Van onzen reizenden Redacteur HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 16 MAART 1923 TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 143 PRO SENECTUTE. (VOOR DEN OUDERDOM) Droeve lectuur! Het lot der „nieuwe armen". Wat de vereeniging; Pro Senectute wil. Tehuizen voor ouden van dagen. Eerbied en liefde voor den ouderdom. Voor'oopigo resultaten. De nood is zeer greot. Wat men in Duitschland en Zwitserland doet voor de ouden van dagen. „Ik ben zeventig jaar! Door hard wer ken heb ik een klein kapitaaltje op zij kunnen leggen. Voor 18.000 gulden had ik mij een lijfrente van 2000 gulden per jaar gekocht. Verder had ik nog eenigi. duizende guldens in Kussen, Oostenrij kers en andere „solide papieren" be legd. Zoo meende ik een zorgeloozen ouden dag tegemoet te kunnen gaan. Hoe anders is alles geloopen Mijn lijf rente wordt niet meer uitbetaald, mijn effecten zijn waardeloos en het eenige, waaiop ik nu nop rekenen kan. is mijn ouderdomsrente van drte gulden pet week! Dat is alles Ik heb mij hierin geholpen door eenige vrienden terug getrokken in een klein dorpje, waar niemand mij kent en ik, die altijd ge arbeid heb om in de laatste jaren van mijn leven onafhankelijk van anderen te zijn, verkeer thans op mijn ouden dag in de meest kommervolle omstandighe den. Hoe ik de laatste'maanden geleefd heb? God alleen weet hetWat zal het einde zijn?" Deze brief is geen copy, maar hij geeft een heel zuiver beeld van een der vele, die de heer Romein, de secretaris van de vereeniging Pro Senectute mij om redenen van kiesch'he.id tel kens met weglating van alle persoonlijke aanwijzingen voorlas. Een navranter lectuur dan van al deze brieven, door ouden van dagen dikwijls met be vende hand geschreven, is bijna -niet denkbaar. Welk een bill ere ellende, welk een diepe wanhoop en welk een benauwende angst voor de toekomst sprak er uit bijna clk&n regel! Er was iets schrijnend eentonigs in de telkens lerugkeerende jammerklachten van deze nieuwe armen, welke onveranderlijk luidde„Wij hebben door den oorlog bijna alles verloren en zijn ten einde raad!" Om deze Nederlandscbe oorlogs slachtoffers te helpen, daarvoor in de eerste plaats is de vereeniging Pro Senectute Voor den Ouder dom opgericht. Dat onmiddel lijke hulp noodig is, ik heb het ge voeld bij de droeve lectuur van al deze wanhoopsbrieven, waarvan de meeste waren geschreven door mannen en vrou wen, die nooit hadden vermoed eens in hun leven nog om steun bij hun even- menschen te moeten aankloppen, door ouden van dagen, die geheel buiten hun schuld in de grootste ellende verkeeren, slachtoffers allen van dezen economisch ontwrichten tijd. Wilt gij nog enkele treffende voor beelden? Ik laat hier eenige volgen, welke mij door d.en heer Romein met onderlinge venvisseling van dé tails, om -herkenning van bepaalde per sonen onmogelijk te maken zijn verstrekt geworden. „Sedert twee maanden heb ik nie mand meer op de wereld, die iets voor mij zijn wil," schrijft een oud-verpleeg ster. „Ik heb nog maar een klein jaar lij ksch inkomen -over: de rente van di enkele effecten, welke geen „Russen1 waren of „Oostenrijkers". Na een leven van hard werken en sparen staat een. zame armoede nu voor de deur!" Een 8t-jarige dame vraagt om liulp. Zij is gezond, maar kan niet goed meei zien. Verwanten heeft zij niet meer, vrienden nog maar wéinigen. Eenzaam sukkelt zij haar leven verder, nu eens in dit goedkoop pension, dan in dat! Zij denkt niet, dat zij 't zoo lang kan vol houden. Daarom vraagt zij dringend haar ter wille te zijn! Een dochter van een predikant,70 jaar, volgt met spanning de henrot gen van „Pro Senectute". Haar sombere toekomst lijkt iets minder duis ter, als zij aan de mogelijkheid denk:, dat zij, met haar 800 gulden inkomen nbjj- een „tehuis" zal vinden. „En dan te denken schrijft zij aan de vele pre dikantsdochters en weduwen in Neder land, die alleen op baar pensioen aan gewezen zijn 1" Twee oude dames. So jaar, kunnen niet langer in hun pension blijven. Zij kunnen niet meer betalen. De pension houdster heeft het een tijd aangezi maar kan het niet langer volhouden. De oudste, die hel meeste geld over had. in een andere plaats geslaagd, dat wil zeggen zij hee.ft een onderdak zonder eenige hulp of verzorging gevonden I Maar zij is hulpbehoevend. De andere weet nog niet wat te