JX
Gemenud Nleaws
Schaakrubriek
1
HRLANTAI
lattsrsn es Kusst
®n bovendien was Tiet perceel gelepen
In een buurt, die allesbehalve goed
stond aangeschreven en waar de Kan-
teleburgen zich in gewone omstandig
heden. zeer zeker nooit gevestigd
zouden hebben. Maar ia, zo moesten
blii ziin. meenden anderen, dat hun
boeltje eeboreen was. en zij zelf ook,
onder dak waren, want het vertoeven
onder den blooten hemel, terwiil ic
kostelijke huisboel op straat soms te
verresenen stond zooals met menigeen
al gebeurd was, was tooh ook niet al
les.
Enfin, dat was nu wel zoo, maar
juffrouw Kantelenburg bleef met de
verhuizing toch maar matig ingeno
men. Zii had atiid zoo rustig en ge
noeglijk gewoond, met de naaste bu
ren goed omgegaan, wie weet wat het
in die nieuwe buurt zou worden. Aan
de ©ene zijde was blijkbaar een pen
sion. iemand die kamers verhuurde,
dat had zo al owemerfet, door de vele
personen, die uit en in gingen: ook
aan het trappengeloop en stemmen
geroezemoes. dat op bepaalde tijden
maar al te goed te hooren was. bleek
duid'eliik. dat er heel wat lieden ge
huisvest waren. Van de andere ziide
naastan. hoorde ie niet veel. Die be
woners schenen er ook pas t° zijn ge
komen wie en wat z© waren, was
onbekend, ze deden erg gehëitiiimiig
er lekte niet veel naar buiten van hun
bedoeningen. Nee. met het huisje
had juffrouw Kanteleburg nog vrede
kunnen hebben ,maar de buurt stond
haar heel niet aan.
Ze was van nature was schrikkerig
ca zenuwachtig aangelegd, en van ge-
heimigheden moest ze niets hebben. Ze
hield vooral gedurende den nacht van
orde en rust, eu kan niet behoorlijk
in slaap komen, indien ze niet zeker
wist, dat alle deuren gesloten en de
pinnen op de ramen waren. Zij was op
haar dood voor inbrekers en dieven,
minder voor het gevaar, dat zij haar
bezittingen zouden ontvreemden, dan
wel uit angst, dat zij haar zouden mis
handelen of dooden.
Men zal nu wel begrijpen, dat na
liet verhuizen, dc nachtrust van juf
frouw Kanteleburg was ,-ngewis en
slechts van korten duur. Ze meende
telkens iets te hooren, dat op onraad
wees, en ze was van het tegondeel
eerst overtuigd, wanneer haar echt
vriend zich van een en ander had op
de hoogte gesteld.
Het zal de vierde of de vijfde nacht
zijn geweest in hun nieuwe woning,
toen de juffrouw weer al eepigen tijd
wakker, had nggen staren In het half
duistere vertrek. Ze kon den s. niet
vatten, en verbaasde zich over haar
man, die luid ademhalend met na
saal geluid, zoo rustig sliep alsof hij
nimmer van woning had verwisseld.
Zij hoorde geen enkel geluid, het was
blijkbaar zeer rustig op straat en bij
de buren. Die stilte deed haar ton
slotte toch'indommelen hoe lang, kon
zij niet benaderen, maar plots schrikte
ze wakker van een kreunend geluid,
naar zij meende.
Zij gooide de dekens terug en zat
weldra overeind in het bed en tracht
te scherper te luisteren.
De heer Kanteleburg sliep nog even
vast als straks. Dadr!, nu hoorde ze
het weer, het was iemand die kreunde
alsof-ie geworgd werd. Van waar het
gerucht kwam, kon ze niet dadelijk
ontdekken. O, groote genade, wat zou
er gebeuren? En haar man sliep maar
door.
Thomasriep ze gedempt, trach
tend door elleboogstooten haar man
wakker te krijgen, Thomas, ik hoor
iets.
