Oe man uit Maloba HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1923 - TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 169 Amiens en Rijssel. DE CATHEDRAAL TE AMIENS, Eon herstolde stad. De stratoRisohc bcteclienis van Aniions. Do oathedraal van Amiens. Hoo ik de cathodraal zag. Do stad Amfons. „RUoksiohtloser Krieg." Hot bombardomsnt van Rijssel in 1954. Do Botirs van Cordonnior. Het was een verademing, toen wij r.-a Lens. Arras en Albeit eindelijk weer eens in een gave, heele stad kwamen. Want Amiens moge van het bombardement in 1918 vrij zwaar te lijden hebben gehad, het was weer zoodanig hersteld, dat van oorlogsschade nog slechts heel weinig te bespeuren viel. Wanneer man door 'de straten van 'Amiens wandelt, ziet men eigenlijk niet meer, dat ook deze stad een tijd van beproeving heeft moeten door staan. Maar toen ik in het hotel plotse ling voor een letterlijk doorzeefde deur stond ik telde meer dan"35 kogelgaten en ik op een koperen plaat de woorden las: „Deze deur blijft als herinnering aan het bombardement van 18 April 1918", toen1 begreep ik, wat voor storm zelfs over deze schijnbaar ongeschonden stad was gegaan. Tot op een afstand van' 16 IC.31. zijn de Duitscliers na het groote Maart-offensief in 1918 Amiens genaderd. Toen werd hun- het onverbiddelijk „en ne passé pasl" toegeroepen en de stad, die door haar lig ging tusschen Parijs en Calais voor beide partijen van zoo groot strategisch belang was, bleef voor de Fransehen behouden. Ik herinner mij nog, hoe ik in die da gen van April '13 met spanning lederen dag de berichten las van de vorderingen der Duitschers in de richting van de „deur van Calais" en dat ik in de ..Il lustration1' voor het eerst een foto zag van de door zware zandzakken bescherm de portiek van de beroemde calhedraal. Hoe kwam mij dit alles weer in gedachte toen ik daar stond voor de monumentale hoofdkerk van Amiens! En hoe volkomen begreep ik de voldoening der Franschen. dat althans dit prachtige, grootscho bouw werk niet door ruw, barbaarsch geweld vernield is geworden I Want al is dan ook de calhedraal van Amiens tijdens het bombardement negen maal getroffen ge weest, de schade was gelukkig niet van dien anrd, dat zij niet gemakkelijk her steld kon worden. Het „halt!" dat den Duitschers vóór Amiens werd toegeroe- pen, was niet alleen een strategische overwinning voor de Franschen, het be- teekende tegelijk een culiureele zegepraal omdat daardoor óén der schoonste monu menten van Frankrijk voor de menscli- heid bewaard is gebleven. O. ons bezoek aan de calhedraal van Amiens, hoe zal ik het ooit kivnnen ver gelen! Alles in' deze korlc is van de meest pure schoonheidToen wij ér waren, werd juist door den bisschop, het sacrament van het tweede vormsel aan honderden jongens en meisjes toegediend. Nog zie ik ze voor mij, al die meisjes in hun teere lichte bruidskleeren, de jongens in hun nieuwe zwarte pakken met de hagelwitte kragen en daartussclien den bisschop met zijn mijter en staf, gaande v-an kind tot kind, hen zegenend met een gebaar vol liefde en wijd wig, nog hoor ik de Zware orgeltonen ruischen door dit mach tige, hooge kerkgebouw en hoog daar boven uit de heldere, reine jongensslem- men van het Domkoor, nog zie ik de twee oude geestelijken, in hun wit-zwart kleed da3r neerzitten in de koorbank bij het koperen hek en hoog boven mijn hoofd de duiven, die viogen aldoor in het rond. Tusschen al onzo ronddwalingen over de slagvelden en door de tot ruines ge schoten 6tedeu waren calhedraal te Amiens van zeldzame wij- en rust! Wij voelden ons verbleeken schaamden ons onze tranen niet. Het :n oogenblikken van wondere schoon heid, zooals wij maar heel zelden in ons Behalve zijn calhedraal hec-fl Amiens weinig meer, dat nog aan vroegere tijden