Uit Velsen's verleden
Kamer van Koophandel en Fabrieken
DE AVONTURIER
Stadsnieuws
HAARLEM'S DAGBLAD
WOEtlSDAQ 7 MAART 1923 TWEEDE BLAD
Neen, men behoeft nog geen fau-
cl a t o x' temporis acti, geen lofrede-
naai' op den ouden tijd te zijn, oin in
een zwak oogenblik eens onder de be
koring te komen van vroegere toe
standen.
Dat gevoel van naïef hekoren kan
over ons komen, wanneer we in de
zen ge jaagden en jagenden tijd eens
gaan bladeren in oude archieven, uit
dagen, waarin rustige deftigheid voor
al het kenmerk was van alles wat met
het publieke leven verband hield en
van ambtenaren en magistraten, die
hun waardigheid zouden hebben ver
speeld, als kalmte en deftigheid plaats
hadden gemaakt voor haast en na-
tuurlijkheïd.
Vergelijk eens den statigen secreta
ris uit die ddgen, die, onder genot
van een Goudseben pijp, met veeren
pen, van sierlijke krullen zijn letters
voorziend, de brieven schrijft, of de
verhandelingen eh notulen neerschrijft
in een of ander memoriaal, met zijn
ambtgenoot van heden, die dit werk
laat verrichten door tal van rikketik
kende jonge dames.
En hoe saai zien onze blieven er uit,
vergeleken bij die oude. De ori7.e val
len met de deux- in huis, missen alle
titulatuur en bevatten geen vriendelij
ken afscheidsgroet.
En lees nu eens een brief, die
Schout en Schepenen van Velsen in
het jaar 1741 schrijven aan den Am-'
bagtsheere van Velsen en de Zand-j
poort, enz. enz., om verlof te verkrij
gen tot het oproepen van sollicitan
ten naar liet ambt van Hoofd der
School, vermits de titularis „tot zijn
beter bestaan occaissie had gekregen
om als schoolmeester binnen de stad
Amsterdam te komen". De Ambachts
heer was blijkbaar eenigen tijd onge
steld geweest, want het slot van het
aan hem gelicht schrijven luidt:
„In verwachtingc 'van een favorable
dispositie, zoo verbüjve wij na harte
lijke toewensnigen en beede, dat het
den Alderlioogste behaage L WelEd.
groot Agtb. in voorige gezondheid zal
gelieve tc herstellen, en dezelve een
reeks van Jaaren doen geniete, opdat
niet alleen wij onder 11 WelEd. groot
Agtb. wijze en goedertierene regeerin-
ge wei'de bewaart, maar* wel in het bij
zonder tot welstand van den Lande en
de Stad waar over UWelEd. groot
Agtb. in lioogheid zijt gesteld, mitsga
ders aan U'YVelEd. groot Agtb. lioog
geeei'de familie doen ondervinden alle
bedenkelijke Zegeningen". Men be
denke dat de lieer Corver tevens bur
gemeester was van Amsterdam.
En nu moge'■wellicht een of ander
lezer- meesmuilen bij de uitdrukking
„bedeinkolijke zegeningen" en denken
aan een tweeling of andere problema
tische voorrechten; het was goed be
doeld en nren wilde zeggen: alle zege
ningen, die men maar bedenken kan.
Intusschen," de onderwijzer over
Wien het ging, scheen er hier in Vel
sen toch ook genoeg van te krijgen en
wel cm dc volgende reden. Het inko
men van den schoolmeester bestond
uit het zoogenaamd „provegeld" dat
tien stuivers bedroeg van ieder huis
gezin, dat zijn eig>e>n vuur en licht
'brandde. Maar bovendien had hij om
streeks Paschen recht op een aantal
eieren uit elk gezin, welke eieren hij
echter persoonlijk aan ieder huis
moest gaan ophalen.
In een schrijven aan Schout en
Schepenen beklaagt de onderwijzer
zich, dat hij hij die gelegenheid „aller
hande bespottelijke woorden van veele
moet hooren".
Maar dit was niet het eenige, men
bedroog den armen man ook. Want
hij schrijft verder, dat bij deze eieren,
„ten zijnen profijtc willende verkoo-
pen, tot zijn leedwezen bevind, datter
somwijlen veel meerder als de helft
vuyle eyeren zijnde, 't voor hem van
jaar tot jaar schadelijker werd". Ja,
ja, het gcdichtsel van 's menscben
hart is wel hoos.
De schoolmeester had er genoeg
van, op die wijze te worden bedot en
hij vroeg dan ook, of Schout en Sche
penen de goedheid wilden hebben,
„om den suppliant te accorderen, dat
hij jaarlijx van ieder burgerhuisgezin
alhier- voor provegeld en pueseijeren te
samen mogt genieten twaeir sluij-
Het werd hem toegestaan, maar,
zooa'.s we hoven reeds zeiden, de man
keerde Velsen toch later den rug toe.
