HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
Rubriek voor onze Jeugd
Stadsnieuws
OTERS
zijn kleine AMentiën,
in het Alg. Handelsblad
ROBBEDOES
WOENSDAG 11 JULI 1923--TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeks.)
No. 162
De dooden-akkers in België en
Noord-Frankrijk
De loopgraaf der bajonetten.
Van de doodenakkers. De „militaire" kerkhoven. De zerg der Engel*
schcn voor hunne kerkhoven in Vlaanderen en Frankrijk. De Engelsche
inlichtingsdienst voor de militaire kerkhoven. De Fransche soldatenkerk-
hoven. Op het kerkhof te SOuain, In het land van den vijand begraven.
i Loopgraaf der Bajonetten bij Verdun.
Eerbied voor de dooden! -
Benige maanden geleden was ik op
Let slagveld van Waterloo. Ik zoc-Lt et-
naar de graven der gevallenen, maar
ik vond ze niet. Er waren monumen
ten voor de Haniioveranen, voor Ko
lonel Gordon, voor de Belgen, voor de
Fransche Garde en er was de ..Leeuw
van Waterloo", maar dat was al IWaar
de duizenden onbekenden te ruslen
liggen die op de veleliën gesneuveld
zijn, men weet hel-niet! Da ploeg
sniidt door den grond, waar eens zoo
vel© Eugelsclien, Fraiischen ou Hoil-
landórs in gemeensohappelijkeii graven
zijn neergelegd. Men loopt er over de
dooden, zonder dat men er zelfs eenig
vermoeden van Leeft. Geen enkel kruis
zelfs roept de herinnering op aan de
duizenden, die daar gevallen zijn.
Hoe geheel anders is dit op de slag
velden van V'Iaanclerfeu en Noord-
Frankrijk! Wanneer alle'vernielde
dorpen en steden weer- zullen zijn op
gebouwd. wanneer eens het gele ko
ren weer zaL golven over liet door ijzer
en lood omwoelde land, wanneer hoo-
ge boomen opnieuw hun schaduwen
zullen werpen over de witte wegen,
waarlangs de vernietigende granaten
al het groen hebben weggevaagd, dan
zullen de vele cl dodenakkers met hun
rijen van duizendo zwarte en witte
kruisen en hun ónbeflbare grafsteenen'
den mensoh nog toeroepen, wat oor
log is! Want niets is zóó overtuigend,
en veelzeggend als een soldatQiikerk-
hof met twintigduizend zwijgende
grafsteenen of kruisen.
Hoevele kerkhoven wij op onze
tochten door Vlaanderen en Noord-
Frankrijk zijn Voorbijgegaan, ik zou
liet niet kunnen zeggenOveral en tel
kens weer ziet me.n die do oden velden,'
waarin de rijen van kruisen ol' grat-
sleenen, soms in vex'bijsterend aantal,
elkander opvolgen.
Tot in den dood zijn de gesneuvel
den militair gebleven", de dooden
liggen er in rij en gelid. Een militair
kerkhof met al zijn uniforme kruisen,
is als een revue van gesneuvelden;
compagnieën, bataljons, regimenten,
brigades van kruisen altijd maar
gelijke kruisen, volgen elkander op.
Men denkt aan een paradeveld van
dooden, waarin de -bataljons van krui
sen „in massa" zijn opgesteld, de Duit
sche bataljons, in liet zwart, de Fran
sche in het wit! Want zelfs in den
dood liggen ze gescheiden, dragen zij
hun eigen kleur, hun eigen uniform.
De Eugelsehen zijn evenals de Ame
rikanen reeds sinds lang begonnen
de houten kruisen to vervangen clooa-
witt-e rechtopstaande grafstee oen.
Het is treffend te zien, met welk' een
piëteit deEngelschen de kerkhoven van
hun gevallen landgenooten in Frank
rijk en België verzorgen. Htko doode
heeft er ziin eigen grafsteen, waarop
onder liet embleem van zijn regiment
of zijn wapen de naaui is gebeiteld en
de datum, waarop hij is gestorven.
Anjelieren, muurbloemen en witte
violieren bloeien op de graven, die
door een gazon van frisch. gras wor
den gedekt. In het midden van Let
kerkhof staat een groot steenen kruis.,
met metalen zwaard, waarom heen 4
taxisscn zijn geplant. Op een wit
bord, naast eon breede steenen trap,
die toegang geeft tot den doodenak-
ker, ©Laat - in - groote, zwarte
letters de naam vermeld van het kerk
hof, welk© naam meesbal dezelfde is.,
ails die van de plaats of de stelling,
waar het gros der manschappen is ge-
Vallen.
