s
m
m
1
Schaakrubriek
te
SfelWe? ï?eT vrcrirmRïlê yifflfclcfeTOTje, 3é
gemengde gymnastiekclub heeft rich
'rok een plaats verworven; waarom zou
ide korfbalsport het niet doen? En ze
üeed het 1
Stonden eerst oudere, opvoeders en
feutoriticten min cf meer sceptisch te
genover het toch alzijdige spel van korf
en bal, later en nu zeker heeft het spel
&et pleit gewonnen. Een schoolarts
fiier ter stede wees de meisjes in de
fcoogste klassen er uitdrukkelijk op
„Gaat een sport beoefenen, als ge van
echool rijt. Oefent schouder-, romp- en
armspieren, wat jullie heele gestel ten
goede komt. Vormt korfbalclubs, want
korfbal is zoo goed voor jullie!"
Dat korfbal niet zoo eenzijdig is als
Voetbaleen outsider komt eiken keer
«veer met dat woord: eenzijdig, want de
Bpeler mag zich slechts in één vak be
wegen. Dc ingewijde weet beter, want
bij begrijpt, dat ccn korfballer zoowel
verdedigen als aanvallen moet om van 't
middenvak, waar beide methoden gecom
bineerd zijn, niet te spreken.
Een vooraanstaand sportbeoordeelaar
bad een ruimeren kijk op dc goede
eigenschappen van liet korfbalspel. Hij
echrijft n.l. i „Bij het gelukkig steeds
toenemend bewustzijn, dat aan dc licha
melijke opvoeding de uiterste zorg be
steed moet worden, kan korfbal, waar-
Ban zoowel jongens als meisjes deelne-
inen, een der vele middelen zijn, om ons
volk krachtiger, gezonder en daardoor
weerbaar cn economisch sterk te ma
ken. Korfbal is een gezond, opgewekt
Spel, dat uithoudingsvermogen cn be
hendigheid aankweekt; waar samenspel
hoogtij viert, dat een harmonische ont
wikkeling der spieren bevordert en dat
bovendien groote opvoedende kracht
beeft, omdat het samenwerking, snel
bandelen en slagvaardigheid leert!"
Uit deze beoordecling ademt een
frissche geest. En dat het ware woorden
zijn, bewijst de toenemende belangstel
ling in 't spel; ook bij gymnastickleera-
Xen. En niet te vergeten de I'ers, die
6tecds haar kolommen open heeft voor
de sport, die naast het voetbal een
Waardige plaats inneemt.
Door het karakter van 't spel zal
bet als „kijkspel" het voetbal niet ge
makkelijk nabijkomen. Maar dat is niet
heel erg. Ecnigc NoordZuid-wcdstrij-
den hadde^ toch veel bekijks. De wed
strijden, die vóór een voetbalmatch ge
houden werden, hadden vanzelf veel pu
bliek, dat niet stijgende belangstelling
de verrichtingen volgde.
Zelfs heeft Baron Van Tuyll van Sc-
xooskerken bewerkstelligd, dat het spel
'internationaal is geworden, al is het nog
maar in het begin-stadium. Op dc Parij-
6chc Olympiade in 1934 zal nog wel
buiten de eigenlijke sportverrichtingen
om toch ccn demonstratie gehouden
worden. Ook in 1928 zal zeer zeker (als
we in ons land de Olympische Spelen
hebben) korfbal meedoen. Dc weg is
dus gebaand: dc veroveringen worden
Steeds grooter. In Bclgici is al ccn Korf-
balbond. In Duitschland, aan de Ncdcr-
ïandsche grens, zijn al verschillende
clubsin Hongarije wordt, al is het
Biet het Hollandsehc spel, toch een spel
gespeeld, dat met ons korfbal veel te
maken heeft. En zoo zal het spel verder
gaan! Indio heeft het reeds veroverd.
Aanstippen willen wo den invloed
«op het spel en zijn verbreiding .dooi
de mobilisatie, 't l.ag voor dc hand,
«lat menige club, niet alleen financieel,
snaar ook door het in dienst trekken
van spelers, zwakke tijden hebben
beleefd. Toch bracht het verspreiden
Van korfballers ook in afgelegen
streken voordcelen voor het spel.
Menig stijf boerenzoontjo maakte
door do beoefening van korfbal zijn
stramme leden, die heel andere be
wegingen en inspanningen gewend
waren, los en leniger. Een enkele
bracht de nieuwe sport op do plaats
zijner inwoningde -sneeuwbal be
ter de korfbal rolde
Lang zijn er twee centra geweest in
cle korfbalwereldRotterdam en Lei
den (het laatste vooral) in Zuid-IIol-
land, Amsterdam in Noord-Holland.