Maar, om tot onze brieven terug *.e
keeren: Vit zijn opvolger werd verko
zen de lieer Jan Hals, schoolmeester
te Sundardorp, In deze dagen zou de
heer Hals een getypt stuk hebben ont
vangen, iuidende als volgt.
Wij li ebben de eer U kennis te ge
ven, dat de Gemeenteraad in zijne zit
ting van den zooveelsten L heeft be
noemd tot Iloofu der School.
De Voorzitter X. De SecretarisY.
Niet aldus het schrijven van 1741.
Daar boven staat gocaJUgrafeerd
„Eersamep Jan Hals!" En dan wordt
hem het heuglijk bericht meegedeeld
en hem de vriendelijk raad gegev
zich zoo spoedig mogelijk naar den
Ambachtsheer te begeven, ton einde
diens approbatie te verkrijgen. Het
schrijven heeft tot onderschrift: ,,UE.
Goede Vrienden, de Magistraat en
Kerkenraad der Ambagtsheerlijkheijt
Velsen".
Diezelfde „goede vrienden" zijn ze
ook van de Eersame Juffrouw Johan
na Schouten, weduwe Jan van Naai
den, wonende in de Pijlsteeg te Am
sterdam, aan wie zo den 9 October
1762 kennis geven, „dat U.E. tot
Dorps Vroed Vrouw alhier hen beroe
pen, op zodanige ordre, reglement en
instructie als gearresteerd is. Waar-
omme versoeke, dat U.E. aanstaande
Maandag, of Dingsdag, ter Secretarije
alhier in persoone gelieft te komen,
omme te declareren, of U.E. op Condi
tiën gemeld en die aan U.E. zullen
werden voorgelezen, 't zelve ampt sal
aannemen, in wélke verwagtinge blij-
ve. Juffrouw, U.E. goede Vrienden,
Schout mi Scheepenen der Ambagts
Heerlijkheid Velsen".
I Of 't goede rnenseh veel van al die
'stadhuiswoorden zal hebben begre
pen, bliive in het midden. Vriendelijk
gestemd zal ze echter wel zijn ge
weest.
KLACHTEN OVER DE TRACE AFWIKKELING VAN TAL VAN FAIL
LISSEMENTEN. EEN 60 MINUTEN-DIENST H E E MST E D E—L EID E N.
EEN ADRES AAN DEN MINISTER VAN WATERSTAAT INZAKE HET
ZEGELRECHT OP C O N TRóL E-B O NS VAN KASRECISTERS.
DE 'BESLISSINC' OP HET V O O RSTEL-HO OIJ AANCAANDE HET VER
ZAMELEN VAN PERIODIEKE GEGEVENS, AANGEHOUDEN. MET
4 STEMMEN TEGEN BESLUIT DE KAMER EEN" ADRES AAN DE
EERSTE KAMER TE ZENDEN VERZOEKENDE DEN ZOMERTIJD NIET
AF TE SCHAFFEN.
Dinsdagavond vergaderde de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en Omstreken, onder voorzit
terschap van den heer E. II. Kiclage.
Onder de aanwezigen was weder Jhr.
Tedmg van Berkhout, die wegens onge-
steldheid eenigen Lijd de zittingen niet
had kunnen bijwonen. De leden compli
menteerden hem met zijn herstel.
Medegedeeld werd dat mei kennisge
ving afwezig zijn dc heeren Jonkheer,
Klerk, Treur, Ten Boom, Enschedé
en Brinkman.
Punt i. Ingekomen stuk
ken. 'I
Naar aanleiding van een opmerking
van den lieer v. d. Burg werd besloten
een schrijven van den N'edérlandschen
Gijossiersbond inzake de bestrijding van
den verkoop met cadenux te stellen in
handen van de commissie voor het win
kelbedrijf, nadat de heer Van Licmt
had uiteengezet dat moeilijk is uit te
maken wat een cadeau of wat recla
me is.
De Voorzitter deelde ir. verband
met eenige ingekomen adressen mede.
dat de vergadering om te komen tot de
oprichting van een vereeniging van Ka
mers van Koophandel en Fabrieken nog
niet plaats heeft gehad.
Op voorstel van het Bureau der Ka
mer is een schrijven van de Kamer te
Utrecht inzake de failüssementswet voor
kennisgeving aangenomen.
Bij dit adres deelde de Voorzit tei
mede dat de Kamer aan den president
der Arrond. Rechtbank te Haarlem een
adres had gezonden waarin zij be
richt dat zij van verschillende zijden de
mededeeling heeft ontvangen, dat de-
trage afwikkeling van faillissementen
ivoor crediteuren onnoodig financieel on-
1 gunstige gevolgen heeft gehad.
