HAARLEM'S DAGBLAD Statistiek der bevolking van Amsterdam Rubriek voor onze Jeugd Onze LaGhiicck De Voorganger WOENSDAG 2 MEI 1923 - TWEEDE BLAD Men mag eerbied Lebben voor de werkkracht van Let Amsterdamsche Gemeentelijk Bureau van Statistiek. Nauwelijks is Let Statistisch Jaarboek verschenen, een boek met bijna 400 bladzijden cijfermateriaal, of er ligt weer een nieuw boekwerk voor ons van Lima dezelfde dikte, nu echter niet alleen cijfers bevallende, maar tevens de conclusies, waartoe die cij fers leiden. En dat zijn seen onbe langrijke! Het werk is pre worden tot een uitgebreide studie over de bevol king. dio met alleen voor de kennis van Amsterdam beteekenis Leeft, maar voor ieder belang heeft, dien de [levensverschijnselen van het Neder- landsche volk interesseeren. Neem bijvoorbeeld een verschijnsel als de zelfmoord, belangrijk niet alleen voor den medicus, maar ook voor den jurist cn den socioloog. Tot nu was de algemeene opinie, die men aantrof in ongeveer alle geschriften over dit onderwerp, dat de zelfmoord meer zou voorkomen in de groote ste den dan op 't plattelandeen opinie, die ook werkelijk b.v. door Duitsohe cijfers wordt bevestigd. Men neemt aan. dat de groote staid een slechten invloed heeft op het lichamelijk en geestelijk leven der bewoners dom ineer ingespannen arbeid, benarde woningtoestanden, e.d. Het lijkt ook zeer waarsohiinliik, dat bet overprik keld en ongezond zenuwleven eener- ziids. de grootcre kans niet te slagen in het maatschappelijk leven bij ove rigens normale personen an derszij ds. de neiging tot zelfmoord in de hand a llien werken. Maar wat blijkt nu uit de onderzoe kingen van het Amsterdamsehe bu reau dat deze geheel® theorie voor Nederland niet opgaatHet aantal zelfmoorden in Nederland was in 19111920 6.5 per 100-000 inwoners; in Amsterdam 6,8in Rotterdam zelfs 4.7in den Haag 7 per 100.000 inwoners. Terwijl de cijfers in Berlijn 34.6; in Kopenhagen 22,9; in Chica go 21.3 bedroegen! Het blijkt zelfs, dat het platteland het ongunstigste cijfer heeft. Aan deze cijfers knoopt het bureau dan nog beschouwingen vast over den invloed van den godsdienst, van be roep. welstand, ia zelfs weersgesteld heid op den zelfmoord. De Julimaand telt de meeste gevallen er is een dui delijke stijging van Januari tot Juli en dan weer een daling tot December. Ook regen schijnt zelfmoord te bevor deren. De groepeering naar den 'welstand loont, dat de meer gegoeden de be trekkelijk hoogste zelfmoordcijfers le veren- Men zie de cijfersT Per 100.000 inwoners. Volksbuurten, oude stad. 4,79 Volksbuurten nieuwe stad 5.44 Gegoede buurten oudei stad 9.S7 Gegoede buurten nieuwe stad 11.43 Sprekende cijfers levert dit gfaatje. die nog bevestigd worden door de vol gende neemt met het centrum, het Willemspark en de Jordaan afzonder lijk. dan waren de cijfers resp. 6.91, 10.35 en 5.76, waarbij het Willems park zioh dus zeer ongunstig onder scheidt. Alweer een bewijs, dat de welstand eerder den ..Lebensuber- drusz" dan de levenslust versterkt. Geheel andere staat het met de z u i- gelingonsterfte. Daar is niet alleen verschil van welstand van be lang. maar is vooral van grooten in vloed de ruime woningtoestand. Er ziin kwartieren in de oude sta/1, die ondanks grooteren welstand toch een grootere sterfte vertoonen en omge keerd. nieuwe ruim gebouwde buur ten, wier bewoners wel minder groo ten welstand genieten, maar waar de sterfte toch geringer is. En zoo gaat het boekwerk voort al lerlei Interessante gegevens te ver schaffen. Ik noem slechts nog een sta tistiek van het aantal vondelingen in Amsterdam gedurende de jaren 1726 —1905. Omstreeks 1S00 schijnt het plotse ling mode te zijn geworden kinderen te vondeling te loggen: het jaar 1S17 telt er S55. Dan komt snel de daling en de laatste iarai der statistiek (1904 en 1905) tellen er nul. Merkwaardg is ook het verloop van het aantal kerko'ijke huwelijksinzege ningen. Terwijl in 1S98 per 100 hu welijken 67 kerkelijk werden ingeze gend, daalde dit