JcpntoorkruTcTvori had eindelijk opge
houden en elke bediende zat weder
gebogen over z'n arbeid; met nieuwen
moea nu liet koffjeuurtje weer begin
nend te copicércn, te cijferen en in
te boeken, waarmede de rust in het
kleine kantoorlokaal weer was terug-
gukrord. Seiiiicleman za£ genoeglijk
to staren op het papier, waarop hij
weldra een brief aan c<U cedpnö
7.cu schrijven, doch waaraan h:j maar
niet kon beginnen, steeds nog uen-
kend aan hel. culinair genot, dat wel
kort, doch toch zoo intens was ge-
wees I. Met een rooden zakdoek
streek hij langs z'n treurende knevel-
einden om de laatste sporen van de
gekaupto lekkernij te verdonkerema
nen. Do jongste bediende, die n u
eerst binnenkwam, zonder dat Schrie-
loman echer <ieze fout bemerkte, be-
gia' zich dadelijk naar den oudsten
bediende, die meer als chof van het
personeel optrad, wanneer er wat te
regelen of ln 't algemeen te bevelen
viel, en deed hem, zacht sprekend,
een medcdeeling, waarbij de oudste
bediende eenige koeffcn z'n wenkbrau
wen optrok, Hij. stond daarna van
z'n kruk op, „hum, hum"de een paar
maal en begon toen als volgt:
„lk mot Jelui bekeind maken, dalter
luer in de gang naa; de keuken op
een kast oen bord niet saucijzebrood-
jes staat".
Bij liet woord: „saucijzflbroodjes"
biet Schrielman het hoofd op en luis
terde aandachtig, terwijl hij z'n lip
pen langzaam van elkaar bracht en
zoc oen oogenblik recht voor zich uit
blee.' staren.
„Tk heb jc-lui maar te wuarschou-
wer' vex volgde de oudste bediende,
„dat niemand de brutaliteit heeft van
dio broodjes l.o snoepen."
„Nou zegI lk heb thuis nog wel
te eten, hoor!" riep een brutale rak
kei". „En 1 k ook, hoor, ik ook", rie
pen verscheidene stemmen door el
kaar.
„M ij n twaalfuurtje is beter ge
meubeld, dan van menigeen",
schreeuwde weer een ander, mot een,
spottendep blik op Schrielman.
„Stilte!" riep de oudste bediende,
't kamme niks schele of Jullie te eten
lieb om niet. Maar ik wil jelui alleen
maar waarschuwen voor je 'zelf.
Want die saucijzebroodjis zie je, die
zijmie vergiftigd, daar heb de keu
kenmeid roUekruid in gedaan, om
dat ze zoo'n last had van de rotten
en muizen in de keuken.
O! o. O, 0, o! echode het door el
kaar. Nou wij zullen der wel af-
biijveu.
Schrielman, die zijn lippen nog ver-
d.r had geopend, had bij de woorden:
„die z:;nuo vergiftigd" het hoofd
plotseling voorover laten zakken, ook
zijn schouders zakten mee. Zijn ar
men lagen besluiteloos op den lesse
naar. Z'n gelaat werd lijkvfcit, terwijl
de oogfcu met groote pupillen bleven
duren op het voor hem llggena pa
pier. Paaiden angstzweet bedekten
z'n zwaar gerimpeld voorhoofd en.
om z'n mond teekenden zich smarte
lijke angütrekkcn.
v eivtf igd O. o! Hoe fcad hij
zoo lichtzinnig kunnen zijn Z'n le
ven in de waagschaal gesteld voor
een saucijzebroodje. \Y at moesten
z'n vrouw en kinderen beginnen? O,
wet een ramp! Wat een ongeval!
„Is L' niet wel, meneer Schriel-
;iian" vroeg do oudste bediende, toen
hij de procuratiehouder zoo wezen
loos voor zich uit zag staren.
„N".:. 11, meneer", zet Schrielman,
z'n linkerelleboog op dein lessenaar
plaatsend en z'n hoofd mot de hand
ondersteunonde. „Niks lekker. Ik
voel mo zoo vreemd, zoo heel raar
van-binnen" on met z'n rechterhand
streek Schrielman zich een paar keer
over de maag.
„Wil u 'n glaasje water?" vroeg
de oudste bediende, terwijl hij een
glas hali vol schonk.
„.Ta graag", bibberde Schrielman,
z'n bevende lippen aan het glas zet
tend ejf met grage teugen drinkende.
„O, het kookt en bruist hier zoo",
jammerde hij, op z'n maag wijzend.
,,0f er kolen vuur worden opgesta
peld; zoo'n verzengenden gloed.
„Vreemd, heeft u er meer last
van?"
„Neen, nooit", betoogde Schriel
man. „Zoo plotseling opgekomen.
Ik. geloof 't Is boter, dat Lk
me even verwijder", vervolgde hij,
met pijnlijk gezicht van z'n kruk
gaande.
Toen Schrielman na gcruimen
tiiö weer op de kantoor
kruk had plaats genomen, hlcck hij
nog zóó ontsteld te zijn, dat de
ouuste bediende het noodig oordeel
de den patroon tc waarschuwen,
daar Schrlelcman z'n gelaat lang-
zamerhand eon zeer raadselachtige
kleur had aangenomen, terwijl het
gtheele lichaaxn schokte en beefde.