beginnen! Twee oude dames hebben, toen alles op was, na een zeer zuinig leven veel ontbering, geen andere uitkomst meer geweien dan de gaskraan open te laten siaanVoor hen is „Pro Senec tute" te laat gekomen. Piel zou eentonig worden door te gaan De 300 aanvragen om steun den kolommen vol van deze droeve lec- kunnen vullen, maar ik geloof, dat meer voorbeelden niet noodig zijn om mijn lezers er van te overtuigen, dat hier onmiddellijke hulp plicht is. Hiervoor nu is Pro Sentctute gericht, de vereeniging, welke zich ten doel stelt „hulp te verleenen aan ouden •an dagen uit den beschaafden kring, die door de 'tijdsomstandigheden aan armoede ten prooi zijn geworden1 Waarom de vereeniging in de eerste plaats de „ouden uit beschaafden kring' wil helpen? Omdat tot nu toe voor deze ouden nagenoeg nog niets is gedaan en de nood van deze „nieuwe ainien", hoe wel minder in het oog springend, zoo nijpend en scherp is. De vereeniging „Pro Senectute" is nog slechts in baar beginstadium. Op gericht in Juni 1922, is zij begonnen in November van het vorige jaar met op roepingen in de verschillende dagbla den om financiëelen steun. Hierop is 35.000 gulden binnengekomen, een be drag, dat voor het doel slechts als voor- loopig werkkapitaal beschouwd kan wor den. Want om de „nieuwe aimen" blij- 'end ie helpen er zijn er natuurlijk veel meer dan 300 in ons lknd daar voor is een aanmerkelijk grooter kapi taal benoodigd. Hoe „Pro Senectute". zich dezen steun denkt? Natuurlijk niet door geldelijke bijdragen aan de betrokkenen, wat slechts een tijdelijke hulp zou beteeke- nen. De vereeniging wil in ons land ver schillende „tehuizen" stichten, waarin ouden van dagen met de meest vol komen eerbiediging van hun vrijheid en hun zelfstandigheid kunr.en worden opgenomen. Zij wil den bejaarden dus een passende huisvesting en, zoo dig, verzorging aanbieden op de voor hen minst drukkende voorwaarden. Hier voor zullen verschillende pensions elk logies gevend aan dertig tot veertig personen moeten worden ingericht en geexpl-oitccrd, waarbij ieder oogmerk winst te behalen absoluut zal zijn uitge sloten. De bedoeling is niet, gratis pleging en huisvesting te verleenen. De pensions zullen zich zooveel mogelijk zelf moeten bedruipen, maar de pen- sionsprïjs zal zóó laag worden gesteld van 500 tot 1000 gulden dat be jaarde menschen met een in i n i m ":omerr er gebruik van zullen kun nen maken. Voor sommigen zal zelfs dit bedrag hoog blijken en het zijn deze ouden v dagen, voor wie onmiddellijke hulp juist het meest noodig is. Zij zullen dus allereerst den steun van .,Pro Senec tute" behoeven. Wil men echter in bree- den kring 'helpenj dan zullen de pen- sionsprijzen zooveel mogelijk de exploi tatiekosten dienen te dekken. Het spreekt vanzelf, dat de kosten van bouw. huur cn oprichting onder den pensions- prijs niet begrepen mogen zijn. De 'Te huizen zullen 'betaald moeten worden uit de giften en bijdragen van liefdadig! landgenooten, die „Pro Senectute" ïr haar mooi en nobel streven daadwerke lijk willen steunen. Men wil de pensions niet al te groot maken, omdat elke gedachte aan gesticht verre moet blijven. De be woners moeten er zich in alle opzichten thuis gevoelen. Daarom moet ook ieder de beschikking over een eigen kamer hebben. Alleen de maaltijden zullen als in een groot pension in den regel gezamenlijk worden gebruik 1. Ook er in elk Terhuis een groote conversatie zaal worden ingericht. Het is de bedoe ling, dat de Tehuizen een zoo vriendelijk mogelijk karakter zullen dragen. „Licht, lucht en zon" zoo lees ik een door „Pro Senectute" verspreide circulaire „zullen er rijkelijk kunnen binnenslroomen cn een warm mensche- lijke, opgewekte, harmonische sfeer zal haar weldadigen invloed uitstrekken over allen, die vermoeid zijn, beladen en be last. Zij zullen er zich liefderijk ver zorgd weten tot aan hun levenseind." Zoo stelt „Pro Senectute" zich dus den concreteu steun aan ,,de ouden var gen uit den beschaafden kring" Maar de vereeniging acht daaimee haat taak toch niet volledig omschreven. Haar taak ligt in wezen dieper en b; doel is in niet geringe mate ook van eshischen aard. 11c laat thans nog vol gen, wat hieromtrent in een door de vereeniging verspreide circulaire stai geschreven „Pro Senectute wil bij het Ni derlandsche volk opnieuw den eerbied voor den ouderdom