HAARLEM'S DAGBLAD Uit lie Natuur. kuurioK voor ©nse J®ugd ËaadselopSosslngeR iudlnuurtak jfrlsiasirag De Gemeentebegrooting io de afdeelingen van den Raad. BETTY WOENSDAG 6 DECEMBER 1922 TWEEDE BLAD volkstuinen. Zo bestonden reeds lang voor den Jog. Wie wet de trein van Amsterdam naar Bussum ging kon „Tuinwjjck" te tien kragen: een oppervlakte grond, ge buurd door do vereeniging van dien naam verdeeld in tallooze kleine tuintjes cn onderverhuurd aan zoovolo Amsterdam mers die door het syatoem van etagowo- jttingou het genot van eon eigen tuin maesten missen. Ieder tuintje werd voorzien van prieel en op vcrschillondo wjjze hielp hot pestunr de leden in hun tuinweTk. Door do oorlog en de duurte van groen ten enz. kwamen volkstuinen overal in zwang, zoowel in binnen- als bnitealand, als ik mjj niet vergis ook in onze stad. Vooral in Dnitscbland zjjn do steden als let ware omgeven door oen krans van tuintjes waar tot laat in den avond het geheclo gezin bozig is mot gieten en plan- te.' - Het voordooi van die volkstuinen is drie ledig: In do cersto plaats is het tuinwerk opvoedend, vooral voor de kinderen. Het zien groeien en het besteden vnn zorg aan de planten kweekt ook liefde voor alles wat groeit en bloeit en werkt zoo natuur bescherming in de hand. Hot wekt do weetgierigheid op „hoe" dat alles groeit en de tyd on het geld dat anders mis schien in café's besteed werd komt nu aan een beter doel ton goede. In 190G word te Parijs hot tweede In ternationale congres voor Volkstuinen ge houden. Ribot, do latere min.-president van Frankrijk somt daur in oen prachtige rede do voordoelen van volkstuinen op on zegt.. „Ho tuin ia ook een middel om deze twee geescls der meuschheid van onzen tyd to bestryden: het alcoholisme en de tu berculose". Bibot noemt daarmede ook datgene dat do tweede plaats het nut vormt van volkstuinen: het bevorderen van de volksgezondheid. Het tuinwerk in de open lucht is een uitstekond tegenwicht tegen dikwijls eenzjjdigo arbeid die het dagelyksch leven vergt. En vooral in tijden van duurte, zooals nu Duitscbland door maakt, is do opbrengst van don volkstuin ten niet onbelangrijke vermeerdering van de voeding van het gezin. Onze steden hebben te weinig parken, om de stads lucht te ververschen, hoe meer de ste deling dus op zijn vrijen Zaterdagmiddag en na zjjn werk naar den tuin trekt, hoe beter dit is voor de gezondheidstoestand van dia stedelingen. En met „voeding van het gezin" noemde ik de derde belang rijke factor, die op 't oogenblik voor do meesteu van weinig bolang is omdat1 groenten en aardappelen zoo goedkoop zijn, dat ze do productiekosten meestal niet goedmaken. Maar toch zou het met do heerscliGudo werkeloosheid voor de slachtoffer» daarvan niet zonder betoe- kenis zijn, wanneer do opbrengst van het volkstuintje een verlichting bracht van het voedingsprobleem in zulko tijden en tegelijk 'n gelegenheid om nog enkele uren nuf'u dor- >•-- Zoo zonden groo-1 ter opgezette volkstuinen of ontginningen zelfs een middel zijn, om tegemoet te ko men aan de eisch van „productieve beid", die tegenwoordig zooveel gehoord wordt! Dit alles wordt, ondanks do uitspra ken van economen en vereonigingsloiders ten gunste van volkstuinen, als Mr. Ferd. W. O. H. Oldenwelt, voorzitter van het Comité voor Volkstuinen to Amsterdam J. Bruinwold Riedel, socrotaris van het Nnt, mgr. Latty, bisschop van Orleans, ond-minister-presidont van België BeeT- naert, Abbé Lemire, Bibot, on velo ando ren nog niet beseft door de meerderheid van den Amstcrdamscheu gemeenteraad. Deze besloot een gTOOte oppervlakte tui nen te doen veranderen in een voetbalter rein! Laten we direct erkennen, dat voet balvelden, ook noodig zijn, maar is 't daar om iets waar volkstuinen, waar jaren ge ploeterd en geliefhebberd is om den grond vruchtbaar te maken, plaats voor inoeton maken? Er is wol geen stad ln ons land waar de behoefte aan tuinen zoo groot is als Amsterdam met zijn dichte bevolking cn vier tot vjjf-verdiepingeii hooge hui zen, waarin het wonen in strijd is