Op Groeneveen.
Rubriek voor onze Jeugd
HAARLEMSS DAGBLAD
ZATERDAG 17 MAART 1923
DERDE BLAD
•„De paerden in 't land gebrast", j
De heer Va,n Valkenburg, die dit
'den 9den Mei 1757 in zijn kasboek aan-;
toekende, bedoelde hiermee natuurlijk
niet een merkwaardig© gebeurtenis
aan de vergetelheid te onttrekken. Hij
memoreerde slechts, dat zijn paarden
hun entrée in de ossen wereld hadden
gemaakt, in den „aohterkamp", waar
de dieren nu gezamenlijk liepen te.
grazen. Men begrijpt, hoop ik, dat
een burgemeester die ernst maakte
met de vetweiderij, zulke dingen op
schreef.
Komt ge zoo'n landelijk© aauteeke»
ning tegen in Maart, onder een flinke
hagelbui, dan doet zo u den tijd voor-
uitloopen. ,,Zo zingt men .van de
Lent' in 't guiuire Jaarsaisoen", ver
zekert de dichter, en wie geen verzen
maken kan, bedient zich van de taal
van een oud kasboek om te getuigen
van zijn geloof in de komst van het
voorjaar. Blader erin, elk© bladzijde
is een profetie van naderend© lente-
weelde. Lentetijd komt, zooals hij al
tijd gekomen is, met dezelfde regel
maat, waarmee Achjllens te voor
schijn treedt als e<r gevochten moet
[worden. Enkele booze weken nog, en
de strijd is eestreden. De zon komt
door, ge zijt bereid de boeren uw
vrienden te noemen, al behoudt ge uw
inzicht over den zomertijd, en prijst
hen gelukkig, dat ze buiten wonen.
Ge koestert zomersche gedachten, en
verbeeldt u dat de perkamenten band
van het oude register minder klam
aanvoelt. Poëzie schuilt overalt, zelfs-
in oen archiefbewaarplaats.
Er zijn gedichten zonder poëzie, en
kasboeken, waarvan een eigenaardige
bekoring uitgaat. Ik beroep mij, wat
dit laatste betreft, op het kasboek van
don heer Van Valkenburg. Het ver
plaatst u naar een achttiend' eeuwscli©
hofstede, waar de familie de zomer
maanden doorbrengt. Het leven gaat
zijn gewonen gang: de nachtegaal
slaat, de koeien kalven, de bloesem zet
zich tot vrucht. De rupsen doen zich
t goed aan het jong© eikenloof, de
muggen steken, "t is een natte zomer.
De oude tuinbaas, die wat doof is,
meent, dat 't er met druif en perzik
niet best voor staat. En toch komt
alles terecht.
Zulke dingen herhalen zich jaar
jaar uit, en men behoeft geen oud
handschrift te ontcijferen om er ach
ter të lcomen dat het vroeger niet an
ders was. Maar met dat doel raad
plegen wij het ook niet. Het is ons
ïvier niet te doen om het oude, dat al
toos nieuw blijft, we willen het ver
leden, dat gestorven ie, zien herlpv
En dit is dan de aantrekkelijkheid
der Valkenburgsche aanteekeningen:
zo bewaren de herinnering aan me-ni-
.ge aardige bijzonderheid, kleinighe
den, die men doorgaans over 't hoofd
Ziet, omdat ze zich niet opdringen.
Wie ze afwijst, ontneemt zichzelf h.et
genoegen der kennismaking en laat
dé gelegenheid voorbij gaaii óm zijn
kennis van het huiselijk leven der va
deren te vermeerderen. Onze oude
lusthoven zijn beschreven, bezongen,
afgebeeld, en de namen van wie er de
genoegens van het buitenleven heb
ben gesmaakt, zijn onder ons bewaard
gebleven. Natuurlijk, zegt ge, want
me mooie huizen en duinen, vooral de
namen der bewoners, zijn bier het be
langrijkste. Goed, maar bóeren zijn
ook merkwaardige iniemscih.cn, en wat
■n :n vertelt kan heel leerzaam
zijn. Denk maar eens aan de voor
waarden, waarop deze arbeiders hun
werk moesten verrichten, aan loonen
cn prijzen. Het werkvolk van burge
meester Van Valkenburg vraagt met.
de meeste bescheidenheid uw aan-
dacht en hij zelf treedt alls tusschen-
persoon op. Zou de regent in zijn tijd
deze rol op zich genomen hebben?
