HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
Rubriek voor onze Jeugd
Met vacantie en de
gevolgen
FeaiUetoD
DE ROBBEDOES
ZATERDAG 30 JUNI 1923
DERDE BLAD
VAN DEN BEARDMORE-GLETSCHER TOT BIJ DE POOL.
Hoe de glotscher er ultelot. Allerlol moeilijkheden. Reuzenarbeid. De
grens van den gletschor bereikt. Drie man terug. Bewonderenswaardige
zelfverloochening. Met 8 man verder. Kerstmis on Nieuwjaar aan de
pool. Weer drie man terug. Een mceltevolle reis. Doodsgevaar en
redding. Bittere teleurstelling.
Scott cn zijn mannen hadden dus
ten koste van geweldige inspanning den
Bcardmore-gletscher bereikt, de nog
overgebleven ponies waren wegens
gebrek aan voedsel voor deze brave,
helpers gedoodna een paar dagen
werden nu ook de honden terugge
zonden onder leiding van twee door
Scott aangewezen mannenzoodat de
Poolreizigers voortaan uitsluitend op
eigen krachten waren aangewezen. De
taak, die hen wachtte, was schier bo-
venmenschelijk. Men kan namelijk een
glelschcr niet beter vergelijken dan met
een geweldigen bergstroom, die hiet
voortglijdt langs een vlakke helling,
daar een steilcn kant ontmoet, in de
hoogte springt en als waterval naar
beneden stort.- Wanneer zulk een
stroom opeens kon bevriezen, zou hij,
een beeld opleveren van een gletsoher
als de Beardmore. Hier daalt hij snel
in gladde steile belling, daar rijst hij
cn steigert op tegen rotsen en berg-
ribben, die hem den weg versperren,
daar weer splijt hij en spat uiteen en
stort zich neer in ijsblokken, die in
onstandvastig evenwicht zich dreigend
verheffen boven reusachtige spleten,
gapende boven peillooze afgronden..
Om den gletscher heen trekken is on
mogelijk de omringende rotsen zijn
voor den merischelijken voet ontoegan
kelijk en voor sleden geheel en al on
bereikbaar. Er blijft dus niets over dan
tusschen spleten en ijsblokken een weg
te zoeken, mijlen lang soms om een en
kele mijl nader hij het doel te komen.
Maar dat is nog lang niet alles. Het
oppervlak bestaat op vele plaatsen uit
zachte, broze sneeuw, die zich in den
vórm van een gestolde golvende massa
mijlen ver uitstrekt. Ieder oogenblik
zakken de sleden daarin weg cn komen
terecht op soortgelijke golvingen, maar
dan van harde sneeuw, van tijd tot tijd,
zit de slede klem tusschen twee rimpels
en is er ongelooflijke krachtsinspan
ning noodig om ze weer vlot te kri;gen.
Er zijn dagen, dat men na negen uur
ploeteren nog geen 10 kilometer :s
opgeschoten.
En dan op de dagen dat het mooi
weer is en de lucht onbewolkt, de
onuitstaanbare.... warmte! De zon
brandt, de mannen drijven in het
zweet, maar o wee! als men een oogen
blik stil staat. Dan is het of het bloed
in. de aderen stolt.
Een andere ramp is de sneeuwblind
heid, de met folterende pijnen gepaard
gaande oogaandoening die bet gevolg
is van de eindelooze witheid der omge
ving. Wel dragen de mannen donkere
brillen, maar bij het doen van opme
tingen -of waarnemingen moeten die
een poos worden afgelegd. En hoe men
zich ook haast, allen hebben er last
van. vooral Dr. Wilson, de wetenschap
pelijke leider, is daarvan het slachtoffer.
Toch mogen deze gewichtige werk
zaamheden niet gestaakt worden, daar
het doel van den tocht ook is, anderen,
den weg te wijzen in deze wildernis.
Luitenant Evans is dan ook, mei
trolsecring van alle pijnen en onge
makken, steeds bezig met zijn opme
tingen voor een 'kaart der poolstrc-.
ken.
Ook de spleten, verborgen onder een
dunne sneeuwkorst, zijn Verraderlijk*
Menigmaal verdwijnt een der mannen
plotseling in de diepte. Gelukkig blijf'
hij dan hangen in het helmzeel, dat hij
om schouders en bovenlijf heeft,
wordt door zijn makkers weer naar
boven getrokkenmaar natuurlijk gaat
de val veelal gepaard met^pijnlijk: ont
vellingen en kneuzingen. Scott zelf hep
niet vrij. -Op zekeren da,g (net was
de 15de December) stortte hij in een
spleet en een poos daarna in een an
dere, het gevolg was een gekneusde
arm en een ontvelde knie en heup. Den
volgenden jdag wiel hem het loopen
moeilijk; maar toch ging het. voort,
steeds voort. In zulke gevallen zetten
die staalharde mannen de tanden op
elkaar en vooruit 1
Maar het ergst was misschien nog
wel de mist. Dan was het onmogelijk
twee pas voor zich uit te zien en wa
ren de mannen, voor wie het een levens
belang was zoo spoedig mogelijk hel
doel te bereiken, tc,-t werkeloosheid ge
doemd. Dit gebeurde bijvoorbeeld den
2icn December. De vorige dag was een
prachtdag geweest, een van ruim 42
kilometer! Maar den zistcn! Een steile
helling, vol spleten en ijsblokken,
één man, die op zijn beurt niet ia-
spleet terechtkomt! Tot overmaat
ramp komt er een dikke mist op.
zijn op een hijzonder moeilijk en ge
vaarlijk punt; onmogelijk verder te
gaan; gedwongen 'halte van twee en
eén half uur! Maar de mist trekt op.