herinnert. Het is een banaal gebouwde stad met breede buiteivboulevnrds en een rommelig centrum, zonder eenige voor naamheid of cachet. Groote pleinen met mooie karakteristieke gebouwen zal men :c- Amiens ie vergeefs zoeken. Zelfs dt- catlieöraal staat op een klein plein, dat niet in verhouding is van het giooische, iniddeleeuwsche bouwwerk. Peter van Amiens, die do Christenen opriep ter kruistocht, heeft er «ijn standbeeld, even als Jules Verne, de schrijver, die in mijn jongensjaren eens mijn afgod was, er is een museum, dat belangrijk is door zijn bijzonder mooie muurschilderingen var. Buvis de Churanneii en twee krachtig geschilderde mannekopnen van Frans Hals, maar overigens is het een stad. die zich in niets onderscheidt van andere ■Frausche steden en waarvan de herinme ring al heel spoedig bij mij zou ven-a gen, als ec met het machtige Godshuis v.-are geweest, dat ziclv daar op liet plejr. tje midden in deze banale, moderne stad verheft als een middeleeuwse® monument van zeldzame schoonheid. Om de oogen blikken in de calhedraal van Amiens al leen ben ik reeds blijde de reis door het Noorden van Frankrijk ie heblien ge- maak:; zij zullen hij mij in herinnering blijven, ook wanneer ik heel Amiens ver geten zal zijn. Ai ware het enkel om hel behoud van dit monument .van gothische kunst, dan moest de menschhèid reeds dankbaar zijn, dat de Duitsche kanonnen zijn blijven steken op den weg naar Ga lais vér voor depoorten van hel sterke Amièns. Toen ik verleden jaar mot een oud Duitsch majoor over de verhouding van Duitschland tot Frankrijk sprak, zei hij me woordelijk: „Misschien zal het nog 30 jaar, misschien ook nog langer duren, maar de revanche-oorlog zal komen en ik verzeker u, die zal verschrikkelijk zijn! Ban zal de wereld pas zien, hoe zachtzin nig wij in den grooten 'oorlog zijn ge weest, dam zullen de Franschen ondervm- den, wat een „meedoogenloozo oorlog" ein rücksichtloser Krirg" betee- kent!" Wal moet im de verbeelding van zoo'n Duitscher een „rücksichtloser Krieg" eigenlijk wel zijn, als deze laatste oorlog volgens hem door de Duitschers met zacht zinnigheid is gevoerd? Die vraag heb ik mij herhaaldelijk gesteld, toen ik in Noord-Frankrijk reisde. Over de ver woesting van lteiins, Arras, Albert, Ver dun en Lens verwonderde ik mij niet, al greep het mij ook aan. Zij hadden mid- den in het front, gelegen en het was dus niet anders dan vanzelfsprekend, dat deze steden onder vuur wa.ren genomen. Maar wat te zeggen van het in brand schieten van een- stad hls .Rijssel? Wij hadden steeds geleerd, dat „open steden" niet gebombardeerd mochten worden dan bjj bepaalde oorlogsnoodzaak In 1914 hebben de Duitschers de vijfde stad in Frankrijk, een stad van meer dan 250,000 inwoners mot do groolsto köolblóe-1 digheicLop 4 punten tegelijk in brand ge schoten, zonder dat oorlogsnoodzaak er hu.n toe dwong. Rijssel was geen vesting en werd niet verdedigd. Alleen zeer zwakke troepenafdeelingen lngeii in deri omtrok van de stad. Die zwakke afdee- lhtgen rechtvaardigen m geen enkel op zicht het zonder waarschuwing bombar- deeron van een groote, weerlocae stad als I.ille. Er is in een wereldoorlog zoo dik wijls en zeker mïet door de Duitschers alleen tegen de eerste beginselen van het oorlogsrecht gezondigd, (lat men het nu «enige jaren al weer langzaam aan gaat vergeten. De groote open plekken im de stad Rijssel zijn daar nog steeds als zoovele bewijzen vam Duitsche opvattin gen van oorlogsrecht! En tegelijk van Duitsche „zachtzinnigheid". Zóó „rück- siehtlos" was do beschieting van Rijssel, dat deze nog onverzwakt doorging, toen de Duitsche troepen reeds ongehinderd de stad w-aren binnengedrongen. Pas toen de artillerie bc-richt ontving, dat eigen troepen gehinderd werden door de sprin gende