HAARLEM'S DAGBLAD
Dinsdag 10 April 1923
TWEEDE BLAD
Ingezonden
Van ingezonden ptnkken, geplaatst of
niet geplaatst, wordt de kopie den inzender
niet teruggegeven.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt do
Redactie zich niet aansprakelijk.
Aan den weledelgeb. heer
„Hendrik van Heemstede".
Beste Hendrik,
Mag ik beginnen met je verschoo
ning te vragen voor de familiaire wij
ze, waarop ik je aanspreek. In het
velrvolg van mijn brief "zal het je wel
duidelijk worden, dat het pracdieaat.
„Beste" hier geenszins misplaatst is.
Ik lieb namelijk gisteren naar aan
leiding van uw laatsten brief even aan
het bureau van de krant aangescheld
en naar je gevraagd om eens vertrou
welijk met je te praten over „het
pompje en de Bleekersvaart". De por
tier, overigens een welwillende man,
kon me echter niet op het .rechte
spoor helpen. Toen ik hem vroeg of
ik „mijnheer Hendrik" even mocht
spreken, keelt hij mij met groote oogen
aan. Wij hebben hier verschillende
Hendrikken, wel een stuk of acht, zei
hij: Brave Hendrik b.v, schrijft ver
slagen en versjes bij gelegenheid van
jubilea, trouwpartijen en begrafe
nissen; Hendrik de achtste schrijft
doodende oriiïcken over communisti
sche wetten en verordeningen en over
slechte litteratuur-producten. Koppige
Hendrik ken ik ook wel; die heeft lo
gica gestudeerd bij prof. Bolland en
is de schrik van ingezonden stukken-
liefhebbers, en zei hij, nu de trouwdag
van Vera en den ontvanger definitief
is vastgesteld ('t deed me goed het te
hoomi, want ik was altijd bang dat
het engagement nog eens zou afra
ken) wordt zelfs van do zijde van den
krans versterking en veirfrissching
van de Hendrikken-generatie ver
wacht en komt er dus jonge Hendrik
bij; maai- Hendrik van Heemstede,
hm! bij is zeker niet erg ia tel
kunt u mo misschien zeggen, hoe hij
er uitziet"? Dut kon ik natuurlijk niet;
maar ik waagde toch de veronderstel
ling, dat bij misschien wel aan zijn
reukorgaan kenbaar zou zijn, omdat
ik wist, dat hij dat zoo voortreffelijk
kon gebruiken.
Ja, zei de portier, dat is toch de
traag; want een behoorlijk reukor
gaan hebben al onze Hendrikken. Dat
ligt in den aard of liever in den naam
van het beestje opgesloten. Weet u
niet ,dat Hendrik afkomstig is van
Jlenricus en Ilenricus weer van „Hé,
ruik us"?
Dat moest een grap verbeelden;
rnaar ik vond zoo iets tegen iemand
van mijn standing toch wel oen beetje
ongepast, 't ls mogelijk, dat, de man
mij evenals jou niet erg hoog schatte,
mijn hoed en mijn overjas wairen niet
nieuw meer en misschien hield ik
mijn hoofd wel scheef, in elk geval,
ik droop maar af en besloot, ofschoon
wel wat ontmoedigd, even een briefje
aan je te schrijven en ie daarbij, ora
njet met al die andere Hcndrikken in
conflict te komen, maar mot „Beste
Hendrik" aan te '"-preken.
Welnu, lieste Hendrik, ik geef je
toe, dat nog niet alle onaangename
geur geheel en voor goed uit Heem
stede verdwenen is. Lange clen Blee-
kersvaa-rtweg bemerkt men er niets
meer van, dat zijn we toch samen
eens, en verder is het sporadisch. Als
men er naar zoekt, dan kan nten in
derdaad wel eens een onaangename
gewaarwording ondervinden bij cene
wandeling langs het stuk smalle vaart
(Zandvaartje) dat achter Raadhuis en
Raadhuisstraat in de richting van de
van Merlenlaan naar de Kerk laan
loopt. Hoe komt dat nu? Gij zegt, dat
is vuil water uit de Bleelceirsvaart
daarheen gedreven. Ik geJoof liet niet
en om je dit duidelijk te maken, het
volgende:
Ons program van waterzuivering,
al is reeds meer dan een half jaar ver-
loopeu, is nog niet beëindigd. Dat sluit
niet alleen 111 doorspoeling van de Elee
kersvaart en van de door de bebou
wing in Bosch en Hoven met vervui
ling bedreigde Crayenestervaart (ver
geet ook dal niet,!) maar buitendien
demping van modderpoelen (zooals
langs de Zandv. laan bij de Leidsche
Vaart en nu onlangs ook aan de Kerk-
laan en den Ileevenweg tegenover de
Zand voor tschc laan is geschied), uit
baggeren van de verschillende water
wegen en ten slotte nog een voor
naam punt: verbetering van dc riolee-
ring.
