De „baron". Rubriek van den Arbeid. BETTY HAARLEM'S DAGBLAD MAAilDAG 4 DECEMBER 1922 DERDii BLAD Logement „Het Gulden Vlies" Onderwater, wiens waren naam ik 1102 altiid niet genoemd héb, is ze venmaal in verhoor genomen, zijn vriend Canninjac slechte één keer minden*. De hoofdofficier, Mar. Jse- brandus Johannes Faiber van Riems dijk. vond in hun antwoorden nog al eeais aanleiding oan te vragen of de hecien ..niet ten vollen overtuigd .waren den regter tot dusveiTe in veel* opzigten met leugens te hebben op gehouden en of zij nu geiieegen wa ren de waarheid te zeggen". Waarop zij, na een bevestigend antwoord, bii hun sophisterii volhardden. Berouw vol toonden zij zioh allerminst. Wordt de eerste beklaagde uilgenoodiigd zioh omtrent bepaalde door hem gebezigde uitdruldcingon nader te verklaren, rilan acht Jiii het voldoende te ant woorden. dat hii ae „in een galante rie" gezegd heeft. En Caraninjac Was het ziin plicht niet geweest de dochter van zijn vriend Van Oostrum duidelijk te maken, dat „deeze liefde wat schielijk was en ras kon verdwij nen?" Natuurlijk, dit had hij dan ook gedaan „als oen Christen". Of hij dan geen berouw over zü" mede plicMbrbeid had'? „Wel voorde wae reld. maar niet omdat hii er in Bezon- dligd had." Ik ben van meening. dat men eerbied moot hebben voor het geduld van den rechter. Daarmee Be wapend brengt hii, zii 't druppelsge wijze. de waarheid aan 't licht. Ook hier volgde tenslotte een (bekentenis „builen piin «n banden van ïizer. en Zulks vrijwillig". In dJeze zaak ziin voorts tal van ge tuigen onder cede gehoord. Wanneer ge Jacob van Oostrum, Mietjes oud ste broer, en diens vrind Joannes Met. hoort verhalen, hoe de vreem deling in Haarlem gevan<n°n geno- ïnen werd, dan moet Be erkennen, niet geweten te hébben, dat het daar Ibii zoo gemioeW.kon toe-wan. Hier ie stof voor een klucht. Hoe was de toestand 1 Onderwater is ziin bewaar der in Den Haag ontvlucht en in den Dacht van Donderdag op Vrijdag in de herberg in den Hout aangekomen. Maar dat weet de vader van het ge schaakte meisje niet, en zijn zoon heeft Vrijdagochtend, waarom is mii niet duidelijk, nog geen bericht van tie Haaesohe arrestatie gekregen. Daar hoort Jacob van de aankomst van i.diezolve persoon, welke eemlge dia gen te voaren aldaar dies morgens Was geweest met een phariKon". Hij ruikt lont, zoekt den baljuw van Heemstede op. die hem „addreseeert" aan een tweeden .ambtenaar, den ..steedehouder". Oi> weg naar huis. komt hij een brievenbesteller tegen, die hem een brief geeft van ziin va der. waarin deze ziin zoon de gevan- cenneming mededeelt. De verbaasde jongeling gaat onmiddellijk .naar den baltpw terug, die hem nu uitnoodigt ..den heere steedéhouder agter op te volgen, welke reeds met oogmerk was heengegaan om <zig van die Persoon te verzee&etren, met verzoek om niet verder mot de aprehensie voort te willen traan, waarop gemelde Heer «Steedehouder weeder is teruggo keeid" Thuisgekomen, treft Jacob er ziin vrind Max aan. on stelt hem voor samen toch maar eens in den Hout te paan kiiken. Daar vinden ze werke lijk den voortvluchtige in ,,'t Wapen van Amsterdam", zooals v" in de v^iidkamer" der herberg lsii eon kan netje koffie zdt. Van Oostrum zal het nu wel klaar spelen zonder de hulp der iustitie. Hij geeft ziin metgezel een wenk om hulp te gaan halen, houdt ziin slachtoffer aan die —raai, en. als deze vertrekken wil. treedt hii hem in den weg. Hevig disputeerende bereiken ze de Dreof. tv aar Met en een derde kameraad hun tegemoet snellen. Zoo komen ze met z'n vieren een particuliere veiligheidsdienst met zijn prooi, de stad binnen, en gaan regelrecht naar „het Gulden Vlies" op de Groote Markt, waar den baron, onder meer, een onbetaalde rekening wacht. Het was de eerste maal niet, dat deze vreemde vogel in Haarlem's dreven was neergestreken. Den vori- Kon zomer had hij eens in den Hout gesoupeerd .met seekere Josephi, mitsgaders mei seeker e Stephani". Toen gaf hij zioh uit voor ,,De Wit, Heer van Jaarsveld, veel parade makende van de Heerlijkheid van Jaarsveld, en van de grootheid, waar in hij siv 1> De heer Cock, de reeidfe meermalen genoemde herrlber- gier in den Hout, deelde verder mee, dat de vreemdeling den Donderdag voor ziin govan.cenniem in e nog ür Haarlem was geweest. Hij kwam van Wee&p. waar hii een branderij had gekocht onder den naam van J. J. van der Bank. en reisde, in gezelschap van een Duitschcr. naar Rotterdam „om aldaar 't geld te haaien voor den koopprijs, of ocliik hii 't noemde de koeken voor de branderij." Die Djiit- sohei* was er ook al ingevlogen. Hij traoteerde zijn reisgenoot te Hillegoni op baars ln den Haag nam hii hem mee naar zijn broer, die liem gast vrijheid verleend©, te Rotterdam be taalde hii in 't Zwijnshoofd" ziin lo gies. Maar toen liii hier Zaterdag morgen op stond, was Van der Bank al te Delft, op de terugreis naar Haarlem, waan hii dien avond afstap te aan „Het Gulden VMee" en On derwater heette. De bedrieger veran derde van naam zooals het kameleon van kleur verandert, wanneer het in gevaar verkeert. Zeer juist merkte üan ook dp Cock op. toen de baron zioh aan den drost, die hem arres teerde. als Vcrbrugge voorstelde „dat is al aardig, nu Vedbrugsro, voorleed© donderdag Van der Bank, voor 1 eedc Saturdag en Sondag Onder water, cn voorlec-de Som er een jaar de Wit van Jaarsveld, en dat alle. maal een en des*'-re persoon, daar je eyeentlijk v. Ibck biet". Inderdaad men zou er iemand mee in die war brengen.En dit was de halft nog niet van 's mans naamlijst. In en om „Het Gulden Vlies" is de schaking voorbereid. Do heer Wes- eeUng geeft hiei'bij eon affboolldKng van het logc.mont, zooals het er in het begin der vorige gouw uitzag. Het stond tegenover het Noorderportaal der Groote Kerk en strekte achter tot Je Schoolsteeg. Hier smeedden de bedriegers hun plan, lokten zii hun prooi, liier soupeerde do familie Van Oostrum als gast van con vreemde ling, die een niio rookte met den va oei. wiens dochter hii zou ontvoeren. Carminiac had zijn vriend de beide meisjes Van Oostrum aangewezen als „twee juffers waarmee hii zich kan amuse-oren" hii had hem bij üaar ouders geïntroduceerd en deze hadden den burgemeesterszoon harte lijk ontvangen hii had den wolf de schaapskooi binnengeleid. Eu n.u be gint een reeks van leugens en sünk- sche 'streken, waardoor zo ten laatste liet vogeltje in bet net kregen. Ik kan de gehcele voorbereiding niet vertel len men mocht eens paan meenen, dat ik dit alles even .belangriik vond. Jacob Lom. knecht bij „Dankmeyer in 't Vlies" wist er allee van, en de heer Egbert Wouters, die 1 -1 loge ment ook al bezocht om in zijn gowoo ne gezelschap, Liberia» genaamd, een piin te rooken", kon er evenmin van zwijgen. Een geruchtmakende zaak. En nu kwam het uit, hoe Pieter Van Eech, zoo heette dan de oplichter, overal slachtoffers had gemaakt. Hij wae een iiszoon uit Dordrecht en hau gevaicn als adelbonA en luitenant Ier zee. Uit 'e lands dienst gegaan, was hij in het Verbeterhuis terecht geko men ..omdat hii zoo los leefde en veel geld doorbragt." Ontslagen, op belof te dat hii een reis zou maken naar de goudkust van Guinea, neemt hij dienst als vaandrig op hot eclnp Pa ramaribo, dooh deserteert. Nu vangt een zwerversleven aan-. Amsterdam, Utrecht. Bréda, de Keizerliike Ne derlanden (België). Hij leeft, in over c-enstemming met ziin aangenomen namen, als een groot heer, maar op andermans zak. Allernaar ziet hem als baron Van Eech en ziin gevolg be staat uit „zeker persoon, ziin gouver neur". In Kudleniburg toekent hij Jonkheer Jacob Johannes Van Moure, baron", waarom ook geen twee adellijke titels .als je ze i^oar voor 't grijpen hebtl Ook hier uieni hem iemandl die „voor zijn knecht doorgaat". In Brussel en Antwer pen geeft hii