cijfer'in regelmatige liin in 1910 tot 49.9 en in 1920 zelfs tot 36. Er zouden nog tallooze hoogst be langrijke voorbeelden ziin aan te ha len om te toonen. welk waardevol ma teriaal deze studie 'bevat. Het Am sterdamsehe Bureau verdient voor zijn werk alle- hulde. De slotconclusie, waartoe de studie voert, is een zeer gunstigehet blijkt, dat de verschijnselen zich hoe langer hoe meer vervlakken, dat er een ni- veileering intreedt, waardoor de groo te karakteristieke verschillen, die er ^vroeger waren,, verschillen tusschen 'de geslachten, de godsdiensten, den welstand langzamerhand verdwijnen. In de meeste gevallen kan dit ver schijnsel als een gelukkig feit worden beschouwd, omdat het wiisi op betere zorg voor de bevolking, een wegne ming der oorzaken, waardoor het eene deel bii het andere achterstond. Belangwekkend zal het zijn in la ter jaren na tp gaan. of deze gunstige toestand1 zich handhaaft. L. G. YAN DAM. Raadseloplossingen Nagekomen raadjeis ontvangen van: Llna Punt 2 Visscher 2 •Voetballer 2 Roel de Hakker 2 "De kleine Zonnepit 6 Indramajoe 5 Montbretia 5 Goudkopje 6 Mic-pie 2 Zwartoogje 5 Nimrod 6 Juffertje in Groen 3 Jacob Lebeur 5 Kosmos 3 Zonneprinsesje 5 Pinnokio 3 Zwaluw 5. Ean prijsraadsel voor de maand Püei. 'Aan dat prijsraadsel mogen ook oud- Rubriekertjes hun krachten besteden. On der de goede oplossers verloot ik 3 boeken in prachtband. Met de hoofdletter H. moot begonnen worden en geen hokje mn£ worden overge sprongen. Het oerste woord is: Het ei Inzendingen moeten voorzien zijn naam en leeftijd (dit laatste is noodig de keuzo van het boek). Als aan deze eischen niet voldaan is, is de inzending van geen waarde. Na 15 Mei zal ik de namen der prijswin- ners in de Rubriek vermelden. Ziezoo, oud-Rubriekertjes vertoont jullie je raadsel-kunsten nu ook nog eens! Ik beloof bij voorbaat, dat er nog wel eens een kansje voor je komt. Hst Gelukskind door VT. B—Z. „Moesje", klonk het flauwtjes. „Vader, jongens, keer terug, ee is er," klonk het over de straat. Gelukkig, ze hoorden hei. De agent legde zijn druipende last op een paar stoelen neer. Hij vertelde, hoe hij het kind slapen de op een bank van de Boulevard had ge vonden. „Ik heb gehoord, dat ze daar huis aan -huis heeft staan zingen. Ziedaar de opbrengst." Hij wees op het wagentje vol gestapeld met papieren geld. Moedc-r Breiter had mei behulp haar man Maria van drogo kleeren zien en in haar bed gelegd. Alles scheen buiten het kind" om te gaan. Ze liet zich gewillig heipon, zo liet zich kussen en koesteren, 't was of zc maar aan één ding behoefte had: aan slaap. Men wilde den agent beloonen voor zijn goedheid, [maar hij wilde niets aanpakken. „Geld aanpakken, wat die stumperd ver diend hooft, 'k zou me schamen," zei hij verontwaardigd, ,,'k Deed niet dan mijn plicht. Ik krijg nog geregeld mijn gold. Nu wel te rusten. „Wel te rusten." Verdwenen was de trek van zorg en wan hoop op Broiters gelaat. Br lichtte iets van liefde én goedheid ïh eijb bogen. Lang stond hij naast zijn vrouw bij Maria's bedje, en toen hij zag, hoe do eene traan den andere langs haar wangen liep, kuste hij haar. Toen keerden ze terug naar den poppen wagen. Het papierengeld werd op tafel ge legd en in de grootste verbazing stonden de broertjes too te kijken. Zooveel geld hadden ze in weken niet bij elkaar gezien werden plannen gesmeed. Morgén zouden ze vleesch eten en boter en kaas. Moïgen zouden ze koffie drinken en koek Het geld werd wel driemaal bestees. crvukl met do vroolijksto gedachten ging de familie Breiter ter ruste. Maar de morgen bracht nieuwe zorgen. Ons kleine zangeresje lag ziek ter neder,- :oo ziek, dat een dokter gehaald moest verden. „Zware kou gevat was zijn uitspraak. En de ouders begrepen maar al te goed, waar hun lieveling die kou had opgedaan. Maria werd steeds zieker. Het teere "li chaampje zweefde tusschen leven en dood. :erdiende geld was reeds lang opge teerd. Hce moest men aan versterkend voedsel komen? Er kwamen dagen van .