Uit Velsen's verleden Kamer van Koophandel en Fabrieken DE AVONTURIER Stadsnieuws HAARLEM'S DAGBLAD WOEtlSDAQ 7 MAART 1923 TWEEDE BLAD Neen, men behoeft nog geen fau- cl a t o x' temporis acti, geen lofrede- naai' op den ouden tijd te zijn, oin in een zwak oogenblik eens onder de be koring te komen van vroegere toe standen. Dat gevoel van naïef hekoren kan over ons komen, wanneer we in de zen ge jaagden en jagenden tijd eens gaan bladeren in oude archieven, uit dagen, waarin rustige deftigheid voor al het kenmerk was van alles wat met het publieke leven verband hield en van ambtenaren en magistraten, die hun waardigheid zouden hebben ver speeld, als kalmte en deftigheid plaats hadden gemaakt voor haast en na- tuurlijkheïd. Vergelijk eens den statigen secreta ris uit die ddgen, die, onder genot van een Goudseben pijp, met veeren pen, van sierlijke krullen zijn letters voorziend, de brieven schrijft, of de verhandelingen eh notulen neerschrijft in een of ander memoriaal, met zijn ambtgenoot van heden, die dit werk laat verrichten door tal van rikketik kende jonge dames. En hoe saai zien onze blieven er uit, vergeleken bij die oude. De ori7.e val len met de deux- in huis, missen alle titulatuur en bevatten geen vriendelij ken afscheidsgroet. En lees nu eens een brief, die Schout en Schepenen van Velsen in het jaar 1741 schrijven aan den Am-' bagtsheere van Velsen en de Zand-j poort, enz. enz., om verlof te verkrij gen tot het oproepen van sollicitan ten naar liet ambt van Hoofd der School, vermits de titularis „tot zijn beter bestaan occaissie had gekregen om als schoolmeester binnen de stad Amsterdam te komen". De Ambachts heer was blijkbaar eenigen tijd onge steld geweest, want het slot van het aan hem gelicht schrijven luidt: „In verwachtingc 'van een favorable dispositie, zoo verbüjve wij na harte lijke toewensnigen en beede, dat het den Alderlioogste behaage L WelEd. groot Agtb. in voorige gezondheid zal gelieve tc herstellen, en dezelve een reeks van Jaaren doen geniete, opdat niet alleen wij onder 11 WelEd. groot Agtb. wijze en goedertierene regeerin- ge wei'de bewaart, maar* wel in het bij zonder tot welstand van den Lande en de Stad waar over UWelEd. groot Agtb. in lioogheid zijt gesteld, mitsga ders aan U'YVelEd. groot Agtb. lioog geeei'de familie doen ondervinden alle bedenkelijke Zegeningen". Men be denke dat de lieer Corver tevens bur gemeester was van Amsterdam. En nu moge'■wellicht een of ander lezer- meesmuilen bij de uitdrukking „bedeinkolijke zegeningen" en denken aan een tweeling of andere problema tische voorrechten; het was goed be doeld en nren wilde zeggen: alle zege ningen, die men maar bedenken kan. Intusschen," de onderwijzer over Wien het ging, scheen er hier in Vel sen toch ook genoeg van te krijgen en wel cm dc volgende reden. Het inko men van den schoolmeester bestond uit het zoogenaamd „provegeld" dat tien stuivers bedroeg van ieder huis gezin, dat zijn eig>e>n vuur en licht 'brandde. Maar bovendien had hij om streeks Paschen recht op een aantal eieren uit elk gezin, welke eieren hij echter persoonlijk aan ieder huis moest gaan ophalen. In een schrijven aan Schout en Schepenen beklaagt de onderwijzer zich, dat hij hij die gelegenheid „aller hande bespottelijke woorden van veele moet hooren". Maar dit was niet het eenige, men bedroog den armen man ook. Want hij schrijft verder, dat bij deze eieren, „ten zijnen profijtc willende verkoo- pen, tot zijn leedwezen bevind, datter somwijlen veel meerder als de helft vuyle eyeren zijnde, 't voor hem van jaar tot jaar schadelijker werd". Ja, ja, het gcdichtsel van 's menscben hart is wel hoos. De schoolmeester had er genoeg van, op die wijze te worden bedot en hij vroeg dan ook, of Schout en Sche penen de goedheid wilden hebben, „om den suppliant te accorderen, dat hij jaarlijx van ieder burgerhuisgezin alhier- voor provegeld en pueseijeren te samen mogt genieten twaeir sluij- Het werd hem toegestaan, maar, zooa'.s we hoven reeds