HAARLEM'S DAGBLAD
DE MODE
ZATERDAG 3 FfiBRJARi 1923 VIERDE BLAD
Mlimmmmii -
Gecostumeerd Bal
EEN FEEST VOOR DE
KINDEREN.
Voor ieder kind is liet „verWeeden"
een genot. Hoeveel te meer genieten
zij er van wanneer het verkleeden er
„echt bij hoort", wanneer moeder
met de naaister, na dagen 'lang moei
zaam peinzen een pakje maakt, too-
veraclitig en vreemd, van spinnerag
en klatergoud, dat op den avond van
het bal wordt aangetrokken. Hoe
voelt het kind zich als de hoofdper
soon uit een sprookje, als een toover-
godin, de nacht of de maan, of wat er
anaers verzonnen is. Een gecostu-
meeid 'kinderbal of kinderpartijtje is
wel het aardigste, wat men zich beden
ken kap. De kinderen zijn er zoo
„in", zè genieten zoo \eel intenser
van hun verkleed-partij dan de vol
wassenen. en heusch-duur behoeft
het pakje van uw telg niet te zijn.
Laat ik u eerst een paar aardige
plaatjes laten zien van pakjes voor
kinderen, en ge zuU wel zien dat se
voor de kosten niet behoeft terug te
deinzen. Wat werk en tijd moet ge
er aan geven, dat gant niet andere.
Deze mantel, een créatie van Premet,
is uitstekend geschikt voor reismantel.
Hij is gemaakt van velours de lame, in
een warme goudbruine kleur. De kraag
kan héél hoog tot over de ooren gedra
gen worden maar ook omgeslagen, zóó-
dat hij een soort van pelerine-achtige
kraag vormt, die door den grappigen
vorm van het schouderstuk dubbel
schijn: te zijn. De knoopen zijn vaa
schildpad en met een dun leertje beves
tigd. Ook de zakken zijn met een biesje
van dit leer gevoerd.
Een toilettafel.
Ieder jong meisje, dat een eigen zit-
slaapkamertje heeft, doel haar best om
ken. Dat er gewoonlijk niet veel geld aan
de verfraaiing besteed kan worden, be
hoeft geen beletsel te zijn. Ziehier wat
een kennisje van mij met een dood-go-
woon wit-houten keukentafeltje wist te
doen. Mijn vriendinnetje verheugde zich
n.l. in een keurig toiletstel met „beel
derige" kristallen flesschen en „aller-
snoezigstc" bakjes, potjes enz. enz.
Een waardige plaats om dit schoons uit
te stallen mankeerde, evenal; het geld
om het te koopen!.... Na lang denken
vond zij er wat op. Zij kocht een heel
goedkoop wit-houten keukentafeltje en
een lap Brabantsche stof in de bekende
vroofijft-g'ekleurde ruitjes. Hiermede
maakte ze eeü keurig geplooid gordijn
om de vier zijden van de tafel heen. De
la werd natuurlijk apar» overtrokken,
caar hij anders niet open kon. De kleine
spijkertjes waarmee de Strook was be
vestigd. werden naderhand verborgen
onder een gefronste reep in een effen
kleur. Het plat van de tafel werd be
dekt met een wit linnen kleedje, dat er
precies op paste, inet een paar open
zoompjes versierd. Eigenlijk behoorde
hier een glazen plaat op te liggen, maar
dat werd te kostbaar. Een ovaal spie
geltje er boven, een aardig kleedje er
voor, de mooie flacons en de andere
toilctbenoodigdhedcn er keurig op ge
rangschikt, en de toilettafel, die voor
géén andere behoeft onder te doen, is
klaar.
Kinder-kostjes.
Een praktische mantel
HET GEBRUIKEN VAN LINT.
