m
m
m
k
k
Uit de geschiedenis der bestuurbare
luchtballons.
EEN RACE VOOR
HONDEN.
GOLF BIJ MAANLICHT
DAMRÜBRIEK.
1 1 a e 1 1 1
1
1 Hl IHi
ui
1 1 iHI 1
1 IU
1 1 lia IBHI
UI
1 li m
Hl i=
1 1 1 in
1 1
□1 01 in n
1 1
10 111
IUI
1 1 1 li 1
1 1
li 1 li 1
Schaakrubriek
i
Tf-
i
n
i
Hf
s
m
a
i
SU
11
m
S
KI
lfl
IS
a
H
1
11
!?f
i
i'
i
i
I
i
UIT DE CESCHIEDENIS DER BE STUURBARE LUCHTBALLONS.
DE IDEEëN VAN MEUSNIER. PROEVEN VAN CIFFARD. DE
LUCHTVAART EN DE OFFICIÖELE WETENSCHAP. DE EERSTE CE-
SLAACDE PROEF. HET STIJVE, SLAPPE EN HALFSTIJVE STELSEL.
ENCELSCHE PLANNEN.
Een iaar xt&nwoliiks na de uitvin
ding der luchtballons zond een
Fransch officier, Meusnier genaamd,
aan de Academie van Wetenschai>-
t>en te Pariis een schrijven, waarin op
duidelijke wijze de voorwaarden wa
ren uiteengezet. waaraan een ballon
moest voldoen om bestuurbaar te
zijn. Hij liet den ronden vorm varen
voor den lamiKwerpiff ronden, plaatste
in het inwendige van het dragende
lichaam een ba'lonct, dat was een
leege pleitte zak, die door middel van.
een slans in verband stond met de
buitenlucht en die zich met lucht vul
de naar mate het gas uit den ballon
ontsnapte, zoodat liet ballon-omhul
sel steeds gespannen bleef. De hoofd
zaak was echter .dat hij duidelijk aan
toonde, dat de bestuurbaarheid iu dc
allereerste plaats afhankelijk was van
een eigen beweglngs-snelheid van den
ballon. En hieromtrent maakte hij
zich geen illusie door middel van dc
menscheliike spierkracht, kon me»,
dat gaf hij toe, geen grootcre snelheid
bereiken, dan 4 Kilometer per uur.
Men moest dus uitzien naar een drijf
kracht sterker dan menschen kracht.
De eenige. die men op het eind der
lSe eeuw kende, was de stoom
machine. maar deze was zoo zwaar,
cat men er zelfs uigt aan kon denken
haar in de hoogte mee te nemen. De
gevolgtrekking ligt voor de hand ae
oplossing van het vraagstuk der be
stuurbaarheid van luchtballons was af
hankelijk van den vooruitgang der mo
tortechniek.
De eerste slap was dus gedaan. Er
- zouden zeventig ia.?r verloopen. voor
dat Je tweede gezet werd. In 1U52 ge
lukte het Giffard. een Framsoh inge
nieur. een stoommachine to maken
v,.ji paardekradht, en van slechts
150 K.G. gewicht. Nu noemt men
paardekracht de kracht, die noodig is
75 K. G. in 1 seconde 1 meter op te
heffen. De gemiddelde arbeidskracht
van een man is ruim 9 maal minder
(ongeveer 8 kilogrammeter), zoodat
de stoommotor van Giffard, duo 150
Kilo woog. het werk deed van 28
man. die een gewicht vertegenwoor
digen van 2100 K.G. Deze getallen
bewijzen do groote beteekems van
Giffard's vinding. Nadat hij zich
eerst onder leiding van de gebroe
ders Godard1, daarna alleen, ge
oefend had in de gewone luchtvaart,
stelde h'i zijn ballon samen. Hij koos,
evenals Meusnier den langwerpig
ronden vorm, maar spits toeloopend
aan beide uiteinden, de ballon was 44
Meter lang en had 12 Meter grootste
middellijn, een inhoud van 2500 kubia
ke Meter en was gevuld met waterstof
gas. Over den ballon liep een net, aan
welks onderkant een menigte touwen
bevestigd waren aan een horizontalen
houten dwarsstang van 20 meter leng
te. aan het achtereind voorzie,: van
een driehoekig zeil. Zes meter ondet
den dwarsstang hing het schuitje, dal
den motor bevatte met de luchschroel
die evenals de schroef aan een stoom
boot het luchtvaartuig een eigen be
weging moest geven. De schoorsteen
van de -stoommachine was paar bene
den gericht om het gevaar voor brand
zooveel mogelijk te voorkomen. De
ballon had c-en stiigkracht van 1800
Kilo. terwijl het leeggewicht. d i. liet
gewicht van den ballon met vu (J ins.
