m m m k k Uit de geschiedenis der bestuurbare luchtballons. EEN RACE VOOR HONDEN. GOLF BIJ MAANLICHT DAMRÜBRIEK. 1 1 a e 1 1 1 1 1 Hl IHi ui 1 1 iHI 1 1 IU 1 1 lia IBHI UI 1 li m Hl i= 1 1 1 in 1 1 □1 01 in n 1 1 10 111 IUI 1 1 1 li 1 1 1 li 1 li 1 Schaakrubriek i Tf- i n i Hf s m a i SU 11 m S KI lfl IS a H 1 11 !?f i i' i i I i UIT DE CESCHIEDENIS DER BE STUURBARE LUCHTBALLONS. DE IDEEëN VAN MEUSNIER. PROEVEN VAN CIFFARD. DE LUCHTVAART EN DE OFFICIÖELE WETENSCHAP. DE EERSTE CE- SLAACDE PROEF. HET STIJVE, SLAPPE EN HALFSTIJVE STELSEL. ENCELSCHE PLANNEN. Een iaar xt&nwoliiks na de uitvin ding der luchtballons zond een Fransch officier, Meusnier genaamd, aan de Academie van Wetenschai>- t>en te Pariis een schrijven, waarin op duidelijke wijze de voorwaarden wa ren uiteengezet. waaraan een ballon moest voldoen om bestuurbaar te zijn. Hij liet den ronden vorm varen voor den lamiKwerpiff ronden, plaatste in het inwendige van het dragende lichaam een ba'lonct, dat was een leege pleitte zak, die door middel van. een slans in verband stond met de buitenlucht en die zich met lucht vul de naar mate het gas uit den ballon ontsnapte, zoodat liet ballon-omhul sel steeds gespannen bleef. De hoofd zaak was echter .dat hij duidelijk aan toonde, dat de bestuurbaarheid iu dc allereerste plaats afhankelijk was van een eigen beweglngs-snelheid van den ballon. En hieromtrent maakte hij zich geen illusie door middel van dc menscheliike spierkracht, kon me», dat gaf hij toe, geen grootcre snelheid bereiken, dan 4 Kilometer per uur. Men moest dus uitzien naar een drijf kracht sterker dan menschen kracht. De eenige. die men op het eind der lSe eeuw kende, was de stoom machine. maar deze was zoo zwaar, cat men er zelfs uigt aan kon denken haar in de hoogte mee te nemen. De gevolgtrekking ligt voor de hand ae oplossing van het vraagstuk der be stuurbaarheid van luchtballons was af hankelijk van den vooruitgang der mo tortechniek. De eerste slap was dus gedaan. Er - zouden zeventig ia.?r verloopen. voor dat Je tweede gezet werd. In 1U52 ge lukte het Giffard. een Framsoh inge nieur. een stoommachine to maken v,.ji paardekradht, en van slechts 150 K.G. gewicht. Nu noemt men paardekracht de kracht, die noodig is 75 K. G. in 1 seconde 1 meter op te heffen. De gemiddelde arbeidskracht van een man is ruim 9 maal minder (ongeveer 8 kilogrammeter), zoodat de stoommotor van Giffard, duo 150 Kilo woog. het werk deed van 28 man. die een gewicht vertegenwoor digen van 2100 K.G. Deze getallen bewijzen do groote beteekems van Giffard's vinding. Nadat hij zich eerst onder leiding van de gebroe ders Godard1, daarna alleen, ge oefend had in de gewone luchtvaart, stelde h'i zijn ballon samen. Hij koos, evenals Meusnier den langwerpig ronden vorm, maar spits toeloopend aan beide uiteinden, de ballon was 44 Meter lang en had 12 Meter grootste middellijn, een inhoud van 2500 kubia ke Meter en was gevuld met waterstof gas. Over den ballon liep een net, aan welks onderkant een menigte touwen bevestigd waren aan een horizontalen houten dwarsstang van 20 meter leng te. aan het achtereind voorzie,: van een driehoekig zeil. Zes meter