zeiden, de man keerde Velsen toch later den rug toe. Maar, om tot onze brieven terug *.e keeren: Vit zijn opvolger werd verko zen de lieer Jan Hals, schoolmeester te Sundardorp, In deze dagen zou de heer Hals een getypt stuk hebben ont vangen, iuidende als volgt. Wij li ebben de eer U kennis te ge ven, dat de Gemeenteraad in zijne zit ting van den zooveelsten L heeft be noemd tot Iloofu der School. De Voorzitter X. De SecretarisY. Niet aldus het schrijven van 1741. Daar boven staat gocaJUgrafeerd „Eersamep Jan Hals!" En dan wordt hem het heuglijk bericht meegedeeld en hem de vriendelijk raad gegev zich zoo spoedig mogelijk naar den Ambachtsheer te begeven, ton einde diens approbatie te verkrijgen. Het schrijven heeft tot onderschrift: ,,UE. Goede Vrienden, de Magistraat en Kerkenraad der Ambagtsheerlijkheijt Velsen". Diezelfde „goede vrienden" zijn ze ook van de Eersame Juffrouw Johan na Schouten, weduwe Jan van Naai den, wonende in de Pijlsteeg te Am sterdam, aan wie zo den 9 October 1762 kennis geven, „dat U.E. tot Dorps Vroed Vrouw alhier hen beroe pen, op zodanige ordre, reglement en instructie als gearresteerd is. Waar- omme versoeke, dat U.E. aanstaande Maandag, of Dingsdag, ter Secretarije alhier in persoone gelieft te komen, omme te declareren, of U.E. op Condi tiën gemeld en die aan U.E. zullen werden voorgelezen, 't zelve ampt sal aannemen, in wélke verwagtinge blij- ve. Juffrouw, U.E. goede Vrienden, Schout mi Scheepenen der Ambagts Heerlijkheid Velsen". I Of 't goede rnenseh veel van al die 'stadhuiswoorden zal hebben begre pen, bliive in het midden. Vriendelijk gestemd zal ze echter wel zijn ge weest. KLACHTEN OVER DE TRACE AFWIKKELING VAN TAL VAN FAIL LISSEMENTEN. EEN 60 MINUTEN-DIENST H E E MST E D E—L EID E N. EEN ADRES AAN DEN MINISTER VAN WATERSTAAT INZAKE HET ZEGELRECHT OP C O N TRóL E-B O NS VAN KASRECISTERS. DE 'BESLISSINC' OP HET V O O RSTEL-HO OIJ AANCAANDE HET VER ZAMELEN VAN PERIODIEKE GEGEVENS, AANGEHOUDEN. MET 4 STEMMEN TEGEN BESLUIT DE KAMER EEN" ADRES AAN DE EERSTE KAMER TE ZENDEN VERZOEKENDE DEN ZOMERTIJD NIET AF TE SCHAFFEN. Dinsdagavond vergaderde de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, onder voorzit terschap van den heer E. II. Kiclage. Onder de aanwezigen was weder Jhr. Tedmg van Berkhout, die wegens onge- steldheid eenigen Lijd de zittingen niet had kunnen bijwonen. De leden compli menteerden hem met zijn herstel. Medegedeeld werd dat mei kennisge ving afwezig zijn dc heeren Jonkheer, Klerk, Treur, Ten Boom, Enschedé en Brinkman. Punt i. Ingekomen stuk ken. 'I Naar aanleiding van een opmerking van den lieer v. d. Burg werd besloten een schrijven van den N'edérlandschen Gijossiersbond inzake de bestrijding van den verkoop met cadenux te stellen in handen van de commissie voor het win kelbedrijf, nadat de heer Van Licmt had uiteengezet dat moeilijk is uit te maken wat een cadeau of wat recla me is. De Voorzitter deelde ir. verband met eenige ingekomen adressen mede. dat de vergadering om te komen tot de oprichting van een vereeniging van Ka mers van Koophandel en Fabrieken nog niet plaats heeft gehad. Op voorstel van het Bureau der Ka mer is een schrijven van de Kamer te Utrecht inzake de failüssementswet voor kennisgeving aangenomen. Bij dit adres deelde de Voorzit tei mede dat de Kamer aan den president der Arrond. Rechtbank te Haarlem een adres had gezonden waarin zij be richt dat zij van verschillende zijden de mededeeling heeft ontvangen, dat de- trage afwikkeling van faillissementen ivoor crediteuren onnoodig financieel on- 1 gunstige gevolgen heeft gehad. Den president werd verzocht zijn invloed te willen aanwenden en zoo noodig maatregelen te willen treffen, om te bevorderen, „dat ia het vervolg curatoren zich niet alleen ten volle be wust zijn van de aan hen toevertrouw de belangen, maar vóór alles beseffen, dat onder de huidige tijdsomstandighe den crediteuren niet langer op een be slissing behoeven te wachten dan strikt noodzakelijk is." Dc