Kerk en Sclisol
ïngezondeu
De gevaarlijke zee.
aan de rechterzijde. Dat was ten'
eenenm'alc uitgesloten verklaarde de
kassier, terwijl hij do city-bag liet
zien, waarin het courantenpapier nog
aanwezig, en waarop het stempel van
de bank was afgedrukt op do binnen
zijde van het, leder. „Dit is mijn
tasch", zei hij, „want hij is bovendien
ïiog to herkennen aan een geschroei
de plek aan den onderkant., veroor
zaakt toen ik liem eens op een ver-
- warmingsbuis lieh geplaatst". Aan do
onderzijde van de city-bag bleek een
gedeeltelijk verbrande plek werkelijk
aanwezig.
reemd mompelde de inspecteur,
„dan zou het bedrag er toch moeten
zijn uitgenomen, maar waar hoe en
wanneer i"
En alles wees er op, dat d:t in (2e
hal moest gebeurd zijn.
De inspecteur verlangde steeds meer
iulichtingcn van den kassier en kwam
daardoor meermalen aan huis van
Wittcnian. waar Ilennv altijd'verlan
gend naar hem uitzag, hopende steeds
de oplossing in bevredigenden zin te
zaHeii z en naderen.
Maar het scheen wel of elk onder
zoek zonder resultaat bleef. Er was
vooralsnog geen spoor 1© ontdekken
van de daders, want dat er meer dan
één aan debet waren, lag voor de
band. En wat dc opsporing vooral- be
moeilijkte, was het feit, dat tot nog
toe de dame en do heer, dio rechls
naast den kassier op do bank hadden
plaats genomen, niet ui; te zoeken
waren. Op een oproeping in de dag
bladen was geen gevolg gegeven. Nie
mand had zich aangemeld Maandag
omstreeks tien uur naast den kassigr
zoo en zoo gekleed, plaats genomen
te hebben. Nu kon dit bloot toeval
z:.in, twee personen, die steeds niet
gelezen hadden en 'dus onkundig
van het geval waren gebleven, doch
het wees toch ook op -de twee ver
moedelijke daders. Verduiveld handige
lui, natuurlijk, waarvan slechts vage
signalementen bekend waren. Dat zij
handig waren, bleek vooral, dat nog
niet eeu der ontvreemde effecten er
gens wr.s ur.ngeboden; was dit ge
schied zouden ze geknipt zijn, daal
de nummers bekend en aan alle banK-
instollingen opgegeven waren.
De nummers van het bankpapier
pen twee duizend gulden ruim, aan
groot' en klein papier waren niet,
bekend, dit kon dus reeds overal zijn
uitgegeven, of gewisseld. De effecten,
die natuurlijk voorloopig heel schuw
ergens verstopt zouden zijn, konden
dus eerst worden gevonden, als er
iets omtrent de daders bekend was,
althans eerst cr.n zou er cenige kans
toe bestaan.
De commissaris van politie in de
derde secii© vreesd© reeds het on
derzoek aan den. verkeerde te hebben
opgedragen. Hij had voor deze zaak
toch maar liever een ouderen inspec
teur moeten aanwijzen. De heer Wat-
mand scheen iota.il op den verkeer
den Weg te-zijn. Hij was dnu ook ten
zeerste- verwonderd toen inspecteur'
'hem verzocht toestemming loi huiszoe
king in de woning van een groente-
koopman in esn kleine plaats, eenige
ui-en van- do hoofdstad in een boscn-
rijke omgeving. Het- was den commis
saris al vreemd voorgekomen, dat
Waiinnns dagen aan ecirbad gespeurd
in die stille, afgelezen oorden. Maar,
dat hij mi bovendien huiszoeking wil
de doe» bij een groenteboer, waarvan
alleen bekend was, dut hij den laat
st en tijd ruim bij kas was', leek hem
ongerijmd.