met de menschelijke natuur. Maar ook in Haarlem zou toch i animo voor volkstuinen wel op zijn plaats zijn. Voor zoover ik weet is er nergens bij de stad een grootsch opgezet complex van volkstuinen. In dit verband wil ik ook nog even wijzen op hot mooie work, dat de Kin- derbond doet, dat als een pionierswerk voor volkstuinen beschouwd kan worden. In een stil plokje buiten 'do stad heeft deze vereeniging een lapje grond, waar jongens en moisjes van ongeveer D13 jaar ieder een tuintje hebben, waar ze on der leiding van enkele dames hun groen ten en bloemen telen. Ik heb ze er eens bezig gezien, met het wieden van onkruid en met het oogsten van grooton kroppen sla, die vol trots mee naar huis genomen werden. Die jongens en moisjes zijn la ter natuurlijk volkstninbozittors, want eenmaal met dergelijk werk begonnen en er wat slag van gekregen heeft, laat het niet gemakkelijk in do steek. 't Is maar jammer dat dio Kiuderbond, door het gering aantal leden en dus ge ringe financiën niet in staat is meer kinderen in het tuinwerk op to voeden, want slechts een klein deel van de aan jagers kan tevreden gesteld worden. En dat de huismoeders blij zij", dat hnn kroost op Woensdag en Zaterdagmiddag nuttig bezig is, kan men zich voorstellen. Maar ook voor grooter opgezette Volks tuinverenigingen ly'kt m\j in onze stad de tijd toeh wel rypl In hot najaar moet zooiets aangepakt worden, on door de ge ringe opbrengst van do tuinbouwproduc ten is de linur van land nu veel lager dan eenige jaren geleden. C. S1PKES. Vragen te adrosseeren: Koudenhorn 34. Nagekomen raadsels ontvangen van: Gems 3 Heideroosje 6 Monteur G Hout hakker 5 Colmapuschi 5 Hein Stavast G Mandarijntje 6 Kra!enrjjgs*cr£je 6 Tor.ne- rifstertjo G Pierrette G Nimmerstil 6 Wervelwind 6 Prinses MaTsepeintja 5 Maanelfjo G Autopet 6 Vogeltje 6 Den appeltje G Willem III 6 Lentebode 6 Sneeuwballotjo 6 Neerlaudia 6 Bosch wachter G Duimelijntjo 6 Paranoot 6 An- nio Javaux 0 Edammcrtjo G Woelwater 6 Karei V G E. Cassée G J. A. Casséo 6 DuinTOosko G Zeeuwsch Boerinnetje 6 Indiaan G Prinses Maja 6 Goudkopjo 6 Rosalia 6 Goudsterretjo 0 IJsbeertjo 6 Hoefijzertjo 6 Klavertje vier 6. JOHANNA KROON, Fabiiciusstraat 9 rraagt Karnemelk-plaatje». Hat GaiaRsklnd. door W. B. Z. Zijn oogen glansden van vroolijkkeid. Daar zat vader zoowaar aan do koffie tafel „Jfcost!" Vader had hem ook gezien en spende nu zelf de deur. „Toch geen zwarigheid!" Do vroolyko stemming bij 't weerzien ran vader week op den achtergrond, nu lij van Gordaatjo moest vertellen. ,,'k Moot nog een paar bozoeken afleg gen. Je kunt wel eveu meegaan. Dan rij den wo samen terug. Maar jo verzuimt toch niet vnn school?" „Neen vader er waren twoo leeraren ziek. 'k Heb al vacantie. Een bof, hè!" „Dat is het zeker, Joost." Vader nam vlug afscheid van de dok tersfamilie oi. met Joost ging h\j oen naastbjj2\jndo boerenwoning. Joost zetto zich op een paaltjo voor het hek en keek naar do lievo jougd, die school- waarts ging. Een echt leuk gezicht als je zelf vrij badt. Een klein kleutertje vroeg: „Mut jij niet naar school!" ,4k steek den bink!" zei Joost op ge- hoimzinnigen toon. „O," zei bet kleutertje en nog cona „O" Joost schaterde van het lachon. „Stil, jongen, niet zoo luidruchtig. Hier ligt een zieke dio van hot minsto ge- rnisch wakker wordt," zei doktor Bos boom, die juist van hot erf kwam. Joost keek zjjn vader eens van terzijde aan. Vaders vroolijko gezicht was nu een en al ernst. „Nu nog mijn laatste bezoek, daar in die witte villa." „Een erge zieke!" „Ja, Joost. Een jong meisjo van jouw leeftijd „Kan zo betor worden, vader!" „We zullen doen, wat in ons vermogen ls. Maar zo zal oen harden dobber heb ben." Zwijgend liop lij) met vader mee tot aan do witte villa. ,,'k Wacht wel bij hot bek, vader." „Goed Joost" In gedachten verzonken loundc Joost tegen het ijzeren hek. Hjj lette nu niet op de voor'oy trippelende kleuter. Hij dacht aan vader en hoe moeilijk het was, dok ter te zijn. Altijd Iee<1 cn ellende aan schouwen, neen toch niet altijd, soms, ja