HAARLEM'S
DAGBLAD
Statistiek der bevolking van
Amsterdam
Rubriek voor onze Jeugd
Onze LaGhiicck
De Voorganger
WOENSDAG 2 MEI 1923
- TWEEDE BLAD
Men mag eerbied Lebben voor de
werkkracht van Let Amsterdamsche
Gemeentelijk Bureau van Statistiek.
Nauwelijks is Let Statistisch Jaarboek
verschenen, een boek met bijna 400
bladzijden cijfermateriaal, of er ligt
weer een nieuw boekwerk voor ons
van Lima dezelfde dikte, nu echter
niet alleen cijfers bevallende, maar
tevens de conclusies, waartoe die cij
fers leiden. En dat zijn seen onbe
langrijke! Het werk is pre worden tot
een uitgebreide studie over de bevol
king. dio met alleen voor de kennis
van Amsterdam beteekenis Leeft,
maar voor ieder belang heeft, dien de
[levensverschijnselen van het Neder-
landsche volk interesseeren.
Neem bijvoorbeeld een verschijnsel
als de zelfmoord, belangrijk niet
alleen voor den medicus, maar ook
voor den jurist cn den socioloog. Tot
nu was de algemeene opinie, die men
aantrof in ongeveer alle geschriften
over dit onderwerp, dat de zelfmoord
meer zou voorkomen in de groote ste
den dan op 't plattelandeen opinie,
die ook werkelijk b.v. door Duitsohe
cijfers wordt bevestigd. Men neemt
aan. dat de groote staid een slechten
invloed heeft op het lichamelijk en
geestelijk leven der bewoners dom
ineer ingespannen arbeid, benarde
woningtoestanden, e.d. Het lijkt ook
zeer waarsohiinliik, dat bet overprik
keld en ongezond zenuwleven eener-
ziids. de grootcre kans niet te slagen
in het maatschappelijk leven bij ove
rigens normale personen an derszij ds.
de neiging tot zelfmoord in de hand
a llien werken.
Maar wat blijkt nu uit de onderzoe
kingen van het Amsterdamsehe bu
reau dat deze geheel® theorie voor
Nederland niet opgaatHet aantal
zelfmoorden in Nederland was in
19111920 6.5 per 100-000 inwoners;
in Amsterdam 6,8in Rotterdam
zelfs 4.7in den Haag 7 per 100.000
inwoners. Terwijl de cijfers in Berlijn
34.6; in Kopenhagen 22,9; in Chica
go 21.3 bedroegen! Het blijkt zelfs,
dat het platteland het ongunstigste
cijfer heeft.
Aan deze cijfers knoopt het bureau
dan nog beschouwingen vast over den
invloed van den godsdienst, van be
roep. welstand, ia zelfs weersgesteld
heid op den zelfmoord. De Julimaand
telt de meeste gevallen er is een dui
delijke stijging van Januari tot Juli
en dan weer een daling tot December.
Ook regen schijnt zelfmoord te bevor
deren.
De groepeering naar den 'welstand
loont, dat de meer gegoeden de be
trekkelijk hoogste zelfmoordcijfers le
veren-
Men zie de cijfersT
Per 100.000 inwoners.
Volksbuurten, oude stad. 4,79
Volksbuurten nieuwe stad 5.44
Gegoede buurten oudei stad 9.S7
Gegoede buurten nieuwe stad 11.43
Sprekende cijfers levert dit gfaatje.
die nog bevestigd worden door de vol
gende neemt met het centrum, het
Willemspark en de Jordaan afzonder
lijk. dan waren de cijfers resp. 6.91,
10.35 en 5.76, waarbij het Willems
park zioh dus zeer ongunstig onder
scheidt. Alweer een bewijs, dat de
welstand eerder den ..Lebensuber-
drusz" dan de levenslust versterkt.
Geheel andere staat het met de z u i-
gelingonsterfte. Daar is niet
alleen verschil van welstand van be
lang. maar is vooral van grooten in
vloed de ruime woningtoestand. Er
ziin kwartieren in de oude sta/1, die
ondanks grooteren welstand toch een
grootere sterfte vertoonen en omge
keerd. nieuwe ruim gebouwde buur
ten, wier bewoners wel minder groo
ten welstand genieten, maar waar de
sterfte toch geringer is.
En zoo gaat het boekwerk voort al
lerlei Interessante gegevens te ver
schaffen. Ik noem slechts nog een sta
tistiek van het aantal vondelingen in
Amsterdam gedurende de jaren 1726
—1905.
Omstreeks 1S00 schijnt het plotse
ling mode te zijn geworden kinderen
te vondeling te loggen: het jaar 1S17
telt er S55. Dan komt snel de daling
en de laatste iarai der statistiek (1904
en 1905) tellen er nul.
Merkwaardg is ook het verloop van
het aantal kerko'ijke huwelijksinzege
ningen. Terwijl in 1S98 per 100 hu
welijken 67 kerkelijk werden ingeze
gend, daalde dit cijfer'in regelmatige
liin in 1910 tot 49.9 en in 1920 zelfs
tot 36.