..Jlii heit-e- goed te pakken",, mom
pelde de jongste bediende legen de
naast lxcm zittende collega's.
De patroon, die zelden ou het kan
toor kwam. daar hii zich niet gaarne
met het personeel bemoeiue en alles
aan Schrielman overliet, koek erg jn-
nlczierig dat men hem geroepen had,
maar toch eemgszins verbluft, toen
hii ziin procuratiehouder, die nog
nooit cén dag zak was go-wccst. zoo
lang ln'i op z'n kantoor was, in zoo'n
treurite houding voor z'n lesrenacr
zag zitten.
..Wat is dat. Schrielman?" vroeg
hii. ..zoo in eens onwel geworden?
Wat scheelt er aan kaercl?"
„O. meneer. zoo akelig", huilde
Schrielman.
..Zal ik den dokter laten halen?"
..Neen. meneer, assieblieft nie'.
..Wat. géén dokter, maar je bent
doonxiek. koepel."
„Ja. meneer. maar geen. dokter.
Dim zag ik u liever alles. Ik heb het
■aan mezelf te wijten... Ik zag in de
gang. bij de keukon... êenige sauciize."
broodies staan en toen kon ik me niet
nïcor bedwingen.... Ik lust ze zoo
«raag. meneerEn toen heb ik er
ééntieééntje maar, meneer, opge
geten en nou"
..Wel verduiveldviel mijnheer
in. cn maak ie ie daarvoor zoo van
streek. Is dèt nu een reden om zoo te
iammcren. 't ls wel niet wat ie noemt
in den baak en als voorbeeld voor de
ionseren hier is 't zeer af te keuren.
En 11c moet ie ook eerlijk bekennen,
dat ik zóóiets van mijn propura.ie
houder ook niet verwacht had, maar
ie trekt ie de zaak zóo zwaar aan, dat
ie er kaoat van bent."
„Och ia, meneer, maar u moet we
ten". ging Schriel voort, terwijl hij
krampachtig zijn maag bevoelde.
..da: die broodjes.... dat ze... vergif
tigd waren"...
..Vergiftigd!" ontstelde de patroon,
„hoe zit dai?"
„Met raftekruid, meneer, dat had de
keukenmeid gedaan.... omd-at zé zoo'n
last had van muizen."
„Maar dat was onze!tend onvoor
zichtigLaat dadellik een dokter
komen!.... En hoe weet je, dat olie...
c„„ die broodjes vergiftigd waren?"
„Dat heeft de oudste bediende daar
straks bekend gemaakt aan de jonge
lui... iuist omdat ze er nie; van zou
den snoepen."
„En wanneer heeft de keukenmeid
u dat medegedeeld, meneer vroeg
de patroon den oudsten bediende.
„Ik heb 't van den iongsten. be
diende. die vroeg me. of ik het aan de
anderen wou bekend maken".
„Oudste bediende, jongste bedien
de". mopperde de patroon. „ik be
griin er geen lor van.... Kom eens
hier. iii jongste bediende", vervolgde
Iiii tegen et jongeme-nsch in kwestie,
die met, 1-vdpn schoenen nader kwam.
hoewel -en soottenden lach om z'n
brutaleii. leuken mond speelde.
„Hoe kom iii er aan. dat die brood
ies vergif.igd zouden ziin?"
„Och. meneer, dat stotterde de
iongen. dat heb ik zóó maar ge-
zcid... Ik zag meueer Schrielman juist
in het broodie happen, en toen dacht
'k..wacht, daar zal 'k es 'n bak
meè hebben"... en, toen heb *k maar
gczeid. asaat er rattekruid in was."
„Jou bru.a'.e rakker!" bulderde de
patroon, ofschoon hij zich een oogen
blik naar d-e deur keerde, ppi een
glimlach te eed-win gén, toen hii den
glunderen kon van den iongen zag,
„zoo. noem iii dat 'n „bak", om, 'n
oud mensch zóó in ongelegenheid te
brengen... zoo'n angst op het lichaam
tc iagen.... Schrielman! 'k Feliciteer
je. kaerelJe bent in elk geval niet
vergiftigd."
„O, mer.eer!" begon Schrieltoan,
terwijl hii '.raphtte ook 'n lachend ge
zicht te zetten, toen hii het overige
personeel met lachschoktïngen op de
lessenaars zag duikelen, „die jongen
is toch zöo'n galgebrok!"
„Laat het maar een les voor ie ziin,
Schrielman". zei de patroon, „en
houdt d-at ionge goedje nog wat meer
onder den duim, hè!.... En i ij,
schelm iou zal k nog eens apart on
derhanden nemen, want iou zooge-
naaxnde „bak" noem i k een échte
kwajor. gensslreek'
Binnenland
Het Algemeen comité tot steun aan
do hongerenden in Sowjet-Rusland
heeft in een dezoj- dagen gehouden
vergadering besloten, zijn naam te
wijzigen en deze in overeenstemming
to brengen met het veranderde ka
rakter van de werkzaamheden, die
voortaan gericht zullen zijn op den
economischen opbouw in het honger-
gebied en de verzorging van de kin
deren, die als gevolg van den hon
gersnood onverzorgd zijn achtergeble
ven. De naam van bet comité is
thansAlgemeen comité voor den
economischen opbouw in Rusland.
Voor de kinderhulp zal een aparte
afdeeling aan het comité worden ver
bonden.
