ImIlIK IlSSLii TWEEDE BLAD Baandag 13 November 1932 TRILBEELOEN. Da uitvinding der klnema- togratie, haar ontwikkeling en haar toekomst. Wij kennen nauwelijks het woord cinematografie meer, zoo soel heeft deze belangrijke uitvinding zich ont wikkeld en zooveel nieuwe en gemak kelijker namen zijn er voor in gebruik genomen. Wie spreekt er nog van kine- matograaf-thïatcr en wie denkt zelfs nog aan de uitvinding zelf, die toch nauwelijks 25 jaar geleden heeft plaats gevonden. Zoo spoedig zijn wij aan de bioscoop gewend geraakt, dat het zelf» velen geheel onbekend zal zijn, dat de beroemde Amerikaan Edison het appa raat dat hij in 1895 uitvond en de monstreerde de kinetoscoop noemde. Dit was de onmiddellijke voorlooper van de cinema. Het is waar, ook hij heeft leermeesters gehad, zooals de Ber- lïjnsche nat surkundigc Plateau, die in 1S40 de Zoötroop uitvond, een soort bak met gleuven met tegen den buitenwand een strook papier, waarop bijv. worste laars of acrobaten in opvolgende hou dingen warea afgebeeld. Wanneer de bak m draaiende beweging werd ge bracht, zag men, door de gleuven kij kende, de worstelaars in hun sport, de acrobaten in hun toeren aan het werk. Het werd een speelding voor de jeugd. In 1887 ontdekte de Franschman Marcy het systeem om in een kort tijds bestek een groote serie foto's te ma ken, die de opvolgende bewegingen van een zich verplaatsend voorwerp weer gaven. Dit was een stap voorwaarts. Toen kwam Edison met zijn uitvinding, waarbij hij voor het eerst van celluloid- films gebruik maakte. Een projectie toestel had hij echter nog niet, men keek door een soort tooneelkijker rechtstreeks op de films. Kort na de demonstratie van Edison toonden de gebroeders Lumièrc uit Lyon hun ver betering van het Amerikaansche toe stel aan het verbaasde publiek. Zij pro jecteerden voor de eerste maal hun films op het doek en moeten daarom als de uitvinders van de cinema, zooals wij deze thans kennen, worden je- schouwd. En wat is dc cinema nu en wat zal zij voor de toekomst kunnen worden? De gemiddelde lengte van een film is opgevoerd van vijftien of twintig meter in de eerste levensjaren tot 1500 Merer een lange rij vormende van meer dan 80.000 moment-opnamen. Serie-films vallen weer geheel buiten dit kader, zij zijn van 10.000 tot 15.000 Meter en meer lang, het aantal beelden is dus ook tienmaal zoo groot of nog meer. Maar de serie-film heeft haar grootstcn bloei tijd gehad als de voorteekenen niet te zeer bedriegen. Het heeft er allen schijn van dat de vervaardiging van de fantasie-film vrij wel haar hoogtepunt heeft bereikt. Aan de fotografische verzorging zal in de toekomst nog veel verbeterd worden, maar wij kunnen ons moeilijk voorstel len dat de prestaties van de filmaitis- ten, voor zoover zij zich wijden aan eensationeele staaltjes van acrobatiek en doodsverachring of van de regisseuts in het bouwen van filmsteden, het in scène zetten van schipbreuken, volks oproeren, veldslagen e. d. nog bedui dend zullen kunnen toenemen in onder nemingsgeest en onversaagdheid.Voor.il nu dc filmmarkt gedurende de jaren na den oorlog letterlijk overs'roomd is me', nieuwe films, speciaal Amerikaansche, waarvoor thans nog geen afzetgebied te vinden 15. Hierdoor wordt de beta ling van deze films aan de fabrikan ten, die cr vaak ontzaggelijke bedra gen aan ten koste legden, vertraagd en de financieele positie der fabrieken poopt tot eenige bescheidenheid in ensceneering van nieuwe trilbeelden. Nog- voortdurend wordt onvermoeid gezocht naar de perfectionneering van films in de natuurlijke kleuren. Dit ideaal zal ongetwijfeld bereikt worden en een buitengewoon succes hebben bij de toeschouwers, die op enkele uit zonderingen na, altijd de zwart-witte beelden te zien kregen. Ook zal men zonder twijfel nog merkwaardige din gen bereiken met de combinatie van de film en het gesproken of gezongen woord. Ook naar den waren sleutel to' dit geheim wordt ijverig gespeurd. Maar de grocte toekomst van de film zal liggen op het gebied van het on derwijs, van voorlichting op elk ge bied en van de vertooning van hel we reldgebeuren op het doek. Er zal een tijd komen, en wij kunnen ons met de buitengewoon snelle ontwikkelingsge schiedenis va-u de cinema voor oogen moeilijk voorstellen dat die ver in het verschiet ligt, er zal een tijd komen, dat de actuee'e gebeurtenissen, die b.v. in Zwitserland plaats vinden, daags daarna in onze bioscoops vertoond wei den. En in de natuurlijke kleuren. Welk een zee van mogelijkheden opent dit( perspectief. Geholpen door het lucht- k'eiailletöEi BËTTY door JEFFERY FAIiNOL. (Geautoriseerde vertaling uit het Eugelfiüi.) (Nadruk verboden.) 