wekken, die vorig' geslachten (men denke aan wat dit voorgeslacht deed in den voroi van „hof jes" enz.) heeft bezield, Indien het Nc- derlandsche Volk een millioen moet op brengen voor de ouden van dagen, dan zou dit alleen kunnen geschieden op dien grondslag van een algemeen ontwaken van het besef van de vcrplicb'ingen, die het jongere geslacht heeft tegehovcr den ouderdom. „Pro Senectute" wil trachten, een al- gemeene beweging in het leven te roe pen, die hierop zal zijn gericht. Slaagt „Pro Seneciutc" hierin, dan is niet alleen maar dat ecne millioen bijeenge. bracht voor de tehuizen, maar dan zal ei ook propaganda voor worden gemaakt, dat kinderen hun bejaarde ouders onder steunen, dat aan ouden van dagen bi) allerlei gelegenheden de plaats wordt ge geven, die hun als zoodanig toekomt. „Pro Senectute" wil daartoe ook werken onder de jeugd en deze den eerbied voor den ouderdom als een ideaal voor oogen stellen, zoodat het niet voorkomt, dat een jongmcnsch ih de tram blijft zitten en een oude laat staan. Naast de oproe ping, die thans als eersten maatregel in de groote Pers wordt verspreid, waarin geld wordt gevraagd, zal dan ook sfraks op velerlei wijzen de vereeniging zich wenden tot alle kringen en alle leef tijden om het beginsel: „Eerbied en lief de voor den ouderdom" ingang te doen vinden." Ten slotte nog iets over de voorloopige resultaten van „Pro Senectute". Zooals ik reeds schreef, is op den oproep in de Pers om steun een bedrag van 35.000 galden binnengekomen. Men 2al thans beginnen met het oprichten van een eerste „Tehuis" in den omtrek van Driebergen of Zeist. Oorspronkelijk "t men er over gedacht liet hotel n p 0 s t te Zandvoort aan te koo- pen en voor dit doel in te richten, maai bij nadere overweging heeft men hier- afgezien, omdat men een zeeplaats verblijf voor oude, bejaarde men schen vooral in den winter minder geschikt oordeelde. Natuurlijk is één pension, dat plaats geeft aan een dertigtal bewoners bij lange na niet voldoende voor het doel. Meer dan 300 candidaten staan op de lijst en nog dagelijks komen er nieuwe aanvragen om hulp en steun binnen. „De nood" zoo verzekerde mij de heer Romein bij herhaling „is zéér groot en zéér dringend." Daarcm zullen thans in verschillende provincies en ste den afzonderlijke comité^ worden opge richt. Deze „plaatselijke comité's" zul len allicht intensiever kunnen werken en dus meer bereiken dan een g'oot cen traal comité. In Utrecht is het eerste plaatseliike comité reeds gevormd en ookin Friesland. Arnhem en Rotterdam hoopt men spoedig zoo ver te zijn. Dan zal de eigenlijke groote actie beginnen. Want steun is noodig, dringend noodig! Door Kees Boldingh is een zeer mooie, sprekende reclame-plaat geteekend een ouden, zorgvollen niannekop, die aan een Dürer doet denken en in tienduizendtallen zullen eerstdaags deze circulaire over ons land worden spreid. Zouden wij in Nederland zoo zei mij de lieer Mr. J. Everts, voorzitter van „Pro Senectute" minder rijn dan in Duitschland en Zwitserland? In Duitsch land waar de nood natuurlijk nog veel grooter en al-genieener is dan bij ons heeft de vereeniging „die Alteishilfe des Deutschen Volkes" gesccund door een krachtig geleide propaganda dui zenden ouden van dagen kunnen helpen. Ook in' Zwitserland is door de vereenl-' ging „Für das Alter" prachtig werk ge daan. Mogen wij in Nederland dan ach terblijven? Ook wij hebben vele oude nieuwe armen onder ons, die vol hoop wachten op den arbeid van „Ptc Senec tute". Laten zij," die nog niet oud, niet beladen en belast zijn, allen naar hun vermógen medehelpen om dere door den econoniischen toestand zoo zwaar ge troffenen een zorgeKuzen ouden dag te bezorgen. J. B. SCHUIL. INCEZONDEN M t C E D EE LI N GEN a eo cents p»r regel. Binnenland VACANT1E. - To Asser, reudö ïlnan dagavond een hond door de straten. Men dacht dat 't beest dol was. Het liep een school binnen, waar een werkvrouw aan den arbeid was. Deze viel van schrik flauw. Massa's nieuwsgierigen snelden toe. 't Was een heele consternatie, nidus meldt de „Asser Crt.". De bewusteloozc vrouw word naar buiten geholpen, politie verscheen, 't Bleek dal de hond in hoek was gekropen, 't Dier reageerde geus op, zelfs met op 't. geroep van zijn baas. Men sloot do school. Dinsdagmorgen hadden de kinderen vacantie. De inspec teur van den voeartsenijkundigen dienst te Groningen was telefonisch gew sehuwd. De groote man arriveerde met den trein. Een groot hek voor zich uit houdend, naderden nu eenige dappere mannen den hond. 