(Beide speelden het spel verschillend,
id. w. z. technisch en tactisch was er
nog al verschil. Het Amstordamscho
schoolspel", zooals dat indertijd
nu sporadisch! op do JL li. S. ge
speeld werd, onderscheidde zich zeer
zeker, wat do gchcelo opvatting van
Jiet spel betreft, van de andere centra,
die naast do twee of drie ocrplaatscn
itl zeer spoedig ontstonden.
Kracht gaat nu moer en meer op
kien voorgrond treden, waardoor het
spel er niet altijd aantrekkelijker op
Kordt. Dan ook maken indoelingen,
die niet in allo dooien kunnen vol
doen door den snellen groei on ver
breiding een scherp krtntjc aan 't spel.
Soms leek het cr op, dat dc organisa
tie het niet bij kon boenen. Hetzelfde
bedje als bij don N. V. B. l)aar zijn
jde klachten evenredig grooterEen
Jieel enkelen naam zouden wo willdn
noemen, met de reserve, dat naast
bom zoer zeker andero porsoncn er
liet hnnne bij bobben toegedragen,
jom den N. K. B. groot te maken» De
heer Broekhuvscn, die veel stormen
jpver zijn hoofd heeft moeten laten
gaan, is van de oprichting nf de lei
der, de vertegenwoordiger van den
N. K. B. tegenover do andere sport
bonden geweest. De groote verande
ringen, die dc korfbalorganisatie door
gemaakt heeft, hebben hem niet ach
ter doen blijven. Door zijn aanpas
singsvermogen kon hij dc leidsels
Steeds in handen houden.
Met do viering van het 20-jarig be
staan zal do herdenking van zijn lang
jarig voorzitterschap op 't program
ma staan. En terecht- Het is zeker
een hartgrondige felicitatie waard. Do
.onze ga liier heel bescheiden bij
Een heel nuttige instelling is steeds
"do Propaganda-comrnissie geweest,
(wio het niet to moeilijk viel, in alle
dceien ook do verafgelegen oorden
I— to werken voor het korfba'spcl,
\dat nu overal doorgedrongen is. Het
Wöeren-korfbal, dat in sommige Lim-
i'burgsche stroken gespoeld wordt, kan
nooit de sympathie hebben van do be
oefenaars van het gemengde snel.
'(Vooruitgang is daar ook mot yoo' te
bespeuren.
Al do groote sportbonden zullen
■ïlen N. IC B. geluKwoiisohen en hom
(erkennen als een van do groote liehn-
ifuen" in don lande. Do receptie werd
(druk bezocht dit zal een spoorslag
lijn voor do leiders, om hun bosto
krachten te blijven wijden nan do
hen toevertrouwde taak. Dan zal het
spel nog meer dan thans zich inbur
geren, want nog zijn er heel wat voor
oordoolen te overwinnen- liet gaat
1 echter langzaam maar zeker!
1 Als elot een enkel cijfer!
1 ïn 't geheel werden er in 's seizoen
fl02I—'22 gtspecld 533 wedstrijden.
De£lgSTI75Tnfh Xvérü hoor 100 twaalftal
len in 17 afdee'ingcn. Nu in 't Noor
den van ons land, waar 's zomers de
competitie (na ecnigc maanden stil
stand) weer doorgaat, is het aantal
dit jaar weer aanmerkelijk gestegen.
En als eenmaal alle provinciale bon
den aangesloten zijn, zullen do ge
tallen 25 grooter worden.
Op de scheidsrehterslijst staan 150
namen.
Het aantal verzonden poststukken
bedroeg 15.000, Voorwaar ccn be
hoorlijk getal.
Het ledenaantal steeg van 2660 (1921)
tot 3878 (1922), een vooruitgang van
pl.m. 45 het aantal clubs van 58
tot 85, ook pl-m. 45
Reken hierbij de tientallen clubs en
duizenden leden, georganiseerd in en
buiten de ruim 10 erkende bonden,
dan komen wo tot een flink aantal
duizenden beoefenaars.
Bloeiend cn met succes ga do N.
K. B. de toekomst te gemoet, om in
1928, als hij 25 jaar bestaat, waardig
vertegenwoordigd te zijn op dc Am-
sterdamsclic Olympiade.
Iets, waaraan wo niet twijfelen!
DE RECEPTIE IN 'AMSTERDAM.
De blauwe zaal van American Hotel
.'aarin de Nederlandsóhc KorfbalBond
al zoo menigmaal heeft gejubeld, was
Zaterdagavond getuige van cle recep
tie van het twintigjarig bestaan van
genoemden Bond.
Daar stonden volgens het Hbld.
- de kopstukken van dezen reeds zoo
sterken bond klaar, de talrijke geluk-
wenschen af te wachten. Als eenige
dame mejuffrouw Ten Gate, tot voor
eenige jaren de zoo energieke pen-
ningmeesteresse, de heer N. Broek-
huyzen, met zijn twintigjarigen staat
van dienst als voorzitter, do hceren
Heyboer en "Wilson, Deenen, Versluys
en Vliegen, allen pioniers op hun ge
bied.
