HAARLEM'S DAGBLAD
Uit lie Natuur.
kuurioK voor ©nse J®ugd
ËaadselopSosslngeR
iudlnuurtak
jfrlsiasirag
De Gemeentebegrooting io de afdeelingen
van den Raad.
BETTY
WOENSDAG 6 DECEMBER 1922 TWEEDE BLAD
volkstuinen.
Zo bestonden reeds lang voor den
Jog. Wie wet de trein van Amsterdam
naar Bussum ging kon „Tuinwjjck" te
tien kragen: een oppervlakte grond, ge
buurd door do vereeniging van dien naam
verdeeld in tallooze kleine tuintjes cn
onderverhuurd aan zoovolo Amsterdam
mers die door het syatoem van etagowo-
jttingou het genot van eon eigen tuin
maesten missen.
Ieder tuintje werd voorzien van
prieel en op vcrschillondo wjjze hielp hot
pestunr de leden in hun tuinweTk.
Door do oorlog en de duurte van groen
ten enz. kwamen volkstuinen overal in
zwang, zoowel in binnen- als bnitealand,
als ik mjj niet vergis ook in onze stad.
Vooral in Dnitscbland zjjn do steden als
let ware omgeven door oen krans van
tuintjes waar tot laat in den avond het
geheclo gezin bozig is mot gieten en plan-
te.' -
Het voordooi van die volkstuinen is drie
ledig: In do cersto plaats is het tuinwerk
opvoedend, vooral voor de kinderen. Het
zien groeien en het besteden vnn zorg aan
de planten kweekt ook liefde voor alles
wat groeit en bloeit en werkt zoo natuur
bescherming in de hand. Hot wekt do
weetgierigheid op „hoe" dat alles groeit
en de tyd on het geld dat anders mis
schien in café's besteed werd komt nu
aan een beter doel ton goede.
In 190G word te Parijs hot tweede In
ternationale congres voor Volkstuinen ge
houden. Ribot, do latere min.-president
van Frankrijk somt daur in oen prachtige
rede do voordoelen van volkstuinen op on
zegt..
„Ho tuin ia ook een middel om deze
twee geescls der meuschheid van onzen tyd
to bestryden: het alcoholisme en de tu
berculose".
Bibot noemt daarmede ook datgene
dat do tweede plaats het nut vormt
van volkstuinen: het bevorderen van de
volksgezondheid. Het tuinwerk in de
open lucht is een uitstekond tegenwicht
tegen dikwijls eenzjjdigo arbeid die het
dagelyksch leven vergt. En vooral in tijden
van duurte, zooals nu Duitscbland door
maakt, is do opbrengst van don volkstuin
ten niet onbelangrijke vermeerdering van
de voeding van het gezin. Onze steden
hebben te weinig parken, om de stads
lucht te ververschen, hoe meer de ste
deling dus op zijn vrijen Zaterdagmiddag
en na zjjn werk naar den tuin trekt, hoe
beter dit is voor de gezondheidstoestand
van dia stedelingen. En met „voeding van
het gezin" noemde ik de derde belang
rijke factor, die op 't oogenblik voor do
meesteu van weinig bolang is omdat1
groenten en aardappelen zoo goedkoop
zijn, dat ze do productiekosten meestal
niet goedmaken. Maar toch zou het met
do heerscliGudo werkeloosheid voor de
slachtoffer» daarvan niet zonder betoe-
kenis zijn, wanneer do opbrengst van het
volkstuintje een verlichting bracht van
het voedingsprobleem in zulko tijden en
tegelijk 'n gelegenheid om nog enkele uren
nuf'u dor- >•-- Zoo zonden groo-1
ter opgezette volkstuinen of ontginningen
zelfs een middel zijn, om tegemoet te ko
men aan de eisch van „productieve
beid", die tegenwoordig zooveel gehoord
wordt!
Dit alles wordt, ondanks do uitspra
ken van economen en vereonigingsloiders
ten gunste van volkstuinen, als Mr. Ferd.
W. O. H. Oldenwelt, voorzitter van het
Comité voor Volkstuinen to Amsterdam
J. Bruinwold Riedel, socrotaris van het
Nnt, mgr. Latty, bisschop van Orleans,
ond-minister-presidont van België BeeT-
naert, Abbé Lemire, Bibot, on velo ando
ren nog niet beseft door de meerderheid
van den Amstcrdamscheu gemeenteraad.
Deze besloot een gTOOte oppervlakte tui
nen te doen veranderen in een voetbalter
rein! Laten we direct erkennen, dat voet
balvelden, ook noodig zijn, maar is 't daar
om iets waar volkstuinen, waar jaren ge
ploeterd en geliefhebberd is om den grond
vruchtbaar te maken, plaats voor inoeton
maken? Er is wol geen stad ln ons land
waar de behoefte aan tuinen zoo groot is
als Amsterdam met zijn dichte bevolking
cn vier tot vjjf-verdiepingeii hooge hui
zen, waarin het wonen in strijd is met de
menschelijke natuur.
Maar ook in Haarlem zou toch i
animo voor volkstuinen wel op zijn plaats
zijn. Voor zoover ik weet is er nergens
bij de stad een grootsch opgezet complex
van volkstuinen.
