HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
De Voorganger
DINSDAG 15 MEI 1923
TWEEDE BLAD
No. 3183
Opmerkingen van en over Coué.
SYSTEMEN VAN CENEESKUNST VERBAND TUSSCHEN CEEST
EN LICHAAM DE BELANCLOOZE PHILANTROOP COUé WIL EN
VERBEELDINGSKRACHT SUCCESTIE EN AUTOSUCCESTIE EEN
VOUDIGE METHODE ELKEN DA C GAAT HET MIJ BETER HET
GAAT VOORBIJ.
De kennis van den mensch over
Bichzelf is no? zeer gebrekkig en het
is wel merkwaardig, dat geleerden
dikwiils meer weten over rivieren en
bergen in Hindostan, dan over de
function van hun eigen lichaamde
eenige verontschuldiging die daar
voor kan gelden is natuurlijk deze,
dat het menscheliik lichaam zoo ver
bazend ingewikkeld is. Niet zoozeer
ten opzichte van ziin constructie
(want waaruit het bestaat weten wij
precies1) maar wat betreft ziin ver
schillende functies en vooral die der
verschillende organen onderling. Het
gevolg daarvan is een voortdurend
en geduldig zoeken in duizenden la
boratoria en academische ziekenhui
zen over de heele beschaafde we
reld telkens worden nieuwe syste
men opgebouwd en als onbruikbaar
weer verlaten. Terwijl in vroeger
eeuwen bijvoorbeeld het aderlaten als
een belangrijk onderdeel van de ge
neeskunst beschouwd werd. is die be
handeling nu zoo goed als geheet in
onbruik geraakt. De bacteriologie is
de ontdekking als ik zoo zeggen mag,
van de negentiende eeuw eu in de
twintigste zien wij een ingespannen
onderzoek naar de werking van ver
schillende klieren in het lichaam,
waaraan tot vóór korten tijd weinig
of geen aandacht geschonken werd.
En tooh- is na al deze studiën het
isoccifiek geneesmiddel voor twee van
de meest verspreide ziekten, om hij
deze twee maar te blijven, namelijk
kanker cu tuberculose, nog niet ^ge
vonden. In enkele gevallen en onHer
bepaalde gunstige omstandighederi
kunnen ze worden genezen of ver
traagd. maar van het algemeene ge
neesmiddel. het panacee, is nog niets
te zien. Dit wordt der geneeskunst
dikwiils als een tekortkoming aange
wreven. "Waarom? Waarom dan niet
aan de natuurkundigen verweten,
dat zii tot dusver het middel om de
warmte der zonnestralen rechtstreeks
cm te vangen en naar willekeur weer
Oos te laten, nog niet gevonden heb
ben? De natuur geeft haar geheimen
niet zoo maar af, zij bewaart die vaak
in donkere hoeken, waar de mensch
niet komt speuren. In elk geval is en
bliift het eenige middel om iets te
vinden, er naar te zoeken. Wie kan
eegegn hoe dicht wij bij een ontdek
king staan van iets. dat een omwente
ling in de begrippen zal veroorzaken
Het is kinderachtig aan de onderzoe
kers te verwijten, dat zij het nu nóg
niet gevonden hebben.
Bijvoorbeeld het verhand tussolien
èeest en lichaam en de wetten, die dat
verband beheerschen. In vorige arti
keltjes'heb ik geschreven over Tames
Braid, Liébeault, Charcot en anderen,
die studiën gemaakt hobben ever
hvnose en suggestie. Over Van Ben-
terghem en zijn psychische therapie.
Van oudsher heeft dit. alles de belang
stelling van liet mibliek gaande ge
maakt en handige kwakzalvers maak
ten daarvan gebruik, om hun zakken
te spekken. Ook de naam Coué is in
deze kolommen meermalen genoemd.
Een deskundige is hij niet. noch ge
neesheer, noch natuurkundige, hoog
stens als apotheker aan de weten
schap van beiden verzwagerd. Maar
wat een groot ding in ziin voordeel is
Coué verkoopt zijn meeningen niet
voor geld. Hij wil er niet rijk van
worden, alleen maar de menscbheïd
er gelukkig mee maken. ïTiermee
wordt een ingekankerd' (en niet onge
rechtvaardigd) wantrouwen bij ons
weggenomen. Al te vaak moesten wij
ondervinden, dat wie zich als weldoe
ners der menschheid aandienden, ten
slotte toch winstjagers bleken te we
zen. Dezen man Couè is het dan nu
eens niet om onze duiten, maar om
ons welzijn te doen. Laat ons hooren,
wat' hij te zeggen heeft
Cóüé onderscheidt in den mensch
het bewuste en het onbewuste. Dit i9
niet nieuw .""alleen noemen wij tegen
woordig het tweede het onderbewuste.