president antwoordde dat hij een afsohnft van de klacht aan Rcchters- Comraissarissen in faillissementen heeft doen toekomen, met verzoek naar aan leiding daarvan het noodige te verrich ten. Bovendien zond hij een dergelijk afschrift aan den Deken der advoca ten met verzoek dit in de advocaten- kamer teu l'aleize van Justitie alhier ter lezing te leggen. De Kamer te Utrecht had den minister van Waterstaat een adres gezonden in zake een verlaging van de tarieven vooi porto van brieven en drukwerken in binnen- en buitenlandsch verkeer. De commissie van verkeer en vervoer in wier handen deze aangelegenheid om advies was gesteld, stelt voor voorloopig nog geen nieuw adres te verzenden.' Nadat de heer Burgersdijk er aan had herinnerd, dat de commissie dit voorstelde, omdat de Kamer een paar maanden geleden reeds een adres aangaande dit onderwerp had verzonden, zotte de heer Slis uit een dat het hooge tarief drukt op den vischkandel te iJmuiden voor wel ken handel het noodig is nat telkens prijscouranten worcien verzonden- De heer Burgersdijk memo reerde ciat pas onlangs van een minis ter bericht inkwam dat indien moge lijk geleidelijk tot een verlaging de posttarieven zal worden overge gaan. blij oordeelde dat het nu inot laetiseh is en dat er in do practijk niets mede zal worden bereikt indien nu weder een adres zal worden ver zonden dat mets anders kan inhou den dan het vorige adres. De heer Slis - jpneeerde, dat de Kamer er is om in dc bres te sprin gen voor de belangen van den han del. Indien de Kamer nu met wil adresseeveu, dan zal de LJrmiider vïschhandelarenvereouiging dat moe ten dopn. Maar clan doet dit 'afbreuk aan het prestige der Kamer. De heeren II o o ij en T e d i n g van Berkhout meenden met den heer Slis dat het noodig is dat dc Kamer in dezen een adres zendt. Vooral met het oog op de tarieven voor het drukwerk. De voorzitter oordeelde dat het dient te komen tot een algemeene verlaging der posttarieven en dat dit belang in gevaar wordt gebracht in dien op één punt de aandacht wordt gevestigd. De heer Slis zeide, dat aan het adres van Utrecht adhaesie zou kun nen worden betuigd en dat aan die adhaesiebetuiging dan zou kunnen worden toegevoegd heb spociale be zwaar van Umüiden- Ten slotte werd besloten dat heb Bureau naar aanleiding van het ant woord van den minister op het vorig adres van c^e Kamer den minister een nader 'adres zal zenden, waarin te vens op de bezwaron van IJmuiden de aandacht zal worden gevestigd. In verband met door haar ingewon nen inlichtingen' waaruit blijkt dat onderscheidene firma's alhier aah- jaandeden korten laadtijd geen klachten hebben stelt do commissie' verkeer en vervoer voor geen nieuw adres te zenden (de Kamer oor de Neder-Betuwe te Tiel zond reeds een adres aan de directie der Ned. Spoorwegen met verzoek den los- en laadtijd van wagens bij de spoorwegen te willen verlengen). De hoer D e d d o n s deelde mede, dat de heer Treur die dezen keer erhiuderd was aanwezig te zijn, hem had verklaard, dat in de Haar lemmermeer wel klachten zijn en daaroni verzocht dit punt aan.te hou den, opdat hij nog nader zijn mee ning zou kunnen toelichten. Volgens den heer 'ireur is in Haarlemmermeer een lostijd van 12 uur noodig. Besloten wérd het punt aan te hou den om de buitengemeeuten in de ge legenheid te stollen eventueele klach ten in le dienen, daar alleen in Haar- Inr een onderzoek is ingesteld. Het Bureau stelt voor, naar aan leiding van het adres van den Bond 'an Rijwiel- en Motorhandelaren, in zake het optreden van den staat als rijwielagent, een adres van algemee ne strekking aan den minister van Arbeid te verzenden. Aldus besloten. Medegedeeld werd dat van de di rectie der N.Z.H.T. M. bericht'is in gekomen dat door aanschaffing van twee nieuwe locomotieven de dieiist HeemstedeLeiden oerlaug van een '0 minuten dienst in een 60 minuten- dienst kan worden .veranderd. De lo- caaldienst Heemstedeliillegoni zal dan een half uursdienst worden- Tenslotte werd nog