URLEl'S
BETTY
derde blad
Diüsdag 14 HoTemlier 1912
Lichamaiyke Opvsaiiing
LXXrv.
DE VERWORDING IN DE VOET
BALSPORT.
ja, ziet U, mijnheer, wij hebben
een -voetbalclub opgericht en nu hom.
jh u eens vragen, of u ons ook aan
een terrein kan helpen. Zoo, en
hoeveel leden tolt die nieuwe club
dan wel? Wij 'hebben al twaalf leden,
maar geen terrein, en als wij nu
niet kunnen spelen, verloopt de heele
dub natuurlijk. Ja, natuurlijk, maar
voor een partij voetbal moet U toch.
22 spe'era hebben? O, dat is niet
noodig, want wij spelen alleen maar
wedstrijden; wij willen elke week.
een elftal uitdagen.
Zou het dan niet beter zijn om te
trachten, het aantal leden nog wat
uit te breiden en dan eerst terdege te
O'tenen Och, mijnheer, daar voelen
onze jongens niets voor, zij willen al
leen maar wedstrijden spelen.
Ja, dat is natuurlijk heel plezierig,
maar in iedere andere sport gaat
men zich toch eerst geducht oefenen
en dan mogen de allerbeste» met den
meesten aanleg zich bij gelegenheid
wel eens meten met anderen.
Dat is heel wat anders, voetballen
Is gemakkelijk genoeg, dat kunnen
wij allemaal. De spelregels zijn zoo
moeilijk niet.
Nu, dat zal we' niet iedereen met
I! eens zijn. Zou het nu niet verstan
diger zijn, dat u zich met uw medele
den aansluit hij een beslaande groo-
tere vereenigmg. I) krijgt dan gele
genheid om te oelenen op een goed
veld met goede kleedkamers cn wa
gcbijnlijk nog wel wat leiding ook.
Nou mijnheer, geeft u ons nu maar
één middag per week gelegenheid
om op een gemeente-terrein te spe
len, nat willen onze leden toch veel
liever.
Gesprekken van ueze strekking
worden zoo tegen October bijna dage
lijks op mijn spreekuur gehouden.
Men kan er uit ieeren hoe de gehele
voetballerij aan liet verworden is,
hoe uien het sportspel bij uitnemend
heid, aat als geen ander bij alle la
gen van de bevolking is ingeslagen,
met meer wenscht te beoefenen, doch
alleen maar wil toepassen. Want het
spelen van een wedstrijd, het moge
al eenige routine en uithoudingsver
mogen geven, kan toch niet worden
beschouwd als een serieuze, oefening.
Daarvoor is noodig, dat één hij
kan desnoods zelf meespelen de
leiduig heeft en dat bepaalde geval
len opzettelijk in het leven worden
gercepen en bij herhaling worden
beoefend. Op dezelfde wijze, als de
pianospeler de moeilijke gedeelten
van zijn étudo of sonate tien of meer
malen achter elkaar met aandacht
en inspanning overspeelt, zoo zal de
voetballer op overeenkomstige wijze
zijn spel moeten beoefenen. Verwaar
loost een adspirant-pianist dit be
ginsel, dan zal hij wel geluid uit de
piano krijgen, maar nooit een pianist
worden en op overeenkomstige wijze
zal een leer ling-voetbal Ier wel een
baltrapper, maar nooit een voetbal
ler worden.
Hot voetbalspel is niet zoo gemak
kelijk als het wol schijnt; er schuilen
vele groote en kleine moeilijkheden
in. Nu weet ik wel, dat er enikela
grootere vcreenigingen bestaan, die
nog moeite doen om hun leden, eigen
lijk in hoofdzaak liet eerste elftal,
stelselmatig te doen oefenen. Bij
voorkeur bedient men zich daarbij
van een Engelschen trainer. Doch in
de meerderheid der grooto en klei
nere vereenigingen wordt niet ge
oefend, alleen gewedstrijd. Iloe eigen
aardig en ongunstig steken in dit op
zicht de voetballers af bij de be
oefenaars van andere sporten. Wie
b.v. wil leeren roeien verzekert zich
eerst de hulp van een ervaren beoe
fenaar dezer sport en onderwerpt
zich aan eene dagelijksche oefening
onder diens leiding. Men denke nu
niet, dat deze gedragslijn alleen ge
volgd wordt door den aanste-anden
giek- en raceroeier, want iedere lecr-
lingroeier, al is hij niet van plan
ooit in ©en giek te roeien en no$
minder aan wedstrijden deel te ne
men, doch die slechts beoogt voor
rijn genoegen,gezondheid en ontspan
ning watertoohtj'es per wherry te
maken, oefent zich ernstig en veel
vuldig, om zich -ie zoo ingewikke'de
roeibewegingen eigen te maken. Hij
6taat er zelfs dagelijks extra vroeg
voor op, om vóór het aanvangen van
ziin dagtaak zijn dagelijksche oefe
ning te volbrengen. Én waarom dat
alles? Niet om aan wedstrijden deel
te nemen of op andere wijze in het
openbaar met zijn sport op te treden,
dus zonder eenig verlangen of voor
uitzicht om in de dag- en sportbla
den genoemd te worden, noch bij
zijn achteraaam, noch bij zijn voor- i
naam. Neen, alleen omdat hij inziet,
aat eenige lichaamsoefening nuttig
en noodig is voor zijn gezondheid,
voor zijn opgewektheid, voor zijn
energie. En daarvoor alleen wil hij
vroeg opstaan, wil hij uren lang in
de zon aan de riemen zitten, onge
zien door anderen zich inspannen,
En ale hij zich dan op noimale wijze
lichamelijk heeft ingespannen
zonder overspanning, en weer aan
zijn dagelijkêche bezigheden is, go-
voelt hij zich tien jaren jonger en
verzet een ongewone hoeveelheid
arbeid. Hij behoudt zijn vlotheid en
opgewektheid tot op eon leeftijd,
waarop menig ander, die do welda
dige invloeden van lichaamsoefenin
gen nooit heeft gekend, reeds allerlei
codcrd'.msreiBcb ijnselen, om van di
to gebreken neg maai- niet te spre
ken. legir.t tc vertoonen.
