HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur Rubriek van den Arbeid. ÉIHooM's "ma Binneaïaul DE ROBBEDOES DINSDAG 3 JULI 1923 TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 160 Op de fiets langs den „Vlaanderenkam" Het Houthulster Bosch Het doaden-woud. Hot HOuthulsler Bosch. De Vlaanderenkam. Van pildoozen en varkenshokken. Camouflage. Het offensief van 28 Septem ber I9t8. Hei kerkhof der Tanks. Poelcapelic. Een gedenkzuil voor Cuynemer, Duitschland een verloren zaak. Wie daaraan nog eenigszins mocht twijfe len, moet maar eens langs den Vlaan derenkam. rijden. Dat deze sterke stel ling met haar ijo kanonnen en on telbare mitrailleurs die tot-igi8 on neembaar scheen, in een paar dagen tijds geheel verloren ging, is wel het beste herwijs van de inzinking van "net Duitsche leger. Pliermee lag de weg naar Vlaanderen voor de geallieerden open en werd de bevrijding van"Belgie alleen nog maar een kwestie van tijd. Aan dit groote „bevrijdngs-offensief" wordt men om en bij Poelcapclle nog telkens herinnerd door de zware tanks, die overal naast en soms zelfs zoo als bij het kruispunt der wegen midden in het weder opgebouwde dorp Poel capclle oif den berm van den weg in de modder zijn blijven steken. Als neer gevelde logge monsters liggen zij daar op hun flank, of vastgezogen, met den kop naar beneden, in den grond. Ook zag ik er een, die, als een steigerend ros, geheel recht overeind stond, als gereed om nog een sprong naar voren te doen in de richting van dén gehaten vijand, die hem het genadeschot had gegeven. Een Engelsche helm van een der gesneuvelden lag als een stille hulde nog op de voettree van een dier tanks. Wat moet er omgegaan zijn in de hoofden dier mannen, die mid den in de vijandelijke stelling den dood afwachten in den buik van dat mon ster, dat daar do.odelijk getroffen op zijn flank terneer lag. Er zijn weinig oorlogsmonumenten, die je zóó de gru welijke verschrikking van den oorlog toeschreeuwen als het „Kerkhof der tanks" om Poelcapclle. Wanneer ik terugdenk aan mijn toch ten door de verwoeste gebieden in Bel gië en Frankrijk, dan zie ik telkens weer voor mij de skeletten der doode boomen, die daar overal boven den grond, tusschen poelen en granaatkui- len, hun zwarte stompen van afgeknotte takken naar den hemel uitstrekken als in stom verwijt 1 Nog aangrijpender dan een ruïne-stad is een bosch van doode stammen. Wij reden op onzen tocht van Dix- muden naar Ypcien bij het ondergaan van de zon door wat eens het Houthul- sLer Bosch is geweest. Het was als een verstard leger van rechtopstaande spookachtige geraamten, welke hun vuisten ten hemel balden als in aan klacht tegen de krankzinnige mensch- heid, die deze aanranding van de na tuur dorst bestaan 1 Niets geeft zóó den indruk van schrikkelijke, doodsche ver latenheid als zulk een luguber stam men woud! Het is, of de dood heel do natuur heeft aangeraakt, of alles om je heen gestorven is en je de eenige over geblevene 'bent. I-Iet is, of al die doode stammen tot je spreken en je toeroe pen „Zie, hoe de menschen ons heb ben geschonden. Dat' is jullie oorlog!" Er zijn oogcnblilcken, die een onuit- wischbaren indruk op ons maken, Zulk een moment was het voor mij, toen wij daar stonden aan den rand van hel I-louthulster Bosch. Tegen een onheil spellende, donkere onweerslucht ston den daar als dreigende spoken de gril lige, kale stammen en het was ons, of wij zagen in de gewesten van den dood! Bliksemstralen flitsten door de lucht en zwaar dreundede donder telkens over dat doodenwoud.. Maar rechts beneden ons lag onder het gouden licht van de avondzon de groene, wijde vlakte van Vlaanderen met overal in het land verspreid dc fris- sche, roode, blinkende