In dit verband wil ik ook nog even
wijzen op hot mooie work, dat de Kin-
derbond doet, dat als een pionierswerk
voor volkstuinen beschouwd kan worden.
In een stil plokje buiten 'do stad heeft
deze vereeniging een lapje grond, waar
jongens en moisjes van ongeveer D13
jaar ieder een tuintje hebben, waar ze on
der leiding van enkele dames hun groen
ten en bloemen telen. Ik heb ze er eens
bezig gezien, met het wieden van onkruid
en met het oogsten van grooton kroppen
sla, die vol trots mee naar huis genomen
werden. Die jongens en moisjes zijn la
ter natuurlijk volkstninbozittors, want
eenmaal met dergelijk werk begonnen
en er wat slag van gekregen heeft,
laat het niet gemakkelijk in do steek.
't Is maar jammer dat dio Kiuderbond,
door het gering aantal leden en dus ge
ringe financiën niet in staat is meer
kinderen in het tuinwerk op to voeden,
want slechts een klein deel van de aan
jagers kan tevreden gesteld worden. En
dat de huismoeders blij zij", dat hnn
kroost op Woensdag en Zaterdagmiddag
nuttig bezig is, kan men zich voorstellen.
Maar ook voor grooter opgezette Volks
tuinverenigingen ly'kt m\j in onze stad
de tijd toeh wel rypl In hot najaar moet
zooiets aangepakt worden, on door de ge
ringe opbrengst van do tuinbouwproduc
ten is de linur van land nu veel lager
dan eenige jaren geleden.
C. S1PKES.
Vragen te adrosseeren: Koudenhorn 34.
Nagekomen raadsels ontvangen van:
Gems 3 Heideroosje 6 Monteur G Hout
hakker 5 Colmapuschi 5 Hein Stavast G
Mandarijntje 6 Kra!enrjjgs*cr£je 6 Tor.ne-
rifstertjo G Pierrette G Nimmerstil 6
Wervelwind 6 Prinses MaTsepeintja 5
Maanelfjo G Autopet 6 Vogeltje 6 Den
appeltje G Willem III 6 Lentebode 6
Sneeuwballotjo 6 Neerlaudia 6 Bosch
wachter G Duimelijntjo 6 Paranoot 6 An-
nio Javaux 0 Edammcrtjo G Woelwater 6
Karei V G E. Cassée G J. A. Casséo 6
DuinTOosko G Zeeuwsch Boerinnetje 6
Indiaan G Prinses Maja 6 Goudkopjo 6
Rosalia 6 Goudsterretjo 0 IJsbeertjo 6
Hoefijzertjo 6 Klavertje vier 6.
JOHANNA KROON, Fabiiciusstraat 9
rraagt Karnemelk-plaatje».
Hat GaiaRsklnd.
door
W. B. Z.
Zijn oogen glansden van vroolijkkeid.
Daar zat vader zoowaar aan do koffie
tafel
„Jfcost!" Vader had hem ook gezien en
spende nu zelf de deur.
„Toch geen zwarigheid!"
Do vroolyko stemming bij 't weerzien
ran vader week op den achtergrond, nu
lij van Gordaatjo moest vertellen.
,,'k Moot nog een paar bozoeken afleg
gen. Je kunt wel eveu meegaan. Dan rij
den wo samen terug. Maar jo verzuimt
toch niet vnn school?"
„Neen vader er waren twoo leeraren
ziek. 'k Heb al vacantie. Een bof, hè!"
„Dat is het zeker, Joost."
Vader nam vlug afscheid van de dok
tersfamilie oi. met Joost ging h\j
oen naastbjj2\jndo boerenwoning. Joost
zetto zich op een paaltjo voor het hek
en keek naar do lievo jougd, die school-
waarts ging. Een echt leuk gezicht als je
zelf vrij badt. Een klein kleutertje vroeg:
„Mut jij niet naar school!"
,4k steek den bink!" zei Joost op ge-
hoimzinnigen toon.
„O," zei bet kleutertje en nog cona „O"
Joost schaterde van het lachon.
„Stil, jongen, niet zoo luidruchtig. Hier
ligt een zieke dio van hot minsto ge-
rnisch wakker wordt," zei doktor Bos
boom, die juist van hot erf kwam.
Joost keek zjjn vader eens van terzijde
aan. Vaders vroolijko gezicht was nu
een en al ernst.
„Nu nog mijn laatste bezoek, daar in
die witte villa."
„Een erge zieke!"
„Ja, Joost. Een jong meisjo van jouw
leeftijd
„Kan zo betor worden, vader!"
„We zullen doen, wat in ons vermogen
ls. Maar zo zal oen harden dobber heb
ben."
Zwijgend liop lij) met vader mee tot aan
do witte villa.
,,'k Wacht wel bij hot bek, vader."
„Goed Joost"
In gedachten verzonken loundc Joost
tegen het ijzeren hek. Hjj lette nu niet op
de voor'oy trippelende kleuter. Hij dacht
aan vader en hoe moeilijk het was, dok
ter te zijn. Altijd Iee<1 cn ellende aan
schouwen, neen toch niet altijd, soms, ja
vaak ook vreugde en dankbaarheid over
het herstel.
