HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur Rubriek voor onze Jeugd Stadsnieuws OTERS zijn kleine AMentiën, in het Alg. Handelsblad ROBBEDOES WOENSDAG 11 JULI 1923--TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 162 De dooden-akkers in België en Noord-Frankrijk De loopgraaf der bajonetten. Van de doodenakkers. De „militaire" kerkhoven. De zerg der Engel* schcn voor hunne kerkhoven in Vlaanderen en Frankrijk. De Engelsche inlichtingsdienst voor de militaire kerkhoven. De Fransche soldatenkerk- hoven. Op het kerkhof te SOuain, In het land van den vijand begraven. i Loopgraaf der Bajonetten bij Verdun. Eerbied voor de dooden! - Benige maanden geleden was ik op Let slagveld van Waterloo. Ik zoc-Lt et- naar de graven der gevallenen, maar ik vond ze niet. Er waren monumen ten voor de Haniioveranen, voor Ko lonel Gordon, voor de Belgen, voor de Fransche Garde en er was de ..Leeuw van Waterloo", maar dat was al IWaar de duizenden onbekenden te ruslen liggen die op de veleliën gesneuveld zijn, men weet hel-niet! Da ploeg sniidt door den grond, waar eens zoo vel© Eugelsclien, Fraiischen ou Hoil- landórs in gemeensohappelijkeii graven zijn neergelegd. Men loopt er over de dooden, zonder dat men er zelfs eenig vermoeden van Leeft. Geen enkel kruis zelfs roept de herinnering op aan de duizenden, die daar gevallen zijn. Hoe geheel anders is dit op de slag velden van V'Iaanclerfeu en Noord- Frankrijk! Wanneer alle'vernielde dorpen en steden weer- zullen zijn op gebouwd. wanneer eens het gele ko ren weer zaL golven over liet door ijzer en lood omwoelde land, wanneer hoo- ge boomen opnieuw hun schaduwen zullen werpen over de witte wegen, waarlangs de vernietigende granaten al het groen hebben weggevaagd, dan zullen de vele cl dodenakkers met hun rijen van duizendo zwarte en witte kruisen en hun ónbeflbare grafsteenen' den mensoh nog toeroepen, wat oor log is! Want niets is zóó overtuigend, en veelzeggend als een soldatQiikerk- hof met twintigduizend zwijgende grafsteenen of kruisen. Hoevele kerkhoven wij op onze tochten door Vlaanderen en Noord- Frankrijk zijn Voorbijgegaan, ik zou liet niet kunnen zeggenOveral en tel kens weer ziet me.n die do oden velden,' waarin de rijen van kruisen ol' grat- sleenen, soms in vex'bijsterend aantal, elkander opvolgen. Tot in den dood zijn de gesneuvel den militair gebleven", de dooden liggen er in rij en gelid. Een militair kerkhof met al zijn uniforme kruisen, is als een revue van gesneuvelden; compagnieën, bataljons, regimenten, brigades van kruisen altijd maar gelijke kruisen, volgen elkander op. Men denkt aan een paradeveld van dooden, waarin de -bataljons van krui sen „in massa" zijn opgesteld, de Duit sche bataljons, in liet zwart, de Fran sche in het wit! Want zelfs in den dood liggen ze gescheiden, dragen zij hun eigen kleur, hun eigen uniform. De Eugelsehen zijn evenals de Ame rikanen reeds sinds lang begonnen de houten kruisen to vervangen clooa- witt-e rechtopstaande grafstee oen. Het is treffend te zien, met welk' een piëteit deEngelschen de kerkhoven van hun gevallen landgenooten in Frank rijk en België verzorgen. Htko doode heeft er ziin eigen grafsteen, waarop onder liet embleem van zijn regiment of zijn wapen de naaui is gebeiteld en de datum, waarop hij is gestorven. Anjelieren, muurbloemen en witte violieren bloeien op de graven, die door een gazon van frisch. gras wor den gedekt. In het midden van Let kerkhof staat een groot steenen kruis., met metalen zwaard, waarom heen 4 taxisscn zijn geplant. Op een wit bord, naast eon breede steenen trap, die toegang geeft tot den doodenak- ker, ©Laat - in - groote, zwarte letters de naam vermeld van het kerk hof, welk© naam meesbal dezelfde is., ails die van de