Do Enge'lsehen hebben in Frankrijk
ter voorlichting van hun landgenooten
een uitgebreid en inlichtingsdienst
voor de militaire kerkhoven ingesteld
De namen van alle gesneiivelJen zijn
in grootó registers ingeschreven met
vermelding der kerkhoven, waar zij
zijn begraven. Op ieder kerkhof vindt
men aan den ingang in een blikken
bus© die door eiken bezoeker kan wor
den geopend, een naamlijst, waarop
in apilhabetisohe volgorde de namen
voorkomen van de dooden, die er be
graven liggen. Achter de namen slaan
dc nummers der graven vermeid-, be
nevens de afdeelmg en dé rij waarin
het graf ligt. zoodat ieder, ook zo.nder
eonige verdere voorlichting, onmid
dellijk liet graf ka.n vinden, dat hij
we-nscht te bezoeken.
Dc Fransche soldaten-kerkhoven
met hun houten kruisen doen naast
dóe der Engelschen en Amerikanen
min -of meer „provisoir" aan. Men
verteld© mij, dat ook op de kerkhoven
der Fransche de witte houten krui
sen door grafsteenen zullen worden
vervangen. De dooden moesten echter
achterstaan bij de levenden, voor wie
in de verwoeste gebieden nog zoo on
noemelijk veel was te doen. Maar de
bloemen, do kransen en de lini.en, die
overal op deze uitgebreide doodenve-l-
den bij de houten kruisen zijn neer
gelegd, spreken meer nog dan kou
de, kille, uniforme steenen van de
warme liefde voor de dooden, die daar
begraven liggen.
Het was cp een middag te Souain,
op cén der grootste Fransche soldaten-
kerkhoven. dat ik een klein tafereel
tje zag. dat ik niet spoedig zal ver
geten. Do wachter eert jonge inv-alli-
de, die door een schotwond liet gebruik
van zijn rechterarm voor goed moest
missen had ons voor een plotseling
opgekomen Qbweersbui een schuil
plaats in zijn wachthuisje aangeboden.
Wij zaten er met ons vieren, een Alge
rijn. d© invalide, mijn vriend en ik.
Hét kerkhof met zijn meer dan 20.000
witte kruisen lag daar eenzaam ©n
verlaten onder den stroomenden re
gen te midden van iele eindelooze
Champagne-vlakte, die overal nog de
sporen van.den oorlog draagt..
De wachter vertelde ons van den
moorddadigen strijd, die daar hij
Souain. Tahure e.n Ferthe 'les ïïurlus
in '15 gestreden was en waaraan hij
zelf had deelgenomen. Ik keek naai
de duiz.ende kruisen die daar stonden
als zoovele stomme getuigen van zijn
somber verhaal. Toen zag ik op eens
over den ©mallen landweg van Souain
drie zwarte figuren langzaam nade
ren het waren twee mannen c-n een
oude Brctonsche boerin, die moei
zaam voortschreden door de plassen
en modderpoelen van den tmallen
•landweg. Het oude vrouwtje droeg,
zorgzaam onder haar kap een kruis
■an bloemen. Onder den stroomenden
regeii deden die Uvee mannen en de
Bretonsche boerin mij denken.aan drie
bedevaartgangers, die ter processie gin
gen.
„Zoo komen er dagelijks hier naar
Souainzei 0119 de wachter, „soms
heelemaal uit het zuiden van Frank
rijk Zij hebben eens in het jaar de
reis vrij om de graven van hnu ge
sneuvelde naaste verwanten op te
zoeken!" Even keek hij naar de twee,
mannen en cle oude boerin, in haar
rte kleed. Toen zei hij„Al dui
zenden heb ik er zóó gezienI. la, de
'oem wordt duur betaald!"
Het oudje en de twee mannen let
ten op den regen niet. Zij wisten blijk
baar den weg op dezen doodenakker.
Zonder te zoeken, liepen zij tusschen
de kruisen door. Toen wij even later
weggingen, zagen wij de twee mannen
staan bij een grafhet vrouwtje lag
er voor neergeknield, het kruis met
bloemen in de hand. Hoeveel gebeden
zullen zijn opgestegen .voor die witte
kruisen, waarop onder heb „Mort
pour la France" enkel een naam
en een rang staan vermeld.
De kerkhoven met de zwarte kruisen
liggen er verlaten en onbetreden. Hier
heen komt niemand 0111 er bloemen
neer te strooien op do graven- Daar
onder die zwarte .kruisen liggen de
gevallenen in heb vijandelijk land, Er
is de eerbied voor den dood, maar de
liefde, die zich uit in bloemen, kran
sen en gebeden, ontbreekt. Een enke
le maal komt er een bezoeker uit den
Elsass, die zijn doode daar weet tus
schen al die Duitsche graven en er is
de waker, die het grint harkt, de pa
den schoffelt en een kruis, dat is om
gewaaid, weer recht zet op een graf.