daken van nieu we hofsteden en pas weer opgebouw de Vlaamsche dorpen. Een grooter te genstelling was niet denkbaar! Het was van zoo wonder-suggestieve wer king. dat wij er ons bijna niet van los konden maken. Het was ons, of ston den wij daar aan den rand van tw.ee werelden aan de ecne zijde de duister nis en de dood, aan de andere zijde het licht en het leven! Pas toen zware regendroppen begonnen te vallen, kwa men wij lot de werkelijkheid terug en re den wij verder in de richting van Yperen, dat daar lag in het midden der door, de zon beschenen vlakte van het jonge, ontluikende leven! De rit van Dixmuden, over Clerken, het Houthulster Bosch en Poelcapclle, gaat geheel langs den „Vlaanderen kam", die tot aan het grooce Belgische offensief van 28 September 1918 steeds in handen der Duitsc'ners is geweest. Men overziet, langs dezen hoogterand •rijdend, de oude Belgische zoowel als de Duïtsohe stellingen geheel cn krijgt dan tegelijk eenig begrip van de moei lijkheden, die een doorbraak op dat frontgedeelte voor beide oorlogvoerende parLijen met zich medebracht. De Bel gen hadden er het vootdeel van het .Yserkanaal en de inundaties, bondge- noolen, die een doordringen voor den vijand schier onmogelijk maakten, de Duttschers van den uitgestrekten hoog- telcam, welke inzicht gat ic heel de Belgische stelling. Overal ziet' men nog, langs den „Vlaanderenkam" rijdend, midden in de weilanden of tusschqn het koren, als lastige hindernissen dc betonnen schuilplaatsen, batterij stellin gen en observatieposten. Niet altijd 2ijn deze oorlogssouvenirs onbewoond. Voor den uitgang van de log ge, betonnen „doozen", die eens als schuilplaats voor de Duitsche soldaten hebben gediend, ziet men nu dikwijls g-rommend en SQuffend, veile varkeh-j met hun snoet in de modder wroeten. Wat eens dus in den oorlog- een men- scllenverblijf is geweest, heeft thans voor het varken een pieuwe bestem ming gekregen. Ook zijn er soms tegen de schuilplaatsen huizen gebouwd en doen de vroegere batterijen en onder komens dienst als kookhokken of berg- schuren. Zoo zijn de oorlogswerken dus hier en daar omgebouwd tot „werken des vredes", die door hun soliclen, duur- zamen bouw ecuwen zullen kunnen trotseeren. I-Icel opmerkelijk was een hooge commandopost, dicht bij de ruïne .van de kerk van Clerken, die geheel door een ouden, in elkaar geschoten, moleu waarvan de resten nog duidelijk te, zien waren gecamoufleerd was ge weest! En vlak daarnaast, op het hoog ste punt van den kam, zagen tvij nog. stukken muur en binten van een oude schuur om het logge blok beton, dat gedurende maanden als observatiepost voor de artillerie had gediend. Van „terrein-camoullage" ziet men overal vooral in Frankrijk nog zeer interessante voorbeelden. In tal van 'l^Ile boomstammen zagen wij o.a. nog- de ronde, dikwijls doorschoten pla ten, welke eens beschutting hebben inoefen geven aan de posten, die daar in die boomstammen onzichtbaar voor den vijand de uitwerking vau het artillerievuur hadden geobserveerd. Soms Had men. zelfs niet de moeite ge nomen de platen in een boomstam aart te brengen. De hooge en holle stalen cylinder, die als observatiepost had ge diend en geheel den vorm van een boomstam had, was tusschen de doode boomen van een bosoh geplaatst en al leen maar met groene en gele verf be schilderd. Deze „camouflage" is zoo bedriegelijk, dat men op een afstand van een 100 Meter zooals i'k op mijn reis herhaaldelijk heb kunnen opmer ken nauwelijks de „geschilderde" van de andere stammen kan onder scheiden. Een zeer opmerkelijke terrein-camou flage zagen wij ook nog in Frankrijk op onze ronddwalingen door een bosch bij Souain, onmiddellijk achter het Champagne-front. Een