net. touwen, stang, schuitje, 1420
K.G. bedroeg en bleef dus over als
nuttige last 480 K.G.. genoeg voor
één persoon en voor 300 K.G. water
en brandstof. Tweemaal, in 1832 en
1855, deed Giffard een tocht me', zijn
ballon, het bleek, dat het toestel wen
dingen kon maken, maar daar hïi te
gen een eonisszin? sterken lucht
stroom niet kon opwerken en niet
naar het pur.t van vertrek kon terug-
keeic-n, ram de officïeele wetenschap
weinig of geen notitie van zijn po
sing. Toch was hij een der pioniers op
het gebied der moderne luchtvaart.
Het 13 trouwens opmerkelijk, hoe
vijandig (zou men lhina zegven") de
officïeele wetenschap stond tegenover
de pogingen eer baanbrekers op dat
gebied. Telkens, wanneer er weer iets
nieuws bereikt was, kwamen de be
denkingen. Het was danja wel, ze
ker. dit of dat is bereikt, in^r....
Nog sterker kwam dat uit ten op
zichte van het vliegtuig. In een overi
gens hoogst verdienstelijk werk,
zonder jaartal op het titelblad, maar
dat niet vóór 1890 kan verschenen
zijn, komt een passage voor, die
eigenaardig aandoet, als men hiivoor-
beeld de postvliegtuigen Dmdcn—
'Amsterdam, rustig en kalm ziet
voortsnellen door het luchtruim. Dc
bedoelde passage luidt -. Evenals do
eeuwigdurende beweging, zoo steekt
ook de vliegkunst. maar telkens
vruchteloos, het hoofd op. Het aantal
menschen, wien het aan kunde en
oordeel ontbreekt, neemt met bijkans
elke geboorte van een jongen wereld
burger toe. en er is aanhoudende in
spanning noodig om het waterpas van
gezond verstand m de wereld niet te
verliezen. Het is merkwaardig maar
toch een feit, door talrijke waarne
mingen bevestigd, dat, terwijl, het
vraagstuk der eeuwigdurende bewe
ging voornamelijk de hersenen van
oplichters, bankroetiers en gepen-
sionneerden heeft bezig gehouden, de
uitvinders van vliegmachine» groo-
tcndccls te zoeken zijn onder mislukte
werktuigkundigen en beunhazen op
allerlei gobïed".
Maar koeren we terug tot de _ge-
schicder-is dr luchtvaart door middel
van bestuurbare ballons.
Nadat het in 1S72 aan Dupuv ce
lAiie gelukt was een beweging uit te
voeren, die een hoek maakte van 12
graden met de richting van den wind.
slaagden m 18-S4 twee Franschc offi
eieren. Benard en Krebs, er in met
hun luchtschip ..La France" na een
luchtvaart van 23 minuten weer <>p
het punt van vertrek te land -'-- l)e
afgelegde wra i Vod ragen 7.6 K M.
dus de gemiddelde snelheid 5 n een
halven Meter per feonndo. Het lucht
schip had Jcn vorm van och. de
voorzii was rond. de -.. spit'.
ziin lengte bedroeg 50 M., de groot
st o middellijn bijna 8 1/2 Meter, de
inhoud 1860 kubieke meter, de stijg-
kroeht 2000 K.G. Naar het beginsel
van Meusnier, Giffard en Dupuy de
l.óme bevatte de groote ballon een
kleinere, die van het schuitie uit door
middel van ventielen kon gevuld wor
den met buitenlucht teneinde het bui
tenste omhulsel steeds strak gespan
nen tc houden. Het schuitje, of liever
de gondel bad den vorm van een giek,
ze was 33 M. lang. 14 decimeter breed
en 2 meter hoog. Aan de voorzijde
van de gondel bevond zich de twee-
Lladigo schroef, die een middellij."
