Vari onzen reizenden Redacteür
Over verkoop van genees
middelen en vergiften.
Rubriek voor 01123 Jeugd
Brieventas
Buiten de Wet
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 20 DECEMBER 1922 TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeks.)
No. 120
Do artsenljwet vt-n Thorbecke. De onbevoegde genoasmiddolcnvorkoop In
ons land noemt hand o«6r hand tco. De geva.cn hlorvan voor het publlak.
Do Opiumwot. Wenscholijkhoid om do bepaimgen van do Opiumwet uit
to breiden tot andoro geneesmiddelen. De handol in spécialités. Het ge
vaar van do schadelijke spécialités. Kot Rijksinstituut voor Pharmaco-
Therapeutisch onderzoek. Het morphine- on cocalne-gcbrulk In Neder
land. Kot toezicht op de uitvoering der Opiumwet laat to wonschon ovar.
De Bella-donna vergiftiging te Am-
fitaruiuii, do /ujooiioiueiiscLLe \erguu-
giiigo-ua.-., wauiinj moipiiiue weru
ivitgouiciid en vouiu- ue laatste ver-
gm. gingen met Ciiloi'uioiai en ae
waaisuauwingen van ur. rieijeimaiis
te^en ue \u.guuge siaaijsaroupjes,
tüiigeuiéild. aaü kiiiueien, nebbeu we-
deium ue vraag naar \oren gebracht
ol meer co.itroie op den verivoop van
verguien m ons lanu niet noouzaae-
li].i is en oi" ue artsenij wet van ioóó
met .us vetouaèrd moet vvorueu be-
stiiuuwd. ilc neb UU], om deze vraag'
ie kunnen beantwoorden, tot twee
bevoeguo autoriteiten gewend, ten
professor in de pnarmacie en een be-
kuid apotneker liier ter stede (1) en
ia iaat nier vo.gen, wat ocze twee
heer-en run omtrent de tegenwoordige
paarmaceutische wel en naar toepas
sing hebben meegedeeld.
,- De thans nog van kracht zijnde
artsenijvvet van 'Ihorbccae dateert
van leoD. Deze wet üeeit zeer goede
kwaliteiten maar is verouderd en,
wat erger is, zij wordt zeer slecht ge
hanuhaaf.d. De handhaving van de
wet wis vroeger toevertrouwd aan
een commissie van de geneeskundige
rauen, welKe commissie bestond uit
een ai>otueker eu een dokter. Na de
invoe.mg van de nieuwe gezondheiüs
wet is uil echter veranuerd en ue
hanahaving van de aitsenijwet is nu
toeertrouvvd aan zes inspecteurs en
één hoofdinspecteur. Deze inspecteurs
zijn tegeluk belast met liet toezicht
op de levensmiddelen en met het
wateronderzoek in Nederland. II'er
door zijn zij zóó ovorkropt met werk,
dat van een ©enigszins behoorlijk toe
zicht op de honuiiaving der artsenij
vvet geen sprake kan zijn. Dat toe
zicht moet dan ook absoluut onvol
doende worden genoemd en het ge
volg hiervan is, dat de o n b e v o e g-
de geneesmid delen ver
koop in ons land hand over
hand toeneemt. Als die onbe
voegde verkoop enkel maar onschul
dige geneesmiddelen betrof, dan zou
dit zoo erg nog niet zijn, maar een
bepaald gevaar wordt het,
wanneer ook zooals thans het ge
val is de meest heftig wer
kende en' daarom in de hand van
leeken gevaarlijke geneesmid
delen als veronal, chloral, ja zelfs
chloroform, doodkruidbladeren en
bella donna door onbevoegden worden
verkocht. Een zeer strenge regeling
om den verkoop vaii dergelijke hef
tig werkende geneesmiddelen door on
bevoegden den kop in te drukken
moet volgens mijn beide zegslieden
in het belang van liet publiek dan
ook hoogst noodzakelijk worden ge
noemd.
De apothekers in Nederland zijn
over het algemeen zeer voorzichtig.
Zoo worden in het pharmaceutiscn
weekblad bijvoorbeeld geregeld waar
schuwingen opgenomen, wanneer bet
blijkt, dat personen op valsche recep
ten of andere onwettige wijze zich
sterk werkende verslavingsmiddelen
als morphine, cocaine enz. trach
ten te verschaffen. Mij werd o.a. c-eii
bericht in het laatste nummer van
het pharmaceutisch weekhlad ge
toond, waarin (lc collega s door een
apotheker uit Amsterdam werden ge
waarschuwd tegen een man, die pan-
topontabletten trachtte machtig te
worden op een recept, dat geheel en
règle scheen doch dat. de onderteeke-
ning droeg van een dokter, die ja
ren geleden reeds overleden was. De
apothekers houden zich in het belang
van het publiek zoo streng mogelijk
aan de wet. Zij zullen geen vergiften
afgeven dan alleen op recept of op
een schriftelijk getcekende verklaring
van den aanvrager, waarin het doel,
waarvoor het vergift bestemd is, dui
delijk omschreven moet zijn. Ook moet
de aanvrager bij den apotheker be
kend wezen.