vaak ook vreugde en dankbaarheid over het herstel. Ja, later, zou ook hij doktor worden net als vader Het waeliton duurde lang, maar Joost veTvoeldo zich niet, want 't was hem, als of de toekomst daar voor hem lag als een onbeschreven blad papier. Eu Joost schreef er zijn verlaugeus op, mooie, ernstige, goede wcnschen. „Zie zoo jongen, we gaan op huis aan. „Was het meisje iets betert'* „Tenminste niet erger," Vader vroeg nu van alles over Gerda. „En boe moet het nu morgen met Aaltjes jubileum!" „Goed, dat U er over spreekt, 'k Heb Moes beloofd bij bakker Bruist eon taart to bostellen." „Ons cadeau, een gouden horloge, heoft U gelukkig in huis, Moes heeft over ver dere dingen niet gesproken." „Maar de ©er*>boog?" „Ja, die souden we morgen in de vroeg te maken, als Gordaatjo dan maar be ter is." „Kijk eens, Joost, daar mag onze trou we Aaltje toch niet onder lijden. Mor gen moet Aal ervaren, hoe dankbaar wo zjjn voor haar goede zorgen." Joost was het met vader eens. Van an- doro mensehen hoorde je altijd klachten over dienstboden. Wie zou er op het dok tershuis over Aaltje klagen! Ju, Aal klaagde wel vaak over die drie ondeug den, die nooit dachten aan een wit ge schuurde gang of een sohoone stoep. Maar diezelfde booze Aal stond altijd voor hen klaar, als er ©en vlieger ge maakt moest worden, of er een bal zoek was, ofals er een straf moest ont- loopen worden. Morgen, 24 December, vierde Aaltje haar jubileum en daarvoor moesten alle beng aan t dek. Misschien had moeder den toestand van Gerdaatje wol wat donker ingezien. Va der schoen er veel kalmer onder te zijn. Toch was hij maar blij, dat hun dorp in 't gezicht was. „Flip staat nan 't hek," riep Joost. ,J>ie zal ook vroeg vrij hebben gekre gen," sprak vader. Zo zagen Flip nu den tuin inhollen. „Hij moet 't vast aan moes vertellen dat wo in aantocht zijn." En opeens kwam bij Joost de angst wocr boven van daar straks, de angst om het kleine, zieke ploegzusje. „52org jij voor do fietsen, Joost. Ik ga mo oven wassehon en zal dan dadelijk bij ons kindje zien," zei dokter BoschbWm. Geen kwartier later was de dokter be zig hot kleine patientje te onderzoeken. Zo liet alles gewillig toe, ze schoen te versuft om weerstand te bieden. Het kreunen was ook geheel opgehouden. „Ja, moedertje, Gerdaatje is heel ziek." „Wat heeft ze!" vroeg Aaltje be zorgd, dio al maar heen en weer godren- told had,'omdat ze in haar keuken rust noch dunr had. ,Dat kan ik nog niet zeggen. We moe ten eerst eens afwachten. Het kindje moet mnar boven in het nachtwiegjo gelegd worden, 't Is beter, dat ze afgezon derd is." „Jo denkt toch niet aan een besmette lijke ziekte, man!" ,,Ja, daar denk ik aan. Ik denk er zelfs over om een" zuster te vragen uit het gasthuis." „Dat zal niet gebeuren,-" zoi mevrouw beslist. „Ho, ho moedertje, maar als jo nu ook besmet wordt, wat moeten dan je man on jo jongens beginnen?" Hot goede doktersvrouwtjo stond oven besluiteloos. „Och man, laat me nu dezen dag en nacht voor haar zorgen." „Dat moeten we dan maar overgeven. Ik ben er van overtuigd, dat er in het Gasthuis geen hetero verpleegster te vin- Het verdere van den dag bleef me vrouw Boscbboom bij het zioko kindje, 't Was maar goed, dat do dokter dien avond thnis bleef en voor hot naderendo feest toebereidselen mot zjjn zoons waak- to anders zou deze eerste vacantie- id saai- eD treurig verloopen zjjn. u maar vroeg naar bed jongens en vroeg op voor de eerepoort," comman deerde vader. „Gaat U ook maar ganw slapen vader," si Bram bezorgd. En hij liet er op vol gen: „Misschien krijgt U vannacht wei nig slaap." 