bad van 7 meter, een gewicht van -11
Kilo en die van 40 tot 60 omwentelin
gen in de minuut maakte. Het zeil
bevond zich aan den achterkant. De
groote verbetering echter gold den
motor, een electromotor van Gram-
ma. waa ivoor de stroom geleverd werd
door een chloorchroomzuur batterij
van 32 elementen, en die een vermo
gen had van 8 1/2 paardenkracht en
slechts 9S K.G. woog. Daar het leeg
st wicht 1650 K.G. bedroeg tegenover
een stiiskracht van 2000 K.G., kon
bet toestel een nuttige last dragen van
350 Kilo. dus 2 personen en nog 200
K.G. ballast.
Den 9den Augustus 1SS4 des mid
dags om 4 uur was het bijna bladstil
en het luchtschip, dat kant en klaar
stond in ziin loods, werd naar bui
uiterst langzaam. Als h:i even boven
de hoogte der omringende plateau's is
laat llenard de schroef werken, en
door haar werking wordt de snelheid
verhoogd tot 20 K.M. per uur. Nadat
hii 4 Kilometer heeft afgelegd, weet
liii door juiste aanwending van het
roer een hal ven cirkel te beschvovem
van 300 M. middellijn en keert naar
Chaials. de plaats van vertrek, terug.
Od 300 meter hoogte boven de mili
taire Ijobtvaartinrichting keert hii
den ballon vlak tegen den wind on
laat de schroef zoo langzaam werken,
dat haar werking evenwicht ma aki
met der. kracht van den wind en daa.H
nu biina loodrecht en landt veilig en
wel op de plaats van vertrek.
Het vraagstuk der -besUnu'baarbeid
van den luchtballon was hiermee op
gelost, Wel kon het nieuwe luchtschip
alleen gebruikt worden bii zwakken of
geen wind. een wind van minder dan
5 meter snelheid, maar dit was een
voudig eon kwestie van tijd. Iedere
vermindering van den weerstand der
lucht door verbetering van de toe
stel. iedere verhooging van de motor-
krncb.t moest grootere eigen snelheid
tengevolge hebben. Het moderne
luchtschip was in beginsel feitelijk ge
vonden.
Bij de moderne motorballons onder
scheidt men bet stijve en liet onstijve
of slappe stelsel. Het stijve stelsel
onderscheidt zich hierdoor, dat het
dragend»" lichaam bestaat uit een har-
do stof (blik. hout. enz.) of uit een
hard geraamte, dat met een geweven
;tof omspannen is.
De bekendste vertegenwoordiger van
het stijve stelsel is het luchtschip, 'lat
den naam draagt van ziin uitvinder,
graaf Zeppelin. Het eerste model, de
Zeppelin no. 1. dagt eekent van 1S9S
on had een lengte van 128 Meter en
een cieclwte dwarsdoorsnede van
11.6 M Hij bestond uit een geraamte
van duralumin (een alliage van alu
minium. dat de lichtheid van alumi
nium p»art aan de hardheid van staa')
óv.m hokken met gegomd katoen. De
iw.»-..doorsnee van het geraamte
vormde oen 24 hoek. Door dwarswan-
<ien van duur aluminium werd liet
luchtschip in 17 afdeelingen verdeeld,
waarin zich 17 ballons, gevuld niet
waterstof bevonden De twee motoren
waren Daimler-motoren elk van 15
paardekracht. die elk twee vierbla-
d:g-3 luclitschroeven. symmetrisch aan
beide ziideu van liet dragen,!»
lichaam bevestigd. deden werken.
Onder aan liet hoofdlichaam en zeer
dichter bii. bevond zich niet ver van
elk der beide uiteinden een schuitje.
Dc eerste proeven beantwoordden
niet geheel aan de hoog cespannen
verwachtingen, maar de energiek©
uitvinder gaf den moed niet op. Op
Zeppelin no. 1 volgde Zeppelin no. 2.
no. 3 en no. 4. In de laatste werd de
motorkracht verhoogd tot 220 paar
dekracht.
