Vari onzen reizenden Redacteür Over verkoop van genees middelen en vergiften. Rubriek voor 01123 Jeugd Brieventas Buiten de Wet HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 20 DECEMBER 1922 TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 120 Do artsenljwet vt-n Thorbecke. De onbevoegde genoasmiddolcnvorkoop In ons land noemt hand o«6r hand tco. De geva.cn hlorvan voor het publlak. Do Opiumwot. Wenscholijkhoid om do bepaimgen van do Opiumwet uit to breiden tot andoro geneesmiddelen. De handol in spécialités. Het ge vaar van do schadelijke spécialités. Kot Rijksinstituut voor Pharmaco- Therapeutisch onderzoek. Het morphine- on cocalne-gcbrulk In Neder land. Kot toezicht op de uitvoering der Opiumwet laat to wonschon ovar. De Bella-donna vergiftiging te Am- fitaruiuii, do /ujooiioiueiiscLLe \erguu- giiigo-ua.-., wauiinj moipiiiue weru ivitgouiciid en vouiu- ue laatste ver- gm. gingen met Ciiloi'uioiai en ae waaisuauwingen van ur. rieijeimaiis te^en ue \u.guuge siaaijsaroupjes, tüiigeuiéild. aaü kiiiueien, nebbeu we- deium ue vraag naar \oren gebracht ol meer co.itroie op den verivoop van verguien m ons lanu niet noouzaae- li].i is en oi" ue artsenij wet van ioóó met .us vetouaèrd moet vvorueu be- stiiuuwd. ilc neb UU], om deze vraag' ie kunnen beantwoorden, tot twee bevoeguo autoriteiten gewend, ten professor in de pnarmacie en een be- kuid apotneker liier ter stede (1) en ia iaat nier vo.gen, wat ocze twee heer-en run omtrent de tegenwoordige paarmaceutische wel en naar toepas sing hebben meegedeeld. ,- De thans nog van kracht zijnde artsenijvvet van 'Ihorbccae dateert van leoD. Deze wet üeeit zeer goede kwaliteiten maar is verouderd en, wat erger is, zij wordt zeer slecht ge hanuhaaf.d. De handhaving van de wet wis vroeger toevertrouwd aan een commissie van de geneeskundige rauen, welKe commissie bestond uit een ai>otueker eu een dokter. Na de invoe.mg van de nieuwe gezondheiüs wet is uil echter veranuerd en ue hanahaving van de aitsenijwet is nu toeertrouvvd aan zes inspecteurs en één hoofdinspecteur. Deze inspecteurs zijn tegeluk belast met liet toezicht op de levensmiddelen en met het wateronderzoek in Nederland. II'er door zijn zij zóó ovorkropt met werk, dat van een ©enigszins behoorlijk toe zicht op de honuiiaving der artsenij vvet geen sprake kan zijn. Dat toe zicht moet dan ook absoluut onvol doende worden genoemd en het ge volg hiervan is, dat de o n b e v o e g- de geneesmid delen ver koop in ons land hand over hand toeneemt. Als die onbe voegde verkoop enkel maar onschul dige geneesmiddelen betrof, dan zou dit zoo erg nog niet zijn, maar een bepaald gevaar wordt het, wanneer ook zooals thans het ge val is de meest heftig wer kende en' daarom in de hand van leeken gevaarlijke geneesmid delen als veronal, chloral, ja zelfs chloroform, doodkruidbladeren en bella donna door onbevoegden worden verkocht. Een zeer strenge regeling om den verkoop vaii dergelijke hef tig werkende geneesmiddelen door on bevoegden den kop in te drukken moet volgens mijn beide zegslieden in het belang van liet publiek dan ook hoogst noodzakelijk worden ge noemd. De apothekers in Nederland zijn over het algemeen zeer voorzichtig. Zoo worden in het pharmaceutiscn weekblad bijvoorbeeld geregeld waar schuwingen opgenomen, wanneer bet blijkt, dat personen op valsche recep ten of andere onwettige wijze zich sterk werkende verslavingsmiddelen als morphine, cocaine enz. trach ten te verschaffen. Mij werd o.a. c-eii bericht in het laatste nummer van het pharmaceutisch weekhlad ge toond, waarin (lc collega s door een apotheker uit Amsterdam werden ge waarschuwd tegen een man, die pan- topontabletten trachtte machtig te worden op een recept, dat geheel en règle scheen doch dat. de onderteeke- ning droeg van een dokter, die ja ren geleden reeds overleden was. De apothekers houden zich in het belang van het publiek zoo streng mogelijk aan de wet. Zij zullen geen vergiften afgeven dan