plaats of de stelling, waar het gros der manschappen is ge- Vallen. Do Enge'lsehen hebben in Frankrijk ter voorlichting van hun landgenooten een uitgebreid en inlichtingsdienst voor de militaire kerkhoven ingesteld De namen van alle gesneiivelJen zijn in grootó registers ingeschreven met vermelding der kerkhoven, waar zij zijn begraven. Op ieder kerkhof vindt men aan den ingang in een blikken bus© die door eiken bezoeker kan wor den geopend, een naamlijst, waarop in apilhabetisohe volgorde de namen voorkomen van de dooden, die er be graven liggen. Achter de namen slaan dc nummers der graven vermeid-, be nevens de afdeelmg en dé rij waarin het graf ligt. zoodat ieder, ook zo.nder eonige verdere voorlichting, onmid dellijk liet graf ka.n vinden, dat hij we-nscht te bezoeken. Dc Fransche soldaten-kerkhoven met hun houten kruisen doen naast dóe der Engelschen en Amerikanen min -of meer „provisoir" aan. Men verteld© mij, dat ook op de kerkhoven der Fransche de witte houten krui sen door grafsteenen zullen worden vervangen. De dooden moesten echter achterstaan bij de levenden, voor wie in de verwoeste gebieden nog zoo on noemelijk veel was te doen. Maar de bloemen, do kransen en de lini.en, die overal op deze uitgebreide doodenve-l- den bij de houten kruisen zijn neer gelegd, spreken meer nog dan kou de, kille, uniforme steenen van de warme liefde voor de dooden, die daar begraven liggen. Het was cp een middag te Souain, op cén der grootste Fransche soldaten- kerkhoven. dat ik een klein tafereel tje zag. dat ik niet spoedig zal ver geten. Do wachter eert jonge inv-alli- de, die door een schotwond liet gebruik van zijn rechterarm voor goed moest missen had ons voor een plotseling opgekomen Qbweersbui een schuil plaats in zijn wachthuisje aangeboden. Wij zaten er met ons vieren, een Alge rijn. d© invalide, mijn vriend en ik. Hét kerkhof met zijn meer dan 20.000 witte kruisen lag daar eenzaam ©n verlaten onder den stroomenden re gen te midden van iele eindelooze Champagne-vlakte, die overal nog de sporen van.den oorlog draagt.. De wachter vertelde ons van den moorddadigen strijd, die daar hij Souain. Tahure e.n Ferthe 'les ïïurlus in '15 gestreden was en waaraan hij zelf had deelgenomen. Ik keek naai de duiz.ende kruisen die daar stonden als zoovele stomme getuigen van zijn somber verhaal. Toen zag ik op eens over den ©mallen landweg van Souain drie zwarte figuren langzaam nade ren het waren twee mannen c-n een oude Brctonsche boerin, die moei zaam voortschreden door de plassen en modderpoelen van den tmallen •landweg. Het oude vrouwtje droeg, zorgzaam onder haar kap een kruis ■an bloemen. Onder den stroomenden regeii deden die Uvee mannen en de Bretonsche boerin mij denken.aan drie bedevaartgangers, die ter processie gin gen. „Zoo komen er dagelijks hier naar Souainzei 0119 de wachter, „soms heelemaal uit het zuiden van Frank rijk Zij hebben eens in het jaar de reis vrij om de graven van hnu ge sneuvelde naaste verwanten op te zoeken!" Even keek hij naar de twee, mannen en cle oude boerin, in haar rte kleed. Toen zei hij„Al dui zenden heb ik er zóó gezienI. la, de 'oem wordt duur betaald!" Het oudje en de twee mannen let ten op den regen niet. Zij wisten blijk baar den weg op dezen doodenakker. Zonder te zoeken, liepen zij tusschen de kruisen door. Toen wij even later weggingen, zagen wij de twee mannen staan bij een grafhet vrouwtje lag er voor neergeknield, het kruis met bloemen in de hand. Hoeveel gebeden zullen zijn opgestegen .voor die witte kruisen, waarop onder heb „Mort pour la France" enkel een naam en een rang staan vermeld. De kerkhoven met de zwarte kruisen liggen er verlaten en onbetreden. Hier heen komt niemand 0111 er bloemen neer te strooien op do