JX Gemenud Nleaws Schaakrubriek 1 HRLANTAI lattsrsn es Kusst ®n bovendien was Tiet perceel gelepen In een buurt, die allesbehalve goed stond aangeschreven en waar de Kan- teleburgen zich in gewone omstandig heden. zeer zeker nooit gevestigd zouden hebben. Maar ia, zo moesten blii ziin. meenden anderen, dat hun boeltje eeboreen was. en zij zelf ook, onder dak waren, want het vertoeven onder den blooten hemel, terwiil ic kostelijke huisboel op straat soms te verresenen stond zooals met menigeen al gebeurd was, was tooh ook niet al les. Enfin, dat was nu wel zoo, maar juffrouw Kantelenburg bleef met de verhuizing toch maar matig ingeno men. Zii had atiid zoo rustig en ge noeglijk gewoond, met de naaste bu ren goed omgegaan, wie weet wat het in die nieuwe buurt zou worden. Aan de ©ene zijde was blijkbaar een pen sion. iemand die kamers verhuurde, dat had zo al owemerfet, door de vele personen, die uit en in gingen: ook aan het trappengeloop en stemmen geroezemoes. dat op bepaalde tijden maar al te goed te hooren was. bleek duid'eliik. dat er heel wat lieden ge huisvest waren. Van de andere ziide naastan. hoorde ie niet veel. Die be woners schenen er ook pas t° zijn ge komen wie en wat z© waren, was onbekend, ze deden erg gehëitiiimiig er lekte niet veel naar buiten van hun bedoeningen. Nee. met het huisje had juffrouw Kanteleburg nog vrede kunnen hebben ,maar de buurt stond haar heel niet aan. Ze was van nature was schrikkerig ca zenuwachtig aangelegd, en van ge- heimigheden moest ze niets hebben. Ze hield vooral gedurende den nacht van orde en rust, eu kan niet behoorlijk in slaap komen, indien ze niet zeker wist, dat alle deuren gesloten en de pinnen op de ramen waren. Zij was op haar dood voor inbrekers en dieven, minder voor het gevaar, dat zij haar bezittingen zouden ontvreemden, dan wel uit angst, dat zij haar zouden mis handelen of dooden. Men zal nu wel begrijpen, dat na liet verhuizen, dc nachtrust van juf frouw Kanteleburg was ,-ngewis en slechts van korten duur. Ze meende telkens iets te hooren, dat op onraad wees, en ze was van het tegondeel eerst overtuigd, wanneer haar echt vriend zich van een en ander had op de hoogte gesteld. Het zal de vierde of de vijfde nacht zijn geweest in hun nieuwe woning, toen de juffrouw weer al eepigen tijd wakker, had nggen staren In het half duistere vertrek. Ze kon den s. niet vatten, en verbaasde zich over haar man, die luid ademhalend met na saal geluid, zoo rustig sliep alsof hij nimmer van woning had verwisseld. Zij hoorde geen enkel geluid, het was blijkbaar zeer rustig op straat en bij de buren. Die stilte deed haar ton slotte toch'indommelen hoe lang, kon zij niet benaderen, maar plots schrikte ze wakker van een kreunend geluid, naar zij meende. Zij gooide de dekens terug en zat weldra overeind in het bed en tracht te scherper te luisteren. De heer Kanteleburg sliep nog even vast als straks. Dadr!, nu hoorde ze het weer, het was iemand die kreunde alsof-ie geworgd werd. Van waar het gerucht kwam, kon ze niet dadelijk ontdekken. O, groote genade, wat zou er gebeuren? En haar man sliep maar door. Thomasriep ze gedempt, trach tend door elleboogstooten