25) HOOFDSTUK XXVII. De sergeant vertelt een oude geschiedenis. Viscount Mcrivule zat alleen in het Vrieel in den boomgaard, zijn knappe gericht stond ongewoon ernstig en torgel ijk en hij beet op zijn keurige nagels, vooral dlit laatste was een heel veep toeken. Plotseling balde hij de vuist en sloeg er mee op tafel: ,,Die ellendige kerell" mompelde bit c-n keek woedend naar zijn ge scheurde nagels. „O Betty je zult den dood nog aan doen! Die vrou wen! Maar hoe hpt ook ?.i>, ik zal jbet hem duelleeren!" Toevallig keek bn op en zag den sergeant aankomen met een schop over zijn schouder. verkeer met alle belangrijke steden Ib het buitenland, zullen films van gebeur tenissen in Londen, Berlijn, Parijs, Praag, Petrograd enz. enz. in een om mezien naar het Nederlandsche cen trale punt gebracht worden. Ontwikke len, afdrukken en verder voor vertoo- ning voorbereiden zal tegen dien tijd hoogstens een kwestie van een paa: uur zijn (iets dergelijks bereikt men thans reeds), nieuwe vliegtuigen zullen dc films weer meenemen en des avonds zullen de bioscoops te Groningen, Maastricht, Vlissingcn, Helder aan het verwende publiek vertoonen, wat de vorige dagen ver weg in het buiten land is voorgevallen. Het onderwijs? Reeds nu zijn in ui van landen archieven aangelegd van films, die het nageslacht beter dan men het ons heeft kunnen doen, zullen lee- ren, hoe de onmiddellijke en later zdfs de veel vroegere voorvaderen leefden, werkten, speelden en.... elkaar dood schoten. Want voorloopig zijn deze ar chieven voor een groot deel ingenomen door oorlogsfilms. Laat ons hopen, dat de vertooning van deze categorie er oij ons nageslacht den schrik voor goed zal inbrengen. Gelukkig nageslacht. Wal zouden wij niet geven voor een film van do Napoleontische veldtochten, stel u eens voor, dat wij in de vaak wel wat al te gemakkelijke stoelen van een mo dern bioscooptheater zouden kunnen kijken naar de fotografische opneming van een zeeslag van De Ruyter. Hoe in teressant zou dat zijn en hoe instructief. Ons gelukkige nageslacht zal in het jaar 2000 de historische gebeurtenis sen waaraan de laatste jaren zoo bui tengewoon rijk zijn geweest, voor zoch zien afdraaien en zal ons veel beter be grijpen, misschien ook veel meer om ons lachen, dan wij met onze voor ouders kunnen doen, die wij slechts uit do verhalen van geschiedschrijvers ken nen en in beeld slechts van oude, onbe weeglijke prenten en schilderijen. Hier en daar heeft de bioscoop op de scholen reeds haar intrede gedaan. Ook dit zal ongetwijfeld zeer toenemen. scholier, die minstens de helft van hel lesuur zit te knikkebollen boven ceu geschreven beschouwing over. Iaat ons zeggen de ijzerindustrie, zal een en al belangstelling zijn en tot het einde blij ven voor een film, die hem hel geheel® verloop van de staalfabricage in beeld brengt. En wat meer zegt, hij zal er een veel beter voorstelling van krij gen en die onthouden. Do theorie en de eindclooze formules zullen de aanvul ling worden. Het belang van de film voor do aard rijkskunde, natuurkunde, voor verschei dene universitaire studies is duidelijk genoeg. Reeds thans maakt vooral de medische wetenschap er een dankbaar gebruik van. Dc professor kan bij het verrichten van een operatie hoogstens enkelen zijner studenten om zich heen hebben en zijn concentratie op den pa tient zal hem vaak beletten bun tijdens zijn chirurgische bazigheid te docee- ren of ook maar op bijzonderheden te wijzen. Speciale, cameras, die door een enkele manipulatie een buitengewoon belangnjk beeld zoolang dit gewensc'n is kunnen vasthouden, stellen den do cent in staat zijn studenten nog jaren lang niet eens, maar desnoods bij her- haliug, op een bijzonder