Oe man uit Maloba
HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1923 - TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeks.)
No. 169
Amiens en Rijssel.
DE CATHEDRAAL TE AMIENS,
Eon herstolde stad. De stratoRisohc bcteclienis van Aniions. Do oathedraal
van Amiens. Hoo ik de cathodraal zag. Do stad Amfons. „RUoksiohtloser
Krieg." Hot bombardomsnt van Rijssel in 1954. Do Botirs van Cordonnior.
Het was een verademing, toen wij r.-a
Lens. Arras en Albeit eindelijk weer eens
in een gave, heele stad kwamen. Want
Amiens moge van het bombardement in
1918 vrij zwaar te lijden hebben gehad,
het was weer zoodanig hersteld, dat van
oorlogsschade nog slechts heel weinig te
bespeuren viel. Wanneer man door 'de
straten van 'Amiens wandelt, ziet men
eigenlijk niet meer, dat ook deze stad een
tijd van beproeving heeft moeten door
staan. Maar toen ik in het hotel plotse
ling voor een letterlijk doorzeefde deur
stond ik telde meer dan"35 kogelgaten
en ik op een koperen plaat de woorden
las: „Deze deur blijft als herinnering
aan het bombardement van 18 April 1918",
toen1 begreep ik, wat voor storm zelfs over
deze schijnbaar ongeschonden stad was
gegaan.
Tot op een afstand van' 16 IC.31. zijn de
Duitscliers na het groote Maart-offensief
in 1918 Amiens genaderd. Toen werd hun-
het onverbiddelijk „en ne passé pasl"
toegeroepen en de stad, die door haar lig
ging tusschen Parijs en Calais voor beide
partijen van zoo groot strategisch belang
was, bleef voor de Fransehen behouden.
Ik herinner mij nog, hoe ik in die da
gen van April '13 met spanning lederen
dag de berichten las van de vorderingen
der Duitschers in de richting van de
„deur van Calais" en dat ik in de ..Il
lustration1' voor het eerst een foto zag
van de door zware zandzakken bescherm
de portiek van de beroemde calhedraal.
Hoe kwam mij dit alles weer in gedachte
toen ik daar stond voor de monumentale
hoofdkerk van Amiens! En hoe volkomen
begreep ik de voldoening der Franschen.
dat althans dit prachtige, grootscho bouw
werk niet door ruw, barbaarsch geweld
vernield is geworden I Want al is dan ook
de calhedraal van Amiens tijdens het
bombardement negen maal getroffen ge
weest, de schade was gelukkig niet van
dien anrd, dat zij niet gemakkelijk her
steld kon worden. Het „halt!" dat den
Duitschers vóór Amiens werd toegeroe-
pen, was niet alleen een strategische
overwinning voor de Franschen, het be-
teekende tegelijk een culiureele zegepraal
omdat daardoor óén der schoonste monu
menten van Frankrijk voor de menscli-
heid bewaard is gebleven.
O. ons bezoek aan de calhedraal van
Amiens, hoe zal ik het ooit kivnnen ver
gelen! Alles in' deze korlc is van de meest
pure schoonheidToen wij ér waren, werd
juist door den bisschop, het sacrament
van het tweede vormsel aan honderden
jongens en meisjes toegediend. Nog zie
ik ze voor mij, al die meisjes in hun teere
lichte bruidskleeren, de jongens in hun
nieuwe zwarte pakken met de hagelwitte
kragen en daartussclien den bisschop
met zijn mijter en staf, gaande v-an kind
tot kind, hen zegenend met een gebaar
vol liefde en wijd wig, nog hoor ik de
Zware orgeltonen ruischen door dit mach
tige, hooge kerkgebouw en hoog daar
boven uit de heldere, reine jongensslem-
men van het Domkoor, nog zie ik de
twee oude geestelijken, in hun wit-zwart
kleed da3r neerzitten in de koorbank bij
het koperen hek en hoog boven mijn hoofd
de duiven, die viogen aldoor in het rond.
Tusschen al onzo ronddwalingen over
de slagvelden en door de tot ruines ge
schoten 6tedeu waren
calhedraal te Amiens van zeldzame wij-
en rust! Wij voelden ons verbleeken
schaamden ons onze tranen niet. Het
:n oogenblikken van wondere schoon
heid, zooals wij maar heel zelden in ons
Behalve zijn calhedraal hec-fl Amiens
weinig meer, dat nog aan vroegere tijden
herinnert. Het is een banaal gebouwde
stad met breede buiteivboulevnrds en een
rommelig centrum, zonder eenige voor
naamheid of cachet. Groote pleinen met
mooie karakteristieke gebouwen zal men
:c- Amiens ie vergeefs zoeken. Zelfs dt-
catlieöraal staat op een klein plein, dat
niet in verhouding is van het giooische,
iniddeleeuwsche bouwwerk. Peter van
Amiens, die do Christenen opriep ter
kruistocht, heeft er «ijn standbeeld, even
als Jules Verne, de schrijver, die in mijn
jongensjaren eens mijn afgod was, er is
een museum, dat belangrijk is door zijn
bijzonder mooie muurschilderingen var.