Zoo wordt het het publiek zeer
moeilijk gemaakt zich heftig vverken-
de geneesmiddelen of vergiften hij
den apotheker aan te schaften. Nu is
het "t merkwaardige en gevaarlij
1) Op verzoek van deze twee heeren
heb ik hun namen in dit artikel niet
ke dat al deze middelen zeer ge
makkelijk on zonder bezwarenue be
palingen eigenlijk overal te krijgen
zijn hebalve bij uen apotheker, tiet
gevolg is dus, dat het publiek
plaats van naar de bev oegden naar de
onbevoegden toegaat om zich deze
geneesmiudelen en vergiften te ver
schaffen. Dij de tegenwoordige wet
zou Jiei volgens mijn zegslieden wel
mogelijk zijn den verkoop van oeze
vergiften tegen te gaan maar bet ne-
lemmcrende van de vigeercn le 1 da
lingen is, dat voor een prooes-verlis.il
een provocatie noodzakelijk is. Het in
voorraad hebben van vergiltan en
heftig werkende geneesmtJdnsn is
groothandelaren en drogisten t-c ge
staan. Of de wet van verkoop \>tt de
ze middelen wordt overtreden u oet
echter telkens door twee nerf-men
geconstateerd worden en een
controle op deze manier is 'natuur,jju
een onbegonnen werk.
Na het inwerkingtreden der or'iun-
wet, is althans deze verbeter.ng be
reikt. dat het koopen van opium en
opium-derivaten door het i ua'ifck
vee! moeilijker is geworden. U> voor
raden van deze stoffen zijn geregis
treerd en niet alleen de verkoop n s ar
ook 't in voorrond hebben van opium,
morphine, cocaine enz. door onbe
voegden is bij de wet strafbaar ge
steld. Het beginsel van de opiumwet
is, dat van overheidswege streng toe
zicht wordt gehouden op den groot
handel. De groothandel mag alleen
opium, morphine enz. leveren aan an
dere groothandelaren, die ook ncclit
tot verkoop hebben en aan tot verkoop
bevoegde personen, dat zon apothe
kers, apotheek houdende geneeshee-
ren en veeartsen. Van alle voorraden
moet nauwkeurig aanteckcning wor
den gehouden, zoodat de verkoop
steeds door de bevoegde autoriteiten
kan worden gecontroleerd.
Nu zou volgen# een mijner zegelie
den een der eerste maatregelen van
onzo regeering moeten zijn de rege
ling van den verkoop dei stoffen, ver
meld in de opiumwet, uit f.e brei
den tot alle geneesmiddoen en dus
het in voorraad hebben van genees
middelen voor ©ngevoegden sirih aar
te rtellen. Onder .jgeneesmdde.'en"
moeien natuurlijk niet onschuldige,
ook voor technische doeleinden ge
bruikte stoffen worden gerekend. De
ze vallen geheel builen onze beschou
wing. Voor vergiften, die niet uit
sluitend geneesmiddelen znn doch die
ook vocv ce techniek gebruikt worden
zooab cyankr-i en suoLmoal zou
dan een afzonderlijke vergiltvvet moe
ten worden gemaakt Eerst wanneer
de grootliandel in geneesmiddelen, in
aansluiting met ue opiumwet, meer
aan banden werd gelegd, zou bij een
goede controle de verkoop van ver
giften en heftig werkende geneesmid
delen door onbevoegden kunnen wor
den tegengegaan.
Verder zou het noodig zijn, dat de
artsenijwet van 1865 technisch werd
verbeterd. Zoo is het opmerkelijk,
dat in een wet, die op de geneesmid
delenvoorziening betiekkiug heeft,
elke aanduiding ontbreekt, wat
eigenlijk onder een geneesmiddel
moet worden verstaan.
Eon eroote fout lcok het mijn beide
zegslieden ook toe, dat de bezitters
van een apotheok in on9 land niet
apotheker behoeven te zijn. Wanneer
in de apotheek maar een apotheker
met dipoma werkzaam is, is zulks,
bii uitspraak van den Hoogcn Raad
reeds voldoende. Overal behalve
in Nederland en Engeland moet
het mercantiele hoofd ook zelf aio
theker zijn. Dan iinme.fi is hei hoofd
van de zaak en met eon ander
verantwoordelijk. Het is
zeker teekenend. dat van de apothe
kers boven de 75 jaar er dertien zijn,
die hun naam hebben „geleend"1 aan
apotheken tegen twee, die aan het
hoofd staan van een eigen zaak.
Een groot gevaar zagen mijn zegs
lieden ook in den handel in speciali
tés en kwakzalversmiddelen in Ne
derland. In or.ze wet is een bepaling,
die voorschrijft, dat elk geneesmid
del. hetwelk men in voorraad beeft,
op het etiket een aanwijzing moet be
vatten, naar wolk voorschrift het is
gemaakt. 3n het bog in is aan deze be-
eobeurt dit door niemand meer, om
dat de specialités veel meer buiten
dian in de apotheken worden verkocht-
En op den verkoop buiten de apothe
ken is geen toezicht hoegenaamd
Het gevolg hiervan is. dat onder al
lerlei namen geneesmiddelen worden
verkocht. Onder deze zijn er wel en
kele goed werkende middelen, maar
vele zijn van ongewensohte en enkele
zelfs van gevaarlijke samenstelling,
boms worden onder de onschuldigste
namen de sterkst werkende ienees
middelen op deze wijze verkocht.