Ja, later, zou ook hij doktor worden
net als vader
Het waeliton duurde lang, maar Joost
veTvoeldo zich niet, want 't was hem, als
of de toekomst daar voor hem lag als
een onbeschreven blad papier. Eu Joost
schreef er zijn verlaugeus op, mooie,
ernstige, goede wcnschen.
„Zie zoo jongen, we gaan op huis aan.
„Was het meisje iets betert'*
„Tenminste niet erger,"
Vader vroeg nu van alles over Gerda.
„En boe moet het nu morgen met Aaltjes
jubileum!"
„Goed, dat U er over spreekt, 'k Heb
Moes beloofd bij bakker Bruist eon taart
to bostellen."
„Ons cadeau, een gouden horloge, heoft
U gelukkig in huis, Moes heeft over ver
dere dingen niet gesproken."
„Maar de ©er*>boog?"
„Ja, die souden we morgen in de vroeg
te maken, als Gordaatjo dan maar be
ter is."
„Kijk eens, Joost, daar mag onze trou
we Aaltje toch niet onder lijden. Mor
gen moet Aal ervaren, hoe dankbaar wo
zjjn voor haar goede zorgen."
Joost was het met vader eens. Van an-
doro mensehen hoorde je altijd klachten
over dienstboden. Wie zou er op het dok
tershuis over Aaltje klagen! Ju, Aal
klaagde wel vaak over die drie ondeug
den, die nooit dachten aan een wit ge
schuurde gang of een sohoone stoep.
Maar diezelfde booze Aal stond altijd
voor hen klaar, als er ©en vlieger ge
maakt moest worden, of er een bal zoek
was, ofals er een straf moest ont-
loopen worden.
Morgen, 24 December, vierde Aaltje
haar jubileum en daarvoor moesten alle
beng aan t dek.
Misschien had moeder den toestand van
Gerdaatje wol wat donker ingezien. Va
der schoen er veel kalmer onder te zijn.
Toch was hij maar blij, dat hun dorp
in 't gezicht was.
„Flip staat nan 't hek," riep Joost.
,J>ie zal ook vroeg vrij hebben gekre
gen," sprak vader.
Zo zagen Flip nu den tuin inhollen.
„Hij moet 't vast aan moes vertellen
dat wo in aantocht zijn." En opeens
kwam bij Joost de angst wocr boven van
daar straks, de angst om het kleine, zieke
ploegzusje.
„52org jij voor do fietsen, Joost. Ik ga
mo oven wassehon en zal dan dadelijk bij
ons kindje zien," zei dokter BoschbWm.
Geen kwartier later was de dokter be
zig hot kleine patientje te onderzoeken.
Zo liet alles gewillig toe, ze schoen te
versuft om weerstand te bieden. Het
kreunen was ook geheel opgehouden.
„Ja, moedertje, Gerdaatje is heel ziek."
„Wat heeft ze!" vroeg Aaltje be
zorgd, dio al maar heen en weer godren-
told had,'omdat ze in haar keuken rust
noch dunr had.
,Dat kan ik nog niet zeggen. We moe
ten eerst eens afwachten. Het kindje moet
mnar boven in het nachtwiegjo gelegd
worden, 't Is beter, dat ze afgezon
derd is."
„Jo denkt toch niet aan een besmette
lijke ziekte, man!"
,,Ja, daar denk ik aan. Ik denk er zelfs
over om een" zuster te vragen uit het
gasthuis."
„Dat zal niet gebeuren,-" zoi mevrouw
beslist.
„Ho, ho moedertje, maar als jo nu ook
besmet wordt, wat moeten dan je man on
jo jongens beginnen?"
Hot goede doktersvrouwtjo stond oven
besluiteloos.
„Och man, laat me nu dezen dag en
nacht voor haar zorgen."
„Dat moeten we dan maar overgeven.
Ik ben er van overtuigd, dat er in het
Gasthuis geen hetero verpleegster te vin-
Het verdere van den dag bleef me
vrouw Boscbboom bij het zioko kindje,
't Was maar goed, dat do dokter dien
avond thnis bleef en voor hot naderendo
feest toebereidselen mot zjjn zoons waak-
to anders zou deze eerste vacantie-
id saai- eD treurig verloopen zjjn.
u maar vroeg naar bed jongens en
vroeg op voor de eerepoort," comman
deerde vader.
„Gaat U ook maar ganw slapen vader,"
si Bram bezorgd. En hij liet er op vol
gen: „Misschien krijgt U vannacht wei
nig slaap."
'k Beloof het je hoor. Ik zal moeder
u jullie goeden naeht wenschen. Zacht
jes de trappen op en wel te rusten I
(Wordt vervolg.)
weer met nieuwen moed aan 't werk' zult
gaan. I-: 't niet zoo?
GOUDKOPJE. Je raadsel is goed.
GOUDSTERRETJE. Vond je niet,
dat onze tentoonstelling net een groote
bazaar geleek? Wanneer begint de Kerst-
vacantio? Mo dunkt, dat dnurt nog wol
eon 14 dagen.