Naar builen dus, naar Groeneveen
onder Velzen, een kwartiertje van
Zandpoort. De naam der buitenplaats
herinnert aan Adriaen van Groene
veen, die, tijdens bet beleg, gevangen
g- nomen werd en opgehangen op de
stadsvest, omdat hij naar du Spaan-
6cbe zijde was overgöipopen. Zestig
jaar later werd het huis gesloopt,
maar op zijn grondslagen verrees een
nieuwe woning, zomerverblijf van den
Amsterdamscben schepen Gerard van
Papenbroek, en Groeneveen beetle
voortaan Papenburg. I-lij was een let
terlievend en kunstzinnig man, zooals
men dat vroeger noemde, zijn land
huis* was dan ook „versiert met een
brave schat van boeken" en zijn „gal*
der-ijè met antijken" getuigde van zijn
gevoc-l voor het schoone. Ik ook houd
meer van boeken en beelden dan van
andijviepl-anten,' maar ik zou er, even
min als de gelukkige eigenaar van
Papenburg, mijn tuin om verwaarloo-
zen. Men behoort het schoone aan het
nuttige te paren, zoo oordeelden de
welverzorgde moestuinen en boom
gaarden, en louter voor ons genoegen
planten we ten slotte ystarreboschen"
banen we „vermakele wandelpaden'
in onze bezitting, leiden we er „zoot
ruis'chende beekjes van levendigh
duinwater" doorheen, graven we vij
vers en wandelen langs „net gescho
ren hagen". In dezen inderdaad
„vermakelijken." toestand bevond zich
bet buitengoed, toen Mr. Mattheus
Willem van Valkenburg het in 1746
kocht. De nieuwe eigenaar zette den
ouden naam weer op het huis, moge
het geweest zijn, om aldus zijn afkeu-
rend oordeel uit te spreken over den
schandelijken moord op den Spaansch-
.gezinden Haarlemmer.
Zoo zijn we dan weer op Groene
veen terug. In»'t najaar is de nieuwe
tuinman in dienst getreden, met drie
gulden voor een godspenning. Ker
mis en nieuwjaar eveneens drie gulden
„voor man en vrouw aJs zij blijven".
G© ziet, Jan Olte, zoo heet 'hij, is ge
trouwd en zijn zoon verdient in den
tuin twee gulden per week. Nu ik het
toch over loonen en fooien heb, voeg
ik er nog aan toe, dat Jan gehuurd
is voor 275 per jaar, benevens der
tig ton turf, die dertien stuivers de
ton kostte. Beddegoed en eonig ander
huisraad brengt hij mee, maar als
kostgeld voor den knecht ontvangt hij
's jaars nog 125. Op deze wijze bleef
er voor den knecht niet moer dan
70 loon over „wasgekl daaronder
begrepen. Ook de hond van zijn mees
ter, een brak, „mooijhair" geheeten,
ligt bij den tuinman thuis. Deze com
mensaal bracht wekelijks zes stuivers
in. Ik heb u vooruit gezegd, dat bet
huishoudelijk zou worden en boud mij
dus aan de afspraak, wanneer ik nog
vermeld,dat Otte wei eens een
goeding ontving voor ,,'t logeeren
van schoonmaaksters'.'Een bruids
stuk, van vijftien gulden, kreeg hij
natuurlijk alleen als „op" 'thuis brui
loft gehouden werd. En dit gebeurde
niet elk jaar.
De nieuwe bewoner liet het een en
ander veranderen. Allereerst Werd de
laan omgespit, zeven man vonden
daarbij werk gedurende 16 dagen, te
gen 16 stuivers per dag. Dan werd de
beek uitgediept en verlegd, waarvan
de armen van Velzen profiteerden,
omdat daarvoor te hunnen i>
ecu reccgnitie moest betaald worden.
Natuurlijk had de regent een bank in
de kerk, en in plaats van de pachten,
die juist in dezen tijd werden afge
schaft, fourneerde hij 33 „voor den
tijd van ons 'buitenverblijf". Zoodat
ik maar zeggsn wil, dat iedereen liet
zijne kreeg. Zelfs de krant verdiende
eon gulden vóór de plaatsing eener
advertentie „van jong eikenplantsoen
te koop", en de gezamenlijk© onkos
ten voor „brieven en couranten deze
zomer met fooi' bedroegen ruim ze
ven gulden. Met dat verleggen van de
beek staat vermoedelijk in verband
de arbeid van Wouter, die „6 dagen
en 2 nag ten aan L pompen" toog, en
daarvoor „twee flessen jenevers
's Jiagts" noodig bad. Dit vind ik
welletjes, al vergeet ik niet, dat het
hier een vochtig werkje gold. Maar
tegen de droogte gebruikt© men even
zeer geestrijke dranken: „aan bier in
't hooiland" vind ik wet eens
meld.
Met de dieren des velds stonden de
lieden van Groeneveen op een gespan
nen voet. Naast den tuinbaas treedt
dan ook een ja-gerstnan op, die i
den jachttijd tegen een uitkeering
130 in dienst wordt genomen. Eigen
lijk zijn er verscheidene jagers. Twee
jongens, öie „anderhalve dag de rup
sen hebben gevangen", zien zich met
een gulden beloond en voor een kop
elzenhaantjes geeft de landheer live©
stuivers.. Bedenkelijker is, dat hij de
nuttig© mollen laat vervolgen, waar
van Hendrik, de tuinknecht, die bi.
mevrouw de weduwe Hoguer gediend
heeft, er ©ens 93 inlevert. Maar de as
pergebedden waren ook pas aange
legd, met 625 planten. Ik wil het ge
noegen niet bederven, hoewel mij die
50 lijsterknippen een ergernis zijn. En
dan'die uitbetaling aan „Pieter voor
4 Zondagen te lij-steren" en die „2
man 4 dagen aan do vinkebaan' Ik
ken juffers, die elkander schreven
hoe prettig het was de diertjes te zien
hangen in de strikken en deel dit al
leen mee om te doen zien hoe sedert
de ruwheid is afgenomen. Want wie
zal zich nu niet een dergelijk wreed
spel nog vermaken?