En de gelukwensrfien kwamen los,
in onafgebroken stroom. Namens den
Minister van Onderwijs, K. en \V.
bracht do heer II. .1. Balfoort, Rijks
inspecteur der Lich. Opv., de beste
wenschen over.
De Rijks-Inspecteur der L. O. uit
Noordelijke provincies, de heer M. F.
Graafland, meende ook deze gelegen
heid te moeten aangrijpen, het be
stuur te complimenteeren. Geen won
der voorwaar, want juist daar maakt
het korfbalspel de laatste jaren gewe'l-
dige veroveringen.
Een mooi moment was het verschij
nen van den voorzitter van den Belgi
schen Korfbal Bond, den heer E. de
Combe. Dit was de eerste maal, dat
de N. K. B. toegesproken werd door
een vertegenwoordiger van een vreem
den Bond, hetzelfde spel .propagee-
rend. Voorzitter Brockhuyzen legde
daar in zijn antwoord zeer terecht den
nadruk op en sprak den wensch uit,
gezamenlijk op te trekken ter verove
ring van een derde land.
De heer M. Vrij, hoofd dor Nieuwe
School vereeniging, alhier, hesprak
den ouden tijd, toen spr. met Nico
Broekhuyzen als jonge mannen
Zweedsche spel van bal en ring
naar Nederland brachten om dit te
propageeren onder de hun toever
trouwde jeugd.
Zóó talrijk waren de sprekers, dat
we (aldus het blad) moeten volstaan
met het opsommen van de vertegen
woordigers der verschillende landelij
ke Bonden. Vooraf echter nog te me-
moreeren de aanwezigheid van den
heer F. W. Baron van Tuyl van Se-
rooskerken, beschermheer van den N.
V. B.
Dan spraken nog de hoeren C. W.
Ilirschman (Ned. Olymp. Com.), Joh.
Heynen (Kon. Ned. Gymn. Verbond),
J. Slichers (Alg. Ned. Wielr. Bond),
J. Kips (Ncd. Voetbal Bond), kap. Is.
W. Scliarroo (Ned. Afchl. Unie), mr.
v. Kappen (Ned. Zwem Bond), mr.
Feschotte (Ned. Amateur Scherm
Bond), E. Bleosinsf (Ned. Amateur
Honkbal Bond), Viruly (Ned. Wieier
Bond), Kap. Linden, (Ned. Krachtspr.
Bond).
Ook het gemeentebestuur van Am
sterdam was vertegenwoordigd in den
persoon van den heer II. N. van Leeu
wen, gemeentelijk inspecteur der Lich.
Opv. Namens do leden van verdienste
voerde de heer mr. G. B. A. Smeets
liet woord.
De talrijke plaatselijke Bonden lie
ten zich ook niet onbetuigd en het
aantal sprekers namens voreenigin-
geu was legio. Hierbij teekenen wo aan
de aanwezigheid van den heer F. Ver
eeken, die voor Scnldis sprak, de eer
ste Antwerpsche Korfbal Club.
Het spreekt van zelf, dat de zaal
zich langzamerhand vulde met de
fraaiste bloemstukken, waarbij nog
enkele souvenirs in meer blijvenden
vorm, kwamen. Tegen tien uur was het
officieele deel achter den rug en v
de gedwongenheid afgeschud, om
plaats te maken voor een gezellig
feest, opgevroolijkt door muziek
voordracht.
Een geanimeerd souper, waarbij ve
len aanzaten, besloot dezen gedenk-
waardigen avond.
DAMRUBRIEK.
DamredacteurJ. W. van Dartelen,
Haarlem, Roosveidstraat 70.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men to zenden
naar bovengenoemd adres.
„Wit speelt cn wint" geldt voor al
le vraagstukken.
Oplossingen van probleem nr. 595
worden gaarne ingewacht tot uiter
lijk Maandag 11 Juni n.s. bij den re
dacteur dezer rubriek.
PROBLEEM Nr. 593.
Wij hebben 't. genoegen in deze ru
briek oen probleem te plaatsen van
don jeugdigen Jan Sluiter (oen broeder
van den bekenden 11. I). C.'cr J. R.
Sluiter).
Hoewol dc stand van dit vraagstuk
niet fraai is (Zwart's laatsto 7.eb 32 -28
b.v. is onverklaarbaar, daar door Wit
33—2S een schijf verloren gaat. Boven
dien lag Zwart 32—37 meer voor dc
hand) vinden wij deze eerste schrede
op het glibberige pad der problema
tiek aardig geslaagd. Vooral de afwik
keling is bijzonder aardig gevonden.
Wij zullen dan ook in de toekomst
nog wel meer yan dezen problemist
hooren.
PROBLEEM Nr. 593.