Ken der best geslaagde tochten voor
1913 was die van Friedrichshafen
(iets vóór tienen 's avonds) over
Ulm. Neurenibere Gera. Leipzig naar
Bitierfckl'. een traject van 800 lv.M.
(145 uren gaan») in 21 uren.
Bii het met-stijve of slappe stelsel
is de ballon in ongevulde» toestand
opvouwbaar, en ook de verbinding
tusschen schuitje of gondel geschiedt
niet door metalen stangen maar door
touwen of metaaldraad. De beroemd-
sto vertegenwoordiger van dit stelsel
was Sar.tos-Dumont. die den 19en Oc
tober 1902 om den Eiffel toren vloog
en daardoor den Prix-Dcutsch be
haalde.
Laten wii nog even meldim» maken
van het halfstijve stelsel. dat ge
bruikt werd in den ballon
die door Juilliot op kosten
dor gebroeders I-cbaudy werd ge
bouwd. en die vooral voor militaire
doeleinden moest dienen.
Veert zou over dit onderwerp nog te
zeggen ziin. maar de omvang van dit
artikel iaat bet niet toe. Laten we nog
alleen melding maken van het feit.
dat de bestuurbare ballon, die een
tijd lang meer en meer verdrongen
w or1 door het vliegtuig (het zwaar-
;|i'rdan-de-!ucht svsteem). een nieuwe
toakomst tegemoet gaat. Om maar
één voorbeeld te noemenin Enge
land bestaat het voornemen door mid
del van een reuzenballon (stijf stelsel)
van 140.000 kubieke meter inhoud
oil oen minimum snelheid van 40
knnopen Duim 75 K.M. per uur) een
rrgc'matigon dienst te onderhouden
van Engeland naar ïndië. Canada, de
Kaapkolonie On Australië. De lucht-
'chepon zu'len den tocht van London
naar Bom ba v verrichten in 5 1 2 dag
on naar Perth (West Austra'.ic) in
ruim 11 dagen.
n een volgend artikel hopen we
to spreken over vliegtuigen.
Een en ander over de Engelscho
Waterloo Cup.
Een exclusief Engelsche sport.
Engeland is ongetwijfeld het sport
land bij uitnemendheid. Niet allee*
worden er alle denkbare sporten be
oefend, behalve wellicht het Ameri-
kaansche nationale base-ballspel,
maar bovendien leidt de sterk ont
wikkelde sportiviteit der Engelscbeu
tot het uitdenken van nieuwe spor
ten, die tot Engeland bepeckt blij
ven. Een voorbeeld hiervan vormen
de wedrennen voor honden. En het
kan nauwelijks een wonder lieeten,
dat een dergelijke sporr, aan de oi er-
zijde van de Noordzee is ontstaan,
want de Engelschen ziin waarschijn
lijk de grootste hondenliafhebbevs
der wereld. Dit wil nog niet zeggen,
dat de honden-rensport speciaal is in
gesteld voor het plezier van ds vier
voetige vrienden, want het genoegen
voor den hond is op zijn minst zeer
problematiek, zooals trouwens iedere
dressuur voor elk dier. Maar de En-
gelschman heeft er een boel tijd en
geld voor over om zijn dieren voor
het een of ander doel op te icweeken,
hetzij dan voor tentoonstellingen,
voor rennen of voor bet meer ge
moedelijke opzitten-en--pootjes-geven.
Waarbij dan zeker niet als laatsto
overweging komt, dat iedere nieuwe
sport weer aanleiding geeft tot het
afsluiten van weddenschappen. Want
daar is de Engelschman dol .op.
De beroemdste, jaarlijks ter.u^kee-
rende gebeurtenis op het gebien van
hondenrennen is de Waterloo Cup en
do man, die in zijn kennel den 1 aal-
sten winnaar van dezen kamp heeft,
is een der meest trotsche stervelingen
van deze sportieve wereld.
