HAARLEM'S DAGBLAD Dinsdag 10 April 1923 TWEEDE BLAD Ingezonden Van ingezonden ptnkken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopie den inzender niet teruggegeven. Voor den inhoud dezer rubriek stelt do Redactie zich niet aansprakelijk. Aan den weledelgeb. heer „Hendrik van Heemstede". Beste Hendrik, Mag ik beginnen met je verschoo ning te vragen voor de familiaire wij ze, waarop ik je aanspreek. In het velrvolg van mijn brief "zal het je wel duidelijk worden, dat het pracdieaat. „Beste" hier geenszins misplaatst is. Ik lieb namelijk gisteren naar aan leiding van uw laatsten brief even aan het bureau van de krant aangescheld en naar je gevraagd om eens vertrou welijk met je te praten over „het pompje en de Bleekersvaart". De por tier, overigens een welwillende man, kon me echter niet op het .rechte spoor helpen. Toen ik hem vroeg of ik „mijnheer Hendrik" even mocht spreken, keelt hij mij met groote oogen aan. Wij hebben hier verschillende Hendrikken, wel een stuk of acht, zei hij: Brave Hendrik b.v, schrijft ver slagen en versjes bij gelegenheid van jubilea, trouwpartijen en begrafe nissen; Hendrik de achtste schrijft doodende oriiïcken over communisti sche wetten en verordeningen en over slechte litteratuur-producten. Koppige Hendrik ken ik ook wel; die heeft lo gica gestudeerd bij prof. Bolland en is de schrik van ingezonden stukken- liefhebbers, en zei hij, nu de trouwdag van Vera en den ontvanger definitief is vastgesteld ('t deed me goed het te hoomi, want ik was altijd bang dat het engagement nog eens zou afra ken) wordt zelfs van do zijde van den krans versterking en veirfrissching van de Hendrikken-generatie ver wacht en komt er dus jonge Hendrik bij; maai- Hendrik van Heemstede, hm! bij is zeker niet erg ia tel kunt u mo misschien zeggen, hoe hij er uitziet"? Dut kon ik natuurlijk niet; maar ik waagde toch de veronderstel ling, dat bij misschien wel aan zijn reukorgaan kenbaar zou zijn, omdat ik wist, dat hij dat zoo voortreffelijk kon gebruiken. Ja, zei de portier, dat is toch de traag; want een behoorlijk reukor gaan hebben al onze Hendrikken. Dat ligt in den aard of liever in den naam van het beestje opgesloten. Weet u niet ,dat Hendrik afkomstig is van Jlenricus en Ilenricus weer van „Hé, ruik us"? Dat moest een grap verbeelden; rnaar ik vond zoo iets tegen iemand van mijn standing toch wel oen beetje ongepast, 't ls mogelijk, dat, de man mij evenals jou niet erg hoog schatte, mijn hoed en mijn overjas wairen niet nieuw meer en misschien hield ik mijn hoofd wel scheef, in elk geval, ik droop maar af en besloot, ofschoon wel wat ontmoedigd, even een briefje aan je te schrijven en ie daarbij, ora njet met al die andere Hcndrikken in conflict te komen, maar mot „Beste Hendrik" aan te '"-preken. Welnu, lieste Hendrik, ik geef je toe, dat nog niet alle onaangename geur geheel en voor goed uit Heem stede verdwenen is. Lange clen Blee- kersvaa-rtweg bemerkt men er niets meer van, dat zijn we toch samen eens, en verder is het sporadisch. Als men er naar zoekt, dan kan nten in derdaad wel eens een onaangename gewaarwording ondervinden bij cene wandeling langs het stuk smalle vaart (Zandvaartje) dat achter Raadhuis en Raadhuisstraat in de richting van de van Merlenlaan naar de Kerk laan loopt. Hoe komt dat nu? Gij zegt, dat is vuil water uit de Bleelceirsvaart daarheen gedreven. Ik geJoof liet niet en om je dit duidelijk te maken, het volgende: Ons program van waterzuivering, al is reeds meer dan een half jaar ver- loopeu, is nog niet beëindigd. Dat sluit niet alleen 111 doorspoeling van de Elee kersvaart en van de door de bebou wing in Bosch en Hoven met vervui ling bedreigde Crayenestervaart (ver geet ook dal niet,!) maar buitendien demping van modderpoelen (zooals langs de Zandv. laan bij de Leidsche Vaart en nu onlangs ook aan de Kerk- laan en den Ileevenweg tegenover de Zand voor tschc laan is geschied), uit baggeren van de verschillende water wegen en ten slotte nog een voor naam punt: verbetering van dc riolee- ring. Door de welwillende medewerking van ueiï Raad kunnen B. en W. nu aan al deze verbeteringen hun aan dacht wijden en doen ze dat ook. Het uitbaggeren der waterwegen is nu ge beurd in de Bleekeosvaat t en met goed gevolg; sedert kort ook in de slooten