medegedeeld, dat de uitgestelde lezing vaat den heef lvoopmeiners, over het markt wezen zal plaats hebben op Maan dag 19 Maart. Punt 2. Benoemd werden als leden der commissie voor liet versilag der Kamer de hooren Meijer en Hooij. Het Zegelreoht. Punt 3. Conceptbrief van het Bureau der Kamer inzake hel vaste zegelrecht voor stukkon in geval van betaling uitgereikt. In dien brief, aan den minister van Waterstaat gericht, vestigt de Kamer de aandacht op de groote be zwaren en nadeelen die er uit voort vloeien. wanneer oontrMclbons van kasregisters beschouwd' worden te zijn als stukken bestemd om in geval van betaling te worden uitgereikt en dus onderworpen aan zegel, tenzij zij betrekking hebben op sommen van f 10 of mindor. Ze merkt op, dat de kasrogistei- bon het controlemiddel bij uitne mendheid is. maar dat het h.i. niet mag beschouwd worden a's een be wijs van kwijting hetgeen trouwens bliikt uit- het feit. dat de bon niet in de plaats van de quiitantie is getre den. Tenslotte. nadat het nut van het gebruik van kasregisters is gememo reerd. dringt de Kamer aan op een soepeler toepassing van art. 34 1 sub c van de zegelwet, aangaande de eon- tróiebons. Goedgekeurd. Punt 5. Voorstel van den heer Hooit inzake het verzamelen van periodieke cijfers. De heser Hooii stelt voor, het Bu reau op te dragen, periodiek die cij fers te verzamelen, die od de minst kostbare wijze in haar bezit kunnen komen en voor handel en nijverheid van belang ziin. In de toelichting zegt de heer Hooy dat de behandeling van zijn vorige voorstel (statisliekbureau) hem de overtuiging heeft geschonken, dait onderscheidene tegenstemmers tegen ziin voorstel gestemd hebben, omdat zij, hoewe.l in beginsel voelende voor statistisch materiaal, hiervoor het voorstel te groot opgevat achtten, waardoor liet zeer* groote kosten met zich zou sJeenen. In hoeverre rlie vrees gegrond was, Laat do heer Hooij in het midden, slechts wil hii er op wijzen, dat in ziin nieuw voorstel de soberheid tot het uiterste betracht is en de kosten- bezwaren dus uitgeschakeld kunnen worden. Het Bureau der Kamer adviseert dit voorst?! aan 'te nemen. De heer H o o ij zeide te vertrou wen. dat. nu ziin voorstel is verso berd! d.e Kamer het zal aanvaarden. Hii merkte verder in zijn toelichting on. dat indien periodieke ciifers ver zameld worden de voorzitter ook voortaan een belangrijker nieuw jaarsrede kan houden dan nu het geval was. De heer Burgersdijk stelde voor dit nunt aan te houden tot na de vaststelling van het jaarverslag, om dat dan lean blijken over wellce gege vens de Kamer kan beschikken. De Voorzitter meende a'at dit niet noodig is. Wel zal de uitwer king van het voorstel moeten wach ten tot na de vaststelling van 't jaar verslag. Vierder zotte spr. het nut van het voorstel uiteen. De heer Slis ondei-steunde hot voorstel van den heer Hooij en deed opmerken dat aan de uitvoering er van weinig kosten behoeven gepaard te gaan. Na nog eenige discussie en nadat de v o or z i t 1 e r had opgemerkt dat het voorstel Hooij alleen een wen- scliclijklieidsvei'ldaring inhoudt, werd besloten het voorstel aan te .houden tot na de vaststelling van het jaar verslag. RONDVRAAC. Bij de nu volgende rondvraag in formeerde de heer Burgersd ij k of de- Kamer niet iets kan doen tot behoud van den zomertijd. De voorzitter antwoordde dat in de Kamer onderscheidene groepen zijn vertegenwoordigd rok dik van den land- en tuinbouw, die op afschaffing van den zomertijd prijsstelten. Is het daarom wel ge wen scht dat dc Kamer zich met deze aangelegenheid bezig luHldt. Ter loops klaagt spr. er over dat aan. de bezwaren van land- en tuinbouw zoo weinig aandacht wordt geschonken en, aldus spr. dat in de pers die be zwaren worden weggedoezeld. De heer V a n Ha rden broek acht de bezwaren van land- en tuin- houw van nul en geencr waarde.Ma.sr daarentegen is liet van een groot eco nomisch belang dat de zomertijd be houden blijft. Spr. hoopt daarom dat de Kamer zal besluiten een adres aan de Eerste Kamer te zenden met ver zoek het voorstel Braat. te verwerpen. In dat adres kan dan de meenmg van de minderheid ook geuit worden. De heer M e ij e r oordeelt dat hft van belang is een uiteenzetting van de bezwaren van land- en tuinbouw te hebben. De heer Tering van Berk hout zegt dat het voor de s,tnd een vitaal belang is, dat de zomertijd ge handhaafd blijft. Indien bij land- en Feuilïeton N aar het A m oriknansch van J. P. MARQUAND. (Geautoriseerde vertaling). 