Onmiddellijk wordt de tocht voortge-
glooiïng, en om zeven uut's avonds
bereiken zij de hoogvlakte, die het bo-
enste gedeelte vormt van den Beard-
nore. Het voorlaatste idecl van den
tocht is volbracht! In elf dagen heeft
de karavaan een afstand in Zuidelijke
richting 200 Iv.M. afgelegd bij een stij
ging van 2000 M., waarbij de zwaar
beladen sleden dikwijls in plaats van te
glijden, bijna loodrecht naar boven ge
trokken moesten worden.
Voordat men begon aan de laatste
etape, werd er raad gehouden en be
sloten, dat opnieuw vier man terug
zouden gaan naar liet winterkwartier
op Ross-eïland en dat de levensmidde
len, die zij tot nu toe op hun slee voort
getrokken hadden, zouden worden op
geborgen om de overigen bij httn te-
ugkeer van de Pool te dienen. liet lag
lamelijlc in Scott's reisplan om met
zooveel mogelijk man zoover mogelijk
door te dringen, ten einde een maximum
raden tot zoo dicht mogelijk
bij de Pool in verschillende depots op
stapelen. Daartoe was het ncodig
achtereenvolgens verschillende ploegen
terug te zenden ten einde voldoende
voorraden over te houden voor den
tocht terug.
De vier mannen, die door Scott wer
den aangewezen, waren doctor Atkin
son, de geneesheer der expeditie, en
•erder Wright, Cherry-Garrard en Keo-
hane. Alle vier waren bitter teleurge
steld. maar schikten zich zonder mor
ren in het onvermijdelijke. Bewonde
renswaardige zelfbchccrsching! Men
weet bijna niet, wat meer te bewonderen
in Scott en de zijnen, hun doodsver
achting, hun weerstandsvermogen, hun
zegevieren over lichamelijke vermoeienis
physieke pijnen of elks offervaardig
heid, elks bereidwilligheid om persoon
lijke wcnschen. eerzucht, of kans op
wereldvermaardheid, alles op te offe
ren in het algemeen belang, alles ten
offer te brengen waar de bereiking van
het ideale doel, dat elk voor de oogen
zweefde, het eischte.
Na een hartelijk afscheid aanvaard
den Atkinson en de zijnen den terug
tocht. Weinig wisten zij welke ellende
hen te wachten stondKort na hun ver
trek brak onder hen de vreesclijke ziek
te der Poolstreken, de scheurbuik, uit
ca bet was alleen te danken aan^ de
energie en de wakkerheid van den dok
ter, dat het troepje ten slotte Ross-
eiland bereikte.
Het aantal poolreizigers was nu in
gekrompen lot 8 man, die nog een af
stand hadden af te leggen van 567
kilometer over een ongelooflijk lastig
terrein ea die op den tocht moe:
slecpcn een gewicht van 6S4 kilo aan
voorraad en materiaal 85 kilo
manToch werd het. laatste deel
den tocht met moed 'aanvaard, ondanks
alle te verwachten moeilijkheden. \V:
wel was men thans cp vasten bodem,
maar het rijzend terrein was vol spleten
en afgronden, overdekt door een verra
derlijk dunne sneeuwkorst. Niet cén
der mannen, of hij stortte van tijd tol
tijd in een spleetsoms gebeurde dit
met twee tegelijk. Op sommige plaatsen
was de- sneeuwvlakte overdekt met een
hard dek. waaraan van onderen losse
ijskristallen vastzaten het was hun,
ze over een glazen da'; liepen ca of ze ei
ieder oogenbli kdoorheca zouden val
len. Maar niets was in staat de stout
moedig voorwaarts strevende mannen te
weerhouden.
Eindelijk, den 24sten December, den
dag vóór Kerstmis, een'prachtdag! „Zóó
moesten eigenlijk alle dagen zijn, die
ons cog wachten!" schreef Scott in zijn
dagboek. „Den gcheelcn dag niemand
in een spleet gevallen'! Dat is een goed
tceken. De zon schittert aan een wol-
kcnloozea hemel, 'een scherpe wind,
heerlijk verkoelend bij het loopen, al is
hij ia het karap volstrekt niet aange
naam. Het landschap is indrukwek
kend woest, maar wat nood? Wij zijn
allen vol vreugde en hoop." Zij w aren
toen op ongeveer 2500 Meter hoogte.
De kou natuurlijk intens, zoodat de man
nen, wier adem onmiddellijk op baard,
knevel en wenkbrauwen on 'kappen be
vroor, er uit zagen als de Kerstman
netjes, die men in dien tijd van het
jaar bij ons ziet in de uitstalramen
confiseurs.