'k Beloof het je hoor. Ik zal moeder u jullie goeden naeht wenschen. Zacht jes de trappen op en wel te rusten I (Wordt vervolg.) weer met nieuwen moed aan 't werk' zult gaan. I-: 't niet zoo? GOUDKOPJE. Je raadsel is goed. GOUDSTERRETJE. Vond je niet, dat onze tentoonstelling net een groote bazaar geleek? Wanneer begint de Kerst- vacantio? Mo dunkt, dat dnurt nog wol eon 14 dagen. LENTEBODE. Ja, nu begrijp ik dien zoe-wedstrjjd wel. Weet je al iets van den uitslag! Zjjn jullie Woensdag allemaal wezen kijken? En ook met eiertjes op het feest geweest! IJSBEERTJE. Aan je verzoek heb k voldaan. En wat zeg ja wel van onze tentoonstelling! En van ons feest? PRINSES MAJA. Ja, Tc was wei een bootje moe. Maar zonder moeite be reikt oon mensch niet veel. Dns je be hoeft geen medelijden met mo te heb ben. Heb je nu in do courant gelezen, io' er moe mogen naar de Ziekenhuizen! HOKFIJZEETJE. Nu bcn'jo heele- maal ingeburgerd. RUTGER JAN SCHIMMELPENNINCK Je raadsel is niet fout, maar ik plaats hot toeh liever niet, want 't is zoo'n beetje reclame-maken en dat laten we maar over voor do groote menschen. Be grijpt n, meneer do Raadpensionaris! KLAVERTJE VIER. Hoe is het met den pynlijken duim! Je schrift was nog best leesbaar. O. Je mag je eigenaam of je schuilnaam ondor je werk zetten. Dat moet jo zelf weten. WILLEM DE ZWIJGER. Heeft de Prins Woensdag in den knel gezeten! Als wo oen volgend jaar weer tentoonstelling mogen houden, dan zullen we je de ruimte geven. KAREL V. Je raadsel is goed. WOELWATER. Ja, ik heb jo wel gozion en ik dacht zoo: dat een woelwa tertje zich wel thuis voelde in do volte, 't Was oon bof, dat jo nog een kaart over had. Er was geen plaatsje onbezet. Ik vond jo pop toeh zoo mooi. ANNIE J. Het gaat al wat best mot je raadsels. Je mag dien mooien schuilnaam wol houden. Je raadsels zijn DÉ KLEINE SPORTMAN mag schuilnaam houden. Wil je er vooral „kleinevoorzetten want er is nl een Sportman. ZEEUWSCH BOERINNETJE. Je raadsel is goed. PRINSES MARSEPEINTJE. Als je goregcld meedoet, zul je oens zien, hoe knap jo ook nog wordt in Aardrijks kunde. Jo raadsels zjjn goed. Je wieg is AAN DE MEISJES-GEZELLEN PADVINDSTERS TE HAARLEM. Hartelijk dank ik jullie voor de mooi anngckleede pop, die zoo in allo stilte op tentoonstelling werd neergezet. Ik heb wel eens gehoord, dat jullie devies is „altijd bereid", nu heb ik dit in de praetijk ervaren. Me dunkt meisjes, dat jullie door dezo gave getoond hebt, het goodo pad te z\ja ingeslagen. Nieuwelingen zijn: CATO DOEZ1E, oud 7 jaar, Gen. Bo- thastraat 34 (2de nieuweling in Deo.) WIM VAN DEN EÏKHOF, oud 9 jaar Dr. Leydsstraat 34D, Schoten. (3de nieu weling «i December.) Brieven aan (lo Redactie van do Kin- dor-Afileeling moeten gezonden wordon aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vin nestraat 21rood. (In de bus gooien, zonder aanbellen.) ROSALIAHeb je Zaterdag echt ge noten? Ik denk, dat je het volgend jaar door honderden menschen bewonderd. NIMMBRSTEL cn WERVELWIND mogen hun schuilnamen honden. PIERRETTE. Is broer weer hoele- maul in orde? En hoe vond grootmoeder onze tentoonstelling! Had je in Amster dam wel ooit zoo iets moois gezien? HEIN STAVAST. Nog wel gefelici teerd mot je verjaardag. Dus we gaven Zaterdag feest ter ecre van jon. Ik vond al jnllie werk keong COLMAPUSCHI. Je corste raadsel niet goed, want Ka als meisjesnaam echrjjf je niet met C. net tweede is goed. HOUTHAKKER. Jo raadsel is goed. Kwam je Zaterdag tevreden thuis? ROaV FLUWEELTJE en TERTRIAIB - Eigenljjk had ik met een stadsomroe- ir in Haarlem en Omstreken bekend moeten maken, dat de tentoonstelling oob. 's avonds geopend wns, 't Is jammer, dat Rosa Fluweeltje er niets van gezien heeft. Zjjn do repetities vandaag- begonnen! Je mag best op een schriftvelletjo schrijven en jo vriendin wordt mc-t gejuich in de Rubriek begroet. Do volgende week hoor lk zeker wel, of do goedo Sint ook op LongwooS is geweest. HEIDEROOSJE. We hebben een heerlijk weekje achtor den rag, vind je niet? En ik dénk, dat er gisteravond heel wat zieke kinderen met een dank baar hartje zijn gaan slapen. WILLEM VAN DEN B. Leuk, .dat er weer bent Wiin. Ik kan me bost begrijpen, dat zus de poppenkast het al lerprachtigst vond. Won jij niet, dat je op Sint Nicolaas zoo'n ezeltje had ge kregen? GEMS. Wat heb jjj een prachtige cadeaux op je verjaardag gekregen. En heeft Sinterklaas er nog wat bij gedaan?" DIKKE BAAS. 