LENTEBODE. Ja, nu begrijp ik
dien zoe-wedstrjjd wel. Weet je al iets
van den uitslag! Zjjn jullie Woensdag
allemaal wezen kijken? En ook met
eiertjes op het feest geweest!
IJSBEERTJE. Aan je verzoek heb
k voldaan. En wat zeg ja wel van onze
tentoonstelling! En van ons feest?
PRINSES MAJA. Ja, Tc was wei
een bootje moe. Maar zonder moeite be
reikt oon mensch niet veel. Dns je be
hoeft geen medelijden met mo te heb
ben. Heb je nu in do courant gelezen,
io' er moe mogen naar de Ziekenhuizen!
HOKFIJZEETJE. Nu bcn'jo heele-
maal ingeburgerd.
RUTGER JAN SCHIMMELPENNINCK
Je raadsel is niet fout, maar ik plaats
hot toeh liever niet, want 't is zoo'n
beetje reclame-maken en dat laten we
maar over voor do groote menschen. Be
grijpt n, meneer do Raadpensionaris!
KLAVERTJE VIER. Hoe is het met
den pynlijken duim! Je schrift was nog
best leesbaar.
O. Je mag je eigenaam of je
schuilnaam ondor je werk zetten. Dat
moet jo zelf weten.
WILLEM DE ZWIJGER. Heeft de
Prins Woensdag in den knel gezeten! Als
wo oen volgend jaar weer tentoonstelling
mogen houden, dan zullen we je de ruimte
geven.
KAREL V. Je raadsel is goed.
WOELWATER. Ja, ik heb jo wel
gozion en ik dacht zoo: dat een woelwa
tertje zich wel thuis voelde in do volte,
't Was oon bof, dat jo nog een kaart over
had. Er was geen plaatsje onbezet. Ik
vond jo pop toeh zoo mooi.
ANNIE J. Het gaat al wat best
mot je raadsels. Je mag dien mooien
schuilnaam wol houden. Je raadsels zijn
DÉ KLEINE SPORTMAN mag
schuilnaam houden. Wil je er vooral
„kleinevoorzetten want er is nl een
Sportman.
ZEEUWSCH BOERINNETJE. Je
raadsel is goed.
PRINSES MARSEPEINTJE. Als je
goregcld meedoet, zul je oens zien, hoe
knap jo ook nog wordt in Aardrijks
kunde. Jo raadsels zjjn goed. Je wieg is
AAN DE MEISJES-GEZELLEN
PADVINDSTERS TE HAARLEM.
Hartelijk dank ik jullie voor de mooi
anngckleede pop, die zoo in allo stilte op
tentoonstelling werd neergezet. Ik
heb wel eens gehoord, dat jullie devies
is „altijd bereid", nu heb ik dit in de
praetijk ervaren. Me dunkt meisjes, dat
jullie door dezo gave getoond hebt, het
goodo pad te z\ja ingeslagen.
Nieuwelingen zijn:
CATO DOEZ1E, oud 7 jaar, Gen. Bo-
thastraat 34 (2de nieuweling in Deo.)
WIM VAN DEN EÏKHOF, oud 9 jaar
Dr. Leydsstraat 34D, Schoten. (3de nieu
weling «i December.)
Brieven aan (lo Redactie van do Kin-
dor-Afileeling moeten gezonden wordon
aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v.
d. Vin nestraat 21rood.
(In de bus gooien, zonder aanbellen.)
ROSALIAHeb je Zaterdag echt ge
noten? Ik denk, dat je het volgend jaar
door honderden menschen bewonderd.
NIMMBRSTEL cn WERVELWIND
mogen hun schuilnamen honden.
PIERRETTE. Is broer weer hoele-
maul in orde? En hoe vond grootmoeder
onze tentoonstelling! Had je in Amster
dam wel ooit zoo iets moois gezien?
HEIN STAVAST. Nog wel gefelici
teerd mot je verjaardag. Dus we gaven
Zaterdag feest ter ecre van jon. Ik vond
al jnllie werk keong
COLMAPUSCHI. Je corste raadsel
niet goed, want Ka als meisjesnaam
echrjjf je niet met C. net tweede is goed.
HOUTHAKKER. Jo raadsel is goed.
Kwam je Zaterdag tevreden thuis?
ROaV FLUWEELTJE en TERTRIAIB
- Eigenljjk had ik met een stadsomroe-
ir in Haarlem en Omstreken bekend
moeten maken, dat de tentoonstelling oob.
's avonds geopend wns, 't Is jammer, dat
Rosa Fluweeltje er niets van gezien heeft.
Zjjn do repetities vandaag- begonnen! Je
mag best op een schriftvelletjo schrijven
en jo vriendin wordt mc-t gejuich in de
Rubriek begroet. Do volgende week hoor
lk zeker wel, of do goedo Sint ook op
LongwooS is geweest.
HEIDEROOSJE. We hebben een
heerlijk weekje achtor den rag, vind je
niet? En ik dénk, dat er gisteravond
heel wat zieke kinderen met een dank
baar hartje zijn gaan slapen.