Den president werd verzocht zijn
invloed te willen aanwenden en zoo
noodig maatregelen te willen treffen,
om te bevorderen, „dat ia het vervolg
curatoren zich niet alleen ten volle be
wust zijn van de aan hen toevertrouw
de belangen, maar vóór alles beseffen,
dat onder de huidige tijdsomstandighe
den crediteuren niet langer op een be
slissing behoeven te wachten dan strikt
noodzakelijk is."
Dc president antwoordde dat hij een
afsohnft van de klacht aan Rcchters-
Comraissarissen in faillissementen heeft
doen toekomen, met verzoek naar aan
leiding daarvan het noodige te verrich
ten. Bovendien zond hij een dergelijk
afschrift aan den Deken der advoca
ten met verzoek dit in de advocaten-
kamer teu l'aleize van Justitie alhier ter
lezing te leggen.
De Kamer te Utrecht had den minister
van Waterstaat een adres gezonden in
zake een verlaging van de tarieven vooi
porto van brieven en drukwerken in
binnen- en buitenlandsch verkeer. De
commissie van verkeer en vervoer in wier
handen deze aangelegenheid om advies
was gesteld, stelt voor voorloopig nog
geen nieuw adres te verzenden.'
Nadat de heer Burgersdijk er
aan had herinnerd, dat de commissie
dit voorstelde, omdat de Kamer een
paar maanden geleden reeds een
adres aangaande dit onderwerp had
verzonden, zotte de heer Slis uit
een dat het hooge tarief drukt op den
vischkandel te iJmuiden voor wel
ken handel het noodig is nat telkens
prijscouranten worcien verzonden-
De heer Burgersdijk memo
reerde ciat pas onlangs van een minis
ter bericht inkwam dat indien moge
lijk geleidelijk tot een verlaging
de posttarieven zal worden overge
gaan. blij oordeelde dat het nu inot
laetiseh is en dat er in do practijk
niets mede zal worden bereikt indien
nu weder een adres zal worden ver
zonden dat mets anders kan inhou
den dan het vorige adres.
De heer Slis - jpneeerde, dat de
Kamer er is om in dc bres te sprin
gen voor de belangen van den han
del. Indien de Kamer nu met wil
adresseeveu, dan zal de LJrmiider
vïschhandelarenvereouiging dat moe
ten dopn. Maar clan doet dit 'afbreuk
aan het prestige der Kamer.
De heeren II o o ij en T e d i n g
van Berkhout meenden met
den heer Slis dat het noodig is dat
dc Kamer in dezen een adres zendt.
Vooral met het oog op de tarieven
voor het drukwerk.
De voorzitter oordeelde dat
het dient te komen tot een algemeene
verlaging der posttarieven en dat dit
belang in gevaar wordt gebracht in
dien op één punt de aandacht wordt
gevestigd.
De heer Slis zeide, dat aan het
adres van Utrecht adhaesie zou kun
nen worden betuigd en dat aan die
adhaesiebetuiging dan zou kunnen
worden toegevoegd heb spociale be
zwaar van Umüiden-
Ten slotte werd besloten dat heb
Bureau naar aanleiding van het ant
woord van den minister op het vorig
adres van c^e Kamer den minister een
nader 'adres zal zenden, waarin te
vens op de bezwaron van IJmuiden
de aandacht zal worden gevestigd.
In verband met door haar ingewon
nen inlichtingen' waaruit blijkt dat
onderscheidene firma's alhier aah-
jaandeden korten laadtijd geen
klachten hebben stelt do commissie'
verkeer en vervoer voor geen
nieuw adres te zenden (de Kamer
oor de Neder-Betuwe te Tiel zond
reeds een adres aan de directie der
Ned. Spoorwegen met verzoek den
los- en laadtijd van wagens bij de
spoorwegen te willen verlengen).
De hoer D e d d o n s deelde mede,
dat de heer Treur die dezen keer
erhiuderd was aanwezig te zijn,
hem had verklaard, dat in de Haar
lemmermeer wel klachten zijn en
daaroni verzocht dit punt aan.te hou
den, opdat hij nog nader zijn mee
ning zou kunnen toelichten. Volgens
den heer 'ireur is in Haarlemmermeer
een lostijd van 12 uur noodig.
Besloten wérd het punt aan te hou
den om de buitengemeeuten in de ge
legenheid te stollen eventueele klach
ten in le dienen, daar alleen in Haar-
Inr een onderzoek is ingesteld.
Het Bureau stelt voor, naar aan
leiding van het adres van den Bond
'an Rijwiel- en Motorhandelaren, in
zake het optreden van den staat als
rijwielagent, een adres van algemee
ne strekking aan den minister van
Arbeid te verzenden. Aldus besloten.
Medegedeeld werd dat van de di
rectie der N.Z.H.T. M. bericht'is in
gekomen dat door aanschaffing van
twee nieuwe locomotieven de dieiist
HeemstedeLeiden oerlaug van een
'0 minuten dienst in een 60 minuten-
dienst kan worden .veranderd. De lo-
caaldienst Heemstedeliillegoni zal
dan een half uursdienst worden-
Tenslotte werd nog medegedeeld,
dat de uitgestelde lezing vaat den
heef lvoopmeiners, over het markt
wezen zal plaats hebben op Maan
dag 19 Maart.