Door de welwillende medewerking
van ueiï Raad kunnen B. en W. nu
aan al deze verbeteringen hun aan
dacht wijden en doen ze dat ook. Het
uitbaggeren der waterwegen is nu ge
beurd in de Bleekeosvaat t en met
goed gevolg; sedert kort ook in de
slooten aan en bij de Vrijiieidsdreef
(Groenendaal) eveneens met succes;
maar het tusschen Bleekersvaart en
'genoemde sloten gelegen stuk Zand-
vaart, evenwijdig aan de Raadhuis
straat, is nog niet uitgebaggerd en
heeft dat misschien het meest noodig.
Dit vaartje loopt langs den achter
kant der huizen en wordt daarom
door velen beschouwd als een welko
me gelegenheid om er doode konijnen,
honden, katten, kippen en ander vuil
in kwijt te raken; buitendien monden
er eenige riolen op uit. En nu valt
op te merken, dat terwijl langs de
Vrijheidsdreef. en in de Bleekersvaart
zoodra we flink doorspoelen, het wa
ter helder is, het daartusschen lig
gende vaartje een vale kleur behoudt,
indien het vuile water uit de Bleekers
vaart inderdaad in de richting van
Groenendaal zich verspreidde cn niet
in hoofdzaak onder de IJzeren brug
door langs de verlengde veel diepere
Bleekersvaart naar 't kanaal werd af
gevoerd, dan konden de slooten langs
dei Vrijheidsdireef geen helder water
bevatten; want het vuile water uit liet
Zandvaartje zou dan daarheen ge
dreven worden. Trouwens, als do pom
pen met volle kracht werken, kan
men de strooming in de richting van
het kanaal duidelijk zien; terwijl ach
ter het Raadhuis geen stroom is te
bemerken.
Ik ben daarom van meening, dat,
als het vervuilde vaartje eens flink is
schoongemaakt en de bewoners daar
een weinig willen medewerken, we
ook ln die buurt geen last van onaan
gename geuren meer zullen hebben.
Nog één vraag nïo-et ik je beantwoor
den en wel of de pompen niet lang en
niet krachtig genoeg werken? Inder
daad is dat wel eens bet geval. Niet
door een gebrek aan de pompen (die
werken uitstekend), maar omdat we
als echte Heemstëders zuinig zijn.
Hoofdzaak is voor ons: geen stank
meer en daarvoor is het niet noodig,
dat het stro om gem aal, zooals je het
noemt, (vroeger was* het maar een
pompje) zijn volle tienduizend kubie
ke meters per dag levert. We laten
daarom meestal slechts één pomp wer
ken en malen ook niet in den zooge-
non de 11 spertijd van den electri-
schon stroom.
Zoo zijn we in liet afgeloopen jaar
dan ook behoorlijk heneden de be-
grooting gebleven. B. en W. zijn niet
van meening, dat een begrootingspost
noodzakelijk moet worden opgesou
peerd. Ik hoop. Beste Hendrik, dat
je nu tevreden zult zijn of althans
nog wat geduld zult oefenen; ik twij
fel niet of dat geduld zal rechtmatig
worden beloond.
Hoogachtend,
Dr. DROOG.
Heemstede, 10 April 1923.
Maar dokter, hoe heb ik het nu met
je? Iloe kan een medicus, die beter dan
iemand weet, dat men alle dingen op
hun watrc plaats moet zoeken, naar
Hendrik van Heemstede vragen op
het bureau van de krant te Haarlem?
Te Heemstede had je moeten kijken
en hot verwondert mij dan ook, dat de
huisbewaarder dat niet, gezegd heelt;
hij zal to verwonderd zijn geweest
over al je Ilendrik-grapjes, want die
zijn met van kiem, dat weet ik beter.
En zóóveel Hendrikken heeft de re
dactie ook niét. lie noodige jannen
en Pieten zijn er ook bij. Die afstam
ming van den naam Hendrik is goed
gevonden. Mijn compliment! Maar
b-ijf de redacteuren van het. Leidsche
W oordenboek voorloopig uit den weg.
Met belangstelling heb ik je be
schouwing ovef dc Hoemstecdsche
wateren gelezen. De Lesseps, Caland
en Conrad,zijn er niets bij. Stellig
ben je de beste waterbouwkundige
onder de geneesboeken en de beste
dokter onder de waterbouwkundigen.
Als er een stuk van het Zandvaartje
uitgediept moet worden, dan ben ik
daar sterk voor. Maar asjeblieft dan
ook een beetje gauw! Geur zien we ge
noeg maken, de taak van het gemeen
tebestuur is verwijdering .van alle
geurmakerij uit dc openbare wateren.
Overigens ben ik zeer benieuwd naar
de rioleerïngsplanne». Dat is 't be
langrijk: le van alles.
N11 dokter, van harte gegroet en
als je mij weer eens noodig hebt, zoek
mij dun niet zoo ver a.f, maar waar
ik ben. Wie zoekt e|r de hersens in de
buik en de milt onder 't schedeldak
Foei!
Stadsnieuws
de volksuniversiteit en de
arbeiders.
A ld ui de titel ven een artikel van den
eer J. S. Barlstra, vun Haarlem, in „qe
Socialistische Gids".