geval te wij zen. De medische wetenschap heeft nu reeds in de film een schitterend onder wijsmiddel, dat in de toekomst nog veel in waarde zal winnen en voor de menschheid van buitengewoon belang zal zijn. Zoo zouden wij kunnen doorgaan tot in het oneindige. Stad en land zullen in de toekomst propaganda maken voor hun natuurschoon p<--r film. Toepassin gen van uitvindingen op elk gebied zullen tol wedeiziidsch voordcel door de verschillende naties kunnen worden uit gewisseld. En wie weet of de bioscoop niet bin nen afzienbaren tijd in die mate ge meengoed zal worden, dat de achter kleinkinderen hun overgrootouders in dc huiskamer zullen kunnen doen terug- keereu op het doek. De film biedt onbegrensde mogelijk heden. Stadsnieuws KUNST IN DEN AiiMXENHOUT. G. Westerman. Mevrouw Frensel Wegener, tie kunstzinnige bewoonstai van den hui ze De Distel, die een vorig jaar den jongen kuustmjveraar De Wolf g: 2- genheïd gaf zijn werk te exposeer ai, verleent thans gastvrijheid aan de schilderijen van den Amsterdamschcn schilder Gerardue Weetennan. Ik ge loof niet dat de overigens zoo aardige kleine muziekzaal zich voor het expo- aeeren van schilderijen zoo goed leent als voor het toonen van gebatikte stof fen, oostmuns en dergelijke, daar juist op do avondverslichting vaak rege- kend ie. Het daglicht is er in deze donkere dagen schraal en juist Wes termans werk vraagt een goed zuiver licht en verliest van zijn fijnheid in het levenloos kunstlicht. Want Wes- terxnan is een fijne, gevoelige schil der, die als alle omstandigheden had den meegewerkt, reeds veel eerder tot sterke dingen van gave schoonheid gekomen zou zijn. Nu geeft hij vaak indices van zijn knap tekentalent en zijn, in wezen aristocratische kunst- „Hé, Zebedeo!'' riep hij. De sere geant keek om zich heen, liep door en bleef voor het prieel in de lioo- duig staan. „Zoo Zeb, kom binnen. Ga zitten ju, ja, hier naast me. Ik ben als bezeten, Zeb, allerlei kwade geesten plagen me en misschien zal jouw eerlijke gezicht hen wegjagen maar wacht eens even!'' Do Vis count stond op en trok zijn zwaard: „Die eene beroemde uitval van je Zeb die levensgevaarlijke, leer me die eens Als ik me wel herinner was het zóó iets". De Viscount ging in een elegante sclicrmhouding staan en deed een sierlijken uitval met zijn lange smal le zwaard, terwijl sergeant Zebedee langs zijn kin wreef en hem met een kennersblik gade sloeg. „Zóó was het, is 't niet, Zeb?" De sergeant glimlachte en schudde het hoofd. „U verwart het een beetje met al dip nieuwerwetsohe schoolsche ma niertjes, incmeer Pancr Tom, en die zijn wel heel aardig, maar ze be- teekonen tan slotte toch niets". „Hoe zoo, Zebedee?" „Och meneer, al die mooie houdin gen en dat gezwaai en gedraai is heel aardig voor heeren die een bee tje driftig geweest zijn en ora een en kel onaangenaam woord elkaar des noods een druppeltje bloed willen af troggelen ja! Maar ale men tegen-1 aanvoeling, doch komt er niet vaak toe zijn opzei door tc voeren en moer dan suggesties to geven. Doch die geeft hij rijkelijk en er zijn er tal rijke bij van heel bij zonderen aard. Weslerman, evenals zijn vriend Jur- res, als Leeuwarder jongen op de Amsterdamsc'ne ac-aedmie gekomen, is thans, evenals de eerste, aan diezelfde academie als leeraar verbonden. Er is nog een ding, waardoor die beiden verbonden zijn: hun gelijke hartstocht voor het paard. Die gaat bij Jurres met meer bravoure gepaard: ze is des te inniger bij Westerman. Dat is al van den begin af, zoo een dertig jaar terug, zoo geweest. En als go nu hier dien groolen aanzet van het doode paard bij 't prikkeldraad aanschouwt, dan voelt ge dat als een heel echt iets van misericordia om liet lieve wezen dat een paard kan zijn. Daarbij is Westerman fantast niet zoozeer dan wel romantisch: dc romantiek van honderd jaar terug, van Gretchen, Ubland, das Marchen aus alten Zei ten en de gelieele daarmee samenhan gende wereld is voir hem geen cos- tuuzn alleen, maar hij beleeft ze op recht en innerlijk in haar volste uit gestrektheid. Hij schildert een opko mende maan met een zoete melancho lie, dat ge een pendant er van in de litteratuur hij Rhijrivis Feith kunt ontdekken