HAARLEM'S DAGBLAD Het pacifisme in Duitschland Stadsnieuws Muziek. VRIJDAG 6 APRIL 1923 DERDE BLAD {Particuliere correspondentie). BERLIJN, ApriL In een vergadering van de „Liga voor Mcnschenreohten" te Berlijn zei- de dezer dagen een pacifistisch rede naar: „I-Ionderd propagandisten van den vrede zouden in dit land niet hoorbaar zijn, wanneer één oorlogs propaganda zijn parool uitgeeft". Het vaststellen van dit belangrijke feit had plaats in een bijeenkomst, die uit zeei- eigenaardige motieven was bijeengeroepen: de Berlijnsche po litie had een pacifistische manifesta tie: Nio wieder Krïcg! (Nooit weer oorlog) verboden, omdat zij de vrien den van den vrede niet tegen de woe de van het volk meenden te kunnen beschermen. Dat dt oorlog, die, naar de binnen- landsche politiek getransponeerd, reactie beteekeait, juist populair begint te worden, bij het volk, dat door don wereldoorlog het zwaarst werd getrof fen, is zonder twijfel in de eerste plaats een gevolg van de demagogi sche demonstratiepolitiek van eenige revolutionnaire partijen. De tenden- tieuse beloften, waarmede men ---en royalistisch volk voor de republiek won, waren wissels, die nooit voldaan zouden kunnen worden. Ilaa men in 1917 op rekening van den toekomsti- gen vrede een hopeloozon oorlog ge voerd, de republikeinsche leiders van 1919 hadden geen andere gedachte dan: tijd te winnen. Het monarchisti sche volk, dachten zij, zal intusschen aan de republiek gewend raken, ook wanneer de beloften onvervuld blij ven. En inderdaad: dc republiek heefi in- tusscben tijd gehad, aan haai- monar chistisch volk te wennen 'Buiten twijfel teleurstellend voor de nationalistische elementen. Niet slecihls de teleursxelling, dat de beloof de broodvrede hongerig uitviel. Ge ringe en zeer langzaam komende ver beteringen in de voedselvoorziening werden met offers gekocht, die ook voor de bezitlooze klasse niet onmerk baar konden blijven. Erger nog was de ontnuchtering, die tusschcn Ver sailles en Genua den droom der w-ereldverzocning liquideerde. En hier, op dit punt begint de medeplich tigheid van het buitenland: er is van de zijde der vroegere tegenstanders niets beproefd om de republiek, met welke zij in 1917 uitsluitend onder handelen wilden, te verstevigen. Op de handelsblokkade, die intusschen op bijna alle markten gebroken werd, is het nationale isolement gevolgd. Man nen van het vergelijk als Wirtl. en Rathenau, wier program de coueoli- degring van den vrede was, werden te Parijs met wantrouwen gadegeslagen. Aan Wirth ontbrak ter verwezenlij king van zijn program, de Mark te stabiliseeren, de hulp van het Westen en Rathenau viel als slachtoffer van een Duitschen moordenaar, nadat de basis voor zijn verzoeningsgezinde po litiek reeds was weggevallen. De psychologie van dit West-Euro? peesche wantrouwen is begrijpelijk: „191-4 beul, 1920- huichelachtige bankroetier. De Duitschers meen en zich met can pacifistische 'allure a:« hun verantwoorde!ijkheid, hun bij verdrag goedgekeurde verplichtingen te kunnen onttrekken". Het is, na vier jarige vervreemding van volken door perscampagnes, scholen en het drillen van soldaten zeker niet moeilijk, den ■worden, dat deze goede wil in Duïtsch- -land geenszins algemeen, ja zelfs zeldzaam i6. Des te onbegrijpelijker, dat de buitcnlandsche pers de dragers van de yredesgedachte in Duitsahland den moreeion steun, dion zij zoo zeer noodig hadden, onthield. Het mate riaal voor haar wantrouwen jegens het Duitsche pacifisme kon zij zonder moeite vinden in de Duisc-he imperia listische pers, die- voor mannen als Nicoiai, Foerster en Gerlach alleen haat en verachting