Het voornaamste werk voor den
economischen opbouw zal zijn het
plaatsen van aandeelen van de In
ternationale Arbcidcrsleening, groot
2 1/2 millioen gulden. Voor de ver
zorging van de kindoren in dc Hol-
lanasche kinderhuizen zal men re
gelmatige bijdragen van de kinder
vrienden in Nederland trachten te
verkrijgen. Verder zal e n zooge
naamde schoolweek won-.n georga
niseerd deze zal in de r. „and Mei
gehouden worden.
Het Dienstweigering-
ontwerp
De msmarie van antwoord
Hot militair verband uitgeschakeld
Aan de Memorie van Antwoord op
het Voorloopxg Verslag der Tweede
Kamer betrcliende bet dienstvveigo-
ringsoutwerp is het volgende ont
leend
De verlenging van don diensttijd is
niet als straf bedoeld, maar als een
middel, waardoor den gewetensbe
zwaarde, die zich, zij het up zijn ver
zoek, na bosqssiug van de overheid
onttrekt aan den primaircn staats-
plicht om mede te werken aan de
Handhaving van onze onafhankelijk
heid, een zoodanige andere plicht kan
worueu opgelegd, dat hij daarvan
geen voordeel geniet, integendeel een
offer brengt, waardoor eenigermate
een waarborg wordt verkregen voor
den ernst der bezwaren.
Het> ontwerp voldoet naar de mee
ning van den minister aan de eisehen
vau voorzichtigheid, vooreerst door
de vrijstelling te beperken tot hen, die
zich in strikten zin in hun geweten
gebonden achten en voorts door de
zen dan alleen van hun wettelijke
verplichting vrij tc stellen, wanneer
zij daartegenover gedurende een lan-
geren diensttijd diensten aan de ge
meenschap bewijzen. Waarom deze
poging zeer weinig geslaagd kan wor
den genoemd, is zonder nadere mo
tiveering nxet duidelijk.
Met betrekking tot bet gedeelte
in de Loclichting, waarmede som
mige leden zich minder ingenomen
verklaarden, merken de ministers op,
dat het ontwerp, blijkens art. 1 aldus
is opgezet, dat vrijstelling niet wordt
verleend dan aan hem, voor wiens be
wustzijn de vervulling van den diénst
een conflict zou doen ontstaan met
het gebod „gij zult niet dooden".
Moet nu eenter nog nadey de eisch
worden gesteld, dat het conflict ook
door den betrokkene zelf als van
godsdienstigen aard wordt be
schouwd, dat met andere --oorden hij
den goddelijkec oorspr vrg van het
evenbedoelde gf-bod uitdrukkelijk er
kent? De ministers zonden rneenen,
dat zoover uieb moet vorder gegaan,
doch dat voldoende is, dal. hel gebod
als rfcrm mei- volstrekt gezag zich
aan den betrokkene oplegt.
Aanvankelijk was de gedochte van
de ministers, dab de ingevolge art. 3
sub b to w-rk gestelden wel onthe
ven zouöer vorden van den militai
ren dienst doch dat zij overigens als
militair zouden moeten worden be
schouwd cn dus ook voor eventueele
vergrijpen voor don militairen rechter
zouden moeten verschijnen, uitgezon
derd voor feiten, in do artt.. 5
van het ontwerp omschreven.
Intusschen heeft nadere overweging
mede van den bweeslachtigen toe
stand, die aldus met betrekking tob
de jurisdictie zou worden geschapen,
tot do slotsom geleid, dat het beter is
en trouwens ook, in verband met
den aard der in deze bedoelde
wetensbezwaren. principieel juister
vrijstelling van den militairen dienst
te verleenen c.q. het militair ver
band van de betrokkenen op te hef
fen.
Hun positie behoeft dan echter na
dere regeling, welke intusschen bij
een voorziening ingevolge art- 9 kan
geschieden. Wat verpleging, voe
ding, toelage betreft, zal zij daarbij
zijn" aan to sluiten aan do militaire
regelingen, Terwijl mede bepalingen
omtrent de tucht zullen kunnen wor
den vastgesteld.
In de wet moet dan alleen nog een
strafbepaling ook tege„ het zich ont
trekken aan de tewerkstelling worden
opgenomen. Art. 5 is aldus aange
vuld.
Een regeling voor dienstweigeraars,
wier belangen niet door dit ontwerp
worden beschermd, zou zeker in dit
ontwerp niet op haar plaats zijn. Al
ware zulks het geval, dan nog zouden
de ministers tegen een berechting
als voor politieke gevangenen, zoo
als die in andere landen bestaat, be
zwaar maken, omdat ccn dergelijk
stelsel zou ontaarden ia een propa
gandamiddel voor politieke dienstwei
gering.
De regeering is met bevoegd, om
de dienstweigeraars, die zich thans in
arrest mochten bevinden, in vrijheid
te doen stellen wel wordt aan den
dienstplichtige, die meent onder
de bepalingen van dit ontwerp te zul
len vallen, op zijn verzoek uitstel van
eerste oefening verleend.
Ten einde duidelijk te doen uitko
men, dat niet worden bedoeld staats
bedrijven in engeren zin. is de re
dactie vau art. 3 gewijzigd do staats
mijnen vallen ongetwijfeld onder de
in aanmerking komende takken van
dienst en bedrijven.