Ik zag soldaüenkerkhoven van Fran-
schen en Duitsohers vlak naast elkaar
als in het leven zijn zij gescheiden ook
in den dood! Alleen de leeuwerik,
hoog in de lucht, kent geen verschil
en zingt over alle graven gelijkelijk
zijn lentelied.
Nergens voelt men het „Wee den
Overwonnenesterker dan op een
Duitsch soldatenkerkhof in Frankrijk!
Men cïenke echter niet, dab de Fransch
man te kort schiet in respect voor de
graven van den gesneuvelden vijand
Het tegendeel is waar! Wanneer wij
mei een auto een militair kerkhof pas
seerden, zou niemand der inzittenden
jooit verzuimen zijn hoofd te ontbloo-
ten of te saluecren en ik méld het-
hier met oprechte voldoening nooit
werd er onderscheid gemaakt tusschen
een Fransch of een Duitsch soldaten-
kerkhof. Hét was een bewijs van rid
derlijken eerbied, die mij als .vreem
deling telkens weer trof,
Er is in Frankrijk ee.n groot solda-
tengraf, dat op ieder, die het bezoekt,
een onvergctelijken indruk zaï maken.
Heb is liet gemeenschappelijk graf der
gesneuvelden in dc „Tranchée des
Baïonettes" bij Verdun, waarboven
door een Amerikaan een groot mocu-
ment is geplaatst, "opdat geen men
schenvoet dezen gewijden grond ooit
meer zal betreden. Onder dit monu
ment liggen 165 man, jonge bereis, al
ien uit Anjou, begraven zóó als zij
gesneuveld zijn, het geweer met op^e-
plante bajonet in de hand, gereed voor
den aanval, staande naast elkander
in de loopgraaf, toen een storm van
granaatvuur hen allen gelijkelijk be
groef.
De verroeste bajonetten en de ge-
weerloopen,die nog boven den grond
uitsteken, zijn van een de keel toe-
snoerende realiteit!
Men staart er naar met ontzetting
het is als een „moment-opname'
van den doodMen ziet plotseling
voor zich, wat de grond daar vcor het
oog bedekt. Het is de oorlog in zijn
meest gruwelijke verschrikking!
Toen ik op de kruisen, die
tusschen de bajonetten zijn ge
plant, de woorden las.,l"ram;ius in-
connu" was het,mij, pf ik pas voor
het eerst de bet-eekenis dier woorden
ten volle begreep.
J. B. SCHUIL.
Raadseloplossingen
Raadseloplossingen ontvangen van:
Zwaluw 5 13e kleine Spoorman 6 Bruin
oogje 6 Karei de Groote 5 13e kléine Muzi
kant 5 Heidebloempje 5 Heidepla-ntje 5
ivn age lijntje 6 Trippolpootje 6 Bruinoogje
ie Heemstede 5 P. J, Oschalz 5 Juf feitje
in 't groen 4 Jacob Labeur 4 Kosmos 4
Zon.nepi-irisosje 4 Pinokfltio 4 Keetje en
Dirk van Velzen 4 Wilheluiina P. 5 Boe
rinnetje 5 Napoleon 6 Robinson 6 Kleine
Zonnepit 5 Woelwater 6 Zaandammertje 55
Bloemenvricndinnetje 5 Anemoon 5 Con
troleur G Kerstboompje 6 Blond kopje 6
Goudkopje 5.
Ruiirubriek
ZONNEP RINSES JE vindt het heel
vriendelijk, dat Eubrielcertjes haar boe
ken willen leenen. Zij woont Pri.nselaan 3
te Heemstede. De Prinselaau is lo berei
ken, wanneer men van het eindpunt van
de eleotrische tram loopt tot dé tweede
brug. Dan rechtsaf.
Het Gelukskind
door
W. B—Z. -4 I
De glazen deur, die naar het bordes
voerde, stond open. Opeens, daar klinkt
kindergeroep tot hem door. Een klein fijn
stemmetje s',3 vain een kerkklokje uil lang
vervlogen tijd. Als zijn Kind eens riep?
Als een dief sluipt hij naar 'het bordc
't Witte ledikantje trekt zijn aandacht. I-lij
nadert 'het. Gerdaai.je heeft zich opgericht.