Schrijver maakt daarin de opmerking
dat dc onderwerpen, die do arbeiderseer-
a het meesto trekken nogal dikwijls
de hoogst-viiegende en meest-onivatlende
zijn: ,,De grondslagen van de kapitalis
tische Maatschappij" of „De afstamming
den meiiseh". lüii meestal nog alleen
dan wanneer ze gegeven worden door „gé-
•:1de sprekers". Staan zulke onderwerpen
niet op het programma of vindt men niet
bekend partijgenoot op liet lijstje, dan
r ,.ni|ls voor ons bij." Maar tegenover
dat alles staal, dat de arbciderscinsisten
zich over het geheel bepalende bij die or.
denverpen. waarvan ze reeds iets. afweten
door de behoeften van hun maatscbapp'.
lijlceii en politieken strijd of doordat dl ze
liggen binnen het voorloopig nog begrens-'
de kringetje van hun belangstelling, toch
weer juist de goede richting ir.geslu
gen zijn naar hun degelijker en dieper
ontwikkeling. Althans wanneer zij daar
bij in haaiden gevallen zijn van de goede
docenten. Deze persoonlijke indruk van
de eigenschappen en belangstelling van
de arbeiders als cursisten toetst schrijver
ui aan de sl.atistieken van de jaarversla-
:n van verschillende volksuniversi-
Uit die van de RotterJamsche conclu
deert schrijver dat de arbeiders relatief de
sterkste belangstelling hebben voor vak
keu van praetische beteokenis voor hun
maatschappelijke positie en strijd (tech
niek, raylorslolsol) of voor eenvoudige
issen in de exacte wetenschappen,
liet blijkt' verder, dat speciaal do meei
geschoolde arbeiders tot de trouwste be
zoekers behoorden. Met do arbeidorsvrou-
was zulks coliter niet het geval. Een
verslagen moldde: „Bij de vrouwen
zijn het vooral dc kantoor- en wmkelbe
dienden en dc vrouwelijke huisgenooten
middenstanders, die als de trouwste
bezoeksters mogen worden aangemerkt."
De reden aldus naar aanleiding daar
van de heer Barlstra zal wel niet ver
te zoeken, zijn. Wat het relatief trouwe be
zoek der lessen door de arbeiders betreft,
beu ik in staat dit verschijnsel nog be
'estigd le vinden in gegevens van mijn
eigen volksuniversiteit Haarlem. Ik heb
hier voor mij liggen een lijstje van 9i5
sten, die gedurende den winter 1920-
1921 van hun leergang geen cnkclo of
slechts één bijwoonden, de „aarlsspijbe-
dus. Daaiuuuei zijn 13 arbeiders
(d.l. een percentage, iets gunstiger dan
het normale, aangezien in het overeen
Komstige jaar liet aantal deelnemende ar
beiders aan het totaal van onze surcussen
18,3 was)15 handels- en kantoorbe
dienden, 17 onderwijzers en....* 16 hoo-i
gere ambten aren, gestudeerden, bankdi
recteuren, industrieelen enz.
'Bas echt merkwaardig wordt echter
dit feit, als we gewaar wordem, dat van
deze 13 arbeïderscuisïst'en 8 ingeschreven
waren voor denzelfdeu cursus: een leer
gang waarvan dó docent plotseling ver
hinderd was en door een ander, een min
der bekend „spreker" vervangen moest
worden. Slechts 3 niet-arbeiderscursisten
maakten zicli in dit geval aan hetzelfde
euvel schuldig; terwijl vnj slechts 5 arbei
ders over de 15 andere cursussen op bet
spijbellijstje verspreid vinden. Dan ziet
schrijver de vraag onder de oogen: ko
men de arbeiders terug naar cursussen?
Hij memoreert dat in Haarlem in den
winter 1922'23, de vierde van het beslaan
der volksuniversiteit, de „kern" bestaat
uit 20J personen op de ruim 900 ingeschre
venen, d. i. pl.m. 20 Onder die kern
waren 55 arbeiders d.i. 25.9 en van die
55 waren er 15, die alle 1 iaar ingeschreven'
waren, of 2S.5 terwijl van dc 151 niet-
arbeiders 25 d.i. 16,5 ielkeus waren te
ruggekeerd. Naar zijn meening kan dus
veilig worden geconcludeerd dat do ar
beiders tot nog toe geen slechtere cursis
ten zijn geweest dan de anderen. Toch een
vaag gevoel vnn onbevredigdheid be-
heerscht menige arbeiderscursist, wan
neer hij eenige jaren de cursussen van
de volksuniversiteit heeft meegemaakt en
voor3l wanneer hij deelgenomen heeft'aan
practica of werkcursussen
Geklaagd wordt over een gebrek aan
voor-opleiding; waarover echter ook cur
sisten, die uit „andere k^ngen" voortko
men, klagen. Schrijver oordeelt dat onder
scheidene maatschappelijke omstandighe
den daarvan de oorzaak zijn. Hij zet ver
der uiteen dat wat de arbeiderscursist, of
liever in het algemeen de cursist met ge
ringe ontwikkeling, gewoonlijk in min oi
meer bedenkelijke mate mist, is zelfken
nis. Van een zelfoverschatting van den ge
wonen arbeiderscursist is het gevolg dal
hij, als de. cursus goed js en vooral als
het een werkeuTsus is en zeker als liij een
verstandige kerel is, als een te kostbare,
maar in zijn bijsmaak eenigszins zure
winst te boeken krijgt dat hij in waar
heid nog maar een heel klein weinigje
kennis bezit en dat van dat weinigje nog
weer minder door hem begrepen is. En nu
zijn het wel heel sterke beencn, die deze
socratische weelde dragen kunnen. Laten
wij, zogt de heer Barlstra, het den Zwak-
kergeheenden niet euvel duiden, dal zij,
ontgoocheld in wat hiér een soort zielige
illusie was, wegvluchten zoo hard zij kun
nen, van die volksuniversiteit, die hun
allerminst wctensblijhcid bracht.