en als hij droomend in den avond gaal kan het hem gebeuren, dat plots, in een schijnsel van licht, hem een paard verschijnt als een ros Beyaurd, aan den toom gevoerd door een onzichtbaren Don Quijote. Thuis gekomen schildert hij zijn droomerijen als voor zich zelf uit, en ge kunt het hier zien, hoe hij zich, grondig Ken ner van het dier in zijn bouw, die woelde veroorloven kan. Ken der meest aantrekkelijke schilderijen hier en tevens een der meest tot schil derij doorgevoerd is dat waar het oude moede sleepwagenpaard in een park staat te soeaen, terwijl de meeu wen rondom hem vliegen. Stille dag, noemde hij het. Stil is ook dit stuk werk, stil en meditatief. Er is de fijne rust van den iaten herfstnamiddog in. En het is picturaal gesproken, vol fijne grijzen, rijk geschakeerd. Dit doek moet ge bekijkeD. Illustratief komt den schilder diens neiging voor en souvenir aan de ro mantiek sterk te stade. En de liefde, zooals die in den tijd van de ridders en de edelvrourwen gecultiveerd werd en door de minslreels bezongen, ae heeft op Weetennan als knaap oen enormen invloed uitgeoefend en hem steeds in zijn kunst bezig gehouden. Floris en Blanchefloer en de Lorrei- nen, Monna Vanna en Gretchen, daar heen gaan zijn liefste gedachten; het ros der Heemskinderen en de pure neigingen van de twee Koningskinde ren zijn hem, materieel en geestelijk, ideaalvftiY?chijning>en. Zeker, er is veel kinderlijks in, maar is het niet iets van belang in dezen tijd een on geveinsde, ongeweten naïviteit te be zitten en als kunstenaar dezo een vorm te kunnen geven? In een werk, ook een der oompleetste in deze col lectie, door hem Sprookje betiteld, heeft Weeterman dien vorm vol t ai ent vastgelegd. Zijn vaste hand van tee kenen hield hier den toom, zijn kleur i6 rijper dan vaak. In een klein pa neeltje „omhelzing" vindt ge dat zelf de. En er is een klein schilderijtje, een scènetje uit een manége, waar ge een amazone op den rug ziet en een stap pend paard op het tweede plan waar ook de kleur vol, en rijp is en het bruin tegen grijs van oen fiju, maar tevens sterk gehalte is. Het deed mij denken aan een andeiren schilder, dio, overigens zoo geheel anders geaard, in den grond van zijn ziel een groote liefde had voor do vrouw, en voor het paard en het chevaleresque, doch bij wien alles oversloeg in ironie, de vaak verheelde liefde aan Toulou se Lautrec. De tijd is niet gunstig voor wie als Westerman in kunst en leven staat, maar toch blijft in zijn werk het element vcor een slagen aan wezig: het is eerlijk, knap en fijnzin nig. Door een weinig waardoering kan daar soms de kraebt bij gaan ont bloeien. Die waardeering wilde ik in ieder geval voor zijn werk vragen. J. H. DE BOIS. SCHEIDSGERECHT GEMEENTE WERKLIEDEN. Wii hebben onlangs 11a de uitspraak van hot scheidsgerecht inzake de straf van een pemoontcreinieor niede- "edèeld dat de betrokken werklleden organisatie allerminst te spreken is over de wijze waarop deze eerste zaak is behandeld. Thans vonden wij in „de Pionier" orgaan van den algemeenen bond een artikel van den Bondsvoorzitter. den heer J. v. d. Knaap, deze schrijft „Reeds meer dan oen jaar was in Haarlem een scheidsgerecht saam- gesteld dat uitspraak zou hebben te doen in strafzaken den werkliedlen door B. en W., of dc hoofden, van Dienst opgelegd. als de werkman meende dat hem een onrechtmatige straf opgelegd was. of een to zware straf. Een onzer leden W. Hovenier, over een volleerd duellist komt te staan, die u dooden wil, is het iets heel anders. De majoor bijvoorbeeld heeft een harde leerschool gehad en hij heeft het mij weer geleerd". „Hij heeft nog al eens geduelleerd, is 't niet, Zeb?" „Twee en twintig keer, meneer". „Zoo!" zuchtte de Viscount „en ik ééns en toen heb ik een steek in m'n been gekregen. Kom, wijs me eens hoe het moet, eergoant!" Dit zeggende legde hij het wapen over zijn onderarm, boog op dc voorge schreven wijze, en bood het met ju- weclen bezette holt aan den sergeant aan, die het aannam, het wapen on derzocht als iemand die er veel ver stand van lieeft en toen salueerde en in een aanvallende houding ging staan. Toen viel hij opeens uit en stond het volgende oogenblik weer stil. „Een moeilijke stoot om te paree- ren!" zei hij. „O. ol" zuchtte de Viscount. Doe het nog eens. Zeb langzaam aan en verklaar het me dau meteen." „Kijk eens meneer het komt hoofdzakelijk op den pols aan en tot in alle bijzonderheden legde de sergeant het uii. „Probeejj u het eens!" besloot Zeb. „Hm!" zei de Viscount terwijl hrj Maar toen hij het een paar keer ge probeerd had, zonder veel succes. 