OM ONS HEEN
voor den Zomertijd!
Weg met het Braaf-wetje!
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 9 MAART 1923 TWEEDE BLAD
No. 3157
Bezuiniging op steenkool en opza-
meling van rechtstreeksche
Zonnewarmte.
Hot toeval wil dat juist in dezen tijd,
nu wij i\ eden anders ons verdedigen
moeten tegen de onnoozelen en de
dwazen, die ons den zomertijd willen
ontnemen, het tijdschrift '„Weten
schappelijke Bladen" een beschouwing
ten beste geelt over verhitting zonder
vuur en over „het direct benutten der
zonnewarmte". Voordat ik ua&raan
iets ontleen, wil ik nog iets zeggen
over de qua es lie van den zomertijd.
Er is gevraagd, waarom het Neder-
landscke volk, dat nu aouiI protes
teeren tegen de afschaffing van den
zomertijd, niet al eerder bij de Twee
de Kamer heeft aangedrongen op be
houd liet was toch bekend, dat de
Kamerleden Biaat en de Boet de al-
schaffing hadden voorgesteld.
Het antwoord is kort, afdoend, maar
niet vleiend voor de Kamer.
Omdat niemand in den lande zich
maar een oogenblik heeft kunnen
voorstellen, dat de Kamer het voorstel
De tegenstanders van den zomertijd
kunnen dit verwijt dus wel voor zich
houden: het is zoo sterk ais versch
koekedeeg. En de voorstanders van
den zomertijd behoeven zich er niet
door te laten weerhouden, om met
man en macht bij de Eerste Kamer op
petitie te gaan. „Gij behoeft u", zou
ik willen zeggen, „niet te schamen,
om nu pas mee uit te trekken, ter
verdediging van een uur daglicht
meer per dag; gij hebt immers niet
kunnen veronderstellen, niet kunnen
droomen, dat de zomertijd eerder uw
steun noodig had". Dat de Tweede
Kamer weer zou tegenvallen, kon u
toch niet van te voren beker.il i
Maar blijft dan ook n u niet achter.
Petitionneert mee. Het adres van het
Comité voor den zomertijd is Hut:!
Krasnapolski, Amsterdam.
De zon is ons leven, onze voeding,
onze gezondheid, zij lescht onze dorst
en verheugt ons hart. Goen wonder,
dat onze stemming stijgt met de zon
en daalt met de duisternis. De zon
levert ons de brandstof, die wij noodig
hebben. Eeuwenlang stoofde zij in
het binnenste der aarde de planten
en houtresten, die wij nu in den vorm
van kolen t;e voorschijn halen.
Maar zuinig zijn we er niet mee
geweest. Nadat het handwerk vervan
gen was door de stoommachine en
den motor, heeft de industrie in al
maar versneld tempo de kolcnfgevre-
ten, die de- wereld bezat. Sombere pro
feten voorspellen, dat de reet van
dien voorraad spoedig zal zijn opge
teerd, binnen tweehonderd jaar, bin
nen zeshonderd of duizend. Het maakt
weinig uit. Tegenover een zoo geweb
dig gevaar is ook duizend jaar van
geen beteekems. En ofschoon de nu
levende geleerden wel weten, dat het
in eik geval hun tijd zal uitduren,
maken zij zich bezorgd voor de toe
komst, omdat de wetenschap eeuw
is en de geest van den wetenschappe-
lijken mensch. dus niet gebonden mag
zijn aan de korte periode van het
leven van één mensch.
Het vraagstuk is tweeledig: bespa
ren op do kolenvoorraden en zoeken
naar andere warmtebronnen, „in tal
van fabrieken, werkplaatsen enz.",
zegt. Dr. Neuburg in ,,die Unischau",
„branden honderdduizenden vuren
voor het smelten, aaneensmeden, sol-
deeren. En hiervan geven vooral de
vuren voor het smeden, waarvan het
aantal juist zoo enorm groot ie, een
bijzonder klein thermisch effect, in.
a. w. liet warmteverlies is daarbij
zeer groot. Men kan de hoeveelheid
warmte, die daarbij benut wordt,
ruwweg op 10 procent stellen; het
overige verdwijnt in den vorm van
rook, van afgeleide en uitgestraalde
warmte. Maar van die 10 procent
wordt ook nog slechts een deel voor
de verhitting van het metaal bij het
smeden gebruikt, zoodat volgens de
onderzoekingen van den laatsten tijd
slechts ongeveer 3 procent van de ge
heel© hoeveelheid warmte, die bij het
verbranden der steenkolen ontstaat,
bij liet smeden benut wordt. De rest,
dus 97 procent, gaat geheel nutteloos
verloren."