Andere dieren haddon niet te kla
gen. De fazanten werden gevoerd, de
kalkoenen hielden van eieren- „338
e ij eren aan de kalkoenen", lees ik
daar, en de honden krijgen walyisch-
spek. Eri het vee? Trom wordt gehaald
„bij de vaars doe die ziek was" en van
de Deensoho ossen kan ik u de namen
noemen: zwart© blaarkop, witschoft,
bonte moorkop, de vale, zwarte bles,
griininelkop, steilhoorn. Ik weet wat
ze waard zijn en iioeveël ze wegen, of
ze het eigendom zijn van vader Gul-
de wagen, van oom Graswinkel, 'van1
nicht van Wesle, of van tante Crom-uit het vele een keus, ruim genoeg,
melin, en ga hun gangen na van den naar ik hoop, om u een indruk te ge-
achterkamp naar de voorwei; en van ven van het leven des genisten land
den graskamp naar de krocht. Ik tee-mans, dat, mogen wij Poot, die liet
ken alles nauwkeurig op, alsof hetweten kon, gelooven, genoegelijk
staatszaken waren. heenrolL
Burgemeester Van Valkenburg heeft H. E. KNAPPERT,
nog veel meer opgeteekend. Ik deed
Raadseis
1. (Ingezonden door Molleboon).
X
XXX
XXXXX
XXXXXXX
XXXXX
XXX
X
Zet on de eerste rij een medeklin
ker.
Op de tweede rii een vogel.
Op ids derde .rii het meervoud van
zoon.
Oo de vierde rii een plaats in
Overijsel.
On de viifde rii een ander woord
voor dier.
On de zesde rii een getal.
On de zevende rii een klinker.
De plaatsnaam moet men van links
naar rechts, zoowel als van boven
naar beneden lezen.
2. (Ingezonden door "Wim B.j
Miin geheel bestaat uit 17 letters
en de geheele wereld heeft er groóte
verwachtingen van gekoesterd.
7, 16. 15, 12, 8. 11. 14 is een
vrucht.
1. 8, 17. 12 gebruikt een paard.
15. 2. 16, 5, 12 is een plaats in
Duitschiand.
4. 12, 13, 3, 10 is een gedeelte van
Haarlem.
8, 6, is een dier.
9 is 14.
3. (Ingezonden door Dlhalia.j
Een boer had een -ierkant stuk
land. Ziin oudste zoon trouwde en
kreeg 1/4 van dat land. Toen de boer
kwam te overiiiden. stond in ziin tes
tament. dat de andere 4 zoons het
overige land moesten verdeden
Maak door een tpekeningetie eens
dnideliik. wat ieder kreeg.
4. (Ingezonden door Aardman-
nétfe.)
Tk ben een spreekwoord van 23 let
ters
12. 13. 14 is een lidwoord.
4. 5, 1, 16 is een aanwijzend voor
naamwoord.
16, 17 is een lengtemaat.
2. is de 15de letter van het alfabet.
6. 9. 3, is een rivier in Zwitser
land.
7. 12, 13, 8. is niet weinig.
10, 18, 19, 22 is een jongensnaam-
11, 16, 6, 10. is ook een iongene-
15, 18, 5, 23, is aan een schip.
Een 10, 19, 17 draait.
14, is 20.
21. 3 is een voorzetsel.
5. (Ingezonden door ZwaluwJ
X is -een klinker.
XXX is een meisjesnaam.
XXXXX is welriekend.
XXX is 'n leelijke eigenschap
X is eeii medeklinker.
6. Strikvragen
a. (Ingezonden door Ornatesj.
Eoode lijfjes, g£le knopjes, zijn ze
koud. dan ziin ze goed. Ziin ze
warm. dan staan ze in gloed.
b. (Ingezonden door Verpleegster-
tiej
Welke zak is een mensch
c. Welk stuk wordt nooit door een
muzikant, gespeeld?
d. Wie blijft, staan en loopt tooh
e. Wanneer is de helft van twaalf
zeven
f. (Ingezonden door Moeders Stop-
stert.je).
Welke plaats staat hier?
g. (Ingezonden door Molleboon)
"Welk meed is in geen bakkerij te
vinden 1
h. Welke schuit gaat nooit zee
waarts?