Toen de inspecteur zoo plots de moe
der van dien groeutekoopman in haar
eenvoudigen winkel opzocht, schrikte
de brave vrouw niet weinig, nadat zij
had vernomen, wat de reden was van
het. bezoek. Maar haar inlichtingen
helderden niet veel op, evenmin als de
huiszoeking, alleen een notitieboekje
van haar zoon werd meegenomen.
Geiden effecten werden niet gevon
den. Ook de verdere onderzoekingen :n
vele plaatsjes daar in den omtrek leid
den tot geen resultaat. Toch bleef de
heer Watmans zich in die omgeving!
nog altijd ophouden. Gedurende den
laats'en tijd had hij kennis gemaakt
met een ongehuwd fotograaf. Dit was
geu-,ijk gegaan, daar hu zich als
schilder had vermomd: hij droeg een
aankomenden blonden baard, een slap
pen, breedgeranden hoed en een flu-
•weelen'schïWersjösje: hij was hier tij
delijk gevestigd voor studies naar de
natuur. Het. doel was de gangen van
dien fotograaf na te gaan. Dit in ver
hand met een gebleken omgang met
den groenteboer. 1-let notitieboekje van
dezen laatste had evenwel weinig aan-]
duid ina gegeven. Alleen tegen de bin
nenzijde van het laatste stijve buiten
blad stonden een paar geheimzinnige
letters, als drukletters met potlood ge
schreven, namelijk:
KAAZABIE ANKA
'Aanvankelijk had do inspecteur hier
aan weinig aandacht geschonken, er
was absoluut niets uit te maken,
waarop deze aantcekftning kon (lui
den. Maar toch kwam or bij het lezen
telkens een bekende klank naar vo
ren, een -uitdrukking, die hij ineerma-,
len moest Jlebbeu gelezen of gehoord.
wijl ze er aan (lacht hoe ze er een
jaar geleden zelf voor gestaan had,
en »o'vergeleek dat met haar-tegen
woordige weelde op Dartnell.
„Ik ben er heel zeker van", ant
woordde hij vlug. „Jij behoort niet
hij mijn verleden, maar ik hoop wel
dat je bij mijn toekomst behoort. Se
dert ik hier ben -
lir kwam een auto om den hoek van
het huis en stoud voor hen stil. Helen
lic-p er vlug heen.
,,lk moet naar het dorp", zei ze.
„Wil je meerijden, Anthony?"
„Heel graag. Ik zal even een jas
hnl'-n".
lNvee minuten later zaten z© naast
elkaar en reden de laan uit. Voor ze
liij het hek waren kwamen ze Pen
nington tegen. Deze was te vont, en
wuifde met z in hand, waaron Helen
den chauffeur liet stilstaan. Perjjing-
ton kwam paar hen to© on begroet:
het meisje heel hartelijk, maar had
niet meer dan een kort knikje over
voor den man.
„Ik kom a's afgezant", zc-i hij vroo-
lij „Ik ben,door mijn moeder ge
steurd om je over to halen vanavond
hii ons t? komen dinee-ea. De dokter
cn zijn vróuw komen en eon rechter,
die con zwak heeft voor knappe meis
jes, dus jij
Helen lachte. „Tk vind toch met- da'
je zoo iets moet aanmoedigen. Voor
een rechter komt het lic-elcmr.nl niet
En toen op eens, daar vond-hij het, 1
helder als glas; wat dom, om daar
nog over te piekeren. Die groenteboer
had den naam op 'I gehoor opgeschre
ven, maar hij bedoelde natuurlijk:.
„Casa-Bianca", den naam van dc De-
kende stad in Marokko, doch die ook
meermalen voorkomt als naam voor
een villa. Du ar was dus iets voor hem 1
van belang. 1-1 et was nu zaak dadelijk
tc ïnformoeren of hier mu villa van
dien naam was cn waar gelegen. Na
heel veel moeite ontdekte de inspec
teur, dat er op eeu afgelegen plek aan
den straatweg een vervallen tuinhuis-1
je stond, dat sinds jaren niet meer
iverd gebruikt, en dai werkelijk „Casa-
Bianca" heette, zooals nog op het
omgevallen hek met gedeeltelijk uitge-
wischte letters stond vermeld. De heer
Wat ma us was van meeniug, dat- hier
in -vermoedelijk de effecten ware»
verstopt.