Wat willen de onderzoekers nu
doen, om aan een zoodanige verspil
ling een einde te maken? In het ge
heel geen kolen meer in de vuurhaar
den van de fabrieken verstoken, maar
deze in groote centrale gasfabrieken
tot gas verwerken, dat dan door lei
dingen naar de verbruikers gebracht
wordt, terwijl het residu, die cokes,
voor het verkrijgen van e.ectrische
energie Wotctt uungewénd, die dan
evenzoo naar ui le doelen van het lancl
worut gebracht. De omzetting in gas
en eleecricheit moet geschieuen vlak
bij de mijnen, waardoor het transport
van de kolen dat ook weer kolonver-
bruik vordert, Vervalt.
Dit zal, meent de schrijver, nog wel
lang duren. Daarom is men er op uit,
vuurlooze verhitting toe te passen
met de bekende electrische appara
ten, die dienen voor het aaneensinel-
ten van staven en platen. Door ver
andering kunnen deze apparaten ook
voor andere doeleinden geschikt ge
maakt worden. Ik sla de'lechnisclie
beschrij\ing die o-ns le ver zou voei
over, maar er u een .utoinatischc
buizen machine geconstrueerd,
zonder of bijna zonder bediening
werkt en op één dag uit vlakke ijzeren
platen verte hei dene kilometers volko
men aaneengesmolten buizen vervaar
digt. Andere machines smelten geheel
automatisch kettingen aaneen, ande
re machines doen klinkwerk, de be
langrijkste toepassing van de electri-
scne energie is ue tioctriscnc smeed-
oven. Bei-bicenü worut, dat m Duitscn-
land al.een aP limillioim ton koiun
bespaard Kan women door vervan
ging van de open smeedovens dooi'
ciectrLcne. Per jaar.
Als het waar is, dat de steenkool
lagen die de wereld rijk is, beperkt
zijn, dat de heaénaaagsche nfensch
die wei overal op aarde heelt rond
gezworven, er niet meer \iricen zal
als liet waar zou zijn, dit voorat, dat
de natuur zeli nut zal zórgen voor
annulling van wat wij verbruiken,
dan baat de grootste zuinigheid nog
niet, want dan Komt er vroeg of iaat
toch een eind aan den voorraad.
Waar zal dan ue muiischheicl een
nieuwe warmtebron vinden?
In o_,gcz..meiue zonnewarmte na
tuurlijn. bounnigo meiischen lachen
daarom. Natuurlijk Jachen zij zienzei!
uit, daar het hun verbeeldingskracht
is, die te kórt schiet. Waarom zou het
wel mogelijk wezen, eleotrischen
stroöm in een accumulator te verza
melen en niet zonnewarmte? In dat
geheimzinige woord kan het verschil
toch niet l.ggen, want accu rn uier
is niets ancicrs dan opstapelen, ver
zamelen. Er is dus geen verschil. Al
leen onze stroeve hersens willen nog
niet mee. En dan moet de manier
waarop nog gevonden worden. Maai
die komt, zoodia za noodig is. Uitvin
dingen, liet is bekend, verschijnen
wanneer er behoefte aan ontstaat.
In D.uitschland is een vcreeniging
gesticht, om deze zaak te bestudeeren.
Dr. Gerritsz, een van de redacteuren
van de Wetenschappelijke Bladen,
schrijft over het denkbeeld een korte
beschouwing, hiermede aanvangende,
„dat het cli-ect onttrekken van warm
te, die de zon uitstraalt, voor de le
vensomstandigheden hier op aarde
van grooten invloed zijn zou". Hij
doet opmerken, dat Dr. Dein in het
tijdschrift Kosmos er op gewezen heou,
dat bijvoorbeeld over het. uitgestrekte
gebied van de" Sahara groote hoeveel
heden warmte verloren gaan. Deze
streek is zelfs zoo sterk verhit dat
plantenleven, van eenige beteekenis er
onmogelijk is. De levensvoorwaarden
zouden daar geheel anders zijn, in
dien het gelukte, door gebruik t.c ma
ken van de zonne-energie, de tempe
ratuur over dit gebied bijvoorbeeld
omstreeks 20 gra'den te doen dalen.
Wn Nederlanders denken daarbij
zeker ook aan ons Indie, waar velen
onzer alleen k u n n e n leven omdat
zij wel moeten, maaj- niets liever
willen dan deze bel van hitte ontloo-
pèn. Welk een toekomstbeeld de
dageüiksche temperatuur tot een rede-
liik zacht k imaat verlaagd, de over
tollige hitte opgevangen en naar'de
rest van de wereld gezonden voor de
industrie en voor de verwarming in
koude landen. He+ 'ijkt op ceu
sprookje voor groote menschen en
toch, waarom zou het niet, sedert wij
vliegen en de mensch e lijk© stem op
ao",hertrillingen duizenden kilome
ters ver weg zenden. Waarom zou
bet niet, sedert wij langs eleotrischen
weg, op een afstand, schepen kunnen
besturen zonder ze aan te raken, se-
diert wij in staat zijn, de lucht vloei
baar le maken? De schatten der na
tuur, die ter beschikking van het
menschdom warden gesteld, zijn nog
tang niet uitgeput, maar de weg
naar de schatkamer moet gezocht
worden.