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week ziin
1. Holle vaten klinken het meest.
2. Madagaskar.
3. Lochein of Arnhem.
4. Koloniaal Museum.
5. Balk, kalk. -
6. Berk. kerk. merk, werk. zerk.
Goede oplossingen ontvangen van
Karei Vermeer 6, Willem III 6, Den-
appeltie 6. Autoped 6. Vogeltje 6,
Vrijer 6, Wilgenroosje 6. Kuikentje
5, Anemoon 5, Aardmannetje 6,
Soring in 't veld 6. Laatete kwartier
6. Vriikogel 5, Joekie 6, Zeester 6,
Freekenstein 6, Indraimaioe 6, Klein
maar dapper 6, Crocus G. Edammer
tje 6, Vliegenier 6, Lachebekje 6,
Behangertie 5, Poesje 5, Turnster 6,
Komieke 6, Dollv 5, Aviateur 6, Pier
rette 6. De kieine violist 6, Lentebode
6, Sneeuwballetje 6, Neertandia 6,
Bosekwachtert 6, Automaat 6, Olie
man 6, KleineZonnepit 6, Matroos
5, Volendammer 5. Cynia 6, Friso 6,
Trekvogel 6, Kees de Mopperaar 6,
Verpleegstertje 6. Controleur 6,
Kerstboompje 6, Blondkopie 6, Al-
penviooltje 5. Linaria 6, Heideprin-
sesie 6, Pierewiet 6, Tennerifster.je 6,
Karei de Groote 5, De kleine Muzi
kant 5, Hein Stavast 6. Mandarijntje
6, Kraleurijgstertje 6, Naaistertje 6,
Vriendinnetje 6, Moederplantje 6,
Ornatcs 6. Buitenman 6. IJskoning
6, Bleekneus 6, luktvisch 6.
Duizendschoon 6 MaancKjo 6 Juffertje
in. 't Groen 4- Kosmos 4 Jacob Labeur 4
Zonnoprinscsje 4 Pinokkio 4 Keetje
Dirk van Velzen 4 Gems G Roodkapje G
Molleboon 6 Sterretje 6 Moeders Stupster-
tje 6 Korenbloem5 Zaandammertje G
Zanglust 6 Bloemenvriendinnetje 6 Bleek-
De wedstrijd
Inzendingen ontvangen van: Joekie, oud
14 jaar, Heliotrope, oud? Blondkopje,
8 jaar, Cynia, oud? Vriendinnetje, oud 11
jaar, Moederplantje, oud 7 jaar, Buiten
man, oud 8 jaar, Ornates, oud 15 jaar,
Beethoven, oud 12 jaar.
Ruürubriek
CORNELI3 SWART, Ridderstraat 14r.,
heeft 2 gebruikte Postzegel-Albums, doch
zonder postzegels. Wie zo graag hebben
wil, kan ze 's avonds na 6 uur (behalve
's Zondags) bij hem komen halen.
Brievenbus
Nieuwelingen zijn:
BERTHA PÉTERS, Slapersdijk 94, Sant
poort, oud 1 2de nieuweling i'n Maart.
GRETA PETERS, oud 10 jaar, 3de nieu
weling in Maart.
Brieven aan de Redactie van de Kïnder-
Afdeeling moeten gezonden worden aan
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vin-
nestraat 21rood.
(In de bus gooien z o n d o r aanbellen.)
CROCUS. .Ta hoor, je mag je schuil
naam wel veranderen. Zet cr de volgende
week den nieuwen naam maar onder. Wat
aardig, dat jullie postduiven hebben. Zij:
ze wel eens met een boodschap, bolast?
Wanneer kunnen do eitjes uitkomen? Je
bent zeker allo daeen met de duiven bezig.
HELIOTROPE. - Dat kan een aardig
tuintje worden. Komt hot zaad al op? Ik
zal. bet heel prettig vinden van den zc
een bouquetje van je te krijgen. Als je het
5gc spreekwoord nog vindt, zend het mi
dan, want zoo is het onvolledig.
INDRAMAJOE. Het doet" me genoe
gen, dat het boek naar je zin is. Wat aar
dig, dat de grootouders het ook gelezen
hebben. Heb je het nu uit?
FREEKENSTEIN. Jc treft het, dat
;oom met, je mee wil naar liet voetbalveld.
jvVnt zul jo je best doen, om de voetbal te
verdienen.
JOEKIE. "t Deed me plezier weer
•wat van je te hooren. Je was er met den
wedstrijd maar vroeg bij. Wat een domme
meid, om' wel de raadsels op te lossen en
ze niet in te zenden.
VRIJKOGEL. - Hoe is het met je
'duim? Dat was zeker een pijnlijke geschie
denis. Je schreef toch nog heel netjes. Jul
lie hebben vader maar een schitterend ca
deau gegeven.
LAATSTE KWARTIER. Gélukkig
niaar, dat moeder wat opknapt. Je hadt
zeker heel smakelijke knoopen aan je
mantel, dat de herten zo opknabbelden.
Ik kan me wel voorstellen, dat moeder
niet zoo heel vriendelijk keek. Heb je
geen bijkomende knoop, die het verloren
schaapje: kan vervangen 1
CONTROLEER EN KERSTBOOMPJE.
Jullie spreekwoorden zijn goed.
VERPLEEGSTERTJE. Ik kan me
voorstellen, dat er bij zooveel huiswerk
geen tijd voor'de raadsels overschiet. Ep
tooh gaat het schoolwerk voor. Is het
homdje al af? En past het je pop?