Wat omtrent den roeier is opge
merkt, geldt evenzeer voor den alh-
leet. Ook deze laatste oefent, gesteund
door de meer ervarenen, en in do
overtuiging, dat wellicht nimmer
een wedstrijdprogramma zijn naam
zal vermelden. En zoo zijn er nog
wel meer sporten te noemen, op wel
ker beoefenaars dezelfde opmerkin
gen van toepassing zijn. Alleen voet
ballers willen niet oefenen. Wel con
stateerde ik reeds, dat enkele groote
vereenigingen ook nog aandacht
sohenken aan oefeningen in voetbal
len, maar daarnaast zijn er nog vele,
die, wanneer er een wedstrijd be
paald gewonnen moet worden, de
oude garde in het geweer moeten
rcepen om het zoover tc brengen.
Dit verschijnsel Bpreckt hoekdeelen.
De leus van den dag ie wedstrijd-
trappen, rijp of groen, wedstrijden
organiseeren en dan maar trappen,
jongens. Er worden den laatsten tijd
lange en langdurige artikelen ge
sahreven over den achteruitgang van
de spelkwaliteit in de voetbalsport.
Men staat verstomd over liet aantal
oorzaken, dat daarvoor wordt aan
gevoerd. Maar is het wel voldoend©
duidelijk, dat een sport, die niet
meer ernstig „beoefend" wil wezen,
tot ondergang is gedoemd, dat wij
daarom het hoogtepunt iu onze va-
derlandscne voetballerij al voorbij en
m de daJende periode zijn? Zoolang
de voetbaispeler te futloos on te wei
nig wilskracht blijkt om het voetbal
len eerst te willen „leeren'1 alvorens
wedstrijden te spelen, zullen wij uit
die periode niet weer omhoog komen.
li. L. WARNIER.
Naschrift. Na het bovenstaande te
hebben geschreven, vind ik in do
avondeditie van Zaterdag jl. van de
fs. R. Ct. een artikeltje van den heer
P. Rive, arts te Uitgeest, in strek
king' geheel met mijn betoog overeen
komende. Ook in dit stukje wordt de
voetbalspeler vergeleken, met een
kind, dat moet leeren piano spelen,
doch zulks niet kon bereiken door al
leen maar salonstukjes te spelen
met verwaarloozing van etudes en
vingeroeleningen.Sclirijver beschouwt
gymnastiek en athletiek als de etudes
voor den voetballer.
H. L. W.
Stadsnieuws
isiilZiOK
Beethoven-cyclus.
Uongaarsoh Strijkkwartet.
Deze reeks iseethovenconcerten ge
tuigt weer van iiet buitengewoon op
leven van de kamermuziek. En nu
is het wel waar dat deze intieme
kunst in een groote zaal voor duizend
nienschen, met haar eigen karakter
in strijd is, maar laat ons toch maar
dankbaar zij.n dat op die wijze de fi
nancieels bezwaren opgeheven wor
den die oergelijk opzet, als een cyclus
te geven door meerdere kwartelten,
meebrengen. Beide partijen zijn door
zulke regeling gehaat, het publiek dat
voor weinig geld veel goeds te boot en
krijgt en de concertgevere voor wie
het risico geen zorg behoeft te. zijn.
Wij zullen dus op doze abonnements
concerten o.l de strijkkwartetten, plus
het strijkkwintet van Beethoven te
hooren krijgen en het is best te be
grijpen dat ons muzikaal voelend pu
blick deze gelegenheid zoo gretig te
baat genomc-n heeft om een volledig
overzicht van deze kamevmuziekwer-
ken te verwerven, 't Had eigenlijk
nog interessanter gekund, wanneer
het publiek over den aard en do bo-
teekenïs der kwartetten van Beetho
ven eenigszins ware ingelicht, op de
wijze waarop het in Amsterdam ge
schiedde in den Hollandschen schouw
burg. Daar werd nl. de cyclus dcor
Herman Ruiters ingc'cid.
