HAARLEM'S DAGBLAD
Het pacifisme in Duitschland
Stadsnieuws
Muziek.
VRIJDAG 6 APRIL 1923 DERDE BLAD
{Particuliere correspondentie).
BERLIJN, ApriL
In een vergadering van de „Liga
voor Mcnschenreohten" te Berlijn zei-
de dezer dagen een pacifistisch rede
naar: „I-Ionderd propagandisten van
den vrede zouden in dit land niet
hoorbaar zijn, wanneer één oorlogs
propaganda zijn parool uitgeeft".
Het vaststellen van dit belangrijke
feit had plaats in een bijeenkomst,
die uit zeei- eigenaardige motieven
was bijeengeroepen: de Berlijnsche po
litie had een pacifistische manifesta
tie: Nio wieder Krïcg! (Nooit weer
oorlog) verboden, omdat zij de vrien
den van den vrede niet tegen de woe
de van het volk meenden te kunnen
beschermen.
Dat dt oorlog, die, naar de binnen-
landsche politiek getransponeerd,
reactie beteekeait, juist populair begint
te worden, bij het volk, dat door don
wereldoorlog het zwaarst werd getrof
fen, is zonder twijfel in de eerste
plaats een gevolg van de demagogi
sche demonstratiepolitiek van eenige
revolutionnaire partijen. De tenden-
tieuse beloften, waarmede men ---en
royalistisch volk voor de republiek
won, waren wissels, die nooit voldaan
zouden kunnen worden. Ilaa men in
1917 op rekening van den toekomsti-
gen vrede een hopeloozon oorlog ge
voerd, de republikeinsche leiders van
1919 hadden geen andere gedachte
dan: tijd te winnen. Het monarchisti
sche volk, dachten zij, zal intusschen
aan de republiek gewend raken, ook
wanneer de beloften onvervuld blij
ven.
En inderdaad: dc republiek heefi in-
tusscben tijd gehad, aan haai- monar
chistisch volk te wennen
'Buiten twijfel teleurstellend voor
de nationalistische elementen. Niet
slecihls de teleursxelling, dat de beloof
de broodvrede hongerig uitviel. Ge
ringe en zeer langzaam komende ver
beteringen in de voedselvoorziening
werden met offers gekocht, die ook
voor de bezitlooze klasse niet onmerk
baar konden blijven. Erger nog was
de ontnuchtering, die tusschcn Ver
sailles en Genua den droom der
w-ereldverzocning liquideerde. En
hier, op dit punt begint de medeplich
tigheid van het buitenland: er is van
de zijde der vroegere tegenstanders
niets beproefd om de republiek, met
welke zij in 1917 uitsluitend onder
handelen wilden, te verstevigen. Op
de handelsblokkade, die intusschen op
bijna alle markten gebroken werd, is
het nationale isolement gevolgd. Man
nen van het vergelijk als Wirtl. en
Rathenau, wier program de coueoli-
degring van den vrede was, werden te
Parijs met wantrouwen gadegeslagen.
Aan Wirth ontbrak ter verwezenlij
king van zijn program, de Mark te
stabiliseeren, de hulp van het Westen
en Rathenau viel als slachtoffer van
een Duitschen moordenaar, nadat de
basis voor zijn verzoeningsgezinde po
litiek reeds was weggevallen.
De psychologie van dit West-Euro?
peesche wantrouwen is begrijpelijk:
„191-4 beul, 1920- huichelachtige
bankroetier. De Duitschers meen en
zich met can pacifistische 'allure a:«
hun verantwoorde!ijkheid, hun bij
verdrag goedgekeurde verplichtingen
te kunnen onttrekken". Het is, na vier
jarige vervreemding van volken door
perscampagnes, scholen en het drillen
van soldaten zeker niet moeilijk, den
■worden, dat deze goede wil in Duïtsch-
-land geenszins algemeen, ja zelfs
zeldzaam i6. Des te onbegrijpelijker,
dat de buitcnlandsche pers de dragers
van de yredesgedachte in Duitsahland
den moreeion steun, dion zij zoo zeer
noodig hadden, onthield. Het mate
riaal voor haar wantrouwen jegens
het Duitsche pacifisme kon zij zonder
moeite vinden in de Duisc-he imperia
listische pers, die- voor mannen als
Nicoiai, Foerster en Gerlach alleen
haat en verachting over had.