zdoh uit voor baron Hap. Toen eiin voorganger in 1706 commis saris dei Republiek in de veroverde Zuidelijke Nederlanden was, k'aagden de Belgen over de „tmandhreo hautai- n©n et grands aires die Monsieur De Hop. qui fa.it ioy le Mfrftre diespa- tioque". (1) Nu waren het valsche wieeels en onlbbtmalde rekeningen, die hen boos .maakten. Overal bedrogen mensdhem. In Fn netoer laat hii rich ineohriiv&n als student in de rechten, om te zekerder in Groningen ziin col lega's zilveren gespen en degens te kunnen afzetten. Hier gaat hii rond als „De Rijp van Ameland" en Frans is zijn trouwe knecht. Inmiddels schrijft hii aan iemand, dien hii pas heeft opgelicht: „mijn oaracter, mijn vriend, is oneindig verschillende van dat van een bedrieger." Men staat bij wijlen verlegen met de menscheliiko natuur. Van Esch is niet zonder talent. Hii weet zioh goed voor te deen „om bij lieden van Traast 3e arbeidslijst op een duidelijk plaats opgehangen moet fatsoen polAtesoen tc ontvangen' Daarom reist hii zoker ook met het portret van keizer Frans en zegelt hij zijn brieven met den gedenkpenning van Doggersbank. Hii is resoluut, vindingrijk .spreekt ziin talen zij 't met een Braibóntsch tongval. Hii weet aich aangenaam te maken, speelt zijn rol uitmuntend, houdt haar vol tot het eindehii wendt zach tot den stadhouder „om te hebben gratie en aboMtie. we<*ens de» gevangens voor schreven geperpetreerde feiten)'. De lezer verlangt het vonnis te höo- ren. Geëisoht werd „dat den gevan gen aal worden gebrast op het scha vot. staande voor het Raadthuis dezer stad. en aldaar aan oen paal gebonden met een brief boven deszefte hoofd, waarop ziin rechte naarn, met bijvoe- mng van Falsaris zal ziin ge schroe ven door den scherprechter met roe den strengel ijk te worden gegeeeeeld en wijders geconfineerd. voor den tiid van zee achtereenvolgende jaaren in het werkhuis dezr si ad, om met zijner handen arbeid aldaar de koet te winnen: ende vervolgens voorden tiid van twaalf achtereenvolgende iaaren gebannen uit den. lande van Bolland en Westvriesland", Schepe nen daarentegen pasten de wetten irii'lder toe. Ze gaven den gevangene, die zich in hun genade had aanbe volen achttien iaar in 't Werkhuis en twaalf iaar verbanning, en on toefden den eischer ziin verderen eiscb. Pieter paste goed on. Zeven iaar later, 4 November 1792 werd hii ont slagen. Hii had ziin vriiheid herkre gen. maar was baron af. H. E. KNAPPERT. (1) De trotsche manieren en hoog hartig© houding van. mi inkeer de Hop, 'dia hier den despoot uithangt. Van hier en daar. EEN ENQUéTE NAAR DE WERKLOOSHEID. De Kamer van Koophandel en Fa-' briekon te Rotterdam richtte aan de erséhiüende bedrijven aldaar een schrijven, waarin zij mededeelde, dat in een vergadering van haar Kamer de meening is geuit, dat de wcrkloos- heidsondersteuningen, zooals die thans worden gegeven, eerlang drei gen vast te loopen, daar de werk loosheid steeds zich meer uitbreidt en de toestand der rijks- en gemeentefi- nautiên 't vorleenen van steun steeds bezwaarder doen worden. Bovendien werken de ondersteunin gen in zeer vele opzichten demoralisee- rend, zoowel voor den werkwilligen werkman, die voor zich en zijn gezin door arbeid den kost wil verdienen -wöen 't ontvangen van geld zonder tc-genpraestatie tegen de borst stuit, als voor liem, die liever lui is dan moe en die deswege, nu hij steun ont vangt, aangeboden arbeid verwerpt". Om nu een holder inzicht in den aard, de oorzaken en den omvang van de tegenwoordige werkloosheid in de verschillende bedrijven te krijgen, ver zoekt de Kamer den werkgevers in liaar district haar de noodige inlidh- tmgen te geven. In ©en groot aantal ingekomen ant woorden kunnen aldus de circu laire wellicht aanwijzingen worden gevonden, die de Kamer tevens rich ting geven omtrent d© aan te wenden middelen tot herstel. De beste vorm is zonder twijfel een zoodanige weder