steenen bakoven waarbij zelfs nog de verroeste ge reedschappen lagen .die blijkbaar had gediend voor het bakken van brood voor de troepen aan het front, was door geel-groen geschilderd gaas, dat in evenwijdige, verticale s.trookea tus schen de boomen was gespannen, aan het gezicht van al te brutale vliegers onttrokken. En ook op het eigenlijke, front in Champagne vonden wij nog herhaaldelijk over de verbindingsloop graven van die oude flarden gaas han.5 gen, die blijkbaar eeps het inzicht in de stelling van uit de lucht hadden moeten bemoeilijken.. De rit van Dixmuden over liet Hout- ïlsler Bosch en Poelcapclle naar Ype ren is niet alleen belangrijk,, omdat men er een uitstekend inzicht van do Duitsche en Belgische stellingen door krijgt, maar nog meer, omdat men er duidelijk door leert, dat al het gepraat van ,„den 'dolk in den rug", waarover de Duitsche nationalisten het altijd weer hebben, niets is dan louter gezwets, de oorlog was reeds lang, vóór het uitbreken van de revolutie, voor Er is nog een ander moSümo.l i- Poelcapclle, dat herinnert aan de ver- schrikkingen van den modernen oor log 1 Maar tegelijk aan onverschrok kenheid en moedHet is het monument, dat midden in het dorp vlak bij de „gesneuvelde" tank is opgericht ter voortdurende gedachtenis aan den be roemden Franschcn vlieger Guynemer, die op die plaats op 11 September 1917 den dood heeft gevonden. Het is hooge, zandsleenen zuil,, waarop een bronzen ooievaar met gebroken vleu gels op artistiek heel ongelukkige wij ze den held symboliseert, die daar ge vallen is. Het nog niet onthulde monument is wel een der leelijkste, die Lk ooit zag. Wie de ontwerper van deze wansmakige gedenkzuil is, weet it niet, maar het monument zal zeker niet bijdragen tot het verhoogen van zijn roem, al zal het ook niet schade doen aan den naam van Guynemer, Wat ons wel zeer bijzonder opviel, was, dat aan den voet van dit monument in het Hol- landsch te lezen stond „Deze gedenk zuil werd opgericht ter eere van den Franschen vliegenier Guynemer, hier ge. allen den 1191917"* Deze Nederlandsche tekst op het monument van den Franschen vlieger Guynemer verzoende mij bijna met het leelijke monument, al had ik hem dan ook liever op een fraaier gedenkzuil ge lezen. Deze Nederlandsche woorden zul len den bezoekers der slagvelden her inneren, dat Poelcapelle in Vlaanderen ligt en dat ook Vlamingen aan de zijde der geallieerden hebben gestreden voor de bevrijding van hun land. J. B. SCHUIL'.- Van hier en daar- RECHTSPRAKEN DOOR COM MISSIES KRACHTENS COLLEC TIEVE CONTRACTEN. ■Het Ilbkl. schrijft: Art. 48 van de collectieve overeen komst. in het boekbindersbedrijf luidt als volgt: „Ingeval van geschil tusschen werk gevers en werknemers, voorzooveel lid zijnde van een der contracteerende or ganisaties, betreffende de geldigheid der reden van een ontslag ais bedoeld in art. 1639 p en q IS. W. dan wel een ontslag gegeven met inachtneming van den opzegtermijn, bedoeld in art. •i dezer Collectieve Arbeidsovereen komst, dan wel betreffende de toepas sing van eenige andere bepaling dezer overeenkomst wordt geen uitsluiting cf werkstaking door leden' der con tracteerende organisaties toegepast, maar berust, de beslissing over ge schillen in eerste instantie bij de hier na bedoelde Districts-Commi-ssie". Dc boekbinderspatroon A. had nu den arbeider B. op slaanden voet zon der den opzegtermijn iu acht te ne- nten, ontslagen. B. bracht zijn zaak voor de Distriets-Commissie, die na partijen te hebben gehoord, A., ver oordeelde om, wegens onrechtmatig ontslag, aan B. te betalen een schade vergoeding van 7G.50, .zijnde twee weken loon. A. -weigerde aan die uitspraak te voldoen ..en, nadat hij aanvankelijk door