Het Duitsche noodlot: het oude, tra
gische dilemma,Hier Weimar,
daar Potsduin".
Het jaar lbiS was niet bij machte
het op te tossen en in 1896 noemde een
afgevaardigde in den Rijksdag de lie
den, die in 1848 uit de psyche van
Weimar een Duitschen slaat wilden
opbouwen: anti-vader.andsch gespuis.
Beseft men voldoende hoeveel noodlot
er in deze woorden ligt?
En vooral hier in: De Duitschers
zelf, hun pers, hun redenaars, zij zeli
leveren het buitenland het materiaal
om hen le veroordeelen. In 1918 klaag
den de overwonnen generaals over
den „dolkstoot in den rug". Deze dolk
stoot is een symbool geworden: Niet
de leiders van deu oor-og, ook de lei
ders van den vrede zijn martelaars.
De dragers van het ideologisch pa
cifisme in Duischland zullen in de ge
schiedenis gememoreerd worden, zon
der tot de historische daad geroepen
te zijn geworden. Hun pacifisme is
nationaal begrensd, het wortelt in de
tradities van de democratie van 1848.
die in '1849. onschadelijk werd ge
maakt, het is midden-Europeesch:
westelijker dan het oer-christendom
van graaf Tolstoj. Oostelijker dan de
Clarté van Romain Rolland. Beide
machten beïnvloeden het. Naar het
Westen eeorienteerd is het positieve
pacifisme van professor Nicoiai, den
Beriijnschen arts, die wegens zijn
boek „Biologie des Krieges" in bal
lingschap moest gaan en dat v an
Hellmuth Von Gerlach, die te Berlijn
zijn moedige Maandagcourant „Die
Welt am Montag" uitgeeft. Naar het
Oosten georienteere zijn de beide so
cialistische pacifisten Gustarv Lan
dauer, die in 1919 vermoord werd en
Ernst Toller, die wegens zijn partij
kiezen voor de Munchener radenrepu
bliek sedert jaren in de govangenis
zatDe populariteit van de Clarté
Is in dezelfde mate gezonken als de
herstel-politiek van Frankrijk breede-
ro kringen liegou te raken. De belee-
digden redden zich zeer Duitsch,
zeer ideologisch, met het woord van
Tolstoj over de Haagsche vredescon
ferentie: „Verwacht den vrede niet
van een vergadering van mannen,
wier beroep het is, voor de generaals
handlangers-diensten te verrichten"...
Het Zuid-Duitseh-Oostenrijkeche pa
cifisme wordt, overeenkomstig den
cultureelen basis van zijn vaderland,
uit het gedachtenreservoir van het
Katholiek internationalisme gevoed.
Zijn leider, professor Friedrieh Wil
helm Foerster, die als paedagoog en
sociaal ethicus een schitterende repu
tatie geniet, moest tijdens den oorlog
reeds van München naar Zwitserland
verhuizen. Dé Oostenrijker Lam-
masch, professor in het Volkenrecht
en baanbreker van Wilson's gedach
ten in Duitschland, stierf in 1919. Hij
was in 1918 korten tijd leider der re
geering geweest,waartoe Karl von
I-Iabsburg hem kort voor de ineen-
goeden wil van een tegenstander to "storting had geroepen,
ontkennen; het mag ook wel gezegd Maa.r het parvenu-imperial isme van
'de nieuwe sïaten aan den Donau, had
geen oor voor Lammasch, die in den
heksenketel van het laatste groote
Weensche parlement vermoed moet
hebben, wat thans zijn Berlijnsche
vrienden duidelijk werd: Honderd vre-
despropagandisten worden overstemd
door één oorlogspromotor
Lichamelijke Opvoeding
LXXXIV.
Het Zweedsche stelsel van
gymnastiek en het Haagsche
streven naar een verbeterde
schoolgymnastiek.
Ter gelegenheid van de opening van
het Kennenicr Instituut voor Lichamelij
ke Opvoeding zijn wij vergast op twee
voordrachten, ieder verlucht door een
fraaie rolprent. Dc eerste ging over het
Zweedsche stelsel van gymnastiek, spe
ciaal zooals dit in het leger wordt on
derwezen en waarbij Dr. W. P. Hubert
van Bljjesburga (docteur en education
physique, gepromoveerd le Gent) her in
leidend en toelichtend woord sprak; de
tweede over het z.g. Haagsche stelsel
van schoolgymnastiek, zoo3ls dit wordt
toegepast en gepropageerd door direc
teur en leeraren van dc Kweekschool,
instituut voor lichamelijke opvoeding te
's-Grayenhage. De directeur. Dr. J. II.