graven- Daar onder die zwarte .kruisen liggen de gevallenen in heb vijandelijk land, Er is de eerbied voor den dood, maar de liefde, die zich uit in bloemen, kran sen en gebeden, ontbreekt. Een enke le maal komt er een bezoeker uit den Elsass, die zijn doode daar weet tus schen al die Duitsche graven en er is de waker, die het grint harkt, de pa den schoffelt en een kruis, dat is om gewaaid, weer recht zet op een graf. Ik zag soldaüenkerkhoven van Fran- schen en Duitsohers vlak naast elkaar als in het leven zijn zij gescheiden ook in den dood! Alleen de leeuwerik, hoog in de lucht, kent geen verschil en zingt over alle graven gelijkelijk zijn lentelied. Nergens voelt men het „Wee den Overwonnenesterker dan op een Duitsch soldatenkerkhof in Frankrijk! Men cïenke echter niet, dab de Fransch man te kort schiet in respect voor de graven van den gesneuvelden vijand Het tegendeel is waar! Wanneer wij mei een auto een militair kerkhof pas seerden, zou niemand der inzittenden jooit verzuimen zijn hoofd te ontbloo- ten of te saluecren en ik méld het- hier met oprechte voldoening nooit werd er onderscheid gemaakt tusschen een Fransch of een Duitsch soldaten- kerkhof. Hét was een bewijs van rid derlijken eerbied, die mij als .vreem deling telkens weer trof, Er is in Frankrijk ee.n groot solda- tengraf, dat op ieder, die het bezoekt, een onvergctelijken indruk zaï maken. Heb is liet gemeenschappelijk graf der gesneuvelden in dc „Tranchée des Baïonettes" bij Verdun, waarboven door een Amerikaan een groot mocu- ment is geplaatst, "opdat geen men schenvoet dezen gewijden grond ooit meer zal betreden. Onder dit monu ment liggen 165 man, jonge bereis, al ien uit Anjou, begraven zóó als zij gesneuveld zijn, het geweer met op^e- plante bajonet in de hand, gereed voor den aanval, staande naast elkander in de loopgraaf, toen een storm van granaatvuur hen allen gelijkelijk be groef. De verroeste bajonetten en de ge- weerloopen,die nog boven den grond uitsteken, zijn van een de keel toe- snoerende realiteit! Men staart er naar met ontzetting het is als een „moment-opname' van den doodMen ziet plotseling voor zich, wat de grond daar vcor het oog bedekt. Het is de oorlog in zijn meest gruwelijke verschrikking! Toen ik op de kruisen, die tusschen de bajonetten zijn ge plant, de woorden las.,l"ram;ius in- connu" was het,mij, pf ik pas voor het eerst de bet-eekenis dier woorden ten volle begreep. J. B. SCHUIL. Raadseloplossingen Raadseloplossingen ontvangen van: Zwaluw 5 13e kleine Spoorman 6 Bruin oogje 6 Karei de Groote 5 13e kléine Muzi kant 5 Heidebloempje 5 Heidepla-ntje 5 ivn age lijntje 6 Trippolpootje 6 Bruinoogje ie Heemstede 5 P. J, Oschalz 5 Juf feitje in 't groen 4 Jacob Labeur 4 Kosmos 4 Zon.nepi-irisosje 4 Pinokfltio 4 Keetje en Dirk van Velzen 4 Wilheluiina P. 5 Boe rinnetje 5 Napoleon 6 Robinson 6 Kleine Zonnepit 5 Woelwater 6 Zaandammertje 55 Bloemenvricndinnetje 5 Anemoon 5 Con troleur G Kerstboompje 6 Blond kopje 6 Goudkopje 5. Ruiirubriek ZONNEP RINSES JE vindt het heel vriendelijk, dat Eubrielcertjes haar boe ken willen leenen. Zij woont Pri.nselaan 3 te Heemstede. De Prinselaau is lo berei ken, wanneer men van het eindpunt van de eleotrische tram loopt tot dé tweede brug. Dan rechtsaf. Het Gelukskind door W. B—Z. -4 I De glazen deur, die naar het bordes voerde, stond open. Opeens, daar klinkt kindergeroep tot hem door. Een klein fijn stemmetje s',3 vain een kerkklokje uil lang vervlogen tijd. Als zijn Kind eens riep? Als een dief sluipt hij naar 'het bordc 't Witte ledikantje trekt zijn aandacht. I-lij nadert 'het. Gerdaai.je heeft zich opgericht. Haar zwarte kijkers boren zich in de zijne. Ze huilt niet meel', ze lacht. Ze strekt de handjes uit en hij. Hij grijpt de