Het is om die reden 3at vee! cursisten
do volksuniversiteit weer don rug toekee-
ren na eenige jaren aan haar cursussen
te-hebben deelgenomen. In liet tweede
gedeelte van het artikel bespreekt de heer
Bartstra de middelen om de cursisten nog
meer te trekken en vooral to houden. Hij
raadt ann de programma's vooral srui;-1
Lelijk te maken, voor pakkende outler-
werpen 1c zorgen en voor goede docenten.
Een ander middel ziet hij in de luisler-
eursusscn, om dan van die luistercursus
sen to komen naar de werk- en
sussen, de practica en de studiekringen.
Wanneer aldus schrijver aan hel einde
van zijn artikel de cursisten terugkec-
ren, wanneer wij bij hen het ve:
hebben weten te vestigen dat ze goeddoen
met zich aan de leialng van de volksuni
versiteit toe te vertrouwen, het vertrou
wen, dat zij altijd iets van hun gading
onze programma's kunnen vinden zonder
veel zoeken, dan kan ook langzamerhand
die kameraadschappelijke band tusschen
aile gegadigden der volksuniversiteit ko
men, die to'. nog toe maar al te zeer ont
breekt en die eigenlijk ook door de orga
nisatie van een cursistenkern nog maat
zwakjes blijkt te zijn gobiacht.
,-Mij is het ten minste altijd nog opge
vallen besloot hij hoe betrekkelijk
kil toch altijd de stemming, zoowel der
leden- als der cursisten-vergaderingen nog
was, zelfs onder de ammeerende leiding
jVan een voorzitter als Gerhard. En do
werkcursussen brengen wel den band
schen cursisten en docent, maar daarom
nog niet tusschen cursisten en -ut
:eïï. He. ïs mij zelfs gebleken, dat
iver denken om op eigen kosten me', den
locent verder te gaan. toen de univers'-
rit de cursus niet onmiddellijk kon
:3t-.en, natuurlijk oni liet geld. Toen bicek
lat die kosten wel wat erg boven hun
«egrooting zouden gaan, is niemand, vooi
:oover mij bekend, op het idee gekomen
>an een extra donatie aain de vereeniging
Iet is maar al te begrijpelijk dat ze op het
'ogenblik nog als droog zand aan elkander
hangen. Hon binden en zullen ook ii
toekomst blijven binden de banden
oeialc kringen waartoe zij elk in hun
dagclijkscii leven beboeren.
Maar schrijver dezes, ofschoon nanvan-
kelijfc ook zooals menigeen eenigszins
schoorvoetend in de votksuniversiteilsbe-
;ing getreden is hel zich wel langza
merhand bewust geworden niet het
ist door de samenwerking met A. 11.
Gerhard, dat wat ons doet samengaan
toch wel een sohoon ideaal is: het ideaal
liet humanisme in zijn zuiversten
i, liet ideaal dat ook in de Fr&nsulie
revolutie weer opbloeit, hol ideaal van dc
vrije volksontwikkeling. Dit gevoel van
saamhoorigheid van allen, die op eeuiger-
lei wijze meewerken aan de volksuniver
eit, dit gevoel kan in de toekomst ver
der gedragen worden door een goe-d geor-
gansseerden cursistenkern."
Verla-g^ng Po st
rait even.
De Kamer zond liet volgende schrij
ven aait den minister va.n Waterstaat
..De Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Haarlem cn Omstre
ken heeft, met belangstelt ine kennis
genomen van het door uwe Excellen
tie gesprokene, 'bij de behandeling van
■het wetsontwerp tot regeling van in
komsten en uitgaven van de Pos
terijen. de Telegrafie en Telefonie
voor het dienstjaar 1923. alsmede van
het antwoord van uwe Excellentie di.
23 December 192-2 po. 12/1 op het
schrijven dezer Kamer van den Oden
November 1922 no. 5139.
Het standpunt der Regeering, dat
de bedrijven va.n den Staat aidus
moeten worden beheerd, dat nadeelige
sloten worden vermeden, erkent de
Kamer als juist waarbij echter over
wogen dient te worden of onder be
paalde omstandig each, vooral de be
langen van sommige Likken van in
dustrie. niet eischcu. dat bijv. cour
een nog krachtiger beperking der
esploitiiliekosten van het betrokken
staatsbedrijf, een mogelijk te kort bij
een verlaging der nctst'-arieven zou
worden vermeden.
Naar aanleiding van de door uw©
Excellentie aangekondigde verlaging
van enkele onderdeden van de posl-
tarieven. meent de Kamer op ten
enkele der eroote moeilijkheden te
moeten wijzen, waarmede oju. hot
visscliérsbedrijf te IJ muiden t e kam
pen heeft.