Het is zeker niet noodig in de wet
ïst te leggen, dat aan den vrijge
stelde, die arbeid verricht, geen loop
zal worden uitbetaald: immeis recht
op loon bestaat alleen dan, wannee"
zulks bij een publiekrechtelijke ver
houding in ccn wettelijke regeling is
vastgelegd, of bij een privaatrechte
lijke verhouding in de overeenkomst
is opgenomen.
van clcn diensttijd meeaen te moeten
hnridhaven-
Ook wat de termijnen van verlen
ging betreft, zien zij voor een mgrij
pende wijziging geen aanleiding. Wei
wordt het, gelet .op het feit, dat bij
de nieuwe Dienstplichtwet de onder
linge verhouding, van den duur van
den dienst hij de verschillende wapens
is gewijzigd, noodzakelijk geacht den
termijn van 6 maanden tot 8 maanden
te verlengen.
Het ligt in de bedoeling om den tijd
voor oerste-oefening onderscheiden
lijk met 8 en 12 maanden te verlen
gen, ongeacht het verschil in eerste
oefentijd volgens de wet, terwijl ver
der de vrijgestelde dienst zal moeten
doen telkens wanneer de dienstplich
tige van zijn lichting en van zijn
groep wordt opgeroepen en wel voor
even langen tijd.
Bij dc Memorie van Antwoord is
gevoegd een nola van wijziging, waar
van de voornaamste bepalingen in
bovenstaande memorie zijn toege
licht.
BEWIJS IN BURGERLIJKE ZAKEN
Verschenen de Memorit van Ant
woord op het aédeelingsverslag der
','aveae Kam»»- hetreftemde het wets-
ontwerp tot idthreiding van de ge
legenheid tot het leveren van bewijs
door getuigen in burgerlijke zaken.
Naar het den Minister voorkomt.
Van men bezwaarlijk van een verrui
ming van het getuigenbwijs afzien
on grond van de zedelijke verwording
-ran onzen tijd. Zoo men daaruit
moest conoludeoreai, dat getuigenver
klaringen niet betrpuwbaar zijn, d<ro
non men van het getuigenbewijs ge-
lvec-l moeten afzien.
Doch een wet van deze strekking
zou onze strafrechterlijke en burger
lijke rechtspraak. Ln zoo groote mato
aantasten, dat hot. niet mogelijk
schijnt een voorstel in dezen geest te
doen. Trouwens zulk een conclusie
komt niet gerechtvaardigd
De Minister is van meening, dat
de redactie van art. 10-45 B. W. er op
gericht is de rechterlijke macht te
doordringen van haren plicht, de ge
tuigenissen nauwgezet te wegen. Er
schijnt dan ook geen reden bodoeld
artikel aan te vullen.
Het komt den .wnlster voor, dat
ep.n overgangsbepaling, inhoudende
dat de verruiming van getuigenbe
wijs slechts van toepassing zal zijn
voor rechtsgeschillen, ontstaan na d-
totstandkoming dezer wet, niet aan
be ve lens waardig is.
Voorts v/as liet den Minister aange
naam, dat het wetsontwerp, voor zoo
ver dit beoogt de wraking van getui
gen to doen vervallen, algemeen
werd toegejuicht.
OPRUIING?
De heer MaTchant, lid vai
Kamer, heeft den minister va
volgende vrngen gesteld:
I. Heeft de minister zijn aandacht ge
schonken aan liet artikel „De eerste jaar
kring" van dr. Emile Verviers in het
weekblad Katholieke Staatkunde van 5
April 1923, met r.amc aan de hieronder
volgende zinsneden 1
„Er dient dus eens een radicale opru:
ming gehouden to worden èn onder de
instelling, èn onder de personen van het
tegenwoordig regime. Ook dit is weer een
nieuw verworven inzicht, dat ons aanvan
kelijk nog .niet'voldoende eigen was, om
dat wij meenden, dat met wijzigingen in
de opinies volstaan kon worden.
En ten slotte is het ons ook steeds dui
delijker geworden, dat do gewenschto ver
anderingen niet komen kunnen door over
reding en door de groote massa' te overtui
gen, zooals vele moderne democratische
Katholieken meenen, doch ook door gc-
weldmiddelen. Het zwaard en de tucht
roede zullen ten laatste den doorslag moe-
He: is immers absurd to veronderstellen
dat onze door en door zieke maatschappij
weer gezond gemaakt zou kunnen worden
door alle menschen te overtuigen
nut van saneerïngsmaatregelen. Voordat
op deze democratische wijze do laatste
man overtuigd zou zijn, ware de heel©
maatschappij reeds ten grond© gegaan.
Natuurlijk mag deze kordate gezondma
king niet buiten leiding van da rede
plaats hebben. Het geweld mag niet rede
loos zijn, anders bereiken vr© avereeht-
scho resultaten, a'.s in Ruskind. Dooh
naar onze smaak behoeft alleen do kleine
levenskrachtige kem overtuigd to worden.
Do groote menigte heeft slechts te vol
gen cn to gehoorzamen. En de kleinere
groep van democratische nijdigaards en
dwarsdrijvers moeten don maar naar IUv-
liaanschen trant met een eind hout be
werkt worden.