Auteur: Jan Sluiter. Aerdenhoul.
(Eerste publicatie).
ZWART.
Stand in cijfers: Zwart 7 schijven op
3, 7, 8, 10, 27, 36 en 38.
Wit 8 schrijven op 18, 22, 24, 31, 33,
42 en 47.
De auteursoplossingen van de Pro
blemen Nos. 585 en 586 zijn:
Nr. 585 (Wi van Daalen)
WIT (lokzet) 38—33 ZWART, erop in
gaande, speelt nu:
21-27
32 12 9—13
33 22 25—30
6 17 3—8
12: 3 13—18
3 34 18 29
37—321 1—7
4540 verloren.
Nr. 086 (P. A. Nooy).
Wit: 39-34, 32 43, 29- 24, 24 4 en
wint.
Zwart steeds gedwongen.
Deze vraagstukken werden Correct
opgelost door de volgende heeren: W.
van Daalen, W. J. A. Matla, F. A. Ber-
kemeier, P. A. Nooy, J. Siegerist, H.
G. en W. J. Teunisse, S. M. Mons, H.
T. I.uif, Ph. F. Amelung, C. J. van
Wijk, Aebe de Jong, Jac. Fr. van Gar
deren, J. van Looy en II. Boks, allen
te Haarlem; P. J. Eype en A. Slinger
te Schoten.
EEN NIEUWE SPEELWIJZE.
In „Het Damspel", het officieel or-
caan van den Nederlandschen Dam-
bond, is een zeer belangwekkend arti
kel (de eerste van een reeks van 6 ar
tikelen (verschenen van den Wereld
kampioen, den heer Herm. Hoogland
Jr. uit Utrecht, waarin deze een wij
ziging van de spelregels behandelt,
ten doel hebbende dc remise zooveel
mogelijk te beperken.
Volledigheidshalve maken wij attent
dat deze voorgestelde wijziging van
het spelreglement eerst in werking
treedt in het eindspel en alleen in ge
vallen, waarbij een dam een dam
slaat.
Dit slaan zou dan zoowel op de ge
wone wijze (in sclvuine richting) als
horizontaal en verticaal geschieden
(dus o-p dezelfde wijze als de dame in
l schaakspel).
Hieronder laten wij een gedeelte van
bedoeld artikel volgen, omdat opne-
an liet geheele artikel in een
Rubriek teveel van onze plaatsruimte
)U vergen.
Wij zullen ons voorloopig van elk
commentaar onthouden en stellen ons
voor na plaatsing van het gèheele ar
tikel onze meening hieromtrent ken
baar te maken.
Het zp.1 nu ongeveer drie jaren gele
den zijn, dat wij het genoegen hadden
met den bekenden schaker Dr. E. Lns-
ker een onderhoud te hebben. Het
to.en deze bekende persoonlijkheid
op schaakgebied hier te lande op ver
schillende plaatsen demonstraties hield
over het door hem bedachte en naar
hem genoemde „Lasca".
Na afloop van eene te Utrecht ge
houden voordracht over zijn nieuw
ontworpen spel, verklaarde hij naar
aanleiding van eenige op het „Lasca"
betrekking hebbende vragen, dat liet
schaakspel zooals het in den huidigen
tijd gespeeld wordt, zoodanig door de
meesters beheerscht wordt, dat. een
dood loopen naar remise tot slot heb
bende partijen, schier onvermijdelijk
is. Lasker heeft nog getracht door wij
zigingen dit remise-gevaar te keoreu,
maar volgens zijn zoggen is hem dat
niet mogen gelukken.
Nu weten wij niet of L. uit ccn com
mercieel oogpunt een nieuw spel in de
wereld in den handel wilde bren
gen, maar durven tóch gerust de ver
onderstelling uiten, dat hij hiertoe
niet overgegaan zou zijn, wanneer het
hem mogelijk geweest ware, het
schaakspel, waaraan hij bijna zijn le
ven gewijd had, dat hom eor cn roem
gaf. van deze hem grievende fouten
te ontdoen.
Niemand beter dan hij begreep de
uitdrukking van Gapablanca: het
schaakspel zonder fouten te kunnen
snelen. Zulks getuigt natuurlijk van
de enorme speelsterkto des hoeren Ca-
pablanca eventueele snoeverij daar
gelaten maar dit zegt ook dat de
innerlijke kracht van dit spel tegen
over dezen beoefenaar minder wordt.
De diepte van het spel niet meer peil
loos! de combinaties niet meer on
doorgrondelijk! En niet het minste;
zonder feitelijk te spelen van de remise
verzekerd!