Er zouden nog tallooze hoogst be
langrijke voorbeelden ziin aan te ha
len om te toonen. welk waardevol ma
teriaal deze studie 'bevat. Het Am
sterdamsehe Bureau verdient voor zijn
werk alle- hulde.
De slotconclusie, waartoe de studie
voert, is een zeer gunstigehet blijkt,
dat de verschijnselen zich hoe langer
hoe meer vervlakken, dat er een ni-
veileering intreedt, waardoor de groo
te karakteristieke verschillen, die er
^vroeger waren,, verschillen tusschen
'de geslachten, de godsdiensten, den
welstand langzamerhand verdwijnen.
In de meeste gevallen kan dit ver
schijnsel als een gelukkig feit worden
beschouwd, omdat het wiisi op betere
zorg voor de bevolking, een wegne
ming der oorzaken, waardoor het eene
deel bii het andere achterstond.
Belangwekkend zal het zijn in la
ter jaren na tp gaan. of deze gunstige
toestand1 zich handhaaft.
L. G. YAN DAM.
Raadseloplossingen
Nagekomen raadjeis ontvangen van:
Llna Punt 2 Visscher 2 •Voetballer 2
Roel de Hakker 2 "De kleine Zonnepit 6
Indramajoe 5 Montbretia 5 Goudkopje 6
Mic-pie 2 Zwartoogje 5 Nimrod 6 Juffertje
in Groen 3 Jacob Lebeur 5 Kosmos 3
Zonneprinsesje 5 Pinnokio 3 Zwaluw 5.
Ean prijsraadsel voor de
maand Püei.
'Aan dat prijsraadsel mogen ook oud-
Rubriekertjes hun krachten besteden. On
der de goede oplossers verloot ik 3 boeken
in prachtband.
Met de hoofdletter H. moot begonnen
worden en geen hokje mn£ worden overge
sprongen. Het oerste woord is: Het ei
Inzendingen moeten voorzien zijn
naam en leeftijd (dit laatste is noodig
de keuzo van het boek). Als aan deze
eischen niet voldaan is, is de inzending
van geen waarde.
Na 15 Mei zal ik de namen der prijswin-
ners in de Rubriek vermelden.
Ziezoo, oud-Rubriekertjes vertoont jullie
je raadsel-kunsten nu ook nog eens!
Ik beloof bij voorbaat, dat er nog wel
eens een kansje voor je komt.
Hst Gelukskind
door
VT. B—Z.
„Moesje", klonk het flauwtjes.
„Vader, jongens, keer terug, ee is er,"
klonk het over de straat.
Gelukkig, ze hoorden hei. De agent legde
zijn druipende last op een paar stoelen
neer. Hij vertelde, hoe hij het kind slapen
de op een bank van de Boulevard had ge
vonden. „Ik heb gehoord, dat ze daar
huis aan -huis heeft staan zingen. Ziedaar
de opbrengst." Hij wees op het wagentje
vol gestapeld met papieren geld.
Moedc-r Breiter had mei behulp
haar man Maria van drogo kleeren
zien en in haar bed gelegd. Alles scheen
buiten het kind" om te gaan. Ze liet zich
gewillig heipon, zo liet zich kussen en
koesteren, 't was of zc maar aan één ding
behoefte had: aan slaap.
Men wilde den agent beloonen voor zijn
goedheid, [maar hij wilde niets aanpakken.
„Geld aanpakken, wat die stumperd ver
diend hooft, 'k zou me schamen," zei hij
verontwaardigd, ,,'k Deed niet dan mijn
plicht. Ik krijg nog geregeld mijn gold.
Nu wel te rusten.
„Wel te rusten."
Verdwenen was de trek van zorg en wan
hoop op Broiters gelaat. Br lichtte iets van
liefde én goedheid ïh eijb bogen. Lang
stond hij naast zijn vrouw bij Maria's
bedje, en toen hij zag, hoe do eene traan
den andere langs haar wangen liep,
kuste hij haar.
Toen keerden ze terug naar den poppen
wagen. Het papierengeld werd op tafel ge
legd en in de grootste verbazing stonden
de broertjes too te kijken. Zooveel geld
hadden ze in weken niet bij elkaar gezien
werden plannen gesmeed. Morgén
zouden ze vleesch eten en boter en kaas.
Moïgen zouden ze koffie drinken en koek
Het geld werd wel driemaal bestees.
crvukl met do vroolijksto gedachten
ging de familie Breiter ter ruste.
Maar de morgen bracht nieuwe zorgen.
Ons kleine zangeresje lag ziek ter neder,-
:oo ziek, dat een dokter gehaald moest
verden.
„Zware kou gevat was zijn uitspraak. En
de ouders begrepen maar al te goed, waar
hun lieveling die kou had opgedaan.
Maria werd steeds zieker. Het teere "li
chaampje zweefde tusschen leven en dood.