Toezicht hierop zou alleen mogelijk
zijn, als werd bepaald, dat ook buiten
de apotheek en door den groothandel
geen geneesmiddelen verkocht moch
ten worden waarvan 't opschrift niet
duidelijk de juiste samenstelling aan
geeft. Hierdoor zou ook worden voor
komen, dat door verkoop van specia
lités de opiumwet zooa's nu nog
herhaaldelijk werd overtreden. In
geen enkel ander beschaafd land is een
dergelijke handel in geneesmiddelen
mogelijk. Iri de meeste landen gaat
men zelfs zóó ver den verkoop van
geneesmiddelen geheel te verbieden,
wanneer het etiket vaJsohe voorspie-
ge.üngen bevat. Het opschiift alleen,
dat het geneesmiddel tegen écn of an
dere ziekte helpt, zondter dat zulks
waar is. is voldoende reden in andere
'anden om het middel in beslag te
nemen.
Er zijn thans plannen bij de Regee
ring om dezen gevaarlijken handel in
specialités den kop in te drukken.
De commissie voor de Specialités-
wet moet. haar ontwerp zooals mij
werd meegedeeld ree ls bij de Re-
geering hebben ingediend.
Ook heeft de Regeering een goed
werk verricht met de instelling van
't Rijks-Instituut voor Pharmaco-The-
rapeutïsch onderzoek, v. elk instituut
zich onledig houdt met het coutrAlee-
ren cn onderzoeken van geneesmid
delen en spécialités en van zijn bevin
dingen „piededeelingen" rondzendt
aan alle apothekers en doktoren in
Nederland. Dit instituut betaat uit- 7
bestuurders professoren en dokto
ren waarvan prof. I,. van Itallie
ie Leiden voorzitter is. Het bestuur
doet zijn werk en zijn onderzoekingen
zoodat liet bijna geen onkosten voor
het land medebrengt.
Ten slotte heb ik de vraag gesteld,
hoe het thans in Nederland -gesteld,
is met het morphine- en cocaine ge
bruik- Het antwoord luidde; In alle
omliggende landen en ook in de Ver.
Staten van Noord Amerika baart de
opium en cocaïne-ePende groote zorg.
Jeannette Marks schatte in 1915 het
aantal der aan opium- en cocaine-
verslaafden in de Ver. Staten alleen
op 4.000.000. In Nederland is gelukkig
het misbruik, dat van verslavings
middelen wordt gemaakt nog zeer
beperkt; tijdig, rationeel, verstandig
en, zoo het noodig blijkt, zeer streng
optreden kan ons Vaderland voor do
opium- en cocaine-ellende bewaren.
Doch dan zal strenger moeten wor
den opgetreden, anders is ook voor
ons land het gevaar niet denkbeeldig.
Na do invoering van de opiumwet is
de verkoop van morphine enz. wel -
verminderd; het wordt den menschen
veel moeilijker gemaakt. Maar toch
is het nog mogelijk om in den vorm
van specialités, morphine en cocaïne-
derivaten welke laatste trouwens
niet in de Opiumwet zijn opgenomen
te bekomen. Dat het toezicht op
de Opiumwet nog wel iets tc wen-
schen overlaat, blijkt wel uit het
geen de heer Swier schreef in „De
Drogist" van 21 December 1921:
„Bij een drogist te Utrecht werd
zonder bezwaar 10 gram cocablade
ren afgegeven, bij een anderen dro
gist werd een fleschje laudanum ge
kocht, weer bij een onderen drogist
'kon men zonder bezwaar doveri-poe-
ders bekomen. Wij zullen niet verder
gaan, doch wij vragen ons toch af,
of het wenschelijk is. duf'de drogis
ten dien weg blijven bewandelen,
wel wetende, dat zij, dank z ij het
slappe toezicht op de
O pi ufin w e t dit kunnen doen."
Wanneer een drogist, een man van
het vak dus, zoo schrijft, dan is het
wel het bewijs, dat er aan het toe
zicht nog heel wat ontbreekt. En wij
vragen ons af, ot dit niet in strijd is
niet 's lands belang!