Kantelenburg, die in doen on laten
naar het behoudende overhelde, en
den vroegeren tijd nog zoo slecht
niet vond, sliep in de voor-historische
bedstee genoegelijker en vaster, dan
ooit in 't tot nog toe gebezigde Engel-
scbe ledikant. Tiet gelukte Geertruida,
eerst na herhaalde cn steviger stooten
haar echtvriend uit z'n zoete sluime
ring te wekken.
Steek de kaar3 een3 aan, ik hoor
iets verdachts, zei ze, beven d over al
haar leden.
Thomas deed het; het bengelende
kwastje van zijn slaapmuts deed wrie
melende plekjes boven een sohaduw-
suikerbrood op den gewitten muur ont
staan. Ik tracht hier niet de situatie
grappiger voor te stellen, dan het in
werkelijkheid was. Thomas droeg
steeds een slaapmuts gedurende den
nachtik heb u immers verteld, dat
hij zin had voor het ouderwetsche.
,,Oeh laat mij gaan", klonk het
zacht en smartelijk, doch niettemin
had het echtpaar Kanteleburg deze
woorden blijkbaar duidelijk verno
men, een glimp van ontzetting gleed
over beider gelaat.
„Nee, nee, nee! gij moet sterven I"
hooiden ze nu, maar thans veel luider,
zoo helder en klaar, alsof dat proces
hier in de kamer aanstonds zou plaats
hebben.
Met één sprong had Thomas de bed
stee verlaten, nam de kaars in de rech
terband en toog op onderzoek uit.
Voorzichtig, Thomas, voorzichtig
toch! bibberde juffrouw Kanteleburg, g:-
boren Trommelkoek.
Maar in de tamer was niets verdachts
te vinden bovendien de deur bleek nog
op slot en de ramen waren met pinnen
verzekerd.
„0, heb medeljjdenl" boorde Geer
truida nu, op zacht smeekenden toon.
Hoor je?Hóór je wel? vroeg
ze fktisterend aan haar mam
Nee, wat vernam je? was de weder
vraag van Thomas, die weer in de rich
ting van de bedstee kwam.-
.jGenoeg, mijn geduld is ten eadc,"
vernamen beiden, nu weer zeei luid. En
tevens was het nu uitgemaakt vanwaar
het geluid der vreemde stemmen kwam.
Het drong door den muur van de bed-
steê en kwam dus klaarblijkelijk uit de
woning hiernaast, het geheimzinnige
huis, waarover ze nog zoo weinig had
den vernomen en van welks bewoners
ze niets afwisten.
O, goeie genade!'t is 1
naast! zuchtte Geertruida, toch gedeel
telijk opgelucht, nu cr in haar woning
geen direct onheil dreigde.
Ja, 't is bij de buren, bevestigde
Thomas.
Daar gebeurt iets vreeselijks,
Geertruida, die nu meer moed kreeg eo
ook uit het bed stapte, waarschijnlijk
wel een moord.
Nou, nou, suste Thomas, esn
moord
Zeker!jij moet sterven", hooi
den we toch.
Jawel„Maar wat zullen wij er
aan kunnen doen?
Bombardeer eens hard tegen dei
muur.... met je laars of zoo.... dan
hooren ze, dat ze ontdekt zijn, mogelijk
is 't nog niet 'te laat.
Voorzichtig sloop de heer Kante'e-
burg met z'n bottine naar den muur, en
trachtte door luide slagen met den hak
op het witte pleisterwerk, zoo mogelijk
een misdaad te verhinderen. Na het klop
pen luisterden beiden weer scherp, maar
aanvankelijk hoorden ze niets meer van
gesmoorde of luidruchtige stemmen was
niets te vernemen. Lang duurde de?e
stilte echter niet, na enkele minuten klon
ken weder rumoerige woorden., stee.is
heiliger werd het gesprokene, afgewis
seld c'cor angst- en smartkre-en.daar
na een luide, snerpende gil—— en toen
een val op den grond— een doffe
slag
- Och, lieve hemel! kreunde Geertrui
da, te laat!O, wat ijselijk I.Mid
den in den nacht.... zoo naast je huis,
n^ast je ie-r.verschrikkelijk!
verschrikkelijklO, dac.e me dit
moesten beleven.Thomas, gauw!—
waarschuw :i-' oblie'Ij: ci
nóg erger gebeurtWie weet wat ze
nog in der schild voeren
'k Zal me toch eerst 'n beetje die
nen aan te klcedcn, bracht Kanteleburg
in 't midden, ik kan toch zóó niet op
straat.