Aan dat onbewuste of onderbewuste
schriift hij deze rol toe: het be-
lieerscht door middel van onze herse
hen de werking van onzo organen en
wel zoo. dat wanneer het gelooft,
dat een orgaan goed of slecht werkt,
dit ook inderdaad goed of slecht werkt.
Datzelfde onbewuste, zegt Coué. be-
heerscht de vervulling van al onze
handelingen, welke die ook zijn.
Hij noemt dat onbewuste i m a g 1-
h a ti o n. dat wil zeggen verbeel
dingskracht en onderscheidt die zeer
scherp van den wil.
Hier zou ik een kleinen zijweg wil
len inslaan, die ons evenwel gauw
weer op den hoofdweg terug brengt.
Wij kennen allen menschen, stum
pers. die gebukt gaan onder een
dwangvoorstelling, welke hun leven
vergalt. ,,A!s ze maar wilden", zeg
gen wij. ..dan zouden ze die voorstel
ling wel van zich kunnen afschudden
en weer normale menschen worden".
Anderen doen daartegenover opmer
ken. dat zii juist de kracht missen
om te willen.
Hier wondt dus de nadruk op den
wil gelegd. Coué gaat van een geheel
andere stelling uit. Hij beweert name
lijk. dat de wil pas in de tweede plaats
komt. ondergeschikt is aan de ver
beeldingskracht en geeft daarvan de
volgende voorbeelden.
Leg op den grond een plank, die
tien meters lang en 25 c.M. breed is
iedereen zal die langs kunnen loo-
pen. zonder er zijn voet naast te zet
ten. Maar maak deze zelfde plank vast
op torenhcogte en niemand, be
halve een leidekker af een timmer
man. zal zich er ook maar één meter
ver op durven wagen. Als gij twee
stappen gedaan hadt, zoudt gii gaan
beven en in weerwil, van al uw wils-
inspanning naar beneden vallen.
Vanwaar dat verschil Omdat in het
eerste geval uw verbeelding u zegt,
dat gii het wel kunt en in het tweede
geval, dat gij het niet kunt. Ook niet,
al wilt gii het.
Leidekkers en timmerlieden zijn er
wel toe in staat, omdat hun verbeel
ding hun zegt, dat zij het wel kun
nen.
Het beeld van den val zet zich bij
ons. onmiddellijk om in de daad.
Een tweede voorbeeld. Neem een per
soon. die last heeft van slapeloosheid.
Wanneer die met alle kracht van wil
tracht te gaan slapen, zal het juist
niet gelukken. Derde voorbeeld. A's
gii u inspant om een vergeten naam
te vinden, zal het niet gelukken-, laat
den wil daartoe varen en onmiddellijk
komt de naam bij u op.
Coué vergelijkt de verbeeldings
kracht met een woesten stroom, die in
een andere bedding geleid, groot nut
kan op'everen. Of bij een wild paari,
dat zijn berijder afwerpt, tenzij hij
het den teugel aanlegt dan brengt
het hem waar h ij wil.
Zoo komt hii tot het woord .„sug
gestie" en omschrijft deze aldus: de
daad om een denkbeeld aan de herse
nen van een mensch op te leggen.
Auto beteekent 'zelf. autosuggestie is
duszichzelf een denkbeeld inplan
ten. Men voelt nu al waar Coué heen
wil. G-ewocsniiik suggereert een
mensch zichzelf allerlei denkbeelden
onbewust, liet komt er nu op aan,
zichzelf allerlei denkbeelden bewust
bij te brengen. Als gij u zelf. zegt
Coué weer in zijn eenvoudige beeld
spraak. weet te overtuigen, dat gij iets
doen kunt. dan zult gii het kunnen
doen. Maar als gij u verbeeldt dat gij
het niet kunt. dan kunt gij het ook
niet.. Een Nederlandsch kinderversje
begint dan ook met de woorden
Ik kan niet. denkt de trage.
En daarom kan hii niet.
Neurasthenie, stotteren, dwangvoor
stellingen. kleotomanie. sommige
vormen van verlamming zijn, volgens
Coué. niets anders dan gevolgen van
het onbewuste op lichaam of geest.
Maar datzelfde onbewuste kan ook
door ziin grooten invloed op het orga
nisme. werkelijke ziekten genezen.
..Zet u." zoo zegt hii,..,in een leun
stoel in een kamer, sluit de oogen,
om alle afleiding te vermijden en denk
eeuige oogenblikken niets anders dan
..dit of dat is bezig te verdwijnen, dit
of dat zal komen." Als deze auto
suggestie echt is, dat wil zeggen,
als uw onderbewustzijn het denkbeeld,
dat gii liet hebt aangeboden, tot het
zijne gemaakt heeft, dan zuilt gii met
verwondering wat gii gedacht hebt,
zien gebeuren!