J. B. SCHUIL.
Et.a5: 2 si 0 pï c 2 s1" "en
Nagekomen Tar.dsels ontvangen van:
Johan de Wit 5 Burgemeester Diklteduk
Lachebekje 5 Duimolyatje 5 Nimmcrstil
5 Wervelwind 5 Wilgenroosje 6 Indiaan
5 Zeeuwsek Boerinnetje 5 Bulger Jan
Sehimmelpenninek 5 Mia Mny 6 Pierrotte
5 Moeders Stopstertjo 5 Roodkapjo -3
Wim B. 5 Colmapuschi 4 Houthakker 2
Bruinoogje 5 De kleine Spoorman 5 Be
kleine Majoor 5 Theeroos 4 Michlel do
Buy ter 4 Woelwater 5 Old Shatterhnnd
Karei V 5 Buitenman 5 Ornates 5 Maand
roosje 4 Rosa Fluweeltje 4 Volcndammor
5 Reindcrt van Weert 5 Dér,appeltje 4.
Get Gslsictinj.
door
W. B.—Z.
Want door voor het he":, stond de ver
pleegster. Ze liep naar het huis. Straks
zon ze terogkeeren, weer naar de auto.
Maar dan zou bet kleine zu>je by hr.,-.r
zyn, weg van hen alien. En Joost knipte
met zijn oogen. FI';. moest ever. zijn nen?
snuiten en Bram pinkte zoo, dat niemand
het zag een dikke traan v.-eg, die heel
brutaal u-i zyn ooghoek gleed.
„•'k Wil haar toch even goedendag zeg
gen," zei Joost inet eAn bibberstem.
..Natuurtjjk," beweerde Bram schor.
Flip'zei niets, maar ging meteen naar
binnen. Daar kwam vader juist de trap
af met eeu wit hoopje in zyn armen,
„Neen jongens, liever niet," zei dokter
Boschboom. 't Kindje woet toch niet,
dat jullie er zyn en ik ben bang voor
besmetting."
„Bam, Bam", klonk 'het uit het wol
len pakje.
„Ze hoort me. Ze kent me. Ccrdaatje/"
jubelde Bram.
Maar vader snelde vlug voor; met zyn
lieve last. Flip en Joost gingen we er Sin
't werk en ze vonden hof h:-l bjgrype-
!yk, dat Bram nog even met een treurig
gezicht naar den voortsnellenden auto keek
Ze waren er haast jaloersch om, dat Ger-
da hem had herkend.
Met moeders hulp kwam do -lereboog tot
stand, voor Aaltjo beneden was. En toen
z© van haar kamer kwam snelden de jon
gens met een „lang zal ze leven", haar
tegemoet. Ze word als 't waro de eere
poort doorgesjord en toen mevrouw haar
geiukwenscute eu haar het étui me; het
gouden horloge ter hand stelde, huilde en
lachte de goede ziel van aandoening,
„Én ik, feliciteer U allen met onze Gtr-
daatje," zei Aaltje.
..Gaan. jullie nu naar dé slaapka
mer om je verder aan tc kleedoo en
eens flink té wasschen. dan zal ik
Aaltje van onze Gardaatjo vertel
len'.
De jongens gehoorzaamden direct.
Ze waren maar blij, dat ze 'oij dit
treurig onderhoud niet tegenwoordig
behoefden te zijn.
En mevrouw Roschboom troonde
Aaltje mee naar de hu'&kamcr, liet
daar gezellig plaats nemen,
Schonk oen kopje thee voor haar ut
on begon toen te vertellen, wal m den
afeeloopen nacht was gebeurd.
„Wat een treurige verjaardag",
unikte Aal, toen mevrouw alles had
meegedeeld.
„Daar heeft het kindje geen weet
van. Aal."
„Maar wij wel. Ik kan tenminste
vandaag geen sikkepitje plezier meel
hebben."
.Daar moet je ie toch te*en ver
zitten. Vandaag 2ijn we i-aiikbaai,
eat onze goede, trouwe Aai voor ons
zooveel iaren haar beste krachten
-gaf."
„Dat was niks waard. U Was a'le-
maai zoo eoed voor me."
„Neen, Aal. vandaag moet je brn
mm met de fciijucn. Natuurlijk zuilen
we aan ons k.elnije denken, n. ar
voor jou moet het. een feestdag znn'.
Gewerkt wordt c-r vandaag niet. We
doen; of het Zon ia? is. Zet gauw de
ontoijttafel klaar en dan...."
..Wat dun. mevrouw
„Dat zul je wel zien. Aal."
„Maar mevrouw, 't is morgen
Kerstmis."
..Dat komt er niet op aan. Yandaac
is het feest op liet dokterehuis."
„rlclf Lachend, half moppj;And,
c;?en'.ijk met wetend, hoe ze t had,
spreidde Aalt ie het ontbijtservet
uit.
De jongens waren in dien tijd den
bloemist wakker gaan porren. iiij
zou zoo vroeg mogelijk een mand met
b-oemen brengen, 't. Werd volgens
lion nu tijd. Gelukkig kwsin de bloe
mist juist zijn winkel uit. gewapend
met den mand vol geurigen en Id eu ri
ft on inhoud en nog een reuze-
bouquet.
„Ook voor Aal?" vroeg Bram.
„Ja. van juffrouw Kruidkoek, uit
het winkeltje."
„O, c'iat is haar vriendin, die heeft
haar hak an geleerd". verklaarde
Flip.
„Daar komen nog meer bloejnen",
vertelde de bloemist.
„Van wie dani" vroeger» drie stem
men tegelijk.