cle Centrale Commissie bij deur- waardersexploit met royement was bedreigd, welke bedreiging niet 'tot uitvoering kwam, dagvaardde B. den patroon A. voor den kantonrechter te Amsterdam, dat A. op grond van de uitspraak der Districts-Commiasie worde veroordeeld tot betaliug van het bepaalde bedrag van f 76.50. De kantonrechter verklaarde B. in deze vordering niet ontvankelijk. Na te hebben vastgesteld, dab in da uitspraak der Dislricts-.Commissie „niet aanwezig is een wettelijke uit spraak van scheidslieden", vervolgt de kantonrechter in zijn vonnis: nvegende, dat echter de vraag gesteld moet worden of partijen, die gerechtigd zijn. overeen te komen, dat ij de vaststelling van zekere feiten ui gegevens, waai over bij do uitvoe ring hunner verbintenis geschil ont staat, aan derden overlaten, aan wier uitspraak op dit punt zij zich bij voor baat onderwerpen, zoodat deze uit spraak van derden als wilsverklaring van partijen een deel der overeen komst vormt, en door den Rechter als zoodanig wordt aangenomen, óók bij overeenKomst do opvatting van eenen derde over een rechtspunt, in dat gu- 'al ol' een ontslag rechtmatig is dan, wel of daarvoor een dringende reden .bestond, als den rechter bindend kun-1 nen vaststellen;" I „Overwegende, dat deze vraag ont kennend moet worden, beantwoord, I omdat de rechter naar eigen overbui-| rechtsvragen naar cle wet moet' beantwoorden"'; I ..Overwegende bovendien dat par tijen niet bij machte zijn des Rech ters oordeel te bmden door te v-uren, .bij hun overeenKomst bepaalde feiten tob dringende redenen voor dienstwei gering te stempelen, zoodat door hem ie voren ingeroepen des Rechter plicht om haar eigen overtuiging cle ze rechtsvraag te beslissen kan op heffen". Bovendien overweegt de kantonrech ter nog, dat hcó genoemd artikel 4ö der. collectieve overeenkomst „niet de ruime bebeekenis heeft, daar voor door eischer gehecht, n.l. dat de uitspraken der distrïcts-commissie tot dé conLrticti'.eele wilsverklaringen zouden beboeren van eiken arbeider en werkgever, die op grond van cli Collectieve contract eene arbeids overeenkomst sluiten, doch dat dit artikel zegt, „uitsluitingen en stakin gen te voorkomen" welke bedoeling •nog nader wordt uitgewerkt in het volgend artikel 49' Afgezien van deze laatste overwe ging, waarin de bedoeling van bet ge noemde artikel wordt uitgelegd, stelt de kantonrechter dus vast, dat .beslis singen over geschillen, voorzoover de ze een rechtsvraag betreffen (i. c. de ai- dan niet-rechtmatigkeid van een ontslag), bij collectief contract niet kunnen worden opgedragen aan een commissie, zijnde rechtspraak alleen geoorloofd of door den rechter .of door scheidslieden. I-Iet behoeft geen betoog, dat dit von nis van groot belang is en ver strek kende gevolgen heeft ten aanzien van de talrijke collectieve contracten in 'verschillende bedrijven, waarin een dergelijke bepaling als het genoemde artikel in het boekbinderscontract is opgenomen. Naar we vernemen, is de eischer van dit vonnis in hooger beroep ge gaan. DE ZIEKTEVERZEKERING. Öp de algemeene vergadering van de Ned. Maatschappij tot bevordering der geneeskunst, die te Enschede plaats had, hield dr. E. J. Buning uit den Haag een rede over „Verzeke ring en ziekteverzorging". Aan het verslag dat de N. R. Crt. van de rede geeft, ontleenen- wij deze gedeelten: Bij de regeling der verzekering dient men èr van uit te gaan, dat de ziekteverzekering daarbij primair is en zich daaraan de verzekeringen te gen ongevallen, invaliditeit en ouder dom behooren aan te sluiten. Als aanvulling der ziekteverzeke ring is de invaliditeitsverzekering noo- dig. in laatstgenoemde kunnen de ouderdomsverzekerng en de wecluwen- en weezenuitkeeringen