-erstelpend ljed. Voor3l de vader was de wanhoop nabij. Maar gelukkig, "iet werd weer licht. De zon brak door de zwarte wolken. Maria genas boven olie rerwachting. „Ze moest naar Holland, ik zal haar op de lijst plaatsen," raadde de dokter. En door zijn bemoeiingen was Maria dan ook met een ploeg andere kinderen naar Hol land gegaan. O, het afscheid was moeilijk eest. Maar straks zou ze tc-rugkeeren, gezond cn sterk. Daar stond ze nu in een grooto kamer bij eon der dames van het comité. Ze hui verde. Alles was zoo vreemd, Do menschen do taal, de meubels. Een lange magere dame kwam op haar toe. „Maria Breiter?" vroeg ze. Maria knikte cn slak haar hand uit. Juf fromv Horst, want die was het, drukte zc hartelijk. Haar gansche hart ging uit naar dit kind, zooals het eenmaal uitgegaan naar Greta Huyser. :er Maria's ernstige gezichtje kwam blijde, vroolijke trek. Al konden ze el- kaars taaJ nog niet spreken of verstaan, het kind voelde wederkeerige sympathie, 't Kosite haar later meer moeite om op dreef te komen met de oude mevrouw. Ze •armelijk, zoo afgepast. Zoo gansch anders dan haar eigen lieve moe der. Maar den volgenden dag was Greet gekomen. Onstuimig had Greet haar om helsd. Samen haddc-ji ze in 't Duitsch ge praat, wel wat hortend en stootend, maar toeh elkaar begrijpend. En Greet nod haar meegenomen naar Zandvoorl, naar al die vroolijke, blijde menschen, die haar allen begroet hadden is een heel goede kennis. De heele familie was Duttsch gaan pra ai en Maria had er heusch om moeien lachen, want 't leek net, of ze een Duit- sche in plaats van een Hongaarsche was. Maar zoo was het maar heerlijk, dat ze Duitsch had geleerd, want niemand kende haar taal. Ze schreef een heel grooten brief naar Weenen over die eerste heerlijke zomerdagen in Nederland. Er waren zoo- •eel nieuwe, prettige dingen, dat er geen sprake kon zijn van heimwee. Ieder trachte haar plezier aan te doen, ieder'was lief voor rij deed allen het grootste plezier, haar voderlandsche liederen zong met haar mooi, zuiver stemmetje. HOOFDSTUK 9. Wions kind? Kleine Gerda werd in het Zwitsersche pension -algemeen aangezien voor het doch tertje van mevrouw van Beerbruggen van En mevrouw van Beerbrug gen sprak dat ook niet tegen. Do gezel schapsjuffrouw was te bescheiden om zich do gesprekken te mengen en de tegen woordigheid van het kind had zooveel zonneschijn gebracht in haar eentonig be- dai zij van harte hoopte, dat me- van Beerbruggen het kind altijd maar bij zich mocht houden. Vroeger geleken de dagen soms zoo ein deloos lang, nu snelce de tijd. De heer lijke zomer tusschen Zwitserlands bergen deed aar. allen wonderen. .Denkt U eens aan juffrouw, nu wordt straks in Holland koud en guur en t. Dat druilerige herfstklimaat slaan wij hier over." „Zou dokter Boschboom en vooral ouw het kindje niet erg missen?" durfde de juffrouw te vragen. Ze hebben nog drie kinderen. Jaap "do tuinman schreef me, dat zc wel 6 weien naar Zandvoort zijn geweest." .(TT ordt vervolgd Brievenbus Nieuweling is: MI ENTJE POLLé, oud 12 jaar, Slapersaijk 75, Santpoort, 5de nieu weiüig ia April. Brieven aan de Redactie van de Kinder- Aideeling moeten gezonden worden Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN v. d. nestraat 21rood. tin de bus gooien tonder aanbellen.) posïZegeTs, als ik ze hog KèE feffrntnste. Ik kon je miet meer antwoorden in het Za- tc-rdagavonduunvmer, daar ik Donderdag jo brief kreeg, toen mijn copie al weg was. ZWARTOOGJE. Do wedstrijd is heusch heelemaal niet moeilijk. Ik heb niemand nog zoo'n groote opbrengst het T-uborculoso-bloeinpje gehoord als van jou. 