:erdiende geld was reeds lang opge
teerd. Hce moest men aan versterkend
voedsel komen? Er kwamen dagen van
.-erstelpend ljed. Voor3l de vader
was de wanhoop nabij. Maar gelukkig,
"iet werd weer licht. De zon brak door de
zwarte wolken. Maria genas boven olie
rerwachting.
„Ze moest naar Holland, ik zal haar op
de lijst plaatsen," raadde de dokter. En
door zijn bemoeiingen was Maria dan ook
met een ploeg andere kinderen naar Hol
land gegaan. O, het afscheid was moeilijk
eest. Maar straks zou ze tc-rugkeeren,
gezond cn sterk.
Daar stond ze nu in een grooto kamer
bij eon der dames van het comité. Ze hui
verde. Alles was zoo vreemd, Do menschen
do taal, de meubels. Een lange magere
dame kwam op haar toe.
„Maria Breiter?" vroeg ze.
Maria knikte cn slak haar hand uit. Juf
fromv Horst, want die was het, drukte zc
hartelijk. Haar gansche hart ging uit naar
dit kind, zooals het eenmaal uitgegaan
naar Greta Huyser.
:er Maria's ernstige gezichtje kwam
blijde, vroolijke trek. Al konden ze el-
kaars taaJ nog niet spreken of verstaan,
het kind voelde wederkeerige sympathie,
't Kosite haar later meer moeite om op
dreef te komen met de oude mevrouw. Ze
•armelijk, zoo afgepast. Zoo
gansch anders dan haar eigen lieve moe
der. Maar den volgenden dag was Greet
gekomen. Onstuimig had Greet haar om
helsd. Samen haddc-ji ze in 't Duitsch ge
praat, wel wat hortend en stootend, maar
toeh elkaar begrijpend.
En Greet nod haar meegenomen naar
Zandvoorl, naar al die vroolijke, blijde
menschen, die haar allen begroet hadden
is een heel goede kennis.
De heele familie was Duttsch gaan pra
ai en Maria had er heusch om moeien
lachen, want 't leek net, of ze een Duit-
sche in plaats van een Hongaarsche was.
Maar zoo was het maar heerlijk, dat ze
Duitsch had geleerd, want niemand kende
haar taal. Ze schreef een heel grooten
brief naar Weenen over die eerste heerlijke
zomerdagen in Nederland. Er waren zoo-
•eel nieuwe, prettige dingen, dat er geen
sprake kon zijn van heimwee. Ieder trachte
haar plezier aan te doen, ieder'was lief voor
rij deed allen het grootste plezier,
haar voderlandsche liederen
zong met haar mooi, zuiver stemmetje.
HOOFDSTUK 9.
Wions kind?
Kleine Gerda werd in het Zwitsersche
pension -algemeen aangezien voor het doch
tertje van mevrouw van Beerbruggen van
En mevrouw van Beerbrug
gen sprak dat ook niet tegen. Do gezel
schapsjuffrouw was te bescheiden om zich
do gesprekken te mengen en de tegen
woordigheid van het kind had zooveel
zonneschijn gebracht in haar eentonig be-
dai zij van harte hoopte, dat me-
van Beerbruggen het kind altijd
maar bij zich mocht houden.
Vroeger geleken de dagen soms zoo ein
deloos lang, nu snelce de tijd. De heer
lijke zomer tusschen Zwitserlands bergen
deed aar. allen wonderen.
.Denkt U eens aan juffrouw, nu wordt
straks in Holland koud en guur en
t. Dat druilerige herfstklimaat slaan wij
hier over."
„Zou dokter Boschboom en vooral
ouw het kindje niet erg missen?" durfde
de juffrouw te vragen.
Ze hebben nog drie kinderen.
Jaap "do tuinman schreef me, dat zc wel 6
weien naar Zandvoort zijn geweest."
.(TT ordt vervolgd
Brievenbus
Nieuweling is: MI ENTJE POLLé, oud
12 jaar, Slapersaijk 75, Santpoort, 5de nieu
weiüig ia April.
Brieven aan de Redactie van de Kinder-
Aideeling moeten gezonden worden
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN v. d.
nestraat 21rood.
tin de bus gooien tonder aanbellen.)
posïZegeTs, als ik ze hog KèE feffrntnste.
Ik kon je miet meer antwoorden in het Za-
tc-rdagavonduunvmer, daar ik Donderdag
jo brief kreeg, toen mijn copie al weg was.
ZWARTOOGJE. Do wedstrijd is
heusch heelemaal niet moeilijk. Ik heb
niemand nog zoo'n groote opbrengst
het T-uborculoso-bloeinpje gehoord als
van jou. 't Is kolossaal. Hoe is het met je
ister? Wat 6cheelt haar? Vraag aan moe
dors Oudslo of ee me nog eens op de hoog
te houdt. Natuurlijk mag je best eens een
weekje overslaan. Schoolwerk gaat voor.