over had. Het Duitsche noodlot: het oude, tra gische dilemma,Hier Weimar, daar Potsduin". Het jaar lbiS was niet bij machte het op te tossen en in 1896 noemde een afgevaardigde in den Rijksdag de lie den, die in 1848 uit de psyche van Weimar een Duitschen slaat wilden opbouwen: anti-vader.andsch gespuis. Beseft men voldoende hoeveel noodlot er in deze woorden ligt? En vooral hier in: De Duitschers zelf, hun pers, hun redenaars, zij zeli leveren het buitenland het materiaal om hen le veroordeelen. In 1918 klaag den de overwonnen generaals over den „dolkstoot in den rug". Deze dolk stoot is een symbool geworden: Niet de leiders van deu oor-og, ook de lei ders van den vrede zijn martelaars. De dragers van het ideologisch pa cifisme in Duischland zullen in de ge schiedenis gememoreerd worden, zon der tot de historische daad geroepen te zijn geworden. Hun pacifisme is nationaal begrensd, het wortelt in de tradities van de democratie van 1848. die in '1849. onschadelijk werd ge maakt, het is midden-Europeesch: westelijker dan het oer-christendom van graaf Tolstoj. Oostelijker dan de Clarté van Romain Rolland. Beide machten beïnvloeden het. Naar het Westen eeorienteerd is het positieve pacifisme van professor Nicoiai, den Beriijnschen arts, die wegens zijn boek „Biologie des Krieges" in bal lingschap moest gaan en dat v an Hellmuth Von Gerlach, die te Berlijn zijn moedige Maandagcourant „Die Welt am Montag" uitgeeft. Naar het Oosten georienteere zijn de beide so cialistische pacifisten Gustarv Lan dauer, die in 1919 vermoord werd en Ernst Toller, die wegens zijn partij kiezen voor de Munchener radenrepu bliek sedert jaren in de govangenis zatDe populariteit van de Clarté Is in dezelfde mate gezonken als de herstel-politiek van Frankrijk breede- ro kringen liegou te raken. De belee- digden redden zich zeer Duitsch, zeer ideologisch, met het woord van Tolstoj over de Haagsche vredescon ferentie: „Verwacht den vrede niet van een vergadering van mannen, wier beroep het is, voor de generaals handlangers-diensten te verrichten"... Het Zuid-Duitseh-Oostenrijkeche pa cifisme wordt, overeenkomstig den cultureelen basis van zijn vaderland, uit het gedachtenreservoir van het Katholiek internationalisme gevoed. Zijn leider, professor Friedrieh Wil helm Foerster, die als paedagoog en sociaal ethicus een schitterende repu tatie geniet, moest tijdens den oorlog reeds van München naar Zwitserland verhuizen. Dé Oostenrijker Lam- masch, professor in het Volkenrecht en baanbreker van Wilson's gedach ten in Duitschland, stierf in 1919. Hij was in 1918 korten tijd leider der re geering geweest,waartoe Karl von I-Iabsburg hem kort voor de ineen- goeden wil van een tegenstander to "storting had geroepen, ontkennen; het mag ook wel gezegd Maa.r het parvenu-imperial isme van 'de nieuwe sïaten aan den Donau, had geen oor voor Lammasch, die in den heksenketel van het laatste groote Weensche parlement vermoed moet hebben, wat thans zijn Berlijnsche vrienden duidelijk werd: Honderd vre- despropagandisten worden overstemd door één oorlogspromotor Lichamelijke Opvoeding LXXXIV. Het Zweedsche stelsel van gymnastiek en het Haagsche streven naar een verbeterde schoolgymnastiek. Ter gelegenheid van de opening van het Kennenicr Instituut voor Lichamelij ke Opvoeding zijn wij vergast op twee voordrachten, ieder verlucht door een fraaie rolprent. Dc eerste ging over het Zweedsche stelsel van gymnastiek, spe ciaal zooals dit in het leger wordt on derwezen en waarbij Dr. W. P. Hubert van Bljjesburga (docteur en education physique, gepromoveerd le Gent) her in leidend en toelichtend