KEES DE MOPPERAAR. Je raadsel
is goed. Wel bedankt voor je schitterende
crayon-teokouing. Je ziet er echt profes-
sorual uit. Ik kan niet zeggen, dat moeder
heel nutuur getrouw is weergegeven. Wat
fijn, dat de dokter goed tevreden was. Hoe
heeft do spinazie gesmaakt? Begin r
vast weer aan een programma. Misschien
is hot net vol, als il; weer eens bij je kom.
TREKVOGEL. 'k Heb al aan Mei-
klokjo geschreven, dat ze van den zo
mer maar eens bij jo moest komen. Je
mag ingezonden raadsels best bij de an-
dero doen.
FRISO. 't Doet me plezier jongen,
dat jo zoo in je schilt bent met'je boek. De
meeste jongens houden veel van gesohie-
denis-verhalen. Hoeveel spreekwoorden
heb je al?
CYNIA. Jij was er ook vroeg bij met
je wedstrijdwerk. De mccslen vonden den
wedstrijd prettig. En wat je prettig vindt,
lukt jo ook gauw. Leuk, dat je dadelijk
succes op je ruil-aauvraag hadt.
VOLENDAMMER. - Dus do wandel
club is weer in actie. Dat is nog eens een
gezonde sport. En is de tocht naar Aerden-
hout ook doorgegaan? Do naam is aller
aardigst bedacht. En met hoeveel zijn
jullie? Bij den uitslag van den wedstrijd
doo je zoo: 1 is: 2 is: enz. Nu mogen dc
nummers ook door elkaar staan.
MATROOS. Ben je nu boven de q?
Juist, uit je oogen kijken, dat is de hoofd
zaak. 't Was een echte voldoening voor
jullie allemaal, dat de uitvoering zoo goed
geslaagd is. Heb je Woensdag fijn ge
trapt?
KLEINE ZONNEPIT. - Misschien zijn
er in jouw opgave letters vaag gedrukt,
maar ik zie er geen fout in. Er zijn al
verscheiden Rubriekertje, die ze allemaal
hebben.
AUTOMAAT. Gefeliciteerd met je be
terschap.
LENTEBODE. Dus jij bent ook tveei
klaar. Vast hartelijk gefeliciteerd met
moeders verjaardag. En dan komt spoedig
feest No. 2. Als je klaar bent met den wed
strijd, stuur hem dan maar gauw. Je
raadsels zijn goed.
DE KLEINE VIOLIST. Ja, je was
goed op tijd. Arnhem eu Lochem wa:
beide goed.
PIERRETTE. Lees maar eens he
briefje van Volendammer, daar vind je ji
vraag beantwoord.
TURNSTER en KOMIEKE. - Dus di
heelc familie heeft van het boek genoten.
Dat doet me heusch plezier. En wat heer
lijk, dat Komieke zich vrat beter voelt en
nu lust heeft om zelf haar prijs te lezen.
Doen jullie samen den wedstrijd maar en
leest ook eens den brief aan Volendam
mer. Is Turnster nu ook uit bed Beiden
het best© toegewenseht.
BEHANGERTJE. Je hebt Keesje
ker voorgelezen, wat er voor hem in
Rubriek stond. Het woordje geloerd
fout. Alleen ge is goed. Bedenk nu i
POESJE. Lees jij ook eens hel briefje
aan Volendammer.
LACHEBEKJE. - Het is een bock van
lief en leed. GcCerd is fout. alleen ge is
er goed van. De 5de schijnt de moeilijkste
te zijn. Wat scheelt moeder aan haar
been? Prettig, dat jullie nu zoo naar je
zin wonen.
VLIEGENIER. Zijn de grootouders
gekomen? Als luie mensuhen vlug worden
hè. Nu zal ik maar niet zeggen, wien ik
bedoel. Als je het een gemakkelijken wed
strijd vindt, zul je ze zeker ook allemaal
BUITENMAN. Leuk, dat je ook mee
doet aan den wedstrijd.
ORNATES. En hoe vond Montbretia
jo album? Mooie plaatjes staan in dat
boek van zus, vind 'je niet? Hoe is het
mot moeder? Helpen jullie thuis allemaal
een handje mee
BLEEKNEUS. Nu heb jo toch zeker
wel meer spreekwoorden gevonden, 't Zou
wel jammer zijn, als je «iet overging.
Maar 't volgend jaar ben je dan zooveel te
knapper.
MOEDERPLANTJE. Jullie hebben je
allemaal maar flink geweerd niet den
VRIENDINNETJE. Hot doet me ple
zier, dat het boek m jc smaak valt.
WILGENKATJE msg haar schuilnaam
houden, evenals - BLAUWVlNGKRTJB.
Een leuke naam hoor voor de Zwollenaars.
1XKTV1SCH. Je hebt nu wel een
fer mooier geschreven dan de vorige koer.
Ik vond den naam „instelling" nog zoo
kwaad niet. Je moet de beteekenis natuur
lijk wat ruim nemen. Aardig, dat jo een
vriendje van Molleboon bent.
DUIZENDSCHOON. Ben jo weer hee-
lctnaal beter? Als je den wedstrijd zoo
prettig vindt, zul je zeker alle 12 de
spreekwoorden vinden.