't. Doet me heel veel plezior, dat jullie Zaterdag zooveel plezier hebt gehad. Ik had er graag wat moeite voor over. Jo hadt zeker nog nooit op zulko mooie instrumenten hooren spe len. Dag vent, vertel je mo de volgende woek wat ovor Sint-NicolaaBavond. JODOOUS. Was moeder er ook? En naddon jullie een mooi plaatsje? Je hebt, Maandagavond zeker wel in de courant gelezen, wanneer jo naar Meer en Boscb kunt gaan. Dinsdagavond ook vee! ge noten! PIETERBAAS. 'k Vond bet prettig rcer wat van je to hooren. Nn nic-t meer oo lang wegblijven, jongen. Haarlem, G Deo. 1922. W. BLOMBERGZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21 r. Stadsnieuws OP DEN GEWONEN DIENST VAN 1921 EEN NADEELIG SALDO VAN f 1.680.000- GEEN LOONSVERLA GING VAN GEMËENTEPEHSO- NEEL; ALLEEN INHOUDING VAN DEN VACANTIETOESLAG. RE- SULTATEN VAN DE BEZUINIGING KLACHTEN OVER DE BESTRA TINGEN. GEEN OPHEFFING VAN SCHOLEN. HET PLAN TOT DEN BOUW EENER TWEEDE H. B. S. IN VOORBEREIDING. HER STEL VAN PROGRESSIE OP HET GANSCHE BELASTING- BIED. Verschenen is het verslag van het verhandelde in de afdeelingen van den raad aangaande de gemeentebe grooting met de beantwoording door li. en W., alsmede het verslag van de financieele commissie. De financieele commissie is zeer kort in haar opmerkingen. Zij kan ac- coord gaan met de huidige belasting heffing, mits de 3 evenredige hef fing zou kunnen verdwijnen- Ten op zichte van het grondbedrijf adviseert de commissie de rente van de gronden op die gronden te doen bijschrijven, alsmede de terreinen enz. in gebruik bij do lichamelijke opvoeding m het grondbedrijf op te nemen. En nu het verhandelde in de afdee lingen, waarbij wij de opmerkingen gedaan in de afdeelingen met het ant woord van B. en W. samenvatten. Beginnen wij met de ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. Maar aanleiding van de algemeene beschouwingen gehouden in de drie af deelingen van den raad, merken B. en \V. op dat dit jaar door de rap porteurs geen centraal rapport is in gediend, wat toch wel gewenscht was geweest. B. en W. gaan dan de ge dane vragen beantwoorden. Ten aanzien van de g e- ieente rekening van 1921 ordt medegedeeld dat deze wat den gewonen dienst aangaat een nadeelig saldo van pl.m. 1-680.000 zal aanwij zen. Dit nadeelig saldo zal op den dienst van 1922 worden overgebracht om te worden gedekt uit de ontvang sten over 1921, die, na het sluiten van dozen dienst ontvangen, op den dienst van 1922 worden verantwoord. Alleen voor ontvangsten uit belastin gen, wordt een bedrag van pl.m. l.GOO.OOO geraamd. Hadden deze ont- angsten administratie! op den dienst an 1921 verantwoord kunnen worden, dan zou het saldo van 1921 een ge heel ander beeld verboonen. Eenige leden in de le afdeeling had den verklaard van meening te zijn dat door de uitlatingen en voorstel len gedaan in het rapport van dc orga- nisaties, die de gemeentebegrooting hadden onderzocht de gestie van den raad wordt aangetast. B. en TV. ant- woordden dat het verzoek aan de organisaties tot medewerking aan de bezuiniging in den vorm van het uit brengen van advies omtrent dc door de Directeuren ingediende begrootin- gen, namens hun college is gedaan. Dat dit moet leiden tot aantasting van de gestie van den raad kunnen B- en W. niet toegeven. Zij verzoeken niet uit het oog te verliezen dat een eerste proefneming nooit volmaakt is. B. en W. merken op d a t o f, en zoo ja, hoeveel evenredi ge belasting voor 1923—'24 za moeten worden gehe ven, de naaBtetoekomst z a 1 moeten e o r e n. Eenige leden in dc eerste afdeeling hadden aan B. en W. een beslist ant woord gevraagd op dc vraag o f z ij de looncn van het gemeente- personeel wenschen te ver lagen B. en W. antwoorden: „Wat aangaat eventucele loonsverlaging van het gemeentepersoneel meenden wij du:- dcliik genoeg geweest te zijn: noch in de Begroeting, noch in de toelichting, noch in ons begeleidend schrijven is op dil punt eenig ander voorstel gedaan dan dc inhouding van den vacantieioe- slag. Het bedrag benoodigd voor de pe riodieke verhoogingen van de ambtena ren met een salaris boven ƒ3000 be draagt f 13000 