DU .alles moge oppervlakkig wat bar-
buarsoh en oorlogszuchtig klinken, doen
het is het eenig juiste standpunt. Lu alle
groote tijdperken van de geschiedenis is
'iet materieel geweld in dienst geweest
nn d©n vooruitgang. En naarmate dit
:owold meer beheerscht werd door de re-
(lelijkheid cn bijgevolg ook door do ze
delijkhcid, was het vruchtbaarder. Denk
bij voorbeeld aan do kruistochten cn hun
gewéldige vruchtbaarheid voor do Euro-
'osche beschaving.
Wil de levenskrachtige kern geen ge
bruik maken van redelijk geweld om onze
beschaving to redden, dan zal hij zelf
door onredelijk gewold vernietigd worden.
Er is geen keuze. Trouwens, een maat- i
de Tweede
n justitie de
schappij, ilio zou terugschrikken voor ge
weld cn alleen uitkomst zou verwachten
van de ziokelijke democratische methode
der overtuiging, is reeds veroordeeld.
Wanneer wij dus het parlement bij voor
beeld een rampzalige instelling vinden,
dan moeten wij niet zoo lang zeuren to:
de laatste Nederlander ook openlijk Jurft
te erkennen, wal thans - iedere Nederlan
der voor ziolizclf erkent. Maar dan heeft
Se 'evenskracüitige kern een kort en kloek
besluit to nemen en laat zulke schade
lijke vergaderingen eenvoudig met kwaje
honden uit elkaar jagen.
De verspreiding van deze denkbeelden
is ons zeer gemakkeli-lc gemaakt door de.
resolute houding van onzen grooten Ila
linansehe-n geestverwant Benito Musso
lini. Niet dat deze man ons iets nieuws
geleerd heeft; want tien jaar geled.-:.
stond de weg dien hij bewandelt ons
duidelijk voor don geest. Maar wel heer
hij hc-t ons zeer gemakkelijk gemaakt door
zijn kloeke houding, om deze methode bij
anderen ingang te doen vinden."
II. Is do minister niet van oordeel, dat
de publicatie van het bovenstaande, vol
gens het Wetboek vnm Strafrecht, zelfs
bnit«»n do wijzigingen, daarin gebracht
door do zoogenaamde Autirevolutiewet
van 28 Juli 1920, Stbl. no. 61D, is een straf-
bgar feit? (Opruiing tot een strafbaar feit,
art. 131, het door. geweld of bedreiging met
geweld uiteenjagen van een vergadering
van de Kamers der Staton-Generaal, art. 95
en het verspreidingjarcikel 132.)
III. Oordeelt de minister, wear de
geering ecu bijzondere bescherming van
het Nederlandsche volk noodzakelijk heeft
geacht door de Antlrevolutiewet, van zijn
strndpuint hier niet een strafvervolging
noodzakelijk, al heeft de regeering zich
in 1S20 de toepassing van soortgelijke
strafbepalingen gedacht op feiten, ge
plregd door personen van andere Staat-
kta.digè overtuiging dan de schrijver vt
het in de eerste vraag bedoelde artikel?
INGEZONDEN MEDEDEEUNCEN
k 60 Cts. :er regal.
Sportpraatje
Hot programma voor Zondag.
De programma's worden steeds kleiner.
En dat is maar gelukkig, want velen,-- die
hun voetbalschoenen nog niet kunnen op
bergen, omdat hun. vereeniging nog i:
vaar" verkeert, hunkeren naar het oogen
blik, weer actief aan de heerlijke zo
sporten, nis cricket, roeien, zeilen,
deel to nemen. Toch is het dit jaar mi
competitie voorspoedig gegaan. Het zoo
genaamde „zweet-voetbal" zal dit jaar
waarschijnlijk niet gedemonstreerd wor
den, dan alleen in de kampioenscompeti-
tie, dio nu eenmaal niet vroeg klaar kan
zijn. Dit zou nog. kunpon, wanneer
de belanghebbende clubs genoegen wilden
nemen met het spelen van een halve i
petitie. Maar dai willen zij zeer begrij
pelijk trouwens niet; zij wenschen el
kaar twee maal te bestrijden. Het gevolg
is dus, Jat de kampioenen zes wedstrijden
moeten spelen.
R. C. H. we zullen tenminste r
voot vast aannemen dat zij kampioen
het Westen is zou dus eigenlijk wel
het voetballen kunnen blijven! In het
gunstigste geval, namelijk als Blauw Wit
morgen gelijk speelt of verliest, kam de
Racing eerst op Zondag 27 Mei met haar
programma klaar zijn. Wanneer Blauw
Wit morgen Quick met een nederlaag naar
huis zendt, dan wordt het Zondag 5 Juni
en dan moet er nog niets tusschenbeide
komen.
Re Quick en Go ahead zijn beter af; die
spelen morgen in Groningen reeds hun
tweeden kampioenswedstrijd. Men herin
nert zich, dat in Deventer door Be Quick
met 3-0 gewonnen werd. Het ligt voor
de hand, wederom een overwinning
de Groningers te voorspellen.
In do Westelijke eerste klasse vragen
vier belangrijke wedstrijden do aandacht.
Van do acht clubs, die elkander bestrij
den zullen, verkecren er niet minder dan
vijf in degradatiegevaar, namelijk Quick,
H. V. V., V. O. C., D. E. C. en helaas ook
Haarlem. Eenige weken' geleden reeds
dachten wc dat Haarlem „binnen" was,
maar door de overwinningen vam Sparta
en H. V. V. is het weer mis geworden.