In alle tijden heeft het lint in de mode
eeu groote rol gespeeld. Niemand zal de
belangrijkheid van het lint kunnen ont
kennen in het moderne costuum, waar
alleen al het allerkleinste stukje lint in
het knoopsgat van een heer deze vèr
boven zijn medestervelingen verheft. De
lintfabrikanten komen evenals de stoffen-
fabrikanten, ieder seizoen met een ver
bijsterend groote, nieuwe sorteering lin
ten. Schitterende zijde, glinsterende me
talen en kunstige borduursels, alles is
er bij. Men ziet dan ook heel veel toi
letten die op de vreemdste wijzen met
lint zijn versierd, terwijl het lint zelf
allergrappigst geplooid, gegoifa of ge
pijpt is. Men ziet vooral heel veel cocar-
des dragen, zoowel op hoeden als op
japonnen. De hoeden die er mee gegar
neerd worden, zijn meestal de zeer een
voudige tricornes. die geen andere gar-
neexing dragen. Dikwijls is de cocarde,
van goud- of zilverlant gemaakt, onder
aan den hoed bevestigd, wat een heel
eigenaardig gezicht js.
Ons plaatje laat u nog een originceele
bocdengarneering met Jint zien.
DE MODE IN VROEGER DAGEN.
Zoolang er menschen op de wereld
zijn, zoolang zal de mode ook wel blij
ven' bestaan, cn zullen er ook heftige
tegenstanders van zijn, die niets liever
zouden willen, beweren zij, dan de mode
heelemaal afschaffen. Radicaler kan het
al nici cn het lijkt ons, zooals wij vroe
ger ook al eens schreven, een totaal on
begonnen werkl
Maar niettegenstaande hun heftigen
tegenstand zullen zij toch moeten toege.
ven. dat onze tegenwoordige mode den
groei en de functies van het lichaam in
geen enkel opzicht belemmeren. In som-
m.gc schelen hangt nog een plaat, die
cger.iijk al lang had behooren te verdwij
nen, en die dc slechte gevolgen toont
van het insnoeren dat in den tijd der
Wespentailles zoo algemeen was. Van de
ingewanden is er niets meer op zijn
plaats het kan ons volkomen koud
laten in dezen tijd, want hoe losser en
gemakkelijker dc kleeren zitten, hoe mo
derner het rs. En heeft ooit een der open
bare tegenstanders d:- openlijk gepre
zen? Wij vrcczen van niet, cn vermoede-
den dat het komt, doordat zij er weer
zooveel slechts in zien om dunne kousen
en lu8e halzen te dragen, dat de lust tot
Midden-Europa in
de zestiende eeuw.
pi ijzen hun vergaat.
En het is waar, dat dc mode nooit iets
doet omdat het verstandig is (wat haar
tegenover de opposanten zoo z
■maakt), maar laten wij ons dan tenmin
ste verheugen over deze gunstige „gril".
Wij wijdden hier zoo uit over het
genaamde pennen, omdat dit in
tweede helft der zestiende eeuw in de
mode kwamin de eerste helft dezer
eeuw trok men het goed ook wel
doot middel van een soort lijfjes vaa
stevig linnen zonder mouwen, maar de
harnassen met baleinen of metalen
plaatjes kwamen pas later, cn dat wa3
ook dc tijd dat dames nauwelijks kon-
j den ademhalen, en van snel voortbewe
j gen in zoo'n costuum geen kwestie was.
In den eersten tijd toen het goed al-
I leen maar wat sterk ingetrokken werd,
bestond de japon uit twee sloffen, op
dat de soepelheid van het figuur nog
wa- bewaard bleef, maar de zeer wijde
rok gaf toch al een te groo-en omvang.
L-V kloktok. re nog niet 'mg geleden
ook hier in de mode was, vak n et van
ze'f zoo wijd, en daarom werd er ook een
rok onder gedragen, die van gesteven
linnen gemaakt was op zoodanige wijze.