alleen op recept of op een schriftelijk getcekende verklaring van den aanvrager, waarin het doel, waarvoor het vergift bestemd is, dui delijk omschreven moet zijn. Ook moet de aanvrager bij den apotheker be kend wezen. Zoo wordt het het publiek zeer moeilijk gemaakt zich heftig vverken- de geneesmiddelen of vergiften hij den apotheker aan te schaften. Nu is het "t merkwaardige en gevaarlij 1) Op verzoek van deze twee heeren heb ik hun namen in dit artikel niet ke dat al deze middelen zeer ge makkelijk on zonder bezwarenue be palingen eigenlijk overal te krijgen zijn hebalve bij uen apotheker, tiet gevolg is dus, dat het publiek plaats van naar de bev oegden naar de onbevoegden toegaat om zich deze geneesmiudelen en vergiften te ver schaffen. Dij de tegenwoordige wet zou Jiei volgens mijn zegslieden wel mogelijk zijn den verkoop van oeze vergiften tegen te gaan maar bet ne- lemmcrende van de vigeercn le 1 da lingen is, dat voor een prooes-verlis.il een provocatie noodzakelijk is. Het in voorraad hebben van vergiltan en heftig werkende geneesmtJdnsn is groothandelaren en drogisten t-c ge staan. Of de wet van verkoop \>tt de ze middelen wordt overtreden u oet echter telkens door twee nerf-men geconstateerd worden en een controle op deze manier is 'natuur,jju een onbegonnen werk. Na het inwerkingtreden der or'iun- wet, is althans deze verbeter.ng be reikt. dat het koopen van opium en opium-derivaten door het i ua'ifck vee! moeilijker is geworden. U> voor raden van deze stoffen zijn geregis treerd en niet alleen de verkoop n s ar ook 't in voorrond hebben van opium, morphine, cocaine enz. door onbe voegden is bij de wet strafbaar ge steld. Het beginsel van de opiumwet is, dat van overheidswege streng toe zicht wordt gehouden op den groot handel. De groothandel mag alleen opium, morphine enz. leveren aan an dere groothandelaren, die ook ncclit tot verkoop hebben en aan tot verkoop bevoegde personen, dat zon apothe kers, apotheek houdende geneeshee- ren en veeartsen. Van alle voorraden moet nauwkeurig aanteckcning wor den gehouden, zoodat de verkoop steeds door de bevoegde autoriteiten kan worden gecontroleerd. Nu zou volgen# een mijner zegelie den een der eerste maatregelen van onzo regeering moeten zijn de rege ling van den verkoop dei stoffen, ver meld in de opiumwet, uit f.e brei den tot alle geneesmiddoen en dus het in voorraad hebben van genees middelen voor ©ngevoegden sirih aar te rtellen. Onder .jgeneesmdde.'en" moeien natuurlijk niet onschuldige, ook voor technische doeleinden ge bruikte stoffen worden gerekend. De ze vallen geheel builen onze beschou wing. Voor vergiften, die niet uit sluitend geneesmiddelen znn doch die ook vocv ce techniek gebruikt worden zooab cyankr-i en suoLmoal zou dan een afzonderlijke vergiltvvet moe ten worden gemaakt Eerst wanneer de grootliandel in geneesmiddelen, in aansluiting met ue opiumwet, meer aan banden werd gelegd, zou bij een goede controle de verkoop van ver giften en heftig werkende geneesmid delen door onbevoegden kunnen wor den tegengegaan. Verder zou het noodig zijn, dat de artsenijwet van 1865 technisch werd verbeterd. Zoo is het opmerkelijk, dat in een wet, die op de geneesmid delenvoorziening betiekkiug heeft, elke aanduiding ontbreekt, wat eigenlijk onder een geneesmiddel moet worden verstaan. Eon eroote fout lcok het mijn beide zegslieden ook toe, dat de bezitters van een apotheok in on9 land niet apotheker behoeven te zijn. Wanneer in de apotheek maar een apotheker met dipoma werkzaam is, is zulks, bii uitspraak van den Hoogcn Raad reeds voldoende. Overal behalve in Nederland en Engeland moet het mercantiele hoofd ook zelf aio theker zijn. Dan iinme.fi is hei hoofd van de zaak en met eon ander verantwoordelijk. Het is zeker teekenend. dat van de apothe kers boven de 75 jaar er dertien zijn, die hun naam hebben „geleend"1 aan apotheken tegen twee, die aan het hoofd staan van een eigen zaak. Een groot gevaar zagen mijn zegs lieden ook in den handel in speciali tés en kwakzalversmiddelen in Ne derland. In or.ze wet is een bepaling, die voorschrijft, dat elk geneesmid del. hetwelk men in voorraad beeft, op het etiket een aanwijzing moet be vatten, naar wolk voorschrift het is gemaakt. 