O. Reijs, medisch doctor, verklaarde het
systeem en lichtte de film toe. Over deze
beide voordrachten zou ik enkele onsa
menhangende opmerkingen willen ma
ken. Over de- beide stelsels en dt prin
cipes, waarop rij gebouwd zijn, schreef
ik reeds geruimen tijd geleden.
In de eerste plaats dan de keuze de
zer beide voordrachten op denzelfdcn
avond. Een bepaalde sterke tegenstcL-
ling is er tusschcn de beide stelsels
niet; wij mogen gerust zeggen, dat het
systeem van de Haagsche kweekschool
geboren is uit de meerdere bekendheid
en meerdere waardeering, die het goe
de in het Zweedsche stelsel in ons land
langzamerhand heefL verworven. Wij mo
gen er een teeken in zien, dat het met
de dolzinnige bestrijding van dit sys
teem nu uit is, dat men, ook al acht
men het niet in zijn geheel te aan
vaarden, over het algemeen niet meer
dat sterk afwijzend standpunt inneemt,
zooals dat eenige jaren geleden het ge
val waseen standpunt, dat in vak
kringen te langen tijd is ingenomen.
De fout is geweest, dat men te lang
het Systeem alleen heeft willen beoor-
deelen uit de boeken en verzuimd heeft
het aan den lijve te voelen. Dat is nu
andersvele gymnastiekondenvijzers
hebben de gelegenheid aangegrepen om
ook practisch de waarde van het Zweed
sche stelsel van nabij te leeren kennen
door de lessen mede te maken. En ook
al zijn daardoor niet allen tot de over
tuiging gekomen, dat gebroken moest
worden met alles wat tot nu toe was
toegepast er is toch een waardeering
voor dit systeem ontstaan, die vroeger
ver te zoeken was. Ook is zodoende
het praatje vrijwel te niet gedaan en
zeer zeker bii hen, die meet lessen heb
ben meegemaakt dat dc Zweedsche
gymnastiek alleen maar geschikt zou zijn
"oor vrouwen en kinderen. Wie ook maar
enkele lessen meemaakte, weet wel beier,
Zooals het stelsel door Dr. H. van BI.
wórdt voorgestaan, is het reeds niet meer
oorspronkelijk Zweedsch; hij heeft er wij
zigingen in aangebracht in dien zin, dat
bepaalde door Zweedsche handboeken
genoemde oefeningsvormen over boord
zijn gezet en enkele andeyo niet in Zwe
den bekende er aan zijn toegevoegd.
Echter dc Zweedsche principes en de
Zweedsche lesindeeling zijn behouden.
En hierin ligt nu juist dc overeenkomst
met het werk van de Haagsche school.
Ook hier een vaste les-indeeling, al wil
men er niet zoo onvoorwaardelijk aan
vasthouden als de Zweden; er dient meer
vrijheid in le zijn, aL was het alleen
maar omdat het niet onverschillig is
voor de indeeling of een les bij den
aanvang, gedurende het laatste of op
een ander uur van den schooltijd wordt
gegeven. Voorts is het Haagsche stel
sel minder exclusief dan het Zweedsche,
vooral omdat het eerste een zeer be-'
langrijke waarde toekent aan het ge
noegen, dat de leerlingen in de lessen
willen vinden. Principieel evenwel staan
naar mijn racening de beide stelsels op
eenzelfden basis.
De vraag dringt zich dan ook op, of
hierin tevens de beginselrichting van het
Kennemer Instituut moet worden gezien.
Ik wil hier niet meer dan deze vraag
aanroeren; de practijk van de eerstvol
gende jaren zal ons vanzelf het antwoord
brengen.
Wat de beide films betreft, de Zweed
sche gaf een getrouw beeld van de les
sen, zooals ik er zoovele heb meege
maakt tijdens 'mijn detachcering aan de
marinc-gymnastiekschool te Den Helder.