opleving van handel en nijverheid, dat tal van thans werkloozen weder te werk worden gesteld en het is daarom ook van belang te weten, welk© facto ren dat hers UI, in elk bedrijf op zich zeli, tegenwerken. Maar ook, indien een algemeene op leving nog vooreerst niet verwacht kan worden, is het zaak den demorali seerenden invloed van de, niettemin noodige, werkloosheids-ondersteuning te elimineerrn. Hiertoe wordt o.a.1 aanbevolen liet door de daartoe ge schikt te achicn werkloozen doen ver richten van productieven arbeid. De Kamer doet dan eenige vragen om den aard en den omvang der Werkloosheid, alsmede de oorzaken daarvan te weten te komen. Verder om de meening te vernemen aangaan de het huidig© stelsel van steunver- leening. Verder wordt gevraagd, wel ke regeling verbetering in de bestaan de bezwaren zou kunnen brengen. Ten slotte wordt gevraagd: Verdient naar uw meening Jiet doen uitvoeren van productieven arbeid, zoowel gec-s-' telijken arbeid als handenarbeid, op hu oogemblik aanbeveling? (bezwa ren- minder geschiktheid van vele werklooze vakarbeiders voor het be- noodigde wek; hoog© onmiddellijke uitgaven vooi materiaal en loon). .Zoo ja, welke arbeid zoudt gij in het alge meen belang willen zien uitvoeren ONTSLAC PERSONEEL P., T., T. In aansluiting aan het bericht, dat bij den P. T. T. -dienst een groot aan tal ambtenaren op wachtgeld zullen. worden gesteld, kan de ïlaagsohe re dacteur van de Maasbode nog het vol gende mededeeJ^n: Op het ©ogenblik is er bij verschil lende categorieën van P. T. T. per soneel en groot surplus aan ambtena ren; zoo zijn er ongeveer 300 commie zen-titulair te veel, en in «'én groep redraagx hei surplus zelfs 800 perso nen. Het totale te veel aan ambtena ren bij de P. T. T. bedraagt thans on geveer 1500 j>cr6onen, hetgeen op het geheel e ambtenarencorps van 27000 personen 5 a 6 procent be teekent. Dit overschot wordt veroorzaakt door ver schillende factoren, waaronder o.a. werkver de el in gmeerder gebruik van machines en vereenvoudiging in de tarieven een belangrijke plaats in nemen. Door de bezuinigingsnoodzaak zal het overtollige personeel moeten wor den ontslagen en op wachtgeld ge steld. Wie voor ontslag in aanmer king komen, wordt thans geregeld in de commissie voor georganiseerd over leg, waarbij zooveel mogelijk met de belangen van het personeel wordt re kening gehouden. Men denkt met deze regeling aan het Hoofdbestuur der P. T. T. nog deze maand gereed te ko men; diaarna moet zij nog door den minister van financien worden goed gekeurd, zoodat nog niet met zeker heid valt te ze'ggen, wanneer het ont slag van het overtallig personeel bij de P. T. T. zal ingaan. Intusechcn ligt het voor de hand, dat het overt-, ig P. T. T. personeel zoo veel mogelijk bij andere diensten zal worden ondergebracht voorzoo ver daar tenminste behoefte aan personeel bestaat. Men verzekerde ons dan ook, dat toet met ontslag en op wachtgeld stellen „nogal zal meevallen'". DE ARBEIDSTIJD IN DE SICAREN-NIJVERHEID. Naar aanleiding van ingediende ver zoeken van de werkgevers en werkne mersorganisaties in het sigarenma- kerebedrijf heeft de minister van aT- beid aan hoofden of bestuurders van ondernemingen in de sigareniudustrie in alle gemeenten des rijks, vergun ning verleend, dat de in hun onderne ming werkzame arbeiders, in afwij king van het bepaalde in art. 24 der Arbeidswet 1919, in liet' tijdvak van 3 dezer tot 1 Februari a.s. op 26 werk dagen, niet zijnde Zaterdagen, gedu rende 9% uur per dag arbeid verrich ten, onder voorwaarde, dat: u. door de betrokken arbeiders 25 en 26 dezer en 1 Januari geen ar beid wordt verricht; b. de arbeidstijd op bepaalde dagen gelegen zij tusschen 7 uur voormid dag» en 7 uur namiddags; c. door arbeiders beneden 16 jaax niet langer dan 48 uren en door arbei ders van 16 jaar of ouder niet langer dan 53 uren per week arbeid wordt yerridht; d. de