Rubriek voor onze Jeugd
KASPAR HAUSER
H&ikRLESVI'S DAGBLAD
WOENSDAG 4 APRIL 1923
DERDE BLAD
Raadselopiossingen
Nagekomen raadsels ontvangen van:
Hcideplantjo 5 Heidebloempje 5 Woelwa
ter 6 Goudkopje 6 Cynia 6 P. I. Oschatz
6 Pierrette 5 Wilgenroosje 6 Picne 6 Juf
fertje in 't Groen 5 Kosmos 5 Zonneprin-
scsjc s Pinokkio 5 Keetje en Dirk van Vel-
7,en S Meiklokje S Johan de Wit 6 Aspe-
dislra S Karei V 6.
De wedstrijd
Inzendingen ontvangen van: Dc-uappel-
tje, oud 12 jaar, Willem III, oud 11 juar,
Goudkopj.e, oud?
Ruilmbriek
FIERETTE, Ilunnenjansweg 33 vraagt
of een van do Rubriekevtje ook een mandje
voor haar te leen eeft om bloempjes in
te. doen voor den Emma-dag.
Bet GaiassWnS.
door
W. B.Z.
Dankbaar en voldaan keek zijn vr
naar hem op. Als haar man het met haar
eens was, zou die mevrouw Beerbrugge
eens zien, wien het kind toobehoorde.
Het dappere yrouwtje trachtte 'i
dig deze teleurstelling te dragen.
HOOFDSTUK 6.
Do Zomcrvacantie.
't Speet do Huysertjes ook zoo, dat
vrouw Bosohboom met de kleine baby niet
vooruit kwam. Ook zij hadden hun
non gemaakt. De kleine Else zou z
aardig speelvriendinnetje krijgen-en Greet
had het zoo heel gezellig voor moeder ge
vonden. Zij en do jongens cn natuurlijk
vader ook gingen dagelijks naar Haarlet
en kwamen tegen het eten thuis. En da
was het voor moeder wel wat eenzaam i
zoo'n vreemde omgeving, waar ze niemand
kende. Zoo iets heel anders dan op Dirks-
bruggo waar ieder een bekende was. Nu
ja, moeder had Sien. Maar Sientje dutte
nog al eens in. Ze beweerde, dat het van
de zeelucht kwam. Greet had moeder al
les verteld van die gezellige Kerstdagen bij
do Boschbocms. Wat zou moeder ook veel
van mevrouw Bosehboom houdenEn
kwam ze pas inet Augustus. „Als er dan
maar weer niet wat in den weg kwu
had Groet geprutteld. Maar gelukkig
er niets in den weg- gekomen. Op den
avond van 31 Juli was notaris Huyse:
familie Boschboom in Haarlem aan 't
tión gaan verwelkomen. Ze hadden het
zoo ingepikt, dat ze in Amsterdam een
trein genomen hadden die naar Zand-
voort ging. Nu behoefden ze niet over te
stappen, wat met het oog op de warmte
en de vele bagage heusoh niet wensche-
Ujk wns.
Alleu waren blij, dat Haarlem eindelijk
bereikt was, behalve Aal. Aal had voort
durend in een hoekje der coupé gezeten.
Het heugde haar niet, dat ze ooit zoo'n
groote reis had gemaakt. Ze keek haar
oogen uit. In Amsterdam joelde ze, zich
niet zoo heel erg op haar gemak. Wat een
drukte, wat een leven, wat een huizen
wat een menschep- Neen. dan maar lie
haar eigen dorpje. Als je hier op straat
liep, zou niemand je gedag zeggen, nie-
man wist, dat jij Aai van den dokter was.
Aal was maar blij, dat do trein zich weer
in beweging zette en ze uit die groote stad
wegging. Haarlem was ook wel groot, maar
toch niet zoo erg. Aal was de eerste, die
den notaris zag.
„Da "meneer van Sien, de meneer van
Sien," riep ze blij.
Menecr Huyser opende vlug de coupé
en toen de reizigers voor Haarlem w.
uitgestapt, ging hij naai binnen, 't Was
een hartelijke begroeting van weerskanten
Toen de reis werd Voortgezet, was do dok
tersfamilie in groote bewondering voor de
schitterende omgeving.
„Ik zie oen konijn," riep Piip.
„Ik zie er ook een," juichte Joost.
„Zeg moeder kijk eens wat een prachtige
bloemen," zei deleter Boschboom.
„Die blauwen heeten slangenkruid. Ze
prikken nog al bij het plukken."
„Dit zijn duinrozen, hè meneer," vroeg
„Ja, dat zijn duinrozen. In vazen ver
welken ze gauw', daarom plukken wij ze
zelden."
'n bevalt het huis goed en de om
geving?" informeerde mevrouw Bosch-
Uitstekend. Onze jongens zijn net In
dianen, zoo bruin verbrand zien ze er uit.
Op 't oogenblik hebben we logë's. Mijn
moeder mot haar juffrouw."
„O ja, die wonen te Haarlem, nietwaar?"
sprak de dokter.
„Juist en U begrijpt, dat ze nu nog al
eens bij ons overwippen."
„O ja, bij die grootmoeder is Greet vroe
gei' een jaar in huis geweest," zei Joost.
„Hoe weten jullie dat?" vroeg de nota
ris verbaasd. Hij dacht altijd, dat dat een
donker puntje in Greets leven was, waar
ze het liefst over zweeg.