Deze eerste avond werd gegeven
door het Hongaarsche Strijkkwartet,
en in plaats zooals wij verwacht
hadden dat de chronologische volg
orde der kwartetten zou gevolgd wor
den, had dit ensemble de zware, laat
mij gerust zeggen de ondankbare
taak, om met de grooto fuga en het
17e kwartet de serie in te zetten.
Dat het viertal zich van die ver-
eciende, hoewel lastige opdracht uit
stekend gekweten heeft, kan het des
te hooger en gunstiger aangerekend
worden. De groote fuga, dit monu
ment van Beethoven's kunnen en óh-
uilpultelijke fantasie, eigent zich
trouwens voortreffelijk aan het tim
bre van het Hongaarse» ensemble,
dat vooral groot van klank is, cn le
gen de enorme technische eischen
toonde het kwartet zich ook opgewas
sen.
Tn het laatste kwartet (F dn.'
135), de zwanenzang van den mee
ster, werden ook heerlijke dingen ge
presteerd. Het „Lento assai, contante
e tranquillo" klonk als een bede vol
stille berusting. Een enkelen keer
hinderde even een al te profaan por
tamento van Emerlch Waldhauor, de
eerste viool, maar iets verder spon
hij weer etherische klankenweefsels
boven de donkere kleuren der onder
stemmen. De pittige wijze waarop bet
slotdeel ,.Der schwer gefasste Ent-
6luss" gespeeld wend, deed bij ons de
overtuiging veld winnen dat Beetho
ven dit stuk toch als een grap on de
wekelijksche afrekeningen zijner
huishoudster opgezet heeft, maar on
der de macht van zijn genie tot een
machtig geheel liet groeien, waarom
sommige uitleggers wiisgeerige denk
beelden er aan wilden vastknoopen.
Na de pauze kregen wij nog het 9e
kwartet (C dur, op. 59 Nd. 3) 'te hoo
ien. Hier is de toou doorgaans vrien
delijker, gemoedelijk zelfs, ondanks
du machtige structuur van hot geheel
Ditmaal geen langzaam gedeelte met
diepgevoeld pathos waarin de meester
zijn smart en melancholie kon uitzin
gen, maar een soort canzone die
klinkt als een aangenaam, vertrou
welijk gekeuvel. Maai- wat voor
prachtige effecten bereikt Beethoven
hier, voornamelijk met die pizzicato's
van de ceLo. Dat doet er mij aan
denken dat ik an plan was een spe
ciaal pluimpje te geven aan den fijn-
gedistingeerden cellist van het tn-
scmble, Eugen von Kerply.
Bijna aan 't slot van het kwartet
kwam ©r nog stoornis door het sprin
gen der e-snaar van den len violist.
Maar in een omzien had deze met
zijn partner van de tweede partij van
instrument verwisseld en terwijl deze
op 3 snaren voortspeelde, werd het
geheel nog tot een hrillant einde ge
bracht.
Het, publiek toonde zich zeer dank
baar om de prestaties der Hongaren
en zij hadden het heusch verdiend
JOS. DE KLERK.
Rubriek voor orixe Jeugd
Raadseloplossingen
Nagekomen raadsels ontvangen van:
Gladoor 6. Meiknopje 5. Meiklokje 6.
Prinses Myrrha 6. Verpleegstertje 6.
Lina Punt 6. Visscher 6. Voetballer
6. Roel de Rakker 6. Ornates 6. Bui
tenman 6- Vriendinnetje 6. Montbretia
6. Bob zonder zorg 6. Woelwater G.
Roodkapje 6. Tertriair 5. Rosa Flu
weeltje 5. De Schipper 6.
KeiMörisk
BUTTERFLY. ReguÜerstraal
vraagt Bensdorp omslagen.
Van een onbekende ontving ik
vreemde postz. en Het Gelukskind
van 11 Oct. Mijn vriendelijken dank.
He Si&i. Hiealaassmai'ijd
MIES STE1NEN bracht me nog wat
mooi speelgoed.
PRIKTOLLETJE, oud 10 jaar, heeft
van een sigarenkistje een bedje
maakt met een babv erin.
KRULLEBOL en MOEDERS JONG
STE brachten me mooie boeken.
LENA VAN DER HAVE bracht
ook boeken.
TOB NOOIT zond een lei en een an
sicht-album.
KENNI gaf 2 prentenboeken.
JO DE V. dank ik vriendelijk voor
de ontvangen lapjes, popje platen enz.
WILLEM v. d. L. zond me een mooi
kegelspel.
MEVR. v. d. L. dank ik zeecr voor
de prachtige bouwdoos.
A. G. DE JEU en H. DE JEU brach
ten me een handwerkdoosje en een
weegschaal.
ALFONS HUYSSER, Vijverhof,
Bloemendaal, vraagt voor zijn dorp,
dat hij aan 't maken is, wat kleine
mannetjes en wagentjes.