mollige knuistjes, hij grijpt het heele kindje. Hij drukt bet tegen zich aan, bergt hot in zijn jas en snelt dan voor! de buitontrap langs. Een minuut later loopt hij op den boulevard, met knikkende knieën, hijgende adem, met het kind stijf tegen zijn borst gedrukt. De en zo ie vo< bijgaïigers slaan geen acht op hem. 15v zet hij zich op -een steenen bank en haalt suikergoed uit zijn jaszak. Het kind ee het graag op en zégt t-a, ta eu hij kusi het keer op keer, de tranen si roomer zijn wangen cn zijn lippen prevelen dankgebed. Dan gaat hij naar dichtbij gelegen station. Daar staat koffer is een reisplaid. Hij wikkelt het kind daarin. Verbaasd kijkt ze naar ai zijn bewegingen. En als -haar lipje gaat hangen,, geeft hij haar nieuw suikergoed. ,Moet U nog een biljet nemen voor den HoUandsoheii trein? Dan vlug meneer. Nog vijf- minuten," Hij ontwaakt uit zijn Ja, hij zal naar Holland gaan. Daar zal hij veilig zijn met zijn kind, Want on- omstóotelijk staat het bij hem vast, dat hot zijn kind is. De beeltenjs van zijn ge storven vrouw rijst voor hem op bij 't 'ohouwen* van dit donkere meisjes kopje. Toen de vijf minuten oin warenzette de Iiüllandschb trein zich in beweging en de kleine Gerda ging met haar nieuwen vader terug naar hot doktershuis. Gerda lag al J-ang niet meer in haar le dikantje'toen mevrouw vaar Beerbruggen builen zichzelf van woéde haar gezel schapsjuffrouw toesnauwde: „Als U nu t oogenbliltkelijk naar dien man gaat hem vertelt, dat ik niet voor hem te spreken hem, kunt U zich ontslagen ach- uit uw betrekking." „Mevrouw!" I-Iet- klonk als een angst kreet. Waar zou juffrouw Stephenson 'heen moeten, als kb werd weggestuurd uit een betrokking, waar ze was verouderd en vergrijsd. „U kunt kiezen of deelen," klonk het ijskoud. „Maar hij zal niet willen gaan," durfd- ze te bowcrcn. „Niet willen gaan? Dan zal ik dadelijk den oberkellner waarschuwen, desnoods moet de politie dan maar opgebeld wor- Juffrouw Stephenson ging met looden schoenen. En toen ze zich -uit de kamer verwijderd had, spoedde mevrouw Beerbruggen zich naar het bordes, had door 'haar opgewondenheid zelfs hel kind vergeten. Als het eens wakker gewor den was en om haar had geroepen! 't W; stil en rustig op liet bordes. Ze nadorae ojp haar teenen het witte ledikam-tje. „Gerdaatjel" Toen een snerpende kreet en als een doode zakte ze voor het bedje Eenige kelLners, die juist in de nabijheid waren en het gillen gehoord hadden, snelden toe. Ze tilden de bewustelooze dame op, leg den haar op een divan en terwijl tie een de wacht hield, snelde de ander maar den telefoon om hulp te verkrijgen. Juffrouw Stephenson vroeg juist aam der bedienden, of ze ook dien bezoeker van straks hadden zien vertrekken. Neen, hij had niets gezien. Maar daar- kwam ecu ander vertellen, dat er boven een dame was flauw gevallen, 't Interesseerde juf- fvóuw Stephenson eerst niet veel. kende hier niemand. „Wie?" vroeg de amdeTe bediende. „Die Hollondsche. Hoe heet ze weer?" „Zijn hier nog meer Hollanders?" vroeg nu do juffrouw eensklaps. „Waar is de juffrouw? Waar is de ge zelschapsjuffrouw?" blonkeu nu verwar de stemmen van boven af. „Gezelschapsjuffrouw?" Het duizelde juffrouw Stephenson. Wat ging er nu weergebeuren „Daar is ze. Daar slaat ze," klonk het. Mensc'hen verdrongen zich om de ver schrikte dame heen en de een zei, dat haar mevrouw dood was, een ander be weerde, dat ze niet dood, maar bewuste loos was. Een derde, sprak van een ge stolen kind, een vierde durfde' brutaal weg vragen: „Weet II iets van dat kindje at?" 't Was hetisoh geen wonder geweest als juffrouw Stephenson.