't Beestje lag, vrien delijk kwispelend, voor het verwarmmgs apparaat der school, 't Mankeerde mets. De Asser schooljeugd vlast op meer der gelijke honden. EEN ZWERFSTER. Het U. D. meldt; Ruim een week geleden werd bij de po litie te Utrecht aangifte gedaan van ver missing van een 15-jarig meisje, liet kind was linnenineisje in het Diakonessenh en daar was liet opgevallen, dat het zeer romantische neigingen had en graag eens wat meer van de wereld wilde zien. Plot- A.J.P.'s E1ERPUDDING MET VRUCHTEN DE FIJNE PAASCHPUDDING soling was het meisje ui', haar betrek king verdwenen, zonder oer. spoor na te laten. Toevallig vertrok juist op dien dag eon trein met Ilongaarsohe kinderen, wier tijdelijk verblijf hier te lande was geëin digd. weer naar Hongarije, en, In verband met liet feit. dat het kind in het Diakones- sonhuis het dikwijls over Oostenrijk en Hongarije had gehad, vatte hij de politie autoriteiten het vermoeden post, dat het zich gemengd had onder de kinderen, die naar hun geboorteland terug reisden. On middellijk werden toen maatregelen geno men om aan alle grensplaatsen door poli tie en douane den trein tu doen onderzoe ken, maar alle moeite was vergeefsch. Toen nu Dinsdag te dien slede weer een trein met Hongaarsche kindeveD arriveer de, werd een reohorcheur uitgezonden om to probeeren, of hij eventueel een spoor van het vermiste meisje kon ontdekken. Gewapend met een portret en een signale ment ondervroeg de politieman den trein- commandant en verschillende Hongaar 8Che begeleiders van de kinderen. En in derdaad, zijn onderzoek had succes. Een van de leiders herkonde het meisje en wist mede te deelcn, dat het zich bevindt in een weeshuis te Boedapest, waar het zich had aangemeld, voorgevende reeds twee jaar wees te zijn en aan het zwor ven te zijn geraakt. Er is thans naar Boedapest geschreven, zoodat verwacht mag worden, dat het kind weer spoedig in de oudorlijke wo ning zal zijn teruggeki eril. DE HANDELSRELATIES TIJ35CH EN NEDERLAND EN ZWITSERLAND. Prof. Rudhart, directeur van het Office de l'Industrie te Genève, een der leiders van de Zwitsersolie economische delegatie, welke ons land bezoekt, heeft aan de Tel, medegedcel, betreffende de economische betrekkingen tusschen Nederland en Zwit serland vanmeening te zijn, dat deze, welke zich gedurende de laatste jaren reeds in zeer groote mate ontwikkeld heb ben, nog voor een zeer belangrijke uit breiding vatbaar zijn. De enorme ontwikkeling van de han delsbetrekkingen tusschen de beide lan den blijkt duidelijk uit de volgende cij fers: in 1892 bedroeg do Zwitsetsche uit voer naar Nederland minder dan 4 mil lioen francs. Sedert dien steeg dit cijfer tot belangrijk boven 100 mil lioen francs en indien wij ook den Zwitser- schen uitvoer naar de Nuderlandselie ko loniën in aanmerking nemen, tot meer dan' 150 millioen francs. Tevens heeft de Nederlandsehe uitvoer naar Zwitserland een belangrijke toeneming ondergaan en bedraagt thans eveneens meer dan 100 millioen francs. Het is van verstrekkende beteekenis voor do economische betrekkingen tusschen de beide landen, dat zij zich op economisch terrein wederzijds aanvullen. Zwitserland importeert in hoofdzaak grondstoffen, welke het afwerkt en in den vorm van fabrikaten exporteert, voorts levensmidde len, wasronder koloniale producten. Het exporteert voornamelijk horlogos, machi nes en andere fabrikaten. De verschillen tusschen de economische structuur ilo beide landen zijn zoo groot, dat de handelsbetrekkingen ten bate van beide landen over een lange periode uitgebreid kunnen worden, zonder dat er gevaar be staat dat een scherpe concurrentiestrijd tusschen hea zal ontstaan. HOEVEEL KOST DE WERKLOOZGN- ZORG? De heer H. Colijn heeft den Minister van Binnenlandsche Zaken gevraagd gegevens nopens de uitgaven ten behoeve van de werkloozenz.org. Hoeveel geven rijk, gemeenten en e lutel provinciën per jaar, op de basis den tegenwoordige» omvang, in den vorm van: bijdragen aan werklozenkassen; steun ten behoeve van uitgetrokken werk- loozen; wachtgeldregelingen ten behoeve van arbeiders in particuliere bedrijven; en al dan niet productieve werkverschaf fing 'I DE JURIST