gemakkelijk worden opgenomen. Het is wensche- 5 ijlt dat de regeling zoo eenvoudig mo gelijk zij, de definitie van verzeker den voor beide wetten dezelfde, dat I aangifte en uitkeering practised gere geld dienen te worden, de rechtspraak lot snelle beslissingen moet kunnen leiden en een onpartijdig en doelma- j tig controle-systcein móet worden in- gevoerd. Als organen, aan welke de uitvoe ring zal .worden opgedragen, meent spr. zich te moeten uitspreken voor een combinatie van overheads- en par ticuliere bemoeiing, onder voorwaar de evenwel, dat er voldoende zeker- li.'ul weidt grgsvegi voor samenwe-r king tussc-ken beide. Eene afzonderlijke invoering dei- ziektewet, welke het gevaar mee zou kunnen brengen, dat eene herziening van het geheel voor onbepaalden tijc zou kunnen worden verschoven, is thans zeker niet aan te bevelen en het ia daarom te hopen, dat de minister aan dien aandrang geen gevolg zal geven en zijn plan tot uitvoering zal brengen om een wetsontwerp tot al- geheele herziening der sociale verze kering in te dienen. Zij, die daarvan de indiening of behandeling vertragen zullen een zware verantwoordelijkheid op zich laden. Hoe meer ziekte voorkomen, des te minder de kans op daaruit voort vloeiende invaliditeit, hoe minder ziektedagen. In geld omgezet kan zulks millloenen heteekeneu. Van zeer groote beteekenis is de beoordeelirig van noodig of onnoodig ziekteverlof en de taak van den controleerendert geneeskundige is in dit opzicht zeer delicate, die niet alleen een goed ediscli inzicht vereischt, doch ook een groote mate van menschenkenms 1 tact. Regeling eener verzekering zonder regeling van en toezicht op de behan deling en prophylaxis is volgens spr. onlogisch en uit oecomonisch oogpunt zelfs onverantwoordelijk. Om goed ingerichte ziekenfondsen te verkrijgen, daarvoor is noodig vei- plichte toetreding De kracht van zie kenfondsen schuilt in een grote deel neming met dien verstande, dat ook zij die niet of weinig ziek zijn de risi co meedragen, wat beleekent „draagt elkanders lasten". Tegen de invoering 3r wettelijke verplichting tot deel- dng aan ziekenfondsen worden evenwel bezwaren naar voren ge bracht, welke bezwaren achtereenvol gens door spr. worden genoemd en weerlegd. De opname der gezinnen in de fond sen is noodig om te zorgen dat vrou wen en kinderen bij ziekte een goede behandeling verzekerd wordt en niet de hulp van gemeente of diaconie moet worden ingeroepen. Phohylasis en behandeling dienen ten slotte gesteund te worden door een ged ingerichte medische controle, uit gevoerd door onafhankelijke geuees- heeren. Vervolgens geeft de spr. zijn gedachten over de geldmiddelen en financieel beleid, daarbij bet oog hou dende op de wisselwerking tusschen verzekc-ring en ziekteverzorging. Ge zonder toestand dan tot heden bestaat zou worden verkregen bij meerdere eenheid, door betere organisatie en door samenwerking met de verzeke- ringsofgaiien. a verschillende premie-percentages en uitkeèrihgeh te hebben besproken, komt spr. tot de conclusie dat z.i. in het volgende zal moeten worden voor zien. a. een regeling over het gelieele land- van de ziekenfondsbehandeling, waarbij allereerst voorzien wordt in de z.g. meer gewone behandeling, n.l. kuisartsenbehaudcling, poliklinisch specialistische hulp, genees- en 'bandmiddelen en hulpmiddelen als breukbanden, brillen, e.d. b. een regeling der meer uitgebrei de behandeling d.w.z. voorziening in klinische- hulp ziekenhuis- en sana- t.oriumverpleging, waar deze noodza kelijk is. c. de organsatie van gezondheids diensten. d. de instelling eener algemeene medische Rijksdienst o.a. belast met de controle voor bovengenoemde doel einden.. DE NIEUWE STEENHOUWERS. WET