Wat, aankleeden? Wou je dan
mij alleen laten?
Je zei toch, dat ik do policie zou
waarschuwen.
O, zeker!.. Maar door het raam.
als je er een voorbij ziet komen., al
leen hier in dit huis zou 'k besterven.
Thomas duwde de vitrage van cm
der ramen iets op zij en trachtte toen
door de duisternis op straat te zien.
'k Zie geen politieagent, 'k zie nie
mand.
Och, och, wat 'n nacht!
Wacht es., daar komt iemand
't is geen agent
Och, roep maar, Thomas, roep
maar!
De heer Kanteleburg schoof een der
ramen iets omhoog; zooveel, dat hij er
juist z'n beslaapmutste hoofd onderdoor
kon steken, en riop toen naar buiten
Hé, baas!Hoor es even
Het bleek een waker te zijn van den
nachtveiligheidsdienst, die langzaam
kwam aansloffen. Hij richtte het licht
zijn electrisohen zaklantaarn op
Kanteleburg.
Wat heb-ie? vroeg hij met zware
bromstem.
Och, vrind, anuvoordde Kantele
burg, zou je eshiernaastbij de
burener schijnt ingebrokener
gebeurt ietsavijnl 't is daar geen
uvere koffie....
Zeg, dat er een vermoord wordt,
drong Geertruida aan.
Wahlicf? vroeg Thomas, zich een
•einig omdraaiend.
Dat er hoogstwaarschijnlijk een
vermoord wordt, herhaalde zijn echtge-
noote. met eenigen drang.
Kom, Trui, zou dai wel waar zijn?
Je hoorde toch zelf die vreeselijke
woorden cn het gekreun en gegil!
Ja, dat is zooWe presumeeren,
dat er een vermoord wordt! riep Kantele
burg naar beneden.
Wat zeg-ie, vermoord? bromde de
veiligheidsman.
Positief!We hoorden kreunen
en een gil!
Bij welke buren is 't?_Links
of rechts?
Laat es kijkenaan den kant
van de bedsteeaan dezen kant.
Dus aan den linkerkant?
Precies!ja, links!
De nachtwaker, na aan die buitendeur
te hebben gemorreld, roept naar boven:
De deur is gesloten'k zal effe
maat lialen, of 'n policieagent—
en dan zalle me anbellen.
Ja, dat is 't beste! riep Thomas
terug.
Terwijl de nachtwaker hulp ging ha
len, stond Geertruida duizend angsten
1 uit; het wa3 nog altijd niet rustig bij
'fle ourea, net stemmengeroezemoes
nog steeds hoorbaar, doch zij versiosd
er niets meer van, daar zij zoo ver mo
gelijk van den muur, in den uitersten
hoek der kamer was gaan zitten.
Ze had haar voeten in vilten pantof
fels gestoken en een oude wollen man
tel omgedaan, over haar robe de nuit,
tenemde zioh voor de nachtelijke kil
heid te beveiligen. Tooh rilde ze van
koudo en angst. Nog nooit had ze
zoo'n nacht doorgemaakt. Wat
moest ze beginnen? Wat zou ze nog
beleven? Na eenigen tijd waa de nacht
waker met een agent van politie te
ruggekeerd, en getweeën hariiden ze
zich toen klaarblijkelijk van den toe
stand gaan overtuigenin het geheim
zinnige huis. Thomas Kanteleburg had
het raam weer gesloten, en zat in af
wachting mede in de kamer, tegen
over ziin gade, toen er hard werd ge
beld. alsof er brand was.
Groote goedheidschrikte Geer
truida. wat zal dit zijn?
Kalm, vrouw, kalmstelde Tho
mas gerust, dat zal immers de nacht
waker rijnIk zal oven naar bene
den gaan en de deur opensluiten....