1 werd eerst door het- hoofd van den Dienst en daarna «ioor B. en W. een onrechtmatige straf opgei*- Dooi* hem werd daarom het scheidsgerecht ingeroepen en het scheidsgerecht deed uitspraak 011 handhaafde deze onrechtmatige straf. Wel is waar, ver anderd© het scheidsgerecht, die straf eenigszins. doch dat heeft voor one niet de minste beteeken is. Deze onrecht matige straf, kan al leen maar gehandhaafd worden, dtocir een scheidsgerecht, wat even onrecht matig optreedt als de straf zelf. Wat toch is het govel, J. v. d. Knaap ver dedigde Hovenier en bemerkte al spoedig, dat uien. de getuigen wilden hooi-en. huiten tegenwoordigheid van den verdlediger en Hovenier. V. d. Knaap protesteerde en wee» er op. hoe dit in andere planteen geregeld is. Het scheidsgerecht beviste in Raadkamer .dat de getuigen niet m tegenwoordigheid van Hovenier, noch zijn verdediger zouden worden ge hoord. Dat is toch eon kros staaltje- van rechtsbegrip en daar is dezo schandelijke uitspraak aan te wijten. Wii zullen deze zaak niet laten rus ten. in&ar tot het uiterste uitvechten. Wii zijn overtuigd, dat door Hove nier niets schuldigs in gedaan en dal dienovereenkomstig. ten uitspraak dient te volgen. De schuldige hier is dc Directeur en zijn inspecteurs, die geen gehoor wilden geven aan recht matige klachten van liet personeel, klachten, die zelfs door den wetgever worden erkend on beschermd. En nu deze heeren hun plicht te dien opzich te verzaakt hebben, kunnen zij achter den rag van beklaagde toch nog zoo n wending aan het geval geven, dat de onschuldige gestraft wordt, het zjI niet gaan. hoeren, daartegen zullen wij stelling nemen. Opmerkingen nil de Burgerij Wij ontvingen een klacht over den slechten toestand, waarin de Lange Poellaan verkeert. Naar aanleiding van deze klacht zijn wij eens een kijkje gaan nemen. De beBtrating van de Lange Poellaan bestaat, zoo constateerden wij bij ons bezoek, uit keien, die zeer on gelijk liggen, hetgeen natuurlijk het beloopen van dozen weg niet bepaald tot een prettige bezigheid maakt. Bij regenachtig weer staan alle kuilen in de bestrating (en dat 2ijn er ettelij ke vol water. Ook dit verhoogt hét aanzien van den weg daar niet. De omliggende straten hebben alle ftiebalve de Korte Poellaan) ecu klin kerbestrating. Mogen de Poellanen daar geen aanspraak op maken? PERSONALIA. In da Ambtenaar is opgenomen de uitslag van do verkiezing der groepsra den van den Oentralen Ned. Ambtcuaars- bond. Gekozen zijn o.m. van de groep ver- plegenden C. Schuil, Bloewendaal; van de groep jnstitie-personeel: M. Doorne bosch, bewaarder te Haarlem; en van de groep sociale verrekening, W. v. d. Val!, chef buitendienst Baad van Arbeid te Alkmaar, vroeger wonende te Schoten. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bijH. Burger, Koninginneweg 14. Wijkerootr. Bank biljet (Marken). Pardoen, Eiken straat 10. Schoten, gummi balC. v. D3m. Gierstraat 81, boorijzerH. Stonhoret. Ber ensteynstr iv t 9, kope ren dop van rijtuig: J. Draver, Gaet- huislaan 169 rood, bruine ceintuur; ML Molenkamp. Tevlerstraat 43, groe ne oetntrurJ. Hamburg. Oranje- boomstraat 45, beta© ceintuur; D. Janus, Kermemersiraat 9, paV:-> ink. wol enz. H. Zomer, Sohotersircgel 57 reticule: K. Bennis, Ktndeirhuisstraat 17a, schoen: S. Lohinan, Tetterode- straat 94. schop; J. Arnoldt, Ourè Groenmarkt 10a rood. gymn. schoen Bergman. Anthonieetraat 85. jongen:-- schoen Clir. Minke, Romolens' nat 42. hond'.H. J. Hos, 2e Zuil palder- straat 7, kinderhandsohoen Kennel Fauna, Parklaan 119: geel-bruine hond, gebracht door P. Eikhout, Sta tion Neder). Spoorwegen, kat, grijs, inbracht dooi- L. Schutte, Smiede- strsatkat, grijs, gebracht door J. Slis. Parklaan 53. D. Haantje. Tucibt- hufcetraat 18, koffer; J. v. Waard, Groendaalsteec 12. kans. HET JUBILEUM VAN DE C. D. A. P. 