„Ze vertelde het ons van den winter,"
antwoordde Flip.
„Ik zal het prettig vinden haar weer
eens om mij heen te hebben," begon me
vrouw Bosehboom. „Ik vond het zoo'n lief.
Notaris Iluyser zwoeg. Hij ducht aan den
tijd, toen Greet niet lief cn niet zonnig
was. Maar die tijd wus ver voorbij en wer
kelijk 't bad er veel van, of die
zou terugkeeren.
„Daar is Zandvoort" riep de notaris
stond op om de bagage bij elkaar
'zoeken.
De Boschboompjes verdrongen elkaar
voor de raampjes. Wat was het hier heer
lijk, heerlijk mooi.
,,'k Zie Greet. Dag Greet! Dag Greet!"
riepen de jongens. De begroeting v-as
spontaan.
,,'k Heb ook nog broers bij me," zei
Greet, toen ze allen de hand. had gereikt.
Jan cn Frans kwamen nu naderbij en
werden deftig door den notaris voorgesteld
als: mijn zoons.
„Bonjour, ik heet Joost"
Joost keek met ontzag naar Jan, die al
een langen broek droeg.
„Ik Flip."
„Ik Bram."
De kennis was gemaakt. De heeronafdee-
ling zorgde voor de bagage en mevrouw
liep vast met Greet vooruit.
„Moeder heeft zoo naar U verlangd,"
Greet hartelijk.
,,'t Was zoo jammer, dat ik niet vroe;
kon komen, omdat onze Gerdaatje nog
Zwitserland was."
„Nu zie 11c het kindje al weer" niet," v
volgde Greet.
Mevrouw antwoordde met. Ze moest op
eens eraan denken, hoe lang, hoe heel
lang het nog zou duren, voor zij Gerdaatje
zou zien.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
Brieven, aan de Redactie van de Kinder-
Afdeelïng moeten gezonden worden aan
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN v. d. Vin-
nestraat 21rood.
(In de bus gooien zonder aanbellen.)
MOLLEBOON. Hoe is het er nu- mee,
jongen? Kom je dagelijks even buiten?
Jullie tuin wordt nu zeker alle dagen
mooier. Heb je Jong Nederland al uit?
Het is een lieele kluif hè, zoo'n Jaargang?
Mog je na de vaeantie weer naar school?
Wat raadsel 1 aanging, je liadt wel de klok
hooren luiden, maar wist niet waar de
klepel hing.
STERRETJE. Begin je al weer een
beetje naar school te verlangen Of speel
je alle dagen prettig op straat? Jullie per
zik is nu zeker op haar mooist. Veel 'groe
ten voor moeder.
GEMS. Is je vlieger nog in goeden
staat'? Leuk, dat jullie hem zelf gemaakt
hebben. Ja, op de Doopsgezinde-Scliool
kunnen ze keurig houtsnijden. Heb je
ohoeoladepaasehei gekregen? En is liet al
geslacht Vlieger je Veel 1
ZAANDAMMERTJE. - Denk nog
eens goed over spreekwoord 5. Je hebt nog
tot 15 April den tijd. Beter is goed, maar
dan Flink zoo, dat je met je rapport zoo
veel punten bent vooruitgegaan Je gaaf
ook lieel wat beter schrijven. Wanneer Je
niet in een klas mee kunt komen, is bet
veel verstandiger om terug te gaan. En
fin, dat heb je nu zelf ondervonden. Heb
je met-de Paaschdagen weer zoo'n flinke
wandeling gemaakt
BLOEMENVRIENDINNETJE. Knap
pe meid hoor, dal jij ook zoo flink bent
vooruit gegaan. Je hclit nu zoker een heel
prettige vaeantie. Wat voor plant heb ja
mee naar huis gekregen? Je hebt
een prachtig boek gekregen van de Delta-
zeep. Zijn opa en tante er nog?
BLEEKNEUS. Prettig, dat je spreek
woord 5 toch gevonden hebt. Nu je wen
zoo gezond als een vischje bent, kun je
heerlijk van de vaeantie genieten. Ga" ja
nog uit? Of ben je soms al uit geweest?
ASPEDISTRA. Ileb je gezellige
Paaschdagen gehad?
JOHAN DE WIT. Je hebt in den regel
altijd al je raadsels, dus 't is niets erg als
je eens een keertje overslaat. Ja fijn dat
K. F. C. weer eerste klasser is.
GOUDKOPJE. Gelukkig, dat je num
mer 5 nog gevonden hebt. De andere
spreekwoorden zijn ook goed. Wil je
voortaan je raadsels onder elkaar zetten?
't Kan veel bekriopter, want de namen van
de inzenders behoeven in 'l geheel niet
vermeld te worden.
WOELWATER. Gefeliciteerd met Je
beterschap. Ik hoop, dat je uu echt van
je vaeantie geniet, 't Doet. me genoegen,
dat je het Gelukskind zoo mooi vindt, Ter
•eere van de vaeantie zal ilc er nu maar een
flink stuk bijvoegen. Je hebt gelijk, dat
je het niet meer uitschrijft. Je kunt het
best zoo bewaTen.
HEIDEPLANT.)E en HEIDEBLOEMPJE.