19) „Laten we de Loire vergeten", zei mijn vader. „Zal ik eens heel oprecht tegen u zijn, Mademoiselle?" „Dat zou wel amusant zijn", stemde ze toe. terwijl ze zich uit het zadel naar hem toe boo?, „als het maar mogelijk was", voegde ze er bi). „Luister dan, Mademoiselle", ver volgde hij, „en ik znl heel oprecht zijn. „Het is zeker de zeelucht die mij zoo maakt. Ik praat zelden tenzij ik voel dat ik weldra geen gelegenheid meer zal hebben om te praten en op het oogenblik schijnt liet mij toe dat dit, nog in iang liet geval niet zal zijn. Over een paar minuten zullen we de boot zien, 'en even later de Zeehond. Ik vrees dat ik erg dwaas geweest ben". „Vader", vroeg sk. „wilt u mij ant woord geven o;» een vraag?" „Misschien" zei mijn vader. „Wat heeft mijn oom met het pa pier uit te slaan?" éu-inhouw bezwaren zijn, "dafi fs 'er naar raming maai' bezwaar bij 25 pcL der bevolking en dan moet. dat; belang maar' voor dat van anderen wijken. Bij een afschaffing van den zomertijd zijn de zuinigheid en de hygiëne niet gebaat. .•voorzitter merkt op, dat in het bollenbedrijf er dit bezwaar is te gen den zomertijd dat dan in liet eerste uur wegens den dauw niet kan worden gewerkt-, wat tot schade van, het bedrijf is. Spr. méeht gehoord to hebben dat bot voordeel van den zo mertijd slechts denkbeeld i.g is en daar staan dan tegenover de bezwa- van land- en tuinbouw. Bezwa- die, zegt spr. de groote bladen wegdoezelen, die steeds maar spre ken van bezwaren van oen paar melk boeren. De lieer Teding van Berk hout wil de bezwaren van land- en tuinbouw billijker, maar merkt spr. >p een meerderheid in het land is •oor den zomertijd. In andere lan den, waar toch ook landbouw is, heeft en ook den zomertijd. Devoorzitter: Geen land heeft een land- en tuinbouw als Neder land. De heer Teding van Berk hout merkt op dat België toch oolc landbouw heeft. Spr. ie voor een adres aan de Eersle Kamer. Maar wellicht kan worden voorgesteld- den zomertijd voor een korteren tijd in te voeren. De Keer M e ij' e r zegt, dat in de practijk op 't platteland de zaak hier neer komt, dat wanneer de zomer tijd er is de menscben een uur min der slapen en dat is van invloed op liet prestoeren van den arbeid. De heer Van Llemt vindt dat voor de afschaffing van den zomer tijd geen krachtige argumenten zijn aangevoerd, en dat niemand de eco nomische voordooien van den zomer tijd kan weerspreken. De geopperde bezwaren kunnen met eenigen goe den wil worden ondervangen. Er kan een uur later worden gewerkt en het schaftuur kan worden veranderd. De iheer Van Harde n J> rock oordeelt de bezwaren van land- en tuinbouw, met uitzondering dan vail die ten opzichte van de melklevering aan de groote steden absoluut over dreven. Spr. die zelf 15 jaar in het bol- lenbedrijf is geweest, memoreert dat in dat bedrijf vroeger van 5 uur des morgens tot des avonds 8 uur werd gewerkt nu van 67 uur en con cludeert naar aanleiding daarvan dat het argument van den dauw niets dan een praatje is. De arbeidst ijd kan an ders worden geregeld. Er is een grootor deel van de bevolking dat van den zouiertjjd profiteert, dan dat wat er last van beeft. ïn dat geval moet. dan rnaar een kleine minderheid wijken voor het groote economische belang van het ibeh'ouden van de-n zomertijd. De heer Meyor zegt dat hem bekend i is dat iedere boer togen don zomertijd ia en dat men niet moet vergeten dat de boer het van don zomer hebben moet. Spr. oordeelt het onjuist, indien deze Ka mer met een onvoorbereide uitspraak ko- De