„Ten eerste van mij een mooie pot
kerstrozen," somde de bloemist on.
„Dat is verduiveld aardig van ie",
zei Joost spontaan. En de andere twee
vielen hem gauw bij.
„Trouw en eerlijk zooveel iaren
cüenen. dat moet beloond wprden",
zei de bloemist ernstig.
„En dan nog meer bloeman 1" In
formeerde Bram nieuwsgierig.
„Dan een mooie bak met roode
„Van wie! Van wiet Van wiet"
„Raadt eens."
„.Aal ging met niemand om," sprak
Joost
k Zal het jullie maar zeggen, want
je raadt het nooit, 't Is ook aileron
beeriipeliikst. Van het kasteel."
„Van mevrouw Beerbruggen van
Nieuwer velt?" vroeg Bram in de
hoogste verbazing.
,En die kent onze Aal niet eens",
beweerde Joost.
..Ze heeft haar mlaschlen nog nooit
geaien". zei Flip.
'k Zal iulüe vertellen, hoe -lat zit.
Gisteren ging ik even naar de broei
kassen van mevrouw Beerbruggen
kijken. De tuinman had een bijzon
der mooi soort orchidee gekive.-kt en
daar interesseerde ik me voor. Goed.
ik sta een en ander te bewonderen,
toen juffrouw Stephennon, je weet
wel, die magere gezelsdhapsiuf'rouw,
binnenkomt.
„Meneer van Wapjoningen (zoo
heette de bloemist) mevrouw zag u
de laan afkomen en wou u graag
even spreken."
„Tot uw dienst", zeg ik en ik volg
de de juffrouw, Mevrouw Beerbrug
gen bleek in een zeldzaam goed hu
meur te zijn.
„Och meneer van Wapeningen, wij
hebben in ce kassen zoo weinig
moois voor een taifdlversiering met
Kerstmis. Heeft u niet iets?"
„Ja wel mevrouw, antwoord ik,
„ik hob een zeldzaam mooie partij
kerstrozen."
Dat viel in goede aarde. Ik kreeg
dade'ijk een flinke bestelling. En ik
vertel zoo en passant, „dat 'k van
plan ben een pot van die rozen naar
t doktershuis te sturen.
..Is de dokter jarig.'", vraagt ze be
langstellend.
„Neen. Aaltje, de dienstbode is
daar 12 1.2 ;a?.r in betrekking. En ik
verte! dc.i jullie zoo'n mookn mand
besteld hebban. Dar» vertrek ik.
's Middags ben ik met een klant
bezig, of rrien2 de telefoon. Ik spreek
zoo waar met mevrouw Bvrwuggen.
Meneer van Waeeningen, vind
het zoo'n belangrijk feit, dat iemand
zooveel iaren In betrekking is. dat u
er uit miin naam een mooie bak mei
roode tulpen, heen moet zenden. U
v. i't miin kaartje zekei wel even ko
men aanhalen." (Wordt vervolgd).
Nieuwelingen zyn:
KAKEL A. W. JUNG, EnscKeiestraat
21, JJmuideu, oud 12 jaar, (11de nieuwe
ling ia Docember).
NELLY M lXSTKR M A X, Du inlast
Parkweg 5, Santpoort (12do nieuweling
iu December.,
REIN DEBT VAN W. Je raadsel is
goed. Gezellig, dat do beide broers nu
ineeraadselcn. Toon je onze tentoonstel
ling bezocht kwam zclter de wensck in je
op je bij ons aan te sluiten. Ik hoop, dat
je een trouw Rubriekertjo zult worden.
NDAMMER. Ja. noem 11a-
trcos dan mee. Dat is gezellig voor je
beiden. Vader of moeder behoeven na
niet mee, zulke ferrv.e
het samen wel opknappen. Je belt daar
aan en vertelt wie je bént. Dan schrijf je
me later wel eens, hoe jullie het gehad
K. A. W. J. Je moogt den gevraag-
den naam houden.
TERTRIAIR. Ik kan me begrypou,
.'.at Rosa Fluweeltje hard naar de va
cantia verlangt. Dan moet zo me maar
eens een gezelligen brief schrijven. Hoe is
het met je verkoudheid! Ga je Zaterdag
naar Heiloo? Ik wensch je heel plezierige
•lagen 'k Vind het verbazend aardig, dat
julïio klas met Sint-N'icolaas ook o:n het
zieke meisje gedacht hebbou. Jy hebt
maar dubbel eu dwars genoten,
\V'. v. d. L. Hartolyk uank voor jo mooie
kaart uit A.
ORNATES. "Wel jammer, dat je zus
niet mag bezoeken. Maar moeder vertelt
jo zeker alles uitvoerig. Ik vond het zoo
prettig zelf een brief van haar te krijgen.
WOELWATER. Hoc is het met de
verkoudheid! Kan do zakdoek in jo zak
bl(j\-enf Ben je nog naar do toonoeivoor-
;telhng geweest. Begin jo je naam van
Woelwatertje al wat minder te ver
dienen f
VERGEET MIJ NIETJE. Jo vrien
dinnetje mag meedoen onder den verlang
den schuilnaam. Een mooieu naam vind
ik het niet. Jy wel!