't Was Zondagmiddag feest in het Brongebouw, waar d* afdeelingen van de S. D- A. P. van het gewest Noord- Holland Zuid het feit herdachten, dat de partij 25 jaar in het Parlement vertegenwoordigd is gewee6t. De zaal was stampvol, ook de gaan derijen waren geheel gevuld: boven dien moeeten nog velen zica tevre den stellen met een staanpiaats. Het tooneel was versierd met palmen, groen en bloemen en getooid met vlag gen; op de bestuurstafel op het po dium prijkte een groot bloemstuk en in het rond hingen doeken met dc namen der verschillende afdeelingen en leuzen van do S. D, A. P. als: „Moederschapszorg en Kinderbescher ming". Te half drie opende de heer M. A. Reinalda, lid van den Haarlemschen schudde hij het hoofd, 6tak zijn zwaard weer in de schoode, ging zit ten en werd somberder don ooit. „Ga eens zitten, Zeb", zei hij, „dc booze geesten hebben me weer te jjakkenl" „Geesten, meneer Toni?" zei de ser geant terwijl hij ging zitten op dc bank die hij zelf gemaakt had -- „dat verbaast me niets die zijn hier den laatsten tiid nogal e«ie, het spookt hier in den boomgaard weet u allemaal hocus pocus!" „Moeilijk te gelooveai Zeb, al6 de lucht zoo blauw is en de zon op het gras schijnt De wereld is moot, Zeb en het is moeilijk om ze to verlaten. Het leven is zoo heerlijk! Wat zou het nog heel iets anders zijn als alle vrouwen zoo lief waren nle ze zich voordoen en alle mannen even eer lijk!" „Ja, er is veel slechts ln de wereld, meneer Pan Cr as Tom! Denkt u maar eens aan gisteravond." De Viscount rilde, mompelde iets tueschen de tanden en balde weer de vuisten. „Is de majoor al thuis?" vroeg hij. „.Ta, meneer, hij is thuis gekomen met I.ord Cleevo. dezelfde die ja ren geleden nog onder Zijn Edele ge diend heeft". „Hoe was het mei ze. Zeb? „De majoor was ongewoon stil en Lord Cleevo ongewoon spraakzaam hij wou zijn laarzen niet uittrek- semeenteraad ea van de Provinciale •Staten van Noord-Holland de bijeen komst. Namens het geweBt Noord-Holland Zuid heette spr. de talrijke aanwezi gen hartelijk welkom en herinnerde aan ile aanleiding tot deze feestvie ring. Een parlementaire arbeid van 25 jaar, zoo zeide spr. ongeveer, ligt achter ons en in dien arbeid hebben wij sterken steun ondervonden van de moderne vakbeweging- In dc kringen van de partij en in die van he: Vak verbond is een sterke drang naar sa menwerking van die twee en deze sa menwerking zal nog tot zeer belang rijke successen kunnen leiden. Vervolgens herdacht spr. eeui^e mannen, die thans aan de partij zijn ontvallen maar ecu zeer voorname plaats in de sociaal-democratie inge nomen hebben: Tak, Spiekman, Hels- dingen, die ailen hun tijd en gaven in dienst hebben ge&teld van den strijd van de arbeidersbeweging. Dit heeft ook gedaan de helaas verschei den Haallammer Nagtzaam. Spr. ver zocht de aanwi-zigeu, eenige oogen- blikken van hun zetels op te staan, om die overleden strijders in Btilte te gedenken Wij zijn, vervolgde de heer Reinal da daarna, slechte ceremoniemeesters, wij kunnen eigenlijk niet goed feest vieren, maar wat wij doen, doen wij ia ieder geval met eigen krachten ons muziekgezelschap „Excelsior", onze zangvereeniging „De Stem des Volks" onder leiding van den heer Kéja en onze eigen Jeugdorganisatie de A. J. C. (Arbeiders Jeugd Cen trale). Moge deze feestviering, aldus eindigde spr., ons sterken m den strijd voor een mooiere en betere mencmenmsatschrppij, voor het so cialisme! (Applaus). Daarna was het woord aan den beer J. W. A. D u y s, lid der Twee de Kamer, voor het uitspreken au de feestrede. Spr. begon met er aan te herinne ren, hoe de pioniers van de arbeiders beweging vroeger geschuwd werden als paria's. De jongeren kunnen zich dat niet meer voorstellenin een boek als „De Dageraad der Volksbevrij ding van Vliegen kan men hierover heel wat vinden. De partij was toen veel kleiner. Spr. gevoelt nog wel eens heimweh naar dien tijdiedere partijgenoot was toen een v r i e 11 dde partij leek oen groote familie, dc leden waren broeders en zusters in de beweging. Dit feest is nu mogelijk gewordeD, ging spr. voort, doordat die pioniers (onder luid applaus der aanwezigen noemde