Een gebeden nacht offerde hij op,
om den grond in en buiten de ruïne
om te 'spitten, in de hoop iets te viri-
len. doch alle moeite whs te vergeefs.
Dc-n volgenden dag zon d© fotograai
naar de hoofdstad vertrekken tot het
deen van infcoooen, naar hij verteld
had. De inspecteur ncl'.tie het nu be
ter zich vin zijn vermomming te ent-
doen, en njgii als gewoon burger eens
te volgen.'Die reis was niet geheel te
•vergeefs. Op een zeker oógenblik was
de fotograaf een woning binnenge
gaan, om daar cenigun tijd later uit
te komen met een dame. Onmiddellijk
had de inspecteur ecu kick van haar
genomen mei z'n v.ak-camera. .Kart
daarop had hij zich naar (ien heer
Wïtteman begeven, waar Henuy al
weer verlangend naar hem had uitge
zien of den kassier (len afdruk van
de dame te laten bezichtigen. Ui-
schoon haar niet 'dadelijk herken
nend, meende hij toch w?l de dame*
er in te zien, die in de'hal naast hem
had gizeten. Hij had haar toen echter
slechts van ter z'ide gezien, terwijl de
ze foto meer in het gelaat was geno
men. Het was dus zaak (Ie dame nog
eens te kieken, »n dan zoo mogelijk
geheel van ter zijde.
Inrusschen bleef de ontvreemding nog
steeds onopgehelderd. De bankdirectie,
die voor de gestolen effecten aanspra
kelijk was. gaf te kennen, dat ze over
de naspeuringen alles behalve voldaan
was. Ook dc commissaris in de derde
sectie was lang niet tevreden over
inspecteur* Watermans, en telkens
stond iiij in twijfel, of het niet beier
was die lastige affaire in andere han
den ie geven. Maar Watmans scheen
zoo zeker te z In van de zaak, waarvan
hij langzamerhand alle draden in het
zicht kreeg, naar hij verklaarde, dat
de comms'scris hem toch nog de lei
ding liet behouden.
E11 weder stond hij op zekeren dag
111 de bouwvallige hut, het oude tuin
huis „Casa Binnen". Het was alsof hij
instinctmatig telkens naardeze ge
heimzinnige mine werd heengetrok
ken. lii den loop der jaren waren dcor
tal van bezoekers allerlei namen ge-'
krast'in het hout en mot potlood ge
schreven cp het wit der muren. Ter
wijl de inspecteur achteloos verschil
lende dezer namen las, viel z'n éog op
een eigenaardige teekening. c-n wei:
een rechte lijn, in schuinen stand ge-
teekent, waar ar 11 het einde een booni,
ruwt geschetst in cenvtoud-ig©' Ti.rnéïi.
Onwillekeurig liep hij naar buiten',
en toevallig zag hij in de aaugeduido
richting een hoont staan. Hei zou een
aanwijzing kunnen zijn. Dus ging hij
dien nacht weer bij den aangegeven
boom graven, 111 nar al weder was het
resultaat nihil. Writ wilde die inspec
teur toch? Hij moest wel stellig over
tuigd zijn in dien groenteboer en den
fotograaf de daders te hebben. E11 dat
was'ook zon. De bewijzen varen even
wel nog onvoldoende; werden echter
de effecten gevonden, dan was de 00-
dit den inspecteur ui co gelukken. Man-
neer hïï niet zoo zeWr van z'jn zaak
w-as geweest, zou l.ij zelf zijn gaan
twijfelen. Doch zijn ijver ontbrandde
weer meer. toen het hem gelukte een
twee foto te nemen van de dame van
deur fotograaf en wel geheel „en pro
fiel". Onmiddellijk herkende de oude
kassier Wïtteman nu het portret als
van de dame. die op de bank naast
hem had gezeten. Weder ging de in
specteur naar ..Casa-Bianca", en weer
beschouwde hij de raadselachtige ise
rening, mot den boom aan het einde.