Maar. zoo voegt hii er uitdrukkelijk
bii. laat de wil niet tussclienbeide
komen, want wanneer er dan botsing
ontstaat tusschen wil cn verbeelding,
slaagt de autosuggestie niet. ja zelfs
ontstaat het tegenovergestelde.
Zoo zegt Coué en ofschoon zijn een
voudige beschouwing wel aannemelijk
en begrijpeliik is. vormt dat onder
scheid tusschen wil en verbeelding,
dat afwijzen van den wil althans voor
mii de groote moeilijkheid.
En toch. wal heeft hij mei zijn
systeem al niet bereikt! Gevallen van
asthma, verlamming, tuberculose, ze*
nuwschokken, neurasthenie, jicht, al
lerlei pijnen en benauwdheden. Coué
staat met de doktoren op goeden voet.
Hii apprecieert hun werk. behoeft
hen niet af te breken om de patiënten
naar zich toe te lokken, daar het hem
immers niet om geld verdienen te
doen is.
Dezer dagen komt hij in Nederland
voordrachten houden, een gemoede
lijke oude heer. die spreekt in zeer
eenvoudige taal en die zeer eenvoudi-
een raad geeft
Zeg iederen morgen en iederen
avond twintig maal achtereen, met
gesloten oogen „Eiken dag gaat het
mij in elk opzicht beter."
Wanneer gij in den loop van den
dag of van den nacht physieke pijn
of morkelen hinder ondervindt, zeg
dan eeuige malen achtereen zoo snel
rnogeliik en met dezelfde overtuiging
„het gaat voorbij, het gaat voorbij, het
gaat voorbij
Dit is de autosuggestie van Coué.
J. C. P.
Stadsnieuws
BLAUV/E WEEK-ACTIE.
Op ihet terrein der voormalige Ka-
toenmaatschuppij was Maandagavond
tegen half acht een openluchtbijeen
komst uitgeschreven, waarvan de lei
ding berustte bij de afd. Haarlem van
den A. X. G. O. B.
Een „pijperskorps", bestaande uit
leden van de Hoop der Toekomst had
vooraf een wandeling gemaakt, waar
voor flipke belangstelling bestond.
Niettegenstaande het minder gunstige
weer waren op het terrein een flink
aantal belangstellenden bijeen, toen
de jeugdige „pijpers" te half acht ar
riveerden. Zij gaven onder leiding
van den heer A. G. Prent eenige num
mers ten beste, waarna de heer C.
E. van Eykeren namens den A. X. G.
0. B. de aanwezigen welkom heette
en den spreker van den avond inleid
de
Deze spreker was Prof. Dr, J. van
Rees, die als onderwerp gekozen had:
Individueele actie mee.- dan ooit noo-
dig.
In een met overtuiging en bezieling
uitgesproken betoog zeide spr. aller
eerst, dat het hem genoegen deed, dat
ook de jeugd tegenwoordig was, waar
deze toch de droger der toekomst is.
Vervolgens zich tot de anderen wen
dend wees spr. in een breede uiteen
zetting op hetgeen in Amerika op het
gebied der drankbestrijding is bereikt.
In het bijzonder bracht spr. hierbij
naar voren, hoe in dat land de drank
bestrijders-idee langzaam aan ge
groeid is en zoodanig doorgewerkt dat
thans de verbodswetten bestaan;
komen er, zeide spr. tal van berich
ten tot ons, waaruit zou af te leiden
zijn, dat de Amerikanen zelf teg<
over deze wet staan, doch niets is
minden waar dan^dit. Integendeel het
zijn juist de niet-Amerikanen, bij wie
men op verzot stuit.
Aan de hand van bekend geworden
betrouwbare .gegevens betoogde spr..
dat liet verbod in Amerika zegenrijk
werkt.
In het slot van zijn toespraak zeide
spr. dat de drank de beschaving naai
den kelder helpt, waarom het noodig
is, dat een krachtige actie gevoerd
worde. Iiier in Nederland moet eerst
de groote massa „bekeerd" worden en
dit. kan geschieden door individueele
actie. Met een opwekking om ieder
voor zich krachtig te ageeren voor ge
heelonthouding besloot spr. zijn rede.
En luid applaus volgde.
De lieer Van Ejjkeren dankte Prof.
Van Rees voor ziin rede, en liét even
eens een opwekking hooren om zich
te organiseeren en mede te werken
waarna tot besluit der bijeenkomst
het pijperskorps en de gemengde zang
vereeniging „De stem der Onthouding'
(directeur de heer W. J. van Tienen;
nog eenige nummers uilvoerden.