Tevergeefs heeft Lasker gezocht naar
vervolmaking van het schaakspel; zijn
pogingen om in het spel verbeteringen
aan te brengen zijn niet gelukt. Met de
besliste overtuiging, dat die fout
niet te ondervangen waren, dat voor
die remise-kwaal geen kruiden gewas
sen blijken, heeft hij zijn hoop laten
varen, en een spel het Lasca uit
gedacht en opgebouwd, hetwelk 7,. i.
het volmaakte nabij komt, cn do hier
boven besproken ongerechtigheden
niet kent.
Op onze vraag of Lasker vóór hij
het Lasca hier in wilde voeren,, wel
hot damspel kende, zoonis wij in Hol
land dit spel spelen, een vraag die
wij moeilijk konden onderdrukken,
wijl 't Lnsca oppervlakkig beschouwd
sterk aan ons damspel doet denkeu,
luidde zijn antwoord:
„Toen ik te Parijs woonachtig w
had ik voldoende gelegenheid liet
Poolsche damspel te spelen cn
studeeren, maar met allo respect
voor het schoouc cn diepe gnat dit
spel toch aan hetzelfde euvel mank:
'de remisel En in Engeland is dat nog
érger. Tijaeiïg mijn fSrigó vorblijf al
daar heb ik dat „game of draughts"
door en door als een remise spel van
de bovenste plank leeren kennen".
Al viel het ons niet gemakkelijk, wij
konden niet anders dan volmondig be
amen, wat deze eminente grootmees
ter over ons damspel gezegd had.
Wij moesten het geheel toestemmen,
ook ons damspel levert in de meeste
gevallen, tusschen bekwame spelers,
een onbevredigend resultaat op. Ook
aan ons spel kleeft do overtollige re
mise. Lasker had niet ie veel gezegd!
De waarheid hiervan is ons steeds dui
delijker geworden, al is sedert dit voor
ons belangrijke onderhoud weer een
groote tijdruimte verstreken.
Het is een niet te loochenen feil: ons
damspel leent ziph snel voor remise,
en gelijk spel bevredigt maar, heel zel
den. Men wil nu eenmaal resultaat
zien. Bij interessante matches tusschen
vooraanstaande spelers is het aantal
belangstellenden dat reikhalzend naar
de resultaat brengende krant uitziet,
werkelijk gering, in aanmerking ne
mende de vele beoefenaars, die o'ns
;pel telt. Grootendeels vindt dit haar
oorzaak hierin, dat men bijna van te
■oren het resultaat al zeggen kan. On
telbaar zijn de remises, en zeldzaam dc
partijen met een werkelijke uitkomst.
Dat verveelt den spelers, maar niet
minder het publiek. In den grootcn
oorlog verslond men helaas het
nieuws over voorname krijgsverrich
tingen, maar voor do dage-lijksche be
richten over de tien meters loopgraaf,
die vandaag gewonnen en den volgen
den dag weer verloren gingen, werd
geen dagblad ingekeken. Dat is nu een
maal de sensatie-lust.
Wij hebben dammers gekend, die
geen partijen naspeelden, waarvan de
uitkomst remise gaf. Die partijen ga
ven hen geen voldoening. Nu is het
waar, dat er velen zijn, die remise
partijen even graag naspelen, maar
niet te ontkennen valt toch, dat de een
zulks doet om het leerzame, en de an
der om het interessante, en dan 1 ijkt.
deze laat sten de winstpartij het
geschiktste object. Ons spel is om zijn
te veel aan remises minder interes
sant I
Maar er is meerOns spel met zijn
remise-gebrek, vertroebelt heel vaak
den zuiveren uitslag van een match of
rondtournooi. Wijst do uilkomst van
een twee-kamp, b.v. van twintig par
tijen, ons wel den sterkste nan? Zeer
zeker, wanneer het resultaat opvallend
verschilt, doch ook bij een uitkomst
van 3 verl. 3 gew. 15 rem, En die re
sultaten worden in den huidigen tijd
toch tot de normale gerekend.
Ons spel van heden, met zijn onbil
lijk eindspel wijst niet altijd den sterk
ste aanl
In de zoo even als voorbeeld aange
haalde match behaalde de winnaar
wel dén winst-partij meer, maar die
vijftien remises, hoe waren die? Kwam
daarin ook des minnaars superioriteit
aan den dag. of kon hij in al die par
tijen, telkens onder de wijd uitgestrek
te vleugels van moeder remise zijn toe
vlucht vinden
liet is heel vaak niet de sterkste ge^
weest die won!
Dikwijls heeft men in een wedstrijd
een tooneel kunnen gadeslaan, dat nu
allesbehalve spelverheffend genoemd
kon worden. Hiermede doelen wij op
die z.g. opzettelijke remise-partijen.