Met V. O. C. staat Haarlem er evenwel
van do vijf het beste voor; die twee heb
ben namelijk al 13 punten. Het zou dus al
heel ongelukkig moeien loopen, als Haar
lem den dans niet ontspringt.
Om te beginnen hebben do roodbroeken
morgen een zware taal:; H. B. S. op Hout-
rust to bestrijden is voor geen enkclo
club ooit gemakkelijk geweest. Toch
hebben we hoop op een Ilaarlemsch
succesje, want het is juist iets voor de
roodbroeken, die nu twee nederlagen
ereen hebben geleden, om weer van
sterk team te winnen. Het zal in ieder
geval in Den Haag een aardige ontmoc-
iing worden, want H. B. S. en Haarlem
hebben 'elkaar in dit seizoen nog niet
ontmeet.
Een warme strijd wordt V. O. C.—D. F.
C., die beide uit de gevaarlijke zone wil
len komen. 'Op 3 December won V. O. C.
Dordtr met 0—2. Mede wegens het ter
reinvoordeel geven we ook nu aan V. O.
0. de meeste kans.
U. V. V moet een wanhoopsdaad ver
richten, om voor de eerste klasse behou
den tc blijven, en die bestaat in een be
ijdiug van het Amsterdamsche Ajaï.
Gelukkig voor L'. Y. V. moet dit karwei
tje in Utrecht worden opgeknapt, want
als het in Amsterdam moest gebeuren,
dan gaven we haar in het geheel geen
kans. Hét eetsle-klassc-schap van U. V. V.
hangt wel aan een zijden draadje: alleen
wanneer zij beide wedstrijden wint en
'lus 18 punten haalt en Quick cn D. F.
C. alles verliezen, zal Utrecht een eerste
klasser blijven behouden. Wij vreezen
„Sanatogen Heelt ral) bil
meer dnn ccn gelegen
heid goed gedaan. 0n-
heb Ik nog eens het be
wijs gekregen van de nldoendc
walking van Sanaiogen. wanneer
bij zwaren geestelijken en zenow*
n/«naea .beid de lichaamskrachten en
i./jesicl moeien worden versterkt."
}\WL Cu/Mi
rbetd of na
_l0 o...i versterkend
U goed ral doen. begin dan dodelijk
iet Saitatogcn. Gij zult spoedig ver
over zijn versterkenden invloed,
aap cn eetlust keeren terug, inplaats
.eld cn lusteloos zult gij U weder
vol energie en opgewekt gevoelen, in het kort:
Gij zult een nieuw inensch worden ep ween
Vanneer gij na Sngespa
apwindlng gevoel
Gezonde s
evenwel met ccn groote vrees, dat w©
Maandag in de hoofden over twee kolom
men zullen moeten schrijven: „U. V. V.
degradeert". Nu do wedstrijd iu Utrecht
gospeeld wordt, beslaat d© mogelijkheid
dat Ajax met een klein nederlaagje naar
Amsterdam teruggestuurd wordt, Ln da
hoofdstad wonnen de Aiaxiedon op 26
November maar juist met 10.
Teuslotte Blauw Wit—Quick. Ir» den
Haag eindigde de wedstrijd op 11 Fe
bruari al in een 1—1 gelijk spel, waarmee
het bewijs geleverd werd, dat met rl«
krachten van Quick niet te spotten valt.
Vooral nu do Haantjes in degTidatiege-
vaar verkeexen, zal Blauw WH alle kroch
ten moeten inspannen om de aller
kleinste» kans op het kampioenschap t«
behouden. Wij meenen evenwel eon Am
sterdamsche zege tc moeten voorspellen.
In de Overgangsklasse staan slechts twee
wedstrijden op hot programma, maar die
hebben ook groote betcokenïs, wart hier
gaat het ook om do degradatie. V. V. A-
t.«n V. U. U. zijn reeds gedegradoerd; het
zal morgen we1 bc-slisl worden wie no. 3 is
A. D. O. ontvangt Hilversum en S. V. V.
gaat naar O. D. S. De thuïsspeloudo eluba
zullen wel winnen.
Excelsior en Stormvogels hebben mor
gen vrij. wat ze wel zeer onaangenaam
zullen vinden.
Aan de Spanjnardslaan wordt een aar
dige wedstrijd buiten de competitie ge
speeld tusschen H.,F. C. en R. C. H. A's
beide partijen volledig ijn wat we op
het oogenblik, dat we dit schrijven, nog
niet weten —kan er veeJ spanning komen.
Beeüilszalisn
EEN BONTMANTEL VAN f 40.000.
Men zal zich de procedure herinneren
cenigen tijd geleden in Engeland gevoerd
door een Haagsch modehuis tegen de er
ven van een vroeger in Nederland geïn
terneerd Engelse!', officier ten einde be
taling te krijgen van een sabelbontmantel
van f 40.000 door dien officiter gekocht
voor een Haagsclie deini-moindnine. De
Engelsche offieior wees de vordering af,
op grond dat de overeenkomst een oor
zaak in strijd met do goede zede kon heb
ben, en veroordeelde de eischende firma
m do proceskosten.