Haar zwarte kijkers boren zich in de
zijne. Ze huilt niet meel', ze lacht. Ze
strekt de handjes uit en hij. Hij grijpt
de mollige knuistjes, hij grijpt het heele
kindje. Hij drukt bet tegen zich aan,
bergt hot in zijn jas en snelt dan voor! de
buitontrap langs. Een minuut later loopt
hij op den boulevard, met knikkende
knieën, hijgende adem, met het kind stijf
tegen zijn borst gedrukt. De en zo ie vo<
bijgaïigers slaan geen acht op hem. 15v
zet hij zich op -een steenen bank en haalt
suikergoed uit zijn jaszak. Het kind ee
het graag op en zégt t-a, ta eu hij kusi
het keer op keer, de tranen si roomer
zijn wangen cn zijn lippen prevelen
dankgebed. Dan gaat hij naar
dichtbij gelegen station. Daar staat
koffer is een reisplaid. Hij wikkelt het
kind daarin. Verbaasd kijkt ze naar ai
zijn bewegingen. En als -haar lipje gaat
hangen,, geeft hij haar nieuw suikergoed.
,Moet U nog een biljet nemen voor den
HoUandsoheii trein? Dan vlug meneer.
Nog vijf- minuten," Hij ontwaakt uit zijn
Ja, hij zal naar Holland gaan. Daar
zal hij veilig zijn met zijn kind, Want on-
omstóotelijk staat het bij hem vast, dat
hot zijn kind is. De beeltenjs van zijn ge
storven vrouw rijst voor hem op bij 't
'ohouwen* van dit donkere meisjes
kopje.
Toen de vijf minuten oin warenzette
de Iiüllandschb trein zich in beweging en
de kleine Gerda ging met haar nieuwen
vader terug naar hot doktershuis.
Gerda lag al J-ang niet meer in haar le
dikantje'toen mevrouw vaar Beerbruggen
builen zichzelf van woéde haar gezel
schapsjuffrouw toesnauwde: „Als U nu
t oogenbliltkelijk naar dien man gaat
hem vertelt, dat ik niet voor hem te
spreken hem, kunt U zich ontslagen ach-
uit uw betrekking."
„Mevrouw!" I-Iet- klonk als een angst
kreet. Waar zou juffrouw Stephenson
'heen moeten, als kb werd weggestuurd
uit een betrokking, waar ze was verouderd
en vergrijsd.
„U kunt kiezen of deelen," klonk
het ijskoud.
„Maar hij zal niet willen gaan," durfd-
ze te bowcrcn.
„Niet willen gaan? Dan zal ik dadelijk
den oberkellner waarschuwen, desnoods
moet de politie dan maar opgebeld wor-
Juffrouw Stephenson ging met looden
schoenen. En toen ze zich -uit de kamer
verwijderd had, spoedde mevrouw
Beerbruggen zich naar het bordes,
had door 'haar opgewondenheid zelfs hel
kind vergeten. Als het eens wakker gewor
den was en om haar had geroepen! 't W;
stil en rustig op liet bordes. Ze nadorae
ojp haar teenen het witte ledikam-tje.
„Gerdaatjel" Toen een snerpende kreet
en als een doode zakte ze voor het bedje
Eenige kelLners, die juist in de nabijheid
waren en het gillen gehoord hadden,
snelden toe.
Ze tilden de bewustelooze dame op, leg
den haar op een divan en terwijl tie een
de wacht hield, snelde de ander maar den
telefoon om hulp te verkrijgen.
Juffrouw Stephenson vroeg juist aam
der bedienden, of ze ook dien bezoeker
van straks hadden zien vertrekken. Neen,
hij had niets gezien. Maar daar- kwam ecu
ander vertellen, dat er boven een dame
was flauw gevallen, 't Interesseerde juf-
fvóuw Stephenson eerst niet veel.
kende hier niemand.
„Wie?" vroeg de amdeTe bediende.
„Die Hollondsche. Hoe heet ze
weer?"
„Zijn hier nog meer Hollanders?" vroeg
nu do juffrouw eensklaps.
„Waar is de juffrouw? Waar is de ge
zelschapsjuffrouw?" blonkeu nu verwar
de stemmen van boven af.
„Gezelschapsjuffrouw?" Het duizelde
juffrouw Stephenson. Wat ging er nu
weergebeuren
„Daar is ze. Daar slaat ze," klonk het.
Mensc'hen verdrongen zich om de ver
schrikte dame heen en de een zei, dat
haar mevrouw dood was, een ander be
weerde, dat ze niet dood, maar bewuste
loos was. Een derde, sprak van een ge
stolen kind, een vierde durfde' brutaal
weg vragen: „Weet II iets van dat kindje
at?"
't Was hetisoh geen wonder geweest als
juffrouw Stephenson.-ook haar bewustzijn
had verloren. Wel gonsde en bonsde het
haar hoofd, maar een ding kwam tot
arbeidhaar mevrouw was iels over
komen. En ze drong zich door de steeds
mgroeiende menigte heen en snelde
„De dokter is binnen," sprak het kamer
meisje.