ALS AMBTENAAR. Mr. I. B. Kan, secretaris-generaal in al gemeenen dienst, heeft op verzoek der ju ridische faculteit van de Leidsche sluiten ten in brochurevorm bij A. \V. Sijtboff'ï Uitgeversmaatschappij te Leiden liet licht doen zien: „De jurist als ambtenaar". Hel volgende is aan het geschriftje ontleend. „Wie gemeente, gewest of Rijk als ad ministratief ambtenaar wil dienen, aange spoord door de prijzenswaardige eerzucht, om als zelfstandig denkend wezen de weten schap in praktijk te brengen, welke roosU studie vergaarde, moet zich op teleurstel ling en erger voorbereiden. Een jong jurist, die op loffelijke wijze zijn studiën Volbracht, bij zijn professo ren in hoog aanzien stond, zal, zoodra hel tijdperk van malaise, dat wij thans doormaken, voorbij zal zijn. allicht ge makkelijk zich weder den toegang ontslo ten zien tot een dier geheimzinnige ge bouwen, welke met den wcidsohen naam van departementen van algemeen bestuur picgen aangeduid le worden. Bij Konink lijk Besluit- van den zooveelste lezen zijn verrukte verwanten plot9e!mc in de courant is inr. X. benoemd tot adjunct commies aan het departement van.-Mr. X., die natuurlijk wel op de mystificatie gerekend had, meldt zich op den dag van ingang zijner benoeming bij 2ijn ohef en wordt aan den arbeid gezet. Gewoonlijk is deze niet van zuiver juridischen aard integendeel. Hem wordt opgedragen, con brief te ontwerpen over een zinker, die in dijk gelegd moet worden, een kwestie de statistiek van den loerplicht uit te pellen, een nota te.maken, compileerendo liet voor en togen van een grenswijziging. Onbekend als hij is met wat men minach tend den kanselarij stijl pleegt te noemen, hij óf veel te gewichtig, óf veel te los n toon en ervaart hij al heel spoedig, dat zijn ongeschoolde collega's hem in dit opzicht vèr de baas zijn. Het is een deccp- aver welke lang niet allen zich gemak keiijk beenzotten, wanneer een, in onze oogeu, fraai ontwerp dóór den chef mis handeld en volkomen omgewerkt wordt. Natuurlijk geeft het schelden op den „hu reaucraat" wel eenige verlichting, maar genezing brengt het niet. II fubt passer par la. De Scylla van luchthartigo oppervlakkig heid moet niet minder omzeild worden dan do Cliarybdis van te groote geleerd heid, welke bij de meest eenvoudige zaak zoekt te pronken met von Jehring, Gnelst of Gierke en metterdaad tot razernij voert. Veel hangt natuurlijk af van bekwaamheid en takt vnn den chef. Ik heb cr één ge kend, wiens eigengerechtigheid 2óó groot is, dat de andero ambtenaren den pas ngekoincno den raad gaven, niet zijn best te doen op de hem ter bewerking ge- teven stukken. „Immers zoo zeiden zij hoe fraaier 't ontwerp, hoe zekerder, dat hij liet geheel zal omwerken om u den in druk le geven, dat hij het nóg beter Verstaal dc chef het echter, den onder geschikte te leiden, kan deze zich door het moeilijk overgangstijdperk heenwerken.dan breekt langzamerhand de tijd aan, dat hij mot meer zelfstandig werk wordt belast, ja somwijlen, dat hij den minister van aangezicht tot aangezicht mag aansohou- 'en. Nu echter worden aan liem de slot- ■oorden bewaarheid, welke Vondel den Ruben 111 den rnond legt: „Het kleone treet op 't kleet, de groote treén op 't hart". Krenkte de chef slechts zijn ijdel- heid, werd zijn gevoeligheid verstompt, het werken met den minister stelt menig maal den eiscli, eigen inzicht, ook ten op zichte van uiterst principieele vragen, te verloochenen. De sociaal-democraat kan geroepen worden, met warmte een verhoo- ging van het inkomen der Kroon te verde digen; ds strengs anUrevolutionnair een roerend pleidooi houden voor lijkverbran ding; de Katholiek de noodzaak aan te dringen, om processies overal te verbio- den. Natuurlijk zijn deze voorbeelden wat sterk getint, maar inet hetgeen in de prac- tijd voorkomt, is slechts 'n gradueel, geen principieel verschil." BEZOEK UIT DEN ELZAS, Men schrijft ons- liet gezelschap intèllectueelon, dat dezer dagen een bezoek aan ons land bracht, bezocht 0.0. ook het Bureau voor Han- delsinlichtingen in Amsterdam. Verschei dene leden van het gezelschap stonden reeds gerunnen lijd in schriftelijke relatie met dezo instelling en grepen gaarne deze gelegenheid aan, om persoonlijk kennis te maken niet het Bureau. Nadat het gezel schap, waarbij zich ook do hoer Glaser, handelsattaché van de Franscho