aan en bij de Vrijiieidsdreef (Groenendaal) eveneens met succes; maar het tusschen Bleekersvaart en 'genoemde sloten gelegen stuk Zand- vaart, evenwijdig aan de Raadhuis straat, is nog niet uitgebaggerd en heeft dat misschien het meest noodig. Dit vaartje loopt langs den achter kant der huizen en wordt daarom door velen beschouwd als een welko me gelegenheid om er doode konijnen, honden, katten, kippen en ander vuil in kwijt te raken; buitendien monden er eenige riolen op uit. En nu valt op te merken, dat terwijl langs de Vrijheidsdreef. en in de Bleekersvaart zoodra we flink doorspoelen, het wa ter helder is, het daartusschen lig gende vaartje een vale kleur behoudt, indien het vuile water uit de Bleekers vaart inderdaad in de richting van Groenendaal zich verspreidde cn niet in hoofdzaak onder de IJzeren brug door langs de verlengde veel diepere Bleekersvaart naar 't kanaal werd af gevoerd, dan konden de slooten langs dei Vrijheidsdireef geen helder water bevatten; want het vuile water uit liet Zandvaartje zou dan daarheen ge dreven worden. Trouwens, als do pom pen met volle kracht werken, kan men de strooming in de richting van het kanaal duidelijk zien; terwijl ach ter het Raadhuis geen stroom is te bemerken. Ik ben daarom van meening, dat, als het vervuilde vaartje eens flink is schoongemaakt en de bewoners daar een weinig willen medewerken, we ook ln die buurt geen last van onaan gename geuren meer zullen hebben. Nog één vraag nïo-et ik je beantwoor den en wel of de pompen niet lang en niet krachtig genoeg werken? Inder daad is dat wel eens bet geval. Niet door een gebrek aan de pompen (die werken uitstekend), maar omdat we als echte Heemstëders zuinig zijn. Hoofdzaak is voor ons: geen stank meer en daarvoor is het niet noodig, dat het stro om gem aal, zooals je het noemt, (vroeger was* het maar een pompje) zijn volle tienduizend kubie ke meters per dag levert. We laten daarom meestal slechts één pomp wer ken en malen ook niet in den zooge- non de 11 spertijd van den electri- schon stroom. Zoo zijn we in liet afgeloopen jaar dan ook behoorlijk heneden de be- grooting gebleven. B. en W. zijn niet van meening, dat een begrootingspost noodzakelijk moet worden opgesou peerd. Ik hoop. Beste Hendrik, dat je nu tevreden zult zijn of althans nog wat geduld zult oefenen; ik twij fel niet of dat geduld zal rechtmatig worden beloond. Hoogachtend, Dr. DROOG. Heemstede, 10 April 1923. Maar dokter, hoe heb ik het nu met je? Iloe kan een medicus, die beter dan iemand weet, dat men alle dingen op hun watrc plaats moet zoeken, naar Hendrik van Heemstede vragen op het bureau van de krant te Haarlem? Te Heemstede had je moeten kijken en hot verwondert mij dan ook, dat de huisbewaarder dat niet, gezegd heelt; hij zal to verwonderd zijn geweest over al je Ilendrik-grapjes, want die zijn met van kiem, dat weet ik beter. En zóóveel Hendrikken heeft de re dactie ook niét. lie noodige jannen en Pieten zijn er ook bij. Die afstam ming van den naam Hendrik is goed gevonden. Mijn compliment! Maar b-ijf de redacteuren van het. Leidsche W oordenboek voorloopig uit den weg. Met belangstelling heb ik je be schouwing ovef dc Hoemstecdsche wateren gelezen. De Lesseps, Caland en Conrad,zijn er niets bij. Stellig ben je de beste waterbouwkundige onder de geneesboeken en de beste dokter onder de waterbouwkundigen. Als er een stuk van het Zandvaartje uitgediept moet worden, dan ben ik daar sterk voor. Maar asjeblieft dan ook een beetje gauw! Geur zien we ge noeg maken, de taak van het gemeen tebestuur is verwijdering .van alle geurmakerij uit dc openbare wateren. Overigens ben ik zeer benieuwd naar de rioleerïngsplanne». Dat is 't be langrijk: le van alles. N11 dokter, van harte gegroet en als je mij weer eens noodig hebt, zoek mij dun niet zoo ver a.f, maar waar ik ben. Wie zoekt e|r de hersens in de buik en de milt onder 't schedeldak Foei! Stadsnieuws de volksuniversiteit en de arbeiders. A ld ui de titel ven een artikel van den eer J. S. Barlstra, vun Haarlem, in „qe Socialistische Gids". Schrijver maakt daarin de opmerking dat dc onderwerpen, die do arbeiderseer- a het meesto trekken nogal dikwijls de hoogst-viiegende en meest-onivatlende zijn: ,,De grondslagen van de kapitalis tische Maatschappij" of „De