regeling van den arbeidstijd van de betrokken arbeiders blijkt, het zij uit de arbeidslijst, hetzij uit een geschrift, hel welk zoolang van deze zichtbare zijn. Uit de Pers DE WERKLOCZENZORC. In een nabetrachting over den loop zijner werkloosheid-interpellatie ves tigt het Tweede kamerlid v. d. Tem pel in de Rotterdamsche „Voor waarts" de aandacht op de verklaring van minister Buys, dat dc grootte van den a<an gemeenten voor werkloozen-; zorg te verstrekken steun voor ieder' geval afzonderlijk zal worden bepaald, doch dat de regeering hieromtrent wel regelen zal moeten stellen. Daaraan knoopt de schrijver de vol gende beschouwing va6t: Men mag verwachten, dat de regee ring thans met het opstellen dezer re gelen een aanvang heeft gemaakt. Het ecliijnt uus ovenwei van groot be lang dat vóór deze regelen de rege len dus die het optreden der regeering terzake van de steun verleening zullen baheerschen definitief worden vast gesteld de besturen van gemeenten waar groote werkloosheid heerscht en de besturen der vakoenIralen van hun ne meening op hoofdzaken hebben doen blijken Wij vree zen, dat het ini tiatief daartoe niet van de regeering zal uitgaan. Maar dan zou het initia tief toch kunnen uitgaan van ©en com binatie van de me©f>b-belanghebbende gemeenten en van de vakcentruien. Natuurlijk blijft het laatste woord aan de regeering, maar wij nemen aan dat zulk optreden tooh zijn sporen zou na laten op het ministerieel besluit, dat straks zal worden gepubliceerd. Dat hier met spoed moet worden gehan deld is duidelijk. Ook wanneer d© minister van Bin- ltcxüandfiche Zaken bij de regeling van den rijkssteun handelt volgens den geest van de uitspraak der Tweede Kamer, staat liet ten slotte tooh aan de gemeentebesturen of zij aanspraak zullen maken op de rijkshulp en een; steunregeling voor do werklooze inge zetenen willen invoeren of handha ven. Veel hangt dus voor den een;tvol genden tijd af van den plaatselijken invloed der arbeidersbeweging en van de plaatselijke actie. Wil men tot een bevredigende steunregeling komen, dan moet in de gegeven omstandighe den vóór alles plaatselijk het voorbe reidende werk worden gedaan en ini tiatief worden ontwikkeld. Het zal in den aanstaanden winter heei wat strijd kosten, niet voor het minst m de kleinere plaatsen, om on willige gemeentebesturen te nopen haar plicht jegens de werkloozen te doen, Doch dal. werk moet worden verricht terwllle van onze werklooze makkers. De groote etxijd komt dan natuurlijk voor elke gemeente met de negeermg, of cm, zoo ia, tot welk per centage de regeeriug in de kosten wil tegemoetkomen. Varia. Te Rotterdam is een comité gevormd om gelden in te zamelen ten eind© in de wintermaanden eenigen steun te kunnen vorleenen aan gezinnen, die door den langen duur der werkloos heid zijn verarmd. De uitkeering zal plaats hebben door de vereeniging tot verbetering van armenzorg. Naar de „Ree.-bode" verneemt, heeft het personeel hij do Nederland- schc Spoorwegen, dat volgens het Ar beidscontract werkt, aanzegging go- kregen van een loonsverlaging van pl.m. 10 Deze loonsverlaging is in gegaan met 1 December.. Verschillende organisaties van transportarbeiders en zuivelbew erkers richtten een adres aan den raad van Den Haag met verzoek maatregelen te treffen, waardoor dc verkoop van melk op de openbare straal en aan de huizon op Zondag wordt verboden, en om te bepalen, dat de verkoop van melk per maat in winkels gedurende den Zondag aan een nader vast stellen tijd wordt verbonden. De directie van de Turmac-siga- i ettenfabriek te Arnhem spreekt het bericht tegen, dat haai- fabrieken zou den worden stopgezet. De hoofdbestuurders der bouw vakarbeidersorganisaties besloten den pafiroons mede te deelen, dat zij be leid zijn de onderhandelingen ove 1 het collectief contract voort te zetten. De raad van Almelo besloot 5990 uit te trekken voor steun