Zooals wij reeds meldden treedt de nieuwe Steenhouwers wet 16 Juli i er king. Een der belangrijkste punten, waar in deze wet verschilt van de thans gel dende Steenhouwerswet, is, merkt Het Volk op, de regeling van de beidstijden. Laatstgenoemde wet be paald het daginaximum voor arbei ders van 17 jar en onder op 9 uren, voor arbeiders beneden 17 jaar op 7lA een en ander met dien verstande, dat geen steenliouwersarbeid verricht mag worden vóór een kwartier, vóór zqndsopgang en na een kwartier 11a zonsondergng. Een w eekmaximum werd niet genoemd. De wet van 1921 bepaaldt het dag- maximum voor arbeiders van 18 jaar en ouder op S uren en het week-ma- op 45 uren; voor arbeiders be neden '18 jaar zijn deze maxima vast gesteld op respectievelijk 7J/2 en 42 1/2. De werktijd moet liggen tusscnen 7 des voormiddags en 6 uur des namiddags, op Zaterdag tusschen 7 uur des voormiddags en 1 uur des namiddags. üp' bovengenoemden datum zal te vens in werking treden bet Stecn- houwersbesluit 1923, dat strekt ter vervanging van het vigeerenae Steen- houwersbesiuit. De bestaande bepalin gen zijn in hoofdzaak overgenomen. Bndervoedsel moet aan hooge eischen vol- doen. Het moet zuiver, licht verteerbaar en toch voedzaam zijn. Deze drie eigenschappen zijn op gelukkige wijze ver- eenigd in Honig's Maizena. Eet op dc sluitzegels als bcwija van echtheid. VERK1EZINC EERSTE-KAMER- LEDEN, Naar het Bbld. verneemt, is da nieuwe regeling voor da verkiezing van de leden der Eerste Kamer, waar aan met grooten spoed door het De- parlement van Binueulandsche Zaken en Landbouw is gewerkt, thans ge heel gereed. Wei heeft de onderteekening van het desbetreffend K. B. ter uitvoe ring ysai de gewijzigde Kieswet door het verblijf van de Koningin in Enge land eenige vertraging ondergaan, doch reeds heden zijn aan de Com-i missarissen der Koningin in voldoen den getale de verschillende formulie ren toegezonden, voor de nieuwe re geling vereischt, teneinde deze tijding voor 10 Juli, dén dag der candidaat- stelling, voor de Statenleden beschik baar te kunnen stellen, terwijl tevens daarbij een circulaire is gevoegd met nadere inlichtingen voor de Commis sarissen der Koningin. Bovendien zij 11 zij in kennis gesteld met den in houd van het weldra in het Staats blad te verwachten uitvoeringsbesluit. Met het oog op den spoed zijn dit maal alle formulieren gereed gemaakt op de Algemeene Landsdrukkerij. Vijf verschillende formulieren zijn voor cle verkiezing beuoodigd, te we- ten: 1. formulier voor de eandidaat- stelling; 2. Formulier voor de schrif telijke verklaring, bedoeld in ad;. 114c der Kieswet; 3. Formulier voPr personen, die gemachtigd worden om de lijsten te verbinden; 4. Stembiljet 'oor Statenleden; 5. proces-verbaal •a.n de stemming, clat iu de zitting 'au Prov. Staten wordt opgemaakt. Het blad meldt verder, dat het in de bedoeling ligt der Anti-revolutio naire Statenfracties iu de groep Noord-Holland-Friesland, waarin zij op liet afvaardigden van twee onti-rc- olnt.ionairon naar de Eerste Kamer mogen rekenen, daarvoor in aanmer king te doen komen den heer W. da Vlugt, burgemeester van Amsterdam in mr. J. Croles te Leeuwarden, hei den aftredend. ERNSTIG ONGELUK. Uit Beemsier meldt men ons: Zondag zou een koppel- wedstrij'd voor wielrenners over 100 iK.lt. gehouden worden. Er waren een paar K.M. afgelegd, toen een der bests rijders door zijn voorvork zakte en bij met een smok op straat terecht lswam. Hevig bloe dend weid bij bewusteloos opgenomen en bij een der naastbijzijnde boeren- inge bracht. Zonder bij kennis te zij'n gekomen bij per boot naar een der ziekenhuizen to Amsterdam vervoerd. WEDER TERECHT. De c an politie, -waarnemende de 7e sectie te