ondet den dwarsstang hing het schuitje, dal den motor bevatte met de luchschroel die evenals de schroef aan een stoom boot het luchtvaartuig een eigen be weging moest geven. De schoorsteen van de -stoommachine was paar bene den gericht om het gevaar voor brand zooveel mogelijk te voorkomen. De ballon had c-en stiigkracht van 1800 Kilo. terwijl het leeggewicht. d i. liet gewicht van den ballon met vu (J ins. net. touwen, stang, schuitje, 1420 K.G. bedroeg en bleef dus over als nuttige last 480 K.G.. genoeg voor één persoon en voor 300 K.G. water en brandstof. Tweemaal, in 1832 en 1855, deed Giffard een tocht me', zijn ballon, het bleek, dat het toestel wen dingen kon maken, maar daar hïi te gen een eonisszin? sterken lucht stroom niet kon opwerken en niet naar het pur.t van vertrek kon terug- keeic-n, ram de officïeele wetenschap weinig of geen notitie van zijn po sing. Toch was hij een der pioniers op het gebied der moderne luchtvaart. Het 13 trouwens opmerkelijk, hoe vijandig (zou men lhina zegven") de officïeele wetenschap stond tegenover de pogingen eer baanbrekers op dat gebied. Telkens, wanneer er weer iets nieuws bereikt was, kwamen de be denkingen. Het was danja wel, ze ker. dit of dat is bereikt, in^r.... Nog sterker kwam dat uit ten op zichte van het vliegtuig. In een overi gens hoogst verdienstelijk werk, zonder jaartal op het titelblad, maar dat niet vóór 1890 kan verschenen zijn, komt een passage voor, die eigenaardig aandoet, als men hiivoor- beeld de postvliegtuigen Dmdcn— 'Amsterdam, rustig en kalm ziet voortsnellen door het luchtruim. Dc bedoelde passage luidt -. Evenals do eeuwigdurende beweging, zoo steekt ook de vliegkunst. maar telkens vruchteloos, het hoofd op. Het aantal menschen, wien het aan kunde en oordeel ontbreekt, neemt met bijkans elke geboorte van een jongen wereld burger toe. en er is aanhoudende in spanning noodig om het waterpas van gezond verstand m de wereld niet te verliezen. Het is merkwaardig maar toch een feit, door talrijke waarne mingen bevestigd, dat, terwijl, het vraagstuk der eeuwigdurende bewe ging voornamelijk de hersenen van oplichters, bankroetiers en gepen- sionneerden heeft bezig gehouden, de uitvinders van vliegmachine» groo- tcndccls te zoeken zijn onder mislukte werktuigkundigen en beunhazen op allerlei gobïed". Maar koeren we terug tot de _ge- schicder-is dr luchtvaart door middel van bestuurbare ballons. Nadat het in 1S72 aan Dupuv ce lAiie gelukt was een beweging uit te voeren, die een hoek maakte van 12 graden met de richting van den wind. slaagden m 18-S4 twee Franschc offi eieren. Benard en Krebs, er in met hun luchtschip ..La France" na een luchtvaart van 23 minuten weer <>p het punt van vertrek te land -'-- l)e afgelegde wra i Vod ragen 7.6 K M. dus de gemiddelde snelheid 5 n een halven Meter per feonndo. Het lucht schip had Jcn vorm van och. de voorzii was rond. de -.. spit'. ziin lengte bedroeg 50 M., de groot st o middellijn bijna 8 1/2 Meter, de inhoud 1860 kubieke meter, de stijg- kroeht 2000 K.G. Naar het beginsel van Meusnier, Giffard en Dupuy de l.