Je schooltijd is nu haast ten einde. Ik zou
r maar een good slot aan maken.
MIEPIE. Je vindt hot zeker wel pret-
g om zulke aardige kieedingsiukjes te
maken. Wordt het een baby-mutsje? Ha
ken gaat vlugger dan breien. Misschien
•inden do meeste meisjes het daarom pret
tiger.
MONTBRimA. Was je weertje- me
de laatste dagen. Laten we hopen, dat dc
zomer nu toch in aantocht is. Heb je je
bock al gelezen f En hebben ze van thuis
ook do wedstrijd-courant meegebracht i
LINA P. Je heb; al he°l wat huishou
delijke zaken gevonden. Me dunkt, je zult
uitgeput raken. Vordert moeder mc;
den schoonmaak t Ik hoop, dat ik voor de
jongens r.og postzegels heb, maar je be
grijpt, dat c-r hebt wal liefhebbers zijn.
Leuk, dat je de Gedichten van de Ge
neste'. voor die kwatta-soidaatjes gekregen
liebt. Er staan heele mooie in. hè. Ik denk
dat je er al een paar van buiten geleerd
hebt. Raad ik dat goed
BUTTERFLY. Nc-g wel hartelijk ge
feliciteerd met je lSdcn verjaardag. Wat
do wedstrijden aangaat, ben je nu wel Ru-
briekortjo nf. maar je ben; zooveel jaren
trouw klantje geweest, d.v. ik nog
menig briefje van je hoop te ontvangen.
Je bont met je verjaardag niet vergeten en
Bt horloge wordt zeker dagelijks gc-rira-
in. Wol jammer, d3t je nu werkeloos
:nt cn ik hoop maar, dat er spoedig een
laats je voor jo gevonden zal worden. Je
ebt een mooi overgangsrappori en dat is
in pleister op de wond.
BLOEM F.NKOXINGIX mag haar schuil-
W.
Haarlem, 2 Me
BLOMBERG—ZEEMAN,
d. Vinnestraat 21r.,
1923.
StaÖSÖÏSRWS
JUFFERTJE IN 'T GROEN. Ik be
grijp niet goed, wat je bedoelt mot dio twee
briefjes. Is de schoonmaak nu .achter den
rug? Mooi geschreven was je brief niet,
maar ik kon het goed lezen. En dat is al
een voornaam ding.
NIMROD. Jo hebt met jo wedstrijd-
werk tot 15 Mei den tijd. l>us haast jo 1 do artsenijbereidkunde
maar niet. Kóm maar eens kijken naar die Warenwet en cle zaken,
Het Staatstoezicht cp de
Volksgezondheid,
Naar aanleiding van een door ons
gedaan verzoek, heeft Dr. G. Ko
mijn, inspecteur van de volksgezond
heid, de vriendelijkheid ons over dit
onderwerp het volgende mede te dee-
len.
Het Staatstoezicht op de Volksge
zondheid werd in 1902 ingesteld, maar
in 1920 gewijzigd, overeenkomstig do
Wet van 27 November 1919 Wh. 784.
Bij deze herziening werden ingrijpen
de veranderingen aangebracht. In de
eerste plaats stelt deze eene diepgaan-
2 verdeeliug in-twee takken in.
De eerste tak is een zuiver advisee-
rende en bc-staat uit den Gezondheids
raad, bestaande uit een voorzitter, le
den en een secretaris.
Deze Gezondheidsraad heeft tot taak
de Regeering van voorlichting te die
nen met hare bemoeiingen me't
Volksgezondheid. Daartegenover staat
de andere tak, die belast ia met de
handhaving dor wetten en verordenin
gen in verband met de Volksgezond
heid ingesteld voor zoover te dien
aanzien geen andere wettelijke rege
ling is g-:inaalit. De ambtenaren, die
onder leiding van den directeur-gene
raal van do Volksgezondheid met de
ze taak zijn belast, worden gezamen
lijk aangewezen als de inspectie van
de Volksgezondheid.
De gezondheidscommissies alleen heb
ben de dubbele taak behouden die
onder het vorige regime ook aan den
Centralen Gezond hei dsraad was opge
dragen, zij het ook dat zij die heb
ben ten opzichte van lagere autori
teiten. Misschien heeft deze dubbele
functie er toe geleid dat overwogei
wordt, deze commissies af te schaffen.
Toch zijn velen van meening, dat zij
als lid van de inspectie toch nog vele
goede diensten zouden kunnen bewij
zen.
De aard mijner betrekking brengt
het mee, dat ik alleen uitvoeriger
over de inspectie zal uitweiden
dan nog alleen over de onderafdeo-
ling daarvan, waaronder ik gerang
schikt ben. De inspectie toch is in 7 vet
schillende takken verdeeld. Drie dezer
takken hebben als taak verschil
lende onderdeelen der zuiver medi
sche aangelegenheden. Eene is alleen
met de volkshuisvesting, eene met de
keuring ven vee en vleesch. en een
derde met de drankbestrijding bolast,
terwijl de taak die aan mijne ambt-
genooten in engeren zin en mij onder
leiding van den in Utrecht gevestig-
den hoofdinspecteur is opgedragen,
officieel wordt geformuleerd als het
toezicht op de handhaving der wette
lijke bepalingen op de uitoefening van
en van de
rakende de de
hYgiünc. van liode'm, water en lucht.'