Er werd niet minder en ook niet meet
gegeven dan in de gewone dagelijksche
oefeningen. De Haagsche gaf mij een
indruk, die bleef beneden die, welke :k
verkreejr tijdens het bijwonen van twee
lessen in dit systeem te Den Haag in
het vorige jaar. Het klassikaal karakter
des les kwam niet voldoende tot zijn
recht, hetgeen waarschijnlijk voor een
deel geweten moet worden aan het stre
ven de rolprent niet al te lang, dus niet
te duur te maken. Des te grooter was
daarom de fout, dat de leeraar, leider
de les, op een gedeelte van de film
beslag had gelegd om enkele bravour-
stukjes ten beste te geven, waarbij hij
o.a. op zijn handen over een bru.e wan
delde. Dit paste in het geheel niet in het
karakter en dc bedoeling der opneming
en daarom was het jammer, dal juist dit
gedeelte een extra applausje w ist te ver
werven. Het gedeelte vanhei publiek, dat
jeende tot deze toejuiching te moeten
vergaan, heeft hiermede ondubbelzinnig
getoond, dat het de quintessence van de
zaak niet heeft begrepen. Had men, be
halve aan het einde, ook nog op andere
©ogenblikken van zijn bewondering wil
len doen blijken, dan was daarvoor in
beide films ruimschoots gelegenheid ge
weestIn beide waren tal van schoonc
momenten; in het bijzonder trof in beide
projecties de uiterste correctheid in hou
ding en beweging.
Wanneer het verslag in het
van 27 Maart ook onder de oogen is ge
komen van lezers, die de Zweedsche
gymnastiek goed kennen, dan zullen
deze wel wat verbaasd gestaan hebben
van de indceling der lichaamsoefeningen,
zooals Dr. H. v. B. die maak-.,- In zijn
voordracht heeft hij duidelijk gemgd, dat
deze indeeling van hemzelf is en niet
ontleend is aan de Zweedsche handboe
ken. Bovendien is de indeeling in het
verslag onjuist weergegeven; ter recht
vaardiging van den spreker mag ik er
dan ook waarschijnlijk nog wel even op
wijzen, dat deze de hygiënische oefenin
gen alleen laat uitvoeren om den invloed,
die er van uitgaat op het lichaam, zijn
onderdeden en organen of orgaanstel
sels en dus niet om de waarde voor het
dagelijksch leven, zooals de verslaggever
hem liet zeggen, want als oefening op
zichzelf hebben de hygiënische oefenin
gen deze beteekenis geenszins. Ook
heeft de verslaggever den spreker in den
mond gelegd, dat in de tweede plaats
oefeningen, -van belang voor het beroep
moesten worden uitgevoerd. De waarheid
is, dat juist volgens spreker alleen die
oefeningen (naast de hygiënische) een
plaats in de les mochten hebben, die
voor ieder mensch in het dagelijksch
leven van nut kunnen zijn, en dat die
welke op een bepaald beroep aansturen,
juist nimmer in een algemeen stelsel
mogen voorkomen. Waar spreker deze
kwestie zoo terloops, ik zou haast zeg
gen aframmelde, kan ik mij begrijpen,
dat iemand, die niet volledig met de
denkbeelden van Dr. H_ v. B. op de
hoogte is, in het zeer snelle spreken van
dezen, ietwat verward geraakt is. Tegen
over de vakkundigen evenwel, die zelf
niet tegenwoordig waren, en uit het ver
slag- omtrent dc indeeling der stof alleen
zeer zonderling denkbeeld gekregen
moeten hebben, meen ik goed te doen,
een en ander recht te zetten.
H. L. WARNIER.
MET DE H. A. O. NAAR ZAND-
VOORT,
Als toekomstbeeld zien wij de ko
kende. groengeverfde, kwalijk rieken
de gé'egenheid bii de vischhal od de
Groote Markt, welke in dezen tijd
van autobusvervoer de pennen in be
weging bracht, geheel zonder gebreken
en verfraaid volgens het priizenswaar
dige Londensche systeem het boven-
aardsche met het onderaardsche ver
wisselen, terwijl kaar plaats zaJ wor
den ingenomen door een aardig, in
een bii de antieke omgeving passende,
Oud-Hollandsche stijl opgetrokken
stationnetje, waar een roodgetv'-'tte
stationschef, gowapjend met een z-g.