óme bevatte de groote ballon een kleinere, die van het schuitie uit door middel van ventielen kon gevuld wor den met buitenlucht teneinde het bui tenste omhulsel steeds strak gespan nen tc houden. Het schuitje, of liever de gondel bad den vorm van een giek, ze was 33 M. lang. 14 decimeter breed en 2 meter hoog. Aan de voorzijde van de gondel bevond zich de twee- Lladigo schroef, die een middellij." bad van 7 meter, een gewicht van -11 Kilo en die van 40 tot 60 omwentelin gen in de minuut maakte. Het zeil bevond zich aan den achterkant. De groote verbetering echter gold den motor, een electromotor van Gram- ma. waa ivoor de stroom geleverd werd door een chloorchroomzuur batterij van 32 elementen, en die een vermo gen had van 8 1/2 paardenkracht en slechts 9S K.G. woog. Daar het leeg st wicht 1650 K.G. bedroeg tegenover een stiiskracht van 2000 K.G., kon bet toestel een nuttige last dragen van 350 Kilo. dus 2 personen en nog 200 K.G. ballast. Den 9den Augustus 1SS4 des mid dags om 4 uur was het bijna bladstil en het luchtschip, dat kant en klaar stond in ziin loods, werd naar bui uiterst langzaam. Als h:i even boven de hoogte der omringende plateau's is laat llenard de schroef werken, en door haar werking wordt de snelheid verhoogd tot 20 K.M. per uur. Nadat hii 4 Kilometer heeft afgelegd, weet liii door juiste aanwending van het roer een hal ven cirkel te beschvovem van 300 M. middellijn en keert naar Chaials. de plaats van vertrek, terug. Od 300 meter hoogte boven de mili taire Ijobtvaartinrichting keert hii den ballon vlak tegen den wind on laat de schroef zoo langzaam werken, dat haar werking evenwicht ma aki met der. kracht van den wind en daa.H nu biina loodrecht en landt veilig en wel op de plaats van vertrek. Het vraagstuk der -besUnu'baarbeid van den luchtballon was hiermee op gelost, Wel kon het nieuwe luchtschip alleen gebruikt worden bii zwakken of geen wind. een wind van minder dan 5 meter snelheid, maar dit was een voudig eon kwestie van tijd. Iedere vermindering van den weerstand der lucht door verbetering van de toe stel. iedere verhooging van de motor- krncb.t moest grootere eigen snelheid tengevolge hebben. Het moderne luchtschip was in beginsel feitelijk ge vonden. Bij de moderne motorballons onder scheidt men bet stijve en liet onstijve of slappe stelsel. Het stijve stelsel onderscheidt zich hierdoor, dat het dragend»" lichaam bestaat uit een har- do stof (blik. hout. enz.) of uit een hard geraamte, dat met een geweven ;tof omspannen is. De bekendste vertegenwoordiger van het stijve stelsel is het luchtschip, 'lat den naam draagt van ziin uitvinder, graaf Zeppelin. Het eerste model, de Zeppelin no. 1. dagt eekent van 1S9S on had een lengte van 128 Meter en een cieclwte dwarsdoorsnede van 11.6 M Hij bestond uit een geraamte van duralumin (een alliage van alu minium. dat de lichtheid van alumi nium p»art aan de hardheid van staa') óv.m hokken met gegomd katoen. De iw.»