De Kerstdag werd gevierd met een
extra fijnen maaltijdbehalve dc ge
bruikelijke pemmican (een zeer vette
lundvleesch-ragout), paardefilet of lie
ver ponyfilet met curry, appelmoes
met chocolaat, plumpudding, cacao,
zijnen, en eindelijk caramels. Dc ch
pagtie werd geleverd door den gletscher:
een ware Sardanapalus-maaUijd!
Op 31 December bleven er nog 33a
kilometer af te leggen. Men was toen
nog 3 graden van de Zuidpool verwij-
gelegd van ongeveer 45 kilo levens
middelen voor twee ploegen gedurende
S dagen het drie-graden-depöt. De
sleden werden uit elkaar genomen en
ingekoit tot op 3 Meter, een werkje
dat 9 uren tijds kostte maar met groo-
te handigheid vorricht werd door den
onderofficier Evans en Crean, terwijl
luitenant Evans maar weer steeds voort
ging met zijn opmetingen. Men was
op 2780 Meter hoogte bij een
temperatuur van 23 graden onder nuT,
r in de tent was het gezellig en
nannea „waren in hun slaapzakken
zoo warm als pasgeroosterd brood",
schreef Scott in zijn dagboek, „en met
licht genoeg om te schrijven of te wer
ken."
Om. twaalf uur wisselden de Teizi-
gers hun wenschen voor een gelukkig
nieuwjaar. Den volgenden morgen werd
de tocht voortgezet, alles ging flink,
misschien een gevolg van do extra rust
en de overvloedige portie voedsel, want
ook de intree van 1912 was gevierd
met een iets grooterc portie pemmican
chocolaat. Eindelijk op 3 Januari is
n nog maar 277 kilometer van de
pool verwijderd en Scott is zeker te
slagen. Maar dan moeten drie man
terug, voor de overige vijf blijven er
op die wijze voor een maand levensmid
delen, ja zelfs nog iets meer, over. Dc
aanvoerder bepaalt dat luitenant Evans,
Crean en Lashley terug zullen gaan
om het succes der anderen te verze
keren. Bitter was de teleurstelling der
drie dappere mannenzoo na aan het
doel en het niet te mogen hereiken!
Maar geen klacht kwam over hun lip
pen: ook zij, evenals Atkinson cn dc
zijnen, bogen het hoofd voor het onver-
ijdelijkc. Nadat zij de vijf mannen
nog een poos vergezeld hadden, na
men zij hartelijk afscheid, vast overtuigd
hun volledig succes, want van de
en had men tot nu toe geen spoor
ontdekt. De terugtrekkende.n bleven
nog een tijd lang hun makkers na
staren, weldra leken deze nog slechts
eènige zwarte stippen aan den horizon.
:n vol geestdrift lieten de achterblij-
•enden een driewerf hoezee hooren ter
eere der vijf helden, „niet vermoe
dend," schreef Evans, „dat wij deze
dapperen voor het laatst zagen en dat
ons driewerf hoezee het laatste blijk
van sympathie was dat zij zouden
vernemen."
De terugweg der drie mannen was
allerongelukkigst, alles scheen samen
te spannen ont hen in het verderf te
storten de, slede te zv. aar voor drie
man, dus langere werktijd en grootcr
sneeuwstormen, dreigend
gebrek aan levensmiddelen als ge-
volg van het onverwacht en herhaald
oponthoud, ea eindelijk, 13 dagen na
k, de verschrikkelijke scheur
buik, c-ie eerst en het ergst Evans aan
tastte. Dit was de grootste ratnp, die
bun kon oveikouien.- De slede, al te
waar voor drie, moest nu getrokken
vorden door twee man, want de beide
gezonde mannen wilden niet, dat hun
zieke leidsman voortging met den zwa-
ren arbeid. Maar luitenant Evans was
de ecnige, die den weg kon vinden
op de eindelooze, gelijkvormige vlakte,
hij bleef dus op de been om hen te
brengen tot in het gezicht van den berg
Erebus. Dit gelukte, maar toen war*n
ook zijn krachten uitgeput. Welnu, zijn
trouwe mannen aarzelen niet, zij leggen
hem op dc slede en sleepen die voort
met inspanning van alle krachten, vier
dagen lang! Eindelijk gaai Crean alleen
vooruit, terwijl Lashley bij don bijna'
tervenden Evans achterblijft. Na een
reeselijken tocht van 18 uren bereikt
Crean Hutpunt, .vaar hij door een ge
lukkig toeval Atkinson met eenige
mannen en de honden aantreft, In aller
ijl snelt deze afdec-ling Evans te hulp.
Zij kwam nog juist -bijtijds Lashley
bad nog maar voor dén dag levensmid-
leden cn Evans was den dood nabij.
Toen de redders en de geredden te
Hutpun: aankwamen, lag de Terra Nova
die gekomen was om het winterkwartier
van nieuwe levensmiddelen te voorzien,
op de reede. Zij bracht Evans naar
Nieuw-Zeeland, vanwaar hij na geheel
hersteld te zijn, een tournee maakte
door Engeland om zijn landgenooten
verslag te doen van Scctt's expeditie.