3n het bog in is aan deze be- eobeurt dit door niemand meer, om dat de specialités veel meer buiten dian in de apotheken worden verkocht- En op den verkoop buiten de apothe ken is geen toezicht hoegenaamd Het gevolg hiervan is. dat onder al lerlei namen geneesmiddelen worden verkocht. Onder deze zijn er wel en kele goed werkende middelen, maar vele zijn van ongewensohte en enkele zelfs van gevaarlijke samenstelling, boms worden onder de onschuldigste namen de sterkst werkende ienees middelen op deze wijze verkocht. Toezicht hierop zou alleen mogelijk zijn, als werd bepaald, dat ook buiten de apotheek en door den groothandel geen geneesmiddelen verkocht moch ten worden waarvan 't opschrift niet duidelijk de juiste samenstelling aan geeft. Hierdoor zou ook worden voor komen, dat door verkoop van specia lités de opiumwet zooa's nu nog herhaaldelijk werd overtreden. In geen enkel ander beschaafd land is een dergelijke handel in geneesmiddelen mogelijk. Iri de meeste landen gaat men zelfs zóó ver den verkoop van geneesmiddelen geheel te verbieden, wanneer het etiket vaJsohe voorspie- ge.üngen bevat. Het opschiift alleen, dat het geneesmiddel tegen écn of an dere ziekte helpt, zondter dat zulks waar is. is voldoende reden in andere 'anden om het middel in beslag te nemen. Er zijn thans plannen bij de Regee ring om dezen gevaarlijken handel in specialités den kop in te drukken. De commissie voor de Specialités- wet moet. haar ontwerp zooals mij werd meegedeeld ree ls bij de Re- geering hebben ingediend. Ook heeft de Regeering een goed werk verricht met de instelling van 't Rijks-Instituut voor Pharmaco-The- rapeutïsch onderzoek, v. elk instituut zich onledig houdt met het coutrAlee- ren cn onderzoeken van geneesmid delen en spécialités en van zijn bevin dingen „piededeelingen" rondzendt aan alle apothekers en doktoren in Nederland. Dit instituut betaat uit- 7 bestuurders professoren en dokto ren waarvan prof. I,. van Itallie ie Leiden voorzitter is. Het bestuur doet zijn werk en zijn onderzoekingen zoodat liet bijna geen onkosten voor het land medebrengt. Ten slotte heb ik de vraag gesteld, hoe het thans in Nederland -gesteld, is met het morphine- en cocaine ge bruik- Het antwoord luidde; In alle omliggende landen en ook in de Ver. Staten van Noord Amerika baart de opium en cocaïne-ePende groote zorg. Jeannette Marks schatte in 1915 het aantal der aan opium- en cocaine- verslaafden in de Ver. Staten alleen op 4.000.000. In Nederland is gelukkig het misbruik, dat van verslavings middelen wordt gemaakt nog zeer beperkt; tijdig, rationeel, verstandig en, zoo het noodig blijkt, zeer streng optreden kan ons Vaderland voor do opium- en cocaine-ellende bewaren. Doch dan zal strenger moeten wor den opgetreden, anders is ook voor ons land het gevaar niet denkbeeldig. Na do invoering van de opiumwet is de verkoop van morphine enz. wel - verminderd; het wordt den menschen veel moeilijker gemaakt. Maar toch is het nog mogelijk om in den vorm van specialités, morphine en cocaïne- derivaten welke laatste trouwens niet in de Opiumwet zijn opgenomen te bekomen. Dat het toezicht op de Opiumwet nog wel iets tc wen- schen overlaat, blijkt wel uit het geen de heer Swier schreef in „De Drogist" van 21 December 1921: „Bij een drogist te Utrecht werd zonder bezwaar 10 gram cocablade ren afgegeven, bij een anderen dro gist werd een fleschje laudanum ge kocht, weer bij een onderen drogist 'kon men zonder bezwaar doveri-poe- ders bekomen. Wij zullen niet verder gaan, doch wij vragen ons toch af, of het wenschelijk is. duf'de drogis ten dien weg blijven bewandelen, wel wetende, dat zij, dank z ij het slappe toezicht op de O pi ufin w