granaten, hield hot vuren op, maar toen stond Rijssel op 4 verschillende pun ten al in vlammen, was een groot deel van deze belangrijke stad al reeds ver woest. Ik viaag mij nog eens af, hoe in de hersenkas var. mijn Dui'.soiien ma joor een „rücksichtücser Krieg" wel eigen ijl: i zijn. In Rijssel is nog veel, wat door het bombardement van 1914 verwoest werd. o'nhersteld. Is men in Frankrijk wellicht v;m( ineening, dat de herbouw van geliee' verwoeste streken vóór moet gaan 1 Ze ker is hel, da! men im Rijssel welke stad behalve door het bombardement ook zéér van een vierjarige vijandelijke be velling heeft moeien lijden slechts wei nig gevorderd is en da: de geschonden siadsdeelen nog steeds een heel deplora bele» indruk maken. Overal ziet men in het centrum nog open plekken, waarin de provisoire houten tenten en kramen soms sterk aan een permanente kermis doen denken. Ook Rijssel mist als stad cachet en doordat 'liet niet zooals Amiens oen prachtige cat'iicdraal bezit, heeft het bij mij al heel weinig indrukken achterge- -li. Wanneer ik aan Rijssel terugdenk, ik enkel banale straten, boulevards en imen, kermistenten en opc-n plekken, is een nieuwe beurs, die .zeer sterke nlietrekkeii met het vredespaleis te Den Haag vertoont. Toen ik mijn „guide bleu" raadpleegde, vond ik. als bouw meester Cordonnior vermeld. Met dien zelfden „papa" was de gelijkenis voor mij tegelijk volkomen verklaard. V B. SCHUIL. Rubriek van den Arbeid Van hier en daar. De ju&üeumieesien en overwerk- Het R.K. Vakbureau tegen overwerk- vergunningen. Door het bureau voor de R.-K. Vak organisatie is aan den Minister van Arnei'd, Nijverheid en Handel naar aanleiding in een ministerieel schrij ven over ovenverkva-guniiingen in verband met do jubileumfoEstelijklïè'-' den liet v olgendè geantwoord; Uw schrij.cn, aann u onze mee- niiig raagt betreffende het- verleenen van c-cu tweetal overwerkvergunnin gen in verband mei de feestelijkheden ter gelegenheid van de viering van liet 25-jarig rcgeeringsjubileum van II. M. de Koningin, was \oor ons aan leiding overleg to plegen met de be sturen van d'0 bij ons Bureau aange stoten vakboncloii. Wij hebben de eer Uwe Excellentie mode te dooien, dat naar dc meening van ons bureau Uwe Excellentie niet moet ingaan op liet voorstel van den Directeur-Generaal v-an den Arbeid, om bedoelde algemeens overwerkver- eunn'.ngftn to verleenen. De voornaamste overwegingen, waarop onze meening berust, zijn de vol tiende: 1. Tiet zou Hare Majesteit de Ko ningin waarschijnlijk wei niet aange- naam zijn, wanneer ecu ïegeltng ge troffen werd, waardoor, er wordt te Ilarer eere feest gevierd. de ar beiders gedwongen zoudeu kunnen worden langer te werken, dan den dikwijls toch al overschreden norma len arbeidstijd. 2. Met medewerking van Uwer Ex cellenties Dir.-Geiior. van den Arbeid blijken de överwerkverguuningen zóó talrijk te zijn die, zonder overleg met de arbeiders, gegeven worden do firma Wilton te Rotterdam is het laatste sprekende voorbeêld dat met reden kan worden gezegd, dat voor ons land nu ook de 4S-urenweelc in gevaar begiijt te verkeeren, nadat de 45-urenwesk reeds geofferd werd. Omdat ons Bureau ten zeerste ge hecht is aan de 48-urenweek tegen zijn wil is de wettelijke 45-uremveek vervangen in een 48-urige en om dat reeds meer dan ons wenschelijk worden verleend, wenschen wij het feest van I-I. M. de Koningin niet te doen gebruiken, om nog mee-r afbreuk te doen aan de 48-urenweek. 3. In sommige collectieve contrac ten is de maximum-arbeidsduur be paald op 8* uur per dag; slechts in uiterste noodzakelijkheid mag daar van worden afgeweken en dan nog slechts tegen verhoogd loon. Het vie ren van meer genoemde feesten kan moeilijk als „uiterst noodzakelijk" worden aangemerkt. 