aan dc uit getrokken textielarbeiders. De correspondent van Het Voik te Rotterdam meldt, dat het gcheele 6 ig aren bedrijf eer firma van Nolle zal worden stopgezet. Binnenland MALARIABESTRIJDING. Dc inspecteurs voor de volksgezond held dr. Aldershoff en dj-. Jiehewerth, belast met dc leiding der malariabe strijding in Noord-Holland, hebb-n onder de aandacht van dc burge meesters gebracht, dat de bedoeling dei- muggenverdelging in den wintei vooral is om daardoor de bevolking rgunnïng gebruik wordt gemaakt, te loeren hoe dc muggenverdelging geschiedt, ten einde dit in den vervol- gé üan de bevolking zelf te kunnen overlaten, zoo mogelijk onder beschik baarstelling van het instrumentarium en de noodige vloeistoffen. Daar de toestand der publieke geld middelen wel niet zal toelaten, dat de campagne op deze wijze in de vol gende jaren wordt voortgezét, moet bet opvoedend element in de volgen de derde campagne nog mper op den voorgrond worden geplaatst; moet worden getracht het daarheen te lei den, dat dc bevolking zelf in staat is voor geregelde ontnmgging van wo ningen, schuren, stallen en hokken ta zorgen, waarbij hulp van en controle door de overheid, gebaseerd op daar toe in liet. leven te roepen wettelijks bepalingen en verordeningen wel ge- wenscht, volgens de meening der in specteurs zelfs noodzakelijk zal zijn. Teneinde nu de bevolking een werk zaam aandeel in de campagne 1922 1923 te doen nemen, dient den ont- muggers de uitdrukkelijke last te worden gegeven om de eigenaren van scliurn, etal'en en hokken te verzoe ken niet alleen bij de ontmugging te genwoordig te zijn, maar ook behulp zaam, en hun mede te deelen, dat. zij N in het vervolg zelf voor het. vrijhou- van muggen zullen hebben te zorgen, evengoed als dat het geval is met het. schoonhouden der slooten. Er zal dit jaar slechte tweemaal ontmugd worden, ln verband hier mede zal de campagne niet vóór 1 Januari a-s. aanvangen eii zullen de e ontinuggingen dus in het tijds verloop tot j April kunnen plaats vinden. Zal hei opvoedend karakter tot zijn recht komen, dan is in het bijzonder de steun van en de conti'ólo door meer ontwikkelde pOfsonen, die •belangstellen in het malanavraagstulA noodzakelijk. Ten einde deze belang stelling in het algemeen wakker t© houden worden vlugschriften ter uit reiking gezonden. Ook dient vooral- de belangstelling der jeugd te worden gewekt er, daarom wordt verzocht deze vlugschriften ook uit tc reiken aan de schoolhoofden met verzoek ze met de leerlingen te doen hespre ken. Op deze wijze zal vanuit de school de strijd tegen de malaria, die toch alleen bij volle medewerking der bevolking succesvol kan zijn, krachtig worden gesteund. RECELINC VAN HET LEVENSVER- ZE KERIN CSBE D RIJF. Ou het Yporioopie Verslag dor Tweede Kamer omtrent het ontwei p wet tot reeding van het levens verzekerino-bedriif deelt de reeeerin? mede. dat de oorzaak dat het ontwerp zich niet uitstrekt tot andere takken van verzekerin?. gevonden wordt in het bijzonder karakter dat de levens verzekering eigen is en wal mede brengt dat een lovcnwerzekoraar nog ettelijke jaren solvabel kan schijnen, terv.'Ml hjj (jat in werkelijkheid niet De vraag of omtrent andere vei ze keringen dan levensverzekering bij de wet regelen moeten worden ge steld. is een vraag op zichzelf, die a'"- zoodanig kan worden overwogen. Dc omstandigheid, dat voor de leven.'» verzekering een voorziening noodig wordt geacht, sluit daarom nov goen bevestigend antwoord op die vraag in. Ten onrechte wordt uit het feit, dat volledige vriiheid' en afwezigheid van toezicht bdi de uitoefening van het levensverzékeringbcdriif tot vor keerde toestanden k?ui leiden, door e enige ieden geconcludeerd, dat een staatsmonopolie als de meest wenscbe- lijke remedie is aangewezen. De re- Boering wil daaimede niet een ge vaarlijke proefneming doen. Of in de toekom-:! uitbreiding dor