-..doorsnee van het geraamte vormde oen 24 hoek. Door dwarswan- <ien van duur aluminium werd liet luchtschip in 17 afdeelingen verdeeld, waarin zich 17 ballons, gevuld niet waterstof bevonden De twee motoren waren Daimler-motoren elk van 15 paardekracht. die elk twee vierbla- d:g-3 luclitschroeven. symmetrisch aan beide ziideu van liet dragen,!» lichaam bevestigd. deden werken. Onder aan liet hoofdlichaam en zeer dichter bii. bevond zich niet ver van elk der beide uiteinden een schuitje. Dc eerste proeven beantwoordden niet geheel aan de hoog cespannen verwachtingen, maar de energiek© uitvinder gaf den moed niet op. Op Zeppelin no. 1 volgde Zeppelin no. 2. no. 3 en no. 4. In de laatste werd de motorkracht verhoogd tot 220 paar dekracht. Ken der best geslaagde tochten voor 1913 was die van Friedrichshafen (iets vóór tienen 's avonds) over Ulm. Neurenibere Gera. Leipzig naar Bitierfckl'. een traject van 800 lv.M. (145 uren gaan») in 21 uren. Bii het met-stijve of slappe stelsel is de ballon in ongevulde» toestand opvouwbaar, en ook de verbinding tusschen schuitje of gondel geschiedt niet door metalen stangen maar door touwen of metaaldraad. De beroemd- sto vertegenwoordiger van dit stelsel was Sar.tos-Dumont. die den 19en Oc tober 1902 om den Eiffel toren vloog en daardoor den Prix-Dcutsch be haalde. Laten wii nog even meldim» maken van het halfstijve stelsel. dat ge bruikt werd in den ballon die door Juilliot op kosten dor gebroeders I-cbaudy werd ge bouwd. en die vooral voor militaire doeleinden moest dienen. Veert zou over dit onderwerp nog te zeggen ziin. maar de omvang van dit artikel iaat bet niet toe. Laten we nog alleen melding maken van het feit. dat de bestuurbare ballon, die een tijd lang meer en meer verdrongen w or1 door het vliegtuig (het zwaar- ;|i'rdan-de-!ucht svsteem). een nieuwe toakomst tegemoet gaat. Om maar één voorbeeld te noemenin Enge land bestaat het voornemen door mid del van een reuzenballon (stijf stelsel) van 140.000 kubieke meter inhoud oil oen minimum snelheid van 40 knnopen Duim 75 K.M. per uur) een rrgc'matigon dienst te onderhouden van Engeland naar ïndië. Canada, de Kaapkolonie On Australië. De lucht- 'chepon zu'len den tocht van London naar Bom ba v verrichten in 5 1 2 dag on naar Perth (West Austra'.ic) in ruim 11 dagen. n een volgend artikel hopen we to spreken over vliegtuigen. Een en ander over de Engelscho Waterloo Cup. Een exclusief Engelsche sport. Engeland is ongetwijfeld het sport land bij uitnemendheid. Niet allee* worden er alle denkbare sporten be oefend, behalve wellicht het Ameri- kaansche nationale base-ballspel, maar bovendien leidt de sterk ont wikkelde sportiviteit der Engelscbeu tot het uitdenken van nieuwe spor ten, die tot Engeland bepeckt blij ven. Een voorbeeld hiervan vormen de wedrennen voor honden. En het kan nauwelijks een wonder lieeten, dat een dergelijke sporr, aan de oi er- zijde van de Noordzee is ontstaan, want de Engelschen ziin waarschijn lijk de grootste hondenliafhebbevs der wereld. Dit wil nog niet zeggen, dat de honden-rensport speciaal is in gesteld voor het plezier van ds vier voetige vrienden, want het genoegen voor den hond is op zijn minst zeer problematiek, zooals trouwens iedere dressuur voor elk dier. Maar de En- gelschman heeft er een boel tijd en geld voor over om zijn dieren voor het een of ander doel op te icweeken, hetzij dan voor tentoonstellingen, voor