Punt 2. Benoemd werden als
leden der commissie voor liet versilag
der Kamer de hooren Meijer en
Hooij.
Het Zegelreoht.
Punt 3. Conceptbrief van het
Bureau der Kamer inzake hel vaste
zegelrecht voor stukkon in geval van
betaling uitgereikt.
In dien brief, aan den minister
van Waterstaat gericht, vestigt de
Kamer de aandacht op de groote be
zwaren en nadeelen die er uit voort
vloeien. wanneer oontrMclbons van
kasregisters beschouwd' worden te zijn
als stukken bestemd om in geval van
betaling te worden uitgereikt en
dus onderworpen aan zegel, tenzij
zij betrekking hebben op sommen
van f 10 of mindor.
Ze merkt op, dat de kasrogistei-
bon het controlemiddel bij uitne
mendheid is. maar dat het h.i. niet
mag beschouwd worden a's een be
wijs van kwijting hetgeen trouwens
bliikt uit- het feit. dat de bon niet in
de plaats van de quiitantie is getre
den.
Tenslotte. nadat het nut van het
gebruik van kasregisters is gememo
reerd. dringt de Kamer aan op een
soepeler toepassing van art. 34 1 sub
c van de zegelwet, aangaande de eon-
tróiebons.
Goedgekeurd.
Punt 5. Voorstel van den
heer Hooit inzake het verzamelen van
periodieke cijfers.
De heser Hooii stelt voor, het Bu
reau op te dragen, periodiek die cij
fers te verzamelen, die od de minst
kostbare wijze in haar bezit kunnen
komen en voor handel en nijverheid
van belang ziin.
In de toelichting zegt de heer Hooy
dat de behandeling van zijn vorige
voorstel (statisliekbureau) hem de
overtuiging heeft geschonken, dait
onderscheidene tegenstemmers tegen
ziin voorstel gestemd hebben, omdat
zij, hoewe.l in beginsel voelende
voor statistisch materiaal, hiervoor
het voorstel te groot opgevat achtten,
waardoor liet zeer* groote kosten met
zich zou sJeenen.
In hoeverre rlie vrees gegrond was,
Laat do heer Hooij in het midden,
slechts wil hii er op wijzen, dat in
ziin nieuw voorstel de soberheid tot
het uiterste betracht is en de kosten-
bezwaren dus uitgeschakeld kunnen
worden.
Het Bureau der Kamer adviseert
dit voorst?! aan 'te nemen.
De heer H o o ij zeide te vertrou
wen. dat. nu ziin voorstel is verso
berd! d.e Kamer het zal aanvaarden.
Hii merkte verder in zijn toelichting
on. dat indien periodieke ciifers ver
zameld worden de voorzitter ook
voortaan een belangrijker nieuw
jaarsrede kan houden dan nu het
geval was.
De heer Burgersdijk stelde
voor dit nunt aan te houden tot na de
vaststelling van het jaarverslag, om
dat dan lean blijken over wellce gege
vens de Kamer kan beschikken.
De Voorzitter meende a'at dit
niet noodig is. Wel zal de uitwer
king van het voorstel moeten wach
ten tot na de vaststelling van 't jaar
verslag. Vierder zotte spr. het nut
van het voorstel uiteen.
De heer Slis ondei-steunde hot
voorstel van den heer Hooij en deed
opmerken dat aan de uitvoering er
van weinig kosten behoeven gepaard
te gaan.
Na nog eenige discussie en nadat
de v o or z i t 1 e r had opgemerkt
dat het voorstel Hooij alleen een wen-
scliclijklieidsvei'ldaring inhoudt, werd
besloten het voorstel aan te .houden
tot na de vaststelling van het jaar
verslag.
RONDVRAAC.
Bij de nu volgende rondvraag in
formeerde de heer Burgersd ij k
of de- Kamer niet iets kan doen tot
behoud van den zomertijd.
De voorzitter antwoordde
dat in de Kamer onderscheidene
groepen zijn vertegenwoordigd rok
dik van den land- en tuinbouw, die
op afschaffing van den zomertijd
prijsstelten. Is het daarom wel ge
wen scht dat dc Kamer zich met deze
aangelegenheid bezig luHldt. Ter
loops klaagt spr. er over dat aan. de
bezwaren van land- en tuinbouw zoo
weinig aandacht wordt geschonken
en, aldus spr. dat in de pers die be
zwaren worden weggedoezeld.
De heer V a n Ha rden broek
acht de bezwaren van land- en tuin-
houw van nul en geencr waarde.Ma.sr
daarentegen is liet van een groot eco
nomisch belang dat de zomertijd be
houden blijft. Spr. hoopt daarom dat
de Kamer zal besluiten een adres aan
de Eerste Kamer te zenden met ver
zoek het voorstel Braat. te verwerpen.