Deze opd'.-acht is niet volledig, want
ook een groot deel van de handhaving
der Opiumwet Is aan ons ongedragen.
Het aantal inspecteurs, dat aan de
zen diensttak werkzaam is, bedraagt
zes, aan wien elk een deel van het
Riik als ambtsgebied aangewezen is.
Een volledige- bespreking van dei
werkzaamheden die aan hen zijn op
gedragen zou te veefl plaats vereischen
ook aï, omdat deze ondanks de gelijke
opdracht in do verschillende ambts
gebieden, toch zeer verschillend zijn
ingevallen. Do vele werkzaamheden
die de wet op do arisenïjbereidlnmde
medebrengt, ga ik daarbij voor het
groote mcercndcel met stilzwijgen
voorbij. Alleen mag er op gewezen
worden, dat dezo wet, die van 1S65
dateert, slochts op enkele onderdeelen
op de hoogte van den tijd is gebracht
en dat de toepassing op de hedendaag-
sche toestanden dan ook vrij moeilijk
is. Vele der daarin voorkomende be
palingen hebben dan ook hunne ac
tualiteit verloren cn hoewel over het
algemeen van onze zijde niet over
weinig medewerking van politie en
justiiic wordt geklaagd, bestaat er
toch wel bij de vertegenwoordigers
hiervan veelal weinig animo aan de
handhaving van zoodanige verouder
de bepalingen mede te werken. Ook
ia dit het geval bij zoodanige bepalin
gen, waar dc Regeering door al te
ijverige adviseurs geleid, bii de uit
voering soms de bedoeling, die aan de
wetsartikelen ten grondslag lag, min
of meer overschreden iieeft.
En ook mag wel in het licht worden
gesteld, dat het toezicht op de in de
apotheken aanwezige geneesmiddelen
bijzonder zwaar drukt op de inspec
teurs in wier ambtsgebied onze twee
grooto havenplaatsen, gelegen zijn,
daar zij ook de geneesmiddelen en in
strumenten moeten onderzoeken op
die zeeschepen, dio zooals in scheep
vaartkringen do term luidt, con dokter
varen, te meer, omdat dc hier noodige
visitatie op aanvraag en dikwijls bin
nen zee." korten termijn moet ge
schieden.
Iets langer moet ik bij de opiumwet
stilstaan. lh-.-.e dateert eerst van 1919
en werd ingevolge internationale toe
standen in 1920 op zeer korion ter
mijn ingevoerd, zonder dat er eenige
ervaring omtrent do toepassing be
stond. Deze wet is ingevolge het In
ternationale Opiumverdrag uitgevaar
digd. In de meeste andere landen zijn
wetten uitgevaardigd, die evenals de
onze op de n dat verdrag neergelcg-
's beginselen zijn gegrond.
De bedoeling van dit verdragen van
de genoemde wetten is door samen
werking der contracteerende hooge
partijen, die nu voor de groote meer
derheid in den Volkenbond zijn ver-
eenigd, het misbruik van de bedoelde
liften over de geheele wereld tegen
te gaan. De weiten in elk land inge
voerd, heblten dus een dubbele strek
king eu wel zijn zo van niet minder
belang voor de uitroeiing of voorko
ming van het genoemde euvel in het
land zelf, waarvoor zij gelden; als
voor de bescherming der overige na
ties onzer aarde, daar de smokkel
handel met deze vergiften alleen met
ruclit kan worden bestreden, wan
neer dit reeds in liet land, vjmwaar
zij worden uitgevoerd, kan worden
aangevangen. Omdat cle uitvoering
dus een nauwlettend toezicht op het
internationaal handelsverkeer noodig
maakt, gaat zij ver buiten de be
moeiingen van het Staatstoezicht op
do Volksgezondheid uit, waarom ook
een zeer gewichtig deel in de handen
van de administratie der invoerrech
ten en accijnzen is gelegd. Vooral
over de werking der Opiumwet nu zijn
bittere klachten geuit. Hoewel wij mo
gen aannemendut dezo klachten
door edele drijfveeren werden ingege
ven, zijn ze toch veelvuldig overdre
ven. De klagers hebben to weinig in
het oog gehouden, dat dezo gehec-le
zaak nieuw is, zelfs het verdrag, dati
aan de geheele zaak ten grondslag
ligt heeft nog slechts weinig overeen
komstige regelingen. Elk dezer rege
lingen betreft dan r.og zeer verschil
lende belangen, zoodat de ervaring,
die bij de «ene is opgedaan, in slechts
beperkte mato bij de vaststelling der
andere kan worden benut. En vooral
bij dit kwaad waren de toestanden
zoowel wat het kwaad ze've als de
productie van en liet verkeer met de
vergiften betrof in de verschillende
landen dermate verschillend, dat
men bij do vaststelling van het
drag met de uiterste omzichtigheid is
te werk gegaan. Natuurlijk zijn daar
bij fouten gemaakt en dit is ook ge
schied bij do vaststelling der wetten,
die in do verschillende lapden tci
uitvoering van het verdrag zijn ge
maakt. Eret bij dc uitvoering komen
deze fouten aan hot licht, maar niet
altijd kan men ze dadèlijk verbete
ren. Hoewel dan ook de herziening
der Opiumwet in ons land an-n dé orde
Is e.n hot te dien opzichte in andere
landen wel eveneens zal gaan, zal mot.