spr. den naam van Domela Nieuwenhuis) de mcnschen hebben wakker geroepen. En nu is er een partij, die gerust met die in het buitenland de vergelij king kan doorstaan wat de partijlei ders en het intellectueel gehalte be treft. En het is goed, dat er zulk een flinke kern bestaat, wanneer de partij sterke beproevingen zal hebben te doorstaan. Er zijn tegenwoordig wankehnoedigen. die denken„Och, wat geeft het I Heden valt dit, morgen dat, van wat met zooveel moeite op gebouwd isAls ge zulke mismoedige oogenblikken hebt, zei spr-, lees dan eens wat over de arbeidstoestanden van vroeger. Spr. deed verschillende mededeehngen (hoofdzakelijk over kinderarbrid) uit do rapporten betref fende de 1886 pchouden arbeids- enquête en de enqu 1 van 1906 van den Bond van Ned. Ouderwijzers. Wanneer men nagaat, hoe liet pro letariaat leefde in de dagen toen er nog geen S. D. A. P. was. moet er kend worden, dat er in de laatste 25 jaar heel wat is verbeterd. Voorts weidde spr. uit over het ver band tusschen de vakbeweging en de politieke partij en hoe dit verband aan den dag is gekomen in de dagen van dc spoorwegstaking van 1903, waarna hij een kort overzicht gaf van de verschillende parlementaire perio den van den laatsten tijd en van de in ilie prioden tot stand gekomen sociale wetten. Er is wel geen reden om te jubelen, naar toch ook niet om naar het andere uiterste over te slaan. Al les wat bereikt is, is te danken aan de propagandistische actie en de or ganisatie en dc politieke strijd heeft daarbij geholpen. Tusschen 1913 en 191S was er veel misère, maar als er teen niet waren geweest die groote vakbeweging en die groote politieke organisatie, dam zou ae toestand van het proletariaat economisch ca poli tiek nóg slechtej- zijn geweest. Voortgaande, vestigde spr. de aandacht op het mooie werk door de S. D. A. P.-cursussen gedaan en zei- de vervolgens dat de bourgeoisie nu weer meer „durft" onder bet mom van bezuiniging wordt alles stopgezet wat in verbana staat met het welzijn van de arbeidersklasseop het Hoo- ger Onderwijs wordt 1 millioen bezui nigd. op bet Middelbaar Onderwijs 3 millioen, maar op het Lager Onder wijs.... 30 millioen! Meu is nu zeer bezorgd voor dc „veiligstelling" van den Nederlandschen gulden en wil alvast beginnen met... den gulden van den huisbaasHet aantal kinde ren per Klasse wil de regeerincr weer brengen op 55... zooals het 44 jaar ge leden wasDe 8 1/2 pensioenaftrek voor de ambtenaren noen- 'e de heer Duys en weergaloos schandaal- ken en dreigde dat hi] iedereen die ze durfde aanraken, zou dood schie ten. Het sohijnt een mooie boel ge- woest te ziin, vannacht!" „Ja", knikte de Viscount verstrooid. „Gisteravond vertelde je me dat je dien kerel eene op een nacht hier in den boomgaard gepakt hebt. hè?' „Welke kerel, mylord?" „Dalroyd". „O ja, meneer hii klom over den muur bestormde om zoo te zeggen den tuin van Lady Betty". „Weet je heel zeker, Zeb, dat het Dalroyd was?" „Als hii het niet waa, was het een geest, meneer". „Wat bedoel je?" ,.De geeet van een officier dien de kapitein in een duel gedood heeft, in Vlaanderen, meneer Tom". „Zoo!" zei de Viscount peinzend. „Een duel." „Ja, meneer, maar die man heet te Effingham". „Een duel!" herhaalde de Viscount. „En natuurlijk om een vrouw?" „Ja. het is een leelijke geschiedenis, meneer en ik ben een man van wei nig woorden maar als 11 het hoo- ren wilt „Ja, Ja. Zeb, vertel maar „Nu, die Kapitein Effingham had op eem goeden dag met zijn compag nie een Fransch offlcich in zijn eigen „ahateau" gevangen genomen en was Onze lacIi&Gek Klant: Weet u wel zeker, dot dit echte CeyJonthee is 1 Jongste bediende (pas één dag in de zaak): Zeker meneer, dc naam van meneer Ceylon staat op het pakje G ast: Keilner, dit mes is bo: ex die biefstuk lijkt wel leer! Keilner: Dan kunt u uw uier oj> de biefstuk aanzetten, meneer! Waai- niet op bezuinigd wordt, da? e ij «1 de militaire uitgaven de heer Co liju heeft wel een nieuw geluid doen hooreu maar spr. verwacht, dat (lez* partijleider bij de replieken wel z& zeggen, dat hij dit en dat „zóó niet bedoeld" neeft. Wij weten met, eindigde spr„ wat de toekomst ons zal brengen. Het kar nog goed