In dat adres kan dan de meenmg van
de minderheid ook geuit worden.
De heer M e ij e r oordeelt dat hft
van belang is een uiteenzetting van
de bezwaren van land- en tuinbouw
te hebben.
De heer Tering van Berk
hout zegt dat het voor de s,tnd een
vitaal belang is, dat de zomertijd ge
handhaafd blijft. Indien bij land- en
Feuilïeton
N aar het A m oriknansch
van
J. P. MARQUAND.
(Geautoriseerde vertaling).
19)
„Laten we de Loire vergeten", zei
mijn vader. „Zal ik eens heel oprecht
tegen u zijn, Mademoiselle?"
„Dat zou wel amusant zijn", stemde
ze toe. terwijl ze zich uit het zadel
naar hem toe boo?, „als het maar
mogelijk was", voegde ze er bi).
„Luister dan, Mademoiselle", ver
volgde hij, „en ik znl heel oprecht
zijn. „Het is zeker de zeelucht die mij
zoo maakt. Ik praat zelden tenzij ik
voel dat ik weldra geen gelegenheid
meer zal hebben om te praten en
op het oogenblik schijnt liet mij toe
dat dit, nog in iang liet geval niet
zal zijn. Over een paar minuten zullen
we de boot zien, 'en even later de
Zeehond. Ik vrees dat ik erg dwaas
geweest ben".
„Vader", vroeg sk. „wilt u mij ant
woord geven o;» een vraag?"
„Misschien" zei mijn vader.
„Wat heeft mijn oom met het pa
pier uit te slaan?"
éu-inhouw bezwaren zijn, "dafi fs 'er
naar raming maai' bezwaar bij 25
pcL der bevolking en dan moet. dat;
belang maar' voor dat van anderen
wijken. Bij een afschaffing van den
zomertijd zijn de zuinigheid en de
hygiëne niet gebaat.
.•voorzitter merkt op, dat in
het bollenbedrijf er dit bezwaar is te
gen den zomertijd dat dan in liet
eerste uur wegens den dauw niet kan
worden gewerkt-, wat tot schade van,
het bedrijf is. Spr. méeht gehoord to
hebben dat bot voordeel van den zo
mertijd slechts denkbeeld i.g is en
daar staan dan tegenover de bezwa-
van land- en tuinbouw. Bezwa-
die, zegt spr. de groote bladen
wegdoezelen, die steeds maar spre
ken van bezwaren van oen paar melk
boeren.
De lieer Teding van Berk
hout wil de bezwaren van land- en
tuinbouw billijker, maar merkt spr.
>p een meerderheid in het land is
•oor den zomertijd. In andere lan
den, waar toch ook landbouw is, heeft
en ook den zomertijd.
Devoorzitter: Geen land heeft
een land- en tuinbouw als Neder
land.
De heer Teding van Berk
hout merkt op dat België toch oolc
landbouw heeft. Spr. ie voor een
adres aan de Eersle Kamer. Maar
wellicht kan worden voorgesteld- den
zomertijd voor een korteren tijd in te
voeren.
De Keer M e ij' e r zegt, dat in de
practijk op 't platteland de zaak hier
neer komt, dat wanneer de zomer
tijd er is de menscben een uur min
der slapen en dat is van invloed op
liet prestoeren van den arbeid.
De heer Van Llemt vindt dat
voor de afschaffing van den zomer
tijd geen krachtige argumenten zijn
aangevoerd, en dat niemand de eco
nomische voordooien van den zomer
tijd kan weerspreken. De geopperde
bezwaren kunnen met eenigen goe
den wil worden ondervangen. Er kan
een uur later worden gewerkt en het
schaftuur kan worden veranderd.
De iheer Van Harde n J> rock
oordeelt de bezwaren van land- en
tuinbouw, met uitzondering dan vail
die ten opzichte van de melklevering
aan de groote steden absoluut over
dreven. Spr. die zelf 15 jaar in het bol-
lenbedrijf is geweest, memoreert dat
in dat bedrijf vroeger van 5 uur des
morgens tot des avonds 8 uur werd
gewerkt nu van 67 uur en con
cludeert naar aanleiding daarvan dat
het argument van den dauw niets dan
een praatje is. De arbeidst ijd kan an
ders worden geregeld.
Er is een grootor deel van de bevolking
dat van den zouiertjjd profiteert, dan dat
wat er last van beeft. ïn dat geval moet.
dan rnaar een kleine minderheid wijken
voor het groote economische belang van
het ibeh'ouden van de-n zomertijd.
De heer Meyor zegt dat hem bekend i
is dat iedere boer togen don zomertijd ia
en dat men niet moet vergeten dat de
boer het van don zomer hebben moet.
