JcpntoorkruTcTvori had eindelijk opge houden en elke bediende zat weder gebogen over z'n arbeid; met nieuwen moea nu liet koffjeuurtje weer begin nend te copicércn, te cijferen en in te boeken, waarmede de rust in het kleine kantoorlokaal weer was terug- gukrord. Seiiiicleman za£ genoeglijk to staren op het papier, waarop hij weldra een brief aan c<U cedpnö 7.cu schrijven, doch waaraan h:j maar niet kon beginnen, steeds nog uen- kend aan hel. culinair genot, dat wel kort, doch toch zoo intens was ge- wees I. Met een rooden zakdoek streek hij langs z'n treurende knevel- einden om de laatste sporen van de gekaupto lekkernij te verdonkerema nen. Do jongste bediende, die n u eerst binnenkwam, zonder dat Schrie- loman echer <ieze fout bemerkte, be- gia' zich dadelijk naar den oudsten bediende, die meer als chof van het personeel optrad, wanneer er wat te regelen of ln 't algemeen te bevelen viel, en deed hem, zacht sprekend, een medcdeeling, waarbij de oudste bediende eenige koeffcn z'n wenkbrau wen optrok, Hij. stond daarna van z'n kruk op, „hum, hum"de een paar maal en begon toen als volgt: „lk mot Jelui bekeind maken, dalter luer in de gang naa; de keuken op een kast oen bord niet saucijzebrood- jes staat". Bij liet woord: „saucijzflbroodjes" biet Schrielman het hoofd op en luis terde aandachtig, terwijl hij z'n lip pen langzaam van elkaar bracht en zoc oen oogenblik recht voor zich uit blee.' staren. „Tk heb jc-lui maar te wuarschou- wer' vex volgde de oudste bediende, „dat niemand de brutaliteit heeft van dio broodjes l.o snoepen." „Nou zegI lk heb thuis nog wel te eten, hoor!" riep een brutale rak kei". „En 1 k ook, hoor, ik ook", rie pen verscheidene stemmen door el kaar. „M ij n twaalfuurtje is beter ge meubeld, dan van menigeen", schreeuwde weer een ander, mot een, spottendep blik op Schrielman. „Stilte!" riep de oudste bediende, 't kamme niks schele of Jullie te eten lieb om niet. Maar ik wil jelui alleen maar waarschuwen voor je 'zelf. Want die saucijzebroodjis zie je, die zijmie vergiftigd, daar heb de keu kenmeid roUekruid in gedaan, om dat ze zoo'n last had van de rotten en muizen in de keuken. O! o. O, 0, o! echode het door el kaar. Nou wij zullen der wel af- biijveu. Schrielman, die zijn lippen nog ver- d.r had geopend, had bij de woorden: „die z:;nuo vergiftigd" het hoofd plotseling voorover laten zakken, ook zijn schouders zakten mee. Zijn ar men lagen besluiteloos op den lesse naar. Z'n gelaat werd lijkvfcit, terwijl de oogfcu met groote pupillen bleven duren op het voor hem llggena pa pier. Paaiden angstzweet bedekten z'n zwaar gerimpeld voorhoofd en. om z'n mond teekenden zich smarte lijke angütrekkcn. v eivtf igd O. o! Hoe fcad hij zoo lichtzinnig kunnen zijn Z'n le ven in de waagschaal gesteld voor een saucijzebroodje. \Y at moesten z'n vrouw en kinderen beginnen? O, wet een ramp! Wat een ongeval! „Is L' niet wel, meneer Schriel- ;iian" vroeg do oudste bediende, toen hij de procuratiehouder zoo wezen loos voor zich uit zag staren. „N".:. 11, meneer", zet Schrielman, z'n linkerelleboog op dein lessenaar plaatsend en z'n hoofd mot de hand ondersteunonde. „Niks lekker. Ik voel mo zoo vreemd, zoo heel raar van-binnen" on met z'n rechterhand streek Schrielman zich een paar keer over de maag. „Wil u 'n glaasje water?" vroeg de oudste bediende, terwijl hij een glas hali vol schonk. „.Ta graag", bibberde Schrielman, z'n bevende lippen aan het glas zet tend ejf met grage teugen drinkende. „O, het kookt en bruist hier zoo", jammerde hij, op z'n maag wijzend. ,,0f er kolen vuur worden opgesta peld; zoo'n verzengenden gloed. „Vreemd, heeft u er meer last van?" „Neen, nooit", betoogde Schriel man. „Zoo plotseling opgekomen. Ik. geloof 't Is boter, dat Lk me even verwijder", vervolgde hij, met pijnlijk gezicht van z'n kruk gaande. Toen Schrielman na gcruimen tiiö weer op de kantoor kruk had plaats genomen, hlcck hij nog zóó ontsteld te zijn, dat de ouuste bediende het noodig oordeel de den patroon tc waarschuwen, daar Schrlelcman z'n gelaat lang- zamerhand eon zeer raadselachtige kleur had aangenomen, terwijl het gtheele lichaaxn schokte en beefde. ..Jlii heit-e- goed te pakken",, mom pelde de jongste bediende legen de naast lxcm zittende collega's. De patroon, die zelden ou het kan toor kwam. daar hii