gaan, maar het Kan ook kwaad gaan. En als heht kwaad gaat, dan moeten wij in storm en nu&èro weten, wat wij willen, de arbeidersbe weging moet bewaard worden voor den chaos en v joj- anarchie. Er mag, het koste wat het wil, geon verw ilde ring komen. Anders zal het dier in den mensch wakker worden. Zorgt dan voor een ijzeren discipline, zoo als die ook bestaat gedurende het reddingswerk op een zinkend schip en luistert naar de mann- a die gij zelf op de verantwoordelijke po3tea hebt gezet. Gij moet u zelf wetc 1 weg te cijferen, ten bate van het geheel. Discipline, gebaseerd op inzicht, ge zond verstand en solidariteit zal de schoonste kroon zijn op het parlemen taire werk van de sociaal-democratie. En als er dan over 25 .aar weer op onze vergaderingen wordt opgestaan, om hulde tc brengen aan gevallen strijders uit onze rijen, mogen er ve le kinderen van thans dan kunnen zeggendie hulde geldt, ook mijn va der, ook mijn moeder(Donderend applaus)- Na deze herhaaldelijk door gelach en gejuich onderbroken rede van den heei Duys, volgde een pauze, waar na de a. j. c. op het tooneel een „aanschouwelijke voorstelling" van 't kampleven gaf. Hierbij behoorden ook miindoline-getokkcl en eenige rijen- dansen, uitgevoerd onder veelkleurige belichting. Nadat de heet Reinalda hulde had gebracht aan de a. J. C. voor haar eerste welgeslaagde optreden in het publick verkreeg de heer Poppe, se cretaris van den Haarlemschen lle- stuurdersbonde het woord. Deze spreker herinnerde ook aan de dagen van vroeger en aan de toene ming van de macht der S. D. A. P. In het bijzonder vestigde spr- er de aandacht op, dat de umbtenaaivs- bclangen nauw samenhangen met do arbeidersbelangen. In 1908 kregen de ambtenaren staatspensioen, toen do arbeidersklasse sterk was en l 1 net andersom is, zal de 8 1/2 eweer afgaan V oorts bracht spr. de gelukwen- schen van den Haar'. Bestuurders- bond over en bood de regclingscom- missie voor de ieestvergadering een bloemstuk aan. Moge, zoo zeiuo du heer Poppe, de S. D. A. P. haar macht gebruiken tot welzijn van dj arbei dersklasse, van geheel Nederland 1 Leve de S- D. P.Leve het so cialisme (Luid applaus). De heer lieiualda dankte voor het gesprokene en voor het bloemstuk, op zijn beurt hulde brengende aan den beer Poppe, die zoo laug gestreden heeft, hier en in vroegere jaren in het „donkere Zuiden". Voorts dank te spr. nog de coöperatie ^Vooruit gang", die een bloemstuk gezonden den bad De bloemen van den Huur!. Bestuur dersbond vereerde spr. met eenige hartelijke, waarueerende woorden aan Dirk van Gelder, den partijgenoot die 21 November a.s. 70 jaar wordt en een der eersten was, die zich bij de ongeveer 40 jaar gestichte organi satie der sociaal democraten te Haar lent aansloot cn in die organisatie. steeds een trouwe, zij he*, „stille", medewerker was. De heer Van Gelder 11am op het podium zijn bloemenhulde is in ont vangst. Te zes uur was de welgeslaagde feestmiddag, die opgeluisterd werd door zang van „De tem des Volks" en muziek van het corps „Excelsior" (onder leiding van den heer Hofmees ter) afgeloopen. Uitgaan concert kunst na arbeid. Woensdag 22 November geeft het Typo- en Lithogr Mannenkoor, di recteur de heer g. J. Kali, een con cert in de gemeentelijke Concertzaal. Als solisten zullen optreden Mej. Mia Peltenburg, sopraan, te Haar lem en jongejuffrouw \V. van Zut- Pihen, viool, te Amsterdam. ETS. Op de deze maand gehou den tentoonstelling van Schilderijen en Etsen van de Ver. Sint Lucas te Amsterdam is doqr H. M. de Ko ningin aangekocht een Ets van onzen vroegeren stadgenoot den heer J. Joeeeaud nu wonende te Zand voort. van plan liem den volgenden morgei' al* spion dood te schieten. Maar toen voor hem in 't stof op de knieën paan ligeen en heeft zich vernederd totdat hit tenslotte genade beloofde. Ze deed het om liet leven van haar man te redden. Den volgenden morgen, Uiyl vroeg, hoort ze schieten, ze loopt mor het raam en ziet haar man voor bij dragen dood! Ze werd krankzin nig van verdriet en stak zichzelf dood mei het zwaard van den Kapitein cn toen kwam onze majoor en doodde den Kapitein. Het was een eohitte-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5