4. De invloed van jeugdige kantoor bedienden op (leu gang van zaken van het bedrijf is veelal van zóó onderge schikt belang, dat voor die jeugdige personen geen overwerkvergunningen noodig worden geacht. Bovendien ach ten wij het voor die jeugdigo perso nen, Vooral op phvsïologische gron den verkeerd, dat aan hen langer werken zou kunnen worden opgelegd. Wij vertrouwen, dat onze argumeii ten voor Uwe Excellentie aanleiding mogen zijn de gevraagde algemeen.? overwerkvergunningen niet te verlee,- nen. BinMlanfl Hel gesc-tiil tusschen de Nederiandsche en de Javasche Bank Repliek van Mr. Görritzen „Economlsch-Stntistische Berichten" be at het eerste deel van een uitvoerige re- p'i :l> v in mr. .T. Gerritzen. c-p de bcsrhou ;cn van mr. Vissering inzake de •slie tusschen de Nederiandsche en Javascöe Bnnlc. Mr. Gerritzen out kent, dat het dcimt loopt over diepgaan de problemen van bank- sii muntpolitiek. Hel gaat alleen over-de goudafgiften der Nederiandsche eil der Javasche Bank. Tegenover het betoog van mr Vissering, dat de Nederiandsche Bonk door haar goudafgiften aan de Javasche Bank aan een steun verleende, waarom door bank ge', raagd was, iteil mr. Gerrit- dai de Javasche Bonk dit feit uit drukkelijk ontkent, en dat die ontken-j ing hem, die gedurende het geheeïe desbetreffende tijdvak directeur der Ja vasche 'Bank is geweest, alleszins gegrond .komt. Voorts houdt hij staande, dat de Nederiandsche Bank wel degelijk ver plicht was, het goud in quaesltv nan de Javasche Bank af te staan, daar zij dit niet deed, om de Indische circulatie bank te steunen, doch uitsluitend om een Nederlandsch belang te behartigen. Hier draait de geheels zaak. Tn nnriere pu blicaties van de- hand van n.r. Vissering zou deze uitdrukkelijk hebben erkend, dat de bedoelde goudafgiften ge -.eliied zijn ter 'handhaving van den koers v-an don Nederlandsehen gulden. Om precies dezelfde reden heeft de Nederiandsche Bank ook goud aan Spanje, Zwitserland, Zweden, en/., afgegeven. Sir. Gerritzen unllténi inlustckeu, dat e Javasche Bank met zilverbons had kunnen worden betaald. Weliswaar was de regeering door de wet gemachtigd, om de Nederiandsche Bank van haar ver plichting tot betaling harer obligo's in meiaal te ontheffen, maar de regeering heeft van die machtiging nooit gebruik gemaal:!. Uit do considerans van de wet vah 6 Augustus 1814 iiizalce de uitgifte van zilverbons blijkt bovendien, dat deze in het leven zijn geroepen lor voldoening aan de behoeften van de circulatie en geenszins, om de Nederiandsche Baak in staat te stollen, te ontkomen aan haat Yerplichiing ter voldoening harerobü go's in metaal. Bovendien zou hc-t beding ijer in omloop zijnde zilverbous voor zulk een betaling aan de Javasche Bank bij liuvgc na niet voldoende zijn geweest. Voorla schrijft mr. Gervilzen, dat do Javasche Bank dit goud niet alleen «cnsclité ter jverotcïkiuig van haar goud voorraad, maar ook omdat zij in do oor logsdagen zoo min mogelijk risico op bankrekeningen wilde ïoopen. Ter rerster king van haar goudvoorraad heeft zij ook uit andere landen goud betrokken, en wel uit Engeland, Japan en Amerika, en wel eveneens tegen vooroorlogsjiariteit. Wat de earmark-overeenkoms: betreft, deze had volgens mr. Gerritzen uiLslui- tend een karakter van bewaargeving, en do Nederiandsche Bank kan hieraan niet het allergeringste recht van modezeggiing- schap ontloenen in de goudpolitiek der Javasche Bank en ia de bedrijfsleiding dier Instelling. De bedoelingen, waarmede de .Tavasclie Bank goud van de Neder iandsche Baak gevraagd en gekregen heeft, gaan deze laatste niets aap. Uit sluitend de Javasche Bank heeft als welk gedeelte van haar goudvoorraad zij realiseeren zo.1, wanneer zij het tot dek king van haar obligo's niet meer noodig heeft en het voor andere behoeften wil