Het Geiakskiiid.
door
W. B. Z.
Maar eindelijk kwam het bericht.
Mevrouw Huyser schreef, dat het wel
moeilijkheden gaf. als Sienlje met de
Kerstdagen afwezig was, maar dat
Greta dan maar niet naar Haarlem
naar haar grootmoeder zou gaan.
De notaris zou Sien den 23sten bren
gen, dan moest hij voor zaken toch
dien kant uit.
„Reusachtig- leuk", vonden de drie
jongens liet. En dadelijk gingen ze
aan het plannen maken. Er moest
groen gemaakt worden. Er moest een
eerebcog zijn. Er moest een taart ge
bakkeu worden, waarop met suikeren
letters zou staan: Ter eere van Uw zil
veren feest. Er moesten voordrachten
geleerd worden en 's avonds moesten
er nog een paar kalmissen genoodigd
worden, b.v. de juffrouw, die Aal zoo
mooi had leeren haken en Aukje van
den burgemeester, die wol eens op
haar uitgaansavondje bij Aal kwaru
praten.
't Moest een onvergetelijk dagje
voor Aaltje worden. En toch ook een
beetje voor Gerda, die dan voor het
eeret jarig was.
„Moes, wat geef je aan kinderen
op hun eersten verjaardag?" vroeg
Bram.
„Een wollen popje of wat gummi
speelgoed", zei Flip.
„Dat stopt ze toch maar iu haar
mondje, nietwaar Moes?" zei Bram.
„Ja, daar heeft Bram wel gelijk in."
„Maar we geven toch wat", zei
Joost.
„Als jullie eens met elkaar een zil
veren paplepel aan Gerda gaven?"
Dat was nog zoo kwaad niet van
moeder bedacht, en liet vond ook da
delijk instemming.
„Geven u en vader ook wat vroeg
bet trio.
„Ja, wij geven onze Gerdaatje ecu
nieuwe tafelstoel en daar mag ze op
haar verjaardag voor 't eerst in zii-
„Eenig", riepen de jongens.
De dagen, die nog verioopen moes
ten voor het 24 December was, waren
gevuld met vrooJijke, geheimzinnige
plannen. Als Aal prutterde, wanneer
Bram zijn beslikte schoenen vergat af
te veegen, keek hij haar guitig aan
en zei: „Aaltje als je c-ens wist, als 'e
eens wist".
„Sinterklaas is voorhij, due zanik
nu maar niet", bromde Aal.
En als Fiip ging voetballen en zich
vast in de keuken met een aardappel
aan 't oefenen was, riep Aal knorrig.
„Wat moet dat nou
„Die moet kampioen worden Aal.
Straks word jij kampioen".
„Loop naar de maan met je Fran-
sclie woorden", mopperde Aal.
En toen Joost de trapleuning af
gleed, om wat vlugger beneden te we
zen, viel hij pardoes tegen Aai aan,
die lang niet vriendelijk keek.
„Neen, Aal, nou dansen we nog niet
samen, maar straks", zei hij geheim
zinnig.
Een Aal schudde haar oude hoofd
over zooveel dwaasheid. Maar toch
tintelde er iets blijda in haai- oogen.
„Kwaad waren ze niet, maar onbe
suisd, goedhartig maar wild. Den
laatste.» tijd waren ze wilder dan ooit.
Ze voerden wat in 't schild. Maar
wat,?" Wederom schudde Aal haar
hoofd. Kraaide daar Gerdaatje niet?
Vergeten waren de jongens en hun
streken. Die kleine schattebout was
voor de oude Aal het zonnetje in huis.
Al haar gebrom hield op, als Ger
daatje kraaide.
HOOFDSTUK 5.
De dubbele f eeetdag.
Dokter Boaboom waa de laatste da
gen meer uit dan thuis. Ei- waren
veel zieken op het dorp. De een sprak
van influenza, een tweede van griep.
De jortgm.B Bosboom hadden ook OIU
beurten van school verzuimd. Flip
had keelpijn gehad. Bram had ge
hoest, Joost had geleden aan een
mondontsteklng.
En om beurtcu hadden ze zich in
huu beterschapsilagen vermaakt met
zusje Gerda. Die had in haar loop-
hok maar liocterwaalscii gepraat en
koeterwaalscli gezongen.
„Net een klein beertje, moeg, als
ze zich zoo aan de spijlen opgeeft",
had Joost beweerd.
Haar klein rond kopje was nu be
dekt met zijdeachtig gitzwart kroes
haar.
„Als ze jarig is, doe ik een strikje
in haar krullebol", beloofde me
vrouw.
En Gerda riep maar: Ta, ta, ta, ta.
Maar nu vandaag, nu de jongens
juist allemaal weer naar school wa
ren en mevrouw Bosboom haar han
den vol had, can in alle stilte wat
voor te bereiden voor den grooten
dag van morgen, juist nu was Ger
daatje lastig. Haar lipje hing en tel
kens biggelden groote tranen langs
dc kleine wangetjes. Ze smeet haar
lievelingspopje over 't hekje van den
box. Ze hield haar lipjes 6tijf dicht,
toen huar goode pleegmoeder haar
Eap wou voeren, ze zeurde maar en ze
uilde maar.