BEETHOVEN. Neen, ik had in lang
niets van je gehoord. Maar zoo'n groot
man heeft natuurlijk ecu druk loven. -Te
spreekwoorden zijn alle goed. Prettig, da'.
Jo overgaat. Wordt dit je laatste school
jaar? Door die avondschool is jo tijd we!
bezet. Je aanbod zal ik in de Ruil-Rubriek
BLOEMENVRIENDINNETJE. Wat
zal de juffrouw Mij zijn geweest met al
jullie mooie bloemen. Dat was maar een
heerlijke dag. Hoeveel spreekwoorden bob
je nu? Heott Guurtje het laatste ge
vonden
ZANGLUST. Op No. 5 zitten er meer
te broeden, 't Is ook wel oen beetje moei
lijk. Je hadt maar een prachtig rapport.
Knap zool
ZAANDAMMERTJE. - Is No. 5 al ont
dekt? Wat maakt de Rubriek toch verre
rei/en. Wonen de grootouders iu Tilburg?
KORENBLOEM. Zeg, wat ben jij eën
juffrouw Mopper. Jo doet toch niet alleen
inee om een prijs le krijgen. En ben je
nu weer boos op don wind, omdat hij dc
schuld is, dut je niet kan fietsen. Koren-
hloempje, korenbloempje, als jo niet zoo
blauw was, moest je gaan blozen.
ALPEN VIOOLTJE. - Je stuurt den
wedstrijd maar, wanneer hij klaar is. Is
dat éêne ontbrekendo spreekwoord soms
No. 5?
IIEIDEPRINSESJE. Ben je ook op
Concordia? Ik hob al van andere Rubrie-
kertjes gehoord, dat de vlagoefcningen zoo
mooi waTen. Wat ging jo laat naar bed.
Den volgenden dag sliop je zeker lekker
tjes uit. Fijn zeg, dat je een bruiloft iu 't
vooruitzicht hebt. Ik wenseh je heel veel
plezier.
DE KLEINE MUZIKANT. - We kun
nen je ook wel den kleinen Slöjd-man noe
men. Dat was maar een heerlijk focsl. Heb
je van dien goochelaar dat bakkunstje niet
afgekeken?
NAAISTERTJE. Ja, rekenen is een
voornaam vak. En 't is net zoo, als moe
der zegt- eeu huismoeder die niet rekenen
kan is er treurig aan toe. Dus maar flink
je best gedaan.
MOEDERS SÏOPSTERTJE. - Je zulc
Onze uciiiiGck
ONZE LACHHOEK.
Mevrouw: Maar, Marie,
heb jc nu toch een emmer in den salon
onder de gaskroon gezet?
Dienstbode: U zei toch dat er
een gat in de leiding was?.
IN ARTIS.
Moeder, lijkt die aap niet sprekend
op oom Wim?
Foei, zulke dingen mag je niet
zeggen
Maar, moeder, de aap kan mij toch
!N CEZOND EN MEOEDEELINCEN
h 60 cents per regel.
Merk „VoEsekop In ster" de beste
verf om Kleeren, Blouses, Gordijnon,
onz. zelf te verven.
deze maand wel mogen moeloten. Dat 5do
spreekwoord heeft wat op zijn geweten.
Maar je hebt gelijk: volhouden maar.
STERRETJE. Nu maar voorzichtig
juffertje. Denk aan het spreekwoord van
den ezel en den steen. Nu mn-ir zoo hard
groeien, dal eeu volgend jaar do klossen
niet mcc noodig zijn. Neon, die sommen
zijn maar ecu klein beetje moeilijk. Ro
ken jo graag?
MOLLEBOON. Dat is eerst fijn, zoo
met vader samen uit fietsen te gaan.
P.OODKAPJE. - Do moors hebben dus
ook om j« gedacht. Zit jo ook r.l met dat
5do spreekwoord in jo maag? Wel ja do
aanhouder wint. Maar dat komt er niet
uit, hoorl
MAAN ELFJE. Neen kleine fee er
zit geen fout in No. 5. Maar jo bent do
eenigo niet, die er over zucht. Ik herin
ner op 't- oogenblik niet, hoe dat verhaal
was, van die schooljuffrouw. Maar natuur
lijk vind ik niet goed. dal de juffrouw mee
doet, als de kinderen oneerlijk zijn. ik ge
loof niet, dat er zulke schooljuffrouwen in
't werkelijke leven bestaan.
W. BLOMBERG-ZEEMAN,
v. d. Vinncstraat 21 r.
Haarlem, 17 Maart 1923.
Binnenland
EEN FOTOGUAFISCIIE ZET
MACHINE.
In het Tarief, orgaan van do werk
geversorganisaties in het boekdruk-
Kersbedrijf, zijn bijzonderheden ver
nield over een fotografische zetma
chine, waaraan het volgende is ont
leend:
Do machine gelijkt wat het uiter
lijk betreft op een Linotype, doch de
matrijzen worden vervangen door
glazen negatieven of positieven, dio
een metalen voet bezitten. Elke letter
vormt een afzonderlijk negatief, dtvt
door het aanslaan op hot toetsenbord,
vrij komt en met andere t© zamen
een regel vormt; men heeft dus in
plaats van metalen matrijzen deza
van glas. Is de regel vol -dan wordt
deze evenals bij de Linotype enz. op
gevuld om even lange regels te ver
krijgen.