woord sprak; de tweede over het z.g. Haagsche stelsel van schoolgymnastiek, zoo3ls dit wordt toegepast en gepropageerd door direc teur en leeraren van dc Kweekschool, instituut voor lichamelijke opvoeding te 's-Grayenhage. De directeur. Dr. J. II. O. Reijs, medisch doctor, verklaarde het systeem en lichtte de film toe. Over deze beide voordrachten zou ik enkele onsa menhangende opmerkingen willen ma ken. Over de- beide stelsels en dt prin cipes, waarop rij gebouwd zijn, schreef ik reeds geruimen tijd geleden. In de eerste plaats dan de keuze de zer beide voordrachten op denzelfdcn avond. Een bepaalde sterke tegenstcL- ling is er tusschcn de beide stelsels niet; wij mogen gerust zeggen, dat het systeem van de Haagsche kweekschool geboren is uit de meerdere bekendheid en meerdere waardeering, die het goe de in het Zweedsche stelsel in ons land langzamerhand heefL verworven. Wij mo gen er een teeken in zien, dat het met de dolzinnige bestrijding van dit sys teem nu uit is, dat men, ook al acht men het niet in zijn geheel te aan vaarden, over het algemeen niet meer dat sterk afwijzend standpunt inneemt, zooals dat eenige jaren geleden het ge val waseen standpunt, dat in vak kringen te langen tijd is ingenomen. De fout is geweest, dat men te lang het Systeem alleen heeft willen beoor- deelen uit de boeken en verzuimd heeft het aan den lijve te voelen. Dat is nu andersvele gymnastiekondenvijzers hebben de gelegenheid aangegrepen om ook practisch de waarde van het Zweed sche stelsel van nabij te leeren kennen door de lessen mede te maken. En ook al zijn daardoor niet allen tot de over tuiging gekomen, dat gebroken moest worden met alles wat tot nu toe was toegepast er is toch een waardeering voor dit systeem ontstaan, die vroeger ver te zoeken was. Ook is zodoende het praatje vrijwel te niet gedaan en zeer zeker bii hen, die meet lessen heb ben meegemaakt dat dc Zweedsche gymnastiek alleen maar geschikt zou zijn "oor vrouwen en kinderen. Wie ook maar enkele lessen meemaakte, weet wel beier, Zooals het stelsel door Dr. H. van BI. wórdt voorgestaan, is het reeds niet meer oorspronkelijk Zweedsch; hij heeft er wij zigingen in aangebracht in dien zin, dat bepaalde door Zweedsche handboeken genoemde oefeningsvormen over boord zijn gezet en enkele andeyo niet in Zwe den bekende er aan zijn toegevoegd. Echter dc Zweedsche principes en de Zweedsche lesindeeling zijn behouden. En hierin ligt nu juist dc overeenkomst met het werk van de Haagsche school. Ook hier een vaste les-indeeling, al wil men er niet zoo onvoorwaardelijk aan vasthouden als de Zweden; er dient meer vrijheid in le zijn, aL was het alleen maar omdat het niet onverschillig is voor de indeeling of een les bij den aanvang, gedurende het laatste of op een ander uur van den schooltijd wordt gegeven. Voorts is het Haagsche stel sel minder exclusief dan het Zweedsche, vooral omdat het eerste een zeer be-' langrijke waarde toekent aan het ge noegen, dat de leerlingen in de lessen willen vinden. Principieel evenwel staan naar mijn racening de beide stelsels op eenzelfden basis. De vraag dringt zich dan ook op, of hierin tevens de beginselrichting van het Kennemer Instituut moet worden gezien. Ik wil hier niet meer dan deze vraag aanroeren; de practijk van de eerstvol gende jaren zal ons vanzelf het antwoord brengen. Wat de beide films betreft, de Zweed sche gaf een getrouw beeld van de les sen, zooals ik er zoovele heb meege maakt tijdens 'mijn detachcering aan de marinc-gymnastiekschool te Den Helder. Er werd niet minder en ook niet meet gegeven dan in de gewone dagelijksche oefeningen. De