Hè, dat is een pak van 't hart nu moe
der weer beter is. Alles ziet er in' buis nu:
veel gezelliger uil. 't Is voor moeder een
heeto rust, dat zo nu zoo'n flinke dochter
thuis heeft, Dus dat Tapport was ook al
oen meevallertje. Zoo zie je al weer, dat
we maar geen zorgen voor den tijd moeten
hebben. Heb je al weer eens prettig samen
gefietst? Ik weet heusch niet meer, of ik
dat raadsel van dat land goed heb gere
kend voor je.
MEIKLOKJE. Leuk, dat jij ook zoo
veel van het Gelukskind houdt. .Nu 't is
een lief sebatje. Dit jaar verschijnt Langs
een Omweg als boek. En daarna komt
het Gelukskind, want 't is er eigenlijk
een vervolg op. Blijf je de heele vaeantie
in Rotterdam? Dan stuurt moeder j'o mis
schien deze Rubriek wel op. Je moet ze
ker 10 April op school komen om vast te
PIENE. Wat een vreugde voor je al
len, dut vader weer thuis is. En hoe gaat
het nu met hem? We gaan een goeden tijd
tegemoet, dus maar weer het beste ge
hoopt. De spreekwoorden had je alle goed.
Jullie hebben zeker een heel gezellig
Pansolvfoost gevierd.
PIERRETTE. Heb je ook al heerlijk
genoten vnn liet mooie weer? Ben je met
de Paaschdagen naai- duin geweest? En
heb je je neefje in Meer en Bosch ook
weer êens bezocht? Dat zul hij vast wel
prettig gevonden hebben. Is de Limburg-
soho tante nog bij jullie Verbeeld je
eens, dat het kleine neefje door dien steen
was geraakt, 't Js daar een gevaarlijk
buurtje. Als je met bloempjes gant loopcn,
zal er vast wel iemand zijn, die een
mandje voor je heeft. Maar ik heb je
vraag toch maar in de Ruil-Ruhriek gezet.
CYNIA. Je raadsel is goed.
Haarlem, 4 April 1323.
VBLOMBERG - ZEEMAN,
v. d. Vinnestraat 21r„
Stadsnieuws
Het Tooneel
De K u wel ij ksbaror.ieter door
„Het Schouwtoom
Billy Bartlet is, wat wij zouden kun
nen noemen, een „model echtgenoot". Hij
drinkt niet, hij rookt niet, hij danst niet,
hij gaat'nooit uit, enfin hij' dóét niets
alles,
aan zicli wil binden, volgens zijn vriend
Jack Wheeler wèt moet doen. De baro
meter staat bij Billy altijd op „mooi voor"
Niets vervelender voor een vrouw altijd
volgens Jack Wheeler dan altijd „mooi
weer". De barometer moet nu en dun eeus
np „veranderlijk" staan of op „regen en
wind". Zoo willen de vrouwen liet een
maal. Als Billy den raad van zijn vriend op
volgt, staat de barometer binnen 6 uur op
„storm". Maar omdat deze klucht uit Ame
rika komt, welen wij van te voren, dat het
aan het, slot, als in het begin opnieuw
„mooi weer" zal zijn.
In het programma lazen Wij, dat deze
klucht twee jaren lang avond aan avond
in het Eltinge Theatre te New-York werd
opgevoerd. Voor de Amerikanen, die
drooggelegd zijn, moet het ook een zeer
bijzonder genot, zijn, een heel bedrijf lang
op het tooneel niets dan cocktail en cham
pagne te zien drinkenEn is er iets go-
noegelijkers voor een Amerikaan te beden
ken, dan oen half uur lang een heer en
een dame tipsy over het tooneel te zien
waggelen Een zwaar beschonken vrouw
op de plankenis dat niet voor een
Yankee om zich krom te lachen
Ook hier heeft. Maandagavond, toen ik
De Huweiijksbarometer zag, een talrijk
publiek dit blijkbaar erg moppig gevon
den. Men heeft gelachen, alsof dit nn het
toppunt van grappigheid was. Als wij in
Holland ook nog zoo ver komen, dat een
stuk als De Huweiijksbarometer twee jaar
avond aan avond wordt opgevoerd, dan
wordt liet tijd de schonwbuigen maar
voorgoed -te sluiten.
Fnts Bouwmeester en Stine van dor
Gnag liaddeu de taak een half uur lang
„dronkenmannetje" en „dronkenvrouw-
lje'te spelen. Het is niet altijd een vreug
de om „bij het tooneel" te zijn.
Billijkheidshalve rnoet ik zeggen, dat
deze klucht in het buitenland, in Duitsch-
land onder den titel „Der Mustcrgatte"
succes heeft, wal de directie van Het
Schouwtoonccl er wel toe gebracht zal heb
ben haar in ons land te importceren. Ook
hier ta Haarlem ik schreeft reeds wa
ren blijkbaar'zeer velen, die 't niet dégou
tant vonden een zwaar beschonken 'vrouw
door Stme van der Gang met voel reali
teitszin gespeeld op hel tooneel te zien
en zich dol amuseerden. Zou deze klucht
niet oen lichleren toets en wat inecr fan
tasie kunnen verdragen, zonder aan liet
lachsucces schade te doen
•T. B. SCHUIL.
DE MALAR IA-GAM PAL'!! E IN
NOORD-HOLLAND.
Verschenen is het jaarverslag dor
Malariacoumussie voor Noord-Hol
land over 1022. Medegedeeld jvordt dat
in de maand April door de commissie
in den Vogelvijver van het IJbosch een
onderzoek naar larven werd inge
steld en dat geen larven meer wer
den aangetroffen. De eenige vind
plaats nabij Amsterdam' van anophe-
lc3 bifurcates echijnt daarmede al
dus het verslag verdwenen te zijn.