rennen of voor bet meer ge moedelijke opzitten-en--pootjes-geven. Waarbij dan zeker niet als laatsto overweging komt, dat iedere nieuwe sport weer aanleiding geeft tot het afsluiten van weddenschappen. Want daar is de Engelschman dol .op. De beroemdste, jaarlijks ter.u^kee- rende gebeurtenis op het gebien van hondenrennen is de Waterloo Cup en do man, die in zijn kennel den 1 aal- sten winnaar van dezen kamp heeft, is een der meest trotsche stervelingen van deze sportieve wereld. Dezer dagen is deze wedstrijd weer gehouden en gewonnen door Lcrd Lonsdale's Latto van wekken sneller, viervoeter onze tcekenaar de hier onder volgende schets maakte- Over den oorsprong van dez sport het volgende: Heb was op een gedenkwaardige» dag in 1836, dat eenige hondenbezit ters door do vlakten van Altcar, in de buurt van Liverpool liepen, om daai acht hazewinden tegen elkaar te la ten rennen- Winnaar van den beschei den prijs werd Lord Molyneux met zijn hond ililanio cn zoo goed was deze proefneming in den smaak ge vallen, dat men dadelijk na den strijd besloot er een jaarlijksche gebeurte nis van te maken. De afspraak werd met een glas champagne in het Old Waterloo Hotel bezegelif. Hierdoor wordt ook de latere benaming van de race duidelijk. In het begin namen acht of zestien honden aan het rennen deelthans gaat de strijd tusschen 64 van de fraaiste en snelste hazewinden uit het Vereenigd Koninkrijk. Er kan wei nig twijfel bestaan aan dc superiori teit van den winnaar, want hij moet zes tegenstanders overwonnen heb ben voor hij, of liever zijn meester, zich de palm der overwinning kan toeeigeneu. Het zal den lezer een raadsel zijn, hoc men honden ertoe beweegt elkaar, in het hardloopen te bekampen, r.oniler de kans tc loopen, dat een deelnemer onderweg een zij pad inslaat, of meer plezier krijgt in het jagen van een kat, die hij onder weg mocht tegenkomen. Dit zou in derdaad onmogelijk zijn, dieren ren nen niet zonder dat zich aan het eind van de race eenig lokaas bevindt. In dit geval is dat natuurlijk een haas en hier krijgt de sport haar wreed© zijde, die de verbreiding naar het bui tenland ook wel zal hebben tegenge houden. Het verloop van een wed strijd is als volgt. Na de trekking voor de eerste ronde wordt een haas in de buurt van de twee hazewinden gedreven, die heb eerst strijd zullen voeren. D© honden bemerken de ar me langoor en trekken wild aan de riemen, die lien nog van de jacht te rughouden. Dan worden zij plotse ling losgelaten cn met geweldige snel heid vliegen zij op het radeloos vluch tende haasje af. In luttele seconden hebben de snelle dieren de prooi be reikt, die door bliksemsnel draaien aan zijn vervolgers tflachb te ont komen. Meerdere malen gelukt dit, maar onmiddelijk hebben de honden het diertje weer ingehaald en tenslot te draait do haas, uitgeput, een keer te langzaam do kaken schieten uit en de race is beëindigd- Zelden duurt een race langer dan twintig seconden of een halve minuut, maar terwijl de haas het niet linger dan dit kort tijdsverloop vol kan houden, vergt de vervolging ook een geweldige inspan ning van de honden. Er zijn gevallen geweest, dat honden en haas, op kor ten afstand van elkaar, uitgeput op den grond neervielen en zich gerui- inen tijd niet meer verroerden. 