Haagsche gaf mij een indruk, die bleef beneden die, welke :k verkreejr tijdens het bijwonen van twee lessen in dit systeem te Den Haag in het vorige jaar. Het klassikaal karakter des les kwam niet voldoende tot zijn recht, hetgeen waarschijnlijk voor een deel geweten moet worden aan het stre ven de rolprent niet al te lang, dus niet te duur te maken. Des te grooter was daarom de fout, dat de leeraar, leider de les, op een gedeelte van de film beslag had gelegd om enkele bravour- stukjes ten beste te geven, waarbij hij o.a. op zijn handen over een bru.e wan delde. Dit paste in het geheel niet in het karakter en dc bedoeling der opneming en daarom was het jammer, dal juist dit gedeelte een extra applausje w ist te ver werven. Het gedeelte vanhei publiek, dat jeende tot deze toejuiching te moeten vergaan, heeft hiermede ondubbelzinnig getoond, dat het de quintessence van de zaak niet heeft begrepen. Had men, be halve aan het einde, ook nog op andere ©ogenblikken van zijn bewondering wil len doen blijken, dan was daarvoor in beide films ruimschoots gelegenheid ge weestIn beide waren tal van schoonc momenten; in het bijzonder trof in beide projecties de uiterste correctheid in hou ding en beweging. Wanneer het verslag in het van 27 Maart ook onder de oogen is ge komen van lezers, die de Zweedsche gymnastiek goed kennen, dan zullen deze wel wat verbaasd gestaan hebben van de indceling der lichaamsoefeningen, zooals Dr. H. v. B. die maak-.,- In zijn voordracht heeft hij duidelijk gemgd, dat deze indeeling van hemzelf is en niet ontleend is aan de Zweedsche handboe ken. Bovendien is de indeeling in het verslag onjuist weergegeven; ter recht vaardiging van den spreker mag ik er dan ook waarschijnlijk nog wel even op wijzen, dat deze de hygiënische oefenin gen alleen laat uitvoeren om den invloed, die er van uitgaat op het lichaam, zijn onderdeden en organen of orgaanstel sels en dus niet om de waarde voor het dagelijksch leven, zooals de verslaggever hem liet zeggen, want als oefening op zichzelf hebben de hygiënische oefenin gen deze beteekenis geenszins. Ook heeft de verslaggever den spreker in den mond gelegd, dat in de tweede plaats oefeningen, -van belang voor het beroep moesten worden uitgevoerd. De waarheid is, dat juist volgens spreker alleen die oefeningen (naast de hygiënische) een plaats in de les mochten hebben, die voor ieder mensch in het dagelijksch leven van nut kunnen zijn, en dat die welke op een bepaald beroep aansturen, juist nimmer in een algemeen stelsel mogen voorkomen. Waar spreker deze kwestie zoo terloops, ik zou haast zeg gen aframmelde, kan ik mij begrijpen, dat iemand, die niet volledig met de denkbeelden van Dr. H_ v. B. op de hoogte is, in het zeer snelle spreken van dezen, ietwat verward geraakt is. Tegen over de vakkundigen evenwel, die zelf niet tegenwoordig waren, en uit het ver slag- omtrent dc indeeling der stof alleen zeer zonderling denkbeeld gekregen moeten hebben, meen ik goed te doen, een en ander recht te zetten. H. L. WARNIER. MET DE H. A. O. NAAR ZAND- VOORT, Als toekomstbeeld zien wij de ko kende. groengeverfde, kwalijk rieken de gé'egenheid bii de vischhal od de Groote Markt, welke in dezen tijd van autobusvervoer de pennen in be weging bracht, geheel zonder gebreken en verfraaid volgens het priizenswaar dige Londensche systeem het boven- aardsche met het onderaardsche ver wisselen, terwijl kaar plaats zaJ wor den ingenomen door een aardig, in een bii de antieke omgeving passende, Oud-Hollandsche stijl opgetrokken stationnetje, waar een roodgetv'-'tte stationschef, gowapjend met een z-g. ..pollepel" de