aanwenden. Met die vraag heeft gcon enkele andere circulatiebank tsieli ir Tenslotte schrijft mr. Gerritzen, dat van een belofte der Javasche Bank, die deze volgens den heer Vissering herhaal delijk aan de Nederiandsche Bank zou hebben afgelegd, om deze laatste steeds op de hoogte van haar goudpolitiek h'ou'déïT, noch aan hem, noch" aan" de Ja vasche Bank iels hekend is. Wel heeft do Javasche Bank ter bevordering eener goede samen working do Nederiandsche Bank doorloopend vun haar goudpolitiek op de hoogto gehouden, maar haar volle dige vrijheid van handelen heeft de Ja vasche Bank zich steeds voorbehouden. Hierop duldt zij geen inbreuk, ook niet van de zijde der Nederiandsche Bank. HET JUBILEUM VAN DE KONINCIN. Ter feestelijke viering van het re- geeiingsjubileuin der Koningin zijn plannen in vergevorderden staat van voorbereiding voor een passende ver siering van do Rijksgebouwen te "s-Gravenhage, zooals de departemen ten vaii algemeen bestuur enz. De centrale leiding hiervan berust bij de afdeeling Rijksgebouwen van het departement van financiën, zoo- diat niet elk dier gebouwen versierd zal worden naar verschillend inzicht, maar alles wat in de termen zal val len voor versiering van Rijkswege uitgevoerd zal worden naar de plaji- nen van bovenbedoelde centrale lei ding. Definitieve plannen zijn nog niet vastgesteld. Men overweegt nl. wat verkiesejijker is, ook met het oog op de kosten: versiering van alle in aan merking komende gebouwen ie 's-Gra- venhagi. dan wel één decoratie van een complex rijksgebouwen op de- daarto© meest geschikte plaats (b.v. de achterzijde van de gebouwen langs den Hofvijver), waaraan dan binnen zekere grenzen, zooveel zal kunnen v.orden besteed dat met iets buiten gewoons voor den dag kan worden gekomen. DE VERJAARDAG VAN DE KONINCIN-MOEDER. De verjaardag van de Koningin- Moeder is in de residentie niet opge wektheid gevierd. He vlaggen wap perden van vele gehouwen en huizen. Dn departementsgebouwen gaven de sedert do laatste jaren hier en daar vernieuwde en gemoderniseerde eleo- -i'he verlichtingen te aanschouwen, ['en Paleize .n liet Lange Voorhout ook ten Rakiza in liet Koordeinde bestond gelegenheid lot het teekenen een register van gelukwenschen. lii was een vjlksioest- in den Die rentuin. Op verschil lende punten van de stad hadden rauziekuitvoei-irigên plaats. Ook O]) hot felicitatieregister ten Paleize le Soesldijk werd zeer druk ;eteekend. De inbraak te Vleuten, Drie arrestanten. In verband mot hetgeen reeds is •ermeld omtrent de resultaten van nu, politieonderzoek naar aanleiding an den inbraak le Vleuten verneemt de Tel., dat de gearresteerden zijn D. V., welke laatste persoon iïi de Be- ijrzaak geen onbekende is geweest. Zij hebben, naai' hel blad verneemt in gezelschap van zekeren 13. in dc-n nacht van zi op 23 Juni te Vleuten geopereerd en wel ten huize van een particulier. Na lang zoeken vonden de inbrekers in een zijlaadje van een bureau de sleutels, der brandkast. De ze werd opengemaakt en de effecten ter waarde van 20—23.000 gulden weg genomen. Eenigen tijd geleden werd B. ge arresteerd. IT ij werd te Vleuten met den burgemeester, die het onderzoek met g«ooien ijver leidde en met eerii- gobewoners geconfronteerd. Een paar lieden verklaarden B. te voren le heb ben zien rondscharrelen. Het onder- zqnk werd Wiet taaie volharding voort gezet en ten slotte leidde het spoor mini de hoofdstad. Daar werden Woensdag dan ook D. en V. gearres teerd. Beiden hebben den nacht op he! hoofdbureau van politie doorgebracht Donderdag zijn ze onder stevig gelei de naar Vleuten overgebracht. De verdere verhooren zullen aldaar plaats hebben. INBRAAK IN E'EN FABRIEKS- KANTOOR. Maandagnacht is ingebroken in d j Coi'p. Stoomzuivelfabriek „De "Voor uitgang" te Deldenerbroek. Toen