Buvis de Churanneii en twee krachtig
geschilderde mannekopnen van Frans
Hals, maar overigens is het een stad. die
zich in niets onderscheidt van andere
■Frausche steden en waarvan de herinme
ring al heel spoedig bij mij zou ven-a
gen, als ec met het machtige Godshuis
v.-are geweest, dat ziclv daar op liet plejr.
tje midden in deze banale, moderne stad
verheft als een middeleeuwse® monument
van zeldzame schoonheid. Om de oogen
blikken in de calhedraal van Amiens al
leen ben ik reeds blijde de reis door het
Noorden van Frankrijk ie heblien ge-
maak:; zij zullen hij mij in herinnering
blijven, ook wanneer ik heel Amiens ver
geten zal zijn. Ai ware het enkel om hel
behoud van dit monument .van gothische
kunst, dan moest de menschhèid reeds
dankbaar zijn, dat de Duitsche kanonnen
zijn blijven steken op den weg naar Ga
lais vér voor depoorten van hel sterke
Amièns.
Toen ik verleden jaar mot een oud
Duitsch majoor over de verhouding van
Duitschland tot Frankrijk sprak, zei hij
me woordelijk: „Misschien zal het nog 30
jaar, misschien ook nog langer duren,
maar de revanche-oorlog zal komen en ik
verzeker u, die zal verschrikkelijk zijn!
Ban zal de wereld pas zien, hoe zachtzin
nig wij in den grooten 'oorlog zijn ge
weest, dam zullen de Franschen ondervm-
den, wat een „meedoogenloozo oorlog"
ein rücksichtloser Krirg" betee-
kent!"
Wal moet im de verbeelding van zoo'n
Duitscher een „rücksichtloser Krieg"
eigenlijk wel zijn, als deze laatste oorlog
volgens hem door de Duitschers met zacht
zinnigheid is gevoerd? Die vraag heb ik
mij herhaaldelijk gesteld, toen ik in
Noord-Frankrijk reisde. Over de ver
woesting van lteiins, Arras, Albert, Ver
dun en Lens verwonderde ik mij niet, al
greep het mij ook aan. Zij hadden mid-
den in het front, gelegen en het was dus
niet anders dan vanzelfsprekend, dat deze
steden onder vuur wa.ren genomen. Maar
wat te zeggen van het in brand schieten
van een- stad hls .Rijssel?
Wij hadden steeds geleerd, dat „open
steden" niet gebombardeerd mochten
worden dan bjj bepaalde oorlogsnoodzaak
In 1914 hebben de Duitschers de vijfde
stad in Frankrijk, een stad van meer dan
250,000 inwoners mot do groolsto köolblóe-1
digheicLop 4 punten tegelijk in brand ge
schoten, zonder dat oorlogsnoodzaak er
hu.n toe dwong. Rijssel was geen vesting
en werd niet verdedigd. Alleen zeer
zwakke troepenafdeelingen lngeii in deri
omtrok van de stad. Die zwakke afdee-
lhtgen rechtvaardigen m geen enkel op
zicht het zonder waarschuwing bombar-
deeron van een groote, weerlocae stad als
I.ille. Er is in een wereldoorlog zoo dik
wijls en zeker mïet door de Duitschers
alleen tegen de eerste beginselen van
het oorlogsrecht gezondigd, (lat men het
nu «enige jaren al weer langzaam aan
gaat vergeten. De groote open plekken im
de stad Rijssel zijn daar nog steeds als
zoovele bewijzen vam Duitsche opvattin
gen van oorlogsrecht! En tegelijk van
Duitsche „zachtzinnigheid". Zóó „rück-
siehtlos" was do beschieting van Rijssel,
dat deze nog onverzwakt doorging, toen
de Duitsche troepen reeds ongehinderd
de stad w-aren binnengedrongen. Pas toen
de artillerie bc-richt ontving, dat eigen
troepen gehinderd werden door de sprin
gende granaten, hield hot vuren op, maar
toen stond Rijssel op 4 verschillende pun
ten al in vlammen, was een groot deel
van deze belangrijke stad al reeds ver
woest. Ik viaag mij nog eens af, hoe in
de hersenkas var. mijn Dui'.soiien ma
joor een „rücksichtücser Krieg" wel eigen
ijl: i
zijn.