't Is kolossaal. Hoe is het met je ister? Wat 6cheelt haar? Vraag aan moe dors Oudslo of ee me nog eens op de hoog te houdt. Natuurlijk mag je best eens een weekje overslaan. Schoolwerk gaat voor. Je schooltijd is nu haast ten einde. Ik zou r maar een good slot aan maken. MIEPIE. Je vindt hot zeker wel pret- g om zulke aardige kieedingsiukjes te maken. Wordt het een baby-mutsje? Ha ken gaat vlugger dan breien. Misschien •inden do meeste meisjes het daarom pret tiger. MONTBRimA. Was je weertje- me de laatste dagen. Laten we hopen, dat dc zomer nu toch in aantocht is. Heb je je bock al gelezen f En hebben ze van thuis ook do wedstrijd-courant meegebracht i LINA P. Je heb; al he°l wat huishou delijke zaken gevonden. Me dunkt, je zult uitgeput raken. Vordert moeder mc; den schoonmaak t Ik hoop, dat ik voor de jongens r.og postzegels heb, maar je be grijpt, dat c-r hebt wal liefhebbers zijn. Leuk, dat je de Gedichten van de Ge neste'. voor die kwatta-soidaatjes gekregen liebt. Er staan heele mooie in. hè. Ik denk dat je er al een paar van buiten geleerd hebt. Raad ik dat goed BUTTERFLY. Nc-g wel hartelijk ge feliciteerd met je lSdcn verjaardag. Wat do wedstrijden aangaat, ben je nu wel Ru- briekortjo nf. maar je ben; zooveel jaren trouw klantje geweest, d.v. ik nog menig briefje van je hoop te ontvangen. Je bont met je verjaardag niet vergeten en Bt horloge wordt zeker dagelijks gc-rira- in. Wol jammer, d3t je nu werkeloos :nt cn ik hoop maar, dat er spoedig een laats je voor jo gevonden zal worden. Je ebt een mooi overgangsrappori en dat is in pleister op de wond. BLOEM F.NKOXINGIX mag haar schuil- W. Haarlem, 2 Me BLOMBERG—ZEEMAN, d. Vinnestraat 21r., 1923. StaÖSÖÏSRWS JUFFERTJE IN 'T GROEN. Ik be grijp niet goed, wat je bedoelt mot dio twee briefjes. Is de schoonmaak nu .achter den rug? Mooi geschreven was je brief niet, maar ik kon het goed lezen. En dat is al een voornaam ding. NIMROD. Jo hebt met jo wedstrijd- werk tot 15 Mei den tijd. l>us haast jo 1 do artsenijbereidkunde maar niet. Kóm maar eens kijken naar die Warenwet en cle zaken, Het Staatstoezicht cp de Volksgezondheid, Naar aanleiding van een door ons gedaan verzoek, heeft Dr. G. Ko mijn, inspecteur van de volksgezond heid, de vriendelijkheid ons over dit onderwerp het volgende mede te dee- len. Het Staatstoezicht op de Volksge zondheid werd in 1902 ingesteld, maar in 1920 gewijzigd, overeenkomstig do Wet van 27 November 1919 Wh. 784. Bij deze herziening werden ingrijpen de veranderingen aangebracht. In de eerste plaats stelt deze eene diepgaan- 2 verdeeliug in-twee takken in. De eerste tak is een zuiver advisee- rende en bc-staat uit den Gezondheids raad, bestaande uit een voorzitter, le den en een secretaris. Deze Gezondheidsraad heeft tot taak de Regeering van voorlichting te die nen met hare bemoeiingen me't Volksgezondheid. Daartegenover staat de andere tak, die belast ia met de handhaving dor wetten en verordenin gen in verband met de Volksgezond heid ingesteld voor zoover te dien aanzien geen andere wettelijke rege ling is g-:inaalit. De ambtenaren, die onder leiding van den directeur-gene raal van do Volksgezondheid met de ze taak zijn belast, worden gezamen lijk aangewezen als de inspectie van de Volksgezondheid. De gezondheidscommissies alleen heb ben de dubbele taak behouden die onder het vorige regime ook aan den Centralen Gezond hei dsraad was opge dragen, zij het ook dat zij die heb ben ten opzichte van lagere autori teiten. Misschien heeft deze dubbele functie er toe geleid dat overwogei wordt, deze commissies af te schaffen. Toch zijn velen van meening, dat zij als lid van de inspectie toch nog vele goede diensten zouden kunnen bewij zen. De aard mijner betrekking brengt het mee, dat ik alleen uitvoeriger over de inspectie zal uitweiden dan nog alleen over de onderafdeo- ling daarvan, waaronder ik gerang schikt ben. De inspectie toch is in 7 vet schillende takken verdeeld. Drie dezer takken hebben als taak verschil lende onderdeelen der zuiver medi sche aangelegenheden. Eene is alleen met de volkshuisvesting, eene met de keuring ven vee en vleesch. en een derde met de drankbestrijding bolast, terwijl de taak die aan mijne ambt- genooten in engeren zin en mij onder leiding van den in Utrecht gevestig- den hoofdinspecteur is opgedragen, officieel wordt geformuleerd als het toezicht op de handhaving der wette lijke bepalingen op de uitoefening van en van de rakende de de hYgiünc. van liode'm, water en lucht.' Deze opd'.