-ook haar bewustzijn had verloren. Wel gonsde en bonsde het haar hoofd, maar een ding kwam tot arbeidhaar mevrouw was iels over komen. En ze drong zich door de steeds mgroeiende menigte heen en snelde „De dokter is binnen," sprak het kamer meisje. ~"ug opende ze de deur. Gelukkig, me- w was niet dood. Ze had. de oogen geopend, maar een wereld van smart was te lezen. (Wordt vervolgd.) Brievenbus Nieuwelingen zijn.: JAN RICHEL, oud? Raadhuisstraat 77, Heemstede, 2de nieuweling in de maand De 10de nieuweling in iedere maand angt een boek in prachtband. Brieven aan de Redactie van de Kin derafdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERGZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21rood. (In de bus gooien zonder aanbellen.) MEVR. v. d. L.—D. en NELLIE J. dank ik hartelijk voor de mooie kaart. WOELWATER. Je fietst zéker alle dagen. Nu zal niemand meer klagen over het wegblijven van den zomer. Laten we er nu maar van genieten, zooveel als we kunnen. ROBINSON. Je raadsels zijn goed. NAPOLEON. Je raadsels zijn goed. BOERINNETJE Ben je al laDg bij tante? Wat scheelt moederr Waar ben je op. school? ZONNEPRTNSESJE. Het doet me ge noegen, dat het zoo goed met je gaat. De zon zal zeker het beste geneesmiddel voor je zijn. BRUINOOGJE TE HEEMSTEDE. Heb je een eigen kamertje? Dat is altijd zoo'm heerlijk bezit. Nu zal er toch met de beide Bruinoogjes geen venyarring komen. Zoo heel dik schrijf je niet, ik vind hel heuseh nog al netjes. Prettig, dat moe der zoo gauw jarig is. Over je verdere ont boezemingen zal ik maar niets schrijven, 't Hindert niet, of de oplossingen door elkaar staan. KNAGELIJNTJE. Wat ben jij èen ondeugend Knagelijntje om strafwerk te moet enschnjven voor school. En die vriendin is, geloof ik, nog stouter. Jo v. d. P. kan nu lezen, waar de Prinselaan is. Kom je wel eens bij Zonneprinsesje? Je raadsel .vind ik wel wat vaag. Wat weet „iedere guit van een mark af"? TRIPPELPOOT. Dezen schuilnaam mag je houden. Voor een eersten brief zag je werk er al heel knap uit. HEIDEP-LANÏJ E. Dan reken ik maar op een volgende keer. Wanneer ga je een schoolreisje maken? En waar is de reis naar toe? Een bootreis is nu wel T allerprettigste. HEIDEBLOEMPJE. Ik wénscli de vriendinnen morgen veel genoegen. Bert je alle Zondagen tot twee uur bezet? DE KLEINE MUZIKANT. Hoeveel woorden had je van den wedstrijd Wat jij weinig vondt, vond ik misschien vee! Als 't een mooie kick is, is 20 cent niei duur. KAREL DE GROOTE. Je raadsel Is ANEMOON. 'k Heb je nul-aanvraag herhaald, natuurlijk is een meisje van je leeftijd het aardigste voor je. Dus Dins dag heb je liefdewerk verricht. Je hebt Je beste beentje zeker voorgezet, 'k Wensen je Donderdag heel veel genoegen. Wat maken jullie een yerre reis. EEN NAAMLOOZE dank ik voor de mooie kaart van „Nieuw Bussum". Met een naam was ze me nog welkomer ge weest. BLOEMENVRIENDINNETJE. Nu is 't Zanijyoortsch weertje, hè. De witte jur ken verrichten zeker uitstekende diensten. Wat zal die Aafje een plezier hebben, als ze met jullie uitgaat. Ik ben van plan verschillende wedstrijden voor de vacantie uit te schrijven. Dus daar is voor jou vast wel iets bij. Zet je varenplantje vooral niet in de zon, daar kunnen varens niet ZAANDAMMERTJE. Al weer eens naar Za.ndvoort geweest? Lekker ne dat geplas in de zee. Wal jammer, dat je wed- strijdwerk is mislukt. Ik hoop, dat je een volgende keer prijswinster zult zijn. Is het zwempakje al ingewijd? Ga je nu Vrij dag naar Marken? Dan wcnsch ik je heel veel genoegen. GOUDKOPJE. - Hob js gisteren vcsl genoten? Bil kwam je lekker verbrand eu gebruind thuis? Ik hen zeer benieuwd naar je volgende briefje. BLONDKOPJE.Ik hoop, dat de prijs naar je zin is. Me dunkt, 't is juist iets voor zoo'n kleine peuter. GEMS. Heb ik je. lievelingswenseh niet vervuld Is het bootreisje nog door gegaan Hoe vond je de kleine Markers met haar pijpeftrullen? Je raadsel is goed. VOSJE. Hartelijk dank voor die prachtige kiek van de mine. Ben je er met de klas naar toe geweest? MELATÏI. 