afstamming den meiiseh". lüii meestal nog alleen dan wanneer ze gegeven worden door „gé- •:1de sprekers". Staan zulke onderwerpen niet op het programma of vindt men niet bekend partijgenoot op liet lijstje, dan r ,.ni|ls voor ons bij." Maar tegenover dat alles staal, dat de arbciderscinsisten zich over het geheel bepalende bij die or. denverpen. waarvan ze reeds iets. afweten door de behoeften van hun maatscbapp'. lijlceii en politieken strijd of doordat dl ze liggen binnen het voorloopig nog begrens-' de kringetje van hun belangstelling, toch weer juist de goede richting ir.geslu gen zijn naar hun degelijker en dieper ontwikkeling. Althans wanneer zij daar bij in haaiden gevallen zijn van de goede docenten. Deze persoonlijke indruk van de eigenschappen en belangstelling van de arbeiders als cursisten toetst schrijver ui aan de sl.atistieken van de jaarversla- :n van verschillende volksuniversi- Uit die van de RotterJamsche conclu deert schrijver dat de arbeiders relatief de sterkste belangstelling hebben voor vak keu van praetische beteokenis voor hun maatschappelijke positie en strijd (tech niek, raylorslolsol) of voor eenvoudige issen in de exacte wetenschappen, liet blijkt' verder, dat speciaal do meei geschoolde arbeiders tot de trouwste be zoekers behoorden. Met do arbeidorsvrou- was zulks coliter niet het geval. Een verslagen moldde: „Bij de vrouwen zijn het vooral dc kantoor- en wmkelbe dienden en dc vrouwelijke huisgenooten middenstanders, die als de trouwste bezoeksters mogen worden aangemerkt." De reden aldus naar aanleiding daar van de heer Barlstra zal wel niet ver te zoeken, zijn. Wat het relatief trouwe be zoek der lessen door de arbeiders betreft, beu ik in staat dit verschijnsel nog be 'estigd le vinden in gegevens van mijn eigen volksuniversiteit Haarlem. Ik heb hier voor mij liggen een lijstje van 9i5 sten, die gedurende den winter 1920- 1921 van hun leergang geen cnkclo of slechts één bijwoonden, de „aarlsspijbe- dus. Daaiuuuei zijn 13 arbeiders (d.l. een percentage, iets gunstiger dan het normale, aangezien in het overeen Komstige jaar liet aantal deelnemende ar beiders aan het totaal van onze surcussen 18,3 was)15 handels- en kantoorbe dienden, 17 onderwijzers en....* 16 hoo-i gere ambten aren, gestudeerden, bankdi recteuren, industrieelen enz. 'Bas echt merkwaardig wordt echter dit feit, als we gewaar wordem, dat van deze 13 arbeïderscuisïst'en 8 ingeschreven waren voor denzelfdeu cursus: een leer gang waarvan dó docent plotseling ver hinderd was en door een ander, een min der bekend „spreker" vervangen moest worden. Slechts 3 niet-arbeiderscursisten maakten zicli in dit geval aan hetzelfde euvel schuldig; terwijl vnj slechts 5 arbei ders over de 15 andere cursussen op bet spijbellijstje verspreid vinden. Dan ziet schrijver de vraag onder de oogen: ko men de arbeiders terug naar cursussen? Hij memoreert dat in Haarlem in den winter 1922'23, de vierde van het beslaan der volksuniversiteit, de „kern" bestaat uit 20J personen op de ruim 900 ingeschre venen, d. i. pl.m. 20 Onder die kern waren 55 arbeiders d.i. 25.9 en van die 55 waren er 15, die alle 1 iaar ingeschreven' waren, of 2S.5 terwijl van dc 151 niet- arbeiders 25 d.i. 16,5 ielkeus waren te ruggekeerd. Naar zijn meening kan dus veilig worden geconcludeerd dat do ar beiders tot nog toe geen slechtere cursis ten zijn geweest dan de anderen. Toch een vaag gevoel vnn onbevredigdheid be- heerscht menige arbeiderscursist, wan neer hij eenige jaren de cursussen van de volksuniversiteit heeft meegemaakt en voor3l wanneer hij deelgenomen heeft'aan practica of werkcursussen Geklaagd wordt over een gebrek aan voor-opleiding; waarover echter ook cur sisten, die uit „andere k^ngen" voortko men, klagen. Schrijver oordeelt dat onder scheidene maatschappelijke omstandighe den daarvan de oorzaak zijn. Hij zet ver der uiteen dat wat de arbeiderscursist, of liever in het algemeen de cursist met ge ringe ontwikkeling, gewoonlijk in min oi meer bedenkelijke mate mist, is zelfken nis. Van een zelfoverschatting van den ge wonen arbeiderscursist is het gevolg dal hij, als de. cursus goed js en vooral als het een werkeuTsus is en zeker als liij een verstandige kerel is, als een te kostbare, maar in zijn bijsmaak eenigszins zure