Een ander aardig idee om een toilet
tafel te maken is het volgende De
„grondstof" hiervoor "wordt geleverd
door een ouderwetsche wasch-commode,
met drie laden en een spiegeltje er bo
ven, dat door leelijk krullerig houtwerk
omgeven wordt. Ge verwijdert het op
standje plus spiegel van de tafel, en ge
bruikt den spiegel apart, om er boven
te hangen. De leelijke koperen ornamen
ten die de laden „versieren" en als
trekkers dienst doen, verwijdert ge
voorzichtig. Gc neemt nu een lapje aar
dige crétonne, in een vroolijk patroon,
liefst ook wat ouderwetsch en dat bij
de kleur van het hout der commode
komt. Dit moet dienen om de laden mee
te overtrekken, doch alvorens dit te doen,
schaft ge u smalle houten staaflijstjes
aan van ongeverfd hout. Deze lijstjes
dienen om de crétonne onder te beves
tigen. Latjes en crétonne worden zorg
vuldig vastgespijkerd, dc spijkergaacjcs
opgevuld met stopverf en ge schildert de
lijstjes in de kleur van uw houtwerk of'
zwart, wat ook zeer aardig staat. Een
houten of een glazen knop komt in de
plaats van de koperen en de tafel zal er
héél anders maar veel aardiger, uitzien.
Kussen
Op effen gekleurd linnen is een aar- bruin. Het soutache-band is helder
dig kussen te maken. Ziehier een pa- groen. De kleine steekjes tusschen de
troon, dat met smal soutache-band wordt bloempjes zijn van zwarte zijde uitge-
uitgevoerd. Dit kussen is in kameel- voerd.
Van andere vrouwen.
Een getemde wilde.
Dat een vrouw van de Fidji eilau-
den Prinses Adi Vuikaba wanr-
ui wij niets andere zien dan een ne-
gei in met heldere oogen en schitte
rende tanden verpleegster wordt
in Melbourne, dat liikt ons doodde
woon. Wii weten, dat de Fidji-eilan-
den dicht bii Australië liggen en wij
stellen ons de negers voor, vreed
zaam riist verbouwend en oooosnoten
etend. De werkelijkheid is ecnisszins
anders, en de prinses wier bekwame
handen de zieken zullen verzorgen,
komt uit een archipel waar nog zeer
woeste zeden heerechen. Haar ouders
en zij zelf waarschijn lijk in haar
kindsheid, waren kannibalen. Werd zij
niet opgevoed om die vreenid.e taal
der Stille Zuidzee te spreken, het
z..g „bêche de mer". Jack London
vertelt er van „Jij hond wegstelen.
Mij klappen geven op jou rug. Weet
gij.'" En de zwarte antwoordt mij
niet.
liii vertelt nog dat deze „zwarten"
nog niet zoo beschaafd zim als som
migen gelooven. Op de Salomo-eilan
den. dicht bii tie Fidji eilanden gele
gen. eten de in boortuigen rustig hun
gelijken op en ook de blanken,
wanneer de eelegenheid zich voor
doet. De hoofden worden bewaard.
Jack London noemt verscheidene rei-
hun leven eindigden in de kookpot
ten der wilden. Het is dus wèl een
toeken des tijds. dat een prinses der
Fidji-eilanden verpleegster wordt in
een Australisch hospitaal.
Dit kleine bruine hoedje Is van bin
nen geheel met een smal lintje gevoerd.
Op den rand is dit lint drie a vier keei
geplooid, wat den indruk maakt van een
driedubbelen rand aan den hoed. Het
zelfde lint wordt om den bol van het
hoedje gelegd en hangt in twee lange
einden in den rug af. Ook de japonnen
die met lint zijn gegarneerd, zijn legio.
Renée geeft een dood-eenvoudige na
middagjapon, die geheel gegarneerd is
met verticaal opgenaaide lintjes van
geplisseerd lint, dat zig-zaggewijs de
japon bedekt tot op 20 c.M. van den
rokzoom af. Opzij hangen aan weerskan
ten twee losse panden van de rok, die
niet met lint versierd zijn.
De japon op het plaatje is van don
kerblauwe crêpe rnarocain, gegarneerd
me: een rij héél fijne plooitjes, vóór op
het lijfje en op den voorkant van de
rok. Om den hals loopt een dubbel
strookje van zilver lainé lint, dat ook de
mouwen garneert.