Dezer dagen is deze wedstrijd weer
gehouden en gewonnen door Lcrd
Lonsdale's Latto van wekken sneller,
viervoeter onze tcekenaar de hier
onder volgende schets maakte-
Over den oorsprong van dez sport
het volgende:
Heb was op een gedenkwaardige»
dag in 1836, dat eenige hondenbezit
ters door do vlakten van Altcar, in de
buurt van Liverpool liepen, om daai
acht hazewinden tegen elkaar te la
ten rennen- Winnaar van den beschei
den prijs werd Lord Molyneux met
zijn hond ililanio cn zoo goed was
deze proefneming in den smaak ge
vallen, dat men dadelijk na den strijd
besloot er een jaarlijksche gebeurte
nis van te maken. De afspraak werd
met een glas champagne in het Old
Waterloo Hotel bezegelif. Hierdoor
wordt ook de latere benaming van de
race duidelijk.
In het begin namen acht of zestien
honden aan het rennen deelthans
gaat de strijd tusschen 64 van de
fraaiste en snelste hazewinden uit het
Vereenigd Koninkrijk. Er kan wei
nig twijfel bestaan aan dc superiori
teit van den winnaar, want hij moet
zes tegenstanders overwonnen heb
ben voor hij, of liever zijn meester,
zich de palm der overwinning kan
toeeigeneu. Het zal den lezer een
raadsel zijn, hoc men honden ertoe
beweegt elkaar, in het hardloopen te
bekampen, r.oniler de kans tc loopen,
dat een deelnemer onderweg een zij
pad inslaat, of meer plezier krijgt in
het jagen van een kat, die hij onder
weg mocht tegenkomen. Dit zou in
derdaad onmogelijk zijn, dieren ren
nen niet zonder dat zich aan het eind
van de race eenig lokaas bevindt. In
dit geval is dat natuurlijk een haas
en hier krijgt de sport haar wreed©
zijde, die de verbreiding naar het bui
tenland ook wel zal hebben tegenge
houden. Het verloop van een wed
strijd is als volgt. Na de trekking
voor de eerste ronde wordt een haas
in de buurt van de twee hazewinden
gedreven, die heb eerst strijd zullen
voeren. D© honden bemerken de ar
me langoor en trekken wild aan de
riemen, die lien nog van de jacht te
rughouden. Dan worden zij plotse
ling losgelaten cn met geweldige snel
heid vliegen zij op het radeloos vluch
tende haasje af. In luttele seconden
hebben de snelle dieren de prooi be
reikt, die door bliksemsnel draaien
aan zijn vervolgers tflachb te ont
komen. Meerdere malen gelukt dit,
maar onmiddelijk hebben de honden
het diertje weer ingehaald en tenslot
te draait do haas, uitgeput, een keer
te langzaam do kaken schieten uit
en de race is beëindigd- Zelden duurt
een race langer dan twintig seconden
of een halve minuut, maar terwijl de
haas het niet linger dan dit kort
tijdsverloop vol kan houden, vergt de
vervolging ook een geweldige inspan
ning van de honden. Er zijn gevallen
geweest, dat honden en haas, op kor
ten afstand van elkaar, uitgeput op
den grond neervielen en zich gerui-
inen tijd niet meer verroerden. 13ij
eene gelegenheid zelfs werden vervol
ger en vervolgde, zij aan zij liggende,
opgeraapt, beiden dood door een be
roerte.
In het normale geval echter volgen
do wedstrijden elkaar met groote
snelheid op. tot -r tenslotte slechts
twee overwinnende honden zijn over
gebleven, die elkaar in de finale be
kampen. Dc eigenaar van den kam
pioen ontvangt een prachtige prijs
en waarschijnlijk de noodige contan
ten uit weddenschappen, dc winnaar
zelf misschien een lekker hapje, ter
wijl het arme haas...
Ieder golfspeler zal erkennen, dat de
prestatie van E. F. Storey, de secretaris
van Cambridge University, achttien
holes in 66, in de beste omstandigheden
geleve-rd, buitengewoon is. Het wordt
echter fenomenaal, nu dit resultaat ver
kregen werd bij maanlicht met behulp
an oen kaars boven op de vlag als aan
duiding van de „green".