..pollepel" de uit de omstreken af- en
aanrijdende au'obussen vooral stipt
op tiid zal laten vertrekken en waar
de waohtendo passagiers, in tegen
stelling met den tegenwoordigen toe
stand. een van al'.e gemakken voor-
zime wachtkamer kunnen aautref-
fcn.
liet vervoer pe>- autobus neem*, hier
zeer toe. Zoo heeft onlangs de Eerste
IIsaflemsche Auto bus Ondom em ing.
directeur de heer G. Kemper, een ver
binding van Haarlem met Zand voort
tot s:and gebracht, waarvan wii in
verband met de uitstekende qualiteï-
van het vervoermiddel gaarne gc-
".v.vg maken.
Men moet zijn oogen al diep in <Jen
zak hebben, als men het reusachtige,
maar goed gevormde, roode gevaarte
n:et tera-ond opmerkt. Om hun. die
de bus nog niet aanschouwd hebben
een idee te geven van de ruimte dce
len wii slechts mede. dat er voor 32
perron en ruime zitplaatsen aanwezig
ziin. met de staanplaatsen kunnen er
50 passagiers vervoerd worden. Voot
dé heeren is er een speciale altrnc-
tie aan verbonden. Dat zit hem in liet
volgende: Tegen een ritje in een auto
bus bestaat voor de heeren één be
zwaar cn dat is het te billijken rook
verbod In deze bus bevindt zich ech
ter ook een afdeeJing „Tookon",
waar de heeren. onder het genot van
een havana of een sigaret, gemakke
lijk leunend in de veerende kussens,
•lo bijzonderheden en de mensohen op
den n eg door de brcede heldere ra
men in oogen schouw kunnen nemen.
Voor rookmatetriaal is gezorgd, alleen
moet men zelf het geurige kruid mee
nemen. De weg. welken deze bus kiest
is levendig en aardig, de route gaat
over den Wagenweg. Zandvoortsahc-
laan naar Zandvoord, terwijl aan de
Leidschevaart, Aerdenhout. Bent
veld. Zandvoort (Tol - cn Station) vaste
s'-onnlaatsen ziin.
Over het algemeen geeft dit middel
van vervoer een sOliden. comfortabe
len en keurisreu indruk. Een eigen
schap. die zii gelukkig niet met
eenige andere zusterties gemeen heeft
is de te lage kap. Men behoeft hier
niet kruinende. bukkende of met "liet
cc vaar ziin hoofd od' gevoelige wijze
'•e st.ooten binnen te treden. Iemand,
die nog onder de maat van den Heus
van Spnarnwoude valt. kan met ge
mak recht op staan. Wenscht men uit
te stappen, dan "rekke men slechts
aan een leertje en de chauffeur zou al
erg doof moeten ziin. als hij dé bel
niet hoorde.
Geeft men ziin oogen eens den kost,
dan trekt allereerst een overvloedige
verlichline de aandacht, bovendien
kan door een schuifsvsteem vrijwel do
ceheele leao verdwijnen, verschillen
de vindingen zijn aangebracht om
rammelen der ca rosse rie-deelen te
voorkomen. De heer Kemper heeft
veel zorg aan ziin machinerie en vee
ring gewijd het weinige stooton, dat
nog voorkomt, is de schuld van den
weg. hoewel het slechts goed voor dc
spijsvertering kan ziin.
In den zomer zullen op aanvrage
ook nachtverbindingen onderhouden
worden.
H. O. V. Leden-
concert.
Hei is veel te weinig bokend en be
grepen dat G. H. G. von Brucken-
Fock uit Aerdenhout een der meest
talentvolle componisten is. die Ne
derland op dit oogenblik telt Noch
tans iemand die een lied onderteeken-
de aLs „Rilzelpuizel", mug met eere
genoemd worden, 't \Vas jaren gele
den sinds ik het nog gehoord had;
toen had het mij een levendigen in
druk bezorgd, die mij bijbleef. Die
frissche impressie was nu niet minder
intensief, want door dc orchestratia
die de componist er van bewerkte,
heeft het door de leuke klankcombi
naties nog veel aan karakteristiek ge
wonnen. De liederen ..lm Herbet" en
„Es ist so still", hoewel zeer interes
sant van vorm ea kleur, konden mij
niet zoo zeer bevredigen. Rijper daar
entegen deden de Fransche liederen
aan. Prachtig vooral is „Les Ciga-
les". Wat een heerlijke orchestral©
illustratie schreef de componist hier
bij. Doch ook „Le Chasseur noir" en
„Fuite de centaures" bieden bladzij
den van verheven lyriek met krachtig
opzwaalende dramatische momenten.