Ziehier eenige schoteltjes voor kin
deren die alle licht verteerbaar en
smakelijk zijn.
Visch gebakken in
custard.
Neem een moot kabeljauw, heilbot
of tarbot, die ongeveer een pond
weegtvcog deze goed af met een
schoone doek en verwijder al het
zwarte vel. Leg de visch In een be
boterd. vuurvast schoteltje en spren
kel er wat zout overheen, wat peper,
en wat citroensap. Snipper er ook
een klein uitje over. Doe dan in een
kom een of twee eieren. 2 eetlepels
bloem en een snufje zout. Klop alles
tot het goed vermengd is en doe er
clan 1/4 Liter melk bij. Giet deze
custard over de visch, zet het schotel
tje in een pan met wat water en zet
alles in een matig verwarmde oven
totdat die custard lichtbruin is, (onge
veer 30 minutenV Schijfjes aardappel
of aardappelpuree gameoren dezo
schotel. Het is voldoende voor vier
kinderen.
HemelpasteL
Dit is een heerlijk dessert voor kin
deren. geschikt voor de allerklein
sten en de ouders zullen het ook wel
lekker vinden. Dc korst wordt ge
maakt van gekookte rijst. Kook een
klein theekopje riist goed droog on
gaar. Yoer er een geboterd, vuur
vast «haaltje mee, door de rijst met
een lepel stevig tegon dc kanten te
drukken. Snij 2 of 3 bananen in
sc.hiifjes en maak hiervaai een gelijk
laagje. Maak nu een custard vla ge
reed. Go kunt heel goed hiervoor do
custard gebruiken die in blikken en
pakjes in den handel is, hoewel er fei
telijk een of twee eidooiers in moo-
ten verwerkt worden.
Daat dc vla wat afkoelen en giet
deze over de bananen hec-n en laat do
pastei een half uur staan, zoodat de
rijst zacht en doorweekt is. Klop een
eiwit met een goede eetlepel fijne
suiker cn strijk dit voorzichtig over
de pastei uit. Laat het even in eon
matig verwarmde oven bruin wor
den.
Geroosterd brood met
melk.
Dit is een heerlijk schoteltje voor
een kouden dag om aan de koffietafel
of aan het avondoteu te gebruiken.
Suii drie of vier sneedies brood, on
geveer 1 c.M. dik en rooster ze licht
bruin. Sprenkel er wat zout overheen
en iee zo in een bedekt schaaltje.
Smelt een eetlepel boter in een koc-
keoan. doe er een eetlepel bloem door
heen en roer het goed door elkaar.
Doe er 1 '4 Liter melk bij cn roer al-
•es voortdurend tot het kookt. Voeg
er nog een bouillonblokje bij cn roer
tot dat dit eeemolten is. Vervolgens
doet ge er nóg een eetlepel boter bij,
in kleine stukjes, giet dezo saus over
de toast en dien liet heet op.
Dc dame van het plaatje heeft het
haar los, mar ook heel dikwijls was het
laag gekapt, wat het hoofd tamelijk
klein maakte. Gevoegd daarbij den om
vang van de kleeding, waren de verhou
dingen wel wat vreemd. Vooral in Italië
was dit kleine hoofd een schoonheid, en
om het nog sterker te doen uitkomen,
droegen de vrouwen boven over het
hoofd een bandeau, waaruit naar achte
ren toe een lange sluier over den rug
golfde zware paarlen of gouden col
liers maakten het tot een kostbaar ge
heel, waarbij de draagster we'.eens een
zucht van verlichting geslaakt moet heb
ben, als zij het a: kon doen.
Voor een groote schoonheid gold in
Italic toen ook het goudblonde haar, en
wanneer de natuur daarin niet ter wille
was, moest de kunst er maar aan te pas
komen en de goudblonde lokken golf
den in hun weelderigen overvloed vrij
over schouders en rug.
Een eigenaardig gebruik willen wij
nog noemen een weduwe in Venetië
ging geheel in het zwart' gekleed, ook
in huis. Sieraden droee zij niet, en hel
haar was volkomen verborgen, maar was
zij niet ongenegen om weer te trouwen,
dan droeg zij enkele bescheiden versier
selen, en Let het haar even onder de
zware weduwen-doek uitkomen.