„Zoo lastig is ze nog nooit geweest
zei mevrouw tegen Aal.
(Wordt vervolgd).
Nieuwelingen zijn:
JOHANNA HUNTING, oud 8 jaar,
Kruisweg 25 (226te nieuweling in No
vember).
J. A. TRIJN, oud? Gem. de Wetstr.
24 r. (23ste nieuweling m November!.
KEES OUDOLF oud 8 jaar en BER
THS OUDOLF, oud 7 Jaar, Ec-ndrachl-
straat 54 (24ste en 25ste nieuweling in
November)).
CORNELIA KENSEN, oud 7 jaar,
Pijlslaan 107, Heemstede (26ste nieu
weling in November).
KENNl VAN-HALEM, oud 10 jaar,
Schoterwcg 3 (27ste nieuweling ln No-,
vember).
JOSé VLAANDEREN, cud 11 jaar,
Koninginneweg 16 rd. (28ste nieuw
ling in November).
GERARDA JANSMA, oud 8 jaar,
Vijfhuizerstraai 13, (29ste nieuweling
in Nov.)
WIM BRUIN, oud 12 jaar, Grebber-
straat 30 (30ste nieuweling in No
vember).
Wim mag a.s. Woensdag bij mij als
welkom in de Rubriek een boek ko
men halen.
Brieven aan de Biylaotie vaa de Klis-
der-Afdeeliag uiooioii geu&aden worden
eaa ifovr. BLOMBERG-ZEEMAN, t. <L
VinneBtraat Slrood.
(Ju de bas gooien, tonder aanbellen).
MEIKNOPJE. Jij gaat een tijd
van feestvieren tegemoet. Je kunt er
wel een programma van opmaken. Je
moet nu zeker vaak repeteeren voor
de uitvoering? Zingen jullie ook een
groot nummer
MEIKLOKJE. Hè, ik leef dooi
jullie weer in de schoone maand Mei.
Dwergkoning in mag meedoen. Is haar
moeder ook in Indie? Leuk wel, dat
je op school in zulk bekend gezelschap
zit. Je maakt een goed gebruik van
de ansichten. Gaat het naar wensch?
Ja, een katoenen jurkje is zeer wef-
Kleeren zijn altijd welkom. Ja,
Tob nooit Js een vriend van ine.
KRULLEBOL. Hoeft vader het
verder in orde kunnen maken J Als
moeder geen gekleurd lapje heott kom
dan maar eens bij mij kijken. Zijn de
proeven goed afgoioopeni
PRINSES MYRRHA. I:k hoop
toch ook, dat ik veel kleertjes krijg.
Heel verlangend beu ik naar je wieg
je. Doe die poppekleertjes er maar bij.
De jongens mogen de gevraagde
schuilnamen houden. Ja, help jij hen
maar een handje.
SCHOOLMEESTER mag haar naarn
weer aannemen. Je stukje speelgoed
zal welkom zijn.
JOHANNA. Waar heeft Ranon-
keltje het zoo druk mee? Je rnag den
gevraagden schuilnaam houden. Wat
inaak je voor de zieke kindertjes Veel
groeten voor Zus.
VERPLEEGSTERTJE. Broer
mag natuurlijk meedoen, maar dan
moet hij naam, leeftijd en adres op
geven. Dat ie zoo'n soort voorstelling
weetje. En den verlangden naam mag
hij ook hebben. Wat gaat je nichtje
nu doen? En in welk weeshuis zijn
die neefjes en nichtjes?
OVERBUURTJE. Ja, ik vind het
ec-n heel goeden naam. En ik hoop,
dat ik trots op mijn overbuurtje kan
zijn. Nu Zaterdag meteen maar aan
het oplossen gegaan. Vind je het soms
leuk, om eon doos te bekieeden. Als
je eon aardig gebloemd lapje hebt en
de deksel mei wat watten opvult, kun
je er iets liee! moois van maken. Een
llubriekertje maakt het winkeltje in
orde.
HERFSTASTER. Een vierkant
doosje is het gemakkelijkst. Ik zal je
geheim in den diepsten kelder van
mijn hart bewaren. Hoe is het met
Sliep? Leeft ze iu vrede met Moortje?
Maar wat zijn dal een pierewaaiers.1
Neen, die mevrouw V. ken ik niet.
TOB NOOIT. De volgende keer
maar een beetje beter op de courant
passen, Nog wel gefeliciteerd met
den verjaardag van vader en zus.
Dat wns een dubbel feestelijke dag.
Wat heeft vader een mooie cadeaus
gekregen. Wanneer krijgen jullie je
rapporten
BOB ZONDER ZORG. 'k Verlang
er naar, je poppenknmer te zien. Ja",
dat 's goed, breng haar 27 November
maar mee naar do Tijdingzaal.