In November 1912 kwam hij op Nieuw-
Zeeland terug, nam het commando over
de Terra Nova over en bracht hot
schip naar Ross-eiland, waar bij de
eerste hoopte, te zijn om zijn chef ge
luk te wenschen met zijn schitterend
succes. Toen hij, na een snellen toclu
door het ijs en tusschen de ijsbergen,
Kos=-cilanö bereikte, vond hij het win
terkwartier in den. diepsten rouw.
In een volgend artikel zullen we dp
oorzaak zien van die smartden tra-
gischcn dood van Scott ea zijn vier
tocbigenooten.
Brievenbus
Raadsels
uuru-aaciujK iwiu, w.w -
zet. weldra komen zij aan een zachte derd ea daar werd weer een depót aan-
(Deze raadsels zijn alle icaezonden door
jongens en meisjes, die „Voor Onze
Jeugd" lezen.
Tedere maand worden onder de boste
oplossers drie boeken in prachtband ver
loot.)
1. (Ingez. door Anton van Amerongen.)
lk ben een. aardig gezegde van 52 letters.
25 16 9 23 16 12 is een klein plaatsje in
Noord-Holland.
22 13 17 31 32 19 5 2 12 is een plaats in
Utrecht.
23 2 24 24 8 27 1 is een plaats in Limburg
4 5 1 15 31 is een plaats in N. Brabant.
10 30 32 S3 11 18 11 12 is een plaats in
Gelderland.
1 26 21 1 27 3 14 15 6 is een plaats in
Zuid-Holland.
7 26 18 20 19 een plaatsje in Gelderland.
8 9 10 is een soort vatn woning.
2. (Ingez. door Kees de Mopperaar.)
Schik de onderstaande steden zoo, dat
er in 'i midden een stad in N. Holland
gesohreven staat.
Leeuwarden.
Alkmaar.
Breda.
Tilburg.
Amersfoort.
3. (Ingez. door Aspedlstra.)
Zet achter elkaareen windstreek, een
groot water, een inhoudsmaat, en een
gladde visbh.Go krijgt nu een bekend Ka
naal in Nederland.
4. (Ingez. door Bobinson.)
Plaats achter een medeklinker een ver
korte meisjesnaam. Zet daar achter een
bevestiging en gekrijgt een verfrissehen-
clen drank.
5. (lngez. door Inktviscli.)
Mijn 1ste is een vloeistof, mijn 2de leeft
in 't water. En mijn geheel is de naam
van een Rubriekertje.
6. Strikvragen.
a. (Icgez. door Boschviooltj'e.)
Schrap viermaal iets uit, eoodat de som
het getal 19 vormt.
b. (Ingez. door Karei V.)"
Wie kan bewijzen, dat vijfmaal een in
twintig 25 is
c. Waarom kan iedere arme zeggen, dat
hij geen tien goudstukken kan geven,
maar wel acht
d. Wat is bij eiken maaltijd onmisbaar?
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorigs week
zijn:
1. Schoenmaker.
2. Veendam.
3. Het is heter te geven dnn te ont-
4. Valkenburg.
5. Spreken zonder denken is schieten
zonder mikken.
6. a. sigaar, b. laarzenknecht, c. zeekoe.
Goede oplossingen ontvangen van:
Theeroosje 6 Anemoon 5 Indramajoe 5
Duinrooske 6 Wilgenroosje 6 A'.talanta 6
Pierrette 6 Matroos S Vrijkogel 5 De kleine
Vlolist 5 De kleine Vogelvriend 6 Laat
ste kwartier 6 IvmagoTijntje 6 Trippélpoot
6 Bruinoogje te Heemstede 6 Bruinoogje
te Haarlem 6 De kleine Spoorman 6 Len
tebode 6 Sneeuwballetje 6 N'cerlandia 6
Böschwuehter 6 Friso 5 Zeeroovcr 4 Moi-
leboon 4 Sterretje 4 Willem 311 5 Denap-
peltjo 5 Autoped 5 Vogeitje 5 Jan van
Beek 5 Poesje 4 Behangertje 4, Controleur
S Kerstboompje 6 Blondkonje 6 Bloemcn-
koningin 6 Goudkopje 5 P. J. Oschatz 5
Gsins 4 Rosemarijnlje 3.
De wedstrijd
Inzendingen ontvangen van:
Goudkopje oud 8 jaar, Bloemenkonlngln,
oud 12 jaar, Theeroos, oud 1 Anemoon,
oud 12 jaar, Indramajoe, oud 11 jaar,
Duinrooske, oud 14 iaar, Woelwater, oud
15 jaar, Aitalanta. oud 10 jaar. Friezinne
tje, oud 14 jaar. Laatste kwartier, oud 10
jaar. Lentebode, oud 15 jaar Joekie, oud
14 jaar Behangertje oud 11 jaar. Poesje,
oud 9 jaar.
Brieven aan de Bedactie van de Kin-
derafdeeling moeten gezonden worden
aan Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN,
v. d. Vinnestraat 21rood.
(In de bus gooien zonder aanbellen.)