e t dit kunnen doen." Wanneer een drogist, een man van het vak dus, zoo schrijft, dan is het wel het bewijs, dat er aan het toe zicht nog heel wat ontbreekt. En wij vragen ons af, ot dit niet in strijd is niet 's lands belang! J. B. SCHUIL. Et.a5: 2 si 0 pï c 2 s1" "en Nagekomen Tar.dsels ontvangen van: Johan de Wit 5 Burgemeester Diklteduk Lachebekje 5 Duimolyatje 5 Nimmcrstil 5 Wervelwind 5 Wilgenroosje 6 Indiaan 5 Zeeuwsek Boerinnetje 5 Bulger Jan Sehimmelpenninek 5 Mia Mny 6 Pierrotte 5 Moeders Stopstertjo 5 Roodkapjo -3 Wim B. 5 Colmapuschi 4 Houthakker 2 Bruinoogje 5 De kleine Spoorman 5 Be kleine Majoor 5 Theeroos 4 Michlel do Buy ter 4 Woelwater 5 Old Shatterhnnd Karei V 5 Buitenman 5 Ornates 5 Maand roosje 4 Rosa Fluweeltje 4 Volcndammor 5 Reindcrt van Weert 5 Dér,appeltje 4. Get Gslsictinj. door W. B.—Z. Want door voor het he":, stond de ver pleegster. Ze liep naar het huis. Straks zon ze terogkeeren, weer naar de auto. Maar dan zou bet kleine zu>je by hr.,-.r zyn, weg van hen alien. En Joost knipte met zijn oogen. FI';. moest ever. zijn nen? snuiten en Bram pinkte zoo, dat niemand het zag een dikke traan v.-eg, die heel brutaal u-i zyn ooghoek gleed. „•'k Wil haar toch even goedendag zeg gen," zei Joost inet eAn bibberstem. ..Natuurtjjk," beweerde Bram schor. Flip'zei niets, maar ging meteen naar binnen. Daar kwam vader juist de trap af met eeu wit hoopje in zyn armen, „Neen jongens, liever niet," zei dokter Boschboom. 't Kindje woet toch niet, dat jullie er zyn en ik ben bang voor besmetting." „Bam, Bam", klonk 'het uit het wol len pakje. „Ze hoort me. Ze kent me. Ccrdaatje/" jubelde Bram. Maar vader snelde vlug voor; met zyn lieve last. Flip en Joost gingen we er Sin 't werk en ze vonden hof h:-l bjgrype- !yk, dat Bram nog even met een treurig gezicht naar den voortsnellenden auto keek Ze waren er haast jaloersch om, dat Ger- da hem had herkend. Met moeders hulp kwam do -lereboog tot stand, voor Aaltjo beneden was. En toen z© van haar kamer kwam snelden de jon gens met een „lang zal ze leven", haar tegemoet. Ze word als 't waro de eere poort doorgesjord en toen mevrouw haar geiukwenscute eu haar het étui me; het gouden horloge ter hand stelde, huilde en lachte de goede ziel van aandoening, „Én ik, feliciteer U allen met onze Gtr- daatje," zei Aaltje. ..Gaan. jullie nu naar dé slaapka mer om je verder aan tc kleedoo en eens flink té wasschen. dan zal ik Aaltje van onze Gardaatjo vertel len'. De jongens gehoorzaamden direct. Ze waren maar blij, dat ze 'oij dit treurig onderhoud niet tegenwoordig behoefden te zijn. En mevrouw Roschboom troonde Aaltje mee naar de hu'&kamcr, liet daar gezellig plaats nemen, Schonk oen kopje thee voor haar ut on begon toen te vertellen, wal m den afeeloopen nacht was gebeurd. „Wat een treurige verjaardag", unikte Aal, toen mevrouw alles had meegedeeld. „Daar heeft het kindje geen weet van. Aal." „Maar wij wel. Ik kan tenminste vandaag geen sikkepitje plezier meel hebben." .Daar moet je ie toch te*en ver zitten. Vandaag 2ijn we i-aiikbaai, eat onze goede, trouwe Aai voor ons zooveel iaren haar beste krachten -gaf." „Dat was niks waard. U Was a'le- maai zoo eoed voor me." „Neen, Aal. vandaag moet je brn mm met de fciijucn. Natuurlijk zuilen we aan ons k.elnije denken, n. ar voor jou moet het. een feestdag znn'. Gewerkt wordt c-r vandaag niet. We doen; of het Zon ia? is. Zet gauw de ontoijttafel klaar en dan...." ..Wat dun. mevrouw „Dat zul je wel zien. Aal." „Maar mevrouw, 't is morgen Kerstmis." ..Dat komt er niet op aan. Yandaac is het feest op liet dokterehuis." „rlclf Lachend, half moppj;And, c;?en'.ijk met wetend, hoe ze t had, spreidde Aalt ie het ontbijtservet uit. De jongens waren in dien tijd den bloemist wakker gaan porren. iiij zou zoo vroeg mogelijk een mand met b-oemen brengen, 't. Werd volgens lion nu tijd. Gelukkig kwsin de bloe mist juist zijn winkel uit. gewapend met den mand vol geurigen en Id eu ri ft on inhoud