Door den Arnsterdarnschen gezond
heidsdienst werd met succes een proef
genomen met paraffinum liquidum
tor verdelging van anopheles-larven.
Om de maand werden daartoe de on
derscheidene vijvers met paraffine
bestuif d.
Ook nabij Hoorn werd door dr. II e-
hcwerth 'n proef met paraffine geno
men. In zijn rapport concludeert dr.
Iiehewertli, dat "paraffineeren op cu-
1 ex larven nagenoeg geen invloed heeft
doch dat de invloed op anopheles!ar-
yen zeer duidelijk blijkt. Zijn oordeel
is, dat er zeker sterke vermindering
der anopheles door te bereiken valt,
'maar dat wij er, evenmin ale in de
mugg&nverdeiging des winters in de
stallen, een middel in hebben om het'
voortbestaan van de anopheles in N'.-
Holland onmogelijk te maken. Beide
blij vort hulpmiddelen in den strijd te
gen de malaria.
Het verslag meldt verder: Ook dit
jaar werd de vraag tot ons gericht of
van liet vrij rond zwemmen der een
den niet een gunstige working zou
uitgaan tot beteugeling der malaria.
Evenals het vorige jaar gaven wij te
kennen dit wel waarschijnlijk te ach
ten. maar blijkbaar zijn de polderbe
sturen er niet tee te bewegen, zelfs
niet onder beperkendevoorwaarden,
daartoe vergunning te verleenèn. Aan
bevolen werd in de maanden Mei en
Augustus een slootschouw te houden.
Een a'gemeene bestrijding van de
volwassen anopheles in de provincie
had uitsluitend in den winter plaats.
De wijze van verdelging bleef dezelf
de. Dr. Hehcwerth hYicl daarbij den
indruk dat op Walcheren in de koe
stallen meer muggen worden gevon-
dendan in Noord-Holland. Dit, aldus
"tverslag, bangst hoogstwaarschijnlijk
samen met het feit dat de koestallen
op Walcheren gewoonlijk meer geven
tileerd worden dan in Noord-lioliand,
waardoor zich minder condensatie-
water tegen de zolderingen afzet en
waardoor dus de gelegenheid voor de
malariamuggen o-m daar te overwin
teren gunstiger wordt. De tempera-
tuur daalt in de koestallen op Wal
cheren door die meerdere ventilatie
niet zoo dat daardoor voor de anophe
les bezwaar ontstaat om er te over
winteren.
In 't geheel werden onderzocht
22167 stallen enz. Geweigerd werd-426
maat d.i. 2 tegen 1-2 in den vo-
rigen winter. Opmerkelijk is dat er
dit jaar over het geheel, ook reeds bij
den eersten rondgang, minder stallen
met veel muggen werden aangetrof
fen dan dit het vorige jaar het geval
was. Behalve in het Centraal labora
torium te Utrecht was er te Amster
dam, Haarlem en Zaandam gelegen
heid voor do artsen om het bloed hun
ner patiënten op malaria-plasmodlën
te laten onderzoeken. In Haarlem
werden 240 praeparaten onderzocht;
55 maal werden plasmodien gevon
den. Het Gooi en de duinstreek ble
ven vrijwel zonder malaria. In en om
Haarlem naar het zuiden en het oos
ten was een toeneming van malaria-
gevallen. Aan hef einde van haar
verslag merkt de commissie op:
In het najaar werd door den hoofd
inspecteur van de Volksgezondheid in
onze vergadering het plan ter sprake
gebracht, aan de centrale algemcene
winterbesprijding een einde te maken.
Met zekerheid kon niet worden ver
klaard, dat door deze bestrijding, zou-
als ze tot nu toe gevoerd werd, de
malaria iu Noord-Bolland onderdrukt
zou worden. Tegen ecu nog krachti
ger actie verzette zich de algemeene
bezuiniging, welke in elke richting
als een strenge exsch gesteld moest
worden.
Eenstemmig waren onze leden van
meening, dat een eindigen van de al
gemeene wlntercampagne, thans
reeds, zeer te betreuren zou zijn. De
commissie heeft deze campagne altijd
als een proef beschouwd, maar als de
b"-V> proef welke zij na rijp beraad
in overweging kon neven. Nog staat
t'o commissie geheel op het standpunt,
dat, als men centraal iets wil doen,
voor ons land de winterverdelging der
malariamug de aangewezen weg is.
Wel valt niet met zekerheid te zeggen
dat een'e uil den aard der zaak onvol
ledige verdelging der malarïmug' vol
doende zal zijn om de malaria krach
tig neer te drukken, maar evenzeer
kan en titans nog niet het tegendeel
voetstellen.
De commissie is er van overtuigd,
dat, indien men thans deze wijze van
bestrijding eindigt en nu of later ma
laria zich weder met kracht gaat ont
wikkelen, beweerd zal worden, en met
recht, dat de genomen proef te kort
heeft geduurd en daardoor niet be
lwijzend was. Men zal. tenzij betere
[centrale bestrijdiScjswijzen inmiddels
bedacht mochter worden, niet tevre
den zijn met een „niets doen" en op
nieuw de winterbestrijding beginnen.
Alle werk zou dan vergeefs geweest
zijn.