winst te boeken krijgt dat hij in waar heid nog maar een heel klein weinigje kennis bezit en dat van dat weinigje nog weer minder door hem begrepen is. En nu zijn het wel heel sterke beencn, die deze socratische weelde dragen kunnen. Laten wij, zogt de heer Barlstra, het den Zwak- kergeheenden niet euvel duiden, dal zij, ontgoocheld in wat hiér een soort zielige illusie was, wegvluchten zoo hard zij kun nen, van die volksuniversiteit, die hun allerminst wctensblijhcid bracht. Het is om die reden 3at vee! cursisten do volksuniversiteit weer don rug toekee- ren na eenige jaren aan haar cursussen te-hebben deelgenomen. In liet tweede gedeelte van het artikel bespreekt de heer Bartstra de middelen om de cursisten nog meer te trekken en vooral to houden. Hij raadt ann de programma's vooral srui;-1 Lelijk te maken, voor pakkende outler- werpen 1c zorgen en voor goede docenten. Een ander middel ziet hij in de luisler- eursusscn, om dan van die luistercursus sen to komen naar de werk- en sussen, de practica en de studiekringen. Wanneer aldus schrijver aan hel einde van zijn artikel de cursisten terugkec- ren, wanneer wij bij hen het ve: hebben weten te vestigen dat ze goeddoen met zich aan de leialng van de volksuni versiteit toe te vertrouwen, het vertrou wen, dat zij altijd iets van hun gading onze programma's kunnen vinden zonder veel zoeken, dan kan ook langzamerhand die kameraadschappelijke band tusschen aile gegadigden der volksuniversiteit ko men, die to'. nog toe maar al te zeer ont breekt en die eigenlijk ook door de orga nisatie van een cursistenkern nog maat zwakjes blijkt te zijn gobiacht. ,-Mij is het ten minste altijd nog opge vallen besloot hij hoe betrekkelijk kil toch altijd de stemming, zoowel der leden- als der cursisten-vergaderingen nog was, zelfs onder de ammeerende leiding jVan een voorzitter als Gerhard. En do werkcursussen brengen wel den band schen cursisten en docent, maar daarom nog niet tusschen cursisten en -ut :eïï. He. ïs mij zelfs gebleken, dat iver denken om op eigen kosten me', den locent verder te gaan. toen de univers'- rit de cursus niet onmiddellijk kon :3t-.en, natuurlijk oni liet geld. Toen bicek lat die kosten wel wat erg boven hun «egrooting zouden gaan, is niemand, vooi :oover mij bekend, op het idee gekomen >an een extra donatie aain de vereeniging Iet is maar al te begrijpelijk dat ze op het 'ogenblik nog als droog zand aan elkander hangen. Hon binden en zullen ook ii toekomst blijven binden de banden oeialc kringen waartoe zij elk in hun dagclijkscii leven beboeren. Maar schrijver dezes, ofschoon nanvan- kelijfc ook zooals menigeen eenigszins schoorvoetend in de votksuniversiteilsbe- ;ing getreden is hel zich wel langza merhand bewust geworden niet het ist door de samenwerking met A. 11. Gerhard, dat wat ons doet samengaan toch wel een sohoon ideaal is: het ideaal liet humanisme in zijn zuiversten i, liet ideaal dat ook in de Fr&nsulie revolutie weer opbloeit, hol ideaal van dc vrije volksontwikkeling. Dit gevoel van saamhoorigheid van allen, die op eeuiger- lei wijze meewerken aan de volksuniver eit, dit gevoel kan in de toekomst ver der gedragen worden door een goe-d geor- gansseerden cursistenkern." Verla-g^ng Po st rait even. De Kamer zond liet volgende schrij ven aait den minister va.n Waterstaat ..De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem cn Omstre ken heeft, met belangstelt ine kennis genomen van het door uwe Excellen tie gesprokene, 'bij de behandeling van ■het wetsontwerp tot regeling van in komsten en uitgaven van de Pos terijen. de Telegrafie en Telefonie voor het dienstjaar 1923. alsmede van het antwoord van uwe Excellentie di. 23 December 192-2 po. 12/1 op het schrijven dezer Kamer van den Oden November 1922 no. 5139. Het standpunt der Regeering, dat de bedrijven va.n den Staat aidus moeten worden beheerd, dat nadeelige sloten worden vermeden, erkent de Kamer als juist waarbij echter over wogen dient te worden of onder be paalde omstandig each, vooral de be langen van sommige Likken van in dustrie. niet eischcu. dat bijv. cour een nog krachtiger beperking der esploitiiliekosten van het betrokken staatsbedrijf, een mogelijk te kort bij een verlaging der nctst'-arieven zou worden vermeden. Naar aanleiding van de