en nog een reuze- bouquet. „Ook voor Aal?" vroeg Bram. „Ja. van juffrouw Kruidkoek, uit het winkeltje." „O, c'iat is haar vriendin, die heeft haar hak an geleerd". verklaarde Flip. „Daar komen nog meer bloejnen", vertelde de bloemist. „Van wie dani" vroeger» drie stem men tegelijk. „Ten eerste van mij een mooie pot kerstrozen," somde de bloemist on. „Dat is verduiveld aardig van ie", zei Joost spontaan. En de andere twee vielen hem gauw bij. „Trouw en eerlijk zooveel iaren cüenen. dat moet beloond wprden", zei de bloemist ernstig. „En dan nog meer bloeman 1" In formeerde Bram nieuwsgierig. „Dan een mooie bak met roode „Van wie! Van wiet Van wiet" „Raadt eens." „.Aal ging met niemand om," sprak Joost k Zal het jullie maar zeggen, want je raadt het nooit, 't Is ook aileron beeriipeliikst. Van het kasteel." „Van mevrouw Beerbruggen van Nieuwer velt?" vroeg Bram in de hoogste verbazing. ,En die kent onze Aal niet eens", beweerde Joost. ..Ze heeft haar mlaschlen nog nooit geaien". zei Flip. 'k Zal iulüe vertellen, hoe -lat zit. Gisteren ging ik even naar de broei kassen van mevrouw Beerbruggen kijken. De tuinman had een bijzon der mooi soort orchidee gekive.-kt en daar interesseerde ik me voor. Goed. ik sta een en ander te bewonderen, toen juffrouw Stephennon, je weet wel, die magere gezelsdhapsiuf'rouw, binnenkomt. „Meneer van Wapjoningen (zoo heette de bloemist) mevrouw zag u de laan afkomen en wou u graag even spreken." „Tot uw dienst", zeg ik en ik volg de de juffrouw, Mevrouw Beerbrug gen bleek in een zeldzaam goed hu meur te zijn. „Och meneer van Wapeningen, wij hebben in ce kassen zoo weinig moois voor een taifdlversiering met Kerstmis. Heeft u niet iets?" „Ja wel mevrouw, antwoord ik, „ik hob een zeldzaam mooie partij kerstrozen." Dat viel in goede aarde. Ik kreeg dade'ijk een flinke bestelling. En ik vertel zoo en passant, „dat 'k van plan ben een pot van die rozen naar t doktershuis te sturen. ..Is de dokter jarig.'", vraagt ze be langstellend. „Neen. Aaltje, de dienstbode is daar 12 1.2 ;a?.r in betrekking. En ik verte! dc.i jullie zoo'n mookn mand besteld hebban. Dar» vertrek ik. 's Middags ben ik met een klant bezig, of rrien2 de telefoon. Ik spreek zoo waar met mevrouw Bvrwuggen. Meneer van Waeeningen, vind het zoo'n belangrijk feit, dat iemand zooveel iaren In betrekking is. dat u er uit miin naam een mooie bak mei roode tulpen, heen moet zenden. U v. i't miin kaartje zekei wel even ko men aanhalen." (Wordt vervolgd). Nieuwelingen zyn: KAKEL A. W. JUNG, EnscKeiestraat 21, JJmuideu, oud 12 jaar, (11de nieuwe ling ia Docember). NELLY M lXSTKR M A X, Du inlast Parkweg 5, Santpoort (12do nieuweling iu December., REIN DEBT VAN W. Je raadsel is goed. Gezellig, dat do beide broers nu ineeraadselcn. Toon je onze tentoonstel ling bezocht kwam zclter de wensck in je op je bij ons aan te sluiten. Ik hoop, dat je een trouw Rubriekertjo zult worden. NDAMMER. Ja. noem 11a- trcos dan mee. Dat is gezellig voor je beiden. Vader of moeder behoeven na niet mee, zulke ferrv.e het samen wel opknappen. Je belt daar aan en vertelt wie je bént. Dan schrijf je me later wel eens, hoe jullie het gehad K. A. W. J. Je moogt den gevraag- den naam houden. TERTRIAIR. Ik kan me begrypou, .'.at Rosa Fluweeltje hard naar de va cantia verlangt. Dan moet zo me maar eens een gezelligen brief schrijven. Hoe is het met je verkoudheid! Ga je Zaterdag naar Heiloo? Ik wensch je heel plezierige •lagen 'k Vind het verbazend aardig, dat julïio klas met Sint-N'icolaas ook o:n het zieke meisje gedacht hebbou. Jy hebt maar dubbel eu dwars genoten, \V'. v. d. L. Hartolyk uank voor jo mooie kaart uit A. ORNATES. "Wel jammer, dat je zus niet mag bezoeken. Maar moeder vertelt jo zeker alles uitvoerig. Ik vond het zoo prettig zelf een brief van haar te krijgen. WOELWATER. Hoc is het met de verkoudheid! Kan do zakdoek in jo zak bl(j\-enf Ben je nog naar do toonoeivoor- ;telhng geweest. Begin jo je naam van