zich niet gaarne met het personeel bemoeiue en alles aan Schrielman overliet, koek erg jn- nlczierig dat men hem geroepen had, maar toch eemgszins verbluft, toen hii ziin procuratiehouder, die nog nooit cén dag zak was go-wccst. zoo lang ln'i op z'n kantoor was, in zoo'n treurite houding voor z'n lesrenacr zag zitten. ..Wat is dat. Schrielman?" vroeg hii. ..zoo in eens onwel geworden? Wat scheelt er aan kaercl?" „O. meneer. zoo akelig", huilde Schrielman. ..Zal ik den dokter laten halen?" ..Neen. meneer, assieblieft nie'. ..Wat. géén dokter, maar je bent doonxiek. koepel." „Ja. meneer. maar geen. dokter. Dim zag ik u liever alles. Ik heb het ■aan mezelf te wijten... Ik zag in de gang. bij de keukon... êenige sauciize." broodies staan en toen kon ik me niet nïcor bedwingen.... Ik lust ze zoo «raag. meneerEn toen heb ik er ééntieééntje maar, meneer, opge geten en nou" ..Wel verduiveldviel mijnheer in. cn maak ie ie daarvoor zoo van streek. Is dèt nu een reden om zoo te iammcren. 't ls wel niet wat ie noemt in den baak en als voorbeeld voor de ionseren hier is 't zeer af te keuren. En 11c moet ie ook eerlijk bekennen, dat ik zóóiets van mijn propura.ie houder ook niet verwacht had, maar ie trekt ie de zaak zóo zwaar aan, dat ie er kaoat van bent." „Och ia, meneer, maar u moet we ten". ging Schriel voort, terwijl hij krampachtig zijn maag bevoelde. ..da: die broodjes.... dat ze... vergif tigd waren"... ..Vergiftigd!" ontstelde de patroon, „hoe zit dai?" „Met raftekruid, meneer, dat had de keukenmeid gedaan.... omd-at zé zoo'n last had van muizen." „Maar dat was onze!tend onvoor zichtigLaat dadellik een dokter komen!.... En hoe weet je, dat olie... c„„ die broodjes vergiftigd waren?" „Dat heeft de oudste bediende daar straks bekend gemaakt aan de jonge lui... iuist omdat ze er nie; van zou den snoepen." „En wanneer heeft de keukenmeid u dat medegedeeld, meneer vroeg de patroon den oudsten bediende. „Ik heb 't van den iongsten. be diende. die vroeg me. of ik het aan de anderen wou bekend maken". „Oudste bediende, jongste bedien de". mopperde de patroon. „ik be griin er geen lor van.... Kom eens hier. iii jongste bediende", vervolgde Iiii tegen et jongeme-nsch in kwestie, die met, 1-vdpn schoenen nader kwam. hoewel -en soottenden lach om z'n brutaleii. leuken mond speelde. „Hoe kom iii er aan. dat die brood ies vergif.igd zouden ziin?" „Och. meneer, dat stotterde de iongen. dat heb ik zóó maar ge- zcid... Ik zag meueer Schrielman juist in het broodie happen, en toen dacht 'k..wacht, daar zal 'k es 'n bak meè hebben"... en, toen heb *k maar gczeid. asaat er rattekruid in was." „Jou bru.a'.e rakker!" bulderde de patroon, ofschoon hij zich een oogen blik naar d-e deur keerde, ppi een glimlach te eed-win gén, toen hii den glunderen kon van den iongen zag, „zoo. noem iii dat 'n „bak", om, 'n oud mensch zóó in ongelegenheid te brengen... zoo'n angst op het lichaam tc iagen.... Schrielman! 'k Feliciteer je. kaerelJe bent in elk geval niet vergiftigd." „O, mer.eer!" begon Schrieltoan, terwijl hii '.raphtte ook 'n lachend ge zicht te zetten, toen hii het overige personeel met lachschoktïngen op de lessenaars zag duikelen, „die jongen is toch zöo'n galgebrok!" „Laat het maar een les voor ie ziin, Schrielman". zei de patroon, „en houdt d-at ionge goedje nog wat meer onder den duim, hè!.... En i ij, schelm iou zal k nog eens apart on derhanden nemen, want iou zooge- naaxnde „bak" noem i k een échte kwajor. gensslreek' Binnenland Het Algemeen comité tot steun aan do hongerenden in Sowjet-Rusland heeft in een dezoj- dagen gehouden vergadering besloten, zijn naam te wijzigen en deze in overeenstemming to brengen met het veranderde ka rakter van de werkzaamheden, die voortaan gericht zullen zijn op den economischen opbouw in het honger- gebied en de verzorging van de kin deren, die als gevolg van den hon gersnood onverzorgd zijn achtergeble ven. De naam van bet comité is thansAlgemeen comité voor den economischen opbouw in Rusland. Voor de kinderhulp zal een aparte afdeeling aan het comité worden ver bonden. Het voornaamste werk voor den economischen opbouw zal zijn het plaatsen van aandeelen van de In ternationale Arbcidcrsleening, groot 2 1/2 millioen gulden. Voor de ver zorging van de kindoren in dc Hol- lanasche kinderhuizen