wettelijke voorschriften noodkakoliik zal wezen, zal de tiid moeten uitwij zen. Wat betreft de algemeen© rego ling der naamlooze vennootsdin<»on wordt medegedeeld, dat het advies der staatscommissie voor de burgerlij ke wetgeving inzake het bii de Tw ee de Kamer aanhangige wetsontwerp den minister van Justitie kort - le den heeft bereikt. Ongetwijfeld zal de verzekeringska mer bii haar tcczioht letten ooik op den aard der gekozen dekking cn niet nalaten, indien zii deze dekking om eenige reden onvoldoende acht. haar invloed aan te wenden, opdat de ooodive verbeteringen worden aange bracht De eivch. dat tenminste 10 pet. van -het kapitaal beli'xnt to ziin geetori, is iri overec-istemrning met den regel van art. 51 van het Wetboek van Koophandel. Er zijn niet vo'.docnd© reden om van dit beein&e! voor de levensverzekering af tc wijken. Bij den alsrcmeenen maatregel van be stuur kan ".-vier worden overwogen, of er termen ziin voor het spaarver- zekerinesbedriif mot eon lager kap.- baalsminimum te volstaan. Omtrent de valut moeilijkheden der Duitsohe levensverzekeringen deelt de regeerinp mede. dat zij m«'. het oog od de betrokken belangen ge meelid heeft zioh niet te mogen ont trekken aan besprekingen met de Duitechc regeering. teneinde te trach ten aldus tot een oplossing te geraken., tot welke besprekingen dc Duitsohe Feuilleton (Geautoriseerde vertaling uit het Eugelech.) (Nadruk verboden.) 40) „Goeden dag sergeant Zebedeo", zei ze zedig. „Hetzelfde, freule en dank ui" „Etn hoe gaat toet met den majoor?" „Heoft u hem dan zooeven niet ge zien?" „Jawel, maar hij hij was ver dwenen voor ik een woord tegen hem fceggen kon, sergeant." „Vprdraaid!" mompelde de ser geant. „Wat zeg je, sergeant Zebedeo?" „Och. freule, ik zoek zijn jas „Jas?" herhaalde het meisje. „Ja, freule, zijn Ramilliejas, hij heeft me hier naar toe gestuurd om baar te halen „Ik zie hom niet, jij, sergeant?" „Neen, freule, ik ook niét. Maar hij zegt dat hij haar hier gelaten heeft en „„Maar zij schijnt hier toch niet tc *ijn, is 't wel?" „Neen, freule, tenzij u „En vertel me eens, hoe gaat het met den majoor?" Sergeant Zebedee zuchtte en schud de het hoofd. „Och, freule, hij is zoo somber, hij zucht vcoitdurend, hij zit te kniezen in z'n studeerkamer als hij buiten in de zon hoorde te zijn ©n loopt buiten als hij in zijn bed hoort „Maar hij lieeft hier tooh vandaag gezeten „Ja, dat is wel een wonder! Juf frouw Agatha en ik hebben er hem toe overgebracht". „Hij lijkt me een erge lastige humeurige man, sergeant". „Ja, maar alleen dien laateten tijd, freule". „Iloe zou dat komen?" De sergeant keek haar eens in de heldere oogen, keek naar den grond, keek naar d© lucht en wreef langs zijn lcin. „Och, nu u liet tooh vraagt, freule ik geloof dat het door een vrouw of door tooverij komt, misschien wel door allebei. En over tooverij gespro ken, waar is die jas van hem toch, is u er misschien ook „Hij schijnt vreeselijk op die jas go- steld te zijn", zei ze, terwijl ze haar wijde rokken netjes uitspreidde, „en het is zoo'n vies, oud ding. „Dat is zoo, freule, maar ik heb die jas gevolgd door hel stof cn den rook van den slag bij Ramillice en toen zag iiij er wel beter uit, ziet u, maar zelfs nu kuil je de scheuren in de mouw nog vinden waar hij dien dag door een bajonet en een kogel getrof fen werd. Het is ©en bijzondere jas, freule". „Hij zou het zeker onaangenaam vinden om hem te verliezen? „Verliezen? Freule, daar valt niet aan te denken!" „Maar ik geloof dat liet heel goed voor hem zou zijn ais hij die jas tens ten tijdje motst missen hij schijnt niets geen goeden invloed op hem t© hebben". „Neen, ik geloof dat hot net an- darsom is, freule. Ik zei eens op een dag tegen hem: „Meneer, ;zcg ik, waarom trekt u toch altijd die Ramil liejas aan, als li iets hindert?" „Wel Zeb, zegt hij, als ik die aantrek, lijkt het me altijd of ik iels