Wel voelt de commissie er zee-t veel
voor om zooveel doenlijk de bestrij
ding te decentraliseeren; beter dan de
provincie kan de gemeente deze op
haar terrein leiden; beter dan d; ge
meenten kunnen voor een gix
de particulieren ch\ op eigen terrein
den strijd voeren. De toekomst moet
zijn, dat Staot en gewest zich bepa
len toe toezicht en steun, dat de ge
meente de uitvoerder wordt en dat
ook deze voor een belangrijk deel het
werk opdraagt of overgeeft aan par
ticulieren.
■t JONtóëNSGILDE.
Ia het gebouw Jansweg 34 was
Dinsdagavond 3ca vergadering be
legd voor de ouders der leden van
,,'b Jongensgilde waarin de direc
teur, de heer G. van Basten, een re
de hield over de onderwerpen„Hoe
voed ik mijn jongen op?" en „Wat
beteekenfc het Gilde werk in dit ver
band voor mij 1".
De heer Van Basten herinnerde-er
aan, dat heb nu reeds de derde bij
eenkomst met. de ouders der leden
was- „Met theorie alleen", zei hij,
„komt men er niet, om zijn jongen op
te voeden; ook al kende men .allo ge
leerde boeken van buiten. Wie het
volle rijke loven niet kent, waarin, dc
jongen immers middenin staat, zal in
de opvoeding zeer zeker te kort ko
men dan zal de theorie louter for
malisme blijken. Dc ouders, die hun
jongen werkelijk goed willen opvoe
den, moeten allereerst dc kunst ver
staan. het leven van hun jongen te
begrijpenzij moeten ernstig ca be
wust wijlen meeleven met. het jon
gensleven. Opvoeden is dragee, hel
pen, karakter-vormen, leiden, zich-
zef geven in dienende liefde, niet
trappen c-n hcerschen, De moeilijk
heid bij het opvoeden der jongens is
de wetenschap, dat alle jongens ver
schillend zijn er zijn levendige jon
gens en stille jongenser zijn eenvou
dige cn hooghartige jongens. Iodere
jongen heeft zijn eigen karakter en
leeft zijn eigen leven. Van generali
seeren kan dus geen sprake wezen. Er
zijn zooveel onbegrepen zielen. Pro-
beeren de ouders het wel eens. hun
jongens te leeren begrijpen'? Praten
zij wel eens met hun jongens en gaat
men tot. hen? Of houden zij zich on
verschillig en denken ze, dat de jon
gens maar tot hen moeten komen Wie
het leven der jongens kent en be
grijpt, zal niet veel moeite hebben
met het opvoeden van zijn van. God
gegevcu jongen. Het is zaak, zijn
jongen te brengen naar een besiiste
levenskeuze, naar het voorbeeld van
Jezus Christus. Dc ouders moeten
wel bedenken, dat wanneer zij niet
zelf- hun jongen opvoeden, anderen
dit zullen doen. En daarin schuilt
immers een groot gevaar. Welnu, liet
Jongensgilde is juist opgericht, niet
om de taak van dc ouders over tc ne
men, maar hen bij de opvoeding to
helpen- Het beginsel van het Jon
gensgilde is. de jongens niet. uithui
zig te maken, maar ze op tc vangen
in hun vrijen tijd.
Maar het Jongensgilde heeft op zijn
beurt weer den steun van de ouders
noodig, den moreelen ea financieelen
steun. Met gezamenlijke krachtsin
spanning kan men het geste,..-' doel
bereiken. De ouders kunnen bijvoor
beeld niet alléén een sportveld voor
lnm jongens aanschaffen. Dat kan liet
Jongensgilde wel, als het tenminste
voldocniien steun ontvangt. Onder
tie goede leiding van het bestuur van
het Jongensgilde kunnen de jongens
zich aangenaam cn nuttig bezighou
den op liet sportveld, in de turnzaal,
in dc kampen, enz. Dc ouders, die
dus gaarne willen, dat hun jongens
hun vrijen tijd onder vertrouwde lei
ding zoek brengen, sturen zo met een
gerust hart naar het Jongens-gilde,
dat slechts het licliuinelijk en geeste
lijk welzijn van de jongens beoogt".
De rede van do. hoer Van Basten
werd met groote aandacht gevolgd.
In de pauze droeg Nico Ivors op zeer
verdienstelijke wijze een nummer op
de piano voor, waarmee hij een wel
verdiend applaus oogstte.
In de tweede helft had een geza
menlijke bespreking naar aanleiding
der rede .van den heer Van Basten
plaats.
BEWIJZEN VAN NEDERLANDER
SCHAP VOOR BELGIë.
Dc commissaris der Koningin in dc
provincie Noord-ilolland heeft aan
den Minister van Buitcnlaudsche Za
ken om inlichtingen verzocht of heb
de bedoeling is, ciafc bewijzen van Ne
derlanderschap, dienende voor toela
ting in België, uitsluitend door den
commissaris der Koningin worden
afgegeven, dan wel of ook de bur-
gem^sters tot afgifte bevoegd zijn.
Dl- Minister van Buitenlandsche
Zake.- hoeft hierop geantwoord, dat,
ofschoon de met de Belgische regec-
riug getroffen regeling inzake de toe-
ïatiLg van Nederlanders in België
op vertoon van een bewijs van Ne
derlanderschap te hunner name niet
uitsluit de bewijzen van Nederlan
derschap, afgegeven door do burge
meesters, zij toch in do eerst) plaats
op het oog heeft de nationaliteitsbe-
wijzen, afgegeven door de commissa
rissen der Koningin, zoodat het do
voorkeur verdient, dat belanghebben
den zich voorzien van zoodanig na-
tionaliteitsbewijs.