Wanneer een speler op zijn tegen
partij b.v. in een match van tien par
tijen bij het derde spel een voorsprong
had van twee punten, dan gebeurde
het niet zelden, dat hij in die restee-
rende partijen gelijk spel trachtte te
bereiken. Zulks was wel volkomen zijn
recht, maar wie oog heef: voor het
schoone en mooie, kon bij liet naspe
len zijn hart ophalen aan een reeks
van onverkwikkelijke afruil-partijen,
Het op remise spelen zal natuurlijk
altijd blijven bestaan, is op zich zelf
beschouwd ook volstrekt niet erg,
maar het moet dan toch altijd een
groote kunde blijven! De idee: „als
ik met aldoor afruilen tot een stand
van zeven om zeven zes om zeven
desnoods gekomen ben, pruts ik het
wel remise", is alleen bestaanbaar
omdat ons eindspel ondeugdelijk is!
Menigmaal moest een sterkere speler
verklaren niet te hebben kunnen win
nen, omdat zijn tegenstander zich niet
liet. verschaken, en al maar afruilende
wel meer en meer in slechtere conditie
kwam, maar in de hreede wateren der
remise, niet meer te vangen bleek,
De uilslag dier partij gaf niet te
zien wie het beste gespeeld, noch wie
het slechtst geslagen had.
Wij zouden nog door kunnen gaan
met het blootleggen van onaange
naamheden, die het gevolg zijn van do
minder goede eindspel-afwikkeling,
maar weten bij ervaring hiermedo de
echte liefhebbers nu juist niet te stroo
ien. Wij zullen het dan ook hier bij
laten. Dat neemt evenwel niet weg dat
alles wat wij hierover gezegd hebben,
harde waarheden zijn, die eerlijk on
der de oogen gezien moeten worden.
Men laat niet gaarne - dat weten we
bij ervaring ec-n spel, dat men mint,
afkammen. Wanneer men ons wees op
het inconsequente, dnt ondanks de
grootë moeilijkheid om de tegenpartij
den schrijf afhandig te maken, toch
een eindspel van drie dammen tegen
één, geen partij-winst oplevert, dan
gaven wij niet gaarne toe, al voelden
wij het heel goed.
Zoo van tijd tot tijd kregen we van
die bittere pillen te slikken, totdat wij
begrepen dat zulks ons juist op den
weg der genezing voerde. E11 laten wij
liet meteen maar uitspreken: wij ko
men de ziekte te boven 1
Eén groot geluK hadden wij met ons
dammen, dat de voelvuldigo remises
niet voortsproten uit het onder dc knie
hebben van dit spel. I)e dampnrtij le
vert zoovele onberekenbare moeilijk
heden, waaraan niet te ontkomen is,
dat liet bij ons overtuigend vast staat,
dat er nooit, iemand geweest is die kon
zeggen: „ik kan dnt spel zonder fouten
spelen", en die zal er wel nimmer ko
men ook! Neen, ons spel zelf behoeft
gelukkig geen verandering, dat is nf
Maar het eindspel, daarin zit de fout!
F.ti my is het ons mogen gelukken
daarin een wijziging tc brengen, zoo
dat wij het damspel als spel volmaakt
ZoUuey JvUuneu uoCtneu.
Oplossingen, Vragen, enz., te zenden aan den Schaak
redacteur van Haarlem's Dagblad, Gr. Houtstraat 93,
Haarlem.
SCHERTSPROBLEEM No. 13.
Hft is reeds vele jaren geleden, dat het gebeurde te Köpenick ean schaak
speler inspireerde tot het componeeren van het navolgende, dat voor hst
«erst in het „Leipziger Tageblatt" verscheen.
s
ÜJ
1
êiê
1 m
s
ii
Stand der stukken
Wit: Kc8, Lg8, Lh8, b7, cT, d7, el, 11.
Zwart: Kal, Ta7, Td2. Lbl.
1 bovenstaanden stand stelt de witte Koning deD pseudo-kapitein
voor, de witts Loopers en pionnen de door hem gecommandeerde mili
tairen. De zwarte Koning moet de burgemeester verbeelden, de zwarte
Looper de politie en de Toren op d2 de kas van Köpenick! De Toren op a7
sou een afbeelding zijn van het Berlijrische tuchthuis. De a-lijn is hier
derhalve de kortste weg tusschen Köpenick en Berlijn.
Hoè wordt Zwart naar het tuchthuis gebracht en aldaar matgezet?
Schaakleven in Oost-lndië.
In onze rubriek van 9 April 1.1. pi.-.o'.s-
n wij een partij, gespeeld in écu wed
sirijd van den Ncd. Ind. Sch-takbond te
Semarang. Na dien kwamen ".1= liet See-
rabaiasch Handelsblad van 24 Maart 1.1.
Het Nieuws van den Dag voor N. I.
4 April 1.1. in handen, waaruit ons
weder bleek, dat het Indisch klimam
ilijkbaar absoluut geen beletsel is om
elkaar, zonder militaire noodzaak, te lijf
gaan, op het schaakbord wel te ver
staan. Die bladen bevatten do uitslagen
tal van wedstrijden cn clubmaiches.