De hooge kosten, welke verbonden
zijn aan hol verzenden van periodieke
prijscouranten, werken na,ar vele zij
den. uiterst belemmerend.
Het artikel zeevisch ls waarschijn
lijk meer dan eenig ander artikel
onderhevig aan zeer groote prijsfluc
tuaties, welke meermalen in één week
'iid. vooraL tengevolge van onbesten
dige weersgesteldheid, voor boven
genoemi artikel wisselen van 50 tot
100. ia zelfs tot 150 pet.
Ter voorkoming van auaesties met
ziin afnemers dient daarom door den
handel geregeld \-oeling geghouden te
worden met den consument, wat vroe
ger geschiedde door de verzending van
wekeliiksohe of 14-d'a-agsohe prijscou
ranten, tot een tarief van 1/2 oern.
De verhocigi.ne van dit tarief met
400 pet. heeft tengevolge gehad, dat
dc wekeüiksche en 14-daassoke prtjs-
bladen vervangen ziin door maande-
liiksche-, tweemauridoliiksche- of tus-
scheutiidsche berichten, welke door
hun niet bindend karakter veel van
hun nut hebben ingeboet-
Teneinde een en auaer met cijfers
te verduidelijken hebben wil over de
taren 1915, 1916, 1921, 1922 c-n 1923
gi-obale cijfers verzameld JVan het aan
tal verzonden prijscouranten bij een
der groote handelaren te IJmuiden.
Het resultaat, van dit onderzoek is
samengebracht in onderstaande label
Prijscouranten aan particulieren
19151916 pl.m. 800 per week.
1921verzending per maand.
1922verzending om de twe>e maan
den.
1923verzending om de twee maan
den.
en wel pl.m. 4000 per keer.
Prijscouranten aan handelaren:
worden niet meer iedere week. doch
zoo nu on dan verzonden (circa 400
per keer).
Prijscouranten aait hotelsdito.
(circa 1000 oer keer).
Wanneer het mogelijk ware de des
betreffende porti ie verlagen, is zeer
waarschijnlijk een sterke vermeerde
ring in de verzending van boven
staand materiaal te verwachten.
Naast de mogelijke voordeelen, we.ke
daaruit voor het bedrijf der Posterijen.
Telegrafie en Telefonie voortvloeien,
zal speciaal hel visr-v misbedrijf de
gelegenheid krijgen ziin artikel in
breeder kring bekend be maken, doch
tal van nevenbedriiven Mrukker ion,
'.ouwslftgerijen, nettenfabrieken. kolen-
leveranciers) zullen den gunstieen in
vloed van een verlaging van dit tarief
bemerken.
Door in het bijzonder «e aandacht
no het boven omschreven bezwaar te
vestigen, wenscht onze Kamer geens
zins te kennen -t geven, dat rii de
overige thans ge'dende tarieven niet
te hoog acht. integendeel, zij blijft
met kk-m aandringen op zoo smedig
mogelijke verlaging der thans gelden
de post tarieven tdïe een in hoove mate
belemmerenden'druk op liandei en in
dustrie leggen.
bal c. j. de lance.
Zaterdagavond heeft de heer G. J.
do Lange voor zijn leerlingen in hot
Brongebouw een bal of beter gezegd
een feestavond gegeven. Na 'Loop
zullen deelneemsters «t deelnemers
met de prettigste herinneringen zijn'
teruggekeerd. Verschillende factoren
hebben daaraan medegewerkt. Aller
eerst dc gelegenheid, dat men daar
tot laat in den avond een dansje kon
maken, ton tweede het strijkje met
Piet Post aan de piuno, maar zeer
zelcer ook de opvoering van hei inter
mezzo Winter, lente en zomer",
waaraan een zoo groot mogelijk aan
tal leerlingen heeft kunnen medewer
ken. Het intermezzo werd op zoo'n
aardige en keurige wijze uitgevoeid,
dat het de moeite waard is om een en
ander uitvoeriger te bespreken. Het
eerste tafereel „Winter", liet ons dei
roolijke schooljeugd in haar element'
zien. Onder het gedwarrel der sneeuw
dekken vermaakten zij zich met
sneeuwballen en schaatsenrijden. De
ïjswals van een achttal meisjes vorm
de een attractie. Aan alle winterpret-
em einde, hetgeen gedemon
streerd werd door een leger van ka
boutertjes, die het terrein naai bchoo
ren van sneeuw zuiverden. Deze ar
beid werd volbracht onder het vroo-
lijk gezang van: „Langzaam, zeker
voorwaarts gaan".
In het tweede tafereel, „Lente",
aren deze baardige heeren bezig
met tuinieren. Vervolgens kwam de
lentebode op, welke den tijd gekomen
achtte, dat de bloemen ontwaken,
waarop dc kabouters de laatste belet
selen wegruimen en de bloemen te
voorschijn komen om na liet ontwa
ken een fraaien dans uit te voeren.
Het koor zong daarna „De lente is
weer gekomen".
Het derde tafereel „Zomer", gaf
een kleurig tooneel te zien; boeren
en boerinnen, door wien de oogst wan
binnengehaald. Daarbij werd „Sik
kels blinken, sikkels klinken" in koor
gezongen. Na een boerendans, vorm
den alle medewerkers een tableau.