zal men re gelmatige bijdragen van de kinder vrienden in Nederland trachten te verkrijgen. Verder zal e n zooge naamde schoolweek won-.n georga niseerd deze zal in de r. „and Mei gehouden worden. Het Dienstweigering- ontwerp De msmarie van antwoord Hot militair verband uitgeschakeld Aan de Memorie van Antwoord op het Voorloopxg Verslag der Tweede Kamer betrcliende bet dienstvveigo- ringsoutwerp is het volgende ont leend De verlenging van don diensttijd is niet als straf bedoeld, maar als een middel, waardoor den gewetensbe zwaarde, die zich, zij het up zijn ver zoek, na bosqssiug van de overheid onttrekt aan den primaircn staats- plicht om mede te werken aan de Handhaving van onze onafhankelijk heid, een zoodanige andere plicht kan worueu opgelegd, dat hij daarvan geen voordeel geniet, integendeel een offer brengt, waardoor eenigermate een waarborg wordt verkregen voor den ernst der bezwaren. Het> ontwerp voldoet naar de mee ning van den minister aan de eisehen vau voorzichtigheid, vooreerst door de vrijstelling te beperken tot hen, die zich in strikten zin in hun geweten gebonden achten en voorts door de zen dan alleen van hun wettelijke verplichting vrij tc stellen, wanneer zij daartegenover gedurende een lan- geren diensttijd diensten aan de ge meenschap bewijzen. Waarom deze poging zeer weinig geslaagd kan wor den genoemd, is zonder nadere mo tiveering nxet duidelijk. Met betrekking tot bet gedeelte in de Loclichting, waarmede som mige leden zich minder ingenomen verklaarden, merken de ministers op, dat het ontwerp, blijkens art. 1 aldus is opgezet, dat vrijstelling niet wordt verleend dan aan hem, voor wiens be wustzijn de vervulling van den diénst een conflict zou doen ontstaan met het gebod „gij zult niet dooden". Moet nu eenter nog nadey de eisch worden gesteld, dat het conflict ook door den betrokkene zelf als van godsdienstigen aard wordt be schouwd, dat met andere --oorden hij den goddelijkec oorspr vrg van het evenbedoelde gf-bod uitdrukkelijk er kent? De ministers zonden rneenen, dat zoover uieb moet vorder gegaan, doch dat voldoende is, dal. hel gebod als rfcrm mei- volstrekt gezag zich aan den betrokkene oplegt. Aanvankelijk was de gedochte van de ministers, dab de ingevolge art. 3 sub b to w-rk gestelden wel onthe ven zouöer vorden van den militai ren dienst doch dat zij overigens als militair zouden moeten worden be schouwd cn dus ook voor eventueele vergrijpen voor don militairen rechter zouden moeten verschijnen, uitgezon derd voor feiten, in do artt.. 5 van het ontwerp omschreven. Intusschen heeft nadere overweging mede van den bweeslachtigen toe stand, die aldus met betrekking tob de jurisdictie zou worden geschapen, tot do slotsom geleid, dat het beter is en trouwens ook, in verband met den aard der in deze bedoelde wetensbezwaren. principieel juister vrijstelling van den militairen dienst te verleenen c.q. het militair ver band van de betrokkenen op te hef fen. Hun positie behoeft dan echter na dere regeling, welke intusschen bij een voorziening ingevolge art- 9 kan geschieden. Wat verpleging, voe ding, toelage betreft, zal zij daarbij zijn" aan to sluiten aan do militaire regelingen, Terwijl mede bepalingen omtrent de tucht zullen kunnen wor den vastgesteld. In de wet moet dan alleen nog een strafbepaling ook tege„ het zich ont trekken aan de tewerkstelling worden opgenomen. Art. 5 is aldus aange vuld. Een regeling voor dienstweigeraars, wier belangen niet door dit ontwerp worden beschermd, zou zeker in dit ontwerp niet op haar plaats zijn. Al ware zulks het geval, dan nog zouden de ministers tegen een berechting als voor politieke gevangenen, zoo als die in andere landen bestaat, be zwaar maken, omdat ccn dergelijk stelsel zou ontaarden ia een propa gandamiddel voor politieke dienstwei gering. De regeering is met bevoegd, om de dienstweigeraars, die zich thans in arrest mochten bevinden, in vrijheid te doen stellen wel wordt aan den dienstplichtige, die meent onder de bepalingen van dit ontwerp te zul len vallen, op zijn verzoek uitstel van eerste oefening verleend. Ten einde duidelijk te doen uitko men, dat niet worden bedoeld staats bedrijven in engeren zin. is de re dactie vau art. 3 gewijzigd do staats mijnen vallen ongetwijfeld onder de in aanmerking komende takken van dienst