THEEROOS. Natuurlijk moet jo het
inktstelletje gebruiken. Daar i» het voor.
liad het Tr:o zich 's avonds maar even
aangemeld bij my, dan zou ik zo op de
tentoonstelling wel toegelaten hobbon.
Om Dennappeitjcs naam heb ik nog ge
dacht.
BIAXCA. Ja, jo moogt dezen schuil
naam houden. Als er zich iu 't begin moei-
iykheden voordoen, willen Tenrinir en
Rosa Fluweeltje je zeker wel op weg hel
pen. Lenk dat jo ook op ons feestje bent
gewcc.-t. Dat was ceu vroolyk welkom
voor je in onze Rubriek. Is 't niet je
proeven naar wensch gegaan! Krjjg je
deze week je rappor;' Het is eeu kwaal
van meer kiiiderca, dal ze van huis naar
school hun les vergeten. Maar dan zat het.
geleerde toch mei heel vast iu je hoofdje.
UiiZB LaGiikUüK
't VERSCHIL.
Een vreemdeling iviide in een verla
ten streek, waar de trein neg niet
as doorgedrongen, een eind uict den
postwagen njden-
Moet u een eerste, tweede of der
de klas biljetvroeg do koetsier.
Een eerste klas. zei de vreemde
ling, na eeuige aarzeling, want het
was hem met duidelijk waar het ver
schil in kon zitten.
Nog steeds pe.uzend over het klasse
onderscheid a-oop l.ij irr het eetie hok
je, waar allo klassen" benauwd,
aar vreedzaam bijeen zaten
Na een uur stopte de wagen can
den voet van een heuvel.
De koetsier smeet het portier ojicn
en riep
Ee-rste klas blijfzitten, tweede
klas loopt, derde tas li^.pt duwen.
RAADSEL.
Moeder, kunt u raden? \V,.t i3
ditHet klappert met den «navel cn
heeft drie pooten?
Kind, dat zal wel de ooievaar
zijnmaar die beóft maar twee poo
ten.
Ik wilde het u ook maar een beet
je moeilijk maken,
DIKKERDJE. 't Schoolfeest was
alleraardigst, hè. Nog wel hartolyk gefe
liciteerd :nct je verjaardag. Wat heb je
1 Lu getracteerd. Sjieel je wel eens met
me best begrijpen, dat bot knoopoa. van
LELIETJE VAN DALEN. Wat heb
je veel gekregen. En z;in de boeken nl uit
gelezen: Nog van harte gefeliciteerd met
moeders verjaardag. Je raadsel is goed.
Ik zai fcet oneer je eigen r.nnm plaatsen.
HOUTHAKKER. De Rubriekortjes,
a'f 'i
aden e
de
sn. De
jongeren mogen er era opstelletje vaa
maken. Gesnapt!
QOLMAPUSCHI. Tom je Zaterdag
de oplosslag zag, begreep je hel punt-
raadsc-1 zeker ook wel. Het doet me ple-
zier, dat het boek n:,.-.: je zlr. .3. D ak Je
cr om, dat je Vrydag om 7 uur :n 13e-
thesda moet zyn.
GOUDMUILTJE. Ik wensch je veel
genoegen op je schoolfeest. Wel esnig hè,
zoo'n comedie-stukje. liet zal wol wen
nen met het oplossen der raadsels. Al
doende leert men. Roodkapje moet je in
't begin nog maar wat helpeu. Ja, ik vind
dat jo een heel moolen sprookjesnaam ge
kozen hebt.
ROODKAPJE. Je behoeft do oplos
singen der raadsels niet zoo uitvoerig op
te sehryven. Doe het maar even kort en
bondig als ik. 't Is niet zoo heel erg, nis
,je briefje na "Woensdag komt, dan wordt
het ook op Woensdag boantwoord. Ga jo
niet Kerstmis nog. naar een Kerstfeest!
•'t Dout me geuoegon, dat jo cadeautje
naar je zin was.
Herman K. Zet voortaan je schuilnaam
maar onder je briefje en raadsels. Heb je
een gezelligen avond m het Brongebouw
ehadf^k feliciteer je vast hartelyk met
!ca verjaardag van broer. Dat is al uen
nan van ervaring. Hot is zeker wel «cn
jiooüyk afscheid, mnar ais hy au eenmaal
het zeegat uit wil, valt daar a iet veel
aan te doen.
MOEDERS STOPSTKBTJE. Vertel
me eens, stop jy do kousen voor mot Ier!
Dat zou ik heel flink vinden. Hoe gaat hot
er nu mee! Niet meer z:ckï Gelukkig
maar dat je zoo'n kaap boodschappen
meisje baat. Wat heeft er eigenlek aan
gescheeld! Verder van harte 't beste.
Schrijf de oplossingen maar wat be
knopter op.
PIERRETTE. Dus het boekje doet
al dienst. Knap zoo. Die broer is zyn
klcurdoos waard. Die oom uit Amsterdam
heeft jullie uiaar goed bedacht. Do too-
irlantaarn kan jullie den heelen winter
nog amuseeren.