haar man wakker te krijgen, Thomas, ik hoor iets. Kantelenburg, die in doen on laten naar het behoudende overhelde, en den vroegeren tijd nog zoo slecht niet vond, sliep in de voor-historische bedstee genoegelijker en vaster, dan ooit in 't tot nog toe gebezigde Engel- scbe ledikant. Tiet gelukte Geertruida, eerst na herhaalde cn steviger stooten haar echtvriend uit z'n zoete sluime ring te wekken. Steek de kaar3 een3 aan, ik hoor iets verdachts, zei ze, beven d over al haar leden. Thomas deed het; het bengelende kwastje van zijn slaapmuts deed wrie melende plekjes boven een sohaduw- suikerbrood op den gewitten muur ont staan. Ik tracht hier niet de situatie grappiger voor te stellen, dan het in werkelijkheid was. Thomas droeg steeds een slaapmuts gedurende den nachtik heb u immers verteld, dat hij zin had voor het ouderwetsche. ,,Oeh laat mij gaan", klonk het zacht en smartelijk, doch niettemin had het echtpaar Kanteleburg deze woorden blijkbaar duidelijk verno men, een glimp van ontzetting gleed over beider gelaat. „Nee, nee, nee! gij moet sterven I" hooiden ze nu, maar thans veel luider, zoo helder en klaar, alsof dat proces hier in de kamer aanstonds zou plaats hebben. Met één sprong had Thomas de bed stee verlaten, nam de kaars in de rech terband en toog op onderzoek uit. Voorzichtig, Thomas, voorzichtig toch! bibberde juffrouw Kanteleburg, g:- boren Trommelkoek. Maar in de tamer was niets verdachts te vinden bovendien de deur bleek nog op slot en de ramen waren met pinnen verzekerd. „0, heb medeljjdenl" boorde Geer truida nu, op zacht smeekenden toon. Hoor je?Hóór je wel? vroeg ze fktisterend aan haar mam Nee, wat vernam je? was de weder vraag van Thomas, die weer in de rich ting van de bedstee kwam.- .jGenoeg, mijn geduld is ten eadc," vernamen beiden, nu weer zeei luid. En tevens was het nu uitgemaakt vanwaar het geluid der vreemde stemmen kwam. Het drong door den muur van de bed- steê en kwam dus klaarblijkelijk uit de woning hiernaast, het geheimzinnige huis, waarover ze nog zoo weinig had den vernomen en van welks bewoners ze niets afwisten. O, goeie genade!'t is 1 naast! zuchtte Geertruida, toch gedeel telijk opgelucht, nu cr in haar woning geen direct onheil dreigde. Ja, 't is bij de buren, bevestigde Thomas. Daar gebeurt iets vreeselijks, Geertruida, die nu meer moed kreeg eo ook uit het bed stapte, waarschijnlijk wel een moord. Nou, nou, suste Thomas, esn moord Zeker!jij moet sterven", hooi den we toch. Jawel„Maar wat zullen wij er aan kunnen doen? Bombardeer eens hard tegen dei muur.... met je laars of zoo.... dan hooren ze, dat ze ontdekt zijn, mogelijk is 't nog niet 'te laat. Voorzichtig sloop de heer Kante'e- burg met z'n bottine naar den muur, en trachtte door luide slagen met den hak op het witte pleisterwerk, zoo mogelijk een misdaad te verhinderen. Na het klop pen luisterden beiden weer scherp, maar aanvankelijk hoorden ze niets meer van gesmoorde of luidruchtige stemmen was niets te vernemen. Lang duurde de?e stilte echter niet, na enkele minuten klon ken weder rumoerige woorden., stee.is heiliger werd het gesprokene, afgewis seld c'cor angst- en smartkre-en.daar na een luide, snerpende gil—— en toen een val op den grond— een doffe slag - Och, lieve hemel! kreunde Geertrui da, te laat!O, wat ijselijk I.Mid den in den nacht.... zoo naast je huis, n^ast je ie-r.verschrikkelijk! verschrikkelijklO, dac.e me dit moesten beleven.Thomas, gauw!