'ik Heb je wensch ver vuld. En ik hoop, dat dit boek steeds een prettige herinnering aan de Rubriek zal zijn. Hoe is het met de Eransche proef afgeloopen Gefeliciteerd met je verdere vrijstelling. Wat heb je nu een reuze-va- oantie. ZUS EN BROER. Hebben jullie een mooien tuin? Met deze warme d-agen ls het e6n groot voorrecht zijn eigen buiten tje te hebben. Daar zijn wij bovenhuis- jaloerscli op. W. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21rood. Haarlem, 11 Jull'1923. STAATSCOURANT. De Staats courant bevat de statuten van de N.V. Nederlaudsohe Export- on Com missiehandel, welke zicli ten doel stelt: a. het drijven van koophandel in den meest uit-gebreiden zin des (woords voor eigen rekening; b. het in- koopen of verkoopen voor rekening) van derden op commissieibasis; c. het geven van adviezen, zoowel op koop- ans als op technisch gebied; d. het INGEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Cis. per regel. Men koopt een Trefferbiljet bij de advert.bur., boekhandel, de kiosken of onze agenten a f 2 waardoor de advertentie is be taald. Op het biljet wordt de adv. geschreven en aan ons op gezonden. Agent voor Haarlem: Fa. A. Vernout, Warmoesstr. 10 vertegenwoordigen van binnen- én buitenlandse!!© buizen in d-cn ruimsten zin des woords;; e. bet verkrijgen vaii onroerende goederen ten name dier vennootschap door aankoop of op svel- ke wijze dan ook, in recht van eigen dom, opstal, erfpacht of huur en het verkoopen of op andere wijze ver vreemden dier zakelijke rechten; f het koopen of verkoopen van octrooien en (of patenten en) of het zelf. in ex ploitatie nemen daarvan, zoowel voor eigen rekening als voor rekening van derden. Het kapitaal bestaat uit f 25000, a f 500 waarvan geplaatst," en volgestort f'13000 in contanten. EERSTE HULP BIJ ERNSTIGE ONGELUKKEN. 1 Een ieder iigt nog versc-i in het geheugen het ongeluk der vorige) week. liet uitvoerig verslag van dit ongeluk in ons blad heeft een lezer tot den ken gebracht en hij komt tot de con clusie, dat de eerste hulp bij ernstige ongevallen- voor Haarlem en omge ving nog niet te best is geregeld. Blijkens genoemd verslag toch,- merkt hij op, werd druk getelefoneerd, om doktei siiulp, doelt daar 'liet onge luk gebeurde in de uren, dat dokto ren luin patiënten bezoeken was geen dokter t-e bereiken! Gelukkig was het ongeluk niet. zoo ernstig als liet zich aanvankelijk liet aanzien. Gesteld echter, dat wel direct© me dische hulp noodzakelijk ware ge weest? Dan waren misschien menscheu levens te betreuren geweest, direct of 'korten tijd daarna! En ware liet on geval in de machinefabriek Gonner- ni an van nog ernstiger aard geweest do directie zeide immers bij een ge wone 'explosie was" van dit gedeelte, der fabriek geen stuk lieelgebleven",) dan was onmiddellijke doktershulp, zeker eisch, maar.onbereikbaar geweest! i Onze lezer, meent da'ü deze toestand snelle verbetering eischl. Een ernstig! spoorwegongeluk, of andere ongeluk ken kunnen ieder oogenblik dokters- hulp vereischen, die natuurlijk beter is dan de best bedoelde hulp van al lerwelwillendste maar niet- ondej'legdo leeken. Voorgesteld wordt c-cn „dokters* alarm" als gebruikelijk voor de waar schuwing der brandweer. Na alarmee ring door de politie uit het hoofd bureau zouden heei'en medici zich met' den inspecteur van dienst in verbin ding kunnen stellen om de plaats van liet ongeval te vernemen, terwijl die ambtenaar, door den eerstaanwe- zigen dokter ingelicht direct kan „af danken" wanneer meer hulp niet noo- dig is. Daarbij natuurlijk vooropge steld. dat direct ter plaatse van liet ongeval een wiekijclend