Spr. oordeelt het onjuist, indien deze Ka
mer met een onvoorbereide uitspraak ko-
De Voorzitter antwoordt den heer
Van Hnrdeubrock dat toen in het bollen-
bedrijf des ochtends om 5 uur met het
werk werd begonnen dc arbeidstijd lan
ger dan nu wa=. Nu de arbeidstijd kor
ter is moet met den tjjd meer wordm ge-
Verder herinnert spr. er aan dat vol
gens het reglement van orde onderwer
pen, die uiet op de agenda zijn vermeld,
niet kunnen worden behandeld of zij moe
ten 2 maal 24 uur voor de vergadering
aan het Bureau der Kamer zijn opgegeven
of van dringenden aard zijn.
Na nog eenige discussie spreekt dan
de Kamer met togeiistemmiug van 'dc
heeren Krelage en Meyor zich uit vóór
de urgentie van hot onderwerp.
In stemming komt verder een voorstel
in flen heer Burgersdijk om tc besluiten
een adres aan de Eerste Kamer te zen
den met verzoek aiiefc over to gaan 'ot af
schaffing van den zomertijd
Het wordt aangenomen mot do stern
en van de hoeren Mensiug, Meyer, D< d>
deus en Krelage tegen. In het adres zal
worden vermeld dat een minderheid er
tegen was.
De heer v a n den Burg merkt op,
dat in den laatsten tijd de iivdoxcyfers
van onderschcideno artikelen naar de
hoogte zijn gegaan, zoodat, zegt spr., het
publiek nu kan weten, dat het niét aan
den winkelier ligt dat do artikelen duur
zjjn en er geen reden is om nu tot loons
verlagingen over te gaan.
Naar aanleiding daarvan zegt de
Voorzitter dat z.i. de rondvraag er
niet voor is om dergolijko dingen in het
midden te breng?», dit tot tango debat
ten leiden.'
De heer van den Burg antwoordt
dat h\j zjjn opmerking iu liet belang van
de winkeliers deed.
De' heer Van Licmt zegt dat nu
roecis voor den tweeden keer critiok op
de nieuwjaarsrede van don voorzitter is
uitgeoefend. Spr. merkt op dat de i oor-
zitter niet verplicht is die rode to hou
den, en dat hy dus haar kan inkleedcn
zooals dat hem goeddunkt. Hij hoopt dat
men voortaan de goede bedoelingen van
d-en voorzitter zal accepteeron.
Daarna gaat om 10 uur do vergadering
in een zitting met gesloten deuren over.
Henry", zei mijn vader-, „mag ik
jou eens wat. vragen?"
„Misschien",antwoordde ik.
„Hoeveel gelrl heeft ie moeder je
bij haar dood nagelaten?
„Ze had niets om mij na te laten",
antwoordde ik ving.
„Aiha!" zei mijn vader, „en heb je
je er nooit over votrbaasd hoe dat
kwam?"
„Daar zult u mij wel over kunnen
inlichten", antwoordde ik koeltjes.
„Zeker", zei niiiii vader. „Maar hier
zijn we bij de duinen. Kun je de boot
j zien, Henry.
Ik kroop verder door het zand en de
helm en de witte lijn van het strand.
die zelfs in den donkerst en nacht nog
i zichtbaar is. lag voor mij. De braii-
ding was woest en daarachter zag ik
drie lichten flikkeren in liet duister
en dichterbij op het witte zand zag ik
de schaduw van 'n virsch ars boot, die
op 'l. strand gesleept was. Een minuut
later kwam Uriitue naar ons t colon-
pen.
Mijn vader was blijkbaar aan zulke
kleinigheden gewend. De heele g-v-
schiedenis echeen voor licrn niets on-
gowoóus te hebben- llij keek te:loops
even naar de golven en de hoot,
gooide zijn mantel op liet zand, rolde
tr voorzichtig zijn pistolen in en l"g-
j dc het bundeltje onder een vaii de
banken.
i „De Vuurpijl, Brdtuu", zei mijn
Het Handelsregister.
Een pleidooi om deze Instelling
meer populair te maken.
De secretaris van de Kamer van
Koophandel on Fabrieken jsondt ons
een schrijven Waaraan wij het vol
gende ontléenen:
De oppositie tegen het handelsregis
ter is in den laatsten tijd ongetwijfeld
toegenomen. Wij betreuren dat, aan
gezien dit nieuwe instituut zijn doel
matigheid in ons land nog «iet heeft
kunnen bewijzen. Het groote pu
bliek weet, helaas, van dc inrichting
cn <2c werkwijze van liet handelsre
gister, weinig of niets af. Het ziet in
deze instelling een nieuw belasting
kantoor en d a a ro m word t hot ver
afschuwd. Wanneer men dat bedenkt,
dan rust de plicht op'de leiders van
dit lichaam, om door middel van een
zakelijke en alleszins objectieve be
spreking de populariteit van 't han
delsregister te verhoogen.