Opgezainelde zonnewarmte welk
een tooverklank. Nog lang zullen be
krompen gees'en er om lachen, tot
dat de gedachte verwezenlijkt is. Zoo
is het al honderd maal gegaan en
zoo zal het ook nu weer komen.
Maar de natuur is geen chaos. Zij
vormt een geheel en wat er bestaat,
heeft zijn wel overwogen doel. Dr.
Gerritsz, verzekerende clat voor het
probleem eens een goede oplossing
gevonden zal worden, steekt niette
min den vinger ter waarschuwing
op. Als het gelukte zoo schrijft hij, I
om de warmte der Sahara te gebrui
ken voor energie, clan zou dit onge-1
twiifeld een grooten invloed hebben
op het klimaat van de (andere) lan
den, zoowel in Afrika als in Europa.
„Wij moeten tooh wel in aanmerking
nemen, dat het bedoelde gebied van
zeer groote uitgestrektheid is en een
eenigszins belangrijke temperatuurs-
verlaging daarvan zou een merkbaren
invloed hebben op de temperatuur
van het noordelijk deel van Europa,
zoodat waarschijnlijk de tegenwoor
dige levensomstandigheden zich
sterk zouden wijzigen in Frankrijk,
Engeland. Nederland, Duiisohland,
om maar niet eens van Scandinavië
te spreken." Warmtegraad en voch
tigheid staan immers in nauw ver
band met elkaar. En deze oefent
weer grooten invloed op de vrucht
baarheid uit en dus op de opbrengst
van den bodem.
Wij leeken laten dus de geleerden
rustig aan hun onderzoekingen. Als
die rijp geworden zijn zullen wij
het wel liooren. Wat wij zelf op dit
oogenblik te doen hebben is ons uur
zomerzon meer zoo krachtig moge
lijk te verdedigen. Dat moeten wij
ops niet laten ontnemen. Op dus voor
den zomertijd Laat ieder- particu
lier, iedere vcreeniging ad'haesie be
tuigen aan liet, Comi'é voor den Zo
mertijd met een briefje, een brief
kaart. eon visitekaartje desnoods.
Het adres is; H°tel Krasnapolsky,
Amsterdam.
J. C. P.
Stadsnieuws
Reeds 80 000 sympathiebetuigingen.
Drukte in Krasnapolsky.
Nog zelden hebben we zooveel eens
luidende adressen o,p enveloppon,
kaai ten, kaartjes, telegrammen en
njsieu gezien, ais DonuerUaginiddag
m Krasnapoisky" te Amsterdam.
Tiet was telKens maar weer op
nieuw „Aan het Comité tot behoud
den'Zomertijd, Krasnapolsky, Am
sterdam".
Vvie zei het ook weer, dat het Ne-
derhuidsehe volk zoo lauw is, dat er
geen pit in zit, dat het niet gauw
warm be krijgen is
Dal is allemaal laster
We heuben Het trouwens méér on
dervonden, dat ons volk lang niet
zoo flegriatisch-kalm is, als men heu
hier en daar wel wil doen voorkomen.
Dat bewijs hebben we nu wéér ge
kregen-
"Weet- u lezers, hoeveel menschen in
een paar dagen tijds een sympathie
betuiging heuben gezonden aan het
Comité tot behoud van den Zomer
tijd
80.000
Zegge tachtigduizend
Men weet er Haast geen raad mee
Niet dikwijls zullen er zooveel brie
ven naar Krasnapolsky gezonden
worden, als dezer dagen gebeurd is.
Het was er óver-druk
Toen we ons bij den portier aan
meldden en naar één der heeren van
het Comité vroegen, luidde allereerst
'jn wantrouwende wedervraag
,,U komt hem toch geen brief over
handigen?"
Üp ons ontkennend antwoord voeg
de hij er ter verduidelijking aan toe
„Ja, ziet u, daar zou meneer geen
tijd voor hebbendie heeft het nu
ontzaglijk druk!';'
liet ging nu juist niet van een leien
dakje, om ons doel te bereiken. De
poitier verwees ons naar het buffet:
de buffethouder zei ons: „Gaat u
ii' dat trapje op en dan vraagt u
,r naar den heer Stom".
_oen we door het hartje van dit
groote gebouw gedwaald hadden en
eindelijk voor het bewuste kantoor
stonden, waren We nog met klaar.
Op een kaart aan den muur hadden
we trouwens al aan den muur de
woorden gelezen„Offerten des
Donderdags tusschen 10 en 12 uur".
Na onze aanmelding hoorden we
dan ook weer allereerst vragen:
„Het is toch niet voor offerten?
Meneer heeft het verbazend druk
Dat laatste, zagen we dan ook da
delijk. in een oogwenk, toen we ciu-
delyk tegenoyer den heer Stom
stonden.