In Rijssel is nog veel, wat door het
bombardement van 1914 verwoest werd.
o'nhersteld. Is men in Frankrijk wellicht
v;m( ineening, dat de herbouw van geliee'
verwoeste streken vóór moet gaan 1 Ze
ker is hel, da! men im Rijssel welke
stad behalve door het bombardement ook
zéér van een vierjarige vijandelijke be
velling heeft moeien lijden slechts wei
nig gevorderd is en da: de geschonden
siadsdeelen nog steeds een heel deplora
bele» indruk maken. Overal ziet men in
het centrum nog open plekken, waarin de
provisoire houten tenten en kramen soms
sterk aan een permanente kermis doen
denken.
Ook Rijssel mist als stad cachet en
doordat 'liet niet zooals Amiens oen
prachtige cat'iicdraal bezit, heeft het bij
mij al heel weinig indrukken achterge-
-li. Wanneer ik aan Rijssel terugdenk,
ik enkel banale straten, boulevards en
imen, kermistenten en opc-n plekken,
is een nieuwe beurs, die .zeer sterke
nlietrekkeii met het vredespaleis te
Den Haag vertoont. Toen ik mijn „guide
bleu" raadpleegde, vond ik. als bouw
meester Cordonnior vermeld. Met dien
zelfden „papa" was de gelijkenis voor mij
tegelijk volkomen verklaard.
V B. SCHUIL.
Rubriek van den Arbeid
Van hier en daar.
De ju&üeumieesien en overwerk-
Het R.K. Vakbureau tegen overwerk-
vergunningen.
Door het bureau voor de R.-K. Vak
organisatie is aan den Minister van
Arnei'd, Nijverheid en Handel naar
aanleiding in een ministerieel schrij
ven over ovenverkva-guniiingen in
verband met do jubileumfoEstelijklïè'-'
den liet v olgendè geantwoord;
Uw schrij.cn, aann u onze mee-
niiig raagt betreffende het- verleenen
van c-cu tweetal overwerkvergunnin
gen in verband mei de feestelijkheden
ter gelegenheid van de viering van
liet 25-jarig rcgeeringsjubileum van
II. M. de Koningin, was \oor ons aan
leiding overleg to plegen met de be
sturen van d'0 bij ons Bureau aange
stoten vakboncloii.
Wij hebben de eer Uwe Excellentie
mode te dooien, dat naar dc meening
van ons bureau Uwe Excellentie niet
moet ingaan op liet voorstel van den
Directeur-Generaal v-an den Arbeid,
om bedoelde algemeens overwerkver-
eunn'.ngftn to verleenen.
De voornaamste overwegingen,
waarop onze meening berust, zijn de
vol tiende:
1. Tiet zou Hare Majesteit de Ko
ningin waarschijnlijk wei niet aange-
naam zijn, wanneer ecu ïegeltng ge
troffen werd, waardoor, er wordt
te Ilarer eere feest gevierd. de ar
beiders gedwongen zoudeu kunnen
worden langer te werken, dan den
dikwijls toch al overschreden norma
len arbeidstijd.
2. Met medewerking van Uwer Ex
cellenties Dir.-Geiior. van den Arbeid
blijken de överwerkverguuningen zóó
talrijk te zijn die, zonder overleg
met de arbeiders, gegeven worden
do firma Wilton te Rotterdam is het
laatste sprekende voorbeêld dat
met reden kan worden gezegd, dat
voor ons land nu ook de 4S-urenweelc
in gevaar begiijt te verkeeren, nadat
de 45-urenwesk reeds geofferd werd.
Omdat ons Bureau ten zeerste ge
hecht is aan de 48-urenweek tegen
zijn wil is de wettelijke 45-uremveek
vervangen in een 48-urige en om
dat reeds meer dan ons wenschelijk
worden verleend, wenschen wij het
feest van I-I. M. de Koningin niet te
doen gebruiken, om nog mee-r afbreuk
te doen aan de 48-urenweek.
3. In sommige collectieve contrac
ten is de maximum-arbeidsduur be
paald op 8* uur per dag; slechts in
uiterste noodzakelijkheid mag daar
van worden afgeweken en dan nog
slechts tegen verhoogd loon. Het vie
ren van meer genoemde feesten kan
moeilijk als „uiterst noodzakelijk"
worden aangemerkt.
4. De invloed van jeugdige kantoor
bedienden op (leu gang van zaken van
het bedrijf is veelal van zóó onderge
schikt belang, dat voor die jeugdige
personen geen overwerkvergunningen
noodig worden geacht. Bovendien ach
ten wij het voor die jeugdigo perso
nen, Vooral op phvsïologische gron
den verkeerd, dat aan hen langer
werken zou kunnen worden opgelegd.