De regel wordt daarna voor de lens
gebracht en opgenomen; geheel auto
matisch geschieden èn liet overbren
gen èn liet opnemen. De opneming
wordt gemaakt op een film, terwijl
do inrichting dusdanig getroffen is,
dat alleen de letters op de film ver
licht schijnen en de film dus daar
alleen door het licht getroffen wordt.
Dit maakt het mogelijk om.ook de
rest van de film te gebruiken cn het
reeds belichte gedeelte voor venter*
belichting tc vrijwaren. Trouwens de
ze methode is niet nieuw en werd
reeds jaren geleden voor andore
doeleinden toegepast o.a. bij do foto
grafische guillochocrmachine.
Natuurlijk worden do matrijzen na
de belichting wederom gedistribueerd
uUusSchen een nieusvo regel gezet,
alles ais bij de bekende zeünacuines
het geval is. Is de film gereed, zoo
wordt deze evenals een totografiscuo
pluut ontwikkeld en als negatief ge
bruikt. Op 'een gevoelig gemaajtte'
zinkplaat wordt dan een copie ver
vaardigd, die dan later in de offsot-
pers wordt gespannen om afdrukken
an to verkrijgen, liet groote voordeel
an doze metnode is wel, dat men
niet gebonden is aan de grootte der
matrijzen. Het fotografisch apparaat
gedoogt toch te vergrootcn en tc ver
kleinen. Men kan dus van céu mutrij-
zenserie alle lettergrootten vervaar
digen, een niet te onderschatten voor-
doel.
De mogelijkheid is niet uitgesloten,
dat de matrijzen ook van metaal vcr-
ardigd kunnen worden en deze w it
zwarten grond staan. Iri dat geval
is de matrijs dan een negatief, maar
door de reflex wordt het op de plaat
dan ook een negatief. Zon men daar
door echter ©en diapositief verkrijgen
dan is zulks geen beswaar gelijk elko
fotograaf weet.
Feuilleton
HET GEHEIM VAN
ZUN VADER
Naar het Engelsch van
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
5)
Ieder der aanwezigen herademde
toen zij uilgesproken was. Haar stem
had geen oogenblik gebeefd en haar
droge oogen waren groot en helder.
Maar er was iets bovennatuurlijks in
haar langzame, monotone stemgeluid
en de geforceerde kalmte van haar
optreden. Niemand zou in het minst
verwonderd ziin geweest wanneer een 1
zenuwtoeval haar had overmeesterd. I
De voorzitter zelf was zenuwachtig,
maar hij voelde, dat hij haar nog en-
kei© vragen moest stelten.
„Hebt u nadat Neillson het briefje
aan uw echtgenoot bracht, niets meer
yan dezen eerste gehoord of gezieir?"
„Niets",
„Hoe lang was hij reeds in dienst
yan den graaf?"
„Meer dan twintig jaar".
„En is de verhoudinr tusschen hen
altijd normaal geweest?"
„Zoover ik weet wel".
„Hebt u geen kennis van eenige
omstandigheid, die Neillson aanlei
ding zouden kunnen gegeven hebben
tot wrok tegen uw echtgenoot".
„Neen".
„Was Neillson een spaarzaam man.
Was hij bijzonder op geld gesteld,
naar uw weten?"
„Ja, dat geloof ik wel".
„Ik veronderstel, dat u niet bekend
is, of uw echtgenoot op den avond
van den moord op zun persoon of in
zijn schrijftafel geld had?"
Lady Alceston bewoog zioh voor de
eerste maal en sloeg de oogen neor.
De verandering maakte haar vrij
wel onzichtbaar voor haar zoon, die
weer naar zijn zitplaats aan de an
dere zijde der kamer gegaan was..
„Ja, ik meen. van wel", antwoord
de zij langzaam „een tamelijk
groot bedrag. Ik had hem er aan her
innerd dat bet de laatste dag van een
kwartaal was, ais wij altijd veel re
keningen te voldoen hadden en fcii
had mij verteld, dat hij bij de bank
was geweest om geld op te nemen.
Dit was in den namiddag".
„Hoeveel kan dat ongeveer geweest
zijn?"
„Tusschen zes- en zevenduizend gul
den".
De voorzitter maakte een notitie.
Evenzoo deden enkele juryleden.
Daarna werd de gravin medegedeeld,
dat haar tegenwoordigheid niet ten
ger vereischt was en zij verliet de ka
mer, steunende op den arm van haar
zoon. Buiten in de hal, draaide hij
zich om en keek haar aan.
„Moeder", zei hij kalm, „u weet dat
Neillson zoo min als ik in staat is zoo
iets te doen. Waarom hebt u hun dat
niet gezegd?"
„Omdat zij niet naar mijn meening
vroegen slechts naar feiten".