Als ik geweten had, dat het zóó
druk geloopen zou zijn, had ik de
brieven niet naar Krasnapolsky laten
sturen, maar er ergens anders nog
een paar mensehen aan gezet. Wilt
u wel gelooven, dat we nu reeds drie
dagen van 's morgens 9 uur tot
's avonds half li', met z n vieren zitten
te werken! En nog komen we handen
te kort!"
„Hebt u dan zóóveel sympathiebe
tuigingen ontvangen?"
„O! Kolossaal!.-.. Mevrouw",
.roeg hij aan een dame, die ijverig
bezig was met het tellen en rang
schikken van de groote stapels brie
ven, „hoeveel hebben wij er nu al?"
„Tachtigduizend, meneer 1"
Juist toen zij deze woorden ge-
hoteljongen
sproken had, kw
met een groote i
binnen.
„Maar, jongen zei de dame
lacnerid, „ben je daar nu alweer Viji
minuten geleuen was je hier óók
nog
„Zoo gaat het nu den heelen dag
door zei ons cie heer Stom, die er
zijn bfijdschitp over uitsprak, dat ook
Haarlem's Dagblad zijn lezers opge
wekt had, de adresoeweging tegen
het Braat-wetje te steunen. „Eu dat
heeft dan ook goed geholpen we heb
ben heel wat brieven ur Haarlem
ontvangen- Maar de meeste zijn toch
uit Botterdam gekomen. Geen won
der trouwens, in een stad met zulke
uitgebreide handelskringen. Kijkt u
maar eens, wat een scajielsZo lig
gen hier allemaal in pakjes van dui
zend gebonden!"
„Uit welke richtingen hebt u zoo-
al sympathiebetuigingen ontvangen
„Uit welke richtingen? Dat is ge
woonweg niet te tellen! Van alle mo
gelijke vereenigingen, kantoren, fa
brieken, sportlichamen, Danken en
vooral veel van professoren en dok
ters. Kijk eens, hier hebt u een lijst
van Van den Bergh's fabrieken te
Rotterdamdaar staan alleen reeds
meer dan duizend handteekeningen
op, van de directie af tot den een-
voudigsteu arbeider toe. Menschen
van ailen rang en stand wenschen het
uur langer zonnelicht te behouden. En
weet u wat zoo typisch ishet is com
pleet schering en inslag, dat in de
brieven er aan toegevoegd wordt, dat
ue 2umertijd net eenig goeae is, uat
de wereldoorlog heen. voortgeoraent
Er zijn ook veel Diaden, aie gelegen
heid tot inschrijvingen neirueu gege
ven. De Ainsteidawsche ivainer van
Koophandel zal er een vergadering
voor beleggen en natuurlijk wei net
goede vooi'oeekl \an de liaarleriische
nam er volgen, in een lieeieuoel win-
Kels m Amsterdam liggen iijsien ter
teekening; en er v.oiut reusachtig op
geteekend !vUok de xlaarlemsche Tlan-
cielsvereeniging zal, neb ik gehoord,
lijsten ter teekemng leggen. Dat doet
mij 'groot genoegen. Er icuuaen er niet
genoeg komen, nn u zal het wel
vreemd vinden maar ook uit land-
bouwkringen ontvangen wij sympa
thiebetuigingen Lees u dat briefje
uit Groningen maar eens!"
Na hem ons woord gigeven te heb
ben, dat wij den naam niet zoucifcn
publieeereii, gaf bij ons verlof, onder
staand biiel'je van een landbouwer uit
Nieuwolda over te schrijven
„Aan het Comité, enz.
„Door dezen betuig ik raijn volle
„sympathie voor het behoud van
„den Zomertijd. Op het gebied
„van den landbouw kunnen
„wij ons in alle opzichten met den
„Zomertijd xveenigen en zouden
„allen zeer blij zijn, als we ieder
„jaar den Zomertijd weer krijgen,
„zoodat we het Comité gaarne
„willen steunen."
Dé heer Stom, die tijdens ons heel
kort gesprek herhaaldelijk naar het
telefoontoestel was geroepen en geeti
oogenblik rustig kon blijven zitten,
deelde ons nog mede, dat er vele heel
aardige brieven uit alle oorden des
lands bij waren en zelfs in dichtmaat.
Velen begrepen ook, dat propaganda
geld kost- „indien er", aldus lazen
we in een der briefjes, „geld voor pro
paganda noodig mocht zijn, stuur ik
u hierbij 25.".
„Dat is heusch niet de eeuigc",
zei de heer Stom.
Eenige enthousiasten voor de goede
zaak, die blijkbaar bijzonder eco
nomisch aangelegd zijn, hadden kans
gezien, niet minder dan 42 handteeke
ningen op één briefkaart te schrij-
sn
Neen, de Nederlanders slapen niet,
als het betreft een goede zaak te be
houden. Toen wo beneden weer langs
den portier gingen, was hot bewuste
mandje zoowaar weer halverwege ge
vuld
Gaarne besluiten we dit artikeltje
met onze lezers (zoo zij dit tenminste
nog niet gedaan hebben) op te wek
ken de lijsten in onze stad te teeke
nen.