zoodanige herziening het laatste
woord nog wol niet gesproken zijn._
Daarbij moeten de diensten
Et'.x DANKLIED WAARD,
p dc uitvoering van een verceni-
gibg zou een zangeres co-: igo liede-
RF zingen.
Toen do tJjd voor haar optreden
as gekomen, zond de dame echter
NI baodschap, dat zij zwaar verkon
dt w.-.s en niet zingen kon. Een lid
van hot bestuur maakte dat in de
zaal bekend en zeidc:
„Dames en hecron, ik moei u
mee doelen, dat juffrouw B. zich van
avond niet kon laten hooren, cn daar
om zal do hoer G. een „Danklied"
ringen."
IN DE KAZERNE.
Dc Sergeant hield <nspectie. Ook'
Tochcms stond voor de krib.
Alles compleet, JochemsI
hoi
Ja, se:
Eerst lat-
waarom cn
ten.
Ze
boer, denk jo dat ik' een
eep de sergeant
uggeren zoo lach
ers! in hunne taak ingroeien. Dit is
re Nis het geval mei dc politie#en jus
titie al had de ervaring, die zij bij de
uitoefening hunner ambtsbezigheden
reeds hadden verkregen, hun nog
el do beste voorbereiding voor hun
leuwc taulc gegeven. Veel moer heeft
hier echter zoowel de administratie
ccijnzon cn Invoerrechten als
Inspectie dor volksgezond
heid to loeren, do laatste reeds
omdat /ii voorheen zich in het
geheel niet met den groothandel te
bemoeien had. Deze is nu aan ban-
len gelogd, doordat -zo alleen is toe
gelaten aan die zaken, welko daar-
•oor een speciale vergunning hebben
■erworvcn, waarhij zij echter nog aan
:trange voorwaarden hebben te ge-
loorzamen. En ook hier weer zijn het
dc beide 'inspecteurs, dio onze groote
havensteden cn daarbij de residentie
en de vierde stad in ons land tot hun
ambtsgebied tellen, aan wien deze wet
rrk verschaft, dan aan htm
ambtgonooten. al kan ook de smok
kelarij over de landgrens den inspec
teurs ve] eenig work bezorgen.
Als dorde onderwerp van onze op
dracht moet ik de Warenwet noemen.
De handhaving dezer wet is in de
eerste plaats opgedragen nan dc keu
ringsdiensten en de directeuren dezer
diensten zijn ook in dc o-rs'.e plaats
de personen, die over do beteekenis
daarvan voor ons volk ons kunnen in
lichten. Ik zal daarover dan ook niets
medodeelen en mij bepalen lot de taak
die den inspecteur daarbij is opge
dragen. Alleen wil ik nog opmerken,
dat het grootere ambtsgebied van
dezen hem oen iets ruimeren blik op
algemeene toestanden geeft dan den
directeur. Do beteekenis daarvan is
aan laatstgenoemd'- ambtenaren zelf
gebleken toen de roods voor de invoe
ring der wet bestaande gemeentelijke
diensten zich een grooter keuringsgo-
bied toebedeeld zagen. En op goeden
grond kunnon de directeuren dan ook
ingaan tegen pogingen om de distric
ten kleiner te maken, ja zelfs, om de
zo tot don omvang van enkelvoudige
gemeenten to beperken.
Do werkzaamheid van desi direc
teur is in <lo eerste plaats in zijn op
dracht neergelegd. Hij inoet toezicht
houden. Dat beleckent natuurlijk in
dat hij zich er geheel van
moet onthouden in conic opzicht
besturend op to treden of zelfs tegen
over v.ien ook den schijn daarvan aan
te nomen. De wetgever heeft hem dit
toezicht mogelijk gemaakt door aan
do autoriteiten die dc diensten behee-
ren, en dit zijn in dc meeste gevallen
de ooileges van Burgemeester en Wet
houders dor Centrale Gemeenten in
IArt. 18 der Gezondheidswet een alge
oorschrift dienaangaande te
Daarentegen bestaat er-geea
verplichting voor de directeuren, den
iur inlichtingen omtrent do
werking van den da nst te geven. Zelfs
bevatten veie ambtenaren-reglemen
ten, door verschillende gemeenteraden
"A6tgestold, zelfs verboden, om aan
andoren dan aan do colleges van Bur.
gemorster cn Wc'.houders inlichtingen
itrent den dienst to verstrekken.