voor de vacanlic-toesla- gen aan diezelfde ambtenaren f 17.000. Begint men te tellen bij de salarissen boven f 2500 dan zijn die bedragen respectievelijk 20.000 cn 25.000. Naar aanleiding vau een vraag ge daan ten opzichte van w ij z 1 g i n g van de zakelijke belasting op het b cdr ij f, antwoordden B. cn W. dat hun standpunt dienaangaande bekend is en dat dit nader omschreven wordt in hun prac-advies op dc motie- Van Liomt c,s. dat spoedig den rand zal bereiken. Gevraagd was de resul taten van den bezuinigingsdienst mede te deelen. Ten aanzien daarvan verkla ren B. en W. dat aan de ambtenaren da taal; is opgedragen elk voorstel waar mede de gemeentekas, hetzij in meet feuilleton (Geautoriseerde vertaling uit het Eugelfich.) (Nadruk verboden.) 42) „Tom", zei de majoor, terwijl hij Haar den liasurd keek, „ik ben blij dat jo het oude regiment „ons" regi ment hebt gekozen heel blij, want ik weet (lat jij het eer zult aandoen, ■in eer aan Jo land. Maar Tom, wat e eh je liefde betreft, beste jon gen je hebt toch niet jezelf wil len eh opofferen jo denkt toch biet dat zij dat ik „Neen, oom, dat u haar lief heeft weet ik heel coed en dat zij u lief aeeft, nu, daaraan twijfel ik ook niet, - niettegenstaande niettegenetoan 3e de muur! Maar ik hen er heel ze- her van dat ze mij niet lief beeft. Dus ik offer me zelf niet op. oom, wer kelijk niet, maak u maar niet on ge- rust. En", vervolgde dc Viscount, terwijl hij zijn snuifdoos te voorschijn han.lde en or op klopte, „ik heb een Tfevoel, een voorgevoel, dat alles wat 13 en haar aangaat, nog wel terecht of nnndere mate, wordt bezwaard, on. der de aandacht te nemen en B. en \V. van advies (e dienen, c.cj. voorstellen te doen, die op goedkoopc wijze lot hetzelfde doel kunnen leiden. Geleide lijke, stelselmatige en gestadige bezui niging is daarvan het resultaat, dat, al dus B. en W., in deze Begrooting weer spiegeld wordt. In de tweede afdeeling vond men de Begrooting- geflatteerd, 3. en \V. kunnen dat verwijt niet aanvaar den. Zij volstaan met cc verklaring, dat geen uitgaafpost lager geraamd is, daa zij in gemoede overtuigd zijn, dat cr voor 1923 op zal moeten worden uitge geven, geen ontvangpost hooger dan zij met recht kunnen verwachten dat de in komsten uit die bron zullen toevloeien.- Gevraagd was of de vliegende win- kels kunnen worden belast voor spe ciale diensten als reiniging, brandweer, bewaking enz. B. en W. antwoorden dat art. 240 der gemeentewei geen heffin gen aangeeft, die in het bijzonder op deze winkels zouden kunnen worde»» toegepast. In dc derde afdeeling had een lid gevraagd, wat nu in verband met de thans afloopende legislatieve periode, speciaal door dit democratisch collego van B. en W. is tot stand gebracht ca verder hoe het staat met de uitvoering van het urgentieprogram der S. D. A. P. Naar aanleiding daarvan verklaren B. en W. dat h. i. de eerste vraag in haar aard reeds tegenstrijdig is. D< legislatieve arbeid is „des raads" en het antwoord op de vraag geven de laatste jaargangen van het verhandeld? in de vergaderingen van den raad. Daa? B. en W. zich de uitvoering van het ur* gentieprogTam der S. D. A. P. nimme» tot taak gesteld hebben, kan h.1. d< tweede vraag verder buiten beschot wing blijven. DE UITCAVEN. B. en \V. gaan daarna beantwoor den de vragen gedauu^bij de onder scheidene posten. Wij stippen daar uit aan: B. en W. achten geen ter men aanwezig een voorstel te doen hei presentiegeld terug te brengen cp f 5, te minder, daar zij indertijd voor stelden het presentiegeld te stellen op f 10. Zij meenen met gerechtigd te zijn een voorstel tc doen tot lioo- gere bezoldiging van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand, belast met het voltrekken van huwelijken. De inrichting van een centraal in koopbureau voor school- en bureau behoeften is in. .vergevorderden staat van voorbereiding. De opheffing van het Zuiderhavenkantoor maakt een punt van overweging bij B. en \V. int en zal voor 1 Januari 1923 haar be slag krijgen. Openbare Werken. Verschillende