Er ziet bij dieii boon was nog iets,
daar stonden naast: drie klein streep
jes. haast n:et.op ie merken, maar
toch mei opzet daar geplaatst, drie
evenwijdige lijntjes. Als dit eens betee-
kende.: boom,3? Meer werd een nacht
gegraven. Rondom den derden boem
in aangeduide richting. Het viel den
inspecteur op, dat de grond hier mul
ler was, alsof ze kort geleden was be
werkt.
En n.a vol hoop nog een schop die
per te hebben gegraven, stiet hij plets
op een dof klinkend voorwerp. Weldra
kwam te voorschijn een kleine, groen
geverfde, blikken trommel, ongesloten;
alleen het hengsel was in den beugel
vastgehouden door'een stukje hout,
een afgebroken takje, Zenuwachtig
te pas".
„Maar je most komen", drong Pen
nington aan. „M e willen liet allemaal
graag en mijn moeder vergeeft het
me nooit als je het ma niet belooft
Helen weifelde. „Anthony is er toch
ook zei ze. „Hij
„Ja", wel Pennington haar in de
rede, „we hebben wel aan hem ge
dacht, maar aangezien we Begrepen
hadden dat Dr. M uldrond hem rust
had voorgeschreven, leek het ons -
eh minder gewenseht dat hij er bij
zou zijn"'.
Toen Pennington dit zei, kwam er
een blos van verlegenheid en ergernis
op het geluat van het meisje. W?i on
zei was wel niets bijzonders maar in
haar gevoelige boren klonk de toon,
waarop h.j kei zei bijna wjr.ndig, en
een beetje bedroefd, keek ze naar An
thony. Hij zag cr oogcnschiin'ijk heel
kalm u:t, en toen lnj liaur i^-c opving
glimlachte hij.
„Trek je van mij maar niets aan,
Heien. Het is erg wieuuelijk van me
neer Pennington om ©r aan te den
ken, dat ik nog niet Eeeleinaal in or
de. ben". x
„Dan zal ik me maar in de nab'i-
heid van den rechter wagen zei He
len. terwijl ze zich tot Pennington
wendde en een beetje gedwongen.lach
te. „Terwijl de dokter er bej ia zal hij
toch wel niet n! tc pek'diin*en domi.
Nu .moeten we weg. Vve gaan even,
den trommel openend, bleek bij het
licht van den zaklantaarn, dat or zich
effecten in bevonden tot een vrij groot
bedrag. De biut vvus er. De inspecteur
had goed gezien, an z'n volhouden
was met succes bekroond. Alle twijfel
omtrent de daders was nu opgeheven,
daar de moeder van den groenteboer
den trommel herkende als te zijn van
lüiai', voor eeuige weken echter spoor
loos verdwenen.
Hoe de inspecteur cl© draad in han
den 'kreeg, rest mij nu nog t'e'verkla
ren. En als uile cte'octief-verwikkelin-
gen, raakt die soms louter toevallig
bekend,, zoo ook hier. Toen liet zoo
goed als zeker was, dat de effecten
zóó snel verwisseld koden worden met
oud papier, stond het bij den inspec
teur vast. dat de city-bag verwisseld
moest zijn. Een sluw overlegd plan,
doch alleen"door verwisseling kon de
list zijn gelukt. Maar aangezien de
city-bag, waarin de kranten, <1© ver
wisselde dus, toch wel degelijk van
don kassier was, getuige dc brandplelt
en het baukaierk, moest die verwisse
ling ook reeds van te voren hebben
plaats gehad, waar dan ook. Van (X i t
punt ging de inspecteur uit. en dit
hield hij vast tot hij zekerheid had,
o? van het tegendeel. Nu had da doch
ter van den kassier verklaard, dai
haar vader die bewuste city-bas van
de bank, behalve voor geldzaken, ook
voor zijn particulier gebruik benutte.