De tweede helft der zestiende eeuw
kenmerkte zich door veel opvallender
kieeding dan de eerste het inpennen
kwam met het baleinen- of stalen corset
in gebruik en toen werd ook het dragen
van maskers mode. Vooral op dit laatste
zijn heel wal spotprenten gemaakt I
In dezen tijd droegen de Fraasche
dames hooge kappen op de mouwen,
dié nooit verder reikten dan de clbogcn.
dan kwamen de ondermouwen. De
onderjapon was veel meer te zien, door
dat het overkleed van voren schuin open
geknipt was, en om den hals verscticcn
dc uitstaande, gepijpte kraag, die ieder-
een wel kent van dc schilderijen van
onze groote meesters. Tegelijkertijd
kwam ook de zoogenaamde Medicrs-
kraag, de opstaande kanten kraag, die
dikwijls zoo'n allerliefste omlijsting
vormde voor een fijn gezichtje. Daar
deze kraag behoorde bij een costuum
met laag-uitgesneden hals, werd hij in
hoofdzaak gedragen bij gala-costuum»
en feestklecding.
De straat-kleed ij was zeer sober, van
donkere stoffen gemaakt, geheel geslo
ten en met een donker toque-hoedje op
het hoofd wanneer gc u hierbij dan
nog het masker denkt, kunnen wij ons
wel voorstellen hoe somber dit geheel
tvasHet is echter niet te verwonderen
dat in een tijd als dien de vrouwen maar
liefst zoo somber cn stil mogelijk over
de straat gingen, terwijl haar van kind
af aan was ingeprent dat elk vertoon in
het openbaar een noodzakelijk kwaad
was, dat geheel onbemerkt moest blijven.
F. E. PEEREBOOM.
Op ons eerste plaafje ziet ge een
pakjevelcilhouquet, alleraardigst
voor een klein, donkerharig meisje.
Het gewone „partij-jurkje" kan hier
bij gedragen worden, liet lijfje ver
siert ge met allerlei veldbloemen,
Klaprozen, Korenbloemen en Mar
grieten met wat Korenaren er tus
schen. Over het rokje aan do jurk
maakt ge een franje van gewone ra-
phia zooals ge die in den tuin ge
bruikt. 1-Iet grootere meisje stelt voor:
Een Regenbui. Zij draagt een een
voudige rechte jurk van zachtblauwe
satinet of neteldoek, allicht zijn de
fragmenten van oen oude baljurk nog
te gebruiken hiervoor. Op het lijfje
zijn grijze wolken 'aangebracht; men
kan deze met speciale verf op de
stof schilderen of ze, van lichtgrijze
etof appliqueeren. Onder aan het
rokje is een silhouette geappliqueerd
van oen landschapje boomen, een to
rentje, weer boomen eitz. en daarover
heen loopt een regenboog. Over den
rok heen hangt een franje van zilver
draad, die den neervallenden regen
beeldt. Ons tweede plaatje geeft
twee jongenspakjes. Deze zijn wel
wat lastiger to vervaardigen dan de
meisjeskleeren, omdat hier nu een
maal geen afgedragen baljurk als
grondstof gebruikt kan worden. De
kleinste knaap is in liet costuum van
een Arabier gedost. Men kleedt hem
hiervoor in een wijde kaftan van
okergele satinet, (ook een oud laken
kan dienst doen, dat met Troink of
andero verf in de gewenschte kleur
wordt geverfd. De mouwen moeten
heel lang zijn en tot op den grond
raken. De hals wordt met een rood
randje geborduurd. Op bet hoofd
moet. een roode fez gedragen wor
den, niet een flinke lange kwast. De
tweede jongeling is verbloed als Turk.