Hoe meer, hoe liever
Up, voor den Zomertijd
"Weg met het Braat-wetje
DE REMONSTRANTSCHE GE
MEENTE.
Naar wij vernemen heeft de Remon-
strantsche gemeente alhier thans be
sloten, ov&r to gaan tot aankoop van
het aan de Remonstranlsche kerk
grenzende luns in de Wilhelinina-
straat, dat bestemd is voor vergade
ringen en andere bijeenkomsten.
DE ELECT.RIFICATIE DER NEDER-
LANDSCHE SPOORWECEN.
Wij hebben indertijd uitvoerige me-
dedeelingen gedaan over de electrili-
catie der Nederlandeche Spoorwegen,
Wij meldden toen, dat het geheel werk
naar schatting 15 jaar zou duren.
Thans vernemen wij, dat -over drie
weken de eerste palen zullen geslagen
worden op het traject Leiden's-Gra-
venliage, dat het eerst voor electrifi-
cutie aan dê beurt komt.
11AARLEMSCI!E JEUGDKERK.
Men dee t ons mede, dat a.s. Zondag
10J uur in de Waalsche kerk (Begij-
neliof) zal spreken Jlir. 1). J. van hen
nep, kampleider van de jongenskam
pen der N. C. S. V. Deze samenkomst
is bedoeld voor jongens en meisjes
van 14—18 jnar.
R.-K. JONGE VROUWENBOND. -
Op de Donderdag te Amsterdam ge
houden eerste algemeene vergadering
van den Diocesanen R.-K. Jonge Vrou
wenbond in het Bisdom Haarlem fs
het bestuur, reeds bestaande uit den
weleerw. heer W. H. Kooy, directeur,
mej,. F. A. M. Peeters en mevr. M.
Maane-Arends (beiden laatsten aange
wezen door den R.-K. Vrouwenbond)
werd aangevuld door de verkiezing
van mevr. Schouws- v. Delft uit Haar
lem, mej. M. Brom uit Amsterdam,
mej. N. Cleophas (e Rotterdam en me.j:
M. Korte uit Delft.
Van het politieke tour-
nooiveld.
TWEEDE KAMER.
Met de jaclitdebatten is het nogal ios
geloopen. Het is buitengewoon „tam"'
toegegaan. De parlementaire landbouwers
hebben als om stryil het wetsontwerp ge
prezen en de jagers, nis hoedanig zich de
zen middag baron Van Voorst tot Voorst
mr. Ridder van Rappard en mr. Kolle-
man hebben laten hooren, hobben cr niet
al te veel kwaad van gezegd.
By het viertal, dat zich Woensdag
reeds piet hot ontwerp content verklaar
de, veegden zich vandaag nog de land-
boorwspecialitoiten WeitUamp, üierema,
'Bakker, Wintérnians, Eb.els en A. Colyn,
dio geen van allen nog a<uii| nieuws ver
telden, maar wier blykrii van sympathie
minister Rays de Beerenbrouok nis ver
dediger van het (niet door hom ingedien
de of onderteekende, mnnr slechts ..over
genomen") ontwerp toeb welkom waren.
Kon hart onder den riem bjj het échec,
dat Z. Exc. dc vorige week door de ver
werping dor Inoseoopwet heeft moeten
ondervinden.
Over hot algemeen schenen ,je heeren
landbouwers nogal geneigd, alle wild
nis schadelijk te brandmerken. En daar
tegen vooral kwamen de nimrods met
kracht op! Deelt het ontwerp de konjjuen
de wilde zwijnen en de fazanten in bjj
het „schadelyk gedierte", waarvan de
grondgebruiker het recht verkrygt ze met
alle middelen, behalve eenige speciaal
genoemde, op diens grond op te sporen, te
bemachtigen of te nooden, de hazen, her
ten, patrijzen, eenden, c.d. worden meer
edelmoedig bestempeld als „wild", waar
van het bemachtigen enz. „jagen" heet.
Op konjjnen „jagen" is dan ook beneden
Res jngers waardighoid en de wet c-t-
ltent dat.
Baron van Voorst tot Voorst gaf grif
toe, dat dc konynen schadelyk voor den
landbouw zyn en dat ze in landbouwstre
ken behooreu to verdwijnen. By hem gaat
het jagen evenwel om z.i. niet-sehadelyke
stuks wild, zooals „het" haas (iu :t ja-
gers-latyn is haas onzydig) en waar het
haas is, vindt men als regel géén konyn..