MLA MAY. Leuk, dat moedor ook
het boek gelezen heeft cn dat juliie het
beiden mooi vonden. Ditmnal waren do
..Isels toch niet moeilyk, hè. Ik hoop,
dat je Kerstrapport or goed uitzag. Jo
raadsel krygt wel een bourtjo.
NIMMERSTIL EN WERVELWIND.
Ts de Vliegende Hollander al ingewyd!
En hoeft pop al gegeurd met haar mooie
pakje?
DUIMELIJNTJE. Je raadsel is goed.
ZOMERTAKJE. Ik dacht wel, dat
hel juist een verhaal naar je zin was. Ge
lukkig maar, dat zusjes, hoesten wat min
dert. Nu kfygt het hoele gezin rust. Hoe
maakt Albada hot!
LACHEBEKJE. Jammer, dat moeder
het feest niet kon bywonen. Hoe is het
er na mee! rt Speet me voor je, dat jo
n;et naar de Maria-Stichtiug kon. 't Was
er zoo aardig. Van hane beterschap ge-
wenscht me: de patient.
BUDGEMEESTER DIKKERDAK.
Je rebus is goed cn ik maak jo een com
pliment voor de mooio ttekeiiing. Maar
ik kan haar r.ic-t plaatsen, omdat die toe-
kening niet gedrukt kan worden.
JOHAN DE WITT. Sint heeft den
groo.en staatsman niet vergeten. Je bent
zeker nog dagelijks aaa rt smullen. Ik bad
maar boven op een vexlanglystje geschre
ven; schaatseu-ys.
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
v. d. Vin nestraat 21r,
Haarlem, £0 Dee. li>22.
L-'euilieton
Naar het Eugejsch van
GEORGE SURREY.
(Geautoriseerde vertaling).
9)
Terwijl hij dit uitriep, was hij op
zijn tegenstander afgesprongen. Ge
lukkig voor iteni, had mj met iemand
te doen, die liever niet oïmoodig ge
weld pleegde.
Beweitt was eon stap achteruitge
gaan cn had zijn revolver uit den zak
genaaid en hel jongmensch zag de
opening op nog geen twintig centi
meter afstand. Hevveitt wilde niet
schieten, maar veroorloofde zich daar
om toch wel dez© eentgszins theatrale
houding.
„Bedenk je goed", zeide hij vrien
delijk. „Dit is geen comediespel, het
U me volkomen ernst, maar ik had
veel liever, dat ik je niet hoefde te
verwonden. Neem het maar kalm op.
Je hoeft je er niet voor te schamen.
Ik wou grang dit geweer hebben en
ik vermoed, dat Je leven je nog wel
liever is, dan dit geweer".
De jonge man haalde diep adem.
Hij was niet bang, hoewel liet de eer
ste keer van zijn leven was, dat hij
tegenover een man kwam te staan,
die hem werkelijk zou durven doo-
den. Maar hij had toch een schok ge
kregen. Hij dacht vlug na, vlugger
dan hij nog ooit gedaan had en bere
kende zlin kansen.
„Neen", viel Hevveitt hem in de re
de, die iets voorzag. „Het geeft niets
of je al naar Jimmy kijkt. Of wacht,
ik zal hem toch maar roepen, want
ik heb hem noodig".
Hij riep hem zelf cu do halfbloed
kwam aangerend.
Aangezien llewcitt met den rue
naar liem toestond zag hij eerst, toen
het to laat was, hoe do zaken ston
den. Maar hij was zoo aan onderwer
ping gewend, dat hij den gewonen
menschel ijk en aandrang miste om lij
i het zien van gevaar weg te loopen.
i .Jimmy", beval Hevveitt; „ik ben
hier niet om gezondheidsreden en ik
voel er ook niet voor om langer hier
te blijven dan hoog noodig is. Dus
bind je baas nu eens stevig vast en
vlug wat ookl"
„Nou, zeg een#!" protesteerde Jim
my's meester, kleunend. „.Te bent te
gevaarlijk om los te laten loopen.
vooral met al die wapens", zeide Ile-
vveRt complimenteus,
j Binnen drie minuten zat do En-
eelscliman. stevig gebonden aan een
van de wielen van den. wagen beves
tigd, zoodat Hevveitt geheel vrij in
zijn doen en laten was. Hij borg zijn
revolver weer op (er was nu geen
kans meer dat het jonge men6ch zou
merken, dat ze heeleinaal leeg was,
want de laatste patroon was al twee
dagen geleden afgeschoten), toen
greep hij den onderdanigen Jimmy en
bond hem op dezelfde manier.
„Zoo lang zal het niet duren", ver
zekerde hij zijn slachtoffers. Do gids
zal zeker voor donker hier zijn".