Naar dezo volgroeide composities te
oordeelen. en ook naar zooveel andere
die wij vao hem zagen, doch helaas
niet of al te weinig hoorden uitvoe
ren, mogen we, zooals ik reeds zegde
den heer G. 11. G. von Brucken-Fock
tot de Hollandsche.toondichters reke
nen die werkelijk wat te zeggen heb
ben, te meer nog omdat hij in zijn
richting vrij onafhankolijk staat- On
danks groote veelzijdigheid die zijn
werk kenmerkt, is het moeilijk te be
palen welke meesters zijn talent be-
heerschen. Zelfs zijne gematigde mo
derniteit in sommige werken is niet
thuis te brengen onder deze of gene
richting. Von Brucken-Fock gaat be
wust zijn eigen weg. en zijn arbeid is
des te krachtiger omdat hij zoo stevig
gedecideerd is, en heelomual niet den
indruk wekt van experimer^en.
't Mag ons daarom verheugen dat de
Aerdenhcutsche componist in den
laatster» tijd weer door liederen die
van hem gezongen werden, de aan
dacht tot zich trok. Muar tocti tuog
lang niet zooal» hij dat verdient.
Mevr. Maks-Verschuur zong de zes
liederen met veel begrip en doorvoel
de muzikaliteit, het timbre harer
stem gaf echter niet steeds volle be
vrediging; dat acht Lk evenwel niet
het voornaamste, de juiste expressie
en een zuiver artistiek sentiment is
uiij heel wat meer waard, cn hiervan
gaf dc zangeres de volle maat.
Aan do instrumentale vertolking
der liederen had de heer Geyharz zijn
beste zorgen besteed.
Niet minder ook aan de uitvoering
van de zesde Symphonic vott Tschai-
kowsky; 't was wallicht de beste van
al de executies-die het orkest er reeds
van gaf.
Daar de concertmeester Willem
Knikker wegens ongesteldheid verhin
derd was, fungeerde de alt-solist, da
heer Schmidt voor solo-viool. Als zoo
danig speelde hij met warm gevoel en
moeien toon de obligaatpartij in dn
prélude van ,,Le Délugc" van Saint-
Saêns.
Het orkest was in (lit stuk niet op
zijn best.
Er was oen schat van bloemen voor
de zangeres. Ook de heer G. H. G.
von Brucken-Fock kreeg zijn aandeel
en ontving bovendien een moolen
krans.
JOS. DE KLERK.
PERSONALIA.
Bij dc cxaméns Stenografie Diplo
ma A slaagden aan het Onderwijs-In-
stiluut N. dc Munnik, Stolzc Wéry-
schoolStanny Moltzer en Corrie van
Heeckercn van der Schoot, te Bloernea-
daalDora Fortgens, Bertha Rammelt
en Alida Muller, te Haarlem.
ARME TOET.
Als koning Toct-Ankh-Amen had
kunnen voorzien, dat renpaarden, ba-
bies, humoristische liedjes, sigaren,
cigaretten, parfums, japonnen en
haarwater naar hem genoemd zouden
■worden, had hij zich waarschijnlijk in
zijn sarcophaag omgedraaid voor hij
eruit gehaald werd.
EN ARME CHARLIE.
Dit is ernstig. Count Dombslci', de
Pootecho graaf, die met de vermaar
de filmactrice Po'Ia Negri getrouwd
was, houdt vol, dat zijne echtschei
ding niet officieel is. Daarom wil hij
naar Los A angel os om met Charlie
Chaplin te duelleercn. Charlie heeft
de keuzo van wapenen en zal zich
waarschijnlijk op keukengerei verla
ten, in het gooien waarvan hij een ja
renlange oefening heeft gehad.
TER OVERDENKING. 'D
Een groot Engelsch weekblad, sdhrij-
vende over de te Londen gehouden
Ideale-Woning-Tentoonstelling merkt
op, dat er drie artikelen op deze ex
positie ontbraken. Een tuinmuur, die
onbegaanbaar is voor katten, een niet-
krakende trap voorhuisvaders, die
laat thuiskomen en een patent
brievenbus, die automatisch Duitsch-
Nederlandeche bloembollencatalogi
weer op de straat werpt. Dit ter over
denking aan Nederlandsche bollen-
kweekers, die hun catalogi in Duitsch
land laten drukken, wat iedereen, pok
een Engelsdhmain, zien kan en er
soms ter verduidelijking nog Duitsche
postzegels op laten plakken ook.