GUNNING-
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem brengen ter kennis van be
langhebbenden, dat „het gedeeltelijk
verbouwen van de gemeentelijke con
certzaal aan de Lange Begijnestraat
te Haarlem (Perceel I)het verrich
ten van glas- en veldwerken voor de
onder -perecel I genoemde verbou
wing e.d." (Perceel II). waarvan de
openbare aanbesteding heeft plaats
gehad op den 3den Met j.l., door hen
is gegund als volgt
Perceel I: aan P: Rings Jr., te
Santpoort, gemeente Velsen voor de
som van f 26.800.
Perceel II aan de firma P. H. van
den Bos en Zonen te Heemstede vc-Qr
de som van f 3.175.
AANCEHOUDEN
Op verzoek van de Haarlemsche re
cherche is door de Politie van Am
sterdam aangehouden P. K-, visscher
en wonende te Amsterdam, verdacht
van oplichting van een rijwiel, te
Haarlem gepleegd.
Het Tooneel
Jan Fabricius en zijn Wer
ken, een dramaturglsohe
studie door Dr. Karei Loos.
(Uitgave L. J. Janssen en
Zonen te Antwerpon.)
Tegenover do weinig© waardeering, die
do Xederiandsch© loonoelschrijvers van
sommige toonoel'.eiders ondervinden,
verdient hel zeker wel bijzondere vermel
ding, dal een Vlaming „Jan Fabricius en
zijn werken" als onderwerp uitkoos voor
proefschrift voor zijn doctorstitel
aan do Leuvaasche Hcogeschool. Dat Dr.
Lcos voor dit proefschrift onmiddellijk
uitgever t© Antwerpen heeft kunnen
vinden is wel het beste bewijs voor de
populariteit van- Fabricius in België.
De .verschijning van een werk als van
Dr. Loos zou nog meer toegejuicht ku:i-
worden, als het werkelijk een ern
stige, doorwrochto oritische studie was.
Na do lozing echter heb ik mij verwon
derd, dat men aan do Leuvonsche Hoogo-
school op zulk een oppervlakkig proef
schrift den doctorstitel kan behalen.
Het is mogelijk, dat de „kern" van het
proefschrift in het book is weggelaten. In
hoofdstuk VII lezen wij namelijk, dat
eemge paragrafen, die h8naeien over de
i in Fabricius' werken, den dialoog,
taal van het drama, den humor, de
liefde, enz. enz. uit do eigenlijke thesis
den heer Loos niet zijn opgenomen
rooral het enz. enz. .opent onafzien
bare perspectieven maar wat hij ons in
zijn boek aanbiedt, is wel heel erg onbe-
teekenend. De heer Loos doet niet vee',
anders aan het oordeel van verschillende
critici van week- en dagbladen en dan
nog wel uitsluitend gunstig oordeel
aanhalen, heele bladzijden achter olkaar
en zet daar dan onder: „Precies mijn
Van een critischo beschouwing van een
schrijver en zijn werken is eigenlijk geen
sprake. Het boek is niet veel meer dïn
één voortdurende, lange lofzang. Ook ik
heb voor Fabricius ais tooneelschrijver
een groot respect en veel van liet goede,
dat Dr. Loos over dozen warmbloedigen,
enthousiastenhoogst begaafden auteur
zegt, kan ik volkomen onderschrijven:
Maar van een „studie" moet ik toch kun
nen verwachten, dat ook do zwakke zijdou
oritisch worden beschouwd eu behandeld.
Een onbenulliger bespreking van drama
tische werken dan in déze „doctorsstu
die" is bijna niet denkbaar. Dr. Loos be
paalt zich doorgaans t-o: een résumé en
voogt daar dan eenige oppervlakkige lof
tuitingen aan toe, die men \(-e! kan ver
wachten in een vluchtige kritiek in het
ochtendblad maar zeker niet in een uit
gebreide studie van 190 bladzijden. Na le
zing van zijn boek zou men dan ook tot
de conclusie moeten komen, dat dezen
doctor elk critisch oordeel ontbreekt.
Van een werk als „Dol!© Hans" bij
voorbeeld oen drama, waarop critisch
toch zeker heel wat af te dingen is
weet Loos niets anders to zeggen, dan dat
volg op "sor-3is en dat de titelrol G00 maal
door Henri Brondgeest in Holland, Bel
gië en Indië ij gespeeld. „Totok en Indo"
wordt behandeld met eenige uittreksels
van natuurlijk uilsluitend gunstig©
kritieken liit de N. Rolt. Courant, Avond
post en het Algemeen Handelsblad
Werkelijk, men staat bij lezing soms ver
steld, dat do professoren van de Leuven-
sehe Hoogcschool met zulk een opper
vlakkig werk genoegen nemen.