Overigens hing de heer Van Voorst een
idyllisch beeld op om do gemoedelijke
patrinruhnlo verhouding tusschen laad-
heeren en pachters, vooral iu Overijssel,
wnnr hij van.laan komt, een verhouding
van flier, aard, da: de pachter het jacht-
recht téjli wel aau den pachtheer r.al
blyven overlaten, .-oodu: men zich
van landbouw zijde op dit punt van het
ontwerp gcdi hoogc verwachtingen moest
koesteren. Naievelyk voegilo de gemoo-
delyko Karon eraan toe, dat waar zulks
niet uit eigen beweging zou geschieden,
do pachter wel aan liet kortste eind zon
trekken. Waarvan zyn tegenstanders "a-
tuurlyk wel uoto zullen hebben genomen,
om er gebruik van te maken Dij gelegen
heid, wanneer de ges!ie van het pacht-
recht naii de orde komtl
Ook mr. Kolkman wonschto een scher
pe scheiding tusschen hot schadelijke ko-
ny en den edelfen haas te zien gemaakt,
zooals trouwens hot onderhavige ont
werp doet.
Maar e'est impossible de contea'.er
tout lo monde et son péro de heer
Kolkman was er allerminst over te spro
ken dat men nu tevens do fazant bjj bet
schadolyko gedierte had ingedeeld. Do
fazant, dc e-dele koning der vogels! Er
kende hij, dat bet konijn "schadelyk is ca
dat het voor zyn pnrt mng worden uitge
roeid, de fazant daarentegen achtte hy
een zeer vreedzaam dioT.
„Vroetzaam met 'n t", interrumpeer
den eenige landbouwers.
Geen kwestie van, antwoordde mr.
Kolkman. Ken fazant eet wat 'a gewone
kip eet. Maar wnnneer er 1000 kippen
op het erf van den boer loopeu en één
fazant heeft hot hart in z'n l'yf zich
dnartusschen to begeven, dan is do fa
zant het schadelyk gedierte.
Ik heb ging mr. Kolkman voort
el boeTen gekend, dio fazant-eieron
legden (groote hilariteit.) nu ja: noerleg-
in het nest vau een broedscko kip,
wanneer do kuikentjes waren uitge-
en, met trots te wyzon op de iangn
faznntjes. Maar o woe, als dan oindolyk
de jonge fazantjes volwassen waren en
wegvlogen, dan werden ze dadelijk Ly
eventueelen terugkeer op het erf inge
beeld by hetschadelyk gedierte! Dan
deugde er plotseling van die lieve fazan
ten niets moer. Zoo min nis van de ja
gers, die door vele boereu ook als scha
delyk gedierte worden beschouwd.
De lieer Kolkman mist in het ontwerp
do groote lyn en hy zal er hoewel
geen bezwaar hebbend tegen de ophef
fing der z.g. boorlyko jachtrochtcu
tegenstemmen, tenzy het nog ingrypend
orde gewyzigd.
Met dit jagersgelnid stomdo de hoor
an Rappard van harte in. Z.i. is de fa
zant zeifs als nuttige vogel te beschou
wen, omdat ze tal van rupson en insec
ten verdelgt.
Overigens heeft mevr. mr. Bakker
Nort nog aangedrongen op 't nemen van
maatregelen tegon wroode manieren van
konijnen vangen en -dooden en mej. mr.
Van Dorp op behoud van het juchtrpcbt
aan don grondeigenaar, tonntinslo in loo-
pende overeenkomsten d'enanngnande.
De taak van minister Buys do Boeren-s
brouclc was na de woinigo oppositie en
den veelzijdige» steun (vooral van Woens
dag) gemakkelyk. Z.Exc. kwam op voor
het goed recht van den jager en hij vond
■volstrekt niet zonder bedenking, dni
zooveel boeren met 'n jachtgeweer
zullen gaan rondloopon. Daarom kon liy
niet ingaan op den weusch vau don heer
Hiemstra, dio alléén nan do boeren het
jachtgeweer wenscbo to zien ioovor-
trouwd, ook al niet omdat rnon bozwunr- -
lyk den grondeigenaar zou kunnen dwlr,-
gen, zelf te gaan jagen, wanneer sulks
noe '.ig blykt. De minister ziet in het ont
werp een .goede basis voor overleg fus-
scben landbouw- en jaclitvertogenwoor-
digers en liy erkent, dat de bolangcn van
den landbouw het zwaarste mooton we
gen. Trouwens, reeds oeuwen geleden
stelden de physiocrateu don laudbouw
voorop cn je jacht op het tweede plan.
Ten minzien van ibot pnehtrecht, niet
verwarren mot het jachtreeht!
zegde de minister toe, voor zoovool dit
beperkende bepalingen ten aanzien van
het .jachtreeht inhoudt, de aandacht der
Staatscommissie inzalto Jiet pachtvraag-
uk hierop tc zullen vestigen.
Vrydng behandeling .Ier amondementon
Meegedeeld zy nog, dat do gemoenten
Renkum en JJoorwerth dozen middag x.
zyn vorecnigd, evenals eonóge kleine
Brabantschc gemeenten.
INTIMUS.
ütoomvaarthericiiten
Moeidyk, ,7 Maart n.m. v. Lond-
Rotterdam u. de Pacific-kust.