de> machinist 's morgens in de fabriek kwam, bemerkte hij een persoon, ge kleed in een gele jas. die bij zijn nade ren oogenblikkelijk de revolver trok. Dc machinist nnm daarop de vlucht-, de inbreker profiteerde hiervan en out kwam. De brandkast heeft hij' niet kunnen openen slechts eeivig klein gekl is ontvreemd. INBRAAK TE 'S GRAVENH VGE In den nacht van. Woensdag - p Don- de' dag is ingebroken in 'het pand I Mn van Njeuw Oost-lndié 191, be woond door de dames C. Alle kasten wis'den opengebroken. Er is ontvnend voor een waarde van i 300 aan gou den en zilveren voorwerpen. Onze ILscIiIiosk VLEIEND. Hij (sentimifceel): Maar ik ben je niet waard, lieveling! Z ijO, Frits, als jij en vader het op alle punten zóó eens waren, hoe gelukkig zouden wij dan zijn! Moeder: Tom. ie moet niet vechten met Jan Meijer. Tom: Ja, moeder, dat weet ik. „Maar waarom doe je het dan?" „Ik wist het pas toen hij inij ge raakt hadl" Bezoekster: Dus je studeert lederen da» een uur piano, Willem. Vind je het prettig Wille m Weineen. natuurlijk niet. Maar ik doe het om den vrede in de familie te bewaren Het nieuwe College van B, en W, De houding der sociaal democraten. Naar de „Voorwaarts" meldt heeft de partij-federatie te Rotterdam zich ver klaard vóór aanvaarding van werhou-* derszeiejs als dc Raadsfractie venvacht, dat haat vertegenwoordigers in hei Col lege vruchtbaar kunnen werken. Uc beslissing is ten slotte bij een federa'ie- ledenvergadering. Wat den nieuwen burgemeester be treft, schrijft het blad, dat indien de heer Wytema het bestuur der gemeente in krachtig democratische richting zal willen leiden, hij van den onvoorwaar- delijken en oprechten steun der sociaal democraten verzekerd kan zijn. OVERBOORD GESLAGEN EN VER DRONKEN. Donderdagmiddag is te Lemmer binnengekomen schipper J. Jonker van Amsterdam met zijn ijzeren k!:nner „Hoop op Zegen", op reis mei een lading steenkolen van Amsterdam naar Lemmer. Zijn 16-jarige knecht; Nioo Huitema is Woetidagmiddag ten gevolge van het slingeren van het fi.nip nabij Urk overboord gesligen en verdronken. VERDUISTERING EN VALSCHE AANGIFTE. Voor do rechtbank te Rotterdam stond Donderdag terecht de 64-jarige J. J. S.. gedelegeerd ontvanger van het loodswezen, te Vlaardingen, thans gedetineerd in liet Huis van Bewaring te Rotterdam, wïen ten eerste ten las te was gelegd. dat*hij in den loop del' ju ren 1922 en 1923 een aantal geldsbe dragen, in totaal f 323.15 aan loods gelden, toebehoordendc- aan den Staat dei' Nederlanden, welke hij in zijn •functie had geïnd van schepen, dia 'van Vlaardingen naar zee waren ver trokken, en welke gelden hij moest af dragen aan den commissaris van het loodswezen, ontvanger van de loods gelden te Rotterdam, zich wederrech telijk had toegeëigend. Ten tweede was hem ten laste gelegd, dat hij op lö April 1923 op het politiebureau aan de Witte de Withstraat den inspec teur van politie N: Klanssen aangifte had gedaan, dat hein even te voren nan de Rochussenstraat le Rotterdam tijdens een duizeling, die licm plotse ling overviel, f 655,81, die toebehoor den aan den Staat der Nederlanden, waren ontstelen, zulks terwijl hij wist, dat. die diefstal niet was gepleegd- Bekl. bekende de hem ten laste ge legde verduisteringen.. Van 1920 af li3d hij al in de schuld gezeten, er was hein reeds eens de ^gelegenheid gebo den een regeling te treffen, waardoor hij cle door hem verduisterde gelden langzamerhand zou kunnen afbeta len. In 1922 had hij echter weer voor •een belangrijk tekort gestaan. liet verhaal dat held, bij de politie 'had gedaan op 10 April, hield hiji thans ook vol. Hij was wel degelijk door een duizeling overvallen, loea hij door de Rocliusseiiscraat fietste. Om tien minuten vóór drie had hij op de brug tusschen Schiedamsche Weg en