Er zijn echter meer voorbeelden van
golf nn de duisternis. Jaren geleden
speelölen Lord Kennedy cn Mr. Cruicks-
hank een dergrlijken wedstrijd op een
avond om tien uur, terwijl cr geen maan
zichtbaar was. Er werden, slechts drie
holes gespeeld. De „caddie" van eiken
speler droeg een lantaarn en de holes
waren eveneens met een lamp aange
duid. Overigens geschiedde alles in hel
donker.. Een dozijn1 caddics waren overal
over de links verspreid (hetwelk niet
loader gevaar voor hen was) om den bal
na een slag op te zoeken. Hei was zóó
denker dat zij geheel op het geluid
moesten afgaan. De heer Cruickshank
won, maar de score is, om licht te be
grijpen redenen, niet bewaard gebleven.
Meerdere malen zijn matches bij maan
licht gespeeld. Een zeker© David
Straïtb won reeds in 1S7S een wedden
schap door de beroemde 5:, Andrews
links in Schotland bij maanlicht in min
de- dan honderd slagen rond te gaan.
In 1913 werd te Waterkloof in Zuid-
Afrika een soortgelijke wedstrijd ge
speeld. De maan scheen helder toen de
spelers te 8.20 begnnnen. De strijd was
te 10.40 beëindigd. De winnaar deed 74
slagen, twee onder bogey voor deze
links en de verliezer had 90 slagen noo
dig. Van het gebrekkige licht werd
weinig last ondervonden.
In 1910 probeerden twee Manchester
spelers het nog eens op een avond zon
der maan. De ballen waren van tevoren
bestreken met een lichtgevende verf
stof en de boles Mn aangeduid door
lampen. Zoovele ballen werden echter
verloren, dat deze wedstrijd aiet kon
worden uitgespeeld.
DamredactcurJ. IV. van Darte
len, Roosveldstraafc 70, Haarlem.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men tc zenden
naar bovemgenoemd adres.
Oplossingen van het vraagstuk uit
deze rubriek worden gaarne inge
wacht tot uiterlijk Maandag 5 Maart
DE HAARLEMSCHE KAMPIOENS
WEDSTRIJD 1922/33.
(door „j,d£RMES".)
II.
De Haarlemsche kampioen, de heer
P. J. van Dartelen, werd in Februari
1915 lid der „Haarlemsche Damclub"
en hiermede ving zijn dammersloop
baan aan.
Dank zijn serieusc studie cn vooral
de goede lessen welke hij in deze ver-
eemging ontving, ontpopte hij zich
reeds spoedig ais een speler met bij-
zonderen aamleg.
Nog in 't zelfdde jaar wist hij zich
de 8ste plaats te veroveren in liet
eerste tiental der „Haarlemsche Dam
club".
Het daarop volgend jaar behaalde
hij reeds het Kampioenschap der
vereeniging (als jongste der deelne
mers, op 18-jarigen leeftijd).
Sindsdien behoorde hij steeds tot
de drie hoogstaankomeuden en be
haalde in totaal 4 maal 't clubkampi-
oenschap der „Haarlemsche Dam
club". w erd 1 x tweede cn 1 x derde.
Hieronder laten wij een statistiek
dezer wedstrijden volgen:
1915/16: No-1. P. J. Eype. 2. H. W.
Zitman. 3. W. B. J. Pippijn.
1916/17: No. 3. P.J. van Dartelen.
2. P. J. Eype. (na herkamp). 3. J. W.
van Dartelen.
1917/18: No. 1. J. W. van Dartelen-
2. P. J. van Dartelen. 3. P. J. Eype.
1918/19: No. 1. J. W. van Dartelen.
2. H. G. Teunisse- 3. P. J. van Dar
telen.
1919/20: No. 1. P. J. van Dartelen.
2." P. J. Eype- 3. H. G. Teunisse.
1920/21: No. 1. P. J. van Dartelen.
2. J. W. van Dartelen, (na herkamp)-
3. H. G. Teunisse.
1921/22No. 1» P. J. van Dartelen.
2. H. G. Teunisse. 3. J. W. van Dar
telen.
Zijn mooiste succes was wel zijn
partij tegen Meester Marius Fabrc,
den Kampioen van Frankrijk.