uit de omstreken af- en aanrijdende au'obussen vooral stipt op tiid zal laten vertrekken en waar de waohtendo passagiers, in tegen stelling met den tegenwoordigen toe stand. een van al'.e gemakken voor- zime wachtkamer kunnen aautref- fcn. liet vervoer pe>- autobus neem*, hier zeer toe. Zoo heeft onlangs de Eerste IIsaflemsche Auto bus Ondom em ing. directeur de heer G. Kemper, een ver binding van Haarlem met Zand voort tot s:and gebracht, waarvan wii in verband met de uitstekende qualiteï- van het vervoermiddel gaarne gc- ".v.vg maken. Men moet zijn oogen al diep in <Jen zak hebben, als men het reusachtige, maar goed gevormde, roode gevaarte n:et tera-ond opmerkt. Om hun. die de bus nog niet aanschouwd hebben een idee te geven van de ruimte dce len wii slechts mede. dat er voor 32 perron en ruime zitplaatsen aanwezig ziin. met de staanplaatsen kunnen er 50 passagiers vervoerd worden. Voot dé heeren is er een speciale altrnc- tie aan verbonden. Dat zit hem in liet volgende: Tegen een ritje in een auto bus bestaat voor de heeren één be zwaar cn dat is het te billijken rook verbod In deze bus bevindt zich ech ter ook een afdeeJing „Tookon", waar de heeren. onder het genot van een havana of een sigaret, gemakke lijk leunend in de veerende kussens, •lo bijzonderheden en de mensohen op den n eg door de brcede heldere ra men in oogen schouw kunnen nemen. Voor rookmatetriaal is gezorgd, alleen moet men zelf het geurige kruid mee nemen. De weg. welken deze bus kiest is levendig en aardig, de route gaat over den Wagenweg. Zandvoortsahc- laan naar Zandvoord, terwijl aan de Leidschevaart, Aerdenhout. Bent veld. Zandvoort (Tol - cn Station) vaste s'-onnlaatsen ziin. Over het algemeen geeft dit middel van vervoer een sOliden. comfortabe len en keurisreu indruk. Een eigen schap. die zii gelukkig niet met eenige andere zusterties gemeen heeft is de te lage kap. Men behoeft hier niet kruinende. bukkende of met "liet cc vaar ziin hoofd od' gevoelige wijze '•e st.ooten binnen te treden. Iemand, die nog onder de maat van den Heus van Spnarnwoude valt. kan met ge mak recht op staan. Wenscht men uit te stappen, dan "rekke men slechts aan een leertje en de chauffeur zou al erg doof moeten ziin. als hij dé bel niet hoorde. Geeft men ziin oogen eens den kost, dan trekt allereerst een overvloedige verlichline de aandacht, bovendien kan door een schuifsvsteem vrijwel do ceheele leao verdwijnen, verschillen de vindingen zijn aangebracht om rammelen der ca rosse rie-deelen te voorkomen. De heer Kemper heeft veel zorg aan ziin machinerie en vee ring gewijd het weinige stooton, dat nog voorkomt, is de schuld van den weg. hoewel het slechts goed voor dc spijsvertering kan ziin. In den zomer zullen op aanvrage ook nachtverbindingen onderhouden worden. H. O. V. Leden- concert. Hei is veel te weinig bokend en be grepen dat G. H. G. von Brucken- Fock uit Aerdenhout een der meest talentvolle componisten is. die Ne derland op dit oogenblik telt Noch tans iemand die een lied onderteeken- de aLs „Rilzelpuizel", mug met eere genoemd worden, 't \Vas jaren gele den sinds ik het nog gehoord had; toen had het mij een levendigen in druk bezorgd, die mij bijbleef. Die frissche impressie was nu niet minder intensief, want door dc orchestratia die de componist er van bewerkte, heeft het door de leuke klankcombi naties nog veel aan karakteristiek ge wonnen. De liederen ..lm Herbet" en „Es ist so still", hoewel zeer interes sant van vorm ea kleur, konden mij niet zoo zeer bevredigen. Rijper daar entegen deden de Fransche liederen aan. Prachtig vooral is „Les Ciga- les". Wat een