Amsterdam, deelt mede, dat de 10-jange Erederik Touber, in do dagbladen als ver- gesignttleerd, door de politie is aan gehouden. BOND TOT BESTRIJDING DER VIVISECTIE. ln de Zaterdagmid dag te Scheveningen gehouden alge meene vergadering van den Neder- limdschen Bond' tot .bestrijding der vivisectie zijn herkozen tot' lid van het hoofdbestuur W. van den Heuvel, dr. 11. T. Oberman, mr. S. Rink en dr. W. Rolvink. Gekozen is dr. P, Pijl t-a 's Gravenhago, DE KOUDE JUNI-MAAND. Do filiaal-inrichting van het K. N, M. In stituut deelt mede, dab de gemiddel de negatieve temperatuurafwijking. over geheel Europa gedurende de maand Juni 3.2 gr. C. bedroeg; voor, ons land, Amsterdam, meegerekend, «L9 gr. C. Dit geldt voor de ochtend- temperatuur van 7 uur voormiddag. Feuilietoi Geautoriseerde vertaling naai het Engelsoh van JEFFERY FARNOL. 3) „Volgons de wet'misschien niet; in dac opzicht zou jij ons juist nog eens wat Kunnen helpen, Liesbebh. Een jongen die alleen hier en daar een tante heeft, wordt om zoo te zeggen uit zijn evenwicht gebracht. Hij heeft den sterkeren invloed van een oom noodig. „Ik bedoel natuurlijk mot'', voegde ik er haastig bij, „dat ik je waarde van" tames onderschat, Hij heelt er tusschen twee haaltjes maar één, iB het met?" Lieshetli knikte koeltjes. „Dac is waar ook", knikte ik; „en met clie eene heeft hij erg geboft, bui tengewoon. Jaren geleden, toen ik een •kleine jongen was, 4^:1 >l£ er drie, en die bel.eekeiid cn om zoj te zeggen, geen van allen iets. Ik bedoel, ze lazen mij geen van allen voor uil', hst geschie denisboek en hielpen me niet als ik een bootje wilde laten varen, eu^ze gingen met ure© „pootje-baden" 'en verloren hun.hm. Neen, de mijne •hielden strafpredikaties over mijn na ren en mijn nagels, herinner ik me, en ze staarden mil over hun groote trekpot aan, tot j.k hijna stikte in mijn Kopje tnëe. Een vre-eselijke jeugd ncu ik gehad, lk bezat geen oom met groote ilEnden, die me af en toe eens stevig aanpakte als ik het noodig had; als Ik zoo'n oom had bezeten zou ik oen heel ander mensch geweest kun nen zijlij Liesbeth. ln mij zie je nu eon afschrikwekkend voorbeeld wat er vau een jongen wordt zonder ooms". „Zou je zoo goed willen zijn mij mijn mijn eigendom terug te ge ven?" „Beste Liesbeth", zuchtte ik, wees toch verstandig, laten we liever eens over iets anders praten", en ik pro- beeide, maar tevergeefs, om liaar aandacht te vestigen op den prachfci- gen zonsondergang", Vlak bij ons lag een omgevallen botmi, waarop Liesbeth ging zitten met een vastberaden uitdrukking op haar gezichtje, die ik maar al te goed kendo, „En hoe. lang beu je van plan om mij hier te houden?" vroeg ze op ge laten toon. „Voor altijd, als .ik mijn zin kreeg". „Zoo?" zei ze. en ik kan niet in woorden uitdrukken wat een ontzag gelijke minachting ze in dat eene woordje legde. „Zie je vervolgde ze, „na wat Tante Agatha mij heeft geschreven enverteld". „Liesbeth", viel ik haar in de rede, „als je toch maar „Veronderstelde ik natuurlijk., „Als je mij 31a -eens liet uitspre ken „Dat je de belofte, die je haar deed, zou houden en wachten „Tot jij goed wist wat je wilde", viel ik haar in de rede. „De vraag is, maar, hoe lang zul jo daar voor noot dig hebben? Als je mij wilt toestaan jc te helpen, zul je „Dab je hier nu bent Bewijst, hoe oneerlijk jo bent". „Ongetwijfeld", knikte ik. „Maar, zie je, toen ik zoo dom was o;u haar die belolte to doen, maakte je zeer ge achte Tante he.elemaal geen toespe lingen ojvliatir plannen met een zeke ren meneer Gelvvyii". „O!" riep Liesbeth uit. En toen ik merkte dat dit indruk op haar ge maakt had, ging ik tol overtuiging verder: ,,Ze gaf mij te vei staan dat ze al leen wiije dal je een poosje