door uw© Excellentie aangekondigde verlaging van enkele onderdeden van de posl- tarieven. meent de Kamer op ten enkele der eroote moeilijkheden te moeten wijzen, waarmede oju. hot visscliérsbedrijf te IJ muiden t e kam pen heeft. De hooge kosten, welke verbonden zijn aan hol verzenden van periodieke prijscouranten, werken na,ar vele zij den. uiterst belemmerend. Het artikel zeevisch ls waarschijn lijk meer dan eenig ander artikel onderhevig aan zeer groote prijsfluc tuaties, welke meermalen in één week 'iid. vooraL tengevolge van onbesten dige weersgesteldheid, voor boven genoemi artikel wisselen van 50 tot 100. ia zelfs tot 150 pet. Ter voorkoming van auaesties met ziin afnemers dient daarom door den handel geregeld \-oeling geghouden te worden met den consument, wat vroe ger geschiedde door de verzending van wekeliiksohe of 14-d'a-agsohe prijscou ranten, tot een tarief van 1/2 oern. De verhocigi.ne van dit tarief met 400 pet. heeft tengevolge gehad, dat dc wekeüiksche en 14-daassoke prtjs- bladen vervangen ziin door maande- liiksche-, tweemauridoliiksche- of tus- scheutiidsche berichten, welke door hun niet bindend karakter veel van hun nut hebben ingeboet- Teneinde een en auaer met cijfers te verduidelijken hebben wil over de taren 1915, 1916, 1921, 1922 c-n 1923 gi-obale cijfers verzameld JVan het aan tal verzonden prijscouranten bij een der groote handelaren te IJmuiden. Het resultaat, van dit onderzoek is samengebracht in onderstaande label Prijscouranten aan particulieren 19151916 pl.m. 800 per week. 1921verzending per maand. 1922verzending om de twe>e maan den. 1923verzending om de twee maan den. en wel pl.m. 4000 per keer. Prijscouranten aan handelaren: worden niet meer iedere week. doch zoo nu on dan verzonden (circa 400 per keer). Prijscouranten aait hotelsdito. (circa 1000 oer keer). Wanneer het mogelijk ware de des betreffende porti ie verlagen, is zeer waarschijnlijk een sterke vermeerde ring in de verzending van boven staand materiaal te verwachten. Naast de mogelijke voordeelen, we.ke daaruit voor het bedrijf der Posterijen. Telegrafie en Telefonie voortvloeien, zal speciaal hel visr-v misbedrijf de gelegenheid krijgen ziin artikel in breeder kring bekend be maken, doch tal van nevenbedriiven Mrukker ion, '.ouwslftgerijen, nettenfabrieken. kolen- leveranciers) zullen den gunstieen in vloed van een verlaging van dit tarief bemerken. Door in het bijzonder «e aandacht no het boven omschreven bezwaar te vestigen, wenscht onze Kamer geens zins te kennen -t geven, dat rii de overige thans ge'dende tarieven niet te hoog acht. integendeel, zij blijft met kk-m aandringen op zoo smedig mogelijke verlaging der thans gelden de post tarieven tdïe een in hoove mate belemmerenden'druk op liandei en in dustrie leggen. bal c. j. de lance. Zaterdagavond heeft de heer G. J. do Lange voor zijn leerlingen in hot Brongebouw een bal of beter gezegd een feestavond gegeven. Na 'Loop zullen deelneemsters «t deelnemers met de prettigste herinneringen zijn' teruggekeerd. Verschillende factoren hebben daaraan medegewerkt. Aller eerst dc gelegenheid, dat men daar tot laat in den avond een dansje kon maken, ton tweede het strijkje met Piet Post aan de piuno, maar zeer zelcer ook de opvoering van hei inter mezzo Winter, lente en zomer", waaraan een zoo groot mogelijk aan tal leerlingen heeft kunnen medewer ken. Het intermezzo werd op zoo'n aardige en keurige wijze uitgevoeid, dat het de moeite waard is om een en ander uitvoeriger te bespreken. Het eerste tafereel „Winter", liet ons dei roolijke schooljeugd in haar element' zien. Onder het gedwarrel der sneeuw dekken vermaakten zij zich met sneeuwballen en schaatsenrijden. De ïjswals van een achttal meisjes vorm de een attractie. Aan alle winterpret- em einde, hetgeen gedemon streerd werd door een leger van ka boutertjes, die het terrein naai bchoo ren van sneeuw zuiverden. Deze ar beid werd volbracht onder het vroo- lijk gezang van: „Langzaam, zeker voorwaarts gaan". In het tweede tafereel, „Lente", aren deze baardige heeren bezig met tuinieren. Vervolgens kwam de lentebode op, welke den tijd gekomen achtte, dat de bloemen ontwaken, waarop dc kabouters de laatste belet selen wegruimen en de bloemen te voorschijn komen om na liet ontwa ken een fraaien