U.K. BIJZONDERE ONDERWIJ
ZERS. Op do Dinsdag alhier ge
houden algemeene vergadering van de
Diocesane" vereeniging van R.K. bij-
zondore onderwijzers in het Bisdom
Haarlem, werd in do vacature-F. A.
Moevel, die had bedankt, tot lid van
hot Federatiebestuur gekozen de heer
W- J. .Speller tc Haarlem.
Als bestuurslid van hot ondersteu
ningsfonds werd herkozen de heer Th.
Badoux on als plaatsvervanger de
heer* Fontaine.
Tot lid van het hoofdbestuur (va
cature F. A. Moercl) werd gekozen
de heer Th. Reiumerswaal tc Voge
lenzang. Tot plaatsvervangende le
den van het Federatiebestuur werden
gekozen de hoeren Van Brcukelen,
Kloosterman cn v. d. Putte.
NED. R.K. VOLKSBOND. Blij
kens een medcdeeling in De Damiaat-
jes telde de aid. Haarlem van den
Ned. R.K. Volksbond op 31 December
1022 1959 leden tegen 2244 op 31 De
cember 1921.
STEMMING.
Burgemeester cn Wethouders van
Haarlem brengen ter openbare ken
nis, dat op Woensdag II April 1923,
van des morgeus acht. uur tot dos
namiddags vijf uur, zal geschieden de
stemming ter verkiezing van de leden
van de Provinciale Staten van Noord-
Holland.
(Een geheimzinnige geschiedenis)
Ui
Na lezing van het bovenstaande zal bet
wel geen verwondering- wekken, dat het
geval-Hauser niet alleen in Duitsciiland,
maar ook ver daarbuiten de grootste be
langstelling wekte. Natuurlijk was dio
interesse voor het grootste deel te
schuiven op rekening van de gewone
profane nieuwsgierigheid. Met geïllus-
Irecrde kranten was men toen nog nie*
gezegend, wij tegenwoordig zouden het
beleven, hoe „De Prins" en „Het Le
ven" vol zouden staart van Kaspar
Hauser en zijn paardje. Maar iets soort
gelijks was het, hoe in die dagen de arme
jongen, althans in den tijd, toen hij nog
in den gevangentoi;en vertoefde, dage
lijks mee uitgenomen werd door politic
agenten, die hem langs de straten en
zelfs door d,e kroegen leidden, en hoe
hij daarbij telkens aangegaapt werd door
honderden nieuwsgierigen, welke hem
daarbij zelfs hun „proefnemingen" niet
spaarden. Van geheel anderen aard was
evenwel de kolossale wetenschap
pelijke belangstelling, zoowel voor de
vraag naar het geheimzinnige verleden
van den vondeling en de motieven van
de misdaad aan hem gepleegd, alsook
voor den psysiologischen en psychischen
kant van het geval.
Om te begrijpen wat met dat laatste
bedoeld wordt, dienen wij ons even be
wust te maken, wat eigenlijk de beteeke-
nis is van de langdurige en langzame
ontwikkeling, die wij doormaken gedu
rende onze kinderjaren. Reeds in de wieg
begint een kind zich aan te passen aan
de hem voorloopig nog zoo vreemde,
zoo vijandige omgeving; dit zich aanpas
sen, deze voorloopige kennismaking is
niets clan een primitieve „ontwikkeling";
zijn gezicht moet zich gewennen aan het
felle licht, om daarin eerst langzamer
hand het een en het ander van elkaar te
onderscheiden,
In een veel later stadium pils kunnen dc
bekende „kindervragen" beginnen
„Wat is dat?" waarbij de kleine zich te
vreden stelt met de voorloopige bena
ming van al hel omringende „Wat doe:
het?" waarbij de belangstelling zich
schijnt uit te strekken naar de gedragin
gen van de dingen, waarmee kennis ge
maakt is, om dan eindelijk over „Waar.
voor is dat?" te komen tot het in wezen
zoo diepzinnige „Waarom?" waarmee dc
kinderen het alle ouders en opvoeders
altijd zoo moeilijk plegen te maken. Nu
behoeft nog niet eens op de ontwikke
lende waarde van het meeleven in hei,
gezin, de school, .met de kameraadjes,
gewezen tc worden om toch reeds eenigs-
zins verduidelijkt te hebben, hoe interes
sant het was voor bekwame waarnemers,
dat hier een individu, gevonden scheen,
dat op ró-jarigen leeftijd, met een dus
niet meer infantiel stel hersens, deze
kinderlijke „voorloopige geestelijke ver
overing der hem omringende werkelijk
heid" geheel of bijna geheel gemist
had. Vooreerst was het bewijs geleverd,
dat een mensch als enkeling opgegroeid
het is waar, dat de proef hier niet
geheel zuiver genomen was, aangezien
Kaspar óók opgegroeid was geheel bui
ten aanraking met de natuur ab
soluut weer. terugviel tot een geestelijke
trap, die zich slechts weinig onder
scheidde van die van het dier. Verdei
vertellen Kaspars opvoeders, hoe hun
kweekeling weldra een ontwikkeling
doormaakte, die in veel opzichten geleek
op die van. ten gewoon kind, behalve dat
zich die ontwikkeling doorgaans veel
sneller voltrok. Zoo bv. bij de ontwikke
ling van zijn „kindertaal"; hoe hij eerst
van zichzelf sprak als van een derden
persoon „Kaspar", totdat zich ook aan
hem het gewichtige oogenblik voltrok,
waarop liij zich van zichzelf bewust
werd als van een afzonderlijke individua
liteit, gedifferentieerd van hel andere en
hij het woord „ik" voor het eerst uit
sprak. Hoe hij evenals alle kinderen aan
vankelijk ook voorwerpen volledig per-
souificeerde. totdat de heer Daumer hem
naar aanleiding van een iol, die door hem
voortdurend in beweging werd ge
bracht cn tengevolge waarvan hij zeil
langzamerhand vermoeidheid in zijn arm
ging gevoelen, er van overtuigde, dat dio
tol tenslotte alleen handelde doorhem.