WILLEM VAN DEN B. Leuk, .dat
er weer bent Wiin. Ik kan me bost
begrijpen, dat zus de poppenkast het al
lerprachtigst vond. Won jij niet, dat je
op Sint Nicolaas zoo'n ezeltje had ge
kregen?
GEMS. Wat heb jjj een prachtige
cadeaux op je verjaardag gekregen. En
heeft Sinterklaas er nog wat bij gedaan?"
DIKKE BAAS. 't. Doet me heel
veel plezior, dat jullie Zaterdag zooveel
plezier hebt gehad. Ik had er graag wat
moeite voor over. Jo hadt zeker nog nooit
op zulko mooie instrumenten hooren spe
len. Dag vent, vertel je mo de volgende
woek wat ovor Sint-NicolaaBavond.
JODOOUS. Was moeder er ook? En
naddon jullie een mooi plaatsje? Je hebt,
Maandagavond zeker wel in de courant
gelezen, wanneer jo naar Meer en Boscb
kunt gaan. Dinsdagavond ook vee! ge
noten!
PIETERBAAS. 'k Vond bet prettig
rcer wat van je to hooren. Nn nic-t meer
oo lang wegblijven, jongen.
Haarlem, G Deo. 1922.
W. BLOMBERGZEEMAN,
v. d. Vinnestraat 21 r.
Stadsnieuws
OP DEN GEWONEN DIENST VAN 1921 EEN NADEELIG SALDO VAN
f 1.680.000- GEEN LOONSVERLA GING VAN GEMËENTEPEHSO-
NEEL; ALLEEN INHOUDING VAN DEN VACANTIETOESLAG. RE-
SULTATEN VAN DE BEZUINIGING KLACHTEN OVER DE BESTRA
TINGEN. GEEN OPHEFFING VAN SCHOLEN. HET PLAN TOT
DEN BOUW EENER TWEEDE H. B. S. IN VOORBEREIDING. HER
STEL VAN PROGRESSIE OP HET GANSCHE BELASTING-
BIED.
Verschenen is het verslag van het
verhandelde in de afdeelingen van
den raad aangaande de gemeentebe
grooting met de beantwoording door
li. en W., alsmede het verslag van de
financieele commissie.
De financieele commissie is zeer
kort in haar opmerkingen. Zij kan ac-
coord gaan met de huidige belasting
heffing, mits de 3 evenredige hef
fing zou kunnen verdwijnen- Ten op
zichte van het grondbedrijf adviseert
de commissie de rente van de gronden
op die gronden te doen bijschrijven,
alsmede de terreinen enz. in gebruik
bij do lichamelijke opvoeding m het
grondbedrijf op te nemen.
En nu het verhandelde in de afdee
lingen, waarbij wij de opmerkingen
gedaan in de afdeelingen met het ant
woord van B. en W. samenvatten.
Beginnen wij met de
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Maar aanleiding van de algemeene
beschouwingen gehouden in de drie af
deelingen van den raad, merken B.
en \V. op dat dit jaar door de rap
porteurs geen centraal rapport is in
gediend, wat toch wel gewenscht was
geweest. B. en W. gaan dan de ge
dane vragen beantwoorden.
Ten aanzien van de g e-
ieente rekening van 1921
ordt medegedeeld dat deze wat den
gewonen dienst aangaat een nadeelig
saldo van pl.m. 1-680.000 zal aanwij
zen. Dit nadeelig saldo zal op den
dienst van 1922 worden overgebracht
om te worden gedekt uit de ontvang
sten over 1921, die, na het sluiten
van dozen dienst ontvangen, op den
dienst van 1922 worden verantwoord.
Alleen voor ontvangsten uit belastin
gen, wordt een bedrag van pl.m.
l.GOO.OOO geraamd. Hadden deze ont-
angsten administratie! op den dienst
an 1921 verantwoord kunnen worden,
dan zou het saldo van 1921 een ge
heel ander beeld verboonen.
Eenige leden in de le afdeeling had
den verklaard van meening te zijn
dat door de uitlatingen en voorstel
len gedaan in het rapport van dc orga-
nisaties, die de gemeentebegrooting
hadden onderzocht de gestie van den
raad wordt aangetast. B. en TV. ant-
woordden dat het verzoek aan de
organisaties tot medewerking aan de
bezuiniging in den vorm van het uit
brengen van advies omtrent dc door
de Directeuren ingediende begrootin-
gen, namens hun college is gedaan.
Dat dit moet leiden tot aantasting
van de gestie van den raad kunnen
B- en W. niet toegeven. Zij verzoeken
niet uit het oog te verliezen dat een
eerste proefneming nooit volmaakt
is.
B. en W. merken op d a t o f, en
zoo ja, hoeveel evenredi
ge belasting voor 1923—'24
za moeten worden gehe
ven, de naaBtetoekomst
z a 1 moeten e o r e n.