Dit costuum is wel wat lastiger te
maken, en is ook kostbaarder dan
het, andere. De blouse en de wijde
broek zijn van gestreept katoen ge
maakt, zooals men dit in magazijnen
waar maskerade-artikelen verkoctit
worden goedkoop kan krijgen. De
kleeren zijn meest rood en geel. Ook
de lirecde ceintuur wordt hier van
vervaardigd. De tuniek is het duur
ste,daar deze van helderblauwfluweel
met oen goud galon versierd. De tul
band is wel te maken van een zijden
moet zijn met gouddraad bewerkt of
dat hij de heupen slechts weinig dikker
deed schijnen, maar de rok naar onder
toe verbazend wijd maakte. Het was dus
weer heel iets anders dan de crinoline,
die van het middel uit dadelijk opzij uit
stond, waardoor ook de heupen zoo om
vangrijk schenen. De rijke dames lieten
deze zoogenaamde „vertugadin" over.
trekken met tafzij, en men zegt dat
Eleonora van Castilië hem invoerde.
Over de „vertugadin" trok men dan de
onderjapon aan, waarvan mouwen en
rok gedeeltelijk onder het overkleed uit
kwamen, zooals hel plaatje te zien jjceft.
Heel dikwijls was dc mouw een samen
voeging van dc wijde uit de Middel
eeuwen, en de Italïaansche uit den Rc-
naissance-tijd, toen de wijde mouw op
eenige plaatsen ingehaald was, zoodat er
een paar ballonnetjes ontstonden. De
nieuwe nu was van onderen wijd, van
boven ballon-achtig ingehaald.
Alhoewel dus het insnoeren van het
goed nop niet hinderlijk geweest zal
zijn, was de omvang van d; vrouw in
dien tijd nogal respecrabel toch scheen
dit gehcele omvangrijke costuum ook
soepeler en prettiger te zijn dan dat uit
de Middeleeuwen.
Was het costuum gekleurd, dan sta
ken er witte ondermouwen uit, was het
costuum echter van een smettelooze
blankheid, dan moesten de mouwen er
den vroolijken toon inbrengen. Niette
genstaande alle oorlogen uil dien tijd.
de armoede die zij met zich brachten en
alle ellende, scheen men toch nog al van
kleurige kleeren te houden.
Op ons plaatje is de japon van wijn
rood fluweel met goudgalon, de onder
japon van blauwe zijde, mouwen en hals-
stukje van fijn geplooid linnen, ook bei
den met hetzelfde galon afgezet. Typisch
is ook de veeren waaier, die toen zoo ai-
g< meen in trek was en bestond uit een
enkele of twee stjuifveeren, iets wat ons
tegenwoordig ook in 't geheel niet
vreemd klinkt.
sjaal. Mert behoeft deze er volstrekt
niet voor te verknippen. Men vin it
hem om het'hoofd van den jongen en
naait hem dan met een paar stevige
steken vast en steekt er nog een speld
ter versiering in.
Een aardig groepje voor kinderen
ie de jager omringd door een leger
konijntjes. De jager heeft'een groen
kielpakje aan, met groote witte kraag
en hooge laarzen, lot over de knit,
over zijn schouder bengelt de wei-
taseh en hij draagt een groote slappe
vilten hoed, versierd met een veer.
De haasjes of konijntjes zijn in wit
watachtig goed gercieed, een glad
sluitend pakje. Vergeet vooral het
pluimstaartje niet!
Over het hoofd een nauwsluitend
kapje, dat alleen het gezichtje vrij
laat. Op het kapje zijn twee lange
ooren genaaid, met rose satinet ge
voerd. Wanneer de jager geëscorteerd
door vier of vijf konijntjes zijn entrée
doet is dit een alleraardigst gezicht!
Hoewel het costumeeren van kinderen
een dankbaar werk is daar ze alles
kunnen dragen en er overal even grap
pig in uitzien, dient men de costumes
voor de kleintjes toch mei zorg te kie
zen. Maak ze niet te druk of te op
vallend, en kies het liefst personen of
figuren uit verhalen en sprookjes, of
ontleend aan de natuur, waarvan de
verbeelding niet boven het begrip van
de kinderlijke fantasie ligi.