Toen Mr. Fabre in April 1920 een
tournee door Holland maakte en ook
Haarlem met een bezoek zou vereo
ren, werd aan den lieer van Dartelen
opgedragen de eer der Haarlemsche
damsport to verdedigen.
Deze partij, welke ruim 7 uren duur-
idigde in een gelijk spel-
ln 1921 behaalde hij den 1-ten prijs
in den door het Haarlem's Dagblad
uitgeschreven Problemistcnwcdstrijd.
In het najaar van 1921 ontving de
Heer van Dartelen van het Bondsbe-
stuur de vereerende uitnoodiging om
mede te spelen in den wedstrijd om
het kampioenschap van Nederland.
Slechts bij hooge uitzondering wor
den aan deze wedstrijden niet-mees-
ters tot deelname uïtgenoodigd. Toch
behaalde de Heer van Dartelen 9
punten uit 9 partijen en was de eenig-
sfce die van den Kampioen van Neder
land won.
Drie malen dong van Dartelen me
de in de wedstrijden om don meester
titel. in 1918, 1920 en 1921, met afwis
selend succes.
Ook als simultaanspelcr heeft bij
zich voor de damsport verdienstelijk
gemaakt. O.a. gaf hij tezamen met
zijn broeder alterneerendc séances te
Hengelo, Ede cn 's Hertogenboseh.
Probleem No. 554.
Auteur: W. van Daalen, Haarlem.
Opgedragen aan den Heer P.. J-
van Dartelen,
Kampioen van Taarlem en Omstreken
ZWART.
4« |T 49 W
WIT.
Zwart10 schijven op2, 6, 9, 10,
14, 19. 20, 25, 26, 1 dam op 27.
Wit: 1L schijven op: 11, 17, 21, 28,
30, 32, 33, 34, 35, 35, 4Ï, 1 dam op 3.
Opl. Probleem No. 550 (Nooy).
Wit: 43—39, 39—33, 16—11, 35—30,
30—24, 25 5.
Opl. Eindspel No. 551 (Aebe de
Tong)-
Wit39—3332—27, 27—2233-28,-
2822,
Zw. 31—36 -A, 26—31 (gedw.),
18 27, 36—41 B, 27 18,
Wit: 5 46.
Zwart: verloren.
A Wit32—27, 27 18 of 5 46.
Zw.18—22, 31—36 of 37 (beste)
verloren.
B Wit28—22, 5 46.
Zw.3137, 27 18 verloren'.
Opl. Probleem Nr. 552 (W. van
Daalen)
Wit: 23—19, 2'1—20, 20 :7 en wint.
ZwartSteeds gedwongen.
Deze vraagstukken worden correct
opgelost door dc volgende hoeren
W. van Daalen, F A. Berkemeier, J.
Otter, W. J. A. Metla, W. C. Groe-
nings, H. G. cn W. J. Teunisse, P.
Mollema, Pli- F. Amelung, Aobo de
Jong, P. A, Nooij, A. F. Iloogvelt,
J. Siegerist, S. M. Hons, H. Boks,
C. J. van Wijk en J. van Looy, al
len te HaarlemP. J. Eype en A.
Slinger, beide le SchotenA- H. v.
d. Geest te LisscJ. Wielenga to
Zuid-Schalkwijk cn Th. Bandsma te
Santpoort.
Oplossingen, Vragen enz., te zenden aan den Schaak-
rodscteur van Haarlem's Dagblad Gr. Houtstr. 93, Haarlem.
EINDSPELSTUDIE No. 38.
Dr. G. KISZLING (Bremen).
Wit aan zet wint.
Stand der stukken:
Wit Kh2, Tg2, f4, h5.
Zwart 1 Kal, b3, b7, f5, hS.
Opmerking. Een gemakkelijke, maar zeer aardige studie! In een S tal
zetten is de winst aan te toonen.
Partij No. 160*).