Er gleed een schaduw over zijn jon-
gensachtig gezicht. Hij greep haar
j hand met een plotseling© impulsieve
I beweging en dwong haar, hem aan
te zien. Een vage onrust had zich van
hem meester gemaakt. Wat heteeken-
de deze onnatuurlijke terughoudend
heid, deze onvatbare houding, die een
geheim scheen te suggereeren, een om
standigheid, waarvan hij noch an
deren kennis droegen'? Het was hem
duidelijk dat de kalmte in haar hou
ding en spraak onnatuurlijk en gefor
ceerd waren. Zij bedwong zicli met in
spanning. En weer vroeg hij zich af.
wat beteekonde dat?
„Mo-eder". zei hij op zachtcn, ze-
r.uwachtigen toon, zich dicht tot haar
buigende en eerst vreesachtig rond
kijkende, of niemand anders in de
hal aanwezig was, „u weet meer dan
u vertelde. Is dat niet zoo? Kunt u
in ij niet vertrouwen? Ik moet het we
ten".
Zij antwoordde niet, ofschoon haar
lippen bewogen. Haar in het gelaat
ziende, zag hij wat komen ging en,
zijn arm om haar middel slaande,
hield hij haar stevig tegen zich aan.
Alle kleur verdween uit haar gezicht
en zelfs uit haar lippen cn haar adem
kwam kort en onregelmatig. Zij was
flauw gevallen.
HOOFDSTUK V.
Philip Neillson wordt van
moord beschuldigd.
De volgende getuige, die voor den
lijkschouwer gedaagd werd, was dc
dokter wiens getuigenis kort en zake
lijk was. Hij beschreef de wijze waar
op de overledene zijn dood gevonden
had als een volkomen afsnijding van
den halsslagader door een snede.
Slechts met het scherpste mes en den
sterltsten arm, kon zulk een vrecse-
lijke wond worden aangebracht de
hevigste welke hij ooit ge-zien had. Hij
aarze'de niet de ontvellingen op den
wang aan te duiden als het gevolg
van den greep van den moordenaar
op het oogenblik dat hij de daad ver
richtte.
Dc voorzitter stelde hem slechts
drie vragen.
„Is het mogelijk dal dc wond dooi
den overledene zelf is toegebracht'?"
„Niet gemakkelijk", was het na
drukkelijk? antwoord. Afs de snede
gaan, zou het zelfs een physieke on
mogelijkheid zijn".
„Hoe lang zal de overledene dood
geweest zijn, toen u de kamer binnen
trad?"
„Ik hield bij mijn onderzoek reke
ning' met deze vraag, die ik verwacht
te. Ik zou zeggen, nauwelijks langer
dan twee uur".
„Hebt u iets in den toestand van
do kamer gezien, dat zou kunnen wij-
zon op een worsteling tusschen den
moordenaar en ziin slachtoffer?"
„Niets. Mijn meening is dat de
moordenaar naai de achterzijde van
den stoel van den overledene sloop en
naar voren leunende, zijn hand over
zijn mond legde, in welk geval de
toppen van ziin vingers juist het ge
havende deel van het gezicht zouden
bereiken; toen, moet hij, het hoofd
achterover trekkende zijn luguber
werk hebben verricht".
Een huivering voer bij deze voor
stelling door de aanwezigen. De dok
ter keek een weinig verbaasd. Hij be
greep dergelijke gevoelens niet. Voor
hem waren de technische bijzonderhe
den van het geval veel belangrijker
dan de ethische gruwelijkheid.
De volgende getuig© was do laatste
van eenic© beteekenis. James Armls-
ton werd geroepen en de detective
trod binnen, op den voet gevolgd
door I/^rd Clanavon. De laatste ging
rustig op zijn oude plaats zitten «n
wendde zich dadelijk tot den detective
wiens woorden hij met de meeste bc-
langstelling volgde,
j Lord Clanavon, dl© hegreop, dat
van de kundigheid van dezen man dc
kans om zijn vauer's moordenaar te
j vinden, in hoofdzaak afhing, was niet
onder den indruk van de verschij
ning van den ueteethe. Maar hij ver
anderde van opinie, toen hij even ge
luisterd had naar den beknopte» en
voorzichtigen vorm, waarin deze zim
getuigenis aflegde.
„Wilt ons, meneer Armiston", Lo
gon de voorzitter, „de gczcitlcdouis
van deze zaak Verte! en voor zoover
u er mee te maken hebt gehad tot hot
huidig© oogenblik?"
Do detective boog even het hoofd
en vented© de geschiedenis op vakkun
digo wijze.
,,Ik stond op den hoek van Davics
Street tc zeven uur in den morgen
ongeveer van den bewusten dag te
praten met den agent Chopping, toen
een huisknecht oin den boek van Gros-
vcnor Square verscheen en hard naar
ons too liep. Hij deed een verward ver-
ihaal. maar wij begrepen, dat er in
het huis van zijn meester een moord
geschied was en dat hij verlangend
j was, dal de agent Chopping zich on
verwijld daarheen begaf. Wij gingen
lallen o;> weg en hij bracht ons hier
en in de studeerkamer. Lord Alces-
I ton lag in den kcl j''E'. een