-acht is niet volledig, want ook een groot deel van de handhaving der Opiumwet Is aan ons ongedragen. Het aantal inspecteurs, dat aan de zen diensttak werkzaam is, bedraagt zes, aan wien elk een deel van het Riik als ambtsgebied aangewezen is. Een volledige- bespreking van dei werkzaamheden die aan hen zijn op gedragen zou te veefl plaats vereischen ook aï, omdat deze ondanks de gelijke opdracht in do verschillende ambts gebieden, toch zeer verschillend zijn ingevallen. Do vele werkzaamheden die de wet op do arisenïjbereidlnmde medebrengt, ga ik daarbij voor het groote mcercndcel met stilzwijgen voorbij. Alleen mag er op gewezen worden, dat dezo wet, die van 1S65 dateert, slochts op enkele onderdeelen op de hoogte van den tijd is gebracht en dat de toepassing op de hedendaag- sche toestanden dan ook vrij moeilijk is. Vele der daarin voorkomende be palingen hebben dan ook hunne ac tualiteit verloren cn hoewel over het algemeen van onze zijde niet over weinig medewerking van politie en justiiic wordt geklaagd, bestaat er toch wel bij de vertegenwoordigers hiervan veelal weinig animo aan de handhaving van zoodanige verouder de bepalingen mede te werken. Ook ia dit het geval bij zoodanige bepalin gen, waar dc Regeering door al te ijverige adviseurs geleid, bii de uit voering soms de bedoeling, die aan de wetsartikelen ten grondslag lag, min of meer overschreden iieeft. En ook mag wel in het licht worden gesteld, dat het toezicht op de in de apotheken aanwezige geneesmiddelen bijzonder zwaar drukt op de inspec teurs in wier ambtsgebied onze twee grooto havenplaatsen, gelegen zijn, daar zij ook de geneesmiddelen en in strumenten moeten onderzoeken op die zeeschepen, dio zooals in scheep vaartkringen do term luidt, con dokter varen, te meer, omdat dc hier noodige visitatie op aanvraag en dikwijls bin nen zee." korten termijn moet ge schieden. Iets langer moet ik bij de opiumwet stilstaan. lh-.-.e dateert eerst van 1919 en werd ingevolge internationale toe standen in 1920 op zeer korion ter mijn ingevoerd, zonder dat er eenige ervaring omtrent do toepassing be stond. Deze wet is ingevolge het In ternationale Opiumverdrag uitgevaar digd. In de meeste andere landen zijn wetten uitgevaardigd, die evenals de onze op de n dat verdrag neergelcg- 's beginselen zijn gegrond. De bedoeling van dit verdragen van de genoemde wetten is door samen werking der contracteerende hooge partijen, die nu voor de groote meer derheid in den Volkenbond zijn ver- eenigd, het misbruik van de bedoelde liften over de geheele wereld tegen te gaan. De weiten in elk land inge voerd, heblten dus een dubbele strek king eu wel zijn zo van niet minder belang voor de uitroeiing of voorko ming van het genoemde euvel in het land zelf, waarvoor zij gelden; als voor de bescherming der overige na ties onzer aarde, daar de smokkel handel met deze vergiften alleen met ruclit kan worden bestreden, wan neer dit reeds in liet land, vjmwaar zij worden uitgevoerd, kan worden aangevangen. Omdat cle uitvoering dus een nauwlettend toezicht op het internationaal handelsverkeer noodig maakt, gaat zij ver buiten de be moeiingen van het Staatstoezicht op do Volksgezondheid uit, waarom ook een zeer gewichtig deel in de handen van de administratie der invoerrech ten en accijnzen is gelegd. Vooral over de werking der Opiumwet nu zijn bittere klachten geuit. Hoewel wij mo gen aannemendut dezo klachten door edele drijfveeren werden ingege ven, zijn ze toch veelvuldig overdre ven. De klagers hebben to weinig in het oog gehouden, dat dezo gehec-le zaak nieuw is, zelfs het verdrag, dati aan de geheele zaak ten grondslag ligt heeft nog slechts weinig overeen komstige regelingen. Elk dezer rege lingen betreft dan r.og zeer verschil lende belangen, zoodat de ervaring, die bij de «ene is opgedaan, in slechts beperkte mato bij de vaststelling der andere kan worden benut. En