Voorzitter antwoordt den heer Van Hnrdeubrock dat toen in het bollen- bedrijf des ochtends om 5 uur met het werk werd begonnen dc arbeidstijd lan ger dan nu wa=. Nu de arbeidstijd kor ter is moet met den tjjd meer wordm ge- Verder herinnert spr. er aan dat vol gens het reglement van orde onderwer pen, die uiet op de agenda zijn vermeld, niet kunnen worden behandeld of zij moe ten 2 maal 24 uur voor de vergadering aan het Bureau der Kamer zijn opgegeven of van dringenden aard zijn. Na nog eenige discussie spreekt dan de Kamer met togeiistemmiug van 'dc heeren Krelage en Meyor zich uit vóór de urgentie van hot onderwerp. In stemming komt verder een voorstel in flen heer Burgersdijk om tc besluiten een adres aan de Eerste Kamer te zen den met verzoek aiiefc over to gaan 'ot af schaffing van den zomertijd Het wordt aangenomen mot do stern en van de hoeren Mensiug, Meyer, D< d> deus en Krelage tegen. In het adres zal worden vermeld dat een minderheid er tegen was. De heer v a n den Burg merkt op, dat in den laatsten tijd de iivdoxcyfers van onderschcideno artikelen naar de hoogte zijn gegaan, zoodat, zegt spr., het publiek nu kan weten, dat het niét aan den winkelier ligt dat do artikelen duur zjjn en er geen reden is om nu tot loons verlagingen over te gaan. Naar aanleiding daarvan zegt de Voorzitter dat z.i. de rondvraag er niet voor is om dergolijko dingen in het midden te breng?», dit tot tango debat ten leiden.' De heer van den Burg antwoordt dat h\j zjjn opmerking iu liet belang van de winkeliers deed. De' heer Van Licmt zegt dat nu roecis voor den tweeden keer critiok op de nieuwjaarsrede van don voorzitter is uitgeoefend. Spr. merkt op dat de i oor- zitter niet verplicht is die rode to hou den, en dat hy dus haar kan inkleedcn zooals dat hem goeddunkt. Hij hoopt dat men voortaan de goede bedoelingen van d-en voorzitter zal accepteeron. Daarna gaat om 10 uur do vergadering in een zitting met gesloten deuren over. Henry", zei mijn vader-, „mag ik jou eens wat. vragen?" „Misschien",antwoordde ik. „Hoeveel gelrl heeft ie moeder je bij haar dood nagelaten? „Ze had niets om mij na te laten", antwoordde ik ving. „Aiha!" zei mijn vader, „en heb je je er nooit over votrbaasd hoe dat kwam?" „Daar zult u mij wel over kunnen inlichten", antwoordde ik koeltjes. „Zeker", zei niiiii vader. „Maar hier zijn we bij de duinen. Kun je de boot j zien, Henry. Ik kroop verder door het zand en de helm en de witte lijn van het strand. die zelfs in den donkerst en nacht nog i zichtbaar is. lag voor mij. De braii- ding was woest en daarachter zag ik drie lichten flikkeren in liet duister en dichterbij op het witte zand zag ik de schaduw van 'n virsch ars boot, die op 'l. strand gesleept was. Een minuut later kwam Uriitue naar ons t colon- pen. Mijn vader was blijkbaar aan zulke kleinigheden gewend. De heele g-v- schiedenis echeen voor licrn niets on- gowoóus te hebben- llij keek te:loops even naar de golven en de hoot, gooide zijn mantel op liet zand, rolde tr voorzichtig zijn pistolen in en l"g- j dc het bundeltje onder een vaii de banken. i „De Vuurpijl, Brdtuu", zei mijn Het Handelsregister. Een pleidooi om deze Instelling meer populair te maken. De secretaris van de Kamer van Koophandel on Fabrieken jsondt ons een schrijven Waaraan wij het vol gende ontléenen: De oppositie tegen het handelsregis ter is in den laatsten tijd ongetwijfeld toegenomen. Wij betreuren dat, aan gezien dit nieuwe instituut zijn doel matigheid in ons land nog «iet heeft kunnen bewijzen. Het groote pu bliek weet, helaas, van dc inrichting cn <2c werkwijze van liet handelsre gister, weinig of niets af. Het ziet in deze instelling een nieuw belasting kantoor en d a a ro m word t hot ver afschuwd. Wanneer men dat bedenkt, dan rust de plicht op'de leiders van dit lichaam, om door middel van een zakelijke en alleszins objectieve be spreking de populariteit van 't han delsregister te verhoogen. 