heerlijke orchestral© illustratie schreef de componist hier bij. Doch ook „Le Chasseur noir" en „Fuite de centaures" bieden bladzij den van verheven lyriek met krachtig opzwaalende dramatische momenten. Naar dezo volgroeide composities te oordeelen. en ook naar zooveel andere die wij vao hem zagen, doch helaas niet of al te weinig hoorden uitvoe ren, mogen we, zooals ik reeds zegde den heer G. 11. G. von Brucken-Fock tot de Hollandsche.toondichters reke nen die werkelijk wat te zeggen heb ben, te meer nog omdat hij in zijn richting vrij onafhankolijk staat- On danks groote veelzijdigheid die zijn werk kenmerkt, is het moeilijk te be palen welke meesters zijn talent be- heerschen. Zelfs zijne gematigde mo derniteit in sommige werken is niet thuis te brengen onder deze of gene richting. Von Brucken-Fock gaat be wust zijn eigen weg. en zijn arbeid is des te krachtiger omdat hij zoo stevig gedecideerd is, en heelomual niet den indruk wekt van experimer^en. 't Mag ons daarom verheugen dat de Aerdenhcutsche componist in den laatster» tijd weer door liederen die van hem gezongen werden, de aan dacht tot zich trok. Muar tocti tuog lang niet zooal» hij dat verdient. Mevr. Maks-Verschuur zong de zes liederen met veel begrip en doorvoel de muzikaliteit, het timbre harer stem gaf echter niet steeds volle be vrediging; dat acht Lk evenwel niet het voornaamste, de juiste expressie en een zuiver artistiek sentiment is uiij heel wat meer waard, cn hiervan gaf dc zangeres de volle maat. Aan do instrumentale vertolking der liederen had de heer Geyharz zijn beste zorgen besteed. Niet minder ook aan de uitvoering van de zesde Symphonic vott Tschai- kowsky; 't was wallicht de beste van al de executies-die het orkest er reeds van gaf. Daar de concertmeester Willem Knikker wegens ongesteldheid verhin derd was, fungeerde de alt-solist, da heer Schmidt voor solo-viool. Als zoo danig speelde hij met warm gevoel en moeien toon de obligaatpartij in dn prélude van ,,Le Délugc" van Saint- Saêns. Het orkest was in (lit stuk niet op zijn best. Er was oen schat van bloemen voor de zangeres. Ook de heer G. H. G. von Brucken-Fock kreeg zijn aandeel en ontving bovendien een moolen krans. JOS. DE KLERK. PERSONALIA. Bij dc cxaméns Stenografie Diplo ma A slaagden aan het Onderwijs-In- stiluut N. dc Munnik, Stolzc Wéry- schoolStanny Moltzer en Corrie van Heeckercn van der Schoot, te Bloernea- daalDora Fortgens, Bertha Rammelt en Alida Muller, te Haarlem. ARME TOET. Als koning Toct-Ankh-Amen had kunnen voorzien, dat renpaarden, ba- bies, humoristische liedjes, sigaren, cigaretten, parfums, japonnen en haarwater naar hem genoemd zouden ■worden, had hij zich waarschijnlijk in zijn sarcophaag omgedraaid voor hij eruit gehaald werd. EN ARME CHARLIE. Dit is ernstig. Count Dombslci', de Pootecho graaf, die met de vermaar de filmactrice Po'Ia Negri getrouwd was, houdt vol, dat zijne echtschei ding niet officieel is. Daarom wil hij naar Los A angel os om met Charlie Chaplin te duelleercn. Charlie heeft de keuzo van wapenen en zal zich waarschijnlijk op keukengerei verla ten, in het gooien waarvan hij een ja renlange oefening heeft gehad. TER OVERDENKING. 