ADRESRAADSELS.
De Engelsche Minister van de Pos
terijen heeft uit een oogpunt van be
zuiniging een der af deelingen van zijn
departement afgeschaft, n.l. dat he
iast was met het oploss&n van raad
sels, die sommige briefschrijvers op
hun adressen pleegden te zetten. Niet
slechts onduidelijk geschreven adres
sen, die moest de nederige bezorger
zelf maar ontcijferen, neen, formeele
raadsels.
Deze raadsel opgeverij was in Enge
land sinds jaren een soort sport.
Schooljongens, die anderen graag aan
hel werk zagen en hun pas veroverde
kennis wilden luchten, schreven soms
adressen in latijn, slechts met het
doel om 'l den postbeambten moeilijk
te maken. Dc laatst en wonnen altijd
in dezen strijd, zij het soms niet zon
der inspanning en verlies van kost.lij
ken tijd. Een brief werd ter verzen
ding ontvangen die het volgende adres
droeg:" Lormair, Manchouse, Londen".
Ilij werd na eonig gepeins bezorgd bij
den Lord Mayor (burgemeester) van
Londen in zijn ambtswoning, het Man-
(Daily Sketch, Londen.)
Denkt u er om, links houden,
wanneer u dezen hoek omgaat.
Zeg eens, ends! Is het noodzake
lijk. dat wii dezen hoek omgaan?
Natuurlijk..".
TT zult een prachtlgon waterval
zien en een stroomversnelling en als
u de dames vraast. om een oogenblik
met praten op te houden
Zult u een ontzaglijk lawaai
hooren.
«ion House. Een andere brief bevatte
alle letters van het alfabet behalve de
1. De post-autorïteiten begrepen na
eenig nadenken, dat, de goadresseerde
een meneer Gcenel (Hollandsche le
zing) moest zijn. Dit zijn slechte enke
le voorbeelden uit vele flauwe aardig
heden, die Engelsche briefschrijvers
zich ten koste van eene officieele ia-
stelling en de belastingbetalers
veroorloofden. Nu is het uit. Een der
gelijke brief gaat nu retour aan den
afzender, zooals liet behoort. De post
heeft wel wat anders te doen dan kin
derachtige raadseltjes op te lossen.
Het grootsto raadsel echter is, dat
do postautoriteiten in Engeland dit
spelletje zoo lang getolereerd hebben.
ESKIMOS EN DE OORLOG.
In het hooge Noorden van Canada
ligt een ontzaggelijk uitgestrekt land,
dat bewoond wordt door een driedui-
zen Eskimos, die totnogtoe zich onder
scheidden door een ijzige kalmte.
Maar kortgeleden is er plotseling
een epidemie onder dit vreedzame
volkje uitgebroken, die zich uit in
moorden c.n zelfmoorden. De Canadee-
sche politie die er altijd met het groot
ste gemak de orde gehandhaafd had,
rankte hiervan reeds spoedig over
stuur en zond een sterke expeditie om
naar de redenen van doze plotselinge
heftigheid te onderzoeken en dc schul
digen te straffen. De expeditie kwam'
terug met een rapport, dat de troébe-
len niet moeeten worden toegeschreven
aan de heerschende veelwijverij en de
daardoor ontstane jalousie (sic!) maar
aan een psychopathische besmetting,
waarvan de oorzaak gezocht moet I
worden in den wereldoorlog.
Zelfs dese neutralen Het zon-
denregister van de periode 19141918
wordt steeds zwarter.
EEN HERCULES.
In Ween en treedt tegenwoordig een
krachtmens-li op, dat alle vroeger ge
leverde prestaties in den schaduw
stelt. In deze dagen van lichaams
kracht wordt hij aangebeden en in
korten tijd is bij, Bi'eltbart, een der
belangrijkste menschen in de thans
zoo arme Oostenrijksche hoofdstad ge
worden.
Breitibart is 34 jaar oud en heeft
een Rngte van ongeveer 2.07 Meter.
Hij bijt met de tanden do schakelver
bindingen van een halve centimeter
dikke ketting dcor, buigt ijzeren sta
ven van een centimeter dikte tot rin
gen en maakt er later spiralen va».