Niet opendoen Nee, geen deur
open
Maar wat dhn. Trui
Hier blijven!... Vraag door het
raam. wat er is.
Je hebt- gelijk... da's voorziohti-
ger.
Thomas opende het raam, stak zipi
hoofd met de bopluimde slaapmuts
naar buiten en vroeg
Benne jullie van de policie?
Ja! antwoordde de agent, enne
we hebben hiernaast alles onderzocht!
Gelukkig!.... En?
Nou. gaat uwe maar gerus*
weer slapen hoor!...
Slapen?.... Maar?...
Ja. alles is riohtig!
Hè?... Is cr dan geen moord,
ofè....?
Niks daarvan! viel dB agent snel
in, 't benne heele gewone mensohen,
die daar- pas zijn komen wonen....
Gewone meuschen?
Nou jain elk geval geen mis
dadigere
Gelukkigzuchtte Geertruida,
die nu weer moed had gekregen, ©n
ook naar het raam was gekomen.
't Benne komedianten, vervolg
de de agent, die hier en elders optre
den en komedie spelen... ze waren nou
bec-ig om derlui rollen nog es te rip-
peteeren. want morgen moeten z© op
reis....
't I9 zonde, zei juffrouw Kan
teleburg. k> zou rejeel gezworen heb
ben. dat er ik weet niet wat gebeur
de.
Ga maar gerust slapen, nep de
agent tot afscheid.
JawelDat kon die agent gemak
kelijk zeggen, maar Geertruida Kan
teleburggeboren Trommelkoek, deed
in dien onrustigen nacht geen oog
meer toe.
DREIGENDE STAKING VAN
BANKPERSONEEL TE BERLIJN-
lar het schijnt, staat te Berlijn
weer een staking der bankambtenaren
voor de deur. l)e beide vereenigin-
gen van ambtenaren bij de groote
banken hebben de scheidsrechterlijke
uitspraak van den rijksminister van
arbeid verworpen.
De algemeene bond van bankambte
naren heeft besloten de toepassing
van alle economische strijdmiddelen
voor te bereiden en heeft reeds aan
alle leden het parool gegeven, alle bij-
■n overwerk ten stelligste to weigeren.
De Duitsche vereeniging van bankamb
tenaren heeft zich bij dit parool aan
gesloten.
EEN VOLGELING VAN MAX HöLZ.
Een telegram meldt de arrestatie
van een voormalig adjudant van den
communistischen leider Max Holz te
Bochum, waar hij een actie op touw
wilde zetten tegen de overwerkover-
eenkomst in de mijndistricten, waar
bij hij tot plunderingen opruide en een
opstand voorbereidde.
DE MOKAMMEOAANSGHE MOS-
KéE TE PARIJS.
Donderdag had de eerste steenleg
ging plaats van de Mohammedaansche
moskee, die te Parijs zal wordon ge
bouwd. Deze plechtigheid had plaats
onder leiding van maarschalk Lyautey
en onder aanwezigheid van Franklin
Bouillon. Alle Mohammedaansche
persoonlijkheden uit Parijs waren ver
tegenwoordigd, onder wie ook Ferid
bey, de vertegenwoordiger van de re-
geering van Angora, Djelal bey, ver
tegenwoordiger van de Nationale Ver
gadering van Angora enz.
Maarschalk Lyautey hield een re
de. die aldus eindigde Op het oogeu-
blik worden in het Oosten onder lei
ding van den waarachtigen staatsman,
die zich in Moestapha Kemal heeft
geopenbaard, pogingen gedaan voor
le nationale herleving en den wederop
bouw van Turkije. Frankrijks vrij
zinnige actie eu do Islam zijn twee
machten, waarvan de vereeniging, wel
ke- noch geweld, noch vernietiging,
k 60 Ct9. per regol.
Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak-
redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem
PROBLEEfiS NO. 161.
G. JORDAN (Haarlem)
TF?IBSS
JURSENS'
PLANTENBOTER
KNNiWIH
IS,
—-L0
noch overheersching nastreeft, maar
8leciits een ordelievende eerbiediging
van hun gewettigde eischen voor de
integriteit; van het nationale grond
gebied, de verdraagzaamheid jegens
allo godsdiensten en alls overtuigin
gen een beslissende factor zal zijn
voor den wereldvrede.