Legatie ln den Haag, bevond, door den directeur was welkom goheeten, werd na een korte uiteenzetting van doel cn werkwijze het Bureau een rondgang door het gebouw gehouden en trok o.a. de monstcrzanl vin Ned. fabrikaten zeer de aandacht. De heer Berninger, directeur des Scrvi ces du Commerce et de l'Industrie du Commissariat Général de la République te Straatsburg, dankte den directeur v< zijn vriendelijke ontvangst en sloot zich aai, bij diens wensch, dat do handelsbe trekkingen welke steeds tusschen ïlollapd en den Elzas bestaan hebben, tot grooter bloei en kracht mochten komen. Ilij her innerde er aan, hoe reeds in do middel eeuwen Fransche wijnen en hout naar Holland weiden gezonden in ruil voor onze beroemde fluweelen. Na oen reis door verschillende landen van Europa zou het gezelschap over België naar Frnnkrijk terugkeeren en de heer Berninger was cr vun overtuigd, dat door bemiddeling van het Bureau vele zaken tot stand zouden komen, gezien de orguuisatie ervan. Tenslotte werd het gezelschap een Tin- in hel Bureau aangeboden, waarbij onder aangenaam samenzijn gelegenheid be stond nader vragen te stellen en inlichtin gen over eu weer te verstrekken. GEEN OUD ROEST. In de Me morie van antvvoond on het af dee- lingsverslae der Eerste Kamer aan gaande de Oorlogsbefi-rootins wordt ongeinerk". De meening. dat 011- Jianims vii-ftig mil-'ioeu e-evv eer natro nen als oud1 roest 711 n verkocht, moet on een uit de lucht gegrepen mede- tleeline berusteneen dergelijke ver koon vond nimmer plaats. TIJDELIJKE BEPERKING VAN DEN INVOER VAN SCHOENEN. Blijkens liet voorloopig verslag der Tweede Kamer inzake liet wetsont werp tot tijdelijke bepei-king van den invoer van schoenwerk verklaarden, vele leden aan liet ontwerp hun stem niet te kunnen geven; een groot- aan tal andere leden waren berc-id do Re geering te steunen bij haar pogingen, een door bijzondere omstandigheden in ernstige moeilijkheden geraakte in dustrie voor. alge heele ondergang te behoeden. t Bevonden er zich onder do eerstge- Onze Lachhoek M 0 vr. A.: Er zal wel geen dienst bode bestaan dlo zooveel breekt als do mijne. M e v r. B.: Nu, mijn vorige dienst bode brak al Iets vóórdat zij bij mij m betrekking kwam. M e V r. A.: Wat brak ze dan? M e v r. B.: Haar belofte bij mij lo komen! Vro" w: Man, daar lees ik hier, we©r, dat ronken 7.00 slecht is. Je moest het toch laten! Man: Iloor eens, ik denk er niet over liet rooken af te schaffen. Ik ben er zestig jaar mee geworden. Vrouw: Als je niet gerookt had! zou je nu wel zeventig zijn! noemden, die niet in beginsel van iedere bescherming afkeerig waren, onder de laatstgenoemden waren cr die in normaio omstandigheden zich tegen eiken vorm vun protectie met kracht zouden verzetten. Verscheidene leden verklaarden te gen dit wetsontwerp ernstige beden king to hebben, wijl het naar huuno meening to eenenmalo in strijd is met liet beginsel van den vrijhandel, dat voor Nederland steeds richtsnoer voor de handelspolitiek is geweest. Andere leden konden deze zienswij ze allerminst deelen. Verscheidene leden verklaarden het te betreuren, dat dit- ontwerp niet eerder is -ingediend. Deze leden spra ken den wensch uit, dat. het ontwerp thans met spoed zal worden afgedaan en ook bij de uitvoering de noodig© voortvarendheid zal worden betracht. Wordt nog veel langer gewacht, dan zou de hulp wel eens te laat kunnen komen. In dit verband gaven sommige le den als hunne meening te kennen, dat de Joop der zaken deze behoorb te zijn ,dat orfmiddilijk na de afkon diging van de wet dc invoer wordt stopgezet en daarna de overige noodi- ge maatregelen worden genomen. Verscheidene leden stelden da vraag - en zij waren geneigd di© aanvankelijk in bevestigenden zin t© lieantwoorden of de aan het oordeel der Staten-Generaal onderworpen re geling niet achterwege zou kunnen, blijven, nu gebleken is, dat de invoer van buitenlandsch schoenwerk reeds begonnen is af t© nemen ten gevolg© van de stabilkjutie en de daarop ge volgde stijging van de mark. Ben zeer groot bezwaar tegen denl voorgestelden maatregel zagen vela ledeu in de prijsverhooging, welke de invoering daarvan met zich zal bren gen; oen prijsverhooging, welke we derom een stijging van do kosten van levensonderhoud ten gevolge zal hebben. Verscheidene ledên verklaarden zich allerminst gerust ten aanzien van