1-Iet verdient in dc eerste plaats aan
beveling vast to leggen, dat liet do
handel zelf is geweest, die om het
handelsregister gevraagd heeft, in
hoofdzaak om den reeölon zakenman
te steunen.
Daarbij beriep men zich, o.i. zeer te
recht. op analoge instelItngou in an
dere landen en zoo is liet wellicht goed
op deze plaats er aan te herinneren,
dat Pruisen (reeds In 1861) Oostenrijk.
Zweden, Zwitserland, Noorwegen,
Spanje, Portugal en tal van andere
slaton hun handelsregister heblien.
Wij willen niet ontkennen, dat, over
het algemeen, het handelsregister in
de grootere landen meer roden van
bestaan heeft, dan in de kleinere,
doch, niettegenstaande deze overwe
ging, zijn wij van oordeel, dat rjjii ro
den van bestaan, ook bij ons, duide
lijk zal worden, wanneer men weet:
wat door gebruik van het handelsre
gister bereikt kan worden.
Welke gegevens vindt men in het
Handelsregister?
Men vindt er o.m.naam. woonplaats
nationaliteit van den koopman, de
rechtsvorm der zaak, mede-eigenaren,
het al of niet bestaan van procuratie-
ihouders, de aard van eventueele be
perkende bepalingen, dc namen en
bedragen van de bezitters van niet-
volgestorte aandeelen, mededeel in gon
omtrent faillissementen, huweliiksche
voorwaarden, filialen, nieuwe eigena
ren.
Het nut dezer gegevens staat onmis
kenbaar vast; maar bovenal is het van
groot belang, dat al deze inlichtingen
uit één punt verschaft kunnen wor
den.
De waarde van het handelsregister
zou editor gering genoemd kunnen
worden. Indien men niet het recht
had zich op liet handelsregister to be
roepen. Daarvoor is echter zorg ge
dragen. Wanneer het namelijk bliikt,
dat de inlichtingen van het handels
register onjuist zijn, kan zulks aan
hen. die zich te goeder trouw, er op
beroepen, niet worden tegengeworpen.
De ingeschrevenen stellen zich dan
ook aan groote gevaren bloot, als zij
er geen zorg voor dragon, dat de door
hen verstrekte opgaven juist zijn en
ook juist blijven.
Slechts een enkel voorbeeld uit de
praktijk: een procuratiehouder die
ontslagen is, kan zijn patroon blijven
verbinden, indien deze verzuimd heeft
aangifte te doen van de Intrekking'
der procuratie; men dagvaart eon
•ennootschap olldfcr firma, dan kan
an de zijde van gedaagde niet het
verweer worden gevoerd; de vennoot
schap bestaat niet meer, immers, zoo
lang de oplieffing met ie aangegeven
en ingeschreven, blijft zij tegenover
derden bestaan; de inschrijving van
een handelsnaam kan, onder zekere
voorwaarden, aan den inschrijver een
recht verschaffen, hctwells ecu ander
hem niet ontnemen kan.
1-Iet is voorgeschreven dat ingeschre
ven zijn:
1. Yeimoo'sohappen onder firma.
2. Vennootschappen en commandite.
3. Alle naamlooze vennootschappen.
Verder alle coöperatieve vereeniein-
gen, onderlinge vcrzekeriiigs- en waar
borgmaatschappijen (dus ook vee- cn
paardcnfondseri) en ten slot.to het
ovevgroüte gedcollo der alleenluincle-
lende kooplieden, lien gedeelte van'
de onder 1 en 2 genoemde categorieën
is echter vrijgesteld. Zoo zijn de klein
ste zaken uitgeschakeld, alsmede min
derjarigen, straatventers, land- en
tuinbouwers, die uitsluitend verkoo-
pen hetgeen in hunne onderneming
wordt voortgebracht, ambaclttsjtedcn
met klein personeel en ten slotte de
kleine handelslieden, dte niet over één
der drie laatste jaren in de Rijksin-
konistenbelasting zijn aangeslagen
naar een bedrag van f 2000 of meer.
waarbij de e.v. kinderaftrek moet wor
den inedegcrekend.
Eenmaal in hrt handelsregister Inge
schreven zijnde, blijft men ingeschreven.
vader. „Als u nu in wilt stappen,
mademoiselle, zullen we u door de
branding duwen. Doe je mantel liever
af, lietlry, en leg hem op de pistolen.
XV.
R
Brutus had blijkbaar vuur bij zich,
want plotseling siste de vuurpijl dc
lucht in. In hei tijdelijke licht zag ik.
mijn -vader, de lippen op elkaar ge
klemd. Spr aar belcetd als altijd, made-
nynsetle in de boot helpen en Brutus
gnnnikic legen mij. Toen was het
weer donker- en ging mijn vader
voort niet zijn aanwijzingen.