rustig' kon nadenken over ie algen gevoelens. En, zooals ik ai eerde; zei hoe lang zou jc noodig hebben om een besluit te nemen, Liesbeth?" Met haar km iu haar hand zat ze \oor zich uit to staren en ze fronste nog altijd haar zwarte wenkbrau wen, Maar ik keek naar haar mond. Liesbeth's mond is misschien 'n beetje groot en ze heeft tamelijk dikke lip pen en ergens in een hoekje, ik weet nooit, precies waar, omdat het altijd zoo plotseling komt en verdwijnt, maar er is daar ergens een kuiltje. En als er ooit iets verraderlijks op deze wereld geweest is, clan was het uat kuiltje;' want al was de uitdruk king in liaar oogen upg zoo onschul dig, in weerwil van al haar' goede voornemens om stipr.g te zijn, komt dal: kuiltje plotseling te voorschijn, en verandert alles in een uogenblik. Zoo was het nu ook; terwijl ;k naar haar keek zag ik liet lij.haar mond, en toen ze merkte dat ze zich verraden uad verdween de bcoze uitdrukking heelemaal en glimlachte ze, „En, Dick, als jo mij nu mijn.*, mijn eigendom eens terug gat'". „Op een voorwaarde", zei ik, ter wijl ik naast haar ging zitten. Do zou was ondergegaan en ergens in het bosch boorden we hgt mooie «m- luia van een n^ero', r.f en fop zweeg hij, en hoorden we de bladeren ritse len. In de verte loeiden de koeien. „Iri. de provincie Ként, niet ver van het. dorpje Down, bogoii ik, „staat een oud huis met een vreemd gevormd hoog dak, en oude schoorsleenen. Ja ren geleden Woonden daar mooie vrou wen en edellieden, maar zijn glorietijd perk is voorbij. En toch, Liesbeth, als ik er aan denk op een uur zooals dit, met jou naast mij, zou ik zoo graag willen dat het mogelijk was dat wij samen het huis weer bewoonden en..," Liesbeth bleef zwijgen. „Er is een prachtige, ouderwetsche rozentuin en je houdt veel van rozen, Liesbeth". „Ja", mompelde ze, „ik houd org voel van rozen". j,Zo zouden nu in vollen bloei staan", zei ik. Weer zwegen we allebei, en de me rel zong drie of vier moeilijke ana s met liet grootste gemak en prachtig „Tante Agatha houdt ook veel van rozen!" zei Liesbeth tenslotte heel ern stig. „Arme Xante, wat zou ze wel zeggen als ze ons hier nu kon zien?" „Het is beter om zulke dingen aan onze verbeelding over te laten", ant woordde ik. „Ik moest hot haar eigenlijk schrij ven", mompelde Liesbeth. „Maar dat zul jo natuurlijk niet doen?'- „Neen. dat zal ik niet doen, als...." „Nu?" „Als je mij die dingen teruggeeft". „Eén", stribbelde ik tegen. „Allebei!" ,,Op één voorwaarde, dan, ééntje maar, Liesbeth?" Haar lippen waren vlak bij, ze sloeg de oogleden neer, en z© aarzelde een oogenblik. Toen voelde ik dat ze aan den zak van mijn jas trok, ze sprong overeind en liep weg met de bewuste, voorwerpen in baar hand. „Dat is niet eerlijk!" riep ik uit, en liep haar achterna. z Er loopt een pad door het bosch dat naar den tuin van Boschzicht leid de. Dat liep ze af en ik hoorde.haar lachen. Ik was bij haar toen ze het nokje bereikte; ze ging er in en keer de zich om, blozend van inspanning maar triomfeerend. „Ik heb gewonnen!" spotte ze, ter wijl ze tegen mij knikte. „Wie kan er tegen zulke huichela rij iets beginnen?' antwoordde ik. „Maar, Liesbeth, wil je er mii één ge ven, ééptje maar?" „Dan zou het paar geschonden zijn". „O, best", zuchtte ik, „goeden nacht Liesbeth". Ik nam mijn pet af en keerde me om. Weer-hoorde ik liaar lachen ac-hter me, er kwam iets zaohts tegen mijn wan gaan en toen ik mij bukte, raap te ik het bundeltje op, dat half uit gerold aan miiu voeten lag, maar toen ik me omkeerde was Liesbeth verdwe- Ik stopte „ze" du,s in mijn zak en wandelde langzaam langs de rivier te rug naaf „de Drie Vroolijko Henge laars",

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5