1-Iet verdient in dc eerste plaats aan beveling vast to leggen, dat liet do handel zelf is geweest, die om het handelsregister gevraagd heeft, in hoofdzaak om den reeölon zakenman te steunen. Daarbij beriep men zich, o.i. zeer te recht. op analoge instelItngou in an dere landen en zoo is liet wellicht goed op deze plaats er aan te herinneren, dat Pruisen (reeds In 1861) Oostenrijk. Zweden, Zwitserland, Noorwegen, Spanje, Portugal en tal van andere slaton hun handelsregister heblien. Wij willen niet ontkennen, dat, over het algemeen, het handelsregister in de grootere landen meer roden van bestaan heeft, dan in de kleinere, doch, niettegenstaande deze overwe ging, zijn wij van oordeel, dat rjjii ro den van bestaan, ook bij ons, duide lijk zal worden, wanneer men weet: wat door gebruik van het handelsre gister bereikt kan worden. Welke gegevens vindt men in het Handelsregister? Men vindt er o.m.naam. woonplaats nationaliteit van den koopman, de rechtsvorm der zaak, mede-eigenaren, het al of niet bestaan van procuratie- ihouders, de aard van eventueele be perkende bepalingen, dc namen en bedragen van de bezitters van niet- volgestorte aandeelen, mededeel in gon omtrent faillissementen, huweliiksche voorwaarden, filialen, nieuwe eigena ren. Het nut dezer gegevens staat onmis kenbaar vast; maar bovenal is het van groot belang, dat al deze inlichtingen uit één punt verschaft kunnen wor den. De waarde van het handelsregister zou editor gering genoemd kunnen worden. Indien men niet het recht had zich op liet handelsregister to be roepen. Daarvoor is echter zorg ge dragen. Wanneer het namelijk bliikt, dat de inlichtingen van het handels register onjuist zijn, kan zulks aan hen. die zich te goeder trouw, er op beroepen, niet worden tegengeworpen. De ingeschrevenen stellen zich dan ook aan groote gevaren bloot, als zij er geen zorg voor dragon, dat de door hen verstrekte opgaven juist zijn en ook juist blijven. Slechts een enkel voorbeeld uit de praktijk: een procuratiehouder die ontslagen is, kan zijn patroon blijven verbinden, indien deze verzuimd heeft aangifte te doen van de Intrekking' der procuratie; men dagvaart eon •ennootschap olldfcr firma, dan kan an de zijde van gedaagde niet het verweer worden gevoerd; de vennoot schap bestaat niet meer, immers, zoo lang de oplieffing met ie aangegeven en ingeschreven, blijft zij tegenover derden bestaan; de inschrijving van een handelsnaam kan, onder zekere voorwaarden, aan den inschrijver een recht verschaffen, hctwells ecu ander hem niet ontnemen kan. 1-Iet is voorgeschreven dat ingeschre ven zijn: 1. Yeimoo'sohappen onder firma. 2. Vennootschappen en commandite. 3. Alle naamlooze vennootschappen. Verder alle coöperatieve vereeniein- gen, onderlinge vcrzekeriiigs- en waar borgmaatschappijen (dus ook vee- cn paardcnfondseri) en ten slot.to het ovevgroüte gedcollo der alleenluincle- lende kooplieden, lien gedeelte van' de onder 1 en 2 genoemde categorieën is echter vrijgesteld. Zoo zijn de klein ste zaken uitgeschakeld, alsmede min derjarigen, straatventers, land- en tuinbouwers, die uitsluitend verkoo- pen hetgeen in hunne onderneming wordt voortgebracht, ambaclttsjtedcn met klein personeel en ten slotte de kleine handelslieden, dte niet over één der drie laatste jaren in de Rijksin- konistenbelasting zijn aangeslagen naar een bedrag van f 2000 of meer. waarbij de e.v. kinderaftrek moet wor den inedegcrekend. Eenmaal in hrt handelsregister Inge schreven zijnde, blijft men ingeschreven. vader. „Als u nu in wilt stappen, mademoiselle, zullen we u door de branding duwen. Doe je mantel liever af, lietlry, en leg hem op de pistolen. XV. R Brutus had blijkbaar vuur bij zich, want plotseling siste de vuurpijl dc lucht in. In hei tijdelijke licht zag ik. mijn -vader, de lippen op elkaar ge klemd. Spr aar belcetd als altijd, made- nynsetle in de boot helpen en Brutus gnnnikic legen mij. Toen was het weer donker- en ging mijn vader voort niet zijn aanwijzingen. „Ga bij meneer Henry aan liet» roer staan, Brutus. Ik zal hier bij