Eenige leden in dc eerste afdeeling
hadden aan B. en W. een beslist ant
woord gevraagd op dc vraag o f z ij de
looncn van het gemeente-
personeel wenschen te ver
lagen B. en W. antwoorden: „Wat
aangaat eventucele loonsverlaging van
het gemeentepersoneel meenden wij du:-
dcliik genoeg geweest te zijn: noch in de
Begroeting, noch in de toelichting,
noch in ons begeleidend schrijven is op
dil punt eenig ander voorstel gedaan
dan dc inhouding van den vacantieioe-
slag. Het bedrag benoodigd voor de pe
riodieke verhoogingen van de ambtena
ren met een salaris boven ƒ3000 be
draagt f 13000 voor de vacanlic-toesla-
gen aan diezelfde ambtenaren f 17.000.
Begint men te tellen bij de salarissen
boven f 2500 dan zijn die bedragen
respectievelijk 20.000 cn 25.000.
Naar aanleiding vau een vraag ge
daan ten opzichte van w ij z 1 g i n g
van de zakelijke belasting
op het b cdr ij f, antwoordden B. cn
W. dat hun standpunt dienaangaande
bekend is en dat dit nader omschreven
wordt in hun prac-advies op dc motie-
Van Liomt c,s. dat spoedig den rand
zal bereiken. Gevraagd was de resul
taten van den bezuinigingsdienst mede
te deelen. Ten aanzien daarvan verkla
ren B. en W. dat aan de ambtenaren da
taal; is opgedragen elk voorstel waar
mede de gemeentekas, hetzij in meet
feuilleton
(Geautoriseerde vertaling uit het
Eugelfich.)
(Nadruk verboden.)
42)
„Tom", zei de majoor, terwijl hij
Haar den liasurd keek, „ik ben blij
dat jo het oude regiment „ons" regi
ment hebt gekozen heel blij, want
ik weet (lat jij het eer zult aandoen,
■in eer aan Jo land. Maar Tom, wat
e eh je liefde betreft, beste jon
gen je hebt toch niet jezelf wil
len eh opofferen jo denkt toch
biet dat zij dat ik
„Neen, oom, dat u haar lief heeft
weet ik heel coed en dat zij u lief
aeeft, nu, daaraan twijfel ik ook niet,
- niettegenstaande niettegenetoan
3e de muur! Maar ik hen er heel ze-
her van dat ze mij niet lief beeft. Dus
ik offer me zelf niet op. oom, wer
kelijk niet, maak u maar niet on ge-
rust. En", vervolgde dc Viscount,
terwijl hij zijn snuifdoos te voorschijn
han.lde en or op klopte, „ik heb een
Tfevoel, een voorgevoel, dat alles wat
13 en haar aangaat, nog wel terecht
of nnndere mate, wordt bezwaard, on.
der de aandacht te nemen en B. en \V.
van advies (e dienen, c.cj. voorstellen
te doen, die op goedkoopc wijze lot
hetzelfde doel kunnen leiden. Geleide
lijke, stelselmatige en gestadige bezui
niging is daarvan het resultaat, dat, al
dus B. en W., in deze Begrooting weer
spiegeld wordt.
In de tweede afdeeling vond men de
Begrooting- geflatteerd, 3.
en \V. kunnen dat verwijt niet aanvaar
den. Zij volstaan met cc verklaring, dat
geen uitgaafpost lager geraamd is, daa
zij in gemoede overtuigd zijn, dat cr
voor 1923 op zal moeten worden uitge
geven, geen ontvangpost hooger dan zij
met recht kunnen verwachten dat de in
komsten uit die bron zullen toevloeien.-
Gevraagd was of de vliegende win-
kels kunnen worden belast voor spe
ciale diensten als reiniging, brandweer,
bewaking enz. B. en W. antwoorden dat
art. 240 der gemeentewei geen heffin
gen aangeeft, die in het bijzonder op
deze winkels zouden kunnen worde»»
toegepast.
In dc derde afdeeling had een lid
gevraagd, wat nu in verband met de
thans afloopende legislatieve periode,
speciaal door dit democratisch collego
van B. en W. is tot stand gebracht ca
verder hoe het staat met de uitvoering
van het urgentieprogram der S. D. A.
P. Naar aanleiding daarvan verklaren
B. en W. dat h. i. de eerste vraag in
haar aard reeds tegenstrijdig is. D<
legislatieve arbeid is „des raads" en
het antwoord op de vraag geven de
laatste jaargangen van het verhandeld?
in de vergaderingen van den raad. Daa?
B. en W. zich de uitvoering van het ur*
gentieprogTam der S. D. A. P. nimme»
tot taak gesteld hebben, kan h.1. d<
tweede vraag verder buiten beschot
wing blijven.
DE UITCAVEN.
B. en \V. gaan daarna beantwoor
den de vragen gedauu^bij de onder
scheidene posten. Wij stippen daar
uit aan: B. en W. achten geen ter
men aanwezig een voorstel te doen
hei presentiegeld terug te brengen cp
f 5, te minder, daar zij indertijd voor
stelden het presentiegeld te stellen
op f 10. Zij meenen met gerechtigd
te zijn een voorstel tc doen tot lioo-
gere bezoldiging van den ambtenaar
van den Burgerlijken Stand, belast
met het voltrekken van huwelijken.