Hij ging er zelfs meermalen mee op
leis noar z'n zwager- buiten de stad-
Er was dus ruimschoots gelegenheid
deze city-bag te verwisselen met een
die er veel op geleek, door veelvuldig
gebruik enz. in cleze lijn zette de in
specteur zijn onderzoekingen voort.
Het bleek toen, dat in de plaats waar
de zwager van den kassier woonde;
heel goed bekend was dat M'ittemaii
belast' was met het bezorgen en afha
len van groots bedragen aan banken.'
Van liet dienstmeisje van dien zwa
ger had de inspedor.r vernomen, dat
de leverancier van groenten had ge
ïnformeerd, toen ze Zaterdag wat
meer nam. of de kassier soms dén-vol
genden dag kwam. Deze vrijwel or.-:
schuldige vraag had de inspecteur'
dsn draad in handen gegeven, want
uit verdere omstandigheden bleek, dat
op Zondagavond zeer waarschijnlijk
de tasch vuil don kassief was verwis
seld in'de woning van zijn zwager
door den groenteboer. Den bnnktascli
was in handen van den groenteboer
gekomen, de kassier had niet bemerkt,
dat hij naar huis v.-ns gegaan met een
vreemde city-bag. ook niet toen hij
Maandagmorgen zijn groot bedrag
aan effecten en geld daarin plaatste.
Groenteboer cn fotograaf, benevens de
bswust'e dame in dc hoofdstad, smeed
den gezamenlijk het complot. M?i eon
auto waren fotograaf en dame Maan
dag den kassier gevolgd, en in de
Centrum-bunk hadden zo naast hem
plaats genomen, eerst de dame, en'
naast haar de fotograaf met rle bank-
tasch, gevuld met couranten. Toen de
gassier zich een oogenblik bukte, had
iïe dame onmerkbaar de tasch van den
fcnssier snel verwisseld met de city
bag met couranten van den fotograaf.
Zoodra de kassier nan het loket was,
waren z;j dadelijk heengegaan en met
de auto vertrokken. Het geld was ver
deeld, de effecten in tien grond ver
stopt' 'tet la'lere 'g-.Tegenheid. Dit 'alles,
hadden da schurken nog maar zoo da
delijk niet 'bekend, Mant' dat deed er
voorloopig weinig toe. Het bedrag aan
effecten was ongeschonden aan de
baid-f teruggekomen. De directie was te
vredén, ën loeii de kassier zelf het
bedrag aan geld had aangezuiverd,
werd hii geheel gerehabiliteerd. Dank
zij het tactvol optreden van inspec
teur M'atmans, kwam olies op z'n
beentjes terecht. M'as dit nu een ge
woon detective-verhaal, zon ik kun
nen besluiten met te vermelden, dat
inspecteur M'atmans bevorderd werd
tot een zeer hooge positie en tot dank
van de familie Wittemnn Henny tot
vrouw kreeg, maar dat zou te roman
tisch zijn en met. de werkelijkheid
niets te maken hebben.
HET GIJK3SCH00LT0EZICHT.
Eer. Inspecteur van he; L. O. schrijft
aan het Hbld.
„Hel Rjjksschooltoezicht," schreef de
zer dagen een schoolblad van goeden
zin, „gï.it over tie long." Inderdaad, er
:s nog ai eens over leden ua hei Rijks,
schooltoezicht geschreven. Doch den op-
incikzainen k-zer kan het niet ontgaan
zijn. da; dc ciiiiek, in de onderwijspers
op daden van het schooltoezicht ge
oefend, ciitiek v.as voor een deel ge
richt op daden gebaseerd op de wet,
voor eeu ander deel gericht op daden
van een paar personen die niet in aan
merking mogen komen als men het
heeft over een Instituut.
Maar nu beroept men zich voor de
gegrondheid der erniek op een uit
spraak van de Vereeniging van School
opzieners ook „1-Iet Onderwijs" deed
dat, maar het voegde er volkomen te
recht aan toe, dat niet in de eerste
naar het dorp".