„Ga bij meneer Henry aan liet»
roer staan, Brutus. Ik zal hier bij
lfët midden blijven. En dan het wa
ter in als ik het toeken geef- Wees
maar niet hang, mademoiselle. Er is
j werkelijk niets om u ongerust over
tc maken."
Een grctité golf rolde voor ons op
het strand,
„Nu!" nep hij, en een oogenblik
later stonden we tot ons middel »n
het ijskoude water.
„In de boot", zei mijn vader. „De
Di
lipend
rillend
naast mij,
als altij'd.
I ik
„we zijn volkomen veilig. De Zeehond
wacht op ons. Terwijl Brutus roeit,
Henry, moesten wij de pistolen maar
laden."
„Die hebben we tooli niet meer
noodig", zei ik. De boot slingerde
ontzettend en Brutus had al zijn
kracht en behendigheid noodig om de
goede richting te houden.
„Toch zullen we zo maar laden",
zei mijn vader terwijl hij naast mij
op den bodem neerknielde. „Kijk,
Henry,, ik geloof dat we nog net op
tijd ontsnapt zijn."
Een troepje ruitere reed langs het
strand dat wij pas verloten hadden.
„Ze moeten langs het oude karre-
pad gekomen zijn", zei hij. „Dat ver
wachtte ik al. Dat wegloopen wordt
haast vervelend."
Hij greep zijn mantel,sloeg hem om
mademoiselle's schouders en ging
achterin naast haar zitten, blijkbaar
zonder er aan te denken dat hij van
het hoofd tot dc voeten doornat, was."
,;U is toch niet bang, mademoisel
le?" vroeg hij.
„Bang? Wél neen", hoorde ik haar
antwoorden. „Dat is een luxe, kapi
tein, die u mij ai long heef' afge-
j leerd."
als een onbewegelijke schaduw na:,«(
haar zat. Als u «iet op u /.elf var-
j trouwt, zijn er nog heel veel andere
dingen waarop u kunt vertrouwen.
bij voorbeeld op dc omstandigheden.
Wat heeft dat voor nut om hang to
zijn, als u daar aan denkt. Een beet
je meer rechts aan houden, Brutus."
En hij bleef zwijgend zitten en keek,
naar de lichten van het schip, waar
we, lederen keer dat Brutus aan de
riemen trolc, dichter bij kwamen.
We konden de masten al zien onder
de gereefde zeilen en al spoedt?
werden we van het dek af gepraaid.
Miin vader riep terue, en toen zagen
we dat het schip het anker lichtte.
Nat en bibberend keek ik toe, ter-
wul het scllip naderbij kwam. Dus
dit was tenslotte het einde. En ik
was blii.dat liet afgeloopen was
blij dat ik spoedig weer rustig al
leen zou zijn met miin gedachten.
Was het nas gisteren geweest, dat ik
mirn paard had laten keeren en tus-
sohen de pallen 'doorgereden was, die
den toegang aanduidden naar '/.ijn
huis?
Was het nog maar een dag geleden
dat ik hem voor liet eerst in ziin
stoel bii het vuur zag zitten? Miin
vader boog zieli voorover en drukte
mii iets fn de hand.
..E n pistoo'. IL-nrv" zei hii,
„Strek het bi: i Een aardige herin
nering voor ie ats ie weer thuis bent."
V.'ii kenden de wolven tegen dc zij
kanten van hc*. schip hooren slaan én
de bevelen die od liet dek gegeven
werden Toen' ik cr naar keek scheen
het nog gevaarlijk ver wee.
..Lang zij. Brutus", zc-i miin
vader.
Twee lantaarns wierpen een zwak
licht op de golven onder ons, die ons
ranke bootje ongeduldig opnamen In
hun haast om op te schieten. Brutus
trok hard aan een riem. Ik zog een
ladder van de verschansing afhangen.
Ik zag dat Brutus het ding greep en
toen begon onze boot die nu met het
groote schip verbonden was, vreese-
iijk to schommelen. Mijn vader sprong
overeind cn hield zich bit i ede ren
nieuwen golf keurig in o.venwicht.
„Nu, Mademoiselle", zei hij, „zullen
we aan boord gaan. Brutus zal u vei
lig naar boven dragen. Houd de lad
der vast. Ilcnry, en stevig, anders ra
ken we het schip weer kwijl".
Zijn stom klonk koel Cn zakelijk, er
was niet de minste opwinding in to
bespeuren.
„Heb je het koud?" vroeg hii. Wacht
maar, zoo dadelijk krijg je wat cog
nac".
Vreemd, hoe anders do dingen ons
jaren later toeschijnen. Als ik er nu
aan terug denk lijkt het mij om cn-
voudigo zaak om aan boord van
het schip te komen, hoewel ik nu v. el
weet dat ieder oogenblik dat we bij
den ladder bleven, dc dood ons voor
oogen stond. Zelfs nu. als ik cr aan
terug denk, zie ik niet het water, of
Brutus die den slingerenden touwlad-