Wij vertrouwen, dat onze argumeii
ten voor Uwe Excellentie aanleiding
mogen zijn de gevraagde algemeen.?
overwerkvergunningen niet te verlee,-
nen.
BinMlanfl
Hel gesc-tiil tusschen de
Nederiandsche en de
Javasche Bank
Repliek van Mr. Görritzen
„Economlsch-Stntistische Berichten" be
at het eerste deel van een uitvoerige re-
p'i :l> v in mr. .T. Gerritzen. c-p de bcsrhou
;cn van mr. Vissering inzake de
•slie tusschen de Nederiandsche en
Javascöe Bnnlc. Mr. Gerritzen out
kent, dat het dcimt loopt over diepgaan
de problemen van bank- sii muntpolitiek.
Hel gaat alleen over-de goudafgiften der
Nederiandsche eil der Javasche Bank.
Tegenover het betoog van mr Vissering,
dat de Nederiandsche Bonk door haar
goudafgiften aan de Javasche Bank aan
een steun verleende, waarom door
bank ge', raagd was, iteil mr. Gerrit-
dai de Javasche Bonk dit feit uit
drukkelijk ontkent, en dat die ontken-j
ing hem, die gedurende het geheeïe
desbetreffende tijdvak directeur der Ja
vasche 'Bank is geweest, alleszins gegrond
.komt. Voorts houdt hij staande, dat
de Nederiandsche Bank wel degelijk ver
plicht was, het goud in quaesltv nan de
Javasche Bank af te staan, daar zij dit
niet deed, om de Indische circulatie
bank te steunen, doch uitsluitend om een
Nederlandsch belang te behartigen. Hier
draait de geheels zaak. Tn nnriere pu
blicaties van de- hand van n.r. Vissering
zou deze uitdrukkelijk hebben erkend,
dat de bedoelde goudafgiften ge -.eliied
zijn ter 'handhaving van den koers v-an
don Nederlandsehen gulden. Om precies
dezelfde reden heeft de Nederiandsche
Bank ook goud aan Spanje, Zwitserland,
Zweden, en/., afgegeven.
Sir. Gerritzen unllténi inlustckeu, dat
e Javasche Bank met zilverbons had
kunnen worden betaald. Weliswaar was
de regeering door de wet gemachtigd, om
de Nederiandsche Bank van haar ver
plichting tot betaling harer obligo's in
meiaal te ontheffen, maar de regeering
heeft van die machtiging nooit gebruik
gemaal:!. Uit do considerans van de wet
vah 6 Augustus 1814 iiizalce de uitgifte
van zilverbons blijkt bovendien, dat deze
in het leven zijn geroepen lor voldoening
aan de behoeften van de circulatie en
geenszins, om de Nederiandsche Baak in
staat te stollen, te ontkomen aan haat
Yerplichiing ter voldoening harerobü
go's in metaal. Bovendien zou hc-t beding
ijer in omloop zijnde zilverbous voor zulk
een betaling aan de Javasche Bank bij
liuvgc na niet voldoende zijn geweest.
Voorla schrijft mr. Gervilzen, dat do
Javasche Bank dit goud niet alleen
«cnsclité ter jverotcïkiuig van haar goud
voorraad, maar ook omdat zij in do oor
logsdagen zoo min mogelijk risico op
bankrekeningen wilde ïoopen. Ter rerster
king van haar goudvoorraad heeft zij ook
uit andere landen goud betrokken, en
wel uit Engeland, Japan en Amerika, en
wel eveneens tegen vooroorlogsjiariteit.
Wat de earmark-overeenkoms: betreft,
deze had volgens mr. Gerritzen uiLslui-
tend een karakter van bewaargeving, en
do Nederiandsche Bank kan hieraan niet
het allergeringste recht van modezeggiing-
schap ontloenen in de goudpolitiek der
Javasche Bank en ia de bedrijfsleiding
dier Instelling. De bedoelingen, waarmede
de .Tavasclie Bank goud van de Neder
iandsche Baak gevraagd en gekregen
heeft, gaan deze laatste niets aap. Uit
sluitend de Javasche Bank heeft als
welk gedeelte van haar goudvoorraad zij
realiseeren zo.1, wanneer zij het tot dek
king van haar obligo's niet meer noodig
heeft en het voor andere behoeften wil
aanwenden. Met die vraag heeft gcon
enkele andere circulatiebank tsieli ir
Tenslotte schrijft mr. Gerritzen, dat
van een belofte der Javasche Bank, die
deze volgens den heer Vissering herhaal
delijk aan de Nederiandsche Bank zou
hebben afgelegd, om deze laatste steeds
op de hoogte van haar goudpolitiek
h'ou'déïT, noch aan hem, noch" aan" de Ja
vasche Bank iels hekend is. Wel heeft do
Javasche Bank ter bevordering eener
goede samen working do Nederiandsche
Bank doorloopend vun haar goudpolitiek
op de hoogto gehouden, maar haar volle
dige vrijheid van handelen heeft de Ja
vasche Bank zich steeds voorbehouden.