Verscheidene malen moest er gehuild
worden.
Na afloop werd den heer de Lange
een bloemenhulde gebracht, ook de
pianist, de heer J. Post, mocht een
huldeblijk in ontvangst nemen.
Verder had de avond een prettig
verloop.
TE WATER GERAAKT. Zater
dagmiddag waren drie jongens op het
steiger aan don Schotersingcl nabij de
Joh. de Braystraat aan het spelen. Zij
geraakten daarbij tc water. Toeval
lig passeerde de glazenwasschcr N.
M., die cr in mocht slagen, de dren
kelingen op het droge tc brengen. Zij
hadden geen letsel gekregen.
Onze LaGbhoek
STERK I
Eene vriendin: Dus Kitty
heeft haar verloving met dokter Mul
ler afgebroken?
Tweede vriendin: Ja, en
wat denk je. dat hij gedaan heeft?
Hij heeft haar niet alleen al zijn ca
deaus teruggevraagd, maar haar ook
een rekening oc zonden voor zeven en
veertig visites I
overal hetzelfde.
A.In Afrika leert een man zijn vrouw
eerst kennen, nadat hij niet haar ge
trouwd is.
B.Hm! Zou dat alleen maar in Afrik»
het geval zijn?
op het examen.
Professor: Deze vraag schijnt u in moei
lijkheid te brengen.
Student- De vraag niet, maar het ant
woord 1
S. D. A. P.
Rede van Dr. Van der Waerden
Maandagavond zou ju hot Brouge-
bouw voor de Federatie Haarlem
der S. IJ. A. P. optreden dc heer J.
E. IVD u y s, lid der Tweede Ka
mer. Deze spreker was evenwel
door ongesteiuneid verhinderd, zoo-
dat- in zijn plaats optrad Dr. Th.
Var. der W aertleii, lid «Ier
Tweede Kamer en van de Provin
ciale Staten van Noord-Hoiiand.
De met propagandistische op
schriften behangen zaal van het Bron
gebouw was flink bezet, toen to a
uur de voorzitter, dc heer Schol de
vergadering opende, die er de aan
dacht op vestigde dat dc verkiezing
an Woensdag a.s. ook van veel be
lang is voor dc arbeiders.
Dr. V a n d e r Wacnle n begon
met uiteen te zetten, dat de taak der
Prov. Staten tweeledig isZij zijn
„kiescollege" vjor de Eerste Kamer
en besturen de provincie. Volgens
dc meaning van de S. IJ. A. I'. kan
de Eerste Kamer wel verdwijnen,
tnaar zoover is het nog niet.
De uitslag van elke verkiezing
wijst den volkswil aan cu de S. D.
A- noemt dan ook weer deze ver
kiezing tc baat om te protcstooren te
gen het kapitalistisch stelsel, dat een
woningpolitick voert waarbij de koor
den van de beurs worden toegesnoerd,
dat wil zorgen voor de veiligstelling
van den gulden, maar vooral van den
„gulden bij den huisbaas". Nu weer
zal spoedig 50 op dc huren van
1916 gelegd kunnen worden en dat in
een tijd, waarin do looncn achteruit
gaan!
Overal hoort men dan ook van sta
kingen, want dc arbeiders zullen die
loonsvermindering niet kunnen dul
den, evenmin de verlenging van den
werktijd, onder het mom van over
werk vergunningen'
De tegenwoordige regccriug zou
er een moeten zijn v.m kracht en
energie, als men ziet naar do cijfers
6010. Maar de vriendelijkste op
merking die men over haar kan ma
ken is da', zij is ..een regeering van
lik urn-vestje". Zij heeft geen ka
rakter, cr gaat geen kracht van haar
uit. De premier heeft droevig en
stuntelig broddelwerk geleverd met
z i j n La i id b c; u wo n d e r w i j s w e t.
Over de bioscoopwet durft tor.
haast niet tc spieken in deze stao.
waar geen eerlijke loopjongens zijn
(gelach), maar ook die wet was
knoeiwerk en heeft ten duidelijkste dc
verdeeldheid van rechts aan den dag
gebracht. Dit gebrek aan eenheid is
uok gebleken toen de gehuwde amb
tenares in de Kamer ter sprake kwam
en bij dc behandeling van het plan
voor een R. K. Universiteit. Er be
staat geen overeenstemming vooral
niet als het over geestelijk., ideëeie
dingen gaat.
En hoo zal het nu worden in de
toekomst?
Belangrijke punten zullon in den
loop van dit jaar aan de orde komon-
Een der allergevaarlijkste daarvan
is de Vlootwet. Dc behandeling duar-
ran is vertraagd met het oog op de
verkiezingen. Maar dc S. P. A. P.
eal wel zorgen, dat dit onderwerp op
den voorgrond wordt geplaatst.
Dan is danr de dreigende herzie
ning van dc wet op- het L. O. Met
een bedroevend klein beetje kennis
worden dc kinderen uit de arbeiders
klasse toch al afgescheept, spr. weet
dat bij ondervinding uit den tijd toen
hii lid was van de Amslcrdamsche
schoolcommissie. En nu ial het weer
erger worden: de klassen worden ver
groot en hot zevende leerjaar wel niet
afgeschaft, maar gesmoord. Do neer
Coiijn heeft in c-en reeks van artike
len in Dc Standaard uiteengezet,
wat hij op onderwijsgebied vil, het
geen neerkomt op „versobering", d-
w, z. vorslechteriug op groot schaal!