en bedrijven. Het is zeker niet noodig in de wet ïst te leggen, dat aan den vrijge stelde, die arbeid verricht, geen loop zal worden uitbetaald: immeis recht op loon bestaat alleen dan, wannee" zulks bij een publiekrechtelijke ver houding in ccn wettelijke regeling is vastgelegd, of bij een privaatrechte lijke verhouding in de overeenkomst is opgenomen. van clcn diensttijd meeaen te moeten hnridhaven- Ook wat de termijnen van verlen ging betreft, zien zij voor een mgrij pende wijziging geen aanleiding. Wei wordt het, gelet .op het feit, dat bij de nieuwe Dienstplichtwet de onder linge verhouding, van den duur van den dienst hij de verschillende wapens is gewijzigd, noodzakelijk geacht den termijn van 6 maanden tot 8 maanden te verlengen. Het ligt in de bedoeling om den tijd voor oerste-oefening onderscheiden lijk met 8 en 12 maanden te verlen gen, ongeacht het verschil in eerste oefentijd volgens de wet, terwijl ver der de vrijgestelde dienst zal moeten doen telkens wanneer de dienstplich tige van zijn lichting en van zijn groep wordt opgeroepen en wel voor even langen tijd. Bij dc Memorie van Antwoord is gevoegd een nola van wijziging, waar van de voornaamste bepalingen in bovenstaande memorie zijn toege licht. BEWIJS IN BURGERLIJKE ZAKEN Verschenen de Memorit van Ant woord op het aédeelingsverslag der ','aveae Kam»»- hetreftemde het wets- ontwerp tot idthreiding van de ge legenheid tot het leveren van bewijs door getuigen in burgerlijke zaken. Naar het den Minister voorkomt. Van men bezwaarlijk van een verrui ming van het getuigenbwijs afzien on grond van de zedelijke verwording -ran onzen tijd. Zoo men daaruit moest conoludeoreai, dat getuigenver klaringen niet betrpuwbaar zijn, d<ro non men van het getuigenbewijs ge- lvec-l moeten afzien. Doch een wet van deze strekking zou onze strafrechterlijke en burger lijke rechtspraak. Ln zoo groote mato aantasten, dat hot. niet mogelijk schijnt een voorstel in dezen geest te doen. Trouwens zulk een conclusie komt niet gerechtvaardigd De Minister is van meening, dat de redactie van art. 10-45 B. W. er op gericht is de rechterlijke macht te doordringen van haren plicht, de ge tuigenissen nauwgezet te wegen. Er schijnt dan ook geen reden bodoeld artikel aan te vullen. Het komt den .wnlster voor, dat ep.n overgangsbepaling, inhoudende dat de verruiming van getuigenbe wijs slechts van toepassing zal zijn voor rechtsgeschillen, ontstaan na d- totstandkoming dezer wet, niet aan be ve lens waardig is. Voorts v/as liet den Minister aange naam, dat het wetsontwerp, voor zoo ver dit beoogt de wraking van getui gen to doen vervallen, algemeen werd toegejuicht. OPRUIING? De heer MaTchant, lid vai Kamer, heeft den minister va volgende vrngen gesteld: I. Heeft de minister zijn aandacht ge schonken aan liet artikel „De eerste jaar kring" van dr. Emile Verviers in het weekblad Katholieke Staatkunde van 5 April 1923, met r.amc aan de hieronder volgende zinsneden 1 „Er dient dus eens een radicale opru: ming gehouden to worden èn onder de instelling, èn onder de personen van het tegenwoordig regime. Ook dit is weer een nieuw verworven inzicht, dat ons aanvan kelijk nog .niet'voldoende eigen was, om dat wij meenden, dat met wijzigingen in de opinies volstaan kon worden. En ten slotte is het ons ook steeds dui delijker geworden, dat do gewenschto ver anderingen niet komen kunnen door over reding en door de groote massa' te overtui gen, zooals vele moderne democratische Katholieken meenen, doch ook door gc- weldmiddelen. Het zwaard en de tucht roede zullen ten laatste den doorslag moe- He: is immers absurd to veronderstellen dat onze door en door zieke maatschappij weer gezond gemaakt zou kunnen worden door alle menschen te overtuigen nut van saneerïngsmaatregelen. Voordat op deze democratische wijze do laatste man overtuigd zou zijn, ware de heel© maatschappij reeds ten grond© gegaan. Natuurlijk mag deze kordate gezondma king niet buiten leiding van da rede plaats hebben. Het geweld mag niet rede loos zijn, anders bereiken vr© avereeht- scho resultaten, a'.s in Ruskind. Dooh naar onze smaak behoeft alleen do kleine levenskrachtige kem overtuigd to worden. Do groote menigte heeft slechts te vol gen cn to gehoorzamen. En de kleinere groep van democratische nijdigaards en dwarsdrijvers