Hierop duldt zij geen inbreuk, ook niet
van de zijde der Nederiandsche Bank.
HET JUBILEUM VAN DE
KONINCIN.
Ter feestelijke viering van het re-
geeiingsjubileuin der Koningin zijn
plannen in vergevorderden staat van
voorbereiding voor een passende ver
siering van do Rijksgebouwen te
"s-Gravenhage, zooals de departemen
ten vaii algemeen bestuur enz.
De centrale leiding hiervan berust
bij de afdeeling Rijksgebouwen van
het departement van financiën, zoo-
diat niet elk dier gebouwen versierd
zal worden naar verschillend inzicht,
maar alles wat in de termen zal val
len voor versiering van Rijkswege
uitgevoerd zal worden naar de plaji-
nen van bovenbedoelde centrale lei
ding.
Definitieve plannen zijn nog niet
vastgesteld. Men overweegt nl. wat
verkiesejijker is, ook met het oog op
de kosten: versiering van alle in aan
merking komende gebouwen ie 's-Gra-
venhagi. dan wel één decoratie van
een complex rijksgebouwen op de-
daarto© meest geschikte plaats (b.v.
de achterzijde van de gebouwen langs
den Hofvijver), waaraan dan binnen
zekere grenzen, zooveel zal kunnen
v.orden besteed dat met iets buiten
gewoons voor den dag kan worden
gekomen.
DE VERJAARDAG VAN DE
KONINCIN-MOEDER.
De verjaardag van de Koningin-
Moeder is in de residentie niet opge
wektheid gevierd. He vlaggen wap
perden van vele gehouwen en huizen.
Dn departementsgebouwen gaven de
sedert do laatste jaren hier en daar
vernieuwde en gemoderniseerde eleo-
-i'he verlichtingen te aanschouwen,
['en Paleize .n liet Lange Voorhout
ook ten Rakiza in liet Koordeinde
bestond gelegenheid lot het teekenen
een register van gelukwenschen.
lii was een vjlksioest- in den Die
rentuin.
Op verschil lende punten van de
stad hadden rauziekuitvoei-irigên
plaats.
Ook O]) hot felicitatieregister ten
Paleize le Soesldijk werd zeer druk
;eteekend.
De inbraak te Vleuten,
Drie arrestanten.
In verband mot hetgeen reeds is
•ermeld omtrent de resultaten van
nu, politieonderzoek naar aanleiding
an den inbraak le Vleuten verneemt
de Tel., dat de gearresteerden zijn D.
V., welke laatste persoon iïi de Be-
ijrzaak geen onbekende is geweest.
Zij hebben, naai' hel blad verneemt
in gezelschap van zekeren 13. in dc-n
nacht van zi op 23 Juni te Vleuten
geopereerd en wel ten huize van een
particulier. Na lang zoeken vonden
de inbrekers in een zijlaadje van een
bureau de sleutels, der brandkast. De
ze werd opengemaakt en de effecten
ter waarde van 20—23.000 gulden weg
genomen.
Eenigen tijd geleden werd B. ge
arresteerd. IT ij werd te Vleuten met
den burgemeester, die het onderzoek
met g«ooien ijver leidde en met eerii-
gobewoners geconfronteerd. Een paar
lieden verklaarden B. te voren le heb
ben zien rondscharrelen. Het onder-
zqnk werd Wiet taaie volharding voort
gezet en ten slotte leidde het spoor
mini de hoofdstad. Daar werden
Woensdag dan ook D. en V. gearres
teerd.
Beiden hebben den nacht op he!
hoofdbureau van politie doorgebracht
Donderdag zijn ze onder stevig gelei
de naar Vleuten overgebracht. De
verdere verhooren zullen aldaar
plaats hebben.
INBRAAK IN E'EN FABRIEKS-
KANTOOR.
Maandagnacht is ingebroken in d j
Coi'p. Stoomzuivelfabriek „De "Voor
uitgang" te Deldenerbroek. Toen de>
machinist 's morgens in de fabriek
kwam, bemerkte hij een persoon, ge
kleed in een gele jas. die bij zijn nade
ren oogenblikkelijk de revolver trok.