Het is voor dc betrokken colleges in
derdaad hoogst moeilijk, daarop uit
zonderingen ioe te laten. Maar daar
door wordt het uitoefenen van het
verlangde toezicht en daarmede de
don inspecteur ten opzichte dezer wet
opgedragen luak zeer bemoeilijkt.
Do inspecteur toch moet aan do
autoriteit, die boven den beheerder
van den dienst gestold is, adviseeren
omtrent allo besluiten, die deze inge
volge do Warenwet neemt. Het ge
wichtigste daarvan is in Art. II dézer
wot neergelegd. Want hierbij voren
aau deze autoriteit do bevoegdheid
gegeven, do voorzieningen te treffen,
dio zij noodig oordeelt voor dc ver
betering van do working van don keu
ringsdienst. Maar ook omtrent het
financieel beheer, omtrent alle veror-
uitvooring wordt toevertrouwd, (leningen den keuringsdienst betref-
Fessilleton
NaarhetEngelschvan
BARRY PAIN,
.,Ja!" zei Jimmy, „maar u kent haar
niet".
„Ik heb haar als kind leeren ken
nen en toen was ze heelemaal nietzoo
onmenschelijk. Het is best mogelijk,
dat zc nooit van je zal houden, maar
als ik jou was. zou ik daar in mijn
eentje geen beslissing over nemen,
zonder liaar te raadplegen. En nu zal
ik je eens wat over dien ring vertel
len".
„Wat voor ring? O ja. De Voorgan
ger. Daar had ik heelemaal niet meer
aan gedacht, maar ik zou hem nu
toch wel eens graag willen zien".
„Dat is me helaas onmogelijk. Hij
is weg".
„Toch'niet gestolen?"
„Neon, maar ongeveer een uur ge
leden heb ik hem per aangetcekend
postpakket aan onzen vriend Barley
gszonden. Ter z-lf.'er t'jd zond ik hem
een heel vriendelijk te'egram, waar
in stond dat do ring afgezonden was
cn dat hij vriendelijk verzocht werd
die te dragen. Ik nam de vrijheid, dit
met jouw naam te teeltenen. Ik zelf
ken hem niet goed genoeg, om hem
dien ring te zenden. Maar het is in
orde. Als het misloopt, neem ik de
olie verantwoordelijkheid op me, en
jij gaat vrij uil".
„Maar,oom. dat hadt u toch werke
lijk niet moeien doen".
„Ja, misschien als je liet gaat be
redeneeren niei. Maar ik twijfelde er
aan, of je het heusch wel doen zou,
wanneer ik het aan jou overliet. Ik
ken niemand ter wereld, die ik min
der waard acht dan Ernst Sander Bar
ley cn daarom vond ik hem den meest
geschikten persoon om voor mijne
proefnemingen te gebruiken. Ik weet
natuurlijk niet, wat voor uitwerking
de ring op hem zal hebben, want ik
weet nog steeds niet, wie hem het
laatst gedragen heeft maar er is in
ieder geval kans, dat er een groote
verbetering in zal treden. Mocht dit
niet zoo zijn, dan zal ik er zoo gauw
mogelijk een eind aan maken".
„li; vind het maar half prettig. Ik
ben niat dol op Ernst, maar Mar.v kon
er wel eens dc dupe van worden".
„Misschien wel. Ik beken, dat ik wel
wat overhaast gehandeld heb, maai
lift risico is veel kleiner dan je denkt
drager een misdarli rer was geweest,
veel te veel belang in het geval ge
steld hébben om het ooit le vergeten.
En dan is er nog iets. In de meeste
gevallen werkt de ring heel geleide
lijk. Dat was wel niet het geval bij
mijn vriend de schoolmeester, maar
meestal is het toch wel zoo. Zoodra Lk
hoor, dat de ring een verkeerden in
vloed uitoefent, zal ik hem zien terug
te krijgen".
„Ja maar, hoe komt u dat te weten?
En hoe krijgt u den ring dan terug?"
„Ik heb aan den ouden Derriford ge
schreven en daar zal ik nu wel eens
wat van hooren, hoewel ik natuurlijk
niets van den ruig gezegd heb. Mis
schien ga ik er later zelf wel eens
heen. Misschien ook kom jij daar nog
wel eens in de buurt. En je kan ieóe-
ren ring terugkrijgen, als je maar
weet, waar hij is. Je kunt er om vra
gen, hem terugkoopen of stelen. Het
spiit me werkelijk, dat ik dc vrijheid
genomen heb je naam ie gebruiken,
maar je behoeft heusch nergens bang
voor te zijn. Wat ben je vanmorgen
van plan om te doen?"