DE 11DE NOVEMBER IN FRANK
RIJK.
De Senaat heeft zijn goedkeuring
gehecht aan het voorstel om den llden
November van elk jaar officieel tot
verjaardag van den wapenstilstand
en hefc feest der overwinning te ver
klaren.
DE VOLKSTELLING IN
PALESTINA.
De -volkstelling in Palestina ving
aan. en bracht aldaar tamelijk veel
opwinding teweeg. 7en vergadering
van Aarabieren te Nagloes besloot de
formulieren niet in te vullen, deels
omdat het hun inziens eon erkenning
der verklaring van Balfour zou in
sluiten. en ook omdat zij meenen,
dat d-e volkstelt ine zal dieDen voor
een kiezerslijst welke gebruikt zou
worden bii de verkiezingen, wanneer
de grondwet wordt ingediend.
DYNAMIET TE BERLIJN IN BE-
SLAC CENOMEN.
Donderdagavond werd door amb
tenaren van de politieke politie op
het Grünewald-station oen kist met
een hoeveelheid dynamiet in beslag
ponomen. Tot dusverre heeft men den
afzender van deze gevaarlijke zen
ding nog niet kunnen opsporen. Men
vermoedt, dat de dynamiet bestemd
was voor den een of andoren nieuwen
aanslag.
ARBEIDSGESCHIL BIJ KRUPP.
In de fabrieken van Krupp te Essen
het werk stopgezet, doordat de
werklieden der gieterij den arbeid
hadden gestaakt. Thans wordt go
meld, dat ook de arbeiders der Krupp-
Grusonfabriek te Maagdenburg het
werk hebben neergelegd, en in hun
vdrktljd een vergadering wilden be
leggen. De directie heeft daarop liet
bedrijf stopgezet en de arbeiders ont
slagen.
HET PROCES TEGEN DEN ACTI
VIST PACILLY AANGEVANGEN.
Voor het Assizenhcf to Brussel is het
proces begonnen tegen den activist
Pacillv, die naar Nederland was ge
vlucht, doch zich een'ge maanden ge
leden bij de Belgische justitie heeft
aangemeld. PaciÜy nam ofschoon hij
Nederlandsch onatrdaan was, deel
aan de activistische beweging. Hij
was o.a. lid van den raad van Vlaan
deren. e
KRASSIN NAAR BERLIJN TERUC.
Krassin heeft zich via Petrograd
-.aar Hebingfors begeven, vanwaar
hij via Stockholm naar Berlijn zal
vertrekken.
EEN RUSSISCH OORLOCSSCHIP
IN DEENSCHE WATEREN.
Een vreemde kruiser met eon groo
te roode vlag in top werd gezien na
bij bet eiland Moen, doch voer weg.
zonder met de kust in verbinding tc
ziin geweest. Het was vermoedelijk
een oorlogsschip van dc Sovjet regee
ring. dat in buitenlandsohe wateren
kruiste.
MENGELBERG NIET NAAR
RUSLAND.
Uit Hamburg wordt aan do Tel. ge
meld Op een vraag, of het juist was,
dat hij met zijn orkest naar Rusland
gaau om daar concerten te geven,
antwoordde Mengelborg, dat derge
lijke berichten van allen grond ont
bloot waren.
Mat in tweo zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kdl, Dg6, Te*, Lgl, Pa*. PI6.
Zwart i Kd3, Df6, Ld5, Pg7, bï, e5, f8, f4.
Opmerking: Dit is het laatste der drie problemen, welke door den
eoinponiet ingezonden werden voor den wedstrijd van de „Daily Mail",
(zie Nos. 183 en 152.) Hoewel niet bekroond vermeldde het rapport, dat dit
probleem behoordo tot die middelmatige, mooie problemen, welke verdien
stelijk zijn, doch niet voldoende om succes te hebben in een wedstrijd.
EINDSPEL No. 25.
Onderstaande stand ontstond in de partij Rubinetein—Yates, gespeeld in
den zeskamp te Hastings, 12/13 September 1922.