dans uit te voeren. Het koor zong daarna „De lente is weer gekomen". Het derde tafereel „Zomer", gaf een kleurig tooneel te zien; boeren en boerinnen, door wien de oogst wan binnengehaald. Daarbij werd „Sik kels blinken, sikkels klinken" in koor gezongen. Na een boerendans, vorm den alle medewerkers een tableau. Verscheidene malen moest er gehuild worden. Na afloop werd den heer de Lange een bloemenhulde gebracht, ook de pianist, de heer J. Post, mocht een huldeblijk in ontvangst nemen. Verder had de avond een prettig verloop. TE WATER GERAAKT. Zater dagmiddag waren drie jongens op het steiger aan don Schotersingcl nabij de Joh. de Braystraat aan het spelen. Zij geraakten daarbij tc water. Toeval lig passeerde de glazenwasschcr N. M., die cr in mocht slagen, de dren kelingen op het droge tc brengen. Zij hadden geen letsel gekregen. Onze LaGbhoek STERK I Eene vriendin: Dus Kitty heeft haar verloving met dokter Mul ler afgebroken? Tweede vriendin: Ja, en wat denk je. dat hij gedaan heeft? Hij heeft haar niet alleen al zijn ca deaus teruggevraagd, maar haar ook een rekening oc zonden voor zeven en veertig visites I overal hetzelfde. A.In Afrika leert een man zijn vrouw eerst kennen, nadat hij niet haar ge trouwd is. B.Hm! Zou dat alleen maar in Afrik» het geval zijn? op het examen. Professor: Deze vraag schijnt u in moei lijkheid te brengen. Student- De vraag niet, maar het ant woord 1 S. D. A. P. Rede van Dr. Van der Waerden Maandagavond zou ju hot Brouge- bouw voor de Federatie Haarlem der S. IJ. A. P. optreden dc heer J. E. IVD u y s, lid der Tweede Ka mer. Deze spreker was evenwel door ongesteiuneid verhinderd, zoo- dat- in zijn plaats optrad Dr. Th. Var. der W aertleii, lid «Ier Tweede Kamer en van de Provin ciale Staten van Noord-Hoiiand. De met propagandistische op schriften behangen zaal van het Bron gebouw was flink bezet, toen to a uur de voorzitter, dc heer Schol de vergadering opende, die er de aan dacht op vestigde dat dc verkiezing an Woensdag a.s. ook van veel be lang is voor dc arbeiders. Dr. V a n d e r Wacnle n begon met uiteen te zetten, dat de taak der Prov. Staten tweeledig isZij zijn „kiescollege" vjor de Eerste Kamer en besturen de provincie. Volgens dc meaning van de S. IJ. A. I'. kan de Eerste Kamer wel verdwijnen, tnaar zoover is het nog niet. De uitslag van elke verkiezing wijst den volkswil aan cu de S. D. A- noemt dan ook weer deze ver kiezing tc baat om te protcstooren te gen het kapitalistisch stelsel, dat een woningpolitick voert waarbij de koor den van de beurs worden toegesnoerd, dat wil zorgen voor de veiligstelling van den gulden, maar vooral van den „gulden bij den huisbaas". Nu weer zal spoedig 50 op dc huren van 1916 gelegd kunnen worden en dat in een tijd, waarin do looncn achteruit gaan! Overal hoort men dan ook van sta kingen, want dc arbeiders zullen die loonsvermindering niet kunnen dul den, evenmin de verlenging van den werktijd, onder het mom van over werk vergunningen' De tegenwoordige regccriug zou er een moeten zijn v.m kracht en energie, als men ziet naar do cijfers 6010. Maar de vriendelijkste op merking die men over haar kan ma ken is da', zij is ..een regeering van lik urn-vestje". Zij heeft geen ka rakter, cr gaat geen kracht van haar uit. De premier heeft droevig en stuntelig broddelwerk geleverd met z i j n La i id b c; u wo n d e r w i j s w e t. Over de bioscoopwet durft tor. haast niet tc spieken in deze stao. waar geen eerlijke loopjongens zijn (gelach), maar ook die wet was knoeiwerk en heeft ten duidelijkste dc verdeeldheid van rechts aan den dag gebracht. Dit gebrek aan eenheid is uok gebleken toen de gehuwde amb tenares in de Kamer ter sprake kwam en bij dc behandeling van het plan voor een R. K. Universiteit. Er be staat geen overeenstemming vooral niet als het over geestelijk., ideëeie dingen gaat. En hoo zal het nu worden in de toekomst? Belangrijke punten zullon in den loop van dit jaar aan de orde komon- Een der allergevaarlijkste daarvan is de Vlootwet. Dc behandeling duar- ran is vertraagd met het oog op de verkiezingen. Maar dc S. P. A. P. eal wel zorgen, dat dit onderwerp op den voorgrond wordt geplaatst. Dan is danr de dreigende herzie ning van dc wet op- het L. O. Met een bedroevend klein beetje kennis