Nieuw Amsterdam, wordt S Maart v.
icht. Rotterdam
Mnurt to Amsterdam i
te Plymouth
New York.
Rotterdam,
Pyraeus.
Ryni.and, 7
West-Afrika.
Vondel, p. 7 Maart 11.111. fl u. Noord
Hinder, Java ua.-iT Amsterdam.
Sommelsdïjk 5 Maart n.m. tc Antwer
pen van Hamburg.
Stadsdijk p. 3 Maart Pcrim, New-
York naar Java.
Stuyvesam 4 Maart 50 m. O. van
Land's Énd, Amsterdam naai W.-lndiö.
Stad Amsterdam, p. 4 MaartvOuessant,
Hamburg naar Buenos-Ayrcs.
Stad Dordrecht 4 Maart van San Ni
colas naar Montevideo.
Feuilleton
~DE AVONTURIER
Naar het Amerikaansóh
J. P. MARQUAND.
(Geautoriseerde vertaling).
21)
„Wie zou dat wel zijn?" vroeg mijn
vader, terwijl hij naar de gedaante
toeliep, die Brutus vasthield; en toen
stond hij sl.il en in het donker ver
beeldde ik me dat hij weer naar de
lap el van zijn jas zocht.
„Dwaasheid, uw naam is vrouw",
zei mijn vader zaoht. „Zullen ze dan
nooit blijven waar ze blijven moeten?"
I-Iet Was Mademoiselle, die door Bru
tus voor zich uit eeduwd werd.
„Ik ben in de boot meegekomen",
stamelde ze „ik
„U wilde zeker zien hoe het af zou
loopen, niet waar, freule?" vroeg mijn
vader. „U hadt verstandiger moeten
zijn, maar nu ie het tc laat. U zult
tegenwoordig zijn bij een zoer pijnlij-
ke scène, die ik u gaarne bespaard
had. Aiken, help de freule, het, pad is
moeilijk".
En met elkaar liepen we naar het j
huis toe. Een minuut later gingen we
over het ruwe, onverzorgde gras waar
eens ons steenen terras gelegen had.
Brutus opende de deur en wij waren
in de donkere hal, die alleen ver
licht werd door een schijnsel van
kaarslicht uit dé eetkamer. Hij bleef
weer staan en luisterde en liep toen
over den drempel. Er brandde een ge
weldig vuur in den haard en er ston
den zes brandende kaarsen op de ta
fel in het midden en daar aan zaten
mijn oom Jason en de heer Lawton,
bezig met het nakijken van mijn va-
der's papieren.
„Ha!" riep Lawton uit, terwijl hij
overeind sprong en mijn vader strak
aankeek. „Daar ben je dus, Skelton
eindelijk overgegeven".
Hij zweeg en knikte en wreef zich
in de handen.
„Ja, warempel! Daar is het meisje
en de jongen en de neger! Het was
een idee van Sims om jullie op de
boot te pakken. Hh is een slimme ke
rel, Jason. Ik zei je wel dat liii een
handige vent was".
Mijn vader zuchtte een beetje treu
rig.
„Dat was hij zeker", stemde hij toe.
Mijn oom keek hem met een breeden
glimlach aan en er was een uitdruk
king in zijn oogen, die niet bepaald
aangenaam was.
„Daar ben je dus, George!" riep liii
uit, en zijn stem scheen le trillen vau
opwinding. De hemel moge jc bijstaan
maar ik zal het niet doen, neen, en je
zoon ook niet, en liet meisje ook niet".
„Zóó?" zei mijn vader. „Ga verder,
Jason. Ik was vergeten dat je amu
sant was ot is het een van je nieuw
ste deugden?"
Er kwam een rimpel tusschen de
oogen van mijn oom en zijn gezicht
werd nog een beetje rooder.
„Dus je bent nog altijd joviaal", zei
hij. ,,lk bewonder je, George. Ja, ik
bewonder je, want je weet natuurlijk
wel wat er met je gaat gebeuren, Geor
ge, en met je zoon ook. Misschien zal
die grijns van je wel verdwijnen als
een Fransch vuurpeleton je tegen een
muur zet".
Mijn vader verschikte iets aan het
verband aan zijn arm en g'imlachtö
maar zijn oogen schitterden en
hadden een vreemde, glazige uitdruk-
king.
„Dus jc bent vastbesloten om mij
naar Frankrijk te sturen, Jason?"
vroeg hij lcalm. „Dat dacht ik in het
begin at. 11c uist, dat je altijd een
wrok koesterde tegen mi; na onzen
kleinen twist, toen ik je onióekle, ter
wijl je bezig was den brief, dien ik
aan Aiken zond, te veivalscben -r-
vat zeg ik? te lezen._ Val zag }e
toen bleek, jij' listige schurk
Hij zweeg en deed een stap in zijn
richimm Hij was ec-n andere man ge-
worden, toen hij doorging. Het
scheen alsof z.i j t zeirbehee; vunng hein
.begaf, alsof lnj zijn gevoelens mei
langer onderdrukken kon. Zijn wan-|
gen waren dof rood géwordén cn
zag er uit alsof hij koorts had. Hij
beefde over zyn heeie lichaam, tril
lend door een entroering, die ik niet
begreep. Zijn stem werd scherp en
hard zijn woerden drRiig en triom
fantelijk.