MONTBRETIA. 't Spijt me zoo
voor je, dat je nu weer naar het Gast
huis moet. Wie weet, hoe gezellig je
het er zult hebben. Misschien krijg je
nu we! een St. Nicolaas-cadeautje
van onze Rubriek. In 't Gasthuis kui
nen ze ook wat prettig feest vieren.
VRIENDINNETJE. Wanneer jc
ie ledikantje brengt, kun je meteen
dc kaarten krijgen. Zou het 's Maan
dags dadelijk 'na schooltijd kunnen?
Dat hoor ik dan nog wel.
BUITENMAN. Leuk Ixior, dat
het luciferskastje zoo goed is uitge
vallen. Ik verlang er ook naar om
jullie op 2 December allemaal cm me
heen te hebben.
ORNATES. Jij schrijft me wel,
als ZU6 naai- t Gasthuis gaai. Ik kan
ulo wel begrijpen, dal julüe er alle
maal v.-at bedroefd oin zijn, maai het
is zeker- beter zoo kind. Schrijf maai
bij jullie inzendingen, dat ze voor 't
Gasthuis bestemd zijn.
KONIJNTJE mag zijn schuilnaam
houden.
LILY OF THE VALLY mag haar
schuilnaam houden.
LINA P. En wat kreeg ik een
groeten brief van jou. De juffrouw
zat op haar praatstoel Wat denk je:.
Zou je op ons fe©6t kunnen komen-
"t Treft zoo moot, dat het op den
middag is. Ik begrijp wol, dat het
van 't weer zal afbangen. Ja, School-
Idyllen ken ik wel. Daar moet je om
lachen en om huilen. Is 't niet? Gezel
lig dat jullie elkaare boeken lezen.
Hoe is het nu met de blouse? Wat
ben je gauw boos. Wel ja, zing liever.
Vorder je goed op je cither?
BURGEMEESTER DIKKERDAL
mag zijn schuilnaam houden.
WOELWATER. Gelukkig maar, dat
je nog bijtijds klaar komt.
LELIETJE DER DALEN. Ja, dat
is leuk, dat je net voor Sint-Nicolaas
jarig bent. Heb je dit postpapier ver
leden jaar op je verjaardag gekregen?
Je hebt al heel wat aardige dingen.
Wat tuoet er nu nog meer bij komen?
Je kunt het brengen, wanneer je wilt.
Aan je raadsel heb ik niets, want jo
voegde er geen oplossing bij.
ROODKAPJE. Wie meegedaan
hebben aan dezen wedstrijd, krijgen
een vrijkaart voor de Tentoonstelling.
Op die vrijkaart mogen 2 personen.
Dus zus kan niet je mee. Maar al la
belangstellenden kunnen onze ten
toonstelling bezichtigen voor 10 cent.
Die dubebltjes geven we aan Kinder
voeding, dat is een Vereeniging, dia
brood en koffie geeft aan arme stak
kerds. Nu moet ik nog aan het raden,
hè. Vooruit dan maar: jumper, schoe
nen, broek en rok. GoedJ Hoe ie liet
nu met je?
ROSA FLUWEELTJE en TER
TIAIR. Jullie hebben maar c-en
paar- prettig avondjes gehad. Wel
jammer, dat de zangeres niet bij stem
was. Heb je al eens lekker uit kunnen
slapen? 't Was bij jullie geen nacht
werk maar ochtendwerk.
ROZEHOENTJE. Ja, je was CT
nu vlug bij. Daarom krijg je Woens
dag al een briefje, 't Kan wel zijn,
dat de vorig© keer je naam op dc en
veloppe stond. Maar ik ontdoe eerst
alle briefjes vuu de enveloppes, voor
ik zo beantwoord. Dub het beste is
altijd maai- je naam onder je briefje
of raadsels te zetten.
MATROOS. Gelukkig maar, dat
je werk toch nog af zal komen. Dat
buurmeisje mag met alle plezier mee
doen. Ben je Zondag prettig met va
der uitgeweest?
BUTTERFLY. Ja, je inzending zag
er keurig uit. Natuurlijk kan zus met-
jouw kaart meenemen, 't Is wel
erg jammer, dat je niet op ons feest
kunt komen. Maar alles is al vastge
steld op Zaterdagmiddag 2 December.
Kun je niet voor dien eeuen middag
vrij vragen? Jullie zijn wel aan het
fuiven geweest. Misschien zie ik dan
meteen je mooie colliertje. Je vraag
zat ik nog eens plaatsen. Ik hoop, dat
je de ontbrekende nog krijgt.
W. v. d. L. Hartelijk feliciteer ik
je met je verjaardag. Je viert dezen
wel ver van huis, maar thuis zullen ze
zeker- om je denken. Heb je je verlof
gezellig doorgebracht? Heel graag zal
ik je portret ontvangen. Ook beu ik
zeer benieuwd, wat van je wel en wee
t© booren.
HENNIE EN SJAANTJE. Met je
wensch het Gasthuis betreffende, zal
rekening gehouden werden.
TOB NOOIT. Je raadsel is goed.