13ij eene gelegenheid zelfs werden vervol ger en vervolgde, zij aan zij liggende, opgeraapt, beiden dood door een be roerte. In het normale geval echter volgen do wedstrijden elkaar met groote snelheid op. tot -r tenslotte slechts twee overwinnende honden zijn over gebleven, die elkaar in de finale be kampen. Dc eigenaar van den kam pioen ontvangt een prachtige prijs en waarschijnlijk de noodige contan ten uit weddenschappen, dc winnaar zelf misschien een lekker hapje, ter wijl het arme haas... Ieder golfspeler zal erkennen, dat de prestatie van E. F. Storey, de secretaris van Cambridge University, achttien holes in 66, in de beste omstandigheden geleve-rd, buitengewoon is. Het wordt echter fenomenaal, nu dit resultaat ver kregen werd bij maanlicht met behulp an oen kaars boven op de vlag als aan duiding van de „green". Er zijn echter meer voorbeelden van golf nn de duisternis. Jaren geleden speelölen Lord Kennedy cn Mr. Cruicks- hank een dergrlijken wedstrijd op een avond om tien uur, terwijl cr geen maan zichtbaar was. Er werden, slechts drie holes gespeeld. De „caddie" van eiken speler droeg een lantaarn en de holes waren eveneens met een lamp aange duid. Overigens geschiedde alles in hel donker.. Een dozijn1 caddics waren overal over de links verspreid (hetwelk niet loader gevaar voor hen was) om den bal na een slag op te zoeken. Hei was zóó denker dat zij geheel op het geluid moesten afgaan. De heer Cruickshank won, maar de score is, om licht te be grijpen redenen, niet bewaard gebleven. Meerdere malen zijn matches bij maan licht gespeeld. Een zeker© David Straïtb won reeds in 1S7S een wedden schap door de beroemde 5:, Andrews links in Schotland bij maanlicht in min de- dan honderd slagen rond te gaan. In 1913 werd te Waterkloof in Zuid- Afrika een soortgelijke wedstrijd ge speeld. De maan scheen helder toen de spelers te 8.20 begnnnen. De strijd was te 10.40 beëindigd. De winnaar deed 74 slagen, twee onder bogey voor deze links en de verliezer had 90 slagen noo dig. Van het gebrekkige licht werd weinig last ondervonden. In 1910 probeerden twee Manchester spelers het nog eens op een avond zon der maan. De ballen waren van tevoren bestreken met een lichtgevende verf stof en de boles Mn aangeduid door lampen. Zoovele ballen werden echter verloren, dat deze wedstrijd aiet kon worden uitgespeeld. DamredactcurJ. IV. van Darte len, Roosveldstraafc 70, Haarlem. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men tc zenden naar bovemgenoemd adres. Oplossingen van het vraagstuk uit deze rubriek worden gaarne inge wacht tot uiterlijk Maandag 5 Maart DE HAARLEMSCHE KAMPIOENS WEDSTRIJD 1922/33. (door „j,d£RMES".) II. De Haarlemsche kampioen, de heer P. J. van Dartelen, werd in Februari 1915 lid der „Haarlemsche Damclub" en hiermede ving zijn dammersloop baan aan. Dank zijn serieusc studie cn vooral de goede lessen welke hij in deze ver- eemging ontving, ontpopte hij zich reeds spoedig ais een speler met bij- zonderen aamleg. Nog in 't zelfdde jaar wist hij zich de 