Dr. Tarrasch schreef over deze partij in de „Tel":
Het Koningsgambiet, dat /'ubinstein aanbood, rendeerde geen enkel voor
deel. Wit bad een pion minder en daarbij de slechtere stelling. Alzoo
eigehlijk een verloren partijl Het gelukte hem toen, door een minder goeden
zet van zijn tegenstander, een figuur te winnen, maar Yates, heelemaal
niet uit het veld geslagen, offerde de Dame voor twee Torens en forceerde
met zijn naar „dam" loopende pionnen een schitterend remise-slot.
Stand
Er volgde
21
Df3xdlf!
KcSXdl
2 J
Pd3-f2f
Kdl—el
23
Pr2xh3
L)e6XhS
2*
h7-h5
Ld2c3
25
gö—g*
Dha-h*
26
Th8—gS
Dh*xhö
27
g*—g3
LcS—d*
28
Td8—eöf
Keitl 2
2!)
Te8—f3
2)
dó—dB
30
c7Xd6
8)
Dh5—h6
31
Kb8-a8!
Dh6Xd6
32
Tl 8d8
Dd6c5
33
Td8Xd*f
Dc5xd4
34
gSg2
Dd*-gl
35
Tg8-g3!
b2b*
36
a7—a6
6)
Kd2-e2
37
f4—f3f
Remise.
6)
2) Beter 30. Dta6—f8, g8—g2; 3L
Ld4—gl, alhoewel ook dat niet tot
wiuat had geleid.
3) Dreigt met 32. Dh6Xd6f, KbB-a8,
33. Dd6c6 een mataanval in te leiden.
4) 33. Dd6Xf*?, g3—g!8.
5) Of 37. b*—b5, a6Xt>6; 88. c*Xb&
b7—b61.
6) Er kon nog volgen 38. Ke2—f2,
Tg3—h8; 39. Dgl—el, met „eeuwig
schaak". Zwart heeft zich schitterend
verdedigd.
Oplossing Probleem No. 1S7.
Stand der stukken:
Wlti Kb2, Db8, Tf2, b5, d3.
Zwart i Ke5, Ph3, dl, d6, e6, h4.
1. Db8-g8.
Ke5-d5; 2. Tf2-f5f.
Ph3 2. Dg8xd5f
dö—d6; 2. 2. Dg8—b8f.
Goed opgelost door: II. Borgerding J. Hoogeveen enA. Mayer, alleu
e Haarlem; Joh. v. Teunenbroek en A. Feenstra Jr., beiden teScboten,
Oplossing Probioom No. 158.
Stand der stukken:
Wit: Kg*, Tc*, TM, Lb3, e6.
ZwartKd5, eb.
li Tf4—fó,
eóxföt; 2- Kg±-M, Kdöe63. Tc*—c7f.
Goed opgelost door: H. Ëorgeraing en J. Hoogeveen, leiden te H ra»
em; H. W. v. Dort en Joh. v. Teunenbroek, beiden te Schoten.
Correspondentie.
Haarlem. J. H. Uw 2-zet (sleutelzet 1. Kb7—a6) is m.i. zoar geschikt
om mede te dingen in den haïf-jaarlijkscheu compositie-wedstrijd van den
Nederlantiscaen Schaakbond 12 boekwerkprijzen). inzendingen op diagram,
met volledige oplossing; de problemen, welke daaraan meedoen, verschij
nen als „eerste plaatsing in het bondsorgaan, derhalve met den naam
van den componiBt, motto is dus niet noodig. In het Februari-numiner volgt
de uilslug. Adres Jos. de Koning, Ceintuurbaan 226 II, Amsterdam.
meer gedaan dan mijn echt© ooms.
En als hij kwam wat maai- al te
zelden gebeulde, verdween mijn angst
en mijn verdriet en ik \rees dat
hij dan lialf als bliksemafleider en
half als kindermeisje inoest fungee-
ren en oompje, denkt u nou dat
ik niet alles voor u doen wil? ik..."