~"ug opende ze de deur. Gelukkig, me-
w was niet dood. Ze had. de oogen
geopend, maar een wereld van smart was
te lezen.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
Nieuwelingen zijn.:
JAN RICHEL, oud? Raadhuisstraat 77,
Heemstede, 2de nieuweling in de maand
De 10de nieuweling in iedere maand
angt een boek in prachtband.
Brieven aan de Redactie van de Kin
derafdeeling moeten gezonden worden
aan Mevrouw BLOMBERGZEEMAN,
v. d. Vinnestraat 21rood.
(In de bus gooien zonder aanbellen.)
MEVR. v. d. L.—D. en NELLIE J. dank
ik hartelijk voor de mooie kaart.
WOELWATER. Je fietst zéker alle
dagen. Nu zal niemand meer klagen over
het wegblijven van den zomer. Laten we
er nu maar van genieten, zooveel als we
kunnen.
ROBINSON. Je raadsels zijn goed.
NAPOLEON. Je raadsels zijn goed.
BOERINNETJE Ben je al laDg bij
tante? Wat scheelt moederr Waar ben je
op. school?
ZONNEPRTNSESJE. Het doet me ge
noegen, dat het zoo goed met je gaat. De
zon zal zeker het beste geneesmiddel voor
je zijn.
BRUINOOGJE TE HEEMSTEDE.
Heb je een eigen kamertje? Dat is altijd
zoo'm heerlijk bezit. Nu zal er toch met de
beide Bruinoogjes geen venyarring komen.
Zoo heel dik schrijf je niet, ik vind hel
heuseh nog al netjes. Prettig, dat moe
der zoo gauw jarig is. Over je verdere ont
boezemingen zal ik maar niets schrijven,
't Hindert niet, of de oplossingen door
elkaar staan.
KNAGELIJNTJE. Wat ben jij èen
ondeugend Knagelijntje om strafwerk te
moet enschnjven voor school. En die
vriendin is, geloof ik, nog stouter. Jo v.
d. P. kan nu lezen, waar de Prinselaan
is. Kom je wel eens bij Zonneprinsesje?
Je raadsel .vind ik wel wat vaag. Wat weet
„iedere guit van een mark af"?
TRIPPELPOOT. Dezen schuilnaam
mag je houden. Voor een eersten brief
zag je werk er al heel knap uit.
HEIDEP-LANÏJ E. Dan reken ik
maar op een volgende keer. Wanneer ga
je een schoolreisje maken? En waar is de
reis naar toe? Een bootreis is nu wel T
allerprettigste.
HEIDEBLOEMPJE. Ik wénscli de
vriendinnen morgen veel genoegen. Bert
je alle Zondagen tot twee uur bezet?
DE KLEINE MUZIKANT. Hoeveel
woorden had je van den wedstrijd Wat
jij weinig vondt, vond ik misschien vee!
Als 't een mooie kick is, is 20 cent niei
duur.
KAREL DE GROOTE. Je raadsel Is
ANEMOON. 'k Heb je nul-aanvraag
herhaald, natuurlijk is een meisje van je
leeftijd het aardigste voor je. Dus Dins
dag heb je liefdewerk verricht. Je hebt Je
beste beentje zeker voorgezet, 'k Wensen
je Donderdag heel veel genoegen. Wat
maken jullie een yerre reis.
EEN NAAMLOOZE dank ik voor de
mooie kaart van „Nieuw Bussum". Met
een naam was ze me nog welkomer ge
weest.
BLOEMENVRIENDINNETJE. Nu is
't Zanijyoortsch weertje, hè. De witte jur
ken verrichten zeker uitstekende diensten.
Wat zal die Aafje een plezier hebben, als
ze met jullie uitgaat. Ik ben van plan
verschillende wedstrijden voor de vacantie
uit te schrijven. Dus daar is voor jou vast
wel iets bij. Zet je varenplantje vooral
niet in de zon, daar kunnen varens niet
ZAANDAMMERTJE. Al weer eens
naar Za.ndvoort geweest? Lekker ne dat
geplas in de zee. Wal jammer, dat je wed-
strijdwerk is mislukt. Ik hoop, dat je een
volgende keer prijswinster zult zijn. Is het
zwempakje al ingewijd? Ga je nu Vrij
dag naar Marken? Dan wcnsch ik je heel
veel genoegen.
GOUDKOPJE. - Hob js gisteren vcsl
genoten? Bil kwam je lekker verbrand eu
gebruind thuis? Ik hen zeer benieuwd
naar je volgende briefje.
BLONDKOPJE.Ik hoop, dat de prijs
naar je zin is. Me dunkt, 't is juist iets
voor zoo'n kleine peuter.
GEMS. Heb ik je. lievelingswenseh
niet vervuld Is het bootreisje nog door
gegaan Hoe vond je de kleine Markers
met haar pijpeftrullen? Je raadsel is
goed.