Ik kan me begrijpen, dat je flink spa
ren moet. Echt gezellig zoo'n Sint-
Nicolaasviering, als er velen om de
tafel zitten.
INKTV1SCH. Je schrift was nu
keurig. Hoe is het met het paarden-
leidsel? Leuk, dat zus dien nachtzak
heelemaal zelf maakt. En ik vind het
ook aardig, dat broer nog een duit in
't zakje dc-et.
RIEKJE H. Op welken dag gaan
jullie nu verhuizen? En ga je in
Utrecht naar een M. U. L. 0.-school
Had je nog onvoldoende op 'je rap
port? 't Is prettig, dat je ook Franscli
loert. Nu is het maar te hopen, dat
je daar in Utrecht mee doorgaat.
DE STEENBOK. 'k Heb je vraag
wel in de Rubriek gezet, maar 't lijk»
me wel moeilijk aan zoo iets te ko
men. De kaart zaï ik ie toesturen. Is
dit adres voldoende'
OVERBUURTJE. Knap zoo, jü
hebt alle raadsels goed.
DU1MELIJNTJE mag liaar schuil
naam houden.
JOHANNA D. Je was cr nu vroeg
hij en daarom krijg je ook zoo vlug
antwoord. .Maai 't weidt hcusch tijd,
dat je wee;, waar de van der Vinne-
slraa» is. Het is natuurlijk prettig, als
twee vriendinnen van één leeftijd zijn.
Some kan er toch een hechte vriend
schap bestaan 1us3chen meisjes, dio
een paar jaar verschillen. Leer je al
lang piano-spelen?
J. C. H. S. Hartelijk dank *oor
je mooie kaart uit deu Helder.
AAN ALLEN. Zuster Schouten
dankt allen, die haar kleeren hebben
gebracht, zeer vriendelijk. Ze hoopt,
dat jullie liaar willen blijven geden
ken. De kasteu zijn zoo gevuld en zoo
weer leeg. Vooral aan dekens heeft ze
groot gebrek. Wie wat te missen heeft
brengt het wel naar 't St. Elisabeths-
Gasthuis, hè?
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
d Yinnestraat 21 r.
Haarlem, 15 November 1922.
Feuilleton
JUFFERY FARNOL.
(Geautoriseerde vertaling uit het
Engelscli.)
(Nadruk verooden.)
26)
„tia, ha, Viscount, dat zullen we
zien dat zullen we zien!" knikte
do Kolonel, terwijl hij 'zijn groote
handschoenen aantrok. „Bent u r.u
klaar, meneer?"
„Zexer, meneer, zeker!" glimlach
te de Viscount on hoed, handschoe
nen en zweep uit de handen van den
eereeant nemende, boog hij en volg
de den Kolonel nuar buiten. Daarna
weerklonk paardengetrappel, dat al
lengs zwakker werd en tenslotte ge
heel wegstierf.
„Zeb", zei de majoor, die zich in
zijn stoel liet zakken en dc hunden
op elkaar legde, „sergeant Zebedee,
'k ga nu iets doen, wat ik vroeger i
nooit van mezelf zou vermoed heb- j
ben. Wij vochten voor Engeland en
Koningin Anne, Zcb, allebei en daar
na voor Koning Willem en voor Ko-
ning George en nu moet ik, naar het
schijnt mijn koningstrouw verliezen
voor oen jongeling, dien ik nooit ge
zien heb, een Jacobijnsch vluchteling
Zeb, wiens leven govaar loopt maar
hij is de broei- van iemand van
iemana du mij zeer na aan bet
hart ligt, Zeb. En voor haar sta ik
op het punt mijn ofiicierseed te schen
den, door een onderkomen te verlee-
nen aan een vijand des konings. liet
doet mij zeer, Zeb, want ik stelde
mijn eer zeer hoog, maar zij zij is
nog .hooger! Daarom doe ik dit graag
hoewel ik er alles door kan verlie
zen en mijn eer zelfs mijn leven,
omdat het voor haar is. Hiel wachtte
de majoor even om diep te zuchten
en duur de sv.geant niét wist wat hij
zeggt-n moest, salueerde hij maar.
„Wat jezelf betretf Zeb al deze lan
ge moeilijke jaren heb je trouw ge
diend en ie paspoort schoon gehou
den en ik zal er de oorzaak van zijn
dat het thans besmet wordt. Dus, Ze
bedee, jij neemt een week vacantie
jij gaat naar Londen of
„Hetwelk, neem me niet kwalijk
majoor, niet zal gebeuren", ant
woordde de sergeant. „Koning Geor
ge is best. De hemel zeeg'ne hem.
Maar koning George en ik hebben
niet zij aan zii voor Engeland ge
vochten. Ook hebben wij eikaars le
ven niet gered. Nou juist, meneerl
Waai' u ooit het voorbeeld hebt ge
geven, hen ik steeds zonder aarzeling
gevolgd. Dus majoor, ik ga weer met
u mee, hierin, in iets anders, vroe
ger, nu cn in de toekomst!" Na dezo
woorden salueerde de sergeant op
nieuw en ging op-de-plaats-rust
staan.