'D Een groot Engelsch weekblad, sdhrij- vende over de te Londen gehouden Ideale-Woning-Tentoonstelling merkt op, dat er drie artikelen op deze ex positie ontbraken. Een tuinmuur, die onbegaanbaar is voor katten, een niet- krakende trap voorhuisvaders, die laat thuiskomen en een patent brievenbus, die automatisch Duitsch- Nederlandeche bloembollencatalogi weer op de straat werpt. Dit ter over denking aan Nederlandsche bollen- kweekers, die hun catalogi in Duitsch land laten drukken, wat iedereen, pok een Engelsdhmain, zien kan en er soms ter verduidelijking nog Duitsche postzegels op laten plakken ook. ADRESRAADSELS. De Engelsche Minister van de Pos terijen heeft uit een oogpunt van be zuiniging een der af deelingen van zijn departement afgeschaft, n.l. dat he iast was met het oploss&n van raad sels, die sommige briefschrijvers op hun adressen pleegden te zetten. Niet slechts onduidelijk geschreven adres sen, die moest de nederige bezorger zelf maar ontcijferen, neen, formeele raadsels. Deze raadsel opgeverij was in Enge land sinds jaren een soort sport. Schooljongens, die anderen graag aan hel werk zagen en hun pas veroverde kennis wilden luchten, schreven soms adressen in latijn, slechts met het doel om 'l den postbeambten moeilijk te maken. Dc laatst en wonnen altijd in dezen strijd, zij het soms niet zon der inspanning en verlies van kost.lij ken tijd. Een brief werd ter verzen ding ontvangen die het volgende adres droeg:" Lormair, Manchouse, Londen". Ilij werd na eonig gepeins bezorgd bij den Lord Mayor (burgemeester) van Londen in zijn ambtswoning, het Man- (Daily Sketch, Londen.) Denkt u er om, links houden, wanneer u dezen hoek omgaat. Zeg eens, ends! Is het noodzake lijk. dat wii dezen hoek omgaan? Natuurlijk..". TT zult een prachtlgon waterval zien en een stroomversnelling en als u de dames vraast. om een oogenblik met praten op te houden Zult u een ontzaglijk lawaai hooren. «ion House. Een andere brief bevatte alle letters van het alfabet behalve de 1. De post-autorïteiten begrepen na eenig nadenken, dat, de goadresseerde een meneer Gcenel (Hollandsche le zing) moest zijn. Dit zijn slechte enke le voorbeelden uit vele flauwe aardig heden, die Engelsche briefschrijvers zich ten koste van eene officieele ia- stelling en de belastingbetalers veroorloofden. Nu is het uit. Een der gelijke brief gaat nu retour aan den afzender, zooals liet behoort. De post heeft wel wat anders te doen dan kin derachtige raadseltjes op te lossen. Het grootsto raadsel echter is, dat do postautoriteiten in Engeland dit spelletje zoo lang getolereerd hebben. ESKIMOS EN DE OORLOG. In het hooge Noorden van Canada ligt een ontzaggelijk uitgestrekt land, dat bewoond wordt door een driedui- zen Eskimos, die totnogtoe zich onder scheidden door een ijzige kalmte. Maar kortgeleden is er plotseling een epidemie onder dit vreedzame volkje uitgebroken, die zich uit in moorden c.n zelfmoorden. De Canadee- sche politie die er altijd met het groot ste gemak de orde gehandhaafd had, rankte hiervan reeds spoedig over stuur en zond een sterke expeditie om naar de redenen van doze plotselinge heftigheid te onderzoeken en dc schul digen te straffen. De expeditie kwam' terug met een rapport, dat de troébe- len niet moeeten worden toegeschreven aan de heerschende veelwijverij en de daardoor ontstane jalousie (sic!) maar aan een psychopathische besmetting, waarvan de oorzaak gezocht moet I worden in den wereldoorlog. Zelfs dese neutralen Het zon- denregister van de periode 19141918 wordt steeds zwarter. EEN HERCULES. In Ween en treedt tegenwoordig een krachtmens-li op, dat alle vroeger ge leverde prestaties in den schaduw stelt. In deze dagen van lichaams kracht wordt hij aangebeden en in korten tijd is bij, Bi'eltbart, een der belangrijkste menschen in de thans zoo arme Oostenrijksche hoofdstad ge worden. Breitibart is 34 jaar oud en heeft een Rngte van ongeveer 2.07 Meter. Hij bijt met de tanden do schakelver bindingen van een halve centimeter dikke ketting dcor, buigt ijzeren sta ven van een centimeter dikte