politieman ten dienste vau den dokter is om be richten per telefoon in de nabijheid, aan het hoofdbureau over te brengen. Zijn binnen enkele minuten na het algemeen dokteralarm geen vermeldin gen van doktoren ten politiebureeie ingekomen, dan zonden op hoofdver- keerspun'ten, als Staionsplein, Gr. Markt, Amsterdamsche Poort-, etc.,- reoda belsignalen in werking kunnen werden gebracht voorzien van het aesculaapteeken. Een tiental dezer waarschuwers in onze stad zal zeker voldoende zijn. Dit alles zal geld kosten maar voor ziening is dringend vereischfc. Inzender eindigt met den wenschl uit te spreken, dat do autoriteiten hare aandacht op de zaak zullen ves tigen, ten einde dit werkelijk ernstig gebrok aan eerste hulpvevleening bij- ernstige ongevallen op den duur te doen verdwijnen. Feuiifefon Geautoriseerde vertaling naai; liet Engelsch van JEFFERY FARNOL, 10) Het Wa3 geweldig opwindend, om zooveel meusctien te ©ntlooptn; tel kens weer werden we bijna ontdekt door 'n wandelend paadje, en dat ze ons niet zagen, kwam alleen maar doordat ze zoo verdiept- in elkaar wa len. We iiepan bijvoorbeeld om eeil lauriei'bosciiSè' heen om iu de schaduw van het terras te komen, loon we- bij na een paar in ue armen vielen; maar ze zagen ons uiot, want zii keek naar .do maan, en hij naar haar. „Wat lief van je, Reinout:"' zei ze. „Waarom noemt ze hem oud, oom Dick?" vroeg de Robbedoes 1 kliste rend, toen ik hem meetrok achter eep, bosclijc. ,,ll;j is heelemaal niet oud, vind ikl En r.og. pom Dick, zag u zijn arm? Die lag om „Jaja!" knikte ik. „Net als Plet, lie". „,1a, ja, ik heb het gezien". „Waarom zou ze hem toch „Ssst!" viel ik hem in de rede „hij heette zeker Reinout". „Nou als ik groot ben, hoop ik dat niemand me zoo zal noe „Stil!" zei ik weer. „Geen woord moei. Daar ia tante Liesbelh!" Zo stond op liet terras, geen meter van onze schuilplaats af, en naast haar stond de lieer .Sehvyn, „Oom Dick", fluisterde Robbedoes, „als we lang genoeg blijven kijken, uenk jo dan da!t meneer Üelwj'n z'n arm om..." „Hou je mond!"- fluisterde ik nij dig. Liesbeth had een lange zijden japon aan met een slee.p, een van die din gen waarvan een man niet, begrijpt hoe ze aangetrokken worden. Selwyu slond naast haar met een bordje met vruchtenijs in de hand. Hij gaf bet haar en ze gingen zitten. En toen ik naar haar keek en zag hoe vermoeid en vervelend ze er uit zag, en hoe sentimenteel ze naar de maan keek, had ik werkelijk een voldaan gevoel. „Ja", zei Liesbeth, terwijl ze peinzend een beetje met het ijs speelde, „hij heeft Dorothy's ge zicht niet ï'oode en groene strepen ge verfd en ik weet warempel niet hoe wo het er ooit nog allemaal moeten krijgen!" Selwyn was gepast verontwaardigd eti mompelde iets over de doeltreffend heid van terpentijn in zulk een geval. „Ik moest hem natuurlijk bestraf fen", vervolgde Liesbeth; „dus ik heb hem dadelijk na de thee naar bed ge stuurd en hem heelemaal niet goeden nacht gezegd of toegestopt; zooals ik gewoonlijk doe, eu ik hen er dén hee- ien avond al over aan 'x tobben". Selwyn was er van overtuigd dat hij het best maakte en dat hij op dit oogenblik zelfs heerlijk zou slapen. Niettegenstaande ik hem. een waar schuwend kneepje gaf, grinnikt© Rob bedoes,- maar we werden gered door het orkestje, dut net op het goede oogenblik begon te spelen. Selwyn stond op, bood Liesbeth zijn arm aan, en ze gingen de 'balzaal weer binnen. Een voor een volgden de andere pa ren hen tob liet lange terras verlaten was. En op Liesbetli's stoel stond zacht rose in het schijnsel van de lampions heb vruchtenijs. „Oom Dick", zei de Robbedoes op ernstigen toon,..,ik geloof dat ik nu even struikroovertje ga spelen". „Doe wat je maar wilt!" antwoord de ik, „als we maar weg