Spr. vreest, dat minister Dc Visser
vele van deze eischcu zul bewilli
gen.
En dan hot werkloozcn-vraagsluk!
Door het werken van de S. D. A. P.
en de moderne vakbewegiug was er
een zeker stelsel van steunverleening
gekomen, maar nu wil dc regeering,
nu de vcrkloozeckasscn zijn uitge
put, dc uitgctrokkeueii aan hun lot
overlaten. Nog heeft de regcering ge
aarzeld in dit opzicht cn het hangt
van den uilslag van do nanstaando
verkiezingen af, of dc regcering ver
dere stappen zal durven nemen in
de richting van de reactie.
Maar or is meer!
lu dc Eerste Kamer zijn redevoe-
riugeu gehouden met de stroxking dat
ile directe belastingen moeten vermiu-
deren en dat er moet komen ceu ver
zwaring van dc indirecte belastingen.
De lasten der bourgeoisie moeten
dus verlicht worden en de arbeiders
moeten onder een zwaarderen druk
zuchten. En dat is niet noodig, vindt
spr. Wij zijn nog altijd ecu zeer rijk
land en de bourgeoisie kan wel beta
len. In plaats daarvan -tilIon nu dc
prijzen -stijgen, du r verhooging van
invoerrechten enz.
Feuilleton
HET GEHEIM VAN
ZIJN VADER
Naar het Engelsch van
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
23)
Nu kan ik in eens overspringen naar
den avond voor den moord. Er was
een groote receptie bij uw ouders.
De bottelier stuurde om mij. Er was
een briefje aan dé deur afgegeven,
waarop stond„Onmiddellijk af te
geven".
Hij wilde weten of het belangrijk
genoeg was om het aan mijn meester
te brengen, ik nam het briefje op en
keek er nieuwsgierig naar- 11c schrok
geweldigHet schrift was dat van
oen doodc, of van Cecilo d'Auge-
ville. Toen ik mij wat behoerschen
kon, nam ik liet mee naar. boven, be
reidde mylord met een enkel \voord
voor en gaf hem toen het briefje.
Hij hield zi«h goed. rnaar het was
een ontzettende schrik. Hij ging bij
na onmiddellijk naar zijn studeerka
mer en stuurde om mij.
„Toen ik binnen kwam, zat hij voor
over in zijn stoel met zijn hoofd in
zijn handen. Hij keek op, en zijn ge
zicht was heeleinaal veranderd
maar ik heb geen tijd om daar over
te praten. Zal ik doorgaan, mylord?"
,,Ja, ga vertier:" nep hij wanhopig
uit. „Je maakt het sterven gemak
kelijker voor mij. Mijn arme moe
der i"
Er sloeg een groote golf ovc." hen
heen en Neillson zou meegesleurd
zijn als Lord Alceston hein met had
vastgehouden.
,,Do brief dien ik zag", hijgde hij,
buiten adem door den schrik, „heb
ik nu nog in mijn binnenzak. De on-
derteekening was: Cecile d'Augeville
Alceston. Er stond in dat dit haar
wraak was voor den moord op haar
vader, want zop noemde ze zijn dood.
Zij had hem een vervalsehte aetc van
overlijden gestuurd, had hem weer
laten trouwen, had gewacht tot zijn
zoon u volwassen was, en nu
was haar tijd gekomen- Zc wilde
hom opeischen als haar wettige echt
genoot liet zou hem tob schande
maken cn ziin vooruitzichten ruïnee
ven. Mylord, dien nacht ging hij van
huis cn_begaf zich naar ha;.' ka
mers. herinnert zich nog wel dat
étui met vreemde dolken in zijn
kast. Den volgenden morgen werd
zij gevonden, vermoord met een
van die dolken in haar hart."
„Neillson, is dat waar' Mijn God!"
„Ik was al bang dat cr iets ge
beurd zou zijn", vervolgde Neillson.
„Toen de dag aanbrak was ik op weg
naar haar kamers. De moord was
pas ontdekt. Ik zag het lijk cn her
kende de dolk dadelijk. Eerst wist
ik niet wat ik doen moest, maar ik
deed mijn best. Ik ging vlug terug
naar heb Grosvenor plein. Heb was
erg» stil in huis. Toen ging ik naai
de studeerkamer. O, het was vree
sdij k, vreeselijk riep hij uit.
„Ga door, Neillson. ga door!"
„Ik verschikte de dolken weer in
heb étui. De rest; liet ik zooals ze was
en liet de ontdekking aan anderen
over. Toen ben ik zachtjes naar de
kamer van uw moeder gegaan. Ik
vertelde haar alles. Ze was dapper,
maar o, ik ben blij dat ik sterven ga,
dat de herinnering aan haar wanhoop
mij niet meer zal vervolgen. Er bleef
maar één ding voor mij over, cu dat
deed ik. Ik was dc eenige die wist
dat mijn meester gedurende de re
ceptie het huis had verlaten. Ik be
greep de heclo ellendige geschiede
nis, maar niemand anders. Ik kon
kiezen tusschen meineed en vluchten,
en ik koos het laatste, omdat, tniiit
vlucht de verdenking op mij zou
brengen. Dus nu weet u, Mvlord,
waarom ik mij hier verborgen had
waarom ik bang w ;-.s om u te ontmoe
ten
Lord Alceston schudde hem dc
hand.