THEEROOSJE. Er zijn nog niet voel
inzendingen gekomen, dus ik kan onmo
gelijk zeggen, of je veel woorden hebt.
Wat heb je verleden Zaterdag heerlijk ge
wandeld. Gelukkig hè, dat de zomer toch
eindelijk gekomen is.
ANEMOON. 'k Hoop, dat je ruil-
aanvraag succes heeft. Leuk, dat die kui-
ies zoo flink groeien. En hoe is het
hel kleino iuankpootjeï Gefeliciteerd
met jo vaardïgheids-óip:om3. Jullie heb-
en er wel voor moeten tippelen.
ATTALANTA. Als je één van de
strikvragen goed hebt, reken ik de som
goed. Wat moet jij zingen op de uilvoe-
i,g? Een prettig vooruitzicht, dat je met
de vacantie maar Brussel gaat. Neen, ik
den zomer dc grenzen niet over.
Je strikvragen zijn goed.
FRIEZINNETJE. We'meen, ik ber.
heelemaal niet boos op je. Er was alle
reden voor je, dat je niets van je liet
hooren, .Tuïlia hebben wel een treurigen
tijd achter den rug, maar gelukkig, dat
't weer tot 't verleden behoort. Hoe gaai
het nu met zus Ze moet het als zoovelen
van zon en warmte hebben. Wat die Buil-
aanvraag betreft, ik kan haar nu nie:
plaatsen, omdat je geen adres opgaf. Hoe
is het met de eieko duif? Misschien
weet eon dieren-arts er raad op. Heb je
nog mot de logéo gewandel? Wat ben jij
een jaro snijboon, dat je van den
niet maar Leeuwarden wil.
B. A. Hartelijk dank voor je mooie
kaart ui; Xoordwijk aan Zee.
LAATSTE KWARTIER. Hoe is het
er nu mee? Was het een aanval
laria? Ik vond het took kranig, dat ik
nog een briefje van je kreeg.
DE KLEINE VOGELVRIEND. Ne
stond je naam duidelijk onder jo briefje
Ik zal trachten je uit te leggen, hoe di<
ballen gemaakt wordc-n. Eerst maken r<
een baal van krantenpapier. Die moet sta
vig geperst worden. Dan snijden ze eet
.ouden fietsband in reepen. En die reepon
den papieren bal gewonden.
Probeer het maar eens. Al doende moet
.et goed worden.
DE KLEINE VIOLIST. Ik hoop, da:
uiiia morgen weer zoo heerlijk kunnen
■■andelen. Een leuk boek hè dat van Rei-
nard de Vos. Moeder wordt hartelijk be
dankt voor do bonnetjes.
VRIJKOGEL. Hebben jullie een heer
lijk dagje gehad? Het weer viel zeker
nog al mee.
MATROOS. Je verjaardag stond we!
n het teeken van den voetbal. Ik behoef
tiet te vjagej), waar je hart vol van
Moeder zal wel blij zijn, aat do teenen
je schoenen nu gespaard blijven.
PIERRETTE. Heerlijk, zoo'n mid
dagje in duin. De goede tijd breekt zeker
in, al gaat het ons wel eens te langzaam.
LENTEBODE en SNEEUWBALLETJE.
Mat esn bof, dat Lentebode mee mag
maar Artis. En gezellig, dat je vriendin
netje Duizendschoon ook meegaat.
wensch je morgen veel genoegen in Voor
burg. Heb je daar familie wonc
BRUINOOGJE TE HAARLEM. Als
ik jullie nu met de plaatsnamen vermeld,
kan er geen verwarring komen. Neemt de
juffrouw daar genoegen mee?
BRUINOOGJE TË HEEMSTEDE.
Heb je al in het boek van Dina gelezen
Wanneer je 's morgens vroeg runt op
staan. is het wel verstandig dan je huis
werk te maken. Dan tien je nog friscli
kunt dus beter deüken. Er zal nog wel
eens meer muziek gemaakt worden n
Groenendaal. En dan kun jo er misschlei
wel naar toe, Ja zeker, mogen de twee
vriendinnen samen do raadsels oplossen.
Ja ingezonden raadsel is goed.
KNAGEDIJ NT.TE EN TRIPPÉLPOOT.
Broer mag meedoen onder den ge-
wenschten schuilnaam. Ik zal hem a!s
ieuweling vermelden, waaneer hij zijn
igen naam en adres opaeeft.
MOLLEBOON. lk kan me indenken,
dat jij Zondag genoten hebt. Misschien
wordt het morgen weer net zoo'n heerlijk
dagje.
STERRETJE. Wat doe jij toch veel
vallen. Waar heb je je bezeerd? En
Dat is bij jullié maar eén' 'opeenvolging
van pretjes. Heb je jo prijs al gekaft en
uitgeleend? Jo ingezonden raadsels zijn
goed.
GEMS. Dat is Woensdag een zwaar
dagje voor je geweest. Maar jo hebt ze-
volop genoten. En ik vind het aar
dig van je, dat je ook nog om Zonneprirw
•je hebt gedacht. De volgende week
krijg ik zeker een uitvoerig verslag.