van mijn ver loren jeugd terug krijg. Maar, er moet een grens ziin, freule, er moet een grens zijn en het is voor iemand van zijn stand toch niet goed. om met zoo'n jas uit tc gaan al heb ik hem ook herhaaldelijk gestopt. Zoo gaat hij naar zijn pachters ook. En daar hel) je nou dc weduwe Weston, dat is een lastig menscli, freule, maar het is toch niet te verwonderen, dat ze gisterenmiddag om vier uur den majoor nog tegen "esproken heeft. „Ja. ik ken de weduwe Weston!" glimlachte Betty. „Heeft z© hem te gengesproken net iets voor haai-". „Ja, freule. De majoor stond met zijn oudte jas tegen haar tc buigen en liij kuchte en verslikte zicli, ziet u, want haar schoorsteen rookte zoo vroeeelijk. „Juffrouw", zegt hij, „ik vrees dat uw schoorsteen rookt!" ,,'t le niet waar", roept zii. „dat doet ie niet, cn als ie 't doet, is t niet erger dan toen me man nog leefde en as t voor hem goed genoeg was. is 't voor mij ook best", zegt ze. En toen ging de majoor al buigende weer naar bui ten en moest op weg naar huis voort durend het roet uit zijn oogen wrij ven". „Maar over die jas gesproken, ser geant „Ja, dat is waar ook, freule. I-Iij st.aat er op te wachten". ..Je moet er op aandringen, dat hij hem niet meer draagt, sergeant". „Aandringen? Maai* freule ik aandringen hij den majoor? Dat gaai niet, freule". „Nu, dan moet hij dc jas verlie zen, sergeant Zeb". zei Betty ondeu gend. „Verliezen? O freule, de majoor zou het nne nooit vergeven!" „O jawel, dat zon hij wel. F.n bo vendien. jii hebt hem Inch niet ver loren? En hier is d« jas niet, is 't wel?" „Nu ik zie hem hier niet, freule. Maar ik dacht dut u er misschien op kon zit „ytill" riep Betty met opgeheven vinger uit. „Komt daar iemand aan?" D© sergeant ging nuar buiten om rond te kijken, luisterde even en schudde het hoofd. „Neen freule maar xk moet naar huis terug, de majoor zal „Hoe is hel met zijn gezondheid, sergeant zijn eetlust, cel hij goed?" „Eten, freule?" riep de serECiuit somber uit. „Hij kan niet meer ©ten". „Ik begdn werkelijk te gelooven. dat hij toch een ziel heeft, sergeant „Een ziel, freule? Nooit mooier ziel geweest. Hij is oen en al ziel, freule, ik maak me juist zoo ongerust over zijn lichaam, dat «nelt als 't ware weg. Ja zijn lichaam.. „Nu, ik geloof dal er nog heel wat overgebleven is, sergeant en het ziet er stevig genoeg uit» „O!" riep ze plotseling uit cn eloeg de handen in elkaar, toen er in de verte eon heesch gehrom klonk, dat aangroeide tot luid geschreeuw. „Wat Is dat in vre desnaam". „Dc Kolonel roept me. freule. Ik moet nn gaan, cn verzoek u dus ne derig om „Wacht even, sergeant Zeb, ga ooi>t eens een ladder voor mo ha len". „Een ladder, freule?" „Zonder ladder kan ik toch niet over den muur terug klimmen?!' De sergeant keerde zich om, keek naai- den muur, schudde het hoofd ©n wreef langs zijn kin! „De vraag is maar hoe Is u Cl over gekomen, freule?" „Dat doet er niet toe. Ga nu die ladder halen, men mag mii hier niet zien ga nu dadelijk'." Dc sergeant ging. Toen liii uit het gezicht verdwenen was sprong Betty op, liep haastig den boomgaard door, gooide de Ramillie jas over den muur >n haar eigen tuin en was weer in het prieel terug "oen halve minuut voor de sergeant met den ladder op zijn schouder te rug kwam. „Lieve sergeant Zeb!" riep z© uit, terwijl ze opstond cn naast hem den boomgaard door liep. ,,De dapperste soldaten en de sterkste mannen zi n altijd het vriendelijkste en bet zacht ste tegen vrouwen, is liet niet?' „Vindt u, fraaie? Zei de sergeant blozend, terwijl hij de ladder neer zette op de plaats dio ze hem aan wees. „Ja zeker", zuchtte ze terwijl ia haar rokken in de hand nam. „Be denk maar eens hoe hard je die ake lige Jennings getrapt hebt „Zal ik (le ladder vasthouden, freu le?" vroeg hii, cn bloosde nog erger. „Neen. dank u!" antwoordde te. cn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 9