vooral bij dit kwaad waren de toestanden zoowel wat het kwaad ze've als de productie van en liet verkeer met de vergiften betrof in de verschillende landen dermate verschillend, dat men bij do vaststelling van het drag met de uiterste omzichtigheid is te werk gegaan. Natuurlijk zijn daar bij fouten gemaakt en dit is ook ge schied bij do vaststelling der wetten, die in do verschillende lapden tci uitvoering van het verdrag zijn ge maakt. Eret bij dc uitvoering komen deze fouten aan hot licht, maar niet altijd kan men ze dadèlijk verbete ren. Hoewel dan ook de herziening der Opiumwet in ons land an-n dé orde Is e.n hot te dien opzichte in andere landen wel eveneens zal gaan, zal mot. zoodanige herziening het laatste woord nog wol niet gesproken zijn._ Daarbij moeten de diensten Et'.x DANKLIED WAARD, p dc uitvoering van een verceni- gibg zou een zangeres co-: igo liede- RF zingen. Toen do tJjd voor haar optreden as gekomen, zond de dame echter NI baodschap, dat zij zwaar verkon dt w.-.s en niet zingen kon. Een lid van hot bestuur maakte dat in de zaal bekend en zeidc: „Dames en hecron, ik moei u mee doelen, dat juffrouw B. zich van avond niet kon laten hooren, cn daar om zal do hoer G. een „Danklied" ringen." IN DE KAZERNE. Dc Sergeant hield <nspectie. Ook' Tochcms stond voor de krib. Alles compleet, JochemsI hoi Ja, se: Eerst lat- waarom cn ten. Ze boer, denk jo dat ik' een eep de sergeant uggeren zoo lach ers! in hunne taak ingroeien. Dit is re Nis het geval mei dc politie#en jus titie al had de ervaring, die zij bij de uitoefening hunner ambtsbezigheden reeds hadden verkregen, hun nog el do beste voorbereiding voor hun leuwc taulc gegeven. Veel moer heeft hier echter zoowel de administratie ccijnzon cn Invoerrechten als Inspectie dor volksgezond heid to loeren, do laatste reeds omdat /ii voorheen zich in het geheel niet met den groothandel te bemoeien had. Deze is nu aan ban- len gelogd, doordat -zo alleen is toe gelaten aan die zaken, welko daar- •oor een speciale vergunning hebben ■erworvcn, waarhij zij echter nog aan :trange voorwaarden hebben te ge- loorzamen. En ook hier weer zijn het dc beide 'inspecteurs, dio onze groote havensteden cn daarbij de residentie en de vierde stad in ons land tot hun ambtsgebied tellen, aan wien deze wet rrk verschaft, dan aan htm ambtgonooten. al kan ook de smok kelarij over de landgrens den inspec teurs ve] eenig work bezorgen. Als dorde onderwerp van onze op dracht moet ik de Warenwet noemen. De handhaving dezer wet is in de eerste plaats opgedragen nan dc keu ringsdiensten en de directeuren dezer diensten zijn ook in dc o-rs'.e plaats de personen, die over do beteekenis daarvan voor ons volk ons kunnen in lichten. Ik zal daarover dan ook niets medodeelen en mij bepalen lot de taak die den inspecteur daarbij is opge dragen. Alleen wil ik nog opmerken, dat het grootere ambtsgebied van dezen hem oen iets ruimeren blik op algemeene toestanden geeft dan den directeur. Do beteekenis daarvan is aan laatstgenoemd'- ambtenaren zelf gebleken toen de roods voor de invoe ring der wet bestaande gemeentelijke diensten zich een grooter keuringsgo- bied toebedeeld zagen. En op goeden grond kunnon de directeuren dan ook ingaan tegen pogingen om de distric ten kleiner te maken, ja zelfs, om de zo tot don omvang van enkelvoudige gemeenten to beperken. Do werkzaamheid van desi direc teur is in <lo eerste plaats in zijn op dracht neergelegd. Hij inoet toezicht houden. Dat beleckent natuurlijk in dat hij zich er geheel van moet onthouden in conic opzicht besturend op to treden of zelfs tegen over v.ien ook den schijn daarvan aan te nomen. De wetgever heeft hem dit toezicht mogelijk gemaakt door aan do autoriteiten die dc diensten behee- ren, en dit zijn in dc meeste gevallen de ooileges van Burgemeester en Wet houders dor Centrale Gemeenten in IArt. 18 der Gezondheidswet een alge oorschrift dienaangaande te Daarentegen bestaat er-geea verplichting voor de directeuren, den iur inlichtingen