lfët midden blijven. En dan het wa ter in als ik het toeken geef- Wees maar niet hang, mademoiselle. Er is j werkelijk niets om u ongerust over tc maken." Een grctité golf rolde voor ons op het strand, „Nu!" nep hij, en een oogenblik later stonden we tot ons middel »n het ijskoude water. „In de boot", zei mijn vader. „De Di lipend rillend naast mij, als altij'd. I ik „we zijn volkomen veilig. De Zeehond wacht op ons. Terwijl Brutus roeit, Henry, moesten wij de pistolen maar laden." „Die hebben we tooli niet meer noodig", zei ik. De boot slingerde ontzettend en Brutus had al zijn kracht en behendigheid noodig om de goede richting te houden. „Toch zullen we zo maar laden", zei mijn vader terwijl hij naast mij op den bodem neerknielde. „Kijk, Henry,, ik geloof dat we nog net op tijd ontsnapt zijn." Een troepje ruitere reed langs het strand dat wij pas verloten hadden. „Ze moeten langs het oude karre- pad gekomen zijn", zei hij. „Dat ver wachtte ik al. Dat wegloopen wordt haast vervelend." Hij greep zijn mantel,sloeg hem om mademoiselle's schouders en ging achterin naast haar zitten, blijkbaar zonder er aan te denken dat hij van het hoofd tot dc voeten doornat, was." ,;U is toch niet bang, mademoisel le?" vroeg hij. „Bang? Wél neen", hoorde ik haar antwoorden. „Dat is een luxe, kapi tein, die u mij ai long heef' afge- j leerd." als een onbewegelijke schaduw na:,«( haar zat. Als u «iet op u /.elf var- j trouwt, zijn er nog heel veel andere dingen waarop u kunt vertrouwen. bij voorbeeld op dc omstandigheden. Wat heeft dat voor nut om hang to zijn, als u daar aan denkt. Een beet je meer rechts aan houden, Brutus." En hij bleef zwijgend zitten en keek, naar de lichten van het schip, waar we, lederen keer dat Brutus aan de riemen trolc, dichter bij kwamen. We konden de masten al zien onder de gereefde zeilen en al spoedt? werden we van het dek af gepraaid. Miin vader riep terue, en toen zagen we dat het schip het anker lichtte. Nat en bibberend keek ik toe, ter- wul het scllip naderbij kwam. Dus dit was tenslotte het einde. En ik was blii.dat liet afgeloopen was blij dat ik spoedig weer rustig al leen zou zijn met miin gedachten. Was het nas gisteren geweest, dat ik mirn paard had laten keeren en tus- sohen de pallen 'doorgereden was, die den toegang aanduidden naar '/.ijn huis? Was het nog maar een dag geleden dat ik hem voor liet eerst in ziin stoel bii het vuur zag zitten? Miin vader boog zieli voorover en drukte mii iets fn de hand. ..E n pistoo'. IL-nrv" zei hii, „Strek het bi: i Een aardige herin nering voor ie ats ie weer thuis bent." V.'ii kenden de wolven tegen dc zij kanten van hc*. schip hooren slaan én de bevelen die od liet dek gegeven werden Toen' ik cr naar keek scheen het nog gevaarlijk ver wee. ..Lang zij. Brutus", zc-i miin vader. Twee lantaarns wierpen een zwak licht op de golven onder ons, die ons ranke bootje ongeduldig opnamen In hun haast om op te schieten. Brutus trok hard aan een riem. Ik zog een ladder van de verschansing afhangen. Ik zag dat Brutus het ding greep en toen begon onze boot die nu met het groote schip verbonden was, vreese- iijk to schommelen. Mijn vader sprong overeind cn hield zich bit i ede ren nieuwen golf keurig in o.venwicht. „Nu, Mademoiselle", zei hij, „zullen we aan boord gaan. Brutus zal u vei lig naar boven dragen. Houd de lad der vast. Ilcnry, en stevig, anders ra ken we het schip weer kwijl". Zijn stom klonk koel Cn zakelijk, er was niet de minste opwinding in to bespeuren. „Heb je het koud?" vroeg hii. Wacht maar, zoo dadelijk krijg je wat cog nac". Vreemd, hoe anders do dingen ons jaren later toeschijnen. Als ik er nu aan terug denk lijkt het mij om cn- voudigo zaak om aan boord van het schip te komen, hoewel ik nu v. el weet dat ieder oogenblik dat we bij den ladder bleven, dc dood ons voor oogen stond. Zelfs nu. als ik cr aan terug denk, zie ik niet het water, of Brutus die den slingerenden touwlad-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5