leden van de le afd. hadden gevraagd 01 en W. maat regelen kunnen treffen dal do ver houding lussoken Openbare Y\ erken en hei college een betere wordt aia tot nu het geval ia geweest. B. ta YV. merken op dat zij zich verbazen over het stellen van die vraag (laar hun niet bekend is, dut do Verhou ding tusschen hun college en Open- bare Werken niet goed zou zijn. Onderscheidene klach ten aangaande dc bestra ting werden geuit. in de i'e aid. merkte zeii«- een lid op, dat „als de slechte toestand dei eestrating uhjft voortuuien en hier en daar alleen wat gaten worucn ge stept, het aanzien van Haarlem /.eer belangrijk zal vermniuerei» v erder werd gevraagd hoe net staat met do aspaalieering der iioolustraien en wanneer de vluchtheuvels nu 1 stud- huis en cp het Kiokuuiaplein .ut stand komen. Er werd nicue aange drongen op een hetere samenwerking iussciieiï ue verschillende bedrijven en openbare werken. In hunne beantwoording van dit alles deelen B. en W. allereerst me de een regeling die 'dit jaar voor da samenwerking tüssehen de velschil lende bedrijven en openbare werken is getroffen, ln 't ulgt-meen zeggen zij, 1 lééft «cze regeling goed gewerkt. Onlangs is echter bij een geval ge bleken, dat niettegenstuunue die re geling geen voldoende overleg ie ge pleegd. Bij het door B. en \V. inge- ste.d onderzoek is gebleken dat de fout hier door een der bedrijven was gemaakt De ddarvoor verantwoor delijke persoon is deswege discipli nair gestraft. Verschillende bestra tingen werden onderhanden genomen B. en W. overwegen de mogelijk heid in de naaste toekomst tot asphal- teering der hoofdwegen over te gaan. Het maken van een vluchtheuvel voor het raadhuis wachtte allereerst op nieuwe rails door de Tramweg- maatschappij te leggen. Tham houdt dit verband met het leggen van as- phaltblokken vóór het Raadhuis. Wordt tot het leggen daarvan over gegaan. dan dienen eerst alle onder- grondeche werken 111 orde te worden gemaakt. De vluchtheuvel Klokhuis plein kan eerst worden gemaakt wan neer de door de Traniwegrnaats. be stelde rails zijn aangekomen. Van de andere antwoorden, dio B. en W. geven, vermelden wij, dat den raad spoedig een voorstel zal worden gedaan, beoogende het verkrijgen zal komen. Want zelfs al'al heeft ze op dien op dien ellendigen muur gezeten, ze is toch een liof, edel meisje en u weet, oom, zo heoft dien brutalen kerel den hoed van het hoofd getrapt!" Hij deed zijn snuifdoos open en keek er afwezig naar, terwijl hij vervolg de: „Oom, als menschen zooals u en ik verliefd worden, zijn er maar heel weinig dingen ter wereld die die lief de kunnen beletten of tegenhouden het is een vuur dat allo hindernis- sen verteert. En in gedachten zie ik haar in dc toekomst hier naast u zit ten ze zal dit groote huis vullen met haar vroolijkheid en haar lach en waar ild ook ben, uw geluk zal ook mij gelukkig maken. Zij is voor mij de eenige vrouw ter wereld en ik vind dat u den cenigen man ter wereld is die haar waardig is, en ik hm daarom oom eh De Viscount nam een snuifje en niesde onmidellijk heftig. „O, 0!" hijgde hij „wat een ellendig goed. Ik kan er eigenlijk niet goed tegen. G-goeden nacht oom!" En hij keerde zich om cn liep al niezend dc kam ei uit. Een heelen tijd stond de raajooi nog in den haard te kijken, toen bo woog hii zich, zuchtte, soliudde het hoofd, blies do kaarsen uit cn liep met zwaren tred de trap op. Hij deed de deur van zijn slaapkamer een beetje harder dicht dan eigenlijk wel noodig was. Toen ging hij aan zijn schrijftafel zitten en schreef zoo ijve rig door (iat de klok oen uur sloeg, toen hij tenslotte opstond cn aandach tig luisterend bleef staan. Het was erg stil in huis, hij hoorde geen ge luid behalve het ruischen van den wind. Voorzichtig loopend ging hij naar den haard, waarboven de ser geant zijn zwaarden gehangen had een half dozijn lichte, mooi ver sierde wandeldegens en zijn zwaar dere dienstwapen, de colichemarde. Dit. nam hij van den muur. trok het uit de oude leeren scheede en zag dat ne sergeant het goed verzorgd