Dc machinist nnm daarop de vlucht-,
de inbreker profiteerde hiervan en out
kwam. De brandkast heeft hij' niet
kunnen openen slechts eeivig klein gekl
is ontvreemd.
INBRAAK TE 'S GRAVENH VGE
In den nacht van. Woensdag - p Don-
de' dag is ingebroken in 'het pand
I Mn van Njeuw Oost-lndié 191, be
woond door de dames C. Alle kasten
wis'den opengebroken. Er is ontvnend
voor een waarde van i 300 aan gou
den en zilveren voorwerpen.
Onze ILscIiIiosk
VLEIEND.
Hij (sentimifceel): Maar ik ben je
niet waard, lieveling!
Z ijO, Frits, als jij en vader het
op alle punten zóó eens waren, hoe
gelukkig zouden wij dan zijn!
Moeder: Tom. ie moet niet
vechten met Jan Meijer.
Tom: Ja, moeder, dat weet ik.
„Maar waarom doe je het dan?"
„Ik wist het pas toen hij inij ge
raakt hadl"
Bezoekster: Dus je studeert
lederen da» een uur piano, Willem.
Vind je het prettig
Wille m Weineen. natuurlijk
niet. Maar ik doe het om den vrede
in de familie te bewaren
Het nieuwe College van B, en W,
De houding der sociaal
democraten.
Naar de „Voorwaarts" meldt heeft de
partij-federatie te Rotterdam zich ver
klaard vóór aanvaarding van werhou-*
derszeiejs als dc Raadsfractie venvacht,
dat haat vertegenwoordigers in hei Col
lege vruchtbaar kunnen werken. Uc
beslissing is ten slotte bij een federa'ie-
ledenvergadering.
Wat den nieuwen burgemeester be
treft, schrijft het blad, dat indien de
heer Wytema het bestuur der gemeente
in krachtig democratische richting zal
willen leiden, hij van den onvoorwaar-
delijken en oprechten steun der sociaal
democraten verzekerd kan zijn.
OVERBOORD GESLAGEN EN VER
DRONKEN.
Donderdagmiddag is te Lemmer
binnengekomen schipper J. Jonker van
Amsterdam met zijn ijzeren k!:nner
„Hoop op Zegen", op reis mei een
lading steenkolen van Amsterdam
naar Lemmer. Zijn 16-jarige knecht;
Nioo Huitema is Woetidagmiddag ten
gevolge van het slingeren van het
fi.nip nabij Urk overboord gesligen
en verdronken.
VERDUISTERING EN VALSCHE
AANGIFTE.
Voor do rechtbank te Rotterdam
stond Donderdag terecht de 64-jarige
J. J. S.. gedelegeerd ontvanger van
het loodswezen, te Vlaardingen, thans
gedetineerd in liet Huis van Bewaring
te Rotterdam, wïen ten eerste ten las
te was gelegd. dat*hij in den loop del'
ju ren 1922 en 1923 een aantal geldsbe
dragen, in totaal f 323.15 aan loods
gelden, toebehoordendc- aan den Staat
dei' Nederlanden, welke hij in zijn
•functie had geïnd van schepen, dia
'van Vlaardingen naar zee waren ver
trokken, en welke gelden hij moest af
dragen aan den commissaris van het
loodswezen, ontvanger van de loods
gelden te Rotterdam, zich wederrech
telijk had toegeëigend. Ten tweede
was hem ten laste gelegd, dat hij op
lö April 1923 op het politiebureau aan
de Witte de Withstraat den inspec
teur van politie N: Klanssen aangifte
had gedaan, dat hein even te voren
nan de Rochussenstraat le Rotterdam
tijdens een duizeling, die licm plotse
ling overviel, f 655,81, die toebehoor
den aan den Staat der Nederlanden,
waren ontstelen, zulks terwijl hij wist,
dat. die diefstal niet was gepleegd-
Bekl. bekende de hem ten laste ge
legde verduisteringen.. Van 1920 af
li3d hij al in de schuld gezeten, er was
hein reeds eens de ^gelegenheid gebo
den een regeling te treffen, waardoor
hij cle door hem verduisterde gelden
langzamerhand zou kunnen afbeta
len. In 1922 had hij echter weer voor
•een belangrijk tekort gestaan.
liet verhaal dat held, bij de politie
'had gedaan op 10 April, hield hiji
thans ook vol. Hij was wel degelijk
door een duizeling overvallen, loea hij
door de Rocliusseiiscraat fietste. Om
tien minuten vóór drie had hij op de
brug tusschen Schiedamsche Weg en
Nieuwe Binnenweg nog op zijn hor
loge gekeken. Wat er nadien met hem
gebeurd is, kan hij zicii niet meer te
binnen brengen. Hij had het bedrag
van fGöö.81 in zijn portefeuille gehad,
toen hij weg ging: toen hij na zijn val
weer bij ltwam, w as hot er' uit.