den consent,enhundel. De Begeering schijnt het, gevaar hiervoor niet groot te achten. Naar de meening der hier- beiloelde leden echter bestaat cr groo te kans, dat vele consenten door hen, die daarvan goen gebruik maken, aan niet tot invoer gerechtigden zullen worden verkocht. Sommige leden vreesden van het ontwerp wederom een toenemen der smokkelarij. Dat de vaststelling van bepalingen; tot beperking van den invoer tot de bestrijding van de werkloosheid zou kunnen bijdragen, achtten verschei dene leden onjuist. Verscheidene leden gaven als hunne meening te kennen, dat niet ulleeiï schoenindustrie doch ook nog an dere industrieën voor steun in aan merking komen. Zij vroegen de :n dit wetsontwerp vervatte regeling uit te breiden tot beide takken der ltder- industrie, doelt beperkt tot die letter soorten, welke hier te lande in vol- doendo quontiteit cn qualiteit ge> maakt worden. Voorts meende een deel dezer leden, dat ook de'textielindustrie (wol), oe signrenindustrie, dc klompenindustrie de metaalindustrie en het confectie bedrijf in zeer moeilijke omsoandig- cu verkeeren eu dat derhalve o,-k aanzien van deze industrie het treffen van steunmaatregelen tüent te worden overwogen. Verscheidene leden, die onvoor waardelijk aannamen, dat met den voorgestelden maatregel geen princi pieele wijziging onzer handelspoli tiek wordt ingeluid, toonden zich ech ter wel beducht voor te talrijke vtr- dere stappen in deze richting. Vele leden merkten op, dat uit de boven weergegeven beschouwingen! duidelijk blijkt op welk een gcvaail.j- kei. weg men zich begeeft, wanneer men eens met invoerverboden begint. Door verscheidene industrieën, naast d6 hier reeds genoemde ook door de meubelindustrie, de fietszadel- en de parapluiefabrieken,wordt thans reeds aandrang geoefend om ook te haren aanzien steunmuutrcgelen in het le ven te roepen. Feuilleton HET GEHEIM VAN ZIJN VADER Naar het Engelsch van E. PHILLIPS OPPENHEIM. 4) „Huilen is goed voor vrouwen, moe der", zei hij zachtjes. „Een man heeft wel andere dingen om aan te denken. U heeft mijn vraag nog niet beant woord". „Neillsoti is verdwenen", zei ze langzaam. „Anders is er niets ont dekt". „Neillson! NeillsonI" herhaalde bij. half verbaasd, half minachtend. Neill son schuldig aan 0. wat een on zin! Ik zou nog eerder inii zelf er van verdenken". „Maar toch is lui verdwenen", her haalde ze. „Hij was de laatste die je vader levend gezien heeft, en „Maar Neillson kan het niet ge daan hebben", viel liii haar in de re de. „Een .'eer ijlier, eenvoudiger kerel heb ik nog nooit ur. zien. Dat kunt u zelf niet geloown, moeder". De band waarmee ze huur zakdoek vasthield hc?ft!c cn ze scheen slechts met moeite te kniuicn antwoorden. „Ik ik weet lut niet. Het is al lemaal zoo vreemd, en zoo vreeselijk. Waarom zou iemand o, Bernard, Bernard, vraag me niets meer!" en ze barstte in snikken uit. I-Iij wachtte tot ze. wat kalmer ge worden was en ipleef heel stil staan, zijn gezicht strak en vastberaden. „Neillson was het niet", zei hij rus tig, toen zijn moeder tenslotte weer gekalmeerd was. ..Alleen al het vol komen gebrek aan een beweegreden maakt die veronderstelling bu.actie- lijk". Ze scheen nog te kampen te bobben met haar opwinding, maar ze ant woordde hem'toch. „Bernard", zei ze. „ik kan er hu niet over spreken. De de lijkschou wing is morgen. Wacht dEiar op". Haar verdriet scheen indruk op hem te maken, want bij bukte zich en guste haar. Toen liep hij naar de „waar ga je naar toe?" vroeg ze. Hij bleef stilstaan op den drempel. „Naar liet kantoor van meneer Bj'udnell en dan naar Scotland Yard, om eens te zien wat er gedaan wordt" Met een gebaar van afschuw keerde ze zich om. „Bernard", riep ze uit, „ik geloof dat de gedaohle aan wraak nog ster ker is dan je verdriet". i.ii schudde het hoofd. „liet i> het verschil tusschen het verdriet van een man en dat van een vrouw, moeder, anders niet. Uw ver driet is passief, en neemt al uw ge dachten in beslag. Het mijne nood zaakt me nrn Iets te doen om mij te wreken" Ze stond op, met de handen naar hein uitgestrekt, nog een mooie viouw, niettegenstaande haar grijze haar en haar bleekheid met mooie gelaatstrekken en een majestueuze houding. „Bernard", riep ze uit, „de wraak hoort ao-tl den hemel en niet aan de menschen. Ik verbied je om nog ver der te deuken aan die vreesdijku