„Bijna zoo lilec-k als toen je mij uit
daagde om die ellendige zakken met
bont te laten zien. Weet je het nog,
Jason? Het feest hier in clit huis
de muziek de bloemen? O, ze wa
ren er allemaal bij! £11 ik had na
tuurlijk het zaagsel -op üv boot ge
bracht. Jij kon het bewijzen en jij
ook, Lawton, weet je nog wel? En je
kon er een eed op doen, en je kon
er ook een eed op doen, dat ik je al
eens eerder bedrogen had, dat ik geld
van je had weggenomen, dat je met
kaarten had gewonnen. En jc betrap
te mij. Je stelle den boosdoener aan
du ïcaak cn trók het zwaard der ge-
lechtigheid
Lawton stond half op uil zijn stoel,
„Zwijg, Schelton!" snauwde hij,
anders laat ik je éen prop m den
mond duwen".
Mijn vader balde "de vuisten, haal
de diep adem en de scherpe klank
verdween uit zijn stem.
„O, Lawton, Lawton". zei hij.
„Waarom moet je toch a.tijil 200 dril-'
t:g zijn? Kun je nooit kaiui zin:, maar
altiju ruw, altijd de ruwe diamant
mei den scherpen kant? Neen, je zult.
mij geen prop iu den mond Jaten du-|
wen, Lawton.
„En jij wilt me dus naar Frankrijk
sturen, Jason, en mijn zoon ook, als
misdadigers aan het gerecht overie
veren. Het pleit voor je, dat je aan
liet gerecht denkt, Jason. Maar je
moet mij eens iets vertellen. Is het,
omdat je mij haat, of omdat jc het
geld van mijn vrouw begeert? Vertel
me dat eens, Jason ik heb er al
dikwijls over nagedacht".
Het gezicht van mijn oom werd
ook vuurrood; de aderen zwollen op
zijn slapen. Ifij trachtte te spreken,
maar de woorden stikten hem in de
kc-e.'.
„Sinis" schreeuwde Lawton. „Sims!
Breng hem wegNeem hem mee
Mijn vader keek naar het plafond
en zuchtte,
„O Lawton", zei hij, „is het moge
lijk, clat je dat niet wist? Heb je het
niet begrepen Die arme *>ims is
dood, Lawton; bij was u?n dapper
man, maar niet erg sUrn Het was
vanavond te veel voor hen;. rek het
je niet zoo aan, man! V'o moeten
allemaal sterven, jij ook. Je behoorde
mij toch beter te kennen, Lawton. Je
had toch wel kunnen weten, dat ik
mij nooit gevangen zou laten nemen".
„Wat!" riep Lawton uit. „Verbeeld?
jc- je dun soin;. dat jc iil niet gevuiï
geri bent Wat dan
Mijn vader zuchtte weeien zweeg.
-ot hij van het oogenbl;.; genieten
vilde.
„Ik ben manr een
hij, „een arme zwakke kruik, die al
le vaak tc water is gega.vn. Een arme
man met een slechte reputatie, die
achtervolgd is door spionnen van
Frankrijk en bedreigd in zijn eigen
huis, maar die er in geslaagd Is to
ontsnappen....' en z,»i riem v.-erd
weer hard en scherp.
„Neem Meneer Lawton z:jn pistool
af, Ned".
liet was een oogcnblis *;il m de ka
mer, terwijl mijn vader, die een beet
je meer vooruit stond dan w.j, mijn
com recht in do oogen Kfek.
„Achterna gezeten door spionnen",
zei hij, „vervolgd en opgejaagd. Ik
heb cr eens over nageüaem, Jason.
'ioen ik vanavond hier heen liep,
peinsde ik nog en waarover, denk je
Over jou, Juson, jou en Law ion. En
terwijl ik over jullie dacht, kwam ik
onwillekeurig ff: peinzen over heilige
dingen,- cn toen kwam ik op eoü punt
dén uit den Bijbel. Wil je ze eens
hoeren?"
Mijn vader zweeg, .in een plooi in
zijn jas g!ad ;e strijken en loc-n werd
zijn stern plectitig en w-ir.;.leruf en
hij sprak dc woorden zeer nauwkeurig
uit.
„Alles", zei mijn vader, „heeft een
bestemden tijd en alle voornemen on
der den lieinel heeft zijnen tijd. Daar
is ec-n tijd 0111 geboren te worden en
.een tijd om te sterven",
j Ilij zwoeg, lang genoeg oni van den
een naar den ander te Krukken.