Ze knikte tegen hein en de auto
reed duor. Een minuut lang zeiden
ze geen van beiden iets. Maar toen ze
aan het eind van de -oprijlaan kwa
men. verbrak Dartnell de stilte.
„Soms denk ik wel eens dat John
Pennington mij haat
Helen Raymond twijfelde er niet
aan. maar door nieuwsgierigheid ge
dreven,- vroeg ze: „Waarom denk je
dat? Waarom zou hij je haten?"
Het antwoord was verrassend op
recht. „Om jou. Hij kan mij niet uit
staan omdat jij vriendelijk tegen me
bent. Ik zag het daar rel in zijn
ooeen. H j
De hoorn van den auto klonk op
eens hard en doordringend, alsof er
gevaar dreiede. Het eigende oogen
blik. werd rle rem haastig aangezet,
liet stuur omgegooid en de auto reed
bijna de heg in. Toen ze draaiden za
gen de twee inzitten ien een voetgan
ger, die op den grond viel. Gelukkig
.iel de auto niet 0111 en toen hij stil
stond sprangen Dartnell en de chauf
feur er uit en liepen op den gevallen
man toe om hem ie helpen.
Blijkbaar was hij niet erg gewond,
want toen ze nii item kwamen wns
bij al van elf ongestnan en klopte het
stof van zijn lil:eren af. Toen hij zag
(lot hij er vrijwel ongedeerd wns'af
gekomen. gaf de chauffeur aan zijn.
verontwaardiging lucht, en vergat,
plaats van dezen aandrang tot verande
ring moest uilgaan. Tiet sprak van „dc
ondergeschikten" waarmce'dan de schout
opzieners worden bctloeld, en voor een
deel zit daar dc kern van de foutieve
redeneering, die concludeert dat er dus
wel iets met het schooltoezicht niet in
orde moet zijn. De schoolopzieners ne-
meii in het geheel van het schooltoezicht
naar hun eigen meening niet de plaats
in die him toekomt, en het was vooral
deze'meening die in de Utrechtsdie ver
gadering tot uiting kwam. Het onder
werp trekt vooral de aandacht van de
genen die op een andere plaats rneencn
'recht te hebben, en die, aangezien ze
deze plaats in de tegenwoordige orga
nisaties niet kunnen krijgen, '."in andere
organisatie propageereu. Is dit evenwel
een grond vor de uitspraak dat hel niet
de tegenwoordige organisatie niet gaat?
Wij weten wel, dat in het oog der heer en
schoolopzieners de fout dezer wet is dat
zij niet volkomen zelfstandig zijn. maat
dat is dezelfde foutieve redeneering als
van onderwijzers, die ook van meening
ziin dat elk toezicht en elke controle
op hun aibeid kan worden gemist.
Ook de inspecteurs staan onder ce
hoofdinspecteurs, deze onder den Minis
ter,' en de Minister ten slotte onder dc
Sta:en-Generaal.In dc Utrechtsche verga
dering werd tot de schoolopzieners door,
een als gast aanwezig inspecteur gezegd
Mijne hceren, als het onder dc tegen
woordige inspecteurs niet goed gaat, g:j
zijl. dé toekomstige, bet staat aan u de-
verhoudingen te verbeteren! Zoo is nc:
inderdaad. Waarschijnlijk zijn niet over
al de verhoudingen zooals. ze konden
wezen; dat kan aan den inspecteur 1,'g-
gen, maar evenzeer aan de schoolopzie
ners. Daaraan verandert men evenwel
met een andere organisatie niemendal.
Waar de menschep elkaar verstaan,
is de verhouding tusschen inspecteur en j
schoolopzieners volkomen goed, en hoi
onderwijs plukt daarvan dc vruchten.