„Je bent een trouwe dianaar goweest
Neillson zei hij met onvaste Slem.
„Je zult er nog voor beloond worden.
Dat geve de hemel: Vaarwel!"
„Vaarwel, my.ord. Denk er aan..."
Een groote golf kwam op hen af en
sloeg over hen heen. Lord Alceston
zou Neillson tot het einde toe liebhen
vastgehouden, maar deze olfetrde zich
op. Hij maahte zich los uit de sterke
I armen die om hem heeu waren gesla-
I gen en gooide zich in het water, zijn
jonge meester, die nu heide handen
vrij had, viel voorover en klemde zich
aan de rots vast. liet water sloeg over
j nem heen en rolde weer ierug. Er
I was een andere golf vlak bij, maar
jiie-t oogeubükje uitstel was item heel
j welkom. Hij stond op. gooide zijn laar
zen uit, en zooveel vnn zijn andore
kleeren als hij kon. Daarop sprong
hii. zonder «le volgende golf uf te wach
ten, in zee.
Zijn ooren suisden, er was ©en zoe
mend geluid in zijn hoofd en hij kreeg
c-en suf, droomerig gevoel, wat zijn
zintuigcui verdoofde; pijn voelde hij
niet. Hij had gevochten met «Ie gol
ven. maar tevergeefs, en eindelijk had
hij liet, half bewusteloos van uitput
ting. opgegeven. Do zee was hem «le
baas. Hij had bard gevochten om zijn
leven u bij kon niet meer. !ïu dit
was de «lood «1!: langzame wegzin-
keu cn verJwïjnen tan al'.e gevoel;
dit drooinerïge dat over hem kwam.
j Het was tens.ot:e niet zoo erg; niet
half zoo \ti>iese!ijk als de strijd. Ilij
voelde «lat hii tegen een rots werd
aangeslagen, maar pijn deed bel niet.
Misschien haa hij wel iets gebroken;
maar hjj merkte cr niets van. De
dood was nu nabij. Zou iedereen zoo
gemakkelijk sterven, vroeg hij zich af.
Zijn heelc lichaam scheen te slapen,
behalve zijn hersens, en die waren oob
versuft. Hii herinnerde zich opeens
allerlei dingen uit zijn kindertijd,
maar bekoelt aUes met de onverschil
ligheid van iepiand, die ©r totaal bui
ten Maat. Was hij op de wereld? Had
hii er ooit toe behoord? Langzamer-
hand verdween alle besef vun ziin
eigen persoon. Hij was tevreden op
een vage, onpersoonlijke wijze. Hii
had een gewaarwording alsof hii ging
rusten, en alsof hii heel tnoe was. Hoe
gauwer hos beter Ah, nu kreeg
|iiij 'n schok die heftiger was dan do
andoren. Dus nu zou 't komen. Duis
ternis, pikzwarte duisternis, zond©!-
striid verdwenen herinnering en gc-
v«>el.
TWEEDE BOÈK.
HOOFDSTUK T.
Het dagboek van Maricde
F e u r g e t.
I Ik verveel me; ik verveel me ont-
zettend. Dat is ook een bekentenis om
I nieo te beginnen! Vroeger zou ik om
het ideo alleen gelaohen hebben cat
nog moor om het idee dat ik er toe
komen zou om al mijn gedachten neer
te schrijven, als 'n mol schoolkind. Ik
wou dat ik overal was bhealvo hior!
Ik wou dat ik weer in het kloostea-
was. En toch durf ik dat mijn vader
niet te vertellen, want het zou hem
erg ongelukkig maken, en erg boos
ook, vrees ik- "ij zou mij on.iuukbaar
en siecht vinden. Ja, ik weet precies
wat h.i zeggen zou. Ik veronderstel
dal i-ij wei van mij houdt. Dat moet
wel. Hij koopt mooie dingen voor mij
en zogt alt jd dat ik maar plezier
moet maken. Maar hoe ktui ik dat,
als ik altijd alleen ben: Hij houdt zelf
zooveol van de eenzaamheid dat ik ver
onderstel dut iiii denkt dat het voor
ieder andetr ook het beste is; maar het
is zoo vervelend. Hij gaat nooit eens
met uiij uit. Ik heb geen enkele vrien
din, c-n ken ook geen enkele man.
Annette heeft mij verteld, dat hii in
liet dorp den menschi-iihuter wordt ge
noeind. Het is erg onnangcnaam om
een vader tc hebben die een menschen
hater is.
Ik vraag mij af of hij werkelijk er
gens verdriet over heeft. Soms denk
ik van wel. en dun heb ik c-rg voel me
delijden met hem. Ik dacht het ioen
we uit Engeland terug kwamen! Wat
was het «laar verschrikkelijk! Dat
kleine, bvUjke huis cn die vreeseïijko
1 begrafenis waar we heen moesten en