Denkt men even na over de afstanden
dko vele schakers in Indio moeten af
leggen om aan een dergelijken wedstrijd
1 kunnen deelnemen, dan zou men tot
3 conclusie kunnen komen, dat in onze
crzecsche bezittingen liet schaaltenthou
.isme tnog grooter is dun ten onzent.
Onder de namen der prijswinnovs van
den jaarlijksohe Paaschwedstrijd van ge
noemden. bond, te Batavia gehouden,
troffen wij dien van een oud-stadgenoot
aan, namelijk vum den lieer J. M. van
der Wal, wiens speelsterkto in do JT.tnr-
lomsohe-Schaakvereeniging en in tul vu.11
wedstrijd-en hier te -lande gebleken is.
PARTIJ No. 173.
Wit:
J. M. v. d. Wal
(Weltevreden).
Zwart:
J. H. Ritmar
(Soerabaia,.
d4-Opening,
d2d4
Pgl—f3
Pbl—c3
s2-g3
Lfl—g2
O-O
b2b3
Lel—b2
e2e4
Tal—cl
Pf3xd4
Tfl—el
b3b4
Pc3bl
aS-a3
Pbl—d2
Kgl-fl
c4c5
TclXc5
Ddl—c'2!
Pd2—c4
Tc5xc6
b4b5
Pc4d6
Tc6Xd6
e-ieb
Pd4c6
Kfl-gl
Lg2Xf3
Kgl-fl
e5xd6
Kfl—g2
PcG—elf
Lblxg7+
Dc'2—c3f
Dc3Xel
2 g7—g6
3 Lf8-g7
4 d7—d6
5 PbS—d7
6 el#5
7 O—O
8 Tf8eS
9 c7c6
10 DdS—c~
11 e6Xd4
32 Pd7—c5
13 Lc8-d7
14 Pc5—ei5
15 Tu8—d8
16 PeG—g5?
17 Pg5—L3+
18 Dc7bö
19 d6Xc5
10 Ld7c8
21 DbG—aGf?
22 b7 —1)6
23 Ph3—g.r>
M Daüb7
25 TdtxclG
26 Db7—#7
27 lïfB g4
28 Pg4Xh2f
29 Pg5-f8f
30 Ph2Xf3f
31 De7Xd6!
32 'I'eSXelf
33 Lc8—g4
44 KgS—13
35 Kf6Xg7
36 f?-f6
Pf3Xelf
37
12)
In genoemden weds.rijd wou hij in de
•Vilspirant Hoofdklasse den eersten prijs,
met 2 punten (uit drie partijen), cia loting
iilc-t de heeren Klink en Schaap, die even
eens 2 punten behoedden. Het totaal aan
tal deelnemers in dc hoofd-, adspirant
hoofd-, Ie. 2e en 5e klasse bedroeg 53,
derhalve niet minder dan op onze wed
strijden.
Di eerstgenoemd blad vonden wij eer»
partij van hem, onder het volgende op
schrift
HET WINNEN VAN EEN GEWONNEN
PARTIJ.
Her volgt de eerste van de beide te pu-
blicoeren partijen tusschen do heeren J.
M. van der Wal en J. H. Bit man, tij
dens het helaas kortstondig verblijf van
eerstgenoemd» te Soerabaia gespeeld.
Ook hier een typisch voorbeeld van do
moeilijkheid, een gewonnen partij to
winnen. De heer van der Wal maakt in
deze partij de laatste fout, en verliest
mitsdienmet de winst in handen 1
De partij zon, in verband mot de gn-
maakte fouten, ook niet waard zijn, ge
publiceerd te worden, wanneer do slot»
I combinatie niet de analyse wettigde.
Paard staat op e6 zeer goed. Zwart, tot
tsver belemmerd door de manoeuvres,
e een gevolg zijn van do gekozen voort»
tling ter vermijding van het fianchetto,
iinc nu goed te staan.
5) Er dreigde: Pe6Xd416. Ddlxdf,
PföxeL
De met dezen zet ingeleide combine»
is niet correct. Hier zou Ld7c8, ge
volgd door Dc7—b6, Zwart overwicht ge
nen hebben.
7) Nu blijkt de strekking van het
schaak op h5. Er dreigt 19...., Ph3 x f2;
Kfl X 12, Pfog4-J- en Zwart wint ccn
pion, want het wit'.e Paard op iK va't.
Zwart komt nu met de zetten, die j
hadden moeten voorafgaan aan de Paard-
manoeuvre.
Nu is 21...., Pf2:; 22. Kf2:. Pg4f25. 1
Kfi, Td4:; 24. Ld4:, Ld4: en dreigt Pc3f
met verlies van een stuk de combinatie
die Zwart voor oogen stond niet meer J
mogelijk wegens 22. Pc4!. Ook a7— nS is
nu iniet goed, omdat de .Dame den Toren
dekt. Toch zou dit beter crijn geweest dan 1
de tekstzet, die inderdaad al zeer zwak
is. Bijv. 21..., a5; 22. ba5: (op Ta5: volgt
Td423. Ld4:, Dd4: met goed spel voor
Zwart), Da6f.