ASPEDISTRA. Is de elleboog gene
zen? Vast hartelijk gefeliciteerd met moei
ders verjaardag. Ik hoop, dat moeder heel
blij zal zijn met je cadeau. He durf er nu
niets meer over te zeggen, maar ik beet
heel verlangend naar je volgenden brief.
JOHAN DE WIT. Nu, ik zal eens
heel ernstig over een opstellen-wedstrijd
nadenken. Heb je je zwemproef al afge
legd Je zwemt nu zeker alle dagen. Wa£
prettig vooruitzicht, dat jo ia de va-
ie een week gaat sampeeren. Ga je
met vrienden of met een club 't Is te be-
grijpen, dat zus ook wel wou. Misschien
doet er zich later wel eens een gelegon-
hoid vnor. Kampeeren zit zoo'n beetje ia
de lucht.
ROZEMARIJNTJE. Waf heerlijk, dat
in Zandvoort zoo flink bent aangeko-
ïen. Nog wel gefeliciteerd met moeders
erjaardag. Prettig, dat je nu thuis was.
Hoe heet je moeder van zichzelf? Ik vind
:oo leuk, dat ze nog bij mij op Zon
dagsschool is geweest. Je ingezonden
raadsels zijn goed.
W. BLOMBERG-ZEEMAN,
t. d. Vinnestraat 21rood.
Haarlem, 30 Juni 1923.
Ruilruhriek
ANEMOON, Romolenstra.it 19, wou zoo
graag een vriendinnetje hebben om des
Zondags mee te wandelen.
HETTIE GROENENBEEG. Wilhelmlna-
straat 28 wil 2 lieve zindelijke poesjes
weggeven.
Wie bons verzamelt, merk Nestle, kan
bij mij de nrs. 3, 2, 19, 30 ea 55 komen
halen.
,TO v. d. PUTTEN, Regulierstraat 28,
wil aam Zomneprinsosje te Heemstede
graag een boek leeneu, maar vraagt in
lichtingen, waar de Pripseloan te vin
den is.
j kwam dat 1
it?
JOEKIE. Heb jij geen pijnlijke ge-,
volgen meer van je trappenvallerij 't Js
wat deftig zoo'n dagje badgast te
zijn en dan met do auto naar huis te
Gaat het met de strijkerij steeds
beter
ZEEROOVER. Jij bent -
die meer van zijn fiets dan van zijn schip
houdt. Is 't niet zoo? Je ingezonden raad
sel is goed.
AVONDKLOKJE. - Misschien zul je
a wel nader bericht uit Heemstede krij-
?n. Ilt weet ook niet, waar die laan is.
Er zijn den laai sten tijd juist in die om
geving zooveel nieuwe wegen gekomen.
Dat meisje moet zonnebaden hebben, 01
dat haar longen wat zwak zijn. Ik ben
met je eens: we liebben zoo lang en z
hard naar de zon verlangd, laten We 3
maar niet mopperen, als ze naar onz
zin te fel schijnt.
POESJE. Je bent nu zeker alle- dagen
de buitenlucht. Jo wedstrijdwerk w
goed, meer kan ik er nog niet -van zeg
gen.
BLOBMENKONINGIN. Je wedstrijd-
werk is in orde. Dus die Wilgenkatje ls
op de planken ook een heks. Ik zou jul
lie graag in die gestalte willen zien spel-:
SIMON MOS.
net was leeg in de coupé.
Na Amersfoort, waar de laatste twee
medereizigers waren uitgestapt, was er
niemand bijgekomen.
Evcrtine Meurer, die haar vaeaniie ging
doorbrengen in een dier plaatsjes in de
we. welke den laatslen lijd veel be
zocht worden, was nu de eenige passagier.
Een enkel stationnetje werd voorbijgevlo
gen, doch hij de meeste stopte de trein.
Het traject was lang en eentonig.
zon stond al hoog en blakerde fel op
langzaam voorthobbelenden trein.
Duf cn benauwd werd het ia de coupé.
Maar geen der portierraampjes kon ge
opend blijven, daar telkens groole gele en
witte wolken stof worden opgejaagd en
binnen kwamen. Ook met de dichte
raampjes dwarrelden door alle reten nog
en zand, alles bedekkend met een
geel en wit poeder. Een stofatmosfeer, die
een grijze dampsluier bleef hangen
het uitzicht benevelde, ofschoon er niet
veel te zien viel. Alles leek verlaten. De
geheele omgeving uitgestorven. Sporadisch
hier en daar een huisje. Verder aan beide
kanten hei, dorre droge hei, die voortdu
rend in trillend beweeg scheen onder die
:kheete zon. Dan afwisselend: plekken
eiken hakhouten hoog opgaande denne-
boomen, tusschen en op heuvelen. Een
fcele maal een armzalig stukje weiland,
:t een paar grazende schapen en een
herkauwende koe.
zachte cadans wiegelde Evorline op
de fluweelen kussens. Zo had haar boek
op de bank tegenover 2ich gelegd.