De inrichting van een centraal in
koopbureau voor school- en bureau
behoeften is in. .vergevorderden staat
van voorbereiding. De opheffing van
het Zuiderhavenkantoor maakt een
punt van overweging bij B. en \V. int
en zal voor 1 Januari 1923 haar be
slag krijgen.
Openbare Werken.
Verschillende leden van de le afd.
hadden gevraagd 01 en W. maat
regelen kunnen treffen dal do ver
houding lussoken Openbare Y\ erken
en hei college een betere wordt aia
tot nu het geval ia geweest. B. ta
YV. merken op dat zij zich verbazen
over het stellen van die vraag (laar
hun niet bekend is, dut do Verhou
ding tusschen hun college en Open-
bare Werken niet goed zou zijn.
Onderscheidene klach
ten aangaande dc bestra
ting werden geuit.
in de i'e aid. merkte zeii«- een lid
op, dat „als de slechte toestand dei
eestrating uhjft voortuuien en hier
en daar alleen wat gaten worucn ge
stept, het aanzien van Haarlem /.eer
belangrijk zal vermniuerei» v erder
werd gevraagd hoe net staat met do
aspaalieering der iioolustraien en
wanneer de vluchtheuvels nu 1 stud-
huis en cp het Kiokuuiaplein .ut
stand komen. Er werd nicue aange
drongen op een hetere samenwerking
iussciieiï ue verschillende bedrijven
en openbare werken.
In hunne beantwoording van dit
alles deelen B. en W. allereerst me
de een regeling die 'dit jaar voor da
samenwerking tüssehen de velschil
lende bedrijven en openbare werken
is getroffen, ln 't ulgt-meen zeggen
zij, 1 lééft «cze regeling goed gewerkt.
Onlangs is echter bij een geval ge
bleken, dat niettegenstuunue die re
geling geen voldoende overleg ie ge
pleegd. Bij het door B. en \V. inge-
ste.d onderzoek is gebleken dat de
fout hier door een der bedrijven was
gemaakt De ddarvoor verantwoor
delijke persoon is deswege discipli
nair gestraft. Verschillende bestra
tingen werden onderhanden genomen
B. en W. overwegen de mogelijk
heid in de naaste toekomst tot asphal-
teering der hoofdwegen over te gaan.
Het maken van een vluchtheuvel
voor het raadhuis wachtte allereerst
op nieuwe rails door de Tramweg-
maatschappij te leggen. Tham houdt
dit verband met het leggen van as-
phaltblokken vóór het Raadhuis.
Wordt tot het leggen daarvan over
gegaan. dan dienen eerst alle onder-
grondeche werken 111 orde te worden
gemaakt. De vluchtheuvel Klokhuis
plein kan eerst worden gemaakt wan
neer de door de Traniwegrnaats. be
stelde rails zijn aangekomen.
Van de andere antwoorden, dio B.
en W. geven, vermelden wij, dat den
raad spoedig een voorstel zal worden
gedaan, beoogende het verkrijgen
zal komen. Want zelfs al'al heeft
ze op dien op dien ellendigen muur
gezeten, ze is toch een liof, edel
meisje en u weet, oom, zo heoft dien
brutalen kerel den hoed van het
hoofd getrapt!"
Hij deed zijn snuifdoos open en keek
er afwezig naar, terwijl hij vervolg
de: „Oom, als menschen zooals u en
ik verliefd worden, zijn er maar heel
weinig dingen ter wereld die die lief
de kunnen beletten of tegenhouden
het is een vuur dat allo hindernis-
sen verteert. En in gedachten zie ik
haar in dc toekomst hier naast u zit
ten ze zal dit groote huis vullen
met haar vroolijkheid en haar lach
en waar ild ook ben, uw geluk zal
ook mij gelukkig maken. Zij is voor
mij de eenige vrouw ter wereld
en ik vind dat u den cenigen man ter
wereld is die haar waardig is, en ik
hm daarom oom eh
De Viscount nam een snuifje en
niesde onmidellijk heftig. „O, 0!"
hijgde hij „wat een ellendig goed.
Ik kan er eigenlijk niet goed tegen.
G-goeden nacht oom!" En hij keerde
zich om cn liep al niezend dc kam ei
uit.
Een heelen tijd stond de raajooi
nog in den haard te kijken, toen bo
woog hii zich, zuchtte, soliudde het
hoofd, blies do kaarsen uit cn liep
met zwaren tred de trap op. Hij deed
de deur van zijn slaapkamer een
beetje harder dicht dan eigenlijk wel
noodig was. Toen ging hij aan zijn
schrijftafel zitten en schreef zoo ijve
rig door (iat de klok oen uur sloeg,
toen hij tenslotte opstond cn aandach
tig luisterend bleef staan. Het was
erg stil in huis, hij hoorde geen ge
luid behalve het ruischen van den
wind. Voorzichtig loopend ging hij
naar den haard, waarboven de ser
geant zijn zwaarden gehangen had
een half dozijn lichte, mooi ver
sierde wandeldegens en zijn zwaar
dere dienstwapen, de colichemarde.