De president: ..Maar man, je was
zoo gezond als een visch. De dokto
ren hebben ook verklaard, dat je niets
scheelt."
Bekl. „Daar ben ik God dankbaar
voor." Maar wat er toen met me ge
beurd is, wee' ik toch niet- Ik weet
nergens meer van."
President: „Ik heb idee. dat er.niet
veel geld in die portefeuille gezeten
■heeft, toen je van huis ging."
Toen de getuigen er waren er 11
gedagvaard werden voorgeroepen,
bleek dat de twee voornaamste niet
waren verschenen.
De vertegenwoordiger van het P.M
mr. J. G. Holsteyn, vroeg daarop uit
stel van behandeling dezer zaak tot-
4 September, met welk verzoek de
rechtbank zich vercenigde.
feuilleton
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
10)
HOOFDSTUK VIII.
S a 1 n o
ontdekt een ge
il i m.
Vader Henry, die er erg bleek en
vermoeid uit zag, lag op een, langen
rieten steel in Hotel Catalina. Naast
hem zat een andere zendeling, uit
Loanda. Toen deze laatste naar zijn
metgezel keek kwam er een bezorgde
uitdrukking op zijn gezicht.
,,lk vrees dat je niet erg gezond
bent, Henry", zei hij vriendelijk.
Vader Henry «limladhte weemoe
dig. „Ik ben al een tijdlang niet erg
gO'-'Ci. Maloba is geen sanatorium".
„Neen stemde de ander toe. „Ik
ben er genegen jaaj- geleden geweest
en heb toen erg koorts gehad". Hij
zweeg een oogenblik en voegde er tóen
bij: „Misschien zal de zeereis naar
Engeland je weer gezond en krachtig
maken".
„Dat is wél mogelijk", stemde Va
der Henry toe. „Maar ik ga niet voc-?
mijn gezondheid en ook niet om te
rusten. Ik ga met een bepaald doel".
Do ander knikte. „Ja, ik heb ge
hoord dat je voor dringende persoon
lijke belangen naar Engeland ging.
Een minuut laug bleef Vader Henry
naar de golven kijken, die op het
strand vóór het hotel kwamen aan
rollen, en zei toen: „Het is cle eerste
keer dat ik naar Engeland ga, 'ik ben
hier al meer dan twintig jaar".
„Dat is een heele tijd", mompelde
de ander.
„ITet is me niet lans: gevallen", was
het antwoord. „Al die jaren heb ik
veel gewerkt en als men liet druk
heeft gaat de tijd snel voorbij."
„Neen", stemde de ander toe, „als
men altijd werk heeft verveelt men
zich nietMaar je vindt het zeker
wel prettig om nu eindelijk weer eens
naar Engeland te gaan?"
Vader Henry schudde het hoofd.
„Dat gelóóf ik niet. Ik zou geen ver
lof, gevraagd hebben als mijn plicht,
me niet naar Engeland geroepen had"
„Zoo? rei cle ander op cenigszins
vragend en Icon.
I „Ik ga iets goed maken, iets dat ik
jaren geleden mijn iemand, die
jonger is clan ik zelf heb aangedaan".
lleb jij iemand iets aangedaan,
Henry, jij?" Er kwam een ongeloovi-
ge uitdrukking op het gezicht van den
ander toen hij naar zijn collega keek.
„Ja", antwoordde Vader TIenry
rustig. „Ik heb het gedaan zonder het
te beseffen. Ik dacht dat ik er goed
mee deed, maar ik .begrijp nu dat ik
verkeerd gedaan heb, of tenminste
onverstandig. Maar het is nog niet te
laat om het weer goed te maken en
voor zoover ik weet, is er nog geen
eigenlijk kwaad uit voortgekomen".
„Dat is gelukkig", zei do ander.
„Dat is zeker heel gelukkig", was
het antwoord. „Het gebeurt niet vaalk
dat de menseh in staat is om zijn fou
ten to herstellen, zooals ik hoop te
kunnen doen".
De ander zei een heelen tijd niets-
Hij wachtte "nog op verdere vertrouwe
lijkheden en toen hij naar de zee keek
neinsde hij er over wat het geheint
van zijn vriend wel kou zijn en van
welken aard die fout geweest kon zijn,
die zijn collega nu blijkbaar zoo Hin
derde. Hij wachtte een heölen tijd,
toen keek hij weer naar zijn vriend,
j Hij schrok geweldig. Vader Henry's
1 hoofd was voorover gevallen. Zijl'
mond hall" open en zijn oogen waren.
dicht. H:j zag er precies uit als esn
man, die in zijn slaap'gestorven is.