Gespeeld in den winterwedrtrijd
van de Bloemendaalsche Schaakclub,
5 Februari 1923.
Italiaansche partij.
e2—e4 1 e7—e5
Fgl—f8 a Pb8c6
Lflc4 3 Lf8—c5
c2—c3 4 h7—h6? 1)
ili—di 5 Lc5d6 2)
Udl—b3 6 Dd8e7
0-0 7 Pg8—f6
Lc4—d3 8 O—O
Lel—e3 9 Tf8eS
Db3—c3 10 Pf6—h7
Pbl—d2 11 De7—f6
Pd2—c4 12 a7a6
Pf3—d2 13 b7bó
3) Pc4 v d6 14 Df6xd6
f2—f4 15 f7ft}
'lfl-f3 16 Ph7—18
4) Tal—fl? 17 e5xd4
Dc2-b3f 18 Kg8h8
c3xd4 ]«.l Pc6Xd4
Le3xd4 20 Dd6Xd4f
Kgl—hl 21 c7—có
Db3c2 22 c5—c4
Ld 3e2 23 Lc8—b7 5)
TfS-g3 94 Lb7Xe4
Pd2xel 25 Te8Xe4
Le2—f3? 26 Te4Xf4
6) Tfl—dl 27 Ta8-e8!
h2—h8 28 Dd4—e5
Lf3—g4 29 d7—dó
Dc2—d2 30 d5d4
Dd2-a5
81
De5—dB
Tg3—a8
32
Te8a8
Lg4f3
83
Ta8a7
Tdl—el
84
d4d3
Tel—e8
85
d3d2
TeS—dö
36
d2—dlDf
Lf3Xdl
37
Tli-llj
1) Indien Wit 4. d2—d3 (het z.g.
Giuoco pianissimo) had gespeeld, zou
er voor 4.h7h6 reden zijn
geweest. Thans is de gebruikelijke
voortzettiog 4.Pg8—f6 nog
steeds als do beste te beechouwen.
2) Het terugtrekken van den Raads
heer op d6 13 hier niet goed, omdat
Zwart er zijn ontwikkeling door be
nadeelt.
3) Do voorkeur verdiende 14. d4Xe5.
Indien Zwart Pc6xe6? antwoordt,
wint Wit een officier b.v. 15. Pc4xe5;
Ld6xe6; 16. f2f4, Le5—d617.
Le3-d4, Dfó—©718. e4—e5, Ph7—f8;
19. eöxdG. Doch ook na 14.
Ld6X«5; 15. 12—14, böxci; 16. 14xe6,
Dföxeo: 17. Pd'JXci heeft Wit het
betero spel.
4 Waarom niet eenvoudig 17.
Pd2—b3; nu gaat een pion verloren
en komt Zwart niet alleen uit het
gedrang, maar begint onmiddellijk
het offensief.
6) Zwart heeft nu vrij plotseling
gewonnen spel.
6) Lf3xa8 gaat niet wegens mat op
fl, dat, merkwaardigerwijze, 10zetten
later op dezelde plaalB bij verrassing
volgt.
Eerste publicatie.
PROBLEEM No. 178-
U. BACHMANN (1856—1904).
Mat in drie zetten,
Sland der stukken:
Wit: K(7, Dhl, Tel, LfS. Pa5, Pd5, e4, g2.
Zwart: Kd4, Th4, La3, Pel, b3, b4, c5, f4, g3, g6, li5.
Opmerking. De componist was een Zwilsersch schaakmeester en de
eerste uitgever van de „Schweizerlsche Schachzeitung", welk blad groote
populariteit verwierf. Hij was practisch speler, inaar de enkele problemen,
welke hij gecomponeerd heeft, zijn mooi.
Oplossing Eindspel No. 28.
Stand der stukken:
Witi Kdï, Th3, Pb6.
Zwart I Ke2, Db4.
1. Th3e3f, Ke2Xe3; 2. Pb6—dóf en wint de Dame, waardoor het spel
remise is.
Ke2 anders; 2. Pb6—d5 en de witte offcieren beletten den
zwarten Koniug naderbij te komen, zoodat Zwart met ..eeuwig schaak"
door de Dame genoegen moet nemen en hot apel onbeslist blijft.
Goed uitgewerkt door: J. Hoogeveen, Haarlem; II. W. v. Dort en
Joh. v. Teunenbroek, beiden te Schoten.