Deze laatste beproefde daarop haar ge
luk voor de rechtbank te 's-Gravenhage
cn dagvaardde de erven iet betaling. Deze
begroetten de vordering met het verweer,
dat reeds eenmaal, zij het door den En-
gelschcn rechter, over deze quaestio was
geoordeeld en vorderden hunnerzijds re-
conventioneel dc proceskosten, zijnde een
bedrag van 1306.111/2 p'd. st.
Do rechtbank overwoog, dat ieder de ge
volgen van zijn eigen daad moet -dragen
en dat billijkheid en goede trouw mede-
brongen da.t oischeTes, die de gedaagden
vrijwillig voor den Engelsehen rechter
riep, ook zelf aan diens uitspraak gobon-
den is, al valt die beslissing in haar na
deel van die autoriteiten inriep. Daargela-
gebracht door 't feit, dat de Engelsche
rechter het Engelsche recht heeft toege
past: eischeres had hierop verdacht moe
ten zijn, toen zij geheel vrijwillig het oor
deel van dit autoriteiten inriep. Dnargola.
ten, of men hier te doen heeft-anct ccn
gewijsde zaak, staat 't in ieder geval
eischeres niet vrij, nu zij eenmaal iu het
ongelijk gestelij is, de vordering opnieuw
hier lo lande to doeu geldon. Derhalve
werd zij met-ontvankelijk verklaard.
In reconventie werd bsldsl, dat rle
Haagsclie firma zich ook ten aanzien van
de kosten moet gedragen naar het oordeel
den door haar zelf ingeroepen rechter.
De verplichting tot betaling van do kosten
een noodzakelijk gevolg van de onisun-
igheid, dat zij in het ongelijk was ge
steld, cn is veroorzaakt door het eigen op
treden in het buitenland. Deze veroordee-
in Engeland is hier te lande een vol
doende grondslag om tot een overeen
komstige veroordeeling te geraken. Het
gevorderde bedrag werd derhalve toege
wezen.
stonden, vertelde hij mij alles. Hij ver
telde het mij, omdat hij geloofde dat
voor ons allebei het leven was af«o-
loopen, en dat ik slechts eon paar mi
nuten dit vreeselijk gclieim ln rofij zou
moeten omdragen".
„Hij had het je niet mogen vertel
len. ïelfs toen niet", zei ze zacht
„Hij vertelde het mij om mij het
eterven gemakkc'ijker tc maken", ant
woordde ik, „en het zag er toen wer
kclijk naar uit of ons laatste uur ge
slagen was. Dat wij ér hei lever, heb
ben afgebracht L een grqot wonder.
Toen ik hii kwam en men mii ver
telde dnt Neillson ook gated was, kon
ik het bijna niet gelooven. .Maar hij
was nog ere ziek toen ik Clanavon
verliet. Iieeft u ook gehoofd of nij
nog leeft?"
.,11; heb vanmorgen een brief van
juffrouw Smith gekregen", zei mijn
moeder. „Hij is veel heter cn denkt
er over om op reis te gann".
„Zou dnt niet gevaarlijk voor hem
kunnen worden?" vroeg ik.
„Zijn moeder heefl me geschreven
dnt rij zelf -hem nauwelijks herken
nen kon. Hii i? erg mager geworden,
en lier-lom na' eriis".
„Arme kerelt"
...Ta, zeker, arme kerel! Maar zijn
helooning staat hem nog te wachten,
Zij diS getrouw tot in den dood"
zijn. zullen niet vergeten worden".,
„Getrouw tot in den dood". Zc lier-
haalde de woorden met een zachte
uitdrukking op haor gezicht, alsof er
iets kalmeerends voor haar was in
die gedachte. Was het mogelijk dat
zij er ook naar verlangde om einde
lijk bevrijd te worden van den druk
van ons vreeselijke geheim? De ge
dachte deed mij beven, en toch was
het eigenlijk niet nicer dan natuur
lijk. Koesterde ik niet denzelfden
wenschï"
„Moeder", zei ik „ik heb u nog
meer te zeggen. U wist alles van die
geschiedenis in zijn verleden?"
Zc boog het hoofd.
„Ik wist alles"
„Herinnert u zich nog van het duel?
Van
Zo viel mij in de rede.
„Ik wist alles", herhaalde ze
„Weet u den naam van de vrouw
die in dienzelfden vreoselijken nacht
vermoord is? Heef! u in uw gedachten
geen verband gezocht tusschen die
daad en het verleden?
„Helaas, ja!" fluisterde ze bevend.
„Neil'son heeft die vrouw ook ce-
z.ien en herkende Cécile d'Augevillo.
Hij weet alles".
„Mijn hemelj"
„Hij weet alles, maar hij znl zwij
gen. Het geheim is in onze handen
in de uwe en in de mijne".
„Wat zullen we'er mee doen?"
„Ja. moeder, dut moogt u wel vra
gen liet is aan ons wij kunnen
het met ons meenemen in liet. graf
of wij' kunnen onze schande en ellen
de bekend ma-ken".
Zij gaf geen antwoord. Ik knielde
naast haar neer en greep ha&r han
den. Roerloos lagen ze in de mime.
Ze waren koud, hoewel ze vlak bij het
vuur zat.
„En weet nog iemand anders er
van, zeg je? Wat raadt hij jé aan?"
„Het tc bewaren lot onzen dood.