Dit. nam hij van den muur. trok het
uit de oude leeren scheede en zag dat
ne sergeant het goed verzorgd had:
het staal glom en blonk prachtig; hij
stak hét weer in de scheede, gorde het
aan, maakte den kast open en haal
de er zijn oude veld jas uit cn een paar
hooge, zware rijlaarzen. Ilii schopte
zijn schoenen met. gespen uit en wil
de do zware laarzen aantrekken,
maar hij bedacht zich, stond 00. nam
do gespoorde laarzen en <!e jas on
der zijn arm, liep op zijn kousen de
kamer door, dééd voorzichtig de deur
open. en luisterde weer. tenslotte
nam bij een kaar;, sloot dc deur voor
zichtig en liep he^l zachtjes naar be
neden. Toen hij heneden gekomen
was bleef hij staan en keek achter
zich naar de trap en de ruime hal
met de schilderijen, de wapens en
wapenrustingen toen liep hij zuch
tend naar de bibliotheek. Bij hield
daar even stil om dé kaars in zijn
andere liand tc nemen, toen deed bij
de deur open cn ging verbaasd ach
teruit.
De sergeant kwam een pas naar vo
ren en ging in de houding staan. Hij
stond kaarsrecht in zijn oude leeren
dlenstjas, met zijn koppelriem en zijn
hoed een beete scheef zijn pruik
opnieuw gekruld en gepoederd een
soldaat van top tot teen een grim
mige, uiterst kalme veteraan. Het
roou van zijn jas was misschien wel
een beetje verschoten, maar zijn glim
mende koppel en de mooie gespen en
wapens maakten dat weer goed. Zijn
gezicht zag er vierkanter uit dan ooit
en to-cn hij groette leek zijn arm wel
stijver dan anders te zijn.
„Meneer", zoi hij, „de paarden zijn
gezadeld en klaar.
„Zeb Zebcdce!" riep de majoor
uit terwijl hij hot een stap achteruit
ging. Wat beteekent dat in vredes-
naam?"
„Meneer", antwoordde ac sergeant,
terwijl hii recht voor zich uitstaarde,
„dat beteekent dat ik, net als de paar
den. klaar ben om op weg te gaan,
zoodra u het hevel geeft".
„Maar Zeb, ik wil het nic! hebben!
Ik ga alleen. Hoor je me?"
„Ik hoor het. meneer".
„Begrepen, Zobedee alleen!'-
„Ja, meneer".
„En daarom moet je terug gaan
naar je bed nu dadelijk hoor
jo?**
„Ja, meneer, ik hoor het'".
„Nu vooruit, ga dan!"
„Noem me niet kwalijk,, majoor,
maar dat is me onmogelijk al be
veelt u het neen!"
„Ha! Wil jo daar mee zeggen dat
je weigert me te gehoorzamen?"
De sergeant knipte met de oogen,
scheen iet6 in te slikken en salueer
de.
„Ja majoor, dat bedoel ik!"
„Heb ik ooit van m'n
loven!" riep de majoor uit en staar
de met groote oogen naar de gespen,
de riemen en de wapens van den ser
geant alsof hij die dingen in zijn
eenenveertig jaar nog nooit gezien
had. „Is dat insubordinatie, oer-
gcant Zebedeo?" vroeg hij.
„Ja majoor dat is het. Ik moet
het bekennen, al spijt, het mo. Maar
a!s u weer ln den oorlog gaaf, volgt
daar natuurlijk uit dat ik ook ga.
Waar u ook heen gaat aio soldaat,
meneer ga ik me© nu en altijd".
„Maar wat moet er dan hier van
mijn bezittingen worden? Ik heb jou
in plaats van Jennings tot rentmees
ter aangesteld".
„Het is een heele eer, meneer, maar
m'n plich
„En hoc moet het dan met juffrouw
Agatha, ezel?"
L)n sergeant keek heel ernstig en
zei toen:
„Plich is plich, majpor!"
„En jij bent een ellendige stijfkoj
van een kerel, Zebedee, heb jo me
gehoord?"
De sergeant salueerde.
„Ik zeg een ezel en bovendien een
groote dwaas versta je me, Zeb.
De sergeant salueerde weer.
„En je praat grooten onzin idio
ten onzin, hoor je, Zebedee".
„Zeker meneer onzin maar
al» u zulten onzin wilt <ioo ik
mee!"
Nu werd de majoor zoo boos dat hij
«len rijlaars liet vallen en er op het
zelfde oogenblik als de sergeant, voor
bukte, zoodat ze eikaars hoeden af
stootten en die aan 't zoeken waren,
toen er zachtjes op de deur geklopti
werd. Ze gingen beiden weer recht-j
op staan en daar kwam juffrouw
Agathn binnen - glimlachend met;
haar heldere oogen en over haar
eene arm droeg z« de Rarmlüeias.
..Meneer", zei ze roet een buiging,
„het is wel erg laat. maar ik kom u
hier uw oude jas terug brengen. «Ue
ik in den tuin gevonden heb. van
daag ik weet dat u er zoo op ge
steld is".
En juffrouw Agatha glimlachte,
boog weer en liep zachtjes weg, ter
wijl ze den sergeant een wenk gaf
«tn haar te volgen.