Nieuwe Binnenweg nog op zijn hor loge gekeken. Wat er nadien met hem gebeurd is, kan hij zicii niet meer te binnen brengen. Hij had het bedrag van fGöö.81 in zijn portefeuille gehad, toen hij weg ging: toen hij na zijn val weer bij ltwam, w as hot er' uit. De president: ..Maar man, je was zoo gezond als een visch. De dokto ren hebben ook verklaard, dat je niets scheelt." Bekl. „Daar ben ik God dankbaar voor." Maar wat er toen met me ge beurd is, wee' ik toch niet- Ik weet nergens meer van." President: „Ik heb idee. dat er.niet veel geld in die portefeuille gezeten ■heeft, toen je van huis ging." Toen de getuigen er waren er 11 gedagvaard werden voorgeroepen, bleek dat de twee voornaamste niet waren verschenen. De vertegenwoordiger van het P.M mr. J. G. Holsteyn, vroeg daarop uit stel van behandeling dezer zaak tot- 4 September, met welk verzoek de rechtbank zich vercenigde. feuilleton Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 10) HOOFDSTUK VIII. S a 1 n o ontdekt een ge il i m. Vader Henry, die er erg bleek en vermoeid uit zag, lag op een, langen rieten steel in Hotel Catalina. Naast hem zat een andere zendeling, uit Loanda. Toen deze laatste naar zijn metgezel keek kwam er een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht. ,,lk vrees dat je niet erg gezond bent, Henry", zei hij vriendelijk. Vader Henry «limladhte weemoe dig. „Ik ben al een tijdlang niet erg gO'-'Ci. Maloba is geen sanatorium". „Neen stemde de ander toe. „Ik ben er genegen jaaj- geleden geweest en heb toen erg koorts gehad". Hij zweeg een oogenblik en voegde er tóen bij: „Misschien zal de zeereis naar Engeland je weer gezond en krachtig maken". „Dat is wél mogelijk", stemde Va der Henry toe. „Maar ik ga niet voc-? mijn gezondheid en ook niet om te rusten. Ik ga met een bepaald doel". Do ander knikte. „Ja, ik heb ge hoord dat je voor dringende persoon lijke belangen naar Engeland ging. Een minuut laug bleef Vader Henry naar de golven kijken, die op het strand vóór het hotel kwamen aan rollen, en zei toen: „Het is cle eerste keer dat ik naar Engeland ga, 'ik ben hier al meer dan twintig jaar". „Dat is een heele tijd", mompelde de ander. „ITet is me niet lans: gevallen", was het antwoord. „Al die jaren heb ik veel gewerkt en als men liet druk heeft gaat de tijd snel voorbij." „Neen", stemde de ander toe, „als men altijd werk heeft verveelt men zich nietMaar je vindt het zeker wel prettig om nu eindelijk weer eens naar Engeland te gaan?" Vader Henry schudde het hoofd. „Dat gelóóf ik niet. Ik zou geen ver lof, gevraagd hebben als mijn plicht, me niet naar Engeland geroepen had" „Zoo? rei cle ander op cenigszins vragend en Icon. I „Ik ga iets goed maken, iets dat ik jaren geleden mijn iemand, die jonger is clan ik zelf heb aangedaan". lleb jij iemand iets aangedaan, Henry, jij?" Er kwam een ongeloovi- ge uitdrukking op het gezicht van den ander toen hij naar zijn collega keek. „Ja", antwoordde Vader TIenry rustig. „Ik heb het gedaan zonder het te beseffen. Ik dacht dat ik er goed mee deed, maar ik .begrijp nu dat ik verkeerd gedaan heb, of tenminste onverstandig. Maar het is nog niet te laat om het weer goed te maken en voor zoover ik weet, is er nog geen eigenlijk kwaad uit voortgekomen". „Dat is gelukkig", zei do ander. „Dat is zeker heel gelukkig", was het antwoord. „Het gebeurt niet vaalk dat de menseh in staat is om zijn fou ten to herstellen, zooals ik hoop te kunnen doen". De ander zei een heelen tijd niets- Hij wachtte "nog op verdere vertrouwe lijkheden en toen hij naar de zee keek neinsde hij er over wat het geheint van zijn vriend wel kou zijn en van welken aard die fout geweest kon zijn, die zijn collega nu blijkbaar zoo Hin derde. Hij wachtte een heölen tijd, toen keek hij weer naar zijn vriend, j