Het ia dan ook dwaas te zeggen, zooals
„Tiet Onderwijs" doet, dal het persoon-
lijk contact ontbreekt, omdat niet dc
toezichthouder maar'iemand namens
hem in de school komt. Het een is al
even onjuist als hel ander. Ten eerst?
komen ook de inspecteurs, en niet wei
nig, in de scholen te.n tweede mag ni-r
de zaak zóó worden voorgesteld of de
schoolopzieners niet zélf mede het toe
zicht zijn. Dit is een volkomen ver
keerde voorstelling, en een beschouwing
van den arbeid der schoolopzieners die
r.;et die van de inspecteurs is.
Maar, zeggen sommige schoolopzie
ners. als gij hen dan gelijk wilt stellen
met de inspecteurs, waarom zijn ze dan
r.iet evenzeer zelfstandig?' Een derge
lijke vraag kan slechts worden gestold
door wie in een ambtenarencorps geen
lioogeren en lageren rang wil kennen.
Wil men eigenlijk, in plaats van 26 in*
1 specteurs, en een honderdtal schoolop
zieners, een 130-tal inspecteurs, dan moe:
men da: zeggen en niet spreken van
reorganisatie, cn zeker niet haar ('om
stellen als een middel tot bezuiniging,
geiiik ook wel gedaan word:. Bezuini
ging 35 misschien te verkrijgen door lie!
vroegere stelsel der provinciale inspee--
teurs weder in te voeren, maar dan zou
den de vier hoofdinspecteurs en dc On
derwijsraad moeten vervallen, en wiq
zal daarvoor te vinden zijn? De tegen
woordige schoolopzieners zouden dan
zeker niet verminderen in aantal, in be
zoldiging wel?.. En zouden zij'winnen
-aan zelfstandigheid? Zij die het oude
stelsel gekend hebben, zullen er zekci
geen ja .op zeggen.
Van ingezonden stnkken, geplaatst of
niet; geplaatefc, wordt do kopie don inzender
niet teruggegeven.
Voor den "inbond dezer rnhriek ztelt da
Radactie zich niet aansprakelijk.
Heb meer veroorg eeu go-
Xieim .Jaar -in.' jaar uit bleef
de kom gevuld tot aan den
groenen bemosteu oever, doen
niemand wist te Farningen.
door welken watertoevoer' be j
meer werd gevoed, en eveninn.
lungs welken weg het overtol
lige water afvloeide. Eu toch
woelden daar machtige stroo-
nien, die alles wat in net meer
dreef op die ééne plek wegruk
ten uaar de onmetelijke
diepte.
XirRNST ZAHN, Onderstroom.
Den laarsten' Zondag van llooi-
maamd, toen onze geel-gouden kust
in den koesterenden glans van hst he
mellicht stond, toen boven liet strand
aosrade de klanken-chaos van jolijt, is
er weer een afgedreven, een niensch,
naai' de branding-warreling van zee,
waar geen redding meer mogelijk is.
Een drama, zooals je er ieder jaar
meemaakt aan het gri.j8rkj.auwe wa
ter! Tentenkamp! Vreugde-menschen!
ogen-Lint •uk-', ee- .-den om 'au
ontvluchting van do benauwde efcnd!
Gok zij w'uicii zou. iviüuusi', enkel© ge
zinsleden, en dan Vilder! Die liad
het innig verlangen 111 zich, do golven
tegemoet te gaan. Hij was een dége
lijk zwemmer. Hij zon liet 'ni eens lap-
pen. De flink-stoere kerel ging zee -
dat zijn meesteres zoo vlak bij hein
was.
„Stommerd dat je bent", riep hij
uit. „Wat doe je ook zoo over den weg
te loopen? Waarom kijk je niet uit?
Je hadt je zelf en ons wel den dood
a^n kunnen doen. Ik zou je graag een
pak slaag geven
De man tegen vvien hij sprak, hield
00 met zijn kleeren te verzorgen en
keek op; hij had een mager, geel ge
zicht en een paar onrustige, nogal
doordringende oogen.