moeten don maar naar IUv- liaanschen trant met een eind hout be werkt worden. DU .alles moge oppervlakkig wat bar- buarsoh en oorlogszuchtig klinken, doen het is het eenig juiste standpunt. Lu alle groote tijdperken van de geschiedenis is 'iet materieel geweld in dienst geweest nn d©n vooruitgang. En naarmate dit :owold meer beheerscht werd door de re- (lelijkheid cn bijgevolg ook door do ze delijkhcid, was het vruchtbaarder. Denk bij voorbeeld aan do kruistochten cn hun gewéldige vruchtbaarheid voor do Euro- 'osche beschaving. Wil de levenskrachtige kern geen ge bruik maken van redelijk geweld om onze beschaving to redden, dan zal hij zelf door onredelijk gewold vernietigd worden. Er is geen keuze. Trouwens, een maat- i de Tweede n justitie de schappij, ilio zou terugschrikken voor ge weld cn alleen uitkomst zou verwachten van de ziokelijke democratische methode der overtuiging, is reeds veroordeeld. Wanneer wij dus het parlement bij voor beeld een rampzalige instelling vinden, dan moeten wij niet zoo lang zeuren to: de laatste Nederlander ook openlijk Jurft te erkennen, wal thans - iedere Nederlan der voor ziolizclf erkent. Maar dan heeft Se 'evenskracüitige kern een kort en kloek besluit to nemen en laat zulke schade lijke vergaderingen eenvoudig met kwaje honden uit elkaar jagen. De verspreiding van deze denkbeelden is ons zeer gemakkeli-lc gemaakt door de. resolute houding van onzen grooten Ila linansehe-n geestverwant Benito Musso lini. Niet dat deze man ons iets nieuws geleerd heeft; want tien jaar geled.-:. stond de weg dien hij bewandelt ons duidelijk voor don geest. Maar wel heer hij hc-t ons zeer gemakkelijk gemaakt door zijn kloeke houding, om deze methode bij anderen ingang te doen vinden." II. Is do minister niet van oordeel, dat de publicatie van het bovenstaande, vol gens het Wetboek vnm Strafrecht, zelfs bnit«»n do wijzigingen, daarin gebracht door do zoogenaamde Autirevolutiewet van 28 Juli 1920, Stbl. no. 61D, is een straf- bgar feit? (Opruiing tot een strafbaar feit, art. 131, het door. geweld of bedreiging met geweld uiteenjagen van een vergadering van de Kamers der Staton-Generaal, art. 95 en het verspreidingjarcikel 132.) III. Oordeelt de minister, wear de geering ecu bijzondere bescherming van het Nederlandsche volk noodzakelijk heeft geacht door de Antlrevolutiewet, van zijn strndpuint hier niet een strafvervolging noodzakelijk, al heeft de regeering zich in 1S20 de toepassing van soortgelijke strafbepalingen gedacht op feiten, ge plregd door personen van andere Staat- kta.digè overtuiging dan de schrijver vt het in de eerste vraag bedoelde artikel? INGEZONDEN MEDEDEEUNCEN k 60 Cts. :er regal. Sportpraatje Hot programma voor Zondag. De programma's worden steeds kleiner. En dat is maar gelukkig, want velen,-- die hun voetbalschoenen nog niet kunnen op bergen, omdat hun. vereeniging nog i: vaar" verkeert, hunkeren naar het oogen blik, weer actief aan de heerlijke zo sporten, nis cricket, roeien, zeilen, deel to nemen. Toch is het dit jaar mi competitie voorspoedig gegaan. Het zoo genaamde „zweet-voetbal" zal dit jaar waarschijnlijk niet gedemonstreerd wor den, dan alleen in de kampioenscompeti- tie, dio nu eenmaal niet vroeg klaar kan zijn. Dit zou nog. kunpon, wanneer de belanghebbende clubs genoegen wilden nemen met het spelen van een halve i petitie. Maar dai willen zij zeer begrij pelijk trouwens niet; zij wenschen el kaar twee maal te bestrijden. Het gevolg is dus, Jat de kampioenen zes wedstrijden moeten spelen. R. C. H. we zullen tenminste r voot vast aannemen dat zij kampioen het Westen is zou dus eigenlijk wel het voetballen kunnen blijven! In het gunstigste geval, namelijk als Blauw Wit morgen gelijk speelt of verliest, kam de Racing eerst op Zondag 27 Mei met haar programma klaar zijn. Wanneer Blauw Wit morgen Quick met een nederlaag naar huis zendt, dan wordt het Zondag 5 Juni en dan moet er nog niets tusschenbeide komen. Re Quick en Go ahead zijn beter af; die spelen morgen in Groningen reeds hun tweeden kampioenswedstrijd. Men herin nert zich, dat in Deventer door Be Quick met 3-0 gewonnen werd. Het ligt voor de hand, wederom een overwinning de Groningers te voorspellen. In do Westelijke eerste klasse vragen vier belangrijke wedstrijden do aandacht. Van do acht clubs, die