Ook in eijn beschouwingen over Fa
bricius in verband met do Noord-Ncdcr-
lar.dsclie tooneel litteratuur geeft de
schrijver herhaaldelijk bewijzen
schromelijke oppervlakkigheid, Men voelt
voortdurend, dat Loos het maar
„hooren zeggen" heeft. Zoo maakt hij
bijvoorbeeld «en vergelijking tusschen
Fabricius' werken en „Ziin meisje k
uit", zonder blijkbaar ooit het drama van
Brooshooft da: liij nota bene tot twee
maal toe een „Wijspelletje" noemt ge
lezen te hebben. E'ez^ hoofdstukken ma
ken meer den indruk van een luchtig in
terview dan van een ernstige studio Al
leen in het gedeelte, dat de Vlaamscho
tooneelschrijvers behandelt, is Loos blijk
baar op eigen terrein en hierin wordt bij
ook voor ons interessant.
Iets nieuws brengt dit boek over Fabri
cius en zijn werk" den Noor-d-Noderl&n-
ders clan ook niet. Een persoonlijk ge
luid hooren wij eigenlijk alleen in het
begin van hoofdstuk III, waarin de
schrijver een vergelijking geef; tusschen
Fabricius en Heyermans en in verband
hiermede heel aardige opmerkingen maakt
Dat is dan ook verreweg het beste deel
van het boek. .Tammer, dat Dr. Loos zo
bescheiden meende te moeten zijn on
verder telkens aan anderen inplaats va:
zichzelf het woord te geven.
J. B. SCHDIL.
UITVOERINC DOOR DE LEER-
LINCEN VAN MEVROUW
B. SCHEEPERS—CEUER.
Het was een gelukkige gedachte van
mevrouw ScheepersGcucr om op haar
leerlingen-avond een herhaling tc geven
van „La Boite h Joujoux" van Claude
Debussy, Ook nu v.eer heeft dit kinder
ballet ons getroffen door de geestige,
dikwijls groteske uitvoering, de in
rqytme en gebaren fijn volgehouden ka
rakteristiek der verschillende poppen en
de originoele décors. Van welk een i
kinderen verwonderlijk sterk meevoelen
gaven enkelen dezer kleinen het bewijs I
lk denk hier allereerst aan het kleine
voorstelde. Was het
DE SLAG BIJ 'T SKAGERAK.
Hot Dultsche linieschip „Brunsvvljk" passeort do plaats, waar vóór zovon Jaar
de slag plaats vond.
reffec
het sli|
veW
Jan Klaas:
waarbij toe
mderkn;
het poppenkarakter verloren gaat! In
dat ktnderballet heeft mevr. Scheepers
:ts gegeven, dat,veel grooter belangstel
ling nog had verdiend.
Na de pauze kregen wij eenige dansen
jp muziek van Claude Debussy en Mau-
ice Ravel Van deze nummers trof ons
iet meest het door acht meisjes uitge
roeide En Bateau, dat in rhytme
:n beweging een volkomen harmonisch
geheel vormde met dc muziek cn Pago
des van Ravel, in welken dans het Oos-
tersche karakter zeer gelukkig was vast
gelegd.
Het aardige nummer De Too ver-
vedel op de Prélude van Debussy,
hebben wij vroeger al eens op een uit
voering van mevrouw Scheepers ge
zien. evenals de meer geestige dan mooie
„Colliwogg's Cake Walk", in welken
laatsten dans een der leerlingen bewij
zen gaf van werkelijk verrassende vir
tuositeit.
Doornroosje zouden wij in onze
kinderjaren een „charade en action" op
muziek hebben genoemd. In dit nummer
werden de twee uitvoerenden blijkbaar
gehinderd door de te kleine ruimte van
het „tooverkastecl". He; nummer „The
£now is dancing" leek mij minder geluk
kig. Ik zocht ir. dezen dans tevergeefs
naar de bedoeling van mevrouw Schee
pers. Nüch de costuums nbch de dans
vermochten mii dc illusie te geven van
dwarrelende, dansende sneeuw, die in
de muziek van Debussy juist zoo sug
gestief tot uiting komt.
Als geheel een leexlingenavond. die
weer eerbied afdwong voor de artistieke
prestaties van mevrouw Scheepers-—
Gcucr.
J. B. SCHUIL'.
BEGRAFENIS H. STOLP.
lieden is op de algemeene Begraaf
plaats aan de Klcverlaau tor anrdo
besteld het stoffelijk overschot van
den heer II. Stolp, in leven oud inge
nieur aan de lloll- IJzeren Spoorweg
maatschappij. Eenige ambteuaren der
spoorwegen en vrienden van den over
ledene kwamen hem de laatste eer
brengen. Verder was aanwezig een
deputatie uit, het personeel der Cen
trale Werkplaats te Amersfoort.
Er werd gesproken door den heer
J. H. I.. van Deinse van Heemste
de. Deze bracht in herinnering hoe
beiden meer dan een halve eeuw
geleden te Delft studeerden. llh
schetste den overledene als iemand
die reeds toen een bijzonder man
was, een man uit een stuk, met bij
zondere karakter eigenschappen, ceu
ijverig student en een geliefd leer
ling vau Huet.