Woelwatertje al wat minder te ver dienen f VERGEET MIJ NIETJE. Jo vrien dinnetje mag meedoen onder den verlang den schuilnaam. Een mooieu naam vind ik het niet. Jy wel! THEEROOS. Natuurlijk moet jo het inktstelletje gebruiken. Daar i» het voor. liad het Tr:o zich 's avonds maar even aangemeld bij my, dan zou ik zo op de tentoonstelling wel toegelaten hobbon. Om Dennappeitjcs naam heb ik nog ge dacht. BIAXCA. Ja, jo moogt dezen schuil naam houden. Als er zich iu 't begin moei- iykheden voordoen, willen Tenrinir en Rosa Fluweeltje je zeker wel op weg hel pen. Lenk dat jo ook op ons feestje bent gewcc.-t. Dat was ceu vroolyk welkom voor je in onze Rubriek. Is 't niet je proeven naar wensch gegaan! Krjjg je deze week je rappor;' Het is eeu kwaal van meer kiiiderca, dal ze van huis naar school hun les vergeten. Maar dan zat het. geleerde toch mei heel vast iu je hoofdje. UiiZB LaGiikUüK 't VERSCHIL. Een vreemdeling iviide in een verla ten streek, waar de trein neg niet as doorgedrongen, een eind uict den postwagen njden- Moet u een eerste, tweede of der de klas biljetvroeg do koetsier. Een eerste klas. zei de vreemde ling, na eeuige aarzeling, want het was hem met duidelijk waar het ver schil in kon zitten. Nog steeds pe.uzend over het klasse onderscheid a-oop l.ij irr het eetie hok je, waar allo klassen" benauwd, aar vreedzaam bijeen zaten Na een uur stopte de wagen can den voet van een heuvel. De koetsier smeet het portier ojicn en riep Ee-rste klas blijfzitten, tweede klas loopt, derde tas li^.pt duwen. RAADSEL. Moeder, kunt u raden? \V,.t i3 ditHet klappert met den «navel cn heeft drie pooten? Kind, dat zal wel de ooievaar zijnmaar die beóft maar twee poo ten. Ik wilde het u ook maar een beet je moeilijk maken, DIKKERDJE. 't Schoolfeest was alleraardigst, hè. Nog wel hartolyk gefe liciteerd :nct je verjaardag. Wat heb je 1 Lu getracteerd. Sjieel je wel eens met me best begrijpen, dat bot knoopoa. van LELIETJE VAN DALEN. Wat heb je veel gekregen. En z;in de boeken nl uit gelezen: Nog van harte gefeliciteerd met moeders verjaardag. Je raadsel is goed. Ik zai fcet oneer je eigen r.nnm plaatsen. HOUTHAKKER. De Rubriekortjes, a'f 'i aden e de sn. De jongeren mogen er era opstelletje vaa maken. Gesnapt! QOLMAPUSCHI. Tom je Zaterdag de oplosslag zag, begreep je hel punt- raadsc-1 zeker ook wel. Het doet me ple- zier, dat het boek n:,.-.: je zlr. .3. D ak Je cr om, dat je Vrydag om 7 uur :n 13e- thesda moet zyn. GOUDMUILTJE. Ik wensch je veel genoegen op je schoolfeest. Wel esnig hè, zoo'n comedie-stukje. liet zal wol wen nen met het oplossen der raadsels. Al doende leert men. Roodkapje moet je in 't begin nog maar wat helpeu. Ja, ik vind dat jo een heel moolen sprookjesnaam ge kozen hebt. ROODKAPJE. Je behoeft do oplos singen der raadsels niet zoo uitvoerig op te sehryven. Doe het maar even kort en bondig als ik. 't Is niet zoo heel erg, nis ,je briefje na "Woensdag komt, dan wordt het ook op Woensdag boantwoord. Ga jo niet Kerstmis nog. naar een Kerstfeest! •'t Dout me geuoegon, dat jo cadeautje naar je zin was. Herman K. Zet voortaan je schuilnaam maar onder je briefje en raadsels. Heb je een gezelligen avond m het Brongebouw ehadf^k feliciteer je vast hartelyk met !ca verjaardag van broer. Dat is al uen nan van ervaring. Hot is zeker wel «cn jiooüyk afscheid, mnar ais hy au eenmaal het zeegat uit wil, valt daar a iet veel aan te doen. MOEDERS STOPSTKBTJE. Vertel me eens, stop jy do kousen voor mot Ier! Dat zou ik heel flink vinden. Hoe gaat hot er nu mee! Niet meer z:ckï Gelukkig maar dat je zoo'n kaap boodschappen meisje baat. Wat heeft er eigenlek aan gescheeld! Verder van harte 't beste. Schrijf de oplossingen maar wat be knopter op. PIERRETTE. Dus het boekje doet al dienst. Knap zoo. Die broer is zyn klcurdoos waard. Die oom uit Amsterdam heeft jullie uiaar goed bedacht. Do too- irlantaarn kan jullie den heelen winter nog amuseeren. MLA MAY. Leuk, dat moedor ook het boek