elkander bestrij den zullen, verkecren er niet minder dan vijf in degradatiegevaar, namelijk Quick, H. V. V., V. O. C., D. E. C. en helaas ook Haarlem. Eenige weken' geleden reeds dachten wc dat Haarlem „binnen" was, maar door de overwinningen vam Sparta en H. V. V. is het weer mis geworden. Met V. O. C. staat Haarlem er evenwel van do vijf het beste voor; die twee heb ben namelijk al 13 punten. Het zou dus al heel ongelukkig moeien loopen, als Haar lem den dans niet ontspringt. Om te beginnen hebben do roodbroeken morgen een zware taal:; H. B. S. op Hout- rust to bestrijden is voor geen enkclo club ooit gemakkelijk geweest. Toch hebben we hoop op een Ilaarlemsch succesje, want het is juist iets voor de roodbroeken, die nu twee nederlagen ereen hebben geleden, om weer van sterk team te winnen. Het zal in ieder geval in Den Haag een aardige ontmoc- iing worden, want H. B. S. en Haarlem hebben 'elkaar in dit seizoen nog niet ontmeet. Een warme strijd wordt V. O. C.—D. F. C., die beide uit de gevaarlijke zone wil len komen. 'Op 3 December won V. O. C. Dordtr met 0—2. Mede wegens het ter reinvoordeel geven we ook nu aan V. O. 0. de meeste kans. U. V. V moet een wanhoopsdaad ver richten, om voor de eerste klasse behou den tc blijven, en die bestaat in een be ijdiug van het Amsterdamsche Ajaï. Gelukkig voor L'. Y. V. moet dit karwei tje in Utrecht worden opgeknapt, want als het in Amsterdam moest gebeuren, dan gaven we haar in het geheel geen kans. Hét eetsle-klassc-schap van U. V. V. hangt wel aan een zijden draadje: alleen wanneer zij beide wedstrijden wint en 'lus 18 punten haalt en Quick cn D. F. C. alles verliezen, zal Utrecht een eerste klasser blijven behouden. Wij vreezen „Sanatogen Heelt ral) bil meer dnn ccn gelegen heid goed gedaan. 0n- heb Ik nog eens het be wijs gekregen van de nldoendc walking van Sanaiogen. wanneer bij zwaren geestelijken en zenow* n/«naea .beid de lichaamskrachten en i./jesicl moeien worden versterkt." }\WL Cu/Mi rbetd of na _l0 o...i versterkend U goed ral doen. begin dan dodelijk iet Saitatogcn. Gij zult spoedig ver over zijn versterkenden invloed, aap cn eetlust keeren terug, inplaats .eld cn lusteloos zult gij U weder vol energie en opgewekt gevoelen, in het kort: Gij zult een nieuw inensch worden ep ween Vanneer gij na Sngespa apwindlng gevoel Gezonde s evenwel met ccn groote vrees, dat w© Maandag in de hoofden over twee kolom men zullen moeten schrijven: „U. V. V. degradeert". Nu do wedstrijd iu Utrecht gospeeld wordt, beslaat d© mogelijkheid dat Ajax met een klein nederlaagje naar Amsterdam teruggestuurd wordt, Ln da hoofdstad wonnen de Aiaxiedon op 26 November maar juist met 10. Teuslotte Blauw Wit—Quick. Ir» den Haag eindigde de wedstrijd op 11 Fe bruari al in een 1—1 gelijk spel, waarmee het bewijs geleverd werd, dat met rl« krachten van Quick niet te spotten valt. Vooral nu do Haantjes in degTidatiege- vaar verkeexen, zal Blauw WH alle kroch ten moeten inspannen om de aller kleinste» kans op het kampioenschap t« behouden. Wij meenen evenwel eon Am sterdamsche zege tc moeten voorspellen. In de Overgangsklasse staan slechts twee wedstrijden op hot programma, maar die hebben ook groote betcokenïs, wart hier gaat het ook om do degradatie. V. V. A- t.«n V. U. U. zijn reeds gedegradoerd; het zal morgen we1 bc-slisl worden wie no. 3 is A. D. O. ontvangt Hilversum en S. V. V. gaat naar O. D. S. De thuïsspeloudo eluba zullen wel winnen. Excelsior en Stormvogels hebben mor gen vrij. wat ze wel zeer onaangenaam zullen vinden. Aan de Spanjnardslaan wordt een aar dige wedstrijd buiten de competitie ge speeld tusschen H.,F. C. en R. C. H. A's beide partijen volledig ijn wat we op het oogenblik, dat we dit schrijven, nog niet weten —kan er veeJ spanning komen. Beeüilszalisn EEN BONTMANTEL VAN f 40.000. Men zal zich de procedure herinneren cenigen tijd geleden in Engeland gevoerd door een Haagsch modehuis tegen de er ven van een vroeger in Nederland geïn terneerd Engelse!', officier ten einde be taling te krijgen van een sabelbontmantel van f 40.000 door dien officiter gekocht voor een Haagsclie deini-moindnine. De Engelsche offieior wees de vordering af, op grond dat de overeenkomst een oor zaak in strijd met do goede zede kon heb ben, en veroordeelde de eischende firma m do