moreel
recht kunnen doen gelden om tot het
volbrengen van den 56-jarigen leeftijd
in militairen dienst te blijven.
Bij de stemming evenwel, om op
dien grond een wachtgelder eerst vcot
pensioen in aanmerking te doon ko
men wanneer hij aanspraak kan doen
gelden op het volle pensioenbedrag
(70 staakten de stemmen. De re-
geeringsvertogenwoordigers stemden
tegen.
0. Iu bijzondere gevallen, ter be
oordeeling van den minister van Oor
log, aan een wachtgelder een afkoop
som te doen toekomen ter vervanging
van wachtgeld. Het toekennen van
een afkoopsom zal alsdan gepaard die
nen te gaan met opheffing van allï
reserve-plichten.
7. De pensioenwet voor weduwen et
weezen zoodanig te wijzigen, dat ooi
weduwen en weezen van wachtgelders
i aanmerking komen voor pensioen.
8. Met algemeene stemmen adviseert
de oommissie om de onderofficieren,-
welke op 16 Augustus jl. (en ook daar
na) op grond van de bekende leger
order uit den dienst zijn ontslagen,
-ooralsnog te doen deelen in de voor
deelen van de wachtgeldregeling, b.v.
in den vorm van een extra uitkeerïng
boven het pensioen.
Dit advies wordt gemotiveerd met de
overweging, dat deze onderofficieren
niet hebben kunnen deelen in de voor
rechten, verbonden aan de overgangs
termijnen voor de wachtgelders vast
to stéllen (ceriigen tijd vol salaris,
daarna 85 doch dat zij geheel on
verwacht. zijn overgegaan van het vod-
Ie salaris op het pensioenbedrag (70
Ten slotte is hij het uitbrengen van
deze adviezen omtrent de wachtgeld
regeling door de commissie met alge
meene steif-urm aangenomen dat:
de pensioenwet voor de landmacht
zoodanig behoort te worden aange
vuld, dat de waehtgeldtijd mede zal
tellen als voor pensioen geldend©
diensttijd met behoud van den oor-
spronkelijken jiensioengrondslag;
vast zal staan, dat de wachtgeldei
stoeds gebruik zal kunnen maken van
punt 5 van artikel 2 van de pensioen
wet (ontslag op verzoek) ook indien
het daarvoor vereischte aantal jaren
werkelijken dienst alleen bereikt
wordt, door het medetellen van de
wachtgeldjaren en het "behoud van
den oorspronkelijken pensioengrond
slag.
□E ZEVENDE NEDERLANDSCHE
JAARBEURS.
De Raad van Beheer der najaars-
heura te Utrecht heeft onder de deel-
nemrs een enquête ingesteld, naar
hun bevindingen en hun de twee vol
gende vragen voorgelegd:
le. Zijt u over het algemeen de
heerschènd© malaise in aanmerking
genomen tvroden over uwe deelne
ming aan de Zevend© Nederlands-olie
Jaarbeurs]
2e. Zijt u ten-eden over; a- de op
genomen orders! b. het aanknóopen
van nieuwe relaties!
Op deze enquete waren tot 10 Octo
ber 1 i inengekomen 334 antwoorden,
waarvan 2tó de gestelde vragen be-
bestivcnd en So d» gestelde vragen
ontkennend hebben beantwoord.
„Maar we hebben het niet over den
aiaioor!"
„Jawel, juffrouw en ik wou «an
maar zeegen ik verbaas me over
hem lui schijnt hcelcmaal t« ver-
andoren juffrouw.".
..Veranderen Hoe dat zoo?"
..Nu. vanmorgen ging hij..."
„Naar den boomgaardknikte juf
frouw Agatha.
„Ja, Nadat ik dat prieeltje afge
maakt heb. ie hij er niet vandaan te
slaan uren lang zit hij er, juf
frouw."
Juffrouw Agatha glimlachte tegen
de erwtjes. „Maar vanmorgen na het
ontbijt, i» hij al zijn klceren te v<<or
schiin gaan halen, juffrouw. „Ser
geant". zei hii. „ziin dit de beste klee-
ren. die ik heb?' en vroeger bekom
merde hii zich nooit om zijn kleeren.
hii trok ze aan en vergat z© weer."