Er kwam oen verschrikte uitdruk
king op het gezicht van don ander.
Hij stak haastig zijn li aft d uit-, greep
zijn vriend bij zijn schouder en schud
de hem neftig heen en weer.
„Henry", riep hij hard, „Henry!"
Tot zijn gruüLe vreugde opende
Vader Henry langzaam zijn oogen en
keek slaperig»oin zich heen. De ander
lachte opgelucht.
„Henry, je inoet wel heel moe zijn.
Je sliep. Ik dacht dat je dat je.
Hij maakte zijn zin niet af, en Va
der Henry lichtte zijn hand op en
wreef zijn oogen uit.
„Dat betéekent niets", zei bij lang
zaam. „Ik word den laatsten t
dikwijls door slaap overmand, soma
op cle vreemdste plaatsen".
Zijn collega keek heni eens goed
aan.
„TIenry", zei hij, „bedoel je dat je,
als je 's nachts goed geslapen hebt,
toch neg overdag in slaap valt'"
„Ja was het aiifcwoord. „Ik heb
altijd 'n vochtig sponsje in mijn zak,
om mijn oogen open te houden".
De ander drukte de lippen op el
kaar alsof hij wilde fluiten, maar er
kwam geen geluid uit. De uitdrukking
op ziin gezicht werd steeds angstiger.
„Dat bevalt me niets", zei hij lang
zaam. „Het is geen goed toeken voor
iemand znoals jii. Als ie in Engeland
komt moet je naar Dr. Singletou gaan
\an de school voor Tropische ziekten
en hem precies vertellen hoe je je
voelt. Beloof me dat, Henry!"
1 Vader Henry glimlachte. „Het is
heusch niets om je ongerust over te
maken", antwoordde liij kalm. „Ik
heb den laatsten tijd hard gewerkt,
en. 1"
Beloof het me", viel de ander hem
in de rede.
„Goed", stemde Vader Henry toe.
„Ik beloof je dat ik nanr Dr. Single-
ion toe zal gaan als ik tijd heb".
„Je nioel er tijd voor maken", ant
woordde z'n vriend. „Er zijn dingen,
die je niet moogt verwaarloozen en
die onverklaarbare slaperigheid van
Je is er misschien een van: Het, zal
in ieder geval geen vergeefsch be
zoek zijn. Dl'. Singleton zal het wel
prettig vinden om eens met een mail
van jouw ondervinding te praten".
„Dan zal ik naar hem loe gaan",
antwoordde Vader Henry. Ze zwegen
een oogenblik, en toen zei de ander
weer:
„De Engclsche boot vertrekt over
een uur. Ik zal meegaan om je weg
te brengen".
„Zooals je wilt", antwoordde Va
der TIenry, „Maar als je het me ni«4
kwalijk neemt ga ik nu naar mijn
kamer om ine klaar to maken".
Hij stond op van zijn stoel, knikte
tegen zijn vriend en ging liet hotel
binnen. Toen hij weg was keek de
ander neg een lieeleu tijd naar den
Oceaan vóór hem. Tenslotte schudde
hij het hoofd.
„Arme Henry", mompelde hij. „het
bevalt me niets. Maar Singleton zal
net wel weten en hem cle waarheid
zeggenMaar welke fout zou hij
toch vroeger begaan hebben, die hij
nu wil gaan herstellen?"
Toen hij later de boot' nakeek die
zijn vriend naar Engeland bracht,
peinsde hij et nog over. Maar op «lat-
oogenblik nas Vader Henry zeer op
gewekt gestemd, want toen hij in den
stoel ging zitten, dien de steward voor
hem op con beschut plaatsje gezet
•had, hoorde hij vlak bij zich een ver
baasde stem:
„Vader Iienry! Vader Henry, wilt
u mij niet zien?"
Hij herkende do stem dadelijk,
keerde zich om en krek in dc donkere
oogen van Marie Salnovo.
„Wel, Marie..."
De vreugde van iemand, die onver
wachts ecu goede bekende ontmoet,
eii de verrassing klonken in de stem
van den zendeling, en het meisje glim
lachte van genoegen.
„Ik zag u op het dek Ïoopen", zei
ze. „en ik merkte, dat u mij niet
zag".
„Ik verwachtte je heelcmaal niet",
antwoordde Vader Henry.
..Ik u ook niet", antwoordde Ma
rie. Toen u naar de kust ging wist
ik niet dat u naar Engeland zou
gaan
„Dat wist ik toen zelf nog niet. Ik
ben naar Loanda gegaan omom