kunnen ko men wanneer het uoodig is". „Goed", Luisterde hij, „ik kom di rect terug" en voor ik hem kon tegen houden was hij op bet terras geklom men en viel op heb ijs aan. De ontzaggelijke snelheid waarmee, de Robbedoes dat ijs op at, was wer kelijk bewonderenswaardig. Vlugger dan ik hei vertellen kan; was het nordje leeg. Maar hij had nauwelijks de laatste hap op of hij hoorde vlak hij Selwyn's stem. In de haast liet de xtobbedoes zijn pet vallen een op zichtig rood en wit ding en voor nij hem weer pakken kon kwam Lies beth te voorschijn, gevolgd door Sg-1- „Het is tiler veel aangenamer", zei tiij- Liesbeth liep regelrecht naar de pet toe het was absoluut onmogelijk dat ze het ding niet zien zou maar zon der iets te zeggen viel ze op haar stoel, neer. Selwyn daarentegen stond met heb leege bord in zijn hand, en staar de er met wijd open oogen naar. „Het is verdwenen!" riep liij uit. „Oh!" zei Liesbeth, „Vreemd heel vreemd!" zei Sel wyn, zette zijn monocle in zijn oog en staarde verbaasd naar het bordje. /Waar kan het gebleven zijn?" „Misschien is het gesmolten!"' op perde Liesbeth, „en ik had juist zoq'n trek in ijs!" zuchtte ze. „Dan zal ik natuurlijk met genoe gen nog wat voor u halen", zei hij en liep weg, na nog een wantrouwenden blik op heb bord geworpen te hebben. Zoodra Liesbeth alleen was, sloeg ze de sleep van baar japon opzij en raapte cle pet op- „Robbedoes!" fluisterde ze, terwijl ze opstond. „Robbedoes, kom dadelijk hier!" Een oogenblik ademlooze stilte en toen kwam cle Robbedoes. Je voor schijn. „Zoo, tante Liesbethl" zei hij met gehuichelde» opgewektheid, „O!" riep ze verdrietig uit, „wr: beteekent dit toch allemaal; wat doe je'hier? O, jij ondeugende jongen!" „Liesbeth!" zei ik, terwijl ik op mijn beurt opstond en naar haar toe üep, „geef het kincl geen standje; het is mijn schuld, laat ik; het je vertel len, Met een ladder „Hier niet", fluisterde se, en keek zenuwachtig naar de halzaal. „Ga dan me© naar een plek waar ik het je wol vertellen kan", „Dab is onmogelijk!"- „Iiéelemaal niet; je behoeft alleen maar deze treden af te loopen, dan kunnen we ongestoord, praten". „Belachelijk", zei ze, terwijl ze zich bukte om den Robbedoes, zijn pet op te zetten, ze kwam op die manier ver leidelijk dicht bij ons, en het volgen de oogenblik stond zc naast ons in hot donker. „Diclc hoe durf je!" „Och, zie je, ik moet heb je toch uitleggen", antwoordde ik heel onder danig; „ik kon toch dit arme kind niet laten straffen voor iets wat mijn schuld is „Tk ben geen arm kind, Oóm Dick", stribbelde de Robbedoes tegen; „ik ben een dappere ridder, en „Wat mijn schuld is, Liesbeih", ver volgde ik. „Ik alleen moet je standje aanhooren, want „Ssst!/ fluisterde ze, en keek haas tig' om zich heen. „Want, door middel van een ladder Liesbeth, een gewone huis, tuin of keukenladcler „O, stil toch!" zei ze'en legde haar hand op mijn mond, die ik daar on middellijk probeerde vast te houden, maar bet volgende oogenblik trok ze tia.ar hand weer weg. want wo hoor den het onmiskenbare geluid van na derende voetsLappeu. „Ga mee, Tante Liesbeth", fluister de de Robbedoes. „Vrees niet, we zul len u redden". Er wa-s bepaald een soort toover- lcracht in de lucht dien avond, want met een vlugge, handige beweging had Liesbeth haar sleep over haai- arm gelegd en liepen we met ons drieën hand in hand over grasvelden en langs smalle paadjes tusschen geschoren heggen soms zoo dicht bij elkaar dat ik een lok van haar mooie haar langs mijn gezicht voelde strijken, bijna alsof het óeu liefkozing was. F.r was heu-sch iets tooverachtigs in de lucht dien avond! Plotseling bleef Liesbelh hijgend' stilstaan. „Heb je ooit zoo iéts krankzinnigs

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5