Hij was bang, dat deze te vroeg
zou komen en daarom beperkte hij
zich tot het doorzoeken van den wa
gen om ammunitie voor zijn nieuwe
geweer en toen hij voor zijn eigen re
volver geen geschikte patronen kon
vinden nam hij er nog maar eentje
bij, die hii tussohen do aanwezige wa
pens vond. Hii deed wel geen goedo
ruil, maar in dit geval was er nieis
aan te doen. Do rechtmatige eige
naar lag dit alles met belangstelling
aan te kijken, maar zeide niets. Toen
hij echter zag dat Hevveitt on het
punt stond weg fe rijden werd zijn
nieuwsffierigheid hem de baas.
„Zeg eens", riep hij uit. Ileweilt
bleef stil staan en keerde zich naar
hom toe.
„Wat is er?"
.Wat ben je er eigenliik voor een
tje?" vroeg de gevangene, „als het
tenminste gepermitteerd is om dat te
vragen".
Heweitt glimlachte, maar niet van
harte. Hij had do gastvrijheid van
den ander geschonden en hji schaam
de zich.
„Wel", antwoordde hij, „de wet
noemt me een vogelvrij verklaarde en
ik probeer me dien naam waard te
maken".
„Een vogelvrij verklaarde!" De an-
dor fronste de wenkbrauwen. „Kolos
saal, een vogelvrij verklaarde! Wat
interessant. Maar je zei, dat je een
Engelschman was". Blijkbaar vond
hij dat tweo onvereenigbare dingen.
„Dat is ook zoo".
„En hoe heot je?"
Hevveitt grinnikte. „Als je do moei
te wilt doen een dezer dagen eens oen
paar Canadeeschc kranten in te kij
ken zul je mijn naam daarin wel ver
meld zien staan", antwoordde hii.
„Het spijt me, dat ik je heb moeten
binden, maar dat ging nu eenmaal
niet anders. Tot ziens'. En hij reed
weg.
Steve Hevveitt maakte snelle vor
deringen. Want op een dergeliiko be-
rooving staat een heel wat hoogere
straf dan op het beleedigen van een
politie-agent.
HOOFDSTUK VII.
Bill.
Als iemand het gewaagd 3»ad, Sto
ve Heweitt te vertellen, «;at hij smoor
lijk verhefd was op Hclly Marley,
zou hu geiaclieu hebben. Maar liettv
Marley nad duidelijk getoond, dat ze
liever niet had, dat hii iu handen zou
vallen van de politie. Er« daarom
moest hij er nu ook voor zorgen, zco-
wcl voor haar bestwil als voor het
zijne, dat hij haar zooveel mogelijk
ontweek.
Na dat geval in de North Fork Val
lei verdween lleweitt hoolemaal uit
de bewoonde wereld, maar toch niet
ver uit de buurt Van het kamp van
den Engelschman, Hij redeneerde
zoo: dat jongmensch zal wel niet lang
wachten mot de politie in de zaak to
mengen. En nu zal de laatste plaats
waar de politie iemand zoekt, die zijn,
waar hij zijn misdaad gepleegd heeft.
En bovendien was liet terrein
uiterst geschikt om zich in to verber
gen. Er waren nog al wat heuvels,
er was wild in overvloed ieu gras
voor zijn paard. En zoo kon hij hier
eenigen tijd ongestootd blijven.
Het was er eenzaam en de eenzaam
heid roept dikwijls vreemde denk
beelden op. Een man. die alleen is,
besteedt meestal een heelen tiid met
uitsluitend aan'zichzelf te denken.
Tenminste dat was het geval met Ste
ve HewoilL .Maar het leven van een
vogelvrij verklaarde is vol afwisse
ling en Heweitt kwam tot de overtui-
i ging dat hij toch kis moest doen.
i Het be=te leek hem toe de Edwon-
ton postkoets aan ie houden.
I Yiju eenige reden was gebrek aan
geld. Veertien dagen lang hield hij
z:ch nu al verscholen eu hij wilde wei
graag hier een eind aan maken en
over de grenzen gaan, maar hiertoe
I was geld noodig.
I lleweitt stok, zonder de aandacht
te trekken, do spoorlijn over en be
vond zicii toen in een water- en
boschrijke streek, dio nog lied dun
I bevolkt was. Hier ontmoette hij Iilll.
Bill zal nog wel anders goheeten neb-
I ben, maar Heweitt leerde iiuih nooit
j onder een anderen naam kennen, ilii
j vond Bill naast een bijna uitgedroogd
I riviertje liggen, ongeveer op zestig
j mijlen afstand van do spoorlijn en
honderd twintig mijlen overal elders
van verwilderd. Kerst dacht Heweitt,
1 dat cr een doode lag. en hot was en
kel nieuwsgierigheid, die hen» noopte
af te stappen en er naar te kijken.
I Toen ontdekte hij. dat de kerel al
leen maar stom-dronken nas en net
weer een beetje op zijn verhaal begon
te komen.
„Hoe kom je hier?" vroeg Hewitt
1 teen hü het ..voorwerp" eens flink
door elkaar g.-schud en oen*—» m-'cn
ondergedompeld had. Maar BUI, zoo-
j als hii zelf zeide te heelen - kon r'nt
J niet zeggen, dank zij de jeneverkruik