„Maar toen had je het prieeltje nog
niet gemaakt," zei juffrouw Agatha
zachtjes.
„Prieeltje?" riep de sergeant ver
baasd uit.
„Ken je hem al lang?"
,.Ik ken hem al bijna twintig jaar
en ik dacht dat ik hem kondo, maar;
ik ken hem niet hij verandert
den Kaatsten lijd fluit hij zelfs. Van
ochtend fiool hij dat liedje van „Bar-
oary Allen" en dat was een ven-I...
ue<;, een duivelsch nee - - oen vroe-
selijk barbaarsch vrouwmeasch als
dat liedje hoort".
„Ja, ze had geen hart, sergeant!"
„En een vrouw zonder 'art, juf
frouw
„Een hart, sergeanti"
„Ja, juffrouw", zei hij en staarde»
weer naar zijn gereedschap, „een
meisje of een vrouw zonder 'art deugt
niet voor zichzelf of voor.
„Een man!" opperde juffrouw ^tga-
tha zachtjes.
„Juist, juffrouw, en nu we het woer,
over mannen hebben de majoor1
fluit zoo vroolijk als een kwartel".
„Kwartels fluisteren niet, sergeant.'
„Nee dat is zoo, juffrouw, een lijs
ter bedoel ik. En hij wil ook een nieu
we pruik koopen. juffrouw en hii
heeft er vier die nog nieuw zijn -
tenminste bijna, behalve zijn diénst-
pruik die wel een beetje versleten en
door de mot opgegeten is. maar dat",
is ook geon wonder want hij heeft
er toch drie veldtochten mee gemaakt.
Maar wat me wel verbaasd is (lat
Zijnedele zich druk maakt over zulka
dingen Cu vroeger moest ik er hem.
nltiid op wijzen als zijn kleeren ver
sleten waren en ik moest nionwc be
stellen, de laatste tien jaar al. En,
nu wil hij ineens een nieuwe pruik
koopen! vervl.
„Zwijg, sergeant!"
„Noem me niet kwalijk, juffrouw,
maar het is-allemaal zoo vreemd en
ongewoon. Een. m©uwe nrnik! Hii wil
een nicuwerwetsche hebben! .Ta!" z©i
de sergeant hoofdschuddend „oen
nieuwervvetsche zei hij nieuwer-
\vet8ch! Ik vind het v
„Stil, sergeanti"
„11c heb het nog niet gezegd, juf
frouw."
„Doe het dan ook maar niet!"
„Goed. juffrouw!" zuchtte hij. „Maar
„nicuwcrwetsch".1"
„En vsaarom zou hij er niet nieuwe-
wetsch uit mogen zien?" vroeg juffrouw
Agatha een beetje verontwaardigd
„hij is nog jong genoeg en knap ge-
n°eg."
„Zeker, juffrouw, en toch.^—"
„Waarom moet een man er voor zijn
tijd oud en versleten uitzien?"
„Ja waarom juffrouw maar..
„Jij zelf bijvoorbeeld."
„Wie? Tk, juffrouw?" riep de ser
geant uit en gaf zich een slag op de
borst met de buigtang. „Ik?"
..Ja. ji.il Je ziet er wel niet slordig
en versleten uit, maar je praat en doet
als Methusalem, in plaats van een zor-
geloozc jongen van veertigl"
„Drie en veertig, juffrouw!"
„Ja, een hulpeloos kind van drie en
veertig."
„Kind," raompeldo dc sergeant. „Tk
•en hulpeloos kind? Dat vind ik nou
heusch v
„Still" zei juffrouw Agatha streng;
maar toen ze zag hoe verbaasd hij keek.
lachte zc vroolijk, nam haar erwten op
en verdween al lachende in de keuken.
„Een kind ik een hulpeloos
kindl" zei dc sergeant, terwijl hij haar
nakeek. „Ik vind het
En daar er niemand was die hem het
zwijgen oplegde, zei dc sergeant in hst
Engelsch, Fransch en Hollandsch hoe
hij het vond.