proceskosten. Deze laatste beproefde daarop haar ge luk voor de rechtbank te 's-Gravenhage cn dagvaardde de erven iet betaling. Deze begroetten de vordering met het verweer, dat reeds eenmaal, zij het door den En- gelschcn rechter, over deze quaestio was geoordeeld en vorderden hunnerzijds re- conventioneel dc proceskosten, zijnde een bedrag van 1306.111/2 p'd. st. Do rechtbank overwoog, dat ieder de ge volgen van zijn eigen daad moet -dragen en dat billijkheid en goede trouw mede- brongen da.t oischeTes, die de gedaagden vrijwillig voor den Engelsehen rechter riep, ook zelf aan diens uitspraak gobon- den is, al valt die beslissing in haar na deel van die autoriteiten inriep. Daargela- gebracht door 't feit, dat de Engelsche rechter het Engelsche recht heeft toege past: eischeres had hierop verdacht moe ten zijn, toen zij geheel vrijwillig het oor deel van dit autoriteiten inriep. Dnargola. ten, of men hier te doen heeft-anct ccn gewijsde zaak, staat 't in ieder geval eischeres niet vrij, nu zij eenmaal iu het ongelijk gestelij is, de vordering opnieuw hier lo lande to doeu geldon. Derhalve werd zij met-ontvankelijk verklaard. In reconventie werd bsldsl, dat rle Haagsclie firma zich ook ten aanzien van de kosten moet gedragen naar het oordeel den door haar zelf ingeroepen rechter. De verplichting tot betaling van do kosten een noodzakelijk gevolg van de onisun- igheid, dat zij in het ongelijk was ge steld, cn is veroorzaakt door het eigen op treden in het buitenland. Deze veroordee- in Engeland is hier te lande een vol doende grondslag om tot een overeen komstige veroordeeling te geraken. Het gevorderde bedrag werd derhalve toege wezen. stonden, vertelde hij mij alles. Hij ver telde het mij, omdat hij geloofde dat voor ons allebei het leven was af«o- loopen, en dat ik slechts eon paar mi nuten dit vreeselijk gclieim ln rofij zou moeten omdragen". „Hij had het je niet mogen vertel len. ïelfs toen niet", zei ze zacht „Hij vertelde het mij om mij het eterven gemakkc'ijker tc maken", ant woordde ik, „en het zag er toen wer kclijk naar uit of ons laatste uur ge slagen was. Dat wij ér hei lever, heb ben afgebracht L een grqot wonder. Toen ik hii kwam en men mii ver telde dnt Neillson ook gated was, kon ik het bijna niet gelooven. .Maar hij was nog ere ziek toen ik Clanavon verliet. Iieeft u ook gehoofd of nij nog leeft?" .,11; heb vanmorgen een brief van juffrouw Smith gekregen", zei mijn moeder. „Hij is veel heter cn denkt er over om op reis te gann". „Zou dnt niet gevaarlijk voor hem kunnen worden?" vroeg ik. „Zijn moeder heefl me geschreven dnt rij zelf -hem nauwelijks herken nen kon. Hii i? erg mager geworden, en lier-lom na' eriis". „Arme kerelt" ...Ta, zeker, arme kerel! Maar zijn helooning staat hem nog te wachten, Zij diS getrouw tot in den dood" zijn. zullen niet vergeten worden"., „Getrouw tot in den dood". Zc lier- haalde de woorden met een zachte uitdrukking op haor gezicht, alsof er iets kalmeerends voor haar was in die gedachte. Was het mogelijk dat zij er ook naar verlangde om einde lijk bevrijd te worden van den druk van ons vreeselijke geheim? De ge dachte deed mij beven, en toch was het eigenlijk niet nicer dan natuur lijk. Koesterde ik niet denzelfden wenschï" „Moeder", zei ik „ik heb u nog meer te zeggen. U wist alles van die geschiedenis in zijn verleden?" Zc boog het hoofd. „Ik wist alles" „Herinnert u zich nog van het duel? Van Zo viel mij in de rede. „Ik wist alles", herhaalde ze „Weet u den naam van de vrouw die in dienzelfden vreoselijken nacht vermoord is? Heef! u in uw gedachten geen verband gezocht tusschen die daad en het verleden? „Helaas, ja!" fluisterde ze bevend. „Neil'son heeft die vrouw ook ce- z.ien en herkende Cécile d'Augevillo. Hij weet alles". „Mijn hemelj" „Hij weet alles, maar hij znl zwij gen. Het geheim is in onze handen in de uwe en in de mijne". „Wat zullen we'er mee doen?" „Ja. moeder, dut moogt u wel vra gen liet is aan ons wij kunnen het met ons meenemen in liet. graf of wij' kunnen onze schande en ellen de bekend ma-ken". Zij gaf geen antwoord. Ik knielde naast haar neer en greep ha&r han den. Roerloos lagen ze in de mime. Ze waren koud, hoewel ze vlak bij het vuur zat. „En weet nog iemand anders er van, zeg je? Wat raadt hij jé aan?" „Het tc bewaren lot onzen dood. Als