Op Interen leeftijd, toen hij in
dienst bij de spoorwegen was. zoo
deed spr. daarna, opmerken, was Stolp
één en al Ilollanuscho Spoor; hij
mankte eeu iutcgrcerend deel van de
Maatschappij uit, die hij meermalen
op congressen in liet buitenland ver
tegenwoordigde onder Middelburg
en met Sloot werd door hem ge
werkt aan de invoering van vele nieu
we zaken bij de spoor-
Verder herdacht spr. de vriend
schap door hem van den overledene
stceas ondervonden. Vooral de vrien
den hebben in Stolp, eindigde spr-
ontroerd, veel verloren.
Als tweede spreker trad naar vo
ren de heer W. Feninga. directeur van
dc Ainstcrdamschc Droogdokmaat-
schappij, die ook verzekerde dat in
den kring der vrienden in Stolp veel
wordt verloren en hem een kaatsten
groet bracht.
Kén der familieleden dankte voor do
betoonde belangstelling.
CHR VER. VOOR DE VERPLECING
VAN LIJDERS AAN VALLENDE
ZIEKTE.
In druk is verschenen het jaarverslag
over ross van de Christelijke Vereeni
ging van Lijders aan Vallende Ziekte, te
wij reeds bijzonderhe-
in éér
a het
öpna-
CEVONDEN VOORWERPEN.
J. H. G. van Looy, Lange Raamstr.
i, armbandhorloge; \V. H. Prins. Emo-
straat 'gummi bal; J. na Klaveren.
Gen, de Wetstraat 6. gummi bal; P.
Punt, Emostraat gummi bal; H. Ne-
derhorn, Gaelstraat 23. zwarte ceintuur;
H. Juffermans, Res Novaplein 20, grij-
ze ceintuur; B. Hartcg. Oude Raamstr.
4 tood, doppen van motorrijtuigT.
Bcrkemeyer, Brouwersstraat 57, dames
horloge M. van Rcyscn, Groote Hout-
straal Sfj, licercnringM. Goedemansj
Kruistochtstraat 60, dameshorloge met
armband J. dc Graaff, Pairiniouiumstr,
3, dameshandschoen (wol); Kennel Fau
na, Parklaan geel hondje, gebracht door
Dcrkscn, Leidschevaart 74, Vogelen
zang zwarte kat, gebracht door Mevr.
Van Brccmen, Iordenssnant 10; zwart
met witte kat, gebracht door Van Bern-
melen, Emmastraat 2SJ. H. Martens,
Schoterweg 142, kantkraagGoedhart,
Spaarne 4S zw.. paar grijze kousen J.
Verreeg, Haarlemtfcrliedestraat 4oiuuJ,
jongensjasJ. dc Klerk, Spaarne 92,
loterijbriefje Vroom Dreesmann. Gr.
Houtstraat 70. lorgnet; C. Stroer-, J. F.
Helmcrsstraat 4. ooknê.pjeA. Kam-
zmwer, Teslastaa: 15, Heemstede, potte-
monnaie; D. de Wit, Ancgang iS, brui
ne. heereuporiemonnnic A. Klumper, K.
Pocllaan 31, zwarte damesporternonnaie;
C. A. v. d. Veen, K. Houtstraat 7 rood,
hondenpenningBocrée, Nic. Bectsstr,
nr. 1, Haarlemmcrltede, 2warte dames
porternonnaie A. Boeree. Korte Zijl
straat j6, rozenkransA. Gigcngack^
Nwe Groenmarkt 7. ro;eaktans me*,
étuiW. van Kilsdonk, Smcdestraat 3,
rozenkrans in étuiv. d. Sluys, Kleine
Houtstraat 32, damesrijwiel; v. Norde,
Westerstraat 53, rozenkrans in étui;
Van Os, KI. Heiligland 23, schroeven
draaier Schuilcnburg, Barendscstraat
9, slagcrsjas cn -schortJ. van Meiten,
Kcnncmerstraat 9, LïpssleütelA. Berg,
Hooimarkt 24, tasch (zwart); M, Huizing,
Tuinstraat 32, bruin tasciijePolitie
bureau, Smcdestraat, vierwielige wagen.
LOGE „DE SCHAKEL" I. O. G. T.
Ter aanvulling van het programma
van dc Blauwe Week-Actic, kan nog
worden medegedeeld dat door go-
noemde Loge, op Woensdagavond in
haar vergadergebouw: 't Gildchuls,
Jansweg 3-1, een lichtbeelden avond
wordt gegeven door muziek afgewis
seld. Elkeen is welkom, do toegang
is vrij.
Ter gelegenheid wan de sluiting van
de Blauwe Week 'hoeft genoemde
Loge ook een boottocht georganiseerd
op den 2en Pinksterdag naar Alphen
a. d. Rijn.