— waarschuw :i-' oblie'Ij: ci nóg erger gebeurtWie weet wat ze nog in der schild voeren 'k Zal me toch eerst 'n beetje die nen aan te klcedcn, bracht Kanteleburg in 't midden, ik kan toch zóó niet op straat. Wat, aankleeden? Wou je dan mij alleen laten? Je zei toch, dat ik do policie zou waarschuwen. O, zeker!.. Maar door het raam. als je er een voorbij ziet komen., al leen hier in dit huis zou 'k besterven. Thomas duwde de vitrage van cm der ramen iets op zij en trachtte toen door de duisternis op straat te zien. 'k Zie geen politieagent, 'k zie nie mand. Och, och, wat 'n nacht! Wacht es., daar komt iemand 't is geen agent Och, roep maar, Thomas, roep maar! De heer Kanteleburg schoof een der ramen iets omhoog; zooveel, dat hij er juist z'n beslaapmutste hoofd onderdoor kon steken, en riop toen naar buiten Hé, baas!Hoor es even Het bleek een waker te zijn van den nachtveiligheidsdienst, die langzaam kwam aansloffen. Hij richtte het licht zijn electrisohen zaklantaarn op Kanteleburg. Wat heb-ie? vroeg hij met zware bromstem. Och, vrind, anuvoordde Kantele burg, zou je eshiernaastbij de burener schijnt ingebrokener gebeurt ietsavijnl 't is daar geen uvere koffie.... Zeg, dat er een vermoord wordt, drong Geertruida aan. Wahlicf? vroeg Thomas, zich een •einig omdraaiend. Dat er hoogstwaarschijnlijk een vermoord wordt, herhaalde zijn echtge- noote. met eenigen drang. Kom, Trui, zou dai wel waar zijn? Je hoorde toch zelf die vreeselijke woorden cn het gekreun en gegil! Ja, dat is zooWe presumeeren, dat er een vermoord wordt! riep Kantele burg naar beneden. Wat zeg-ie, vermoord? bromde de veiligheidsman. Positief!We hoorden kreunen en een gil! Bij welke buren is 't?_Links of rechts? Laat es kijkenaan den kant van de bedsteeaan dezen kant. Dus aan den linkerkant? Precies!ja, links! De nachtwaker, na aan die buitendeur te hebben gemorreld, roept naar boven: De deur is gesloten'k zal effe maat lialen, of 'n policieagent— en dan zalle me anbellen. Ja, dat is 't beste! riep Thomas terug. Terwijl de nachtwaker hulp ging ha len, stond Geertruida duizend angsten 1 uit; het wa3 nog altijd niet rustig bij 'fle ourea, net stemmengeroezemoes nog steeds hoorbaar, doch zij versiosd er niets meer van, daar zij zoo ver mo gelijk van den muur, in den uitersten hoek der kamer was gaan zitten. Ze had haar voeten in vilten pantof fels gestoken en een oude wollen man tel omgedaan, over haar robe de nuit, tenemde zioh voor de nachtelijke kil heid te beveiligen. Tooh rilde ze van koudo en angst. Nog nooit had ze zoo'n nacht doorgemaakt. Wat moest ze beginnen? Wat zou ze nog beleven? Na eenigen tijd waa de nacht waker met een agent van politie te ruggekeerd, en getweeën hariiden ze zich toen klaarblijkelijk van den toe stand gaan overtuigenin het geheim zinnige huis. Thomas Kanteleburg had het raam weer gesloten, en zat in af wachting mede in de kamer, tegen