wij hit,nu vertellen, wie wint er dun iets bij? Wie zou er voordeel heb ben van onzo schande? Niemand. Er is geen mannelijke erfgenaam. De be zittingen zouden aan den slaat ver vallen. Als lk kinderloos sterf verval len ze ook aan den staat. Zoo moet het zijn „Raadt hij dut aan?" „Ja, cn moeder,«wé moeten dit niet vergeten. Als we de eene helft van ons geheim bekend maken, loopen we gevaar dat «Ie andere de ergste hé ft, cok bekend wordt. Men zou ou derzoekc-n wie zij was. Het toevallige van die tweo moorden in één nacht, zou argwaan opwekken. En dan zou de rest volgen". „Hij hoeft gelijk, Bernard, mijn jon gen. het leven is voor ons afgeloo- pen. Voor m'ij is het ergste al voorbij. Ik word oud ik zal sterven. Maar jijnog je hcele leven moge de hemel jc bijstaan". Toen uitte ze een zachten kreet en viel in mijn armen. Eerst dacht ik dat zo dood was. Maar na ecu poosje kwam ze weer hij Den volgenden morgen stuurde ze mij weg. Zc dacht dat het beter voor ons zou zijn als we ieder apart het lot, dat ons was opgelegd, droegen, zonder dat we de ellende van den an der zagen. Als zc mij noodig had zou zo wel om mij sturen. HOOFDSTUK IX. Vervolg van Marie de Feurget's dagboek. Ik ben een ongelukkig meisje, lk ge loof dat de nutuur mij een luchthar tig karakter heeft gegeven, muur liet Noodlot werkt mij legen. Mijn va- der's somberheid was al moeilijk ge- j noeg te verdragen; maar nu heb ik gemerkt dat Lord Alceston eigenlijk net zoo is. En de twee eenige man- nt-n, die op het oogenblik om zoo te zoggen mijn bestaan vullen, zijn alle bei zwaar melancholiek. lk moet eon onnatuurlijke bekente nis doen. Ik heb meer medelijden met Lord Alceston dan met miin vader. Mijn vader is vriendelijk cn zucht voor (£llc andere menschen, zoodut de armen dol op hom zijn. Alleen tegen mij is hij koel cri gesloten. Ik vrees dat hij niet van nvij houdt. Hoe dnt komt, of wiens schuld het is, kan ik niet zeggen. Maar er is altijd een ze kere stugheid tusschen ons, cn wat ik ook doe, ik schijn er niets aan te kunnen veranderen. Het is vreemd zooals mijn vade plotseling op Lord Alceston gesteld schijnt te zijn. Zou het wederkeerig ook zoo zijn? lk denk van wel, ander; zou hij hier niet zoo vaak komen. Als ik een heel erg dwaas meisje was. zou ik me misschien kunnen verbeelden datmaar ik ben niet dwaas en ik verbeeld nie niets van dien Hard. Maar hij komt dikwijls en als hij komt is hel ait.jd prettiger. Soms zing ik voor hem en dat schijnt hij plczie i rig to vinden. Soms spelen mijn wi der en hij con spelletje schaak, maar ze maken nooit een spel af. De een J of ander vervalt in een diep gepeins i en als ik niet te hulp kom en het schaakspel op ruipx en Lord Alceston 1 meeneem, gaht de heele avond voor- I b-j terwijl zii daar zoo zitten. Natuur lijk zorg ik er wel voor d^t het niet te dikwijls voor komt." Soms brenat Lord Alceston zijn neef Carlyon moe en soms kornt meneer Carlyon alleen, maar daartoe kan hij maar heel zel den komen, want hoewel lvij het niet prettig vindt als het hem gezegd wordt, is hij èen erg verlegen jongen. Mijn vader gaat nu maar heel zelden naar hot casino. Op die-avonden blijft Lord Alceston weg. Ik vrees dut ik een heel dwaas meis je word. Laatst op een avond ver wachtten wij Lord Alceston, cn hij kwam niet. Het was eigenlijk niets bijzonders dat hij eens oen avond oversloeg en toch voelde ik me zco te leurgesteld, alsof er iets vreesdijks gebeurd was. Ik ging zitten en begon er over na te denken. Ik ben eigen lijk bang dat ik mezelf \ee! verdriet bezorg. Het is niet waarschijnlijk hu hij ouit van m.| houden zal; en toen beu ik er zeker van dat ik .nooit iets om een anderen man zal geven, zoo lang ik leef! Eigenlijk spi't het ;;ie mot zoo heel erg dut hij zorgen heelt. Het lijkt net of dat ons dichter bi,: el kaar brengt of het den afstand tus schen ons minder groot maakt Mijn vader riep mij laalst nij zich en zri dat h j eens met me wilde ova len over het verzoek dat ik bom go- daan had, om terug te mogen gaan naar de kostschool. Ik vrees dat hij zag hoe ik schrok. Vreemd hoe ik in korten tijd veranderd hen. Een paar weken gr-leden snakte ik er naar om weg te komen. Nu hen ik bïijkba ir volkomen tevreden en vervult bot idee van weg gaan mij met afschuw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 16