ATHLETIEK.
EEN UITSTEKEND GESLAAGDE
LEZINGI
Men schrijft ons:
Op initiatief van het Kennemcr In-
fcti'tuut, hield do heer II. N. v.
Leeuwen uit Amsterdam Maandag
avond in do projectiezaal der Hoo
gt ro Handelsschool (Zijlvest) ccnc le
zing over Athietiok, verduidelijkt
door oen serie prachtige lantaarn
plaatjes. Do beelden hiervan waren
afkomstig van de Olympiade in Stock
holm (1'J12) cn Antwerpen (1920).
Het zaaltjo was geheel gevuld met
belangstellenden, onder wie \vo o.a.
opmerkten dcu lieer Warnier, inspec
teur der Lichamelijke OpvocdlDg,
den heer Meijer, secr. dor Techn.
Commissie van dc N.A.U., benevens
verschillende leeraren M. 0. gymna
stiek cp aanstaande sportleiders.
Na een inleidend woord van dr.
Merens verkreeg do lieer Van Leeu
wen het woord voor zijn voordracht.
1 Atklotick, ztidc spreker, is :iie(s
anders dan oen serie natuuroofenm-
Feuilleton
NaarhetEngelschvan
BARRY PAIN.
16)
„Bankje, Johnson, doe maar geen
moeite. Blijkbaar is de meening van
dat jonge mensch van waarde voor
jou, tenminste wanneer je dronken
bent. Maar ik ben bang, dat ik nooit
genoeg dronken zou kunnen worden
om het van eenig belang voor mij te
achten. Je kan mijn reputatie zooveel
verknoeien als je maa: wilt, maar
denk maar niet, dat ik daar iets om
geef. Neen. Johnson, wanneer dat al
les was. wat je gezegd had. zou ik je
vanmorgen niet b.j me geroepen heb
ben. De quacstie is juist, dat je ver
beelding je in den steek liet en dat je
met de Waarheid verder ging. Je ver
telde dc geschiedenis van „De Voor
ganger" en je vriend met de vuile
handen zat namen en adressen op
7. in manchet te schrijven, onder ta
fel.
Johnson's mond ging wijd open van
verbazing. „Daar had ik niets van
„Natuurlijk niet. Je zag ook niet,
dat ik nog geen meter van je afzat.
Je merkte niet dat je door dien opge-
•dïrkten vent leeggepompt werd. Je
merkte niets. En daardoor verbrak
je dé overeenkomst, gesloten toen je
pa6 hij me was, op je eerewoord nog
wel. Ên je hebt waarschijnlijk groot
kwaad berokkend, niet miij op wien
je'je dacht te wreken, maar iemand
anders, dien je niet kont".
„Dat spijt me. U zag dat ik opge
wonden was van den sterken drank
waaraan ik niet gewend ben, maar
dat is geen verontschuldiging. Ik zie
nu waar dit alles toe zal leiden".
„Het zal leiden tot je ontslag bij Sir
Thomas en tot je ondergang wanneer
ik mijn plicht doe. Maar ik wensch je
ondergang niet. Neem een stuk papier
en schrijf den naam en het adres van
je vriend op".
„Zijn naam is Rosenstein. Zijn adres
weet ik niet, ik ontmoette hem op de
sociëteit".
„Schrijf dan den naam en het adres
van die sociëteit op. "Wat is zijn be
roep".
„Hij vertelde me. dat hij financieel
agent was. ik meen. «lat hij zeide za
ken met dc Rothschilds te hebben ge
daan".
„Dat behoef je niet op tc schrij
ven". zei Brookes sarcastisch.
„Geef me nu dat pa.picr en luister.
lk verkies, dat je niemand ooit iets
van mijn particuliere aangelegenhe
den vertellen zult. Dat slaat natuurlijk
ook op Sir Thomas's particuliere aan
gelegenheden. sind6 ik zoo gek was
jou aan hem te recommandeeren. Dan
wensch ik, dat je geheelonthouder
wordt. Ten tweede wensch ik, dat dit
heele onderhoud geheim blijft voor je
vriend Rosenstein, die ook niet mag
weten, dat ik zijn adres heb".
„Ik ben bereid onder eede
„Zwijg. Je bént geen man van eer
en je eed is niets waard. Daar geloof
ik niet aan. Zelfs naar jou wil ik niet
meer luisteren. Maar wat Rosenstein
betreft, ik geef je de verzekering, dat
wanneer je hem ook maar iets zeet,
ik het zal weten. Zijn gedrag zal me
dat zeggen. En verder, je hebt nu een
lesje gehad en je zult waarschijnlijk
vooreerst geen ander noodig hebben.