over ziin gade, toen er hard werd ge beld. alsof er brand was. Groote goedheidschrikte Geer truida. wat zal dit zijn? Kalm, vrouw, kalmstelde Tho mas gerust, dat zal immers de nacht waker rijnIk zal oven naar bene den gaan en de deur opensluiten.... Niet opendoen Nee, geen deur open Maar wat dhn. Trui Hier blijven!... Vraag door het raam. wat er is. Je hebt- gelijk... da's voorziohti- ger. Thomas opende het raam, stak zipi hoofd met de bopluimde slaapmuts naar buiten en vroeg Benne jullie van de policie? Ja! antwoordde de agent, enne we hebben hiernaast alles onderzocht! Gelukkig!.... En? Nou. gaat uwe maar gerus* weer slapen hoor!... Slapen?.... Maar?... Ja. alles is riohtig! Hè?... Is cr dan geen moord, ofè....? Niks daarvan! viel dB agent snel in, 't benne heele gewone mensohen, die daar- pas zijn komen wonen.... Gewone meuschen? Nou jain elk geval geen mis dadigere Gelukkigzuchtte Geertruida, die nu weer moed had gekregen, ©n ook naar het raam was gekomen. 't Benne komedianten, vervolg de de agent, die hier en elders optre den en komedie spelen... ze waren nou bec-ig om derlui rollen nog es te rip- peteeren. want morgen moeten z© op reis.... 't I9 zonde, zei juffrouw Kan teleburg. k> zou rejeel gezworen heb ben. dat er ik weet niet wat gebeur de. Ga maar gerust slapen, nep de agent tot afscheid. JawelDat kon die agent gemak kelijk zeggen, maar Geertruida Kan teleburggeboren Trommelkoek, deed in dien onrustigen nacht geen oog meer toe. DREIGENDE STAKING VAN BANKPERSONEEL TE BERLIJN- lar het schijnt, staat te Berlijn weer een staking der bankambtenaren voor de deur. l)e beide vereenigin- gen van ambtenaren bij de groote banken hebben de scheidsrechterlijke uitspraak van den rijksminister van arbeid verworpen. De algemeene bond van bankambte naren heeft besloten de toepassing van alle economische strijdmiddelen voor te bereiden en heeft reeds aan alle leden het parool gegeven, alle bij- ■n overwerk ten stelligste to weigeren. De Duitsche vereeniging van bankamb tenaren heeft zich bij dit parool aan gesloten. EEN VOLGELING VAN MAX HöLZ. Een telegram meldt de arrestatie van een voormalig adjudant van den communistischen leider Max Holz te Bochum, waar hij een actie op touw wilde zetten tegen de overwerkover- eenkomst in de mijndistricten, waar bij hij tot plunderingen opruide en een opstand voorbereidde. DE MOKAMMEOAANSGHE MOS- KéE TE PARIJS. Donderdag had de eerste steenleg ging plaats van de Mohammedaansche moskee, die te Parijs zal wordon ge bouwd. Deze plechtigheid had plaats onder leiding van maarschalk Lyautey en onder aanwezigheid van Franklin Bouillon. Alle Mohammedaansche persoonlijkheden uit Parijs waren ver tegenwoordigd, onder wie ook Ferid bey, de vertegenwoordiger van de re- geering van Angora, Djelal bey, ver tegenwoordiger van de Nationale Ver gadering van Angora enz. Maarschalk Lyautey hield een re de. die aldus eindigde Op het oogeu- blik worden in het Oosten onder lei ding van den waarachtigen staatsman, die zich in Moestapha Kemal heeft geopenbaard, pogingen gedaan voor le nationale herleving en den wederop bouw van Turkije. Frankrijks vrij zinnige actie eu do Islam zijn twee machten, waarvan de vereeniging, wel ke- noch geweld, noch vernietiging, k 60 Ct9. per regol. Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak- redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstr. 93, Haarlem PROBLEEfiS NO. 161. G. JORDAN (Haarlem) TF?IBSS JURSENS' PLANTENBOTER KNNiWIH IS, —-L0 noch overheersching nastreeft, maar 8leciits een ordelievende eerbiediging van hun gewettigde eischen voor de integriteit; van het nationale grond gebied, de verdraagzaamheid jegens allo godsdiensten en alls overtuigin gen een beslissende factor zal zijn voor den wereldvrede. DE 11DE NOVEMBER IN FRANK RIJK. De Senaat heeft zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel om den llden November van elk jaar officieel tot verjaardag van den wapenstilstand en hefc feest der overwinning te ver klaren. DE VOLKSTELLING IN PALESTINA. De -volkstelling in Palestina ving aan. en bracht aldaar tamelijk veel opwinding teweeg. 7en vergadering van Aarabieren te Nagloes besloot de formulieren niet in te vullen, deels omdat het hun inziens eon erkenning der verklaring van Balfour zou in sluiten. en ook omdat zij meenen, dat d-e volkstelt ine zal dieDen voor een kiezerslijst welke gebruikt zou worden bii de verkiezingen, wanneer de grondwet wordt ingediend. DYNAMIET TE BERLIJN IN BE- SLAC CENOMEN. Donderdagavond werd door amb tenaren van de politieke politie op het Grünewald-station oen kist met een hoeveelheid dynamiet in beslag ponomen. Tot dusverre heeft men den afzender van deze gevaarlijke zen ding nog niet kunnen opsporen. Men vermoedt, dat de dynamiet bestemd was voor den een of andoren nieuwen aanslag. ARBEIDSGESCHIL BIJ KRUPP. In de fabrieken van Krupp te Essen het werk stopgezet, doordat de werklieden der gieterij den arbeid hadden gestaakt. Thans wordt go meld, dat ook de arbeiders der Krupp- Grusonfabriek te Maagdenburg het werk hebben neergelegd, en in hun vdrktljd een vergadering wilden be leggen. De directie heeft daarop liet bedrijf stopgezet en de arbeiders ont slagen. HET PROCES TEGEN DEN ACTI VIST PACILLY AANGEVANGEN. Voor het Assizenhcf to Brussel is het proces begonnen tegen den activist Pacillv, die naar Nederland was ge vlucht, doch zich een'ge maanden ge leden bij de Belgische justitie heeft aangemeld. PaciÜy nam ofschoon hij Nederlandsch onatrdaan was, deel aan de activistische beweging. Hij was o.a. lid van den raad van Vlaan deren. e KRASSIN NAAR BERLIJN TERUC. Krassin heeft zich via Petrograd -.aar Hebingfors begeven, vanwaar hij via Stockholm naar Berlijn zal vertrekken. EEN RUSSISCH OORLOCSSCHIP IN DEENSCHE WATEREN. Een vreemde kruiser met eon groo te roode vlag in top werd gezien na bij bet eiland Moen, doch voer weg. zonder met de kust in verbinding tc ziin geweest. Het was vermoedelijk een oorlogsschip van dc Sovjet regee ring. dat in buitenlandsohe wateren kruiste. MENGELBERG NIET NAAR RUSLAND. Uit Hamburg wordt aan do Tel. ge meld Op een vraag, of het juist was, dat hij met zijn orkest naar Rusland gaau om daar concerten te geven, antwoordde Mengelborg, dat derge lijke berichten van allen grond ont bloot waren. Mat in tweo zetten. Stand der stukken: Wit: Kdl, Dg6, Te*, Lgl, Pa*. PI6. Zwart i Kd3, Df6, Ld5, Pg7, bï, e5, f8, f4. Opmerking: Dit is het laatste der drie problemen, welke door den eoinponiet ingezonden werden voor den wedstrijd van de „Daily Mail", (zie Nos. 183 en 152.) Hoewel niet bekroond vermeldde het rapport, dat dit probleem behoordo tot die middelmatige, mooie problemen, welke verdien stelijk zijn, doch niet voldoende om succes te hebben in een wedstrijd. EINDSPEL No. 25. Onderstaande stand ontstond in de partij Rubinetein—Yates, gespeeld in den zeskamp te Hastings, 12/13 September 1922. Dr. Tarrasch schreef over deze partij in de „Tel": Het Koningsgambiet, dat /'ubinstein aanbood, rendeerde geen enkel voor deel. Wit bad een pion minder en daarbij de slechtere stelling. Alzoo eigehlijk een verloren partijl Het gelukte hem toen, door een minder goeden zet van zijn tegenstander, een figuur te winnen, maar Yates, heelemaal niet uit het veld geslagen, offerde de Dame voor twee Torens en forceerde met zijn naar „dam" loopende pionnen een schitterend remise-slot. Stand Er volgde 21 Df3xdlf! KcSXdl 2 J Pd3-f2f Kdl—el 23 Pr2xh3 L)e6XhS 2* h7-h5 Ld2c3 25 gö—g* Dha-h* 26 Th8—gS Dh*xhö 27 g*—g3 LcS—d* 28 Td8—eöf Keitl 2 2!) Te8—f3 2) dó—dB 30 c7Xd6 8) Dh5—h6 31 Kb8-a8! Dh6Xd6 32 Tl 8d8 Dd6c5 33 Td8Xd*f Dc5xd4 34 gSg2 Dd*-gl 35 Tg8-g3! b2b* 36 a7—a6 6) Kd2-e2 37 f4—f3f Remise. 6) 2) Beter 30. Dta6—f8, g8—g2; 3L Ld4—gl, alhoewel ook dat niet tot wiuat had geleid. 3) Dreigt met 32. Dh6Xd6f, KbB-a8, 33. Dd6c6 een mataanval in te leiden. 4) 33. Dd6Xf*?, g3—g!8. 5) Of 37. b*—b5, a6Xt>6; 88. c*Xb& b7—b61. 6) Er kon nog volgen 38. Ke2—f2, Tg3—h8; 39. Dgl—el, met „eeuwig schaak". Zwart heeft zich schitterend verdedigd. Oplossing Probleem No. 1S7. Stand der stukken: Wlti Kb2, Db8, Tf2, b5, d3. Zwart i Ke5, Ph3, dl, d6, e6, h4. 1. Db8-g8. Ke5-d5; 2. Tf2-f5f. Ph3 2. Dg8xd5f dö—d6; 2. 2. Dg8—b8f. Goed opgelost door: II. Borgerding J. Hoogeveen enA. Mayer, alleu e Haarlem; Joh. v. Teunenbroek en A. Feenstra Jr., beiden teScboten, Oplossing Probioom No. 158. Stand der stukken: Wit: Kg*, Tc*, TM, Lb3, e6. ZwartKd5, eb. li Tf4—fó, eóxföt; 2- Kg±-M, Kdöe63. Tc*—c7f. Goed opgelost door: H. Ëorgeraing en J. Hoogeveen, leiden te H ra» em; H. W. v. Dort en Joh. v. Teunenbroek, beiden te Schoten. Correspondentie. Haarlem. J. H. Uw 2-zet (sleutelzet 1. Kb7—a6) is m.i. zoar geschikt om mede te dingen in den haïf-jaarlijkscheu compositie-wedstrijd van den Nederlantiscaen Schaakbond 12 boekwerkprijzen). inzendingen op diagram, met volledige oplossing; de problemen, welke daaraan meedoen, verschij nen als „eerste plaatsing in het bondsorgaan, derhalve met den naam van den componiBt, motto is dus niet noodig. In het Februari-numiner volgt de uilslug. Adres Jos. de Koning, Ceintuurbaan 226 II, Amsterdam. meer gedaan dan mijn echt© ooms. En als hij kwam wat maai- al te zelden gebeulde, verdween mijn angst en mijn verdriet en ik \rees dat hij dan lialf als bliksemafleider en half als kindermeisje inoest fungee- ren en oompje, denkt u nou dat ik niet alles voor u doen wil? ik..." De Viscount niun een snuifje en nies de heftig. „Hè!" hijgde hij, „afschu welijk gced". Daarop