„Je waagt je nek, Zeb!"
„Ik heb al eens eerder duf en an
dere llchaainsdeelen gewaagd, net
als u zelf, majoor
„Ik bedoel, dat er gevaar bestaat
dut
„Gevaren zijn ons dagelijksoh brood
geweest, majoor. Als u dus in gevaar
bent, is liet niet meer dan natuur
lijk, dat ik daarin zou deelen. en bo
vendien is het mijn piich' majoor".
„Zeb", zei de majoor, opstaande,
„Zebedee hm sergeant Trim»,
geef me je hand! En nu", vervolgde
hij, „breng mij mijn hoed en mijn
stok, Zeb, ik ga de dame opzoeken".
Toen de majoor het gewensehte ont
vangen had, zette hij den hoed op,
nam zijn ebbenhouten stok in dc hand
cn liep naar de deur, maar daar
hield de sergeant hem tegen.
„Majoor", zei hij met zacht verwij
tende stem, „u gaat toch niet in die
oude jas?"
„En waarom niet, Zeb?"
„Die past niet bij uw mooiep nieu
wen hoed, majoor!"
„Misschien niet Zeb", zuchtte de
majoor, „maar zij past wel heel goed
hij mijn manke been, zie je. Dus laat
me maar gaan, Zeb, laat me maar
gaanl"
Eu de majoor ging op weg en aan
gezien hij een beetje zenuwachtig
was, maakte hij vau tevoren eeit vol
ledig plan voor het naderende onder
houd en nam eenige strenge beslui
ten, die zijne houding moesten beheer
schen. Daardoor was zijn mankheid
terwijl hij zoo in gepeinzen verzon
ken liep, meer ziohthaai dan anders
het geval was.
HOOFDSTUK XXIX.
Vertelt hoe Lady Betty
zichgedroeg.
En zoo zag Ladv Belty C&rlyon. in
haar prieel gezeten, het lieve hoofd
gebogen over ©en boek, de lange ge
tij*
st alt a van den majoor naar haar toe
komen, toen zij de kenteekenen van
de Ramillie-jas zag, de versleten na
den, de rafelige tressen en do knoo-
pc-n, kon zij niet nalaten te blozen.
Dc blos lag nog op haar wangen
toen zij opstond om hein te begroeten.
Zij zag wel hoe deftig zijne buiging
was en hoe koe! zijn geheole houding
„Mevrouw vergeet mij dit on
gevraagde bezoek
„0 zeker, meneer", mompelde zij.
met neergeslagen oogen, „volkomen".
„Ik hen gekomen om over uw broer
te spreken, Lord Mcdhuret".
„Ah!" zuchtte zij, ,,u bedoelt mijn
lieve rebel wilt u niet gaan ziltcu,
meneer?"
„Dank u, ik blijfliever staan",
antwoordde hij vriendelijk.
„Eu meneer, wat wou u over mijn
broor zeggen?"
.Mevrouw, het schijnt dat do sol
daten een detachement Seven-
oaks heeft bereikt on misschien op
weg ia hierheen en uw huis zou ren
zeer eevaarlijko schuilplaats zijn,
vrees ik. Ongetwijfeld zullen zü daar
liet eerst en zeer grondig, zoeken".
„En u komt, om mij te waarschu
wen?"
„Ik kom. om hem do betere schuil
plaats van mijn eigen huis aan te
bieden".
Hier zuchtte Lady Betty, keck
schichtig naar zijn afgewend gezicht
en maakte plaats voor hem naast
zich op de ruwe bank.
„Wilt u niet gaan zitten, meneer?"
vroeg zij zacht.
„Dank u maar het gaat zoo
bes?'" antwoordde hij, waarop Betty
de wenkbrauwen fronste en de bladen
van haar boek snel met zenuwachtige
vingers omsloeg.
„Kan het zijn meneer?" vroeg zij,
„kan het mogelijk zijn dat majoor
John d'Arcy, die zoo zoo streng cn
en vorknocht aan den koning is.
een onderkomen zou gaven aan ten
Jacobijnsch rebel?" Do majoor boog.
„En u bent een trouw soldaat?"
„Dut was ik!" antwoordde hij, met
zulk een diepe zucht dat zii hem weer
aankeek en, toen zij zijn somber ge
zicht zag, werden haai vingers stil,
haar rimpels verdwonen en haar
stem werd plotseling teodor.
„Ik smeek u, majoor John, wilt u
niet een oogenblik eann ziten!"
en zii schikte nog een eindje op.
„Waarlijk liever niet!" unt-
woordde hij, een stap teruggaande.
Bctty keek hem verontwaardigd
nan.
„Meneer", z^ide ze, dc soldaat,
die d© vijanden des konings Oen schuil
plaats verleent, is een verrader!"
1>© majoor huiverde. ,,En verra
ders worden eoms opgehangen, me
neer!!'
„Of doodgeschotenI" mompelde hij.