gelezen heeft cn dat juliie het beiden mooi vonden. Ditmnal waren do ..Isels toch niet moeilyk, hè. Ik hoop, dat je Kerstrapport or goed uitzag. Jo raadsel krygt wel een bourtjo. NIMMERSTIL EN WERVELWIND. Ts de Vliegende Hollander al ingewyd! En hoeft pop al gegeurd met haar mooie pakje? DUIMELIJNTJE. Je raadsel is goed. ZOMERTAKJE. Ik dacht wel, dat hel juist een verhaal naar je zin was. Ge lukkig maar, dat zusjes, hoesten wat min dert. Nu kfygt het hoele gezin rust. Hoe maakt Albada hot! LACHEBEKJE. Jammer, dat moeder het feest niet kon bywonen. Hoe is het er na mee! rt Speet me voor je, dat jo n;et naar de Maria-Stichtiug kon. 't Was er zoo aardig. Van hane beterschap ge- wenscht me: de patient. BUDGEMEESTER DIKKERDAK. Je rebus is goed cn ik maak jo een com pliment voor de mooio ttekeiiing. Maar ik kan haar r.ic-t plaatsen, omdat die toe- kening niet gedrukt kan worden. JOHAN DE WITT. Sint heeft den groo.en staatsman niet vergeten. Je bent zeker nog dagelijks aaa rt smullen. Ik bad maar boven op een vexlanglystje geschre ven; schaatseu-ys. W. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vin nestraat 21r, Haarlem, £0 Dee. li>22. L-'euilieton Naar het Eugejsch van GEORGE SURREY. (Geautoriseerde vertaling). 9) Terwijl hij dit uitriep, was hij op zijn tegenstander afgesprongen. Ge lukkig voor iteni, had mj met iemand te doen, die liever niet oïmoodig ge weld pleegde. Beweitt was eon stap achteruitge gaan cn had zijn revolver uit den zak genaaid en hel jongmensch zag de opening op nog geen twintig centi meter afstand. Hevveitt wilde niet schieten, maar veroorloofde zich daar om toch wel dez© eentgszins theatrale houding. „Bedenk je goed", zeide hij vrien delijk. „Dit is geen comediespel, het U me volkomen ernst, maar ik had veel liever, dat ik je niet hoefde te verwonden. Neem het maar kalm op. Je hoeft je er niet voor te schamen. Ik wou grang dit geweer hebben en ik vermoed, dat Je leven je nog wel liever is, dan dit geweer". De jonge man haalde diep adem. Hij was niet bang, hoewel liet de eer ste keer van zijn leven was, dat hij tegenover een man kwam te staan, die hem werkelijk zou durven doo- den. Maar hij had toch een schok ge kregen. Hij dacht vlug na, vlugger dan hij nog ooit gedaan had en bere kende zlin kansen. „Neen", viel Hevveitt hem in de re de, die iets voorzag. „Het geeft niets of je al naar Jimmy kijkt. Of wacht, ik zal hem toch maar roepen, want ik heb hem noodig". Hij riep hem zelf cu do halfbloed kwam aangerend. Aangezien llewcitt met den rue naar liem toestond zag hij eerst, toen het to laat was, hoe do zaken ston den. Maar hij was zoo aan onderwer ping gewend, dat hij den gewonen menschel ijk en aandrang miste om lij i het zien van gevaar weg te loopen. i .Jimmy", beval Hevveitt; „ik ben hier niet om gezondheidsreden en ik voel er ook niet voor om langer hier te blijven dan hoog noodig is. Dus bind je baas nu eens stevig vast en vlug wat ookl" „Nou, zeg een#!" protesteerde Jim my's meester, kleunend. „.Te bent te gevaarlijk om los te laten loopen. vooral met al die wapens", zeide Ile- vveRt complimenteus, j Binnen drie minuten zat do En- eelscliman. stevig gebonden aan een van de wielen van den. wagen beves tigd, zoodat Hevveitt geheel vrij in zijn doen en laten was. Hij borg zijn revolver weer op (er was nu geen kans meer dat het jonge men6ch zou merken, dat ze heeleinaal leeg was, want de laatste patroon was al twee dagen geleden afgeschoten), toen greep hij den onderdanigen Jimmy en bond hem op dezelfde manier. „Zoo lang zal het niet duren", ver zekerde hij zijn slachtoffers. Do gids zal zeker voor donker hier zijn". Hij was bang, dat deze te vroeg zou komen en daarom beperkte hij zich tot het doorzoeken van den wa gen om ammunitie voor zijn nieuwe geweer en toen hij voor zijn eigen re volver geen geschikte patronen kon vinden nam hij er nog maar eentje bij, die hii tussohen do aanwezige wa pens vond. Hii deed wel geen goedo ruil, maar in dit