Als wij hit,nu vertellen, wie wint er
dun iets bij? Wie zou er voordeel heb
ben van onzo schande? Niemand. Er
is geen mannelijke erfgenaam. De be
zittingen zouden aan den slaat ver
vallen. Als lk kinderloos sterf verval
len ze ook aan den staat. Zoo moet
het zijn
„Raadt hij dut aan?"
„Ja, cn moeder,«wé moeten dit niet
vergeten. Als we de eene helft van
ons geheim bekend maken, loopen we
gevaar dat «Ie andere de ergste
hé ft, cok bekend wordt. Men zou ou
derzoekc-n wie zij was. Het toevallige
van die tweo moorden in één nacht,
zou argwaan opwekken. En dan zou
de rest volgen".
„Hij hoeft gelijk, Bernard, mijn jon
gen. het leven is voor ons afgeloo-
pen. Voor m'ij is het ergste al voorbij.
Ik word oud ik zal sterven. Maar
jijnog je hcele leven moge de
hemel jc bijstaan".
Toen uitte ze een zachten kreet en
viel in mijn armen. Eerst dacht ik dat
zo dood was. Maar na ecu poosje
kwam ze weer hij
Den volgenden morgen stuurde ze
mij weg. Zc dacht dat het beter voor
ons zou zijn als we ieder apart het
lot, dat ons was opgelegd, droegen,
zonder dat we de ellende van den an
der zagen. Als zc mij noodig had zou
zo wel om mij sturen.
HOOFDSTUK IX.
Vervolg van Marie de
Feurget's dagboek.
Ik ben een ongelukkig meisje, lk ge
loof dat de nutuur mij een luchthar
tig karakter heeft gegeven, muur liet
Noodlot werkt mij legen. Mijn va-
der's somberheid was al moeilijk ge- j
noeg te verdragen; maar nu heb ik
gemerkt dat Lord Alceston eigenlijk
net zoo is. En de twee eenige man-
nt-n, die op het oogenblik om zoo te
zoggen mijn bestaan vullen, zijn alle
bei zwaar melancholiek.
lk moet eon onnatuurlijke bekente
nis doen. Ik heb meer medelijden met
Lord Alceston dan met miin vader.
Mijn vader is vriendelijk cn zucht
voor (£llc andere menschen, zoodut de
armen dol op hom zijn. Alleen tegen
mij is hij koel cri gesloten. Ik vrees
dat hij niet van nvij houdt. Hoe dnt
komt, of wiens schuld het is, kan ik
niet zeggen. Maar er is altijd een ze
kere stugheid tusschen ons, cn
wat ik ook doe, ik schijn er niets
aan te kunnen veranderen.
Het is vreemd zooals mijn vade
plotseling op Lord Alceston gesteld
schijnt te zijn. Zou het wederkeerig
ook zoo zijn? lk denk van wel, ander;
zou hij hier niet zoo vaak komen. Als
ik een heel erg dwaas meisje was. zou
ik me misschien kunnen verbeelden
datmaar ik ben niet dwaas en ik
verbeeld nie niets van dien Hard.
Maar hij komt dikwijls en als hij
komt is hel ait.jd prettiger. Soms zing
ik voor hem en dat schijnt hij plczie i
rig to vinden. Soms spelen mijn wi
der en hij con spelletje schaak, maar
ze maken nooit een spel af. De een J
of ander vervalt in een diep gepeins i
en als ik niet te hulp kom en het
schaakspel op ruipx en Lord Alceston 1
meeneem, gaht de heele avond voor- I
b-j terwijl zii daar zoo zitten. Natuur
lijk zorg ik er wel voor d^t het niet
te dikwijls voor komt." Soms brenat
Lord Alceston zijn neef Carlyon moe
en soms kornt meneer Carlyon alleen,
maar daartoe kan hij maar heel zel
den komen, want hoewel lvij het niet
prettig vindt als het hem gezegd
wordt, is hij èen erg verlegen jongen.
Mijn vader gaat nu maar heel zelden
naar hot casino. Op die-avonden blijft
Lord Alceston weg.
Ik vrees dut ik een heel dwaas meis
je word. Laatst op een avond ver
wachtten wij Lord Alceston, cn hij
kwam niet. Het was eigenlijk niets
bijzonders dat hij eens oen avond
oversloeg en toch voelde ik me zco te
leurgesteld, alsof er iets vreesdijks
gebeurd was. Ik ging zitten en begon
er over na te denken. Ik ben eigen
lijk bang dat ik mezelf \ee! verdriet
bezorg. Het is niet waarschijnlijk hu
hij ouit van m.| houden zal; en toen
beu ik er zeker van dat ik .nooit iets
om een anderen man zal geven, zoo
lang ik leef! Eigenlijk spi't het ;;ie
mot zoo heel erg dut hij zorgen heelt.
Het lijkt net of dat ons dichter bi,: el
kaar brengt of het den afstand tus
schen ons minder groot maakt
Mijn vader riep mij laalst nij zich
en zri dat h j eens met me wilde ova
len over het verzoek dat ik bom go-
daan had, om terug te mogen gaan
naar de kostschool. Ik vrees dat hij
zag hoe ik schrok. Vreemd hoe ik in
korten tijd veranderd hen. Een paar
weken gr-leden snakte ik er naar om
weg te komen. Nu hen ik bïijkba ir
volkomen tevreden en vervult bot idee
van weg gaan mij met afschuw.