Moe en loom werd ze an die drukkende at
mosfeer. Ze had ook eenige zware dagen
achter den rug, dc vacantie was wel ver
diend. Als verpleegster was zo werkzaam
en wam de grooto gasthuizen te Am
sterdam. En nu zou ze eens een veertien
dagen rust nemen in een stille, gezonde
omgeving, vèr. buiten het woelig stads
ver. Ze had door briefwisseling een
onderdak gevonden in het pension van öe
we-duwe Vrijburg, rustig gelegen in de
Veluwe aan hei en zee. Nooit was ze zoo
lang alleen uit geweest. De laatste jaren
enkele maal met haar moeder, nadat
met haar alleen was overgebleven.
Maar moe kon niet meer mee, werd te
oud en wilde nu liever in haar eigen
huisje blijven. Het- vorige jaar was ze nog
een vriendin kunnen gaan, maar die
nu verloofd, die had gezelschap, als
ze uitging.
Het hoofd achterover geleund, sloot ze
even mijmerend de oogen, cn haar ge
dachten dwaalden af. Haar leven ging in
e trekken aan haar verbeelding voor
bij. Toen zij van de schoot kwam, vader
kort daarna gestorven. Zij in betrekking.
Eerat in een zaak, later verpleegster, In
druk leven was do tijd In snel tempo
omgevlogen. Zo werd al oud. Ze openda
de oogen weer. Oud?Kom!.... Enkele
jaren boven de twintig. Ze glimlachte.
Neen, dat was nog niet ond. Maar tochl...
Zou ook voor haar eens dat geluk zijn
weggelegd?.... Waarom was z IJ eigenlijk
nog niet verloofd?.... Tot nog toe alleen
gebleven?.... Ze haalde even de schouders
op. Dat wist ze immers niet.... Lag het
aan haar?...,
En weer hasr hoek opnemend, viel haar
oog op de opengeslagen bladzijde (van het
eerste deel van Götz Kra'ft van Edward
Stilgobauer) waar op den ondersten regel
Jeanne Ramuz verklaart, dat zij „een
warm, heel warm hart bezat."
Ach, zuchtte zij, het boek dichtklap,
pend, dat heb ik óók, maar.....
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsoh -van
JEFFERY FARNOL.
E e n g e
HOOFDSTUK I.
nden schat.
Ik zat te visschen. Ik had natuur
lijk niets gevangen dat gebeurt
ntaar zelden, en ik geef ook eigerili;
niets om visscnen, maar loch deed ik
hot vol toewijding, omdat de omstan
digheden het noodzakelijk maakten.
Het was allemaal gekomen door
Lady Warburton, een tante van l.irp-
hst van moeder s zijde. Wie Liesbot, is
zult u te weten komen als u de moei
te neemt dit waro verhaal te lezen
laat het voor het ocgenblii; voldocr.de
zijn, dat zo sedert haar jeugd al wees
is, en ge-en -familie ;tceft behalve
haar getrouwde zuster Julia en haar
Tante (met esn hoc-fcl'-t!-r T) de
meergenoemde Lady Warburton,
Lady Warburton is klein cn een prebeerd had; maar
beetje mager, met- een scherpe kin en
een nog scherpere neus en ze gebruikt
altijd een facc-a-main; ook is ze rijk
gezegend met aardsche goederen.
Juist een vveek geleden had Lady
Warburton mij verzocht om haar eens
le komen opzoeken had mij zeer
nauwkeurig bekeken door haar lorg
non, en kalm inanr beslist (Lady War
burton is altijd beslist) had ze gezegd
dat Elisabeth een lief kind was, maar
jong en eigenwijs, Dat zij (Lady War
burton) van oordeel was dat Elisabeth
de vriendschap, dio zoo lang tusschen
ons had bestaan, ten onreente gehou
den had '-oor iets diepers en sterkers.
En dat ik. hoewel zij (Lady Vvarbur-
ton) wel wilde aannemen dat iemand
die bosken schreef niet noodzakelijker
wijs een slecht mensch behoefde te zijn
toch natuurlijk een mart was met
vreselijk losbandige ideeën een
echte Bohémien; en zulke menschen
.zijn nic-t in staat om hun vrouw die
mate van Huwelijksgeluk te geven,
die zij (Lady Warburton) als Tante
van Elisabeth en plaatsvervangster
van haa.r moedev, voor haar zou wen
schen. En dat daarom, onder deze
omstandigheden, mijn attenties niet
gowensclit weren enz. enz.
Hier mort ik uit rechtvaardigheid
tegenover mij zelf zeggen dat ik. uief-
tegenstaahde haar \loed van woor-
<1 mi. 'e-ersfc eenige tegenwerpingen ge-
ie lean iets be
ginnen tegen een vrouw met zulk ccn
indrukwekkende neus en kin, die bo
vendien zoo vreeselijk precies haar
met juweelen bezette lorgnon op 11113
richtte? Toch zou alles anders hebben
kunnen afloopen als Liesbeth. b i mij
geweest was; maar Lady Warburton
had mij verteld dat zij naar buiten
gegaan was. Ik was dus alleen en op
genade of ongenade aan haar over
geleverd, en ze ontworstelde mij een
sobvb van belofte dat ik een half
jaar lang mijn bezoeken en attenties
zou staken „om Elisabeth tijd te
geven zelf tot een besluit te komen
Dat was verleden week Maandag.