volgde er een flinke hoestbui en toen zei iiij met een zwak stemmetje: „Dat is waar ook, oom, we moeten the© drinken... „Maar ik vind thee vreeselijk, Tom". „Ik ook, ik ook afgrijselijk. Maar de vrouwen zijn er nu eenmaal dol op; het schoone geslacht is er even dol op als een varken (arm, dik dom beest) op water een boer (flink© kerel) op hier, en de man van smaak' op wijn. Dus, zorg dat er the© isl" „Natuurlijk, Tom!" „En oom mag ik u een goeden raad geven?" „Vat moed, Tom en probeer het toaar eens". „Nu, trek dan uw blauw met zilve ren pak aan, oompje het is nog het beet©, en voor ik het vergeet heeft u niet zoo iets als een lakei, in huis om de menschen in den weg te loopen, zooals tegenwoordig In on ze kringen de gewoonte is?" „Hm", zei de majoor peinzend. „Ik geloof dat de sergeant ze allemaal uis tuinlieden opgecommandeerd heeft. Vraag liet maar aan juffrouw Agatha die weet het wel". HOOFDSTUK X, Waarin eenige deftigo heerean worden voorga stel cL „Heeren!" zei de Viscount, „u lieeft geloof ik, al de eer gehad om mijn oom, majoor d'Arcy, een oogenblik te ontmoeten, ik zal nu het voorrecht hebben u beter met elkaar bekend 1© inaken, want wie hem kent, acht hem. Oom, ik stel u voor onzen Ben onzen bloeienden Benjamin Sir Benjamin Tripp". „Halo!" riep Sir Benjamin, een jo viale dikzak uil. ,,'t Is me een fe©6t een feest. Het is me werkelijk een groot genoegen om „Schei uit met je genoegens en je feesten, Ben", zei de Viscount. „To ny staat al klaar om le buigen. Oom pje, dit is de heer Anthony Marclida- Ie!" „Marchdale, ©en man van de wereld van ongeveer negentien jaar, boog en lispelde: „Aengenaem". „Ik stel u voor Lord Alvaston!" Deze boog herfiaalde malen en zei: -v/Uw zeer onderdanige dienaar.' meneer! En wat uw. strooper betreft. meneer, ben ik dezelfde meeniug toe gedaan als u een strooper is een schurk maar een schurk is een man en 'u konijn is maar ©en konijn". „Zwijg even over je konijnen, Bob. Oompje, dit is kapitein West". „Tot uw dienst, meneer!" zei de kapitein, die al wat verder was, maar nog zeer jeugdige manieren had. „Markies Alton". „Ik ben het met Ben eens, meneer het is me een feest m'n kop er af als het niet waar is!" „Sir Jasper Denhoim". Sir Jasper, die hoofdzakelijk opviel door zijn interessante bleekheid en! mooie oogen, die gewoonlijk „zielvol" genoemd werden, boog op zijn beurt. „Meneer", zuchtte hij, „uw onder danige dienaar!" „Als u ook een van de zuchtende, verliefde bende is die de onovertrefbare Betty vanuit de ver te aanbidt dan is dat een nieuwe band tussehen ons, meueer, een...'K Hij zweeg en zuchtte diep. „Werkelijk?" riep Sir Benjamin' opgewonden uit. „Is u ook een mede dinger naar de glimlachjes van onze mooie Betty neen maar!" De majoor schrok even toen glimlachte hij en schudde ontkennend het hoofd. „Neen, heeren, zoo iets zou ik niet durven beweren". „Maar, meneer!" zuchtte Sir Jas per, „u moet toch wel gemerkt heb ben dat Cupido zich verschuilt in het kuiltje van haur aanbiddelijke kihne tjo dat hij zich in hinderlaag leg* in haar ravenzwarte haar en „Meneer", zei de majoor haastig ik heb oogen!" „Genoeg daul Wie oogen hoeft moet liaar aanbidden! Ik