geval was er nieis aan te doen. Do rechtmatige eige naar lag dit alles met belangstelling aan te kijken, maar zeide niets. Toen hij echter zag dat Hevveitt on het punt stond weg fe rijden werd zijn nieuwsffierigheid hem de baas. „Zeg eens", riep hij uit. Ileweilt bleef stil staan en keerde zich naar hom toe. „Wat is er?" .Wat ben je er eigenliik voor een tje?" vroeg de gevangene, „als het tenminste gepermitteerd is om dat te vragen". Heweitt glimlachte, maar niet van harte. Hij had do gastvrijheid van den ander geschonden en hji schaam de zich. „Wel", antwoordde hij, „de wet noemt me een vogelvrij verklaarde en ik probeer me dien naam waard te maken". „Een vogelvrij verklaarde!" De an- dor fronste de wenkbrauwen. „Kolos saal, een vogelvrij verklaarde! Wat interessant. Maar je zei, dat je een Engelschman was". Blijkbaar vond hij dat tweo onvereenigbare dingen. „Dat is ook zoo". „En hoe heot je?" Hevveitt grinnikte. „Als je do moei te wilt doen een dezer dagen eens oen paar Canadeeschc kranten in te kij ken zul je mijn naam daarin wel ver meld zien staan", antwoordde hii. „Het spijt me, dat ik je heb moeten binden, maar dat ging nu eenmaal niet anders. Tot ziens'. En hij reed weg. Steve Hevveitt maakte snelle vor deringen. Want op een dergeliiko be- rooving staat een heel wat hoogere straf dan op het beleedigen van een politie-agent. HOOFDSTUK VII. Bill. Als iemand het gewaagd 3»ad, Sto ve Heweitt te vertellen, «;at hij smoor lijk verhefd was op Hclly Marley, zou hu geiaclieu hebben. Maar liettv Marley nad duidelijk getoond, dat ze liever niet had, dat hii iu handen zou vallen van de politie. Er« daarom moest hij er nu ook voor zorgen, zco- wcl voor haar bestwil als voor het zijne, dat hij haar zooveel mogelijk ontweek. Na dat geval in de North Fork Val lei verdween lleweitt hoolemaal uit de bewoonde wereld, maar toch niet ver uit de buurt Van het kamp van den Engelschman, Hij redeneerde zoo: dat jongmensch zal wel niet lang wachten mot de politie in de zaak to mengen. En nu zal de laatste plaats waar de politie iemand zoekt, die zijn, waar hij zijn misdaad gepleegd heeft. En bovendien was liet terrein uiterst geschikt om zich in to verber gen. Er waren nog al wat heuvels, er was wild in overvloed ieu gras voor zijn paard. En zoo kon hij hier eenigen tijd ongestootd blijven. Het was er eenzaam en de eenzaam heid roept dikwijls vreemde denk beelden op. Een man. die alleen is, besteedt meestal een heelen tiid met uitsluitend aan'zichzelf te denken. Tenminste dat was het geval met Ste ve HewoilL .Maar het leven van een vogelvrij verklaarde is vol afwisse ling en Heweitt kwam tot de overtui- i ging dat hij toch kis moest doen. i Het be=te leek hem toe de Edwon- ton postkoets aan ie houden. I Yiju eenige reden was gebrek aan geld. Veertien dagen lang hield hij z:ch nu al verscholen eu hij wilde wei graag hier een eind aan maken en over de grenzen gaan, maar hiertoe I was geld noodig. I lleweitt stok, zonder de aandacht te trekken, do spoorlijn over en be vond zicii toen in een water- en boschrijke streek, dio nog lied dun I bevolkt was. Hier ontmoette hij Iilll. Bill zal nog wel anders goheeten neb- I ben, maar Heweitt leerde iiuih nooit j onder een anderen naam kennen, ilii j vond Bill naast een bijna uitgedroogd I riviertje liggen, ongeveer op zestig j mijlen afstand van do spoorlijn en honderd twintig mijlen overal elders van verwilderd. Kerst dacht Heweitt, 1 dat cr een doode lag. en hot was en kel nieuwsgierigheid, die hen» noopte af te stappen en er naar te kijken. I Toen ontdekte hij. dat de kerel al leen maar stom-dronken nas en net weer een beetje op zijn verhaal begon te komen. „Hoe kom je hier?" vroeg Hewitt 1 teen hü het ..voorwerp" eens flink door elkaar g.-schud en oen*—» m-'cn ondergedompeld had. Maar BUI, zoo- j als hii zelf zeide te heelen - kon r'nt J niet zeggen, dank zij de jeneverkruik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1922 | | pagina 5