HOOFDSTUK VI.
Waarin onder anderen
een strooper beschreven!
wordt.
De majoor wreef zich langs zijn
kin, schoof zijn pruik achteruit, nam.
den brief die voor hem op de lesse
naar lag, brak hem open en los:
„Mijn beste oom
„Daar mijn gezondheid en mijn
opgewektheid
„Opgewektheid!" zei dc majoor.
„Hat"
en mijn opgewektheid dooi!
een al te groot© plichtsbetrachting!
geleden hebben
„Hm!" zei de majoor en wreef)
steeds harder langs zijn kin.
ben ik van plan om ,ala u het
goed vindt) bij u te komen
„Zoo, zool"
daar ik ruat moet hebben en
een kalme omgeving en huiten-i
lucht".
„Hm! Zool" peinsde de majoor.
,,U kunt zich de moeite van mij fa
antwoorden bcepnren omdat (ik da1»
delijk uit Londen vertrek en duur ik
weet hoe vriendelijk n ultijd is hoon
ik u binnen enkele dagen te begroe
ten.
Uw dankbare, onderdanige en ge
hoorzame neef
Tom".
Toen hij dit gelezen hadi bleef da
majoor nog ecu poosje in diep na
denken verzonken.
„Zou het v.aar zijn?" peinsde hij
en belde.
„Sergeanti" zei hij. toen d© deur
open ging.
„Meneer?" zei de sergeant, terwijl
hij drie passen vooruit kwam en in
de houding ging staan.
„Zijn er vreemdelingen in hetj
dorp?"
„Toen ik den laaisten keer in „de
Roode Leeuw" kwam, logeerden daar
ongeveer twaalf heeren, meneer!"
„Jonge. Iu«?"
„Ja, mener, die ik gezien heb wa
ren jong, en ook erge deftige heeren
bijna zoo deftig als hun lakeien,
meneer".
„Twaalf, Zebedeel"
De majoor wreef zioh weer langs,
zijn kin en keek bedenkelijk.
„Dan aal mijn neef d© dertiende'
worden. Zeg aan juffrouw Agatha
dat er vanavond een kamer voor hent
klaar moet zijn".
„Komt de Visoount hier logeeren.
meneer? ïk dacht dat die een hekel
hud aan het buitenleven".
„Het schijnt dat hij van opinio
veranderd b> - -
De majoor zweeg plotseling en keek
naar het openratun want in dc vert?
hooiden ze stemmen en geschreeuw'
en af 011 toe een jaolitkreet. Toen het
lawaai dichter bij kwam en duidelij
ker werd stond de majoor op, liet*
naar het raam ea zag dat het hek
van zijn tuin wijd opengezet was voor
eeu groote menigte die er binneri
kwam oen gemengd gezelschap,
want behalve boeren uit de omgeving
zag hij oo^ fluweelen jassen met goudi
en zilver kant. Voocr deze menigte uit
liep een lange, slanke heer, die jn d<a
eene hand «en hoed droeg en in da!
andere een rijzweep.
„Uit don wegl Uit den weg!" riept
hij, terwijl er achter hem voortdur
rend, gelachen werd en geschreeuwd*
Bij het terras bleven alles ötaan en
de majoor hinkte naar buiten, naau
hen toe. Zooals gewoonlijk stond zijd
pruik een beetje soheef. Toen liil
aan kwam hield het lawaai op en toen
de menschep wat achter uit gingen
ontdekte hij een stuk of zes grootel
jachtopziener die een gewonde ca
bloedende jongen tusschen hen in
sleepten
„Zoo", zei de majoor, terwijl hii
vol belangstelling naar alles keek,-
„wat béteekent dit eigenlijk allemaaL
,,0 meneer!" riep het slanke ioa>
gomenach uit. terwijl hii l>oog en sier-
bjk met zijn hoed zwaaide, „wat zot*
liet and-rs h-i, kenen. zag. dan erf
oK'oiidige 5churk en een konijn!"
(Wordt vervolgd)*