omtrent do werking van den da nst te geven. Zelfs bevatten veie ambtenaren-reglemen ten, door verschillende gemeenteraden "A6tgestold, zelfs verboden, om aan andoren dan aan do colleges van Bur. gemorster cn Wc'.houders inlichtingen itrent den dienst to verstrekken. Het is voor dc betrokken colleges in derdaad hoogst moeilijk, daarop uit zonderingen ioe te laten. Maar daar door wordt het uitoefenen van het verlangde toezicht en daarmede de don inspecteur ten opzichte dezer wet opgedragen luak zeer bemoeilijkt. Do inspecteur toch moet aan do autoriteit, die boven den beheerder van den dienst gestold is, adviseeren omtrent allo besluiten, die deze inge volge do Warenwet neemt. Het ge wichtigste daarvan is in Art. II dézer wot neergelegd. Want hierbij voren aau deze autoriteit do bevoegdheid gegeven, do voorzieningen te treffen, dio zij noodig oordeelt voor dc ver betering van do working van don keu ringsdienst. Maar ook omtrent het financieel beheer, omtrent alle veror- uitvooring wordt toevertrouwd, (leningen den keuringsdienst betref- Fessilleton NaarhetEngelschvan BARRY PAIN, .,Ja!" zei Jimmy, „maar u kent haar niet". „Ik heb haar als kind leeren ken nen en toen was ze heelemaal nietzoo onmenschelijk. Het is best mogelijk, dat zc nooit van je zal houden, maar als ik jou was. zou ik daar in mijn eentje geen beslissing over nemen, zonder liaar te raadplegen. En nu zal ik je eens wat over dien ring vertel len". „Wat voor ring? O ja. De Voorgan ger. Daar had ik heelemaal niet meer aan gedacht, maar ik zou hem nu toch wel eens graag willen zien". „Dat is me helaas onmogelijk. Hij is weg". „Toch'niet gestolen?" „Neon, maar ongeveer een uur ge leden heb ik hem per aangetcekend postpakket aan onzen vriend Barley gszonden. Ter z-lf.'er t'jd zond ik hem een heel vriendelijk te'egram, waar in stond dat do ring afgezonden was cn dat hij vriendelijk verzocht werd die te dragen. Ik nam de vrijheid, dit met jouw naam te teeltenen. Ik zelf ken hem niet goed genoeg, om hem dien ring te zenden. Maar het is in orde. Als het misloopt, neem ik de olie verantwoordelijkheid op me, en jij gaat vrij uil". „Maar,oom. dat hadt u toch werke lijk niet moeien doen". „Ja, misschien als je liet gaat be redeneeren niei. Maar ik twijfelde er aan, of je het heusch wel doen zou, wanneer ik het aan jou overliet. Ik ken niemand ter wereld, die ik min der waard acht dan Ernst Sander Bar ley cn daarom vond ik hem den meest geschikten persoon om voor mijne proefnemingen te gebruiken. Ik weet natuurlijk niet, wat voor uitwerking de ring op hem zal hebben, want ik weet nog steeds niet, wie hem het laatst gedragen heeft maar er is in ieder geval kans, dat er een groote verbetering in zal treden. Mocht dit niet zoo zijn, dan zal ik er zoo gauw mogelijk een eind aan maken". „li; vind het maar half prettig. Ik ben niat dol op Ernst, maar Mar.v kon er wel eens dc dupe van worden". „Misschien wel. Ik beken, dat ik wel wat overhaast gehandeld heb, maai lift risico is veel kleiner dan je denkt drager een misdarli rer was geweest, veel te veel belang in het geval ge steld hébben om het ooit le vergeten. En dan is er nog iets. In de meeste gevallen werkt de ring heel geleide lijk. Dat was wel niet het geval bij mijn vriend de schoolmeester, maar meestal is het toch wel zoo. Zoodra Lk hoor, dat de ring een verkeerden in vloed uitoefent, zal ik hem zien terug te krijgen". „Ja maar, hoe komt u dat te weten? En hoe krijgt u den ring dan terug?" „Ik heb aan den ouden Derriford ge schreven en daar zal ik nu wel eens wat van hooren, hoewel ik natuurlijk niets van den ruig gezegd heb. Mis schien ga ik er later zelf wel eens heen. Misschien ook kom jij daar nog wel eens in de buurt. En je kan ieóe- ren ring terugkrijgen, als je maar weet, waar hij is. Je kunt er om vra gen, hem terugkoopen of stelen. Het spiit me werkelijk, dat ik dc vrijheid genomen heb je naam ie gebruiken, maar je behoeft heusch nergens bang voor te zijn. Wat ben je vanmorgen van plan om