De Woensdag daarop, toen ik doel
loos langs Piccadilly liep, niet we
tend wat te beginnen, zag ik op eens
de Hertogin van Chelsea.
De Hertogin staat onder haar vrien
den bekend als „Het murmelende
beekje", tengevolge van het feit dat
ze niet meer op kan Houden als ze
eenmaal begonnen is. En in mijn
stemming vond ik het niets plezierig
toen ze mij met hoor parasol wenkte
en ik naar haar rijtuigje toe moest
gaan.
..Dus ze is weg?" begroette ze me
toen ik mijn hoed afnam. „Liesbeth"
knikte zeu ,.il; heb toevallig iel?
over haar gehoord, zie je".
Het is misscien vreemd, ma-r de
Het is misschien vreemd, maar de
iets over alles.
„En heb je je nu werkelijk zóó op
je kop laten zitten en die belofte ge
daan Dick! Dick! Ik schaam me
over je",
„Wat kon ik ep aan doen?" begon
ik, „Ziet u
„Arme jongen!" zei de Hertogin,
terwijl ze mij een vriendelijk tikje
mei, den knop van haar parasol gaf,
„heb was ook eigenlijk nieb anders te
\erwachten. 11; ken haar, zie je ja
ren geleden heb ik op school gegaan
met Agatha Warburton",
„Maar toen gebruikte ze zeker nog
geen lorgnon en
„Maar haar neus was even scherp
een „pikneus noemdo ik het al
tijd", knikte de Hertogin. „En nu
Heeft zc warempel Liesbeth wegge
stuurd arm kind en naar zulk
oen akelig stil plaatsje, waar ze nie
mand heeft om mee te praten behal
ve de jonge Selwjn
„Neem mij niet kwalijk, maar.
„Horace Selwyn. da neof van Lord
Selwyn, die in Brankesmere woont.
Agatha is er al lang ovor bezig
alles onder de roos natuurlijk. Hel
zou natuurlijk in zeker opzicht een
neel goed huwelijk zijn rijk en zco
maar ik moet zeggen dat ik hem
vreeselijk vervelend vind, zoo akelig
ernstig en precies!"
„Maa-!" rigp ik uit, „wou u dan
beweren dat -
„Zij zal Hen wel laten trouwen
voor ze liet weten, denk ik zoo
Agatha is zoo'n vastberaden iemand.
Je kunt haar karakter proeven uit
haar neus en haar kin".
„Maar Liesbeth is toch geen kind,
ze Heeft een eigen wil, en
„Dat is waar", knikte de Hertogin,
„maar kan z-j tegen Agatha's kin
op? En het is bovendien heel goed
mogelijk dat ze op het oogenblik de
grootste minachting voor je heeft".
„Maar, mijn lieve Hertogin
„O, Agatha is een geboren diplo
maat. Natuurlijk heeft, ze haar al lang
geschreven, en zor.dcr het bcpn;.
met zooveel woorden te zeggen - heefr
ze natuurlijk den indruk willen ves
tigen dat jij een trouweloos monster
bent; en Liesbeth, .dat arme kind, die
waarschijnlijk haar oogen uit haar
Hoofd huilt, of zich verbeeldt dat ze
je haat. is bereid cm uit «oorfc
van verontwaardiging liet. eerste liet
beste huwelijksaanzoek dat ze krijgt,
aan te nemen.
„Wat ter werold moet il; doen?"
riep ik uit.
„■Te zou kunnen gaan visschen",
stelde de hertogin peinzend voor.
„Visschen!" herhaalde ik. „Ja
maar
..Riverdale is een heel aardig praat
je, heb ik gehoord", vervolgde de
Hertogin op donzelfden toon, „er
staat een huis, een mooi oud buis,
dat Boschzichl heet. Het ligt aan de
rivier en vlak bij het huis van de Sel«
wyns, geloof ik".
„Hertogin", riep ik uit, terwijl ik
het adres op mijn manchet schreef,
„ik ben u zóó dankbaar, ik kan u
nooit
„Kom, kom", zei de hertogin.
„Ik denk dat ik vandaag op reis
zal gaan en
„Dat is Heusch het beste wat je
doen kunt", knikte ze.
En zoo kwam het dat ik op dien
middag in Augustus in de schaduw
van de elzertbeomen zat te visschen,
terwijl de rook van mijn pijp om
hoog steeg in den zonneschijn.
Door mijn vragen een beetje han-
dig te stellen, had ik van den her
bergier van de Drie Vroolijke Henge
laars gehoord, waar Boschzicht pre
cies lag. Het was het huis, waar de
zuster van Liesbeth woonde. Geholpen
door zijn aanwijzingen, had ik dit af
gelegen plekje gezocht, waar ik. als
ik maar even het hoofd omdraaide,
de hooge schoorsteenen kon zien, die
boven de groene boomtoppen uitsta
ken.
Het is Heel plezierig om op e>en
warmen zomerdag op een beschaduwd
plekje op den rug te liggen en door
een netwerk van takken naar boven
te staren naar de blauwe lucht, Of
om, geleund op zijn elleboog, te kijken
naar zwoegende lieden, die, buiten