tot rin gen en maakt er later spiralen va». Hij sl-iat mei een enkele vuistslag eon spijker in eat dikke plank, nadat hij eerst de punt van de spijker heeft af gebeten. IIij buigt een rail van 10 cen timeter dikte en 6 centimeter breedte dubbel. De wereld wacht sands lang op den krachtigen man om haar uit 't moeras te trekken. Maar helaas, het moeras is niet tastbaar, de kracht die physiek is, helpt de arm© wereld weinig voor uit. EEN DUTJE. Als het volgende ook maar voor een kwart waar is, is hei al merkwaardig genoeg. In een Zweedsch dorpje leeft een vrouw, Karoline Karlsdatter, die 32 jaar lang onafgebroken hoeft ge slapen. Twee-en-dertig jaar geleden viel Karoline als dertienjarig meisje op school over haar boek iu slaap. Haar fósle verjaardag was gepasseerd toen zij weer voor het eerst wakker werd. Allo lussehentijdsche pogingen óm de slaapster te wekken, faalden. De reden van haar eindelijk ontwaken ligt even zeer in het duister als die, waarom zij in 6laap viel. De les moge haar dien middag op school niet bij zonder geïnteresseerd hebben, maar een dergelijke hardnekkige slaap kan toch mceil ijk den onderwijzer aange wreven worden. Stel u de sensatie voor van Iemand, die als kind in slaap valt en niet ont waakt voor er 32 jaar van buitenge wone wereldgebeurtenissen gepas seerd zijn. Welk een onderwerp voor o;-a der fantastische Zweedsche 'auteuis, voor wie Amsterdam's bur-' gemeester zulk eene bewondering koestert. Karoline zegt, dat zij zich volkomen 'opgefrischt voelt, wat te begrijpen is. 1 I-Iaar grootste wensch is, om de op voeding te vervolgen, die op zoo zon derlinge en ontijdige wijze werd ge- broken. Het verhaal, dat wij met alle voorbehoud geven (maar toch met de herinnering, dat het voor Aprilgrap pen te laat is) vermeldt ziiet, of Karo line nog kan herhalen wat meester op dien gedénkwaardigen middag, 32 jaar geleden, het laatst gezegd heeft. EEN FLATER De journalistiek is een gejaagd bc- roep. Op snelheid komt aiies aan, ook wait betreft de technische verzor ging. Daardoor zijn technische ver gissingen niet uitgesloten, ook niet van de soort, die een paar jaar geleden bij eon Engelsch blad gemaakt werd. De opmaker verwisselde in de haast, bij het maken van de Laatsle-Nieuws- kolom dc bovenschriften van twee bc- i richten, zoodat boven het verslag van een treinramp in de buurt van Ply mouth te lezen stond: „Een interes sante gebeurtenis" terwijl de vermel ding yïiii een huwelijk in den hoogen adti werd aangekondigd met „Een vretsclijke tragedie". De fout word achterhaald, maar niet vooidri dc snelle persen honderden vèrkeerde exemplaren hadden afgeleverd, die intusschen in de stad verkocht wer den. SLEGHTE BETALERS. „Lientje", zei de onderwijzeres, „ik zal je een som opgeven. Als je vader aan don slager vijf gulden veertig schuldig was, aan den schoenmaker drie gulden zesenzestig on een half. aan den melkboer twee gutden vijf tien, aan den kolonlevernneier ze venenveertig gulden vijftig en aan den kleermaker vijfentachtig gulden..." Lientje (op vertrouwelijke» toon): „Dan zouden wij verhuizen, juf". Oude dome, die in onzachte aanra king is gekomen met een jeugdig wiel rijder: „Kun je niet bellen?" „Jawel, maar niet fietsen". Landloopers worden in den regel niet al te vriendelijk ontvangen en meermalen hebben zij goen lijd, be hoorlijk het do l van hun bezoek uit t«- leggen. Vandaar dat een hunner zich onlangs kortheidshalve als volgt uitte. „Mevrouw, hebt u een glas water vooi mij, ik heb zoon vreeselijken honger, «ai ik niet weet, waar ik deu nacht zal doorbrengen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 9