te doen?" „Ik eu naar een paar huizsnmake- laars om adressen en dan ga ik maar meteen op een atelier uit. Ik zal ma» ineens mijn goede voornemens te uitvoer zien le brengen". ..Prachtig", zei oom Nathaniel n- enken,!. Kiik eens aan, dat gaat schit terend zoo. Jij bent bozig je zelf te verbeteren, of juister gezegd: Hild Derriford is daarmee tw/ig. In de k nier hic.naait zit <lie ellendige Joh; son, die pogingen doet om mij te ver beteren. En ten slotte wil ik door mid del van „De Voorganger" Ernst San- der Barley verbeteren. Ik zou wel eens willen weten, wie van ons er het meest van terecht zal brengen!" HOOFDSTUK VIII. Mijnheer Barley zat met een gezicht als een oorwurm te ontbijten. Naast zijn bord lag een verfrommeld kran tenuitknipsel. Mary keek hem angstig aan. Zij wist al. wat er aan de hand was. Hij sneed zijn gekookt ei door, keek met een woedenden blik naar zijn bord, nam peper en zoui en ging verder: „lk herinner het mij nog heel goed. Het was dezelfde dag, dat w ij van de aanwezigheid van James Ilavern ver lost werden. I'; riep je van boven aan de trap toe, dat het uitknipsel op de klok in de eetkamer lag en vroeg je bet te lezen. Nu vind ik het, niet op de klok, maar er achter, gekreukeld, vuil cn ongelezen. Zooiets zou je nu wanhopig maken". „Ik wist niet. dot het van onmid dellijk beinng was. Je zei zelf. dat hel misschien niets was, of zoo iets der gelijks. ..Geroosterd brood, alsjeblieft. Dank nergens on lijkt. Het was len minste veel eerlijker ale je zei. dat je vond'., dat met mijn wenschen geen rekening behoefde gehouden te worden cn dal je Let daarom vergeten had". „Werkelijk. Ernst, natuurlijk wil ik mot al je wenschen rekening houden. Ik ging toen net uit en dacht niet. dat het je verlangen was. dai ik er direct naar keek. Er is niemand ter wereld, dio oen dergelijk geheugen voor kleinigheden heeft als jij. Laai inii hot nu eens lezen". Hij had vooruit geweten, dat zij zou vragen of zij het alsjeblieft nog lezen mocht cn het w&» zijn bedoeling te zeggen dat geen mucin ter wereld hem zou kunnen dwingen haar het te la ten leren, na alles wat cr gebeurd was. Maar Mary's ouderdanige vleie- ry had hem al eenisszins zachter ge stemd". „Wanneer ik zoo'n uitstekend ge heugen heb", zei hij, dan komt dat. tenminste ten dooie, door do moeite, (iio ik cr voor gedaan heb. Ik heb hel geoefend en verbeterd. Hier is liet knipsel, als je het wenseht te lezen. Je zuli daaruit zi- n. dap die papier m dekens ai in ziekenhuizen genrobetrd zijn en daar goed voldaan hebben". Mary las het stukje aandachtig door en deed haar best zich voor het geval te interefseeren. „Dacht io cr over deze dekens te „Ni"{ in mijn eigen lu-js. Dat zou niet in den stijl passen. Ik dacht eigen lijk meer aan dc verkwistende en roe- kclooze urine menschen. Veronderstel dat ik nut Kerstmis een aantal de kens weggaf de gewone dekens?" (Er w»> een buitengewoon groote ver beeldingskracht toe noodig om zich "n liefdadigheid van Ernst Sander Barley voor te stellen) „Hoe weet ik don, dat aid ik me dat voorstel? Waarschijnlijk zouden ze binnen een paar dagen in do Bank van Lecning en het geld vc. r nut'.elcoze dingen uitgegeven zijn. E- i papieren deken zou iti dat opzicht tea ninstc goed werk doen. Geen Bank uil Leeiiing zou er een cent op geven, lovend len zouden ze aio dekens za klinnen maken cn oen groot eevaai van misplaatste weldadigheid veruw.- nen zijn. Ik vraag mc dikwijls af, ik door een misplaatste gulheid. 1" recht heb iemands gevoel van elgei.- waardo to kwetsen, cn te—'1 Maar op hetzelfde ongenhlik kwam Jeanne binnen met cm telegram. Bar sche nkbr. gefronste wo >rd, Jeanne", zei hij. Zoodra Jeanno dc kamer uit was wendde hij zich weer tot zijn vrouv „Mary, dit tckuram is van dien Jatnr-. Ilavern. Ik zal het Je voorlezen. verendcr:!1.1. dat het volstrekt niet nooli'.' geweest was te telografecren. Var, het begin tot het eind ec-n voor beeld van dc groots to verkwisting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5