worden dc kinderen uit de arbeiders klasse toch al afgescheept, spr. weet dat bij ondervinding uit den tijd toen hii lid was van de Amslcrdamsche schoolcommissie. En nu ial het weer erger worden: de klassen worden ver groot en hot zevende leerjaar wel niet afgeschaft, maar gesmoord. Do neer Coiijn heeft in c-en reeks van artike len in Dc Standaard uiteengezet, wat hij op onderwijsgebied vil, het geen neerkomt op „versobering", d- w, z. vorslechteriug op groot schaal! Spr. vreest, dat minister Dc Visser vele van deze eischcu zul bewilli gen. En dan hot werkloozcn-vraagsluk! Door het werken van de S. D. A. P. en de moderne vakbewegiug was er een zeker stelsel van steunverleening gekomen, maar nu wil dc regeering, nu de vcrkloozeckasscn zijn uitge put, dc uitgctrokkeueii aan hun lot overlaten. Nog heeft de regcering ge aarzeld in dit opzicht cn het hangt van den uilslag van do nanstaando verkiezingen af, of dc regcering ver dere stappen zal durven nemen in de richting van de reactie. Maar or is meer! lu dc Eerste Kamer zijn redevoe- riugeu gehouden met de stroxking dat ile directe belastingen moeten vermiu- deren en dat er moet komen ceu ver zwaring van dc indirecte belastingen. De lasten der bourgeoisie moeten dus verlicht worden en de arbeiders moeten onder een zwaarderen druk zuchten. En dat is niet noodig, vindt spr. Wij zijn nog altijd ecu zeer rijk land en de bourgeoisie kan wel beta len. In plaats daarvan -tilIon nu dc prijzen -stijgen, du r verhooging van invoerrechten enz. Feuilleton HET GEHEIM VAN ZIJN VADER Naar het Engelsch van E. PHILLIPS OPPENHEIM. 23) Nu kan ik in eens overspringen naar den avond voor den moord. Er was een groote receptie bij uw ouders. De bottelier stuurde om mij. Er was een briefje aan dé deur afgegeven, waarop stond„Onmiddellijk af te geven". Hij wilde weten of het belangrijk genoeg was om het aan mijn meester te brengen, ik nam het briefje op en keek er nieuwsgierig naar- 11c schrok geweldigHet schrift was dat van oen doodc, of van Cecilo d'Auge- ville. Toen ik mij wat behoerschen kon, nam ik liet mee naar. boven, be reidde mylord met een enkel \voord voor en gaf hem toen het briefje. Hij hield zi«h goed. rnaar het was een ontzettende schrik. Hij ging bij na onmiddellijk naar zijn studeerka mer en stuurde om mij. „Toen ik binnen kwam, zat hij voor over in zijn stoel met zijn hoofd in zijn handen. Hij keek op, en zijn ge zicht was heeleinaal veranderd maar ik heb geen tijd om daar over te praten. Zal ik doorgaan, mylord?" ,,Ja, ga vertier:" nep hij wanhopig uit. „Je maakt het sterven gemak kelijker voor mij. Mijn arme moe der i" Er sloeg een groote golf ovc." hen heen en Neillson zou meegesleurd zijn als Lord Alceston hein met had vastgehouden. ,,Do brief dien ik zag", hijgde hij, buiten adem door den schrik, „heb ik nu nog in mijn binnenzak. De on- derteekening was: Cecile d'Augeville Alceston. Er stond in dat dit haar wraak was voor den moord op haar vader, want zop noemde ze zijn dood. Zij had hem een vervalsehte aetc van overlijden gestuurd, had hem weer laten trouwen, had gewacht tot zijn zoon u volwassen was, en nu was haar tijd gekomen- Zc wilde hom opeischen als haar wettige echt genoot liet zou hem tob schande maken cn ziin vooruitzichten ruïnee ven. Mylord, dien nacht ging hij van huis cn_begaf zich naar ha;.' ka mers. herinnert zich nog wel dat étui met vreemde dolken in zijn kast. Den volgenden morgen werd zij gevonden, vermoord met een van die dolken in haar hart." „Neillson, is dat waar' Mijn God!" „Ik was al bang dat cr iets ge beurd zou zijn", vervolgde Neillson. „Toen de dag aanbrak was ik op weg naar haar kamers. De moord was pas ontdekt. Ik zag het lijk cn her kende de dolk dadelijk. Eerst wist ik niet wat ik doen moest, maar ik deed mijn best. Ik ging vlug terug naar heb Grosvenor plein. Heb was erg» stil in huis. Toen ging ik naai de studeerkamer. O, het was vree sdij k, vreeselijk riep hij uit. „Ga door, Neillson. ga door!" „Ik verschikte de dolken weer in heb étui. De rest; liet ik zooals ze was en liet de ontdekking aan anderen over. Toen ben ik zachtjes naar de kamer van uw moeder gegaan. Ik vertelde haar alles. Ze was dapper, maar o, ik ben blij dat ik sterven ga, dat de herinnering aan haar wanhoop mij niet meer zal vervolgen. Er