De Viscount niun een snuifje en nies
de heftig. „Hè!" hijgde hij, „afschu
welijk gced". Daarop volgde er een
flinke hoestbui en toen zei iiij met
een zwak stemmetje: „Dat is waar
ook, oom, we moeten the© drinken...
„Maar ik vind thee vreeselijk,
Tom".
„Ik ook, ik ook afgrijselijk.
Maar de vrouwen zijn er nu eenmaal
dol op; het schoone geslacht is er even
dol op als een varken (arm, dik dom
beest) op water een boer (flink©
kerel) op hier, en de man van smaak'
op wijn. Dus, zorg dat er the© isl"
„Natuurlijk, Tom!"
„En oom mag ik u een goeden
raad geven?"
„Vat moed, Tom en probeer het
toaar eens".
„Nu, trek dan uw blauw met zilve
ren pak aan, oompje het is nog
het beet©, en voor ik het vergeet
heeft u niet zoo iets als een lakei,
in huis om de menschen in den weg
te loopen, zooals tegenwoordig In on
ze kringen de gewoonte is?"
„Hm", zei de majoor peinzend. „Ik
geloof dat de sergeant ze allemaal uis
tuinlieden opgecommandeerd heeft.
Vraag liet maar aan juffrouw Agatha
die weet het wel".
HOOFDSTUK X,
Waarin eenige deftigo
heerean worden voorga
stel cL
„Heeren!" zei de Viscount, „u lieeft
geloof ik, al de eer gehad om mijn
oom, majoor d'Arcy, een oogenblik
te ontmoeten, ik zal nu het voorrecht
hebben u beter met elkaar bekend 1©
inaken, want wie hem kent, acht
hem. Oom, ik stel u voor onzen Ben
onzen bloeienden Benjamin Sir
Benjamin Tripp".
„Halo!" riep Sir Benjamin, een jo
viale dikzak uil. ,,'t Is me een fe©6t
een feest. Het is me werkelijk een
groot genoegen om
„Schei uit met je genoegens en je
feesten, Ben", zei de Viscount. „To
ny staat al klaar om le buigen. Oom
pje, dit is de heer Anthony Marclida-
Ie!" „Marchdale, ©en man van de
wereld van ongeveer negentien jaar,
boog en lispelde:
„Aengenaem".
„Ik stel u voor Lord Alvaston!"
Deze boog herfiaalde malen en zei:
-v/Uw zeer onderdanige dienaar.'
meneer! En wat uw. strooper betreft.
meneer, ben ik dezelfde meeniug toe
gedaan als u een strooper is een
schurk maar een schurk is een man
en 'u konijn is maar ©en konijn".
„Zwijg even over je konijnen, Bob.
Oompje, dit is kapitein West".
„Tot uw dienst, meneer!" zei de
kapitein, die al wat verder was, maar
nog zeer jeugdige manieren had.
„Markies Alton".
„Ik ben het met Ben eens, meneer
het is me een feest m'n kop er
af als het niet waar is!"
„Sir Jasper Denhoim".
Sir Jasper, die hoofdzakelijk opviel
door zijn interessante bleekheid en!
mooie oogen, die gewoonlijk „zielvol"
genoemd werden, boog op zijn beurt.
„Meneer", zuchtte hij, „uw onder
danige dienaar!" „Als u ook een van
de zuchtende, verliefde bende is die
de onovertrefbare Betty vanuit de ver
te aanbidt dan is dat een nieuwe
band tussehen ons, meueer, een...'K
Hij zweeg en zuchtte diep.
„Werkelijk?" riep Sir Benjamin'
opgewonden uit. „Is u ook een mede
dinger naar de glimlachjes van onze
mooie Betty neen maar!"
De majoor schrok even toen
glimlachte hij en schudde ontkennend
het hoofd.
„Neen, heeren, zoo iets zou ik niet
durven beweren".
„Maar, meneer!" zuchtte Sir Jas
per, „u moet toch wel gemerkt heb
ben dat Cupido zich verschuilt in het
kuiltje van haur aanbiddelijke kihne
tjo dat hij zich in hinderlaag leg*
in haar ravenzwarte haar en
„Meneer", zei de majoor haastig
ik heb oogen!"