had: het staal glom en blonk prachtig; hij stak hét weer in de scheede, gorde het aan, maakte den kast open en haal de er zijn oude veld jas uit cn een paar hooge, zware rijlaarzen. Ilii schopte zijn schoenen met. gespen uit en wil de do zware laarzen aantrekken, maar hij bedacht zich, stond 00. nam do gespoorde laarzen en <!e jas on der zijn arm, liep op zijn kousen de kamer door, dééd voorzichtig de deur open. en luisterde weer. tenslotte nam bij een kaar;, sloot dc deur voor zichtig en liep he^l zachtjes naar be neden. Toen hij heneden gekomen was bleef hij staan en keek achter zich naar de trap en de ruime hal met de schilderijen, de wapens en wapenrustingen toen liep hij zuch tend naar de bibliotheek. Bij hield daar even stil om dé kaars in zijn andere liand tc nemen, toen deed bij de deur open cn ging verbaasd ach teruit. De sergeant kwam een pas naar vo ren en ging in de houding staan. Hij stond kaarsrecht in zijn oude leeren dlenstjas, met zijn koppelriem en zijn hoed een beete scheef zijn pruik opnieuw gekruld en gepoederd een soldaat van top tot teen een grim mige, uiterst kalme veteraan. Het roou van zijn jas was misschien wel een beetje verschoten, maar zijn glim mende koppel en de mooie gespen en wapens maakten dat weer goed. Zijn gezicht zag er vierkanter uit dan ooit en to-cn hij groette leek zijn arm wel stijver dan anders te zijn. „Meneer", zoi hij, „de paarden zijn gezadeld en klaar. „Zeb Zebcdce!" riep de majoor uit terwijl hij hot een stap achteruit ging. Wat beteekent dat in vredes- naam?" „Meneer", antwoordde ac sergeant, terwijl hii recht voor zich uitstaarde, „dat beteekent dat ik, net als de paar den. klaar ben om op weg te gaan, zoodra u het hevel geeft". „Maar Zeb, ik wil het nic! hebben! Ik ga alleen. Hoor je me?" „Ik hoor het. meneer". „Begrepen, Zobedee alleen!'- „Ja, meneer". „En daarom moet je terug gaan naar je bed nu dadelijk hoor jo?** „Ja, meneer, ik hoor het'". „Nu vooruit, ga dan!" „Noem me niet kwalijk,, majoor, maar dat is me onmogelijk al be veelt u het neen!" „Ha! Wil jo daar mee zeggen dat je weigert me te gehoorzamen?" De sergeant knipte met de oogen, scheen iet6 in te slikken en salueer de. „Ja majoor, dat bedoel ik!" „Heb ik ooit van m'n loven!" riep de majoor uit en staar de met groote oogen naar de gespen, de riemen en de wapens van den ser geant alsof hij die dingen in zijn eenenveertig jaar nog nooit gezien had. „Is dat insubordinatie, oer- gcant Zebedeo?" vroeg hij. „Ja majoor dat is het. Ik moet het bekennen, al spijt, het mo. Maar a!s u weer ln den oorlog gaaf, volgt daar natuurlijk uit dat ik ook ga. Waar u ook heen gaat aio soldaat, meneer ga ik me© nu en altijd". „Maar wat moet er dan hier van mijn bezittingen worden? Ik heb jou in plaats van Jennings tot rentmees ter aangesteld". „Het is een heele eer, meneer, maar m'n plich „En hoc moet het dan met juffrouw Agatha, ezel?" L)n sergeant keek heel ernstig en zei toen: „Plich is plich, majpor!" „En jij bent een ellendige stijfkoj van een kerel, Zebedee, heb jo me gehoord?" De sergeant salueerde. „Ik zeg een ezel en bovendien een groote dwaas versta je me, Zeb. De sergeant salueerde weer. „En je praat grooten onzin idio ten onzin, hoor je, Zebedee". „Zeker meneer onzin maar al» u zulten onzin wilt <ioo ik mee!" Nu werd de majoor zoo boos dat hij «len rijlaars liet vallen en er op het zelfde oogenblik als de sergeant, voor bukte, zoodat ze eikaars hoeden af stootten en die aan 't zoeken waren, toen er zachtjes op de deur geklopti werd. Ze gingen beiden weer recht-j op staan en daar kwam juffrouw Agathn binnen - glimlachend met; haar heldere oogen en over haar eene arm droeg z« de Rarmlüeias. ..Meneer", zei ze roet een buiging, „het is wel erg laat. maar ik kom u hier uw oude jas terug brengen. «Ue ik in den tuin gevonden heb. van daag ik weet dat u er zoo op ge steld is". En juffrouw Agatha glimlachte, boog weer en liep zachtjes weg, ter wijl ze den sergeant een wenk gaf «tn haar te volgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5