bleef maar één ding voor mij over, cu dat deed ik. Ik was dc eenige die wist dat mijn meester gedurende de re ceptie het huis had verlaten. Ik be greep de heclo ellendige geschiede nis, maar niemand anders. Ik kon kiezen tusschen meineed en vluchten, en ik koos het laatste, omdat, tniiit vlucht de verdenking op mij zou brengen. Dus nu weet u, Mvlord, waarom ik mij hier verborgen had waarom ik bang w ;-.s om u te ontmoe ten Lord Alceston schudde hem dc hand. „Je bent een trouwe dianaar goweest Neillson zei hij met onvaste Slem. „Je zult er nog voor beloond worden. Dat geve de hemel: Vaarwel!" „Vaarwel, my.ord. Denk er aan..." Een groote golf kwam op hen af en sloeg over hen heen. Lord Alceston zou Neillson tot het einde toe liebhen vastgehouden, maar deze olfetrde zich op. Hij maahte zich los uit de sterke I armen die om hem heeu waren gesla- I gen en gooide zich in het water, zijn jonge meester, die nu heide handen vrij had, viel voorover en klemde zich aan de rots vast. liet water sloeg over j nem heen en rolde weer ierug. Er I was een andere golf vlak bij, maar jiie-t oogeubükje uitstel was item heel j welkom. Hij stond op. gooide zijn laar zen uit, en zooveel vnn zijn andore kleeren als hij kon. Daarop sprong hii. zonder «le volgende golf uf te wach ten, in zee. Zijn ooren suisden, er was ©en zoe mend geluid in zijn hoofd en hij kreeg c-en suf, droomerig gevoel, wat zijn zintuigcui verdoofde; pijn voelde hij niet. Hij had gevochten met «Ie gol ven. maar tevergeefs, en eindelijk had hij liet, half bewusteloos van uitput ting. opgegeven. Do zee was hem «le baas. Hij had bard gevochten om zijn leven u bij kon niet meer. !ïu dit was de «lood «1!: langzame wegzin- keu cn verJwïjnen tan al'.e gevoel; dit drooinerïge dat over hem kwam. j Het was tens.ot:e niet zoo erg; niet half zoo \ti>iese!ijk als de strijd. Ilij voelde «lat hii tegen een rots werd aangeslagen, maar pijn deed bel niet. Misschien haa hij wel iets gebroken; maar hjj merkte cr niets van. De dood was nu nabij. Zou iedereen zoo gemakkelijk sterven, vroeg hij zich af. Zijn heelc lichaam scheen te slapen, behalve zijn hersens, en die waren oob versuft. Hii herinnerde zich opeens allerlei dingen uit zijn kindertijd, maar bekoelt aUes met de onverschil ligheid van iepiand, die ©r totaal bui ten Maat. Was hij op de wereld? Had hii er ooit toe behoord? Langzamer- hand verdween alle besef vun ziin eigen persoon. Hij was tevreden op een vage, onpersoonlijke wijze. Hii had een gewaarwording alsof hii ging rusten, en alsof hii heel tnoe was. Hoe gauwer hos beter Ah, nu kreeg |iiij 'n schok die heftiger was dan do andoren. Dus nu zou 't komen. Duis ternis, pikzwarte duisternis, zond©!- striid verdwenen herinnering en gc- v«>el. TWEEDE BOÈK. HOOFDSTUK T. Het dagboek van Maricde F e u r g e t. I Ik verveel me; ik verveel me ont- zettend. Dat is ook een bekentenis om I nieo te beginnen! Vroeger zou ik om het ideo alleen gelaohen hebben cat nog moor om het idee dat ik er toe komen zou om al mijn gedachten neer te schrijven, als 'n mol schoolkind. Ik wou dat ik overal was bhealvo hior! Ik wou dat ik weer in het kloostea- was. En toch durf ik dat mijn vader niet te vertellen, want het zou hem erg ongelukkig maken, en erg boos ook, vrees ik- "ij zou mij on.iuukbaar en siecht vinden. Ja, ik weet precies wat h.i zeggen zou. Ik veronderstel dal i-ij wei van mij houdt. Dat moet wel. Hij koopt mooie dingen voor mij en zogt alt jd dat ik maar plezier moet maken. Maar hoe ktui ik dat, als ik altijd alleen ben: Hij houdt zelf zooveol van de eenzaamheid dat ik ver onderstel dut iiii denkt dat het voor ieder andetr ook het beste is; maar het is zoo vervelend. Hij gaat nooit eens met uiij uit. Ik heb geen enkele vrien din, c-n ken ook geen enkele man. Annette heeft mij verteld, dat hii in liet dorp den menschi-iihuter wordt ge noeind. Het is erg onnangcnaam om een vader tc hebben die een menschen hater is. Ik vraag mij af of hij werkelijk er gens verdriet over heeft. Soms denk ik van wel. en dun heb ik c-rg voel me delijden met hem. Ik dacht het ioen we uit Engeland terug kwamen! Wat was het «laar verschrikkelijk! Dat kleine, bvUjke huis cn die vreeseïijko 1 begrafenis waar we heen moesten en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5