bogroel u dus ais een mede-slachtoffer, lijuend door de wonde die Amor's pijl u heeft toege bracht". „Ja, waarachtig", riep Sir Benja min uit. „Hier is wijn, kom laten we er op drinken, 'n toast laten we drin ken op het nieuwste slachtoffer van de liefde laat ons plechtig. Dc deur ging open een weer in oer herstelde lakei kondigde aan: „Lady Belinda Domain, Lady Eliza beth Carlvon" en de dames kwamen binnen. De majoor voelde onwillekeu rig duidelijk oSf zijn pruik wel recht stond. „O lieve help!" riep Lady Belinda uit, terwijl ze bleef stil c-laan. „Zoo veel heeren 't is prachtig! En aan 't praten over een toast! Heeren, ver tel eens waar wilde u op drin ken!" „Wel. mevrouw", riep Sir Benja min uit, „we begroeten een nieuw slachtoffer van de bekoorlijkheden van uw lieve nichtje we begroe ten onzen mededinger majoor d'Ar cy!" De majoor lachte eeri beetje onze ker terwijl hij zich haastte zijn gas ten te verwelkomen. „Ja", zei hij, „wie oogen heeft moet. haar wel bewonderen ai is bet ooi, uit de verte eu in alle nederigheid:' Laay Betty begon nu ook te lachen ea toen nij de ondeugende uitdruk king in haar oogen zag, bloosde hij en boog zich heei diep over Lady Belinda s hand, zijn gedachten echr ter waren allen maar bij haar die zoo dicht hij hem stond en die op haar beurt een elegante neiging voor liem maakte en naar hem opkeek met een spottenden glimlach voor zo weer met liet grootste gemak overeind kwam. „Denkt u dat hij hel erg t© kwaad heeft, heeren", vroeg ze, terwijl zd zich tot het gezelschap wendde, maai den majoor bleef aankijken. „Denkt u dat liij van liefdevuur brandt en zich aan .Amor's pijl in bochten wringt?" „0, zekerl" antwoordde Sir Benja min, „ik ben er van overtuigd, freu 'e dat hij van binnen in vuur ©n vlam staat „Net als ik, ongelukkigezucht te Sir Jasper Denhoim. „En ikl" zei de kapitein. „O!" riep Viscount Merivale uit. „Dat doen we immers allemaal?" I „Ja!" riop de Markies ..we zijn allemaal de nederig© en gehoorzame slaven van Ladv Betty". ,,'t Is mooi!" riep het meisje vroo- lijk uit „nederige slaven, ik groet u allen en ik wenscll en beveel dat u nu mijn lieve tante zult b©zig houden terwijl ik dezen kalmen lijder naar, zijn pijnen vraag. Majoor uw hand laat ons gaan wandelen!" Als in een droom nam hij haar zachte vingers in de zijne en liet zich door hear brengen waar ze maar wilde. Zij aan zij liepen ze door d© statig© kamers, verlicht door ramen rijk met gebrand glas versierd, onder gebeeldhouwde en vergulde plafonds door langs breed e gangen prach tige trappen op, en weer af zii steeds vroolijk pratend, liii bijna nog stiller dan anders. Ze lachte om de oude wapenrustingen, boog voor de portretten, gluurde in kasten en in hoekjes en nam alles met echte vrou welijke nieuwsgierigheid op, terwijl hij, op haar bevel kijkend naar aller lei dingen, eigenlijk alleen haar maar zag. ,,'t Is een moei huis", zei ze ten slotte „En toch £unkt me, eon beetje treurig, 't Ta zoo eroot en somber!" „Somber!" zei lui peinzend. „En leeg en koud on eenzaam en was hef u nog niet opgeval len?" .Neen, heuscli niet!" ,Dat verbaast me!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 14