VOSJE. Hartelijk dank voor die
prachtige kiek van de mine. Ben je er
met de klas naar toe geweest?
MELATÏI. 'ik Heb je wensch ver
vuld. En ik hoop, dat dit boek steeds een
prettige herinnering aan de Rubriek zal
zijn. Hoe is het met de Eransche proef
afgeloopen Gefeliciteerd met je verdere
vrijstelling. Wat heb je nu een reuze-va-
oantie.
ZUS EN BROER. Hebben jullie een
mooien tuin? Met deze warme d-agen ls
het e6n groot voorrecht zijn eigen buiten
tje te hebben. Daar zijn wij bovenhuis-
jaloerscli op.
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
v. d. Vinnestraat 21rood.
Haarlem, 11 Jull'1923.
STAATSCOURANT. De Staats
courant bevat de statuten van de
N.V. Nederlaudsohe Export- on Com
missiehandel, welke zicli ten doel
stelt: a. het drijven van koophandel
in den meest uit-gebreiden zin des
(woords voor eigen rekening; b. het in-
koopen of verkoopen voor rekening)
van derden op commissieibasis; c. het
geven van adviezen, zoowel op koop-
ans als op technisch gebied; d. het
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN
a 60 Cis. per regel.
Men koopt een Trefferbiljet bij
de advert.bur., boekhandel, de
kiosken of onze agenten a f 2
waardoor de advertentie is be
taald. Op het biljet wordt de
adv. geschreven en aan ons op
gezonden.
Agent voor Haarlem:
Fa. A. Vernout, Warmoesstr. 10
vertegenwoordigen van binnen- én
buitenlandse!!© buizen in d-cn ruimsten
zin des woords;; e. bet verkrijgen vaii
onroerende goederen ten name dier
vennootschap door aankoop of op svel-
ke wijze dan ook, in recht van eigen
dom, opstal, erfpacht of huur en het
verkoopen of op andere wijze ver
vreemden dier zakelijke rechten; f
het koopen of verkoopen van octrooien
en (of patenten en) of het zelf. in ex
ploitatie nemen daarvan, zoowel voor
eigen rekening als voor rekening van
derden.
Het kapitaal bestaat uit f 25000, a
f 500 waarvan geplaatst," en volgestort
f'13000 in contanten.
EERSTE HULP BIJ ERNSTIGE
ONGELUKKEN. 1
Een ieder iigt nog versc-i in het
geheugen het ongeluk der vorige) week.
liet uitvoerig verslag van dit ongeluk
in ons blad heeft een lezer tot den
ken gebracht en hij komt tot de con
clusie, dat de eerste hulp bij ernstige
ongevallen- voor Haarlem en omge
ving nog niet te best is geregeld.
Blijkens genoemd verslag toch,-
merkt hij op, werd druk getelefoneerd,
om doktei siiulp, doelt daar 'liet onge
luk gebeurde in de uren, dat dokto
ren luin patiënten bezoeken was geen
dokter t-e bereiken!
Gelukkig was het ongeluk niet. zoo
ernstig als liet zich aanvankelijk liet
aanzien.
Gesteld echter, dat wel direct© me
dische hulp noodzakelijk ware ge
weest? Dan waren misschien menscheu
levens te betreuren geweest, direct of
'korten tijd daarna! En ware liet on
geval in de machinefabriek Gonner-
ni an van nog ernstiger aard geweest
do directie zeide immers bij een ge
wone 'explosie was" van dit gedeelte,
der fabriek geen stuk lieelgebleven",)
dan was onmiddellijke doktershulp,
zeker eisch, maar.onbereikbaar
geweest! i
Onze lezer, meent da'ü deze toestand
snelle verbetering eischl. Een ernstig!
spoorwegongeluk, of andere ongeluk
ken kunnen ieder oogenblik dokters-
hulp vereischen, die natuurlijk beter
is dan de best bedoelde hulp van al
lerwelwillendste maar niet- ondej'legdo
leeken.
Voorgesteld wordt c-cn „dokters*
alarm" als gebruikelijk voor de waar
schuwing der brandweer. Na alarmee
ring door de politie uit het hoofd
bureau zouden heei'en medici zich met'
den inspecteur van dienst in verbin
ding kunnen stellen om de plaats
van liet ongeval te vernemen, terwijl
die ambtenaar, door den eerstaanwe-
zigen dokter ingelicht direct kan „af
danken" wanneer meer hulp niet noo-
dig is. Daarbij natuurlijk vooropge
steld. dat direct ter plaatse van liet
ongeval een wiekijclend politieman
ten dienste vau den dokter is om be
richten per telefoon in de nabijheid,
aan het hoofdbureau over te brengen.