„Ik eu naar een paar huizsnmake-
laars om adressen en dan ga ik maar
meteen op een atelier uit. Ik zal ma»
ineens mijn goede voornemens te
uitvoer zien le brengen".
..Prachtig", zei oom Nathaniel n-
enken,!. Kiik eens aan, dat gaat schit
terend zoo. Jij bent bozig je zelf te
verbeteren, of juister gezegd: Hild
Derriford is daarmee tw/ig. In de k
nier hic.naait zit <lie ellendige Joh;
son, die pogingen doet om mij te ver
beteren. En ten slotte wil ik door mid
del van „De Voorganger" Ernst San-
der Barley verbeteren. Ik zou wel
eens willen weten, wie van ons er het
meest van terecht zal brengen!"
HOOFDSTUK VIII.
Mijnheer Barley zat met een gezicht
als een oorwurm te ontbijten. Naast
zijn bord lag een verfrommeld kran
tenuitknipsel. Mary keek hem angstig
aan. Zij wist al. wat er aan de hand
was. Hij sneed zijn gekookt ei door,
keek met een woedenden blik naar
zijn bord, nam peper en zoui en ging
verder:
„lk herinner het mij nog heel goed.
Het was dezelfde dag, dat w ij van de
aanwezigheid van James Ilavern ver
lost werden. I'; riep je van boven aan
de trap toe, dat het uitknipsel op de
klok in de eetkamer lag en vroeg je
bet te lezen. Nu vind ik het, niet op
de klok, maar er achter, gekreukeld,
vuil cn ongelezen. Zooiets zou je nu
wanhopig maken".
„Ik wist niet. dot het van onmid
dellijk beinng was. Je zei zelf. dat hel
misschien niets was, of zoo iets der
gelijks.
..Geroosterd brood, alsjeblieft. Dank
nergens on lijkt. Het was len minste
veel eerlijker ale je zei. dat je vond'.,
dat met mijn wenschen geen rekening
behoefde gehouden te worden cn dal
je Let daarom vergeten had".
„Werkelijk. Ernst, natuurlijk wil ik
mot al je wenschen rekening houden.
Ik ging toen net uit en dacht niet.
dat het je verlangen was. dai ik er
direct naar keek. Er is niemand ter
wereld, dio oen dergelijk geheugen
voor kleinigheden heeft als jij. Laai
inii hot nu eens lezen".
Hij had vooruit geweten, dat zij zou
vragen of zij het alsjeblieft nog lezen
mocht cn het w&» zijn bedoeling te
zeggen dat geen mucin ter wereld hem
zou kunnen dwingen haar het te la
ten leren, na alles wat cr gebeurd
was. Maar Mary's ouderdanige vleie-
ry had hem al eenisszins zachter ge
stemd".
„Wanneer ik zoo'n uitstekend ge
heugen heb", zei hij, dan komt dat.
tenminste ten dooie, door do moeite,
(iio ik cr voor gedaan heb. Ik heb hel
geoefend en verbeterd. Hier is liet
knipsel, als je het wenseht te lezen.
Je zuli daaruit zi- n. dap die papier m
dekens ai in ziekenhuizen genrobetrd
zijn en daar goed voldaan hebben".
Mary las het stukje aandachtig door
en deed haar best zich voor het geval
te interefseeren.
„Dacht io cr over deze dekens te
„Ni"{ in mijn eigen lu-js. Dat zou
niet in den stijl passen. Ik dacht eigen
lijk meer aan dc verkwistende en roe-
kclooze urine menschen. Veronderstel
dat ik nut Kerstmis een aantal de
kens weggaf de gewone dekens?"
(Er w»> een buitengewoon groote ver
beeldingskracht toe noodig om zich "n
liefdadigheid van Ernst Sander Barley
voor te stellen) „Hoe weet ik don, dat
aid ik me dat voorstel? Waarschijnlijk
zouden ze binnen een paar dagen in
do Bank van Lecning en het geld vc. r
nut'.elcoze dingen uitgegeven zijn. E- i
papieren deken zou iti dat opzicht tea
ninstc goed werk doen. Geen Bank
uil Leeiiing zou er een cent op geven,
lovend len zouden ze aio dekens za
klinnen maken cn oen groot eevaai
van misplaatste weldadigheid veruw.-
nen zijn. Ik vraag mc dikwijls af,
ik door een misplaatste gulheid. 1"
recht heb iemands gevoel van elgei.-
waardo to kwetsen, cn te—'1
Maar op hetzelfde ongenhlik kwam
Jeanne binnen met cm telegram. Bar
sche
nkbr.
gefronste
wo >rd, Jeanne", zei hij.
Zoodra Jeanno dc kamer uit was
wendde hij zich weer tot zijn vrouv
„Mary, dit tckuram is van dien Jatnr-.
Ilavern. Ik zal het Je voorlezen.
verendcr:!1.1. dat het volstrekt niet
nooli'.' geweest was te telografecren.
Var, het begin tot het eind ec-n voor
beeld van dc groots to verkwisting.