Hij schrok geweldig. Vader Henry's 1 hoofd was voorover gevallen. Zijl' mond hall" open en zijn oogen waren. dicht. H:j zag er precies uit als esn man, die in zijn slaap'gestorven is. Er kwam oen verschrikte uitdruk king op het gezicht van don ander. Hij stak haastig zijn li aft d uit-, greep zijn vriend bij zijn schouder en schud de hem neftig heen en weer. „Henry", riep hij hard, „Henry!" Tot zijn gruüLe vreugde opende Vader Henry langzaam zijn oogen en keek slaperig»oin zich heen. De ander lachte opgelucht. „Henry, je inoet wel heel moe zijn. Je sliep. Ik dacht dat je dat je. Hij maakte zijn zin niet af, en Va der Henry lichtte zijn hand op en wreef zijn oogen uit. „Dat betéekent niets", zei bij lang zaam. „Ik word den laatsten t dikwijls door slaap overmand, soma op cle vreemdste plaatsen". Zijn collega keek heni eens goed aan. „TIenry", zei hij, „bedoel je dat je, als je 's nachts goed geslapen hebt, toch neg overdag in slaap valt'" „Ja was het aiifcwoord. „Ik heb altijd 'n vochtig sponsje in mijn zak, om mijn oogen open te houden". De ander drukte de lippen op el kaar alsof hij wilde fluiten, maar er kwam geen geluid uit. De uitdrukking op ziin gezicht werd steeds angstiger. „Dat bevalt me niets", zei hij lang zaam. „Het is geen goed toeken voor iemand znoals jii. Als ie in Engeland komt moet je naar Dr. Singletou gaan \an de school voor Tropische ziekten en hem precies vertellen hoe je je voelt. Beloof me dat, Henry!" 1 Vader Henry glimlachte. „Het is heusch niets om je ongerust over te maken", antwoordde liij kalm. „Ik heb den laatsten tijd hard gewerkt, en. 1" Beloof het me", viel de ander hem in de rede. „Goed", stemde Vader Henry toe. „Ik beloof je dat ik nanr Dr. Single- ion toe zal gaan als ik tijd heb". „Je nioel er tijd voor maken", ant woordde z'n vriend. „Er zijn dingen, die je niet moogt verwaarloozen en die onverklaarbare slaperigheid van Je is er misschien een van: Het, zal in ieder geval geen vergeefsch be zoek zijn. Dl'. Singleton zal het wel prettig vinden om eens met een mail van jouw ondervinding te praten". „Dan zal ik naar hem loe gaan", antwoordde Vader Henry. Ze zwegen een oogenblik, en toen zei de ander weer: „De Engclsche boot vertrekt over een uur. Ik zal meegaan om je weg te brengen". „Zooals je wilt", antwoordde Va der TIenry, „Maar als je het me ni«4 kwalijk neemt ga ik nu naar mijn kamer om ine klaar to maken". Hij stond op van zijn stoel, knikte tegen zijn vriend en ging liet hotel binnen. Toen hij weg was keek de ander neg een lieeleu tijd naar den Oceaan vóór hem. Tenslotte schudde hij het hoofd. „Arme Henry", mompelde hij. „het bevalt me niets. Maar Singleton zal net wel weten en hem cle waarheid zeggenMaar welke fout zou hij toch vroeger begaan hebben, die hij nu wil gaan herstellen?" Toen hij later de boot' nakeek die zijn vriend naar Engeland bracht, peinsde hij et nog over. Maar op «lat- oogenblik nas Vader Henry zeer op gewekt gestemd, want toen hij in den stoel ging zitten, dien de steward voor hem op con beschut plaatsje gezet •had, hoorde hij vlak bij zich een ver baasde stem: „Vader Iienry! Vader Henry, wilt u mij niet zien?" Hij herkende do stem dadelijk, keerde zich om en krek in dc donkere oogen van Marie Salnovo. „Wel, Marie..." De vreugde van iemand, die onver wachts ecu goede bekende ontmoet, eii de verrassing klonken in de stem van den zendeling, en het meisje glim lachte van genoegen. „Ik zag u op het dek Ïoopen", zei ze. „en ik merkte, dat u mij niet zag". „Ik verwachtte je heelcmaal niet", antwoordde Vader Henry. ..Ik u ook niet", antwoordde Ma rie. Toen u naar de kust ging wist ik niet dat u naar Engeland zou gaan „Dat wist ik toen zelf nog niet. Ik ben naar Loanda gegaan omom

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5