Zijn binnen enkele minuten na het
algemeen dokteralarm geen vermeldin
gen van doktoren ten politiebureeie
ingekomen, dan zonden op hoofdver-
keerspun'ten, als Staionsplein, Gr.
Markt, Amsterdamsche Poort-, etc.,-
reoda belsignalen in werking kunnen
werden gebracht voorzien van het
aesculaapteeken. Een tiental dezer
waarschuwers in onze stad zal zeker
voldoende zijn.
Dit alles zal geld kosten maar voor
ziening is dringend vereischfc.
Inzender eindigt met den wenschl
uit te spreken, dat do autoriteiten
hare aandacht op de zaak zullen ves
tigen, ten einde dit werkelijk ernstig
gebrok aan eerste hulpvevleening bij-
ernstige ongevallen op den duur te
doen verdwijnen.
Feuiifefon
Geautoriseerde vertaling naai; liet
Engelsch van
JEFFERY FARNOL,
10)
Het Wa3 geweldig opwindend, om
zooveel meusctien te ©ntlooptn; tel
kens weer werden we bijna ontdekt
door 'n wandelend paadje, en dat ze
ons niet zagen, kwam alleen maar
doordat ze zoo verdiept- in elkaar wa
len. We iiepan bijvoorbeeld om eeil
lauriei'bosciiSè' heen om iu de schaduw
van het terras te komen, loon we- bij
na een paar in ue armen vielen; maar
ze zagen ons uiot, want zii keek naar
.do maan, en hij naar haar.
„Wat lief van je, Reinout:"' zei ze.
„Waarom noemt ze hem oud, oom
Dick?" vroeg de Robbedoes 1 kliste
rend, toen ik hem meetrok achter eep,
bosclijc. ,,ll;j is heelemaal niet oud,
vind ikl En r.og. pom Dick, zag u zijn
arm? Die lag om
„Jaja!" knikte ik.
„Net als Plet, lie".
„,1a, ja, ik heb het gezien".
„Waarom zou ze hem toch
„Ssst!" viel ik hem in de rede
„hij heette zeker Reinout".
„Nou als ik groot ben, hoop ik dat
niemand me zoo zal noe
„Stil!" zei ik weer. „Geen woord
moei. Daar ia tante Liesbelh!" Zo
stond op liet terras, geen meter van
onze schuilplaats af, en naast haar
stond de lieer .Sehvyn,
„Oom Dick", fluisterde Robbedoes,
„als we lang genoeg blijven kijken,
uenk jo dan da!t meneer Üelwj'n z'n
arm om..."
„Hou je mond!"- fluisterde ik nij
dig.
Liesbeth had een lange zijden japon
aan met een slee.p, een van die din
gen waarvan een man niet, begrijpt
hoe ze aangetrokken worden.
Selwyu slond naast haar met een
bordje met vruchtenijs in de hand.
Hij gaf bet haar en ze gingen zitten.
En toen ik naar haar keek en zag hoe
vermoeid en vervelend ze er uit zag,
en hoe sentimenteel ze naar de maan
keek, had ik werkelijk een voldaan
gevoel.
„Ja", zei Liesbeth, terwijl ze
peinzend een beetje met het
ijs speelde, „hij heeft Dorothy's ge
zicht niet ï'oode en groene strepen ge
verfd en ik weet warempel niet hoe
wo het er ooit nog allemaal moeten
krijgen!"
Selwyn was gepast verontwaardigd
eti mompelde iets over de doeltreffend
heid van terpentijn in zulk een geval.
„Ik moest hem natuurlijk bestraf
fen", vervolgde Liesbeth; „dus ik heb
hem dadelijk na de thee naar bed ge
stuurd en hem heelemaal niet goeden
nacht gezegd of toegestopt; zooals ik
gewoonlijk doe, eu ik hen er dén hee-
ien avond al over aan 'x tobben".
Selwyn was er van overtuigd dat hij
het best maakte en dat hij op dit
oogenblik zelfs heerlijk zou slapen.
Niettegenstaande ik hem. een waar
schuwend kneepje gaf, grinnikt© Rob
bedoes,- maar we werden gered door
het orkestje, dut net op het goede
oogenblik begon te spelen. Selwyn
stond op, bood Liesbeth zijn arm aan,
en ze gingen de 'balzaal weer binnen.
Een voor een volgden de andere pa
ren hen tob liet lange terras verlaten
was.
En op Liesbetli's stoel stond zacht
rose in het schijnsel van de lampions
heb vruchtenijs.
„Oom Dick", zei de Robbedoes op
ernstigen toon,..,ik geloof dat ik nu
even struikroovertje ga spelen".
„Doe wat je maar wilt!" antwoord
de ik, „als we maar weg kunnen ko
men wanneer het uoodig is".