Hoe hij zich in zijn taaltje ook bediende
van de bekende grappige kindermetafo
ren, b.v. toen hij van „Den heer met den
grooten berg" sprak, waarmee bij bleek
te bedoelen iemand met een dikken buik
en van een „Vrouw mer eten niooicn
staart", welke betiteling betrekking
bleek te hebben op een dame, die een
mooie, lang"e shawl droeg. Langzamer
hand ontwikkelden zich ook 2ijn gezicht
en zijn lichaamskracht, zoo zelfs, dat
Kaspar later zekere sportieve eigen
schappen verkreeg hij ontwikkelde zich
lot een uitstekend paardrijder.
Maarhet bleek op den duur toch
ook geen onverschillige zaak, dat Hau
ser geen normale jeugd had gehad. En
hoe zou het ook anders mogelijk zijn?
Gedurende die langzame „geestelijke ver-
overing van de wereld rondom ons" ont
wikkelt zich natuurlijk ook wel bij ons
een zekere afstomping, die goed is, de
bekende kinderlijke oppervlakkigheid,
die niettegenstaande alle „waaroms"
toch ook weer zoo heerlijk over de es
sentie van veel dingen, die wij nog niet
bevatten, kunnen, doet heenglijden. Bij
dezen kinderlijken jongenman echter ver
toonde zich spoedig een geweldige ontvan
kelijkheid, een nerveus alles willen door
gronden, dat niet goed voor hem was,
Men vertelt van ziin aanvankelijk ont
zettend geheugen, dat zich b.v. vertoon
de, wanneer hij kennis maakte met. nieu
we bezoekers en die waren altijd nog
vele, ook nadat hij hij den heer Daumer
in huis was gekomen. Die nam hij dan
op met een merkwaardige belangstelling,
eerst het voorhoofd, dan dc neus, de
oogen en de wangen, dan de mond en
de kir., vervolgens bet lichaam en de
kleeding, stuk voor stuk, om zicli ten
slotte nog eenmaal het gezamenlijke
beeld in het geheugen tè prenten. Ein
delijk noemde hij nogmaals en met na
druk de namen cn titels van den nieu
wen „vriend" en vergal die nooit
weer. Ncrveusc gezichtsvertrekkingen
vertoonden zich. zoodnt hij iels hoorde,
of zich rekenschap probeerde te gever,
van iets ór.l hij niet begreep, hij be
klaagde zicli dat hij „zooveel in moest
halen" cn leed zichtbaar daaronder. Een
zekere oudemannerjesachtigheid en over
gevoeligheid kenmerkten spoedig ook
het buitengewoon zachte cn gewillige
kind. Niet zonder groote deelneming
kan men kennis nemen van de wijze,
waarop hij in geweldige ontroering voor
't eerst met bewustheid den sterrenhemel
aanschouwt wat men hem daaromtrent
vertelt,, verschrikt hem cn doorleeft hij
als het ware. De vragen bestormen hem,
hij begrijpt er niets van en sidderend
en weenend trekt hij zich terug in een
hoekje. Dien nacht valt hij pas zeer laat
in slaap. Kinderlijk-ondeugend, uitgela
ten, guitig was hij nooit. Geen wonder,
dat Kaspar spoedig last had van 2ijn
gezondheid hij leed aan zware hoofd
pijnen, klaagde er over, dat hij „op dc
wereld" gekomen was, wilde ..naar huis"
waarmede hij zijn hok verstond te
rug daar had hij niet zooveel verdriet
gehad als in zijn tegenwoordige omstan
digheden. Zelfs werd hij gevaarlijk ziek
door de bedenkelijke overspanning,
waaraan hij ten prooi was. Waarlijk, het
Was een ontzettende misdaad; die aan
Kaspar Hauser gepleegd was, „een mis
daad", zooals zeer juist geformuleerd is
door een beroemd_ criminalist uit die
dagen, 'Anselm Ritter von Feuerbach,
„tegen de geestvermogens en bet ziele-
leven van een mensch"a
De nasporingen omtrent Kaspar Hau
ser s afkomst hadden nog geenerlei be
langrijk resultaat opgeleverd, toen de
wereld plotseling opgeschrikt werd door
het ongehoorde feit van een moordaan
slag op den ongeluikkigcn jongen, die
vlak bij het huis van zijn verzorger, den
heer Daumer. gepleegd werd op 17 Octo
ber 1S29. Om hetgeen volgt ecnigszïns
te kunnen begrijpen, moet men weten,
dat dc heer Daumer een ouderwetsch
Neurenbergsch huis bewoonde, dat door
een lange steeg bereikt werd en aan
een groote, holle binnenplaats lag. Op
die binnenplaats bevond zich b.v. een
brandstoffenbergplaats. Daar was ook dc
ingang tot den kelder en de W. C. welke
weggestopt lag onder de wenteltrap, die
naar de woonvertrekken leidde. Kenners
van'de plaatselijke Oosteldheld gaven op.