„Genoeg daul Wie oogen hoeft moet
liaar aanbidden! Ik bogroel u dus ais
een mede-slachtoffer, lijuend door de
wonde die Amor's pijl u heeft toege
bracht".
„Ja, waarachtig", riep Sir Benja
min uit. „Hier is wijn, kom laten we
er op drinken, 'n toast laten we drin
ken op het nieuwste slachtoffer van
de liefde laat ons plechtig.
Dc deur ging open een weer in
oer herstelde lakei kondigde aan:
„Lady Belinda Domain, Lady Eliza
beth Carlvon" en de dames kwamen
binnen. De majoor voelde onwillekeu
rig duidelijk oSf zijn pruik wel recht
stond.
„O lieve help!" riep Lady Belinda
uit, terwijl ze bleef stil c-laan. „Zoo
veel heeren 't is prachtig! En aan
't praten over een toast! Heeren, ver
tel eens waar wilde u op drin
ken!"
„Wel. mevrouw", riep Sir Benja
min uit, „we begroeten een nieuw
slachtoffer van de bekoorlijkheden
van uw lieve nichtje we begroe
ten onzen mededinger majoor d'Ar
cy!"
De majoor lachte eeri beetje onze
ker terwijl hij zich haastte zijn gas
ten te verwelkomen.
„Ja", zei hij, „wie oogen heeft moet.
haar wel bewonderen ai is bet ooi,
uit de verte eu in alle nederigheid:'
Laay Betty begon nu ook te lachen
ea toen nij de ondeugende uitdruk
king in haar oogen zag, bloosde hij
en boog zich heei diep over Lady
Belinda s hand, zijn gedachten echr
ter waren allen maar bij haar die zoo
dicht hij hem stond en die op haar
beurt een elegante neiging voor liem
maakte en naar hem opkeek met een
spottenden glimlach voor zo weer met
liet grootste gemak overeind kwam.
„Denkt u dat hij hel erg t© kwaad
heeft, heeren", vroeg ze, terwijl zd
zich tot het gezelschap wendde, maai
den majoor bleef aankijken. „Denkt
u dat liij van liefdevuur brandt en
zich aan .Amor's pijl in bochten
wringt?"
„0, zekerl" antwoordde Sir Benja
min, „ik ben er van overtuigd, freu 'e
dat hij van binnen in vuur ©n vlam
staat
„Net als ik, ongelukkigezucht
te Sir Jasper Denhoim.
„En ikl" zei de kapitein.
„O!" riep Viscount Merivale uit.
„Dat doen we immers allemaal?" I
„Ja!" riop de Markies ..we zijn
allemaal de nederig© en gehoorzame
slaven van Ladv Betty".
,,'t Is mooi!" riep het meisje vroo-
lijk uit „nederige slaven, ik groet
u allen en ik wenscll en beveel dat u
nu mijn lieve tante zult b©zig houden
terwijl ik dezen kalmen lijder naar,
zijn pijnen vraag. Majoor uw
hand laat ons gaan wandelen!"
Als in een droom nam hij haar
zachte vingers in de zijne en liet zich
door hear brengen waar ze maar
wilde. Zij aan zij liepen ze door d©
statig© kamers, verlicht door ramen
rijk met gebrand glas versierd, onder
gebeeldhouwde en vergulde plafonds
door langs breed e gangen prach
tige trappen op, en weer af zii
steeds vroolijk pratend, liii bijna nog
stiller dan anders. Ze lachte om de
oude wapenrustingen, boog voor de
portretten, gluurde in kasten en in
hoekjes en nam alles met echte vrou
welijke nieuwsgierigheid op, terwijl
hij, op haar bevel kijkend naar aller
lei dingen, eigenlijk alleen haar maar
zag.
,,'t Is een moei huis", zei ze ten
slotte „En toch £unkt me, eon beetje
treurig, 't Ta zoo eroot en somber!"
„Somber!" zei lui peinzend.
„En leeg en koud on eenzaam
en was hef u nog niet opgeval
len?"
.Neen, heuscli niet!"
,Dat verbaast me!"
(Wordt vervolgd).