„Goed", Luisterde hij, „ik kom di
rect terug" en voor ik hem kon tegen
houden was hij op bet terras geklom
men en viel op heb ijs aan.
De ontzaggelijke snelheid waarmee,
de Robbedoes dat ijs op at, was wer
kelijk bewonderenswaardig. Vlugger
dan ik hei vertellen kan; was het
nordje leeg. Maar hij had nauwelijks
de laatste hap op of hij hoorde vlak
hij Selwyn's stem. In de haast liet de
xtobbedoes zijn pet vallen een op
zichtig rood en wit ding en voor
nij hem weer pakken kon kwam Lies
beth te voorschijn, gevolgd door Sg-1-
„Het is tiler veel aangenamer", zei
tiij-
Liesbeth liep regelrecht naar de pet
toe het was absoluut onmogelijk dat
ze het ding niet zien zou maar zon
der iets te zeggen viel ze op haar stoel,
neer. Selwyn daarentegen stond met
heb leege bord in zijn hand, en staar
de er met wijd open oogen naar.
„Het is verdwenen!" riep liij uit.
„Oh!" zei Liesbeth,
„Vreemd heel vreemd!" zei Sel
wyn, zette zijn monocle in zijn oog en
staarde verbaasd naar het bordje.
/Waar kan het gebleven zijn?"
„Misschien is het gesmolten!"' op
perde Liesbeth, „en ik had juist zoq'n
trek in ijs!" zuchtte ze.
„Dan zal ik natuurlijk met genoe
gen nog wat voor u halen", zei hij en
liep weg, na nog een wantrouwenden
blik op heb bord geworpen te hebben.
Zoodra Liesbeth alleen was, sloeg
ze de sleep van baar japon opzij en
raapte cle pet op-
„Robbedoes!" fluisterde ze, terwijl
ze opstond. „Robbedoes, kom dadelijk
hier!"
Een oogenblik ademlooze stilte en
toen kwam cle Robbedoes. Je voor
schijn.
„Zoo, tante Liesbethl" zei hij met
gehuichelde» opgewektheid,
„O!" riep ze verdrietig uit, „wr:
beteekent dit toch allemaal; wat doe
je'hier? O, jij ondeugende jongen!"
„Liesbeth!" zei ik, terwijl ik op
mijn beurt opstond en naar haar toe
üep, „geef het kincl geen standje; het
is mijn schuld, laat ik; het je vertel
len, Met een ladder
„Hier niet", fluisterde se, en keek
zenuwachtig naar de halzaal.
„Ga dan me© naar een plek waar
ik het je wol vertellen kan",
„Dab is onmogelijk!"-
„Iiéelemaal niet; je behoeft alleen
maar deze treden af te loopen, dan
kunnen we ongestoord, praten".
„Belachelijk", zei ze, terwijl ze zich
bukte om den Robbedoes, zijn pet op
te zetten, ze kwam op die manier ver
leidelijk dicht bij ons, en het volgen
de oogenblik stond zc naast ons in hot
donker.
„Diclc hoe durf je!"
„Och, zie je, ik moet heb je toch
uitleggen", antwoordde ik heel onder
danig; „ik kon toch dit arme kind
niet laten straffen voor iets wat mijn
schuld is
„Tk ben geen arm kind, Oóm Dick",
stribbelde de Robbedoes tegen; „ik
ben een dappere ridder, en
„Wat mijn schuld is, Liesbeih", ver
volgde ik. „Ik alleen moet je standje
aanhooren, want
„Ssst!/ fluisterde ze, en keek haas
tig' om zich heen.
„Want, door middel van een ladder
Liesbeth, een gewone huis, tuin of
keukenladcler
„O, stil toch!" zei ze'en legde haar
hand op mijn mond, die ik daar on
middellijk probeerde vast te houden,
maar bet volgende oogenblik trok ze
tia.ar hand weer weg. want wo hoor
den het onmiskenbare geluid van na
derende voetsLappeu.
„Ga mee, Tante Liesbeth", fluister
de de Robbedoes. „Vrees niet, we zul
len u redden".
Er wa-s bepaald een soort toover-
lcracht in de lucht dien avond, want
met een vlugge, handige beweging
had Liesbeth haar sleep over haai- arm
gelegd en liepen we met ons drieën
hand in hand over grasvelden en langs
smalle paadjes tusschen geschoren
heggen soms zoo dicht bij elkaar
dat ik een lok van haar mooie haar
langs mijn gezicht voelde strijken,
bijna alsof het óeu liefkozing was. F.r
was heu-sch iets tooverachtigs in de
lucht dien avond!
Plotseling bleef Liesbelh hijgend'
stilstaan.
„Heb je ooit zoo iéts krankzinnigs