Maar ik zal je in het oogtluten hou
den en bij het minste vergrijp behoef
je niet meer op mijn genade te reke
nen. Dat is alles wat ik te zeggen heb.
Neen, ik wensch geen verzekeringen,
ik zee je, dat ik daar van jou niet
de minste waarde aan hecht. Laat me
a'Ieen. Je kunt gaan.. Dat is alles".
Toen de neerslachtige en berouw
volle Johnson vertrokken was. bracht
Tarver een kaartje binnen. „Ja", zei
Brookes", laat dieu heer hier ko
men'.
Tarver liet een eenvoudig gekhe
den jongen man binnen, die er heele-
maai uitzag als een kantoorbediende
en toch geen kantoorbediende was.
„Goeden morgen", zei mijnheer
Brookes, snel sprekend, terwijl hij
hein het papier overhandigde, dat
Johnson geschreven had.. „Hier is zijn
naam en het adres van zijn sociëteit,
lk wil weten waar hij werkt, of hij
werkt, waar hij Woont, hoe hij he
kend staat en verder alles wat u vóór
vanmiddag een uur van hem te welen
kunt komen. Natuurlijk, wanneer u
het niet klaar kiint spelen, moet ik
mijn termijn iets langer stellen".
„De tijd is kort, zei de particuliere
defectieve, „maar het is alles doodeen
voudig. Ik weet wel iets van die Scep-
tre-soeieieit af, dat is al gemakkelijk
genoeg. Ik zal onmiddellijk beginnen
mijnheer en zoo gauw mogelijk terug
komen. Goeden morgen".
Toen de man vertrokken was ging
Brookes aan zijn schrijftafel zitten cn
schreef drie telegrammen. Het eerste
was aan mevrouw Derriford en luid
de: „Mag 'k u aan uw woord houden
en voor een paar dagen overkomen?
Ik zou graag morgenochtend komen,
wanneer het u schikt. Groeten aan
allen".
Het tweede telegram nan James Ha
ve.*n, Trits Street bevatte het verzoek
te komen koffiedrinken, aangezien hij
hem een belangrijke incdedeeling had
te doen- Deze telegrammen toekende
hij met zijr» naam. Het derde droog
geen onderteekening, was geadres
seerd aan mevrouw Barley en luidde:
,;Een vriend raadt u aan vandaag of
morgen het huis niet te verlaten. U
zou gevaar kunnen loopén".
„Stuur deze telegrammen onmiddel
lijk weg, Tarver. Betaald ahtwoo.'d
voor do beide eerste telegrammen,vo'or
het derde natuurlijk niet. Wanneer
ze naam en adres van den afzender
van het ongetcekcndc telegram vra
gen, behoeven dat de mijno niet te
zijn".
„Juist mijnheer, begrepen", zei Tar
ver.
Toen zette mijnheer Nathaniel Broo
kes zich nee.* om aan zijn reisbeschrij
ving te gaan werken. I11 den loop van
den ochtend kwam er ecu telegram
van Jimmy, die de uitnoodigin^ met
genoegen aannam cn een van mevr.
Derriford, waarin hij welkom gebce
len werd. Tien minuten over half een
wjis dc detective er al met een kort.
maar voldoende antwoord.
Jimmv cn zii gingen aan tafel.
„Nu", zei Jimmv „cn wat Is het be
langrijke nieuws? Goed of slecht?"
„Gisterenavond slecht, vanmorgen
iets beter. Nu weet ik r.ckcr. dat liet
wel in orde komt. We spreken er na
de koffie wel over".
Toen zo, onder het genot van een
sigaar in de bibliotheek zaten, vertel
de Brookes wat er gebeurd was.
„Gisteravond ging ik naar de socië
teit otn een spelletje te doen, toen ik
een briefje kreeg wan mijn vriend,
dat hij met pleurus op bed lag. Ver
schrikkelijk egoïstisch, niet? lk nam
een courant op eu zag een advertentie
Tentoonstelling in Earls Court.
to
lk had méér lust buiten er
gaan zitten, dan binnenshuis te ol
yen en dus ging ik er heen. Terwijl
ik dc tafeltjes bij dc muziektent pas
eeerde, hoorde ik een stcin luidkeels
zeggen: Mijnheer Brookes. U bent ten
leugenaar. Lach niet. Jimmy, het is
hoog ernstig. Ik k.v.. op. Daar zat
mijn ex-secretaris Johnson en bij hem
ha
iid r<
waar
t mij aun
echo voorstelling van «ie nu
op MJ, Johnson, mij. Brook
dienst ontslagen had. Ik zei
Johnson toe.' Ik hoorde al hccl'gauw
dat die andere vent Johnson over „Dc
Voorganger" zat uit te hoo.-en cn dat
die arme sul olies vertelde, wat hij
wist. "loeit ik wegging schreef die an-
tb r het ndres van Barley op zijn man-
cheli'.