dat iemand die van buiten de steeg bin
nengegaan was, van daaruit zeer goed
kon waarnemen, wie zich van de woon
vertrekken, de trap af naar de W, C. be
gaf. Welnu, op dien lyden October was
de heer Daumer niet thuis geweest, Kas
par was wegens een lichte ongesteldheid
thuisgebleven van de rekenles, de moe
der cn de zuster van den heer Daumei
bevonden zich boven in de groote, oude
woning, in beslag eenomen door huise
lijke bezigheden. Toen het uur van het
middageten aangebroken was, zocht men
Kaspar overal tevergeefs, totdat men
hem vond, verstopt in den kelder, be
zwijmd, met een vrij breede horizontale
snijwoud over het voorhoofd. Ilei zenuw
gestel van het kind had, begrijpelijker
wijs, een erge schok gehad. De wond
was op zichzelf niet zoo gevaarlijk ge
weest, ofschoon hij nog al wat bloedver
lies geleden had. Acht cn veertig uur wns
hij ten prooi aan een erge zenuwcrisis,
die zich in harde, ijlende koortsen uitte,
en het duurde drie weken, voordat hij
nagenoeg genezen was. Toen Kaspar in
staat was eenige verklaringen af tc leg
gen aan de politie, bleek dat hij bij het
verlaten van de W. C. aangevallen was
door een goed gekleed, gemaskerd per
soon, die hem een stoot of snee had
toegebracht waarmee is niet precies
duidelijk, misschien met een scheermes
welke waarschijnlijk op zijn hals ge
richt is geweest, doch aangekomen is op
zijn voorhoofd, door een onwillekeurige
beweging van Hauser, die zijn hoofd wei-
licht gebogen heeft om zich tc bescher
men. De onbekende schijnt toen onmid
dellijk gevlucht te zijn, zonder zich er
precies van op de hoogte gesteld te heb
ben of de aanslag gelukt was, en Kas
par trok zich in doodsangst, na eerst dc
trap op en weer af gesneld te zijn, terug
in den kelder, waar hij flauw gevalles,
was. De onderzoekingen van dc justitie,
leverden, althans officieel, zeer wei
nig op.
Het was duidelijk, dat er machtige be.
langen waren, die de verdwijning van
Kaspar Hauser eisclitcn en hoewel dit
feit op zichzelf voor de vrienden van den
vondeling vooral voor den reeds ge
noemden criminalist Von Feuerbach
geen onbelangrijke aanw:
ïchlmal
gebet
1 deze
hei
stelling voorden gchein
ling rees nu overal in F
ongelooflijke. Dc pers
krachttermen 0111 de „onverlaten" tc
brandmerken, die tegen Kaspar Hauser
samenspanden. Men proclameerde hem,
die ieeds het „aangenomen kind der
stad Neurenberg" was. tot het „aange
nomen kind van Europa" cn stelde hem
onder dc bescherming van „de Wester-
sche beschaving". Twee politie-agcnten
hadden tic speciale opdracht hem te be
waken en hem bij iederen schrede tc
vergezellen. Sterkere becneri dan die
vnn den armen Kaspar hadden die weel
de niet kunnen dragenWas bet een
wonder, dat hij, toch al een ziekelijk
kasplantje, in moreel opzicht spoedig ge
heel en r.l het spoor bijster scheen
geraakt te zijn? Verwend in de hoog
ste mate, vertoonden zich bij hem met
zijn zachte, zelfs weeke natuur een
eige leugenachtigheid cn huichelarij,
naarmate men bcm tegenstand bood of
dwang probeerde op te leggen. Begrij
pelijk v. as het misschien wel m deren
romant:hcn en dweepzieken tijd. dal
er op grond daarvan spoedig in de om
geving van Kaspar Hauser waren, die
zich vol ergernis en afkeer van hem af
wendden. Maar als men de klachten van
die meer of minder goedbedoelende,
meer of minder ijdelc en zelfgenoegzame
„opvoeders" tegenwoordig overleest, dan
komt de verzuchting boven; wat wisten
die menschen toen ter tijde weinig van
d? moeilijkheden van een kind in de
puberteitsperiode, wat misten ze alle
begrip van het ziektegeval, dat hel kind
betrof; her ziektegeval van een ionge-
man, aan wien een misdaad was ge
pleegd erger dan een aanslag op zijn
leven, „de misdaad tegen <le geestver
mogens en het zielelcveu van een
mensch", waardoor men hem van zijr»
jeugd" had beroofd en die niet anders
dan na kon werken ook toen de uiter
lijke verschillen tusschcn hem cn „de
anderen" zoo ten maaste bij waren uit-
gewisckt.
Of ligt het niet zoozeer aan het ver
schil in inzicht, het gebrek aan kennis
van de pacdagogcn, waaraan de zorg
over den vondeling was toevertrouwd
iel
dc befcïC
mhèid
(Wordt vervolgd.)