8ste plaats te veroveren in liet eerste tiental der „Haarlemsche Dam club". Het daarop volgend jaar behaalde hij reeds het Kampioenschap der vereeniging (als jongste der deelne mers, op 18-jarigen leeftijd). Sindsdien behoorde hij steeds tot de drie hoogstaankomeuden en be haalde in totaal 4 maal 't clubkampi- oenschap der „Haarlemsche Dam club". w erd 1 x tweede cn 1 x derde. Hieronder laten wij een statistiek dezer wedstrijden volgen: 1915/16: No-1. P. J. Eype. 2. H. W. Zitman. 3. W. B. J. Pippijn. 1916/17: No. 3. P.J. van Dartelen. 2. P. J. Eype. (na herkamp). 3. J. W. van Dartelen. 1917/18: No. 1. J. W. van Dartelen- 2. P. J. van Dartelen. 3. P. J. Eype. 1918/19: No. 1. J. W. van Dartelen. 2. H. G. Teunisse- 3. P. J. van Dar telen. 1919/20: No. 1. P. J. van Dartelen. 2." P. J. Eype- 3. H. G. Teunisse. 1920/21: No. 1. P. J. van Dartelen. 2. J. W. van Dartelen, (na herkamp)- 3. H. G. Teunisse. 1921/22No. 1» P. J. van Dartelen. 2. H. G. Teunisse. 3. J. W. van Dar telen. Zijn mooiste succes was wel zijn partij tegen Meester Marius Fabrc, den Kampioen van Frankrijk. Toen Mr. Fabre in April 1920 een tournee door Holland maakte en ook Haarlem met een bezoek zou vereo ren, werd aan den lieer van Dartelen opgedragen de eer der Haarlemsche damsport to verdedigen. Deze partij, welke ruim 7 uren duur- idigde in een gelijk spel- ln 1921 behaalde hij den 1-ten prijs in den door het Haarlem's Dagblad uitgeschreven Problemistcnwcdstrijd. In het najaar van 1921 ontving de Heer van Dartelen van het Bondsbe- stuur de vereerende uitnoodiging om mede te spelen in den wedstrijd om het kampioenschap van Nederland. Slechts bij hooge uitzondering wor den aan deze wedstrijden niet-mees- ters tot deelname uïtgenoodigd. Toch behaalde de Heer van Dartelen 9 punten uit 9 partijen en was de eenig- sfce die van den Kampioen van Neder land won. Drie malen dong van Dartelen me de in de wedstrijden om don meester titel. in 1918, 1920 en 1921, met afwis selend succes. Ook als simultaanspelcr heeft bij zich voor de damsport verdienstelijk gemaakt. O.a. gaf hij tezamen met zijn broeder alterneerendc séances te Hengelo, Ede cn 's Hertogenboseh. Probleem No. 554. Auteur: W. van Daalen, Haarlem. Opgedragen aan den Heer P.. J- van Dartelen, Kampioen van Taarlem en Omstreken ZWART. 4« |T 49 W WIT. Zwart10 schijven op2, 6, 9, 10, 14, 19. 20, 25, 26, 1 dam op 27. Wit: 1L schijven op: 11, 17, 21, 28, 30, 32, 33, 34, 35, 35, 4Ï, 1 dam op 3. Opl. Probleem No. 550 (Nooy). Wit: 43—39, 39—33, 16—11, 35—30, 30—24, 25 5. Opl. Eindspel No. 551 (Aebe de Tong)- Wit39—3332—27, 27—2233-28,- 2822, Zw. 31—36 -A, 26—31 (gedw.), 18 27, 36—41 B, 27 18, Wit: 5 46. Zwart: verloren. A Wit32—27, 27 18 of 5 46. Zw.18—22, 31—36 of 37 (beste) verloren. B Wit28—22, 5 46. Zw.3137, 27 18 verloren'. Opl. Probleem Nr. 552 (W. van Daalen) Wit: 23—19, 2'1—20, 20 :7 en wint. ZwartSteeds gedwongen. Deze vraagstukken worden correct opgelost door dc volgende hoeren W. van Daalen, F A. Berkemeier, J. Otter, W. J. A. Metla, W. C. Groe- nings, H. G. cn W. J. Teunisse, P. Mollema, Pli- F. Amelung, Aobo de Jong, P. A, Nooij, A. F. Iloogvelt, J. Siegerist, S. M. Hons, H. Boks, C. J. van Wijk en J. van Looy, al len te HaarlemP. J. Eype en A. Slinger, beide le SchotenA- H. v. d. Geest te LisscJ. Wielenga to Zuid-Schalkwijk cn Th. Bandsma te Santpoort. Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak- rodscteur van Haarlem's Dagblad Gr. Houtstr. 93, Haarlem. EINDSPELSTUDIE No. 38. Dr. G. KISZLING (Bremen). Wit aan zet wint. Stand der stukken: Wit Kh2, Tg2, f4, h5. Zwart 1 Kal, b3, b7, f5, hS. Opmerking. Een gemakkelijke, maar zeer aardige studie! In een S tal zetten is de winst aan te toonen. Partij No. 160*). Gespeeld in den winterwedrtrijd van de Bloemendaalsche Schaakclub, 5 Februari 1923. Italiaansche partij. e2—e4 1 e7—e5 Fgl—f8 a Pb8c6 Lflc4 3 Lf8—c5 c2—c3 4 h7—h6? 1) ili—di 5 Lc5d6 2) Udl—b3 6 Dd8e7 0-0 7 Pg8—f6 Lc4—d3 8 O—O Lel—e3 9 Tf8eS Db3—c3 10 Pf6—h7 Pbl—d2 11 De7—f6 Pd2—c4 12 a7a6 Pf3—d2 13 b7bó 3) Pc4 v d6 14 Df6xd6 f2—f4 15 f7ft} 'lfl-f3 16 Ph7—18 4) Tal—fl? 17 e5xd4 Dc2-b3f 18 Kg8h8 c3xd4 ]«.l Pc6Xd4 Le3xd4 20 Dd6Xd4f Kgl—hl 21 c7—có Db3c2 22 c5—c4 Ld 3e2 23 Lc8—b7 5) TfS-g3 94 Lb7Xe4 Pd2xel 25 Te8Xe4 Le2—f3? 26 Te4Xf4 6) Tfl—dl 27 Ta8-e8! h2—h8 28 Dd4—e5 Lf3—g4 29 d7—dó Dc2—d2 30 d5d4 Dd2-a5 81 De5—dB Tg3—a8 32 Te8a8 Lg4f3 83 Ta8a7 Tdl—el 84 d4d3 Tel—e8 85 d3d2 TeS—dö 36 d2—dlDf Lf3Xdl 37 Tli-llj 1) Indien Wit 4. d2—d3 (het z.g. Giuoco pianissimo) had gespeeld, zou er voor 4.h7h6 reden zijn geweest. Thans is de gebruikelijke voortzettiog 4.Pg8—f6 nog steeds als do beste te beechouwen. 2) Het terugtrekken van den Raads heer op d6 13 hier niet goed, omdat Zwart er zijn ontwikkeling door be nadeelt. 3) Do voorkeur verdiende 14. d4Xe5. Indien Zwart Pc6xe6? antwoordt, wint Wit een officier b.v. 15. Pc4xe5; Ld6xe6; 16. f2f4, Le5—d617. Le3-d4, Dfó—©718. e4—e5, Ph7—f8; 19. eöxdG. Doch ook na 14. Ld6X«5; 15. 12—14, böxci; 16. 14xe6, Dföxeo: 17. Pd'JXci heeft Wit het betero spel. 4 Waarom niet eenvoudig 17. Pd2—b3; nu gaat een pion verloren en komt Zwart niet alleen uit het gedrang, maar begint onmiddellijk het offensief. 6) Zwart heeft nu vrij plotseling gewonnen spel. 6) Lf3xa8 gaat niet wegens mat op fl, dat, merkwaardigerwijze, 10zetten later op dezelde plaalB bij verrassing volgt. Eerste publicatie. PROBLEEM No. 178- U. BACHMANN (1856—1904). Mat in drie zetten, Sland der stukken: Wit: K(7, Dhl, Tel, LfS. Pa5, Pd5, e4, g2. Zwart: Kd4, Th4, La3, Pel, b3, b4, c5, f4, g3, g6, li5. Opmerking. De componist was een Zwilsersch schaakmeester en de eerste uitgever van de „Schweizerlsche Schachzeitung", welk blad groote populariteit verwierf. Hij was practisch speler, inaar de enkele problemen, welke hij gecomponeerd heeft, zijn mooi. Oplossing Eindspel No. 28. Stand der stukken: Witi Kdï, Th3, Pb6. Zwart I Ke2, Db4. 1. Th3e3f, Ke2Xe3; 2. Pb6—dóf en wint de Dame, waardoor het spel remise is. Ke2 anders; 2. Pb6—d5 en de witte offcieren beletten den zwarten Koniug naderbij te komen, zoodat Zwart met ..eeuwig schaak" door de Dame genoegen moet nemen en hot apel onbeslist blijft. Goed uitgewerkt door: J. Hoogeveen, Haarlem; II. W. v. Dort en Joh. v. Teunenbroek, beiden te Schoten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 8