Hij sl-iat mei een enkele vuistslag eon
spijker in eat dikke plank, nadat hij
eerst de punt van de spijker heeft af
gebeten. IIij buigt een rail van 10 cen
timeter dikte en 6 centimeter breedte
dubbel.
De wereld wacht sands lang op den
krachtigen man om haar uit 't moeras
te trekken. Maar helaas, het moeras
is niet tastbaar, de kracht die physiek
is, helpt de arm© wereld weinig voor
uit.
EEN DUTJE.
Als het volgende ook maar voor een
kwart waar is, is hei al merkwaardig
genoeg. In een Zweedsch dorpje leeft
een vrouw, Karoline Karlsdatter, die
32 jaar lang onafgebroken hoeft ge
slapen. Twee-en-dertig jaar geleden
viel Karoline als dertienjarig meisje
op school over haar boek iu slaap.
Haar fósle verjaardag was gepasseerd
toen zij weer voor het eerst wakker
werd.
Allo lussehentijdsche pogingen óm
de slaapster te wekken, faalden. De
reden van haar eindelijk ontwaken
ligt even zeer in het duister als die,
waarom zij in 6laap viel. De les moge
haar dien middag op school niet bij
zonder geïnteresseerd hebben, maar
een dergelijke hardnekkige slaap kan
toch mceil ijk den onderwijzer aange
wreven worden.
Stel u de sensatie voor van Iemand,
die als kind in slaap valt en niet ont
waakt voor er 32 jaar van buitenge
wone wereldgebeurtenissen gepas
seerd zijn. Welk een onderwerp voor
o;-a der fantastische Zweedsche
'auteuis, voor wie Amsterdam's bur-'
gemeester zulk eene bewondering
koestert.
Karoline zegt, dat zij zich volkomen
'opgefrischt voelt, wat te begrijpen is. 1
I-Iaar grootste wensch is, om de op
voeding te vervolgen, die op zoo zon
derlinge en ontijdige wijze werd ge-
broken. Het verhaal, dat wij met alle
voorbehoud geven (maar toch met de
herinnering, dat het voor Aprilgrap
pen te laat is) vermeldt ziiet, of Karo
line nog kan herhalen wat meester op
dien gedénkwaardigen middag, 32
jaar geleden, het laatst gezegd heeft.
EEN FLATER
De journalistiek is een gejaagd bc-
roep. Op snelheid komt aiies aan,
ook wait betreft de technische verzor
ging. Daardoor zijn technische ver
gissingen niet uitgesloten, ook niet
van de soort, die een paar jaar geleden
bij eon Engelsch blad gemaakt werd.
De opmaker verwisselde in de haast,
bij het maken van de Laatsle-Nieuws-
kolom dc bovenschriften van twee bc-
i richten, zoodat boven het verslag van
een treinramp in de buurt van Ply
mouth te lezen stond: „Een interes
sante gebeurtenis" terwijl de vermel
ding yïiii een huwelijk in den hoogen
adti werd aangekondigd met „Een
vretsclijke tragedie". De fout word
achterhaald, maar niet vooidri dc
snelle persen honderden vèrkeerde
exemplaren hadden afgeleverd, die
intusschen in de stad verkocht wer
den.
SLEGHTE BETALERS.
„Lientje", zei de onderwijzeres, „ik
zal je een som opgeven. Als je vader
aan don slager vijf gulden veertig
schuldig was, aan den schoenmaker
drie gulden zesenzestig on een half.
aan den melkboer twee gutden vijf
tien, aan den kolonlevernneier ze
venenveertig gulden vijftig en aan den
kleermaker vijfentachtig gulden..."
Lientje (op vertrouwelijke» toon):
„Dan zouden wij verhuizen, juf".
Oude dome, die in onzachte aanra
king is gekomen met een jeugdig wiel
rijder: „Kun je niet bellen?"
„Jawel, maar niet fietsen".
Landloopers worden in den regel
niet al te vriendelijk ontvangen en
meermalen hebben zij goen lijd, be
hoorlijk het do l van hun bezoek uit
t«- leggen. Vandaar dat een hunner
zich onlangs kortheidshalve als volgt
uitte.
„Mevrouw, hebt u een glas water
vooi mij, ik heb zoon vreeselijken
honger, «ai ik niet weet, waar ik deu
nacht zal doorbrengen".