plannen". Er was iets ontzettend dramatisch ln de vlug uitgesproken woorden 011 in haar plotselinge verandering van een schreiende, bedroefde vrouw, tot een tragische figuur met een konink- lijke houding, die on hartstoohtelijkon bevelenden toon sprak. Maar ze bad bet even <?oed tegen de muren kun nen zeggen. ,.Ik ben uw zoon. moeder, en in ieder ander opzicht zou ik u gehoor zamen. Maar ik was zijn zoon ook! De andere weg is mij te langzaam", voegde hij er verbitterd bij. Toen liet hij haar alleen en een oogenblik later was zij weer een ge broken vrouw, die vvi d snikte in haar lagen stoei eu op gebroken toon lo gen zich zelf sprak. Mijn Ji.iuri", kreunde ze, „wat zal ik doen, 0, wat znl ik doen?" HOOFDSTUK IV. De 1 ij k s c h'o u vv i n g in Gros- veil 0 r Square. De lijkschouw inn van het lichaam van een graaf is geen alledaagschn gebeurtenis. De ambtenaar, die aan het hoofd van dc lange mahoniehou ten tafel zat keek wat ernstiger cn meer onder den indruk van de plech tigheid uan gewoonlijk en hetzelfde gevoel vond uitdrukking in dc strak ke gezichten van z-jn twaalf medele den toen zij hun plaatsen innamen. Velen hunner hadden vroeger deel vuu een jury uitgemaakt maar nooit ill verband met zulk een sensationeel geval en er lag een trek van zekere voldoening op hun gezichten, toen zij hun stoelen aanschoven, bijna alsof z.i een genoegen vonden in de rucht- baariieid die 111 dit geval aan hun functie zou gegeven worden. Maar toch leefden zij oprecht met de nabe staanden mede cn verscheldenen hun ner wierpen een blik vol medelijden in de richting van Lord Cianavon, die afgescheiden van de overige aan wezigen in een stoel met hooge rug leuning Zilt, liet was een somber© verlooninc. Algescheiden van de onvermijdelijke gedruktheid, was de omgeving op zich zelf vvi mig opbeurend. Buiten hing op straten en plein een dikke, gele mist een allesdoordringende mist, die spotte met neergelaten jalouzieën en zware gordijnen, die als oen lichte sluier rondom de ronde gaslampen hing en de geheelo atmosfeer van de lange kanier beïnvloedde, die toch al niet vroolijk was. Men had zeker niet kunnen zeggen, dat de gelaatsuit drukking van de twaalf mannen en hun omgeving niet in harmonie wus met hun treurige roeping van het oogenblik. De stilte werd tenslotte verbroken door den lijkschouwer, die op defti- gen tóón du formaliteit vervulde, de juryleden op bun verplichtingen te wijzen. Toen werd als eerste getuige William Rogers binnen geroepen en oen lange, in livrei gekleede huis knecht verscheen en zette zich in eer biedige houding voor de tafel. Dc lijkschouwer maakte onmiddellijk een aanvang met zijn verhoor. „l'w naam is William Rogers?" „.la. meneer".. „Welke positie bekleedde u in liet huis van den overledene?" „Eerste huisknecht, meneer". „Hoe lang is u in dienst van den overledene geweest?" „Ongeveer drie jaar". „U waart cie eerste, die de studeer 'kamer binnenkwam en het lichaam vun uw meester zag. niet waar?" „.Ia, meneer „Wilt u ons vertellen wat er ge beurd was en op wiens bevel u naar de kamer ging?" „Zeker, meneer. Het was ongeveer zeven uur in den morgen, toen ik ge wekt werd door kloppen op mijn deur. Ik ging'onmiddellijk overeind zitten en riep: „Wie is daar?" Do ka menier van movrouvv, Marie Richards antwoordde mij. Ik kan mij haar juiste woorden niet herinneren, maar zij zoide. <|at mevrouw haar naar mij gezonden had om mij te bevelen naar beneden ie gaan naar de studeerka mer en te zien waarom de graaf niet boven gekomen was. Ik vroeg, waar om zij niet naar Neillson ging, die da persoonlijke bediende van den graaf was en ze zei dat ze bij hem geweest was, maar hem niet wakker kon krij gen, wat mij, omdat ik met Neillson op eon kamer heb gelegen, niet ver baasde. „Goed", riep ik, „ik kom over een paar minuten", en ik trok gauw wat kiocrcn aun. Toen ik do kamer uitging, wachtte zij nog onge duldig op het portaal eu wij gingen samen naar beneden. Ik klopte eerst verscheidene koeren op de deur vun de studeerkamer, maar er kwam eeen antwoord, dus ik zei tegen Marie dat de graaf waarschijnlijk rechtstreeks haar z jn eigen kamer was gogaan, zondui*. zooals hij afgesproken had, een kop thee met mevrouw te gaan drinken. Ik liet haar daar staan cn ging nasir hoven 0111 te kijken, maar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5