A. 23. De*, 1)5; 24. al)5: e.p., DbC:; 25.-
Dc 2 (indien DM dan DM:; 26. aM:, Pf2:
- - dreigt Pd3 —27. Kf2:, Pg4fenz.), La6f,
26. Pe2 (Pc4, dan Dc5;), T.I2:, enz.
B. 23. Tc4, Pf2:24. Kf2;, enz. Thans 1
is l'e4' niet mogelijk.
C. Pc4, Lf8; er gnat minstens con kwali-
toit verloren, want Lli3:, waardoor hot 1
veld g5 voor den Toren vrij zou komon, J
helpt niet, wegens LhT-f.
D. 23, Pe2 biedt voor Wit wellicht nog
do beste kansen.
10) Gedwongen, want er dreigt TaS,1
door Zwart klaarblijkelijk over het hoofd,
gezien. De zwarte stelling op den Damu-
vleugel gaat regulier in elkaar.
11) Wegens 24. Tc6xc3.
12) Nu heeft Wit een gewonnen spel. Er
dreigt op den Koningsvleugel een aanval,
die echter door Kfl—gl gemakkelijk to.
ondervangen is. Wit speel', echter den
oogenschijnlijk sterken zet Pd4c6 en....
13) Want nu krijgt Zwart gelegenheidJ
door tc breken. Ware dit niet mogelijx,»
dan zou de Dame verloren zijn gegaan.
14) Op Kfl—«2 volgt natuurlijk Dd6:. J
15) Op Kg2 volg: Pel met Damcvcrücs
16) Nu dreigt mat door Tgl.
17) Elke fou: kost een van beiden het
levenHet slot is uiterst spannend.
Zwart's redding is. dat het void c8 door
den Looper gedekt blijft. J
13) Alle andere zetten vcrlicren. Maat
Wit is nu aan liet eind van zijn schaak-j
jes cn moot het dreigend mat coupccren.
19) Nu heeft Zwart de winst in handen'
Na nog eenige ze:ten streek Wit do vlag.
De pion d6 is ongevaarlijk, dank zij den l
Looper en de nabijheid van den Koning.'
1) Zwart speelt een der geliefkoosde
voortzettingen van de moderne Daiue-
pionopening. De geleerden zijn het er
«liet over eens, of 3 c2 c4 in dit geval
wenschelijk is of niet. Uit den Opzet va
liet zwarte spel blijkt duidelijk, dat ni<
de zwarte Damepion, maar de Koning:
pion zal worden opgespeeld.
2) De door Wit gekozen ontwikkeling
•ordt algemeen zeer bevredigend geacht.
Nu Zwart van zijn kant het dubbelzijdig
fianchetto blijkt te willen vermijden (9
b6; 10..., Lb7) heeft hij weinig keus; o5—c4
leidt tot niets, nu het niet kon worden
gevolgd door d$—<15: vandaar do voorbe
reidende zet c7—c6. Decie leidt echter niet
tot het doel, nu Wit 10. e2e4! laai vol-
3) Noodzakelijk ter ontwikkeling van
den Domolooper.
4) Do opmarsch dor pion non op den
Damevleugel isvoorbarig, llcl zwarte
Oplossing Probleem No. 188.
Stand der stukken:
Wit: Keb, Tb3, La5, Pfl, b», 75, h4.
Zwart: Kei, Phl, a7, b7, 12, g3, h3, h5.
1. L*5—d8,
Ke4-d4; 2. Ld8—g5, Kd4-c4; 3. Pfl—d2f, Kef—c5; 4. Lg5-e3L
2.Kd4—c6; 8. Lgö—e!lf, Kcócl; 4. Pfl—d2f.
2.Kd-1—*4; 8. Pfl-dSf, Kef—d4; 4. Lg5— eSf.
Ke4—ff; 2. Ld8—g5f, KfA—el; 3. Pfl—d2f, Ke4-df; 4. Lg5-e3f.
2.Kff-gf; 8. TbS g3f, Phl g3; 4. Pfl-h2T.
g3g22. Pfl—d2+, K«4—d4: 3. K«6— d6, 4. LdS—f6f.
2. Keif4; 3. Ldt—c7f. KM—g44. Tb3-b-lf.
Goed opgelost door: N. N. en J. R. Verdonk, beiden te Haarlem.
Voorts is Scheftsproblecm No. 12 alsnog goed opgelost door F. Frunko»'
witz cn J. Iloogeveen, belden te Haarlem.
Correspondentie.
Haarlem. J. H. Dank voor de toagezondon partij.