„En ik", riep hij met een vrij sterk
vreemd accent, „zou j© dolgraag voor
den kop schieten, jij idioot. Ik ben
niet aan die hels'che machines van
jullie gewend. Neen! Maar jij ie
koint zachtjes aansluipen al mi lui
paard. dan trompet je als een man
netjes-olifant, zocdat een meusch zich
Jialf doo.d schrikt, cu dun verbaas je
je er nog over dat
De woorden bestierven op zijn lij>-
pen. Hij hijgde en greep naar zijn
keel en zijn gele gezicht .kreeg een
spookachtige tint. Terwijl hij sprak
had hij van den chauffeur naar Dart
nell gekeken, en nu staarde hij dezen
strak aan, trilde op zijn beeneu en
zag er uil alsof hij weer neer zou vul
lend.
Denkend dat de rrifm ernstiger ge
wond \vas dan de chauffeur dacht,
ging Anthony Dartnell haastig nutir
hem toe.
waarts. Hij' plonsde in den wellen-
dans, een geweldige. Toeschouwers
verklaren, dat heb bruisend, donde
rend water hem meteen te pukken
had. Hij gilde. Hij dreef af. Werd,
meer zuidelijk gezien. Plofte dan weel'
noordelijker uii de schuimende rol
lers. -Werd zoo minuten lang omge
told, heen en weer gezwiept. De een
zegt, dat 't er zeven waren. Een/ander
vermoedt: méér. Wat doet. het er toe?
Lijnen werden gsflmald. Redders {rin
gen 111 do golven. Men zwoegde. Men
worstelde Eindelijk had men liet.
slachtoffer te pakken. Natuurlijk be
wusteloos! Toen was alles reeds 111
actie. De medicus! Zij, die kunstma
tige ademhaling toepasten! De zool-
wrijvers! Politie met verbandkist eu
zuurstcf-koffer !Ene heel legertje van
bulpvaafdigen! Men werkte- Men
spande zich f.vee volle uren en nog
langer in. Toen bleek, hetgeen al ge
vreesd werd, dzt alles vruchteloos
was geweest, dat men de levéusgees
ten poogde op Ie wekken lij een
lijk. Voer het Urntje toefde het gezin;
eerst angstig beidend, 1111 droef be
seffend: En hij, de kerel, lag er. met
vreemd violet en opgezet gelaat, met
sma'rtirekken cm dun mond, die her
innerden aan den lontslen, gewel
digen strijd opv liet leven.
Kr was zonneschijn. En diai gouden
glans deed nog heller uitkomen het
witte bord, waarop het met fcl-zw.-ii't
letters te lezen stond, dot linden en
zwèmmen juist op die plek le
vensgevaarlijk was. Juist op die plek
was hij ie water gegaan. Mag men
„stommeling" legen een doode zegge»?
Na dit ongeluk heli ik een Onder
houd met-den Zandvoorisclien bad
arts Varekamp over bedoeld gebeuren
gehad. In' den' medicus zweemde iels
van moedeloosheid. Hij heeft ook al
zoovee! beproefd, den menschen „voor
zichtigheid" 'te leeren. Neemt alleen
zijn brochure „Veilig baden en zwem
men. in zeeWat we nu 110» moesten
doen? Alles was toch in orde. Lijnen!.
Yerhahdkisten! Het zuurstof-appa
raat! Zelfs liet hord! Op het Kopje te
Bloemend aal staat- eveneens een waar-
schuwingsnaal. Kan men meer doen
om de mensblien voor roekeloosheid
te vrijwaren? E11 hoe kwalificeert
men den dwaas die desondanks als een
dolle dezegevaarlijke helling aftolt.
betzij per fiets, hetzij per tuftuf ni
henzinewsgen Hier ook zoo'n red-
ding3pa.al. zoo'n mhiingsvl.nl.! En
lóón! En toch! M'at moeten we nu
nog doen? Aldus de medicus! Ik. de
pournalist, antwoordde het: „Nóg eens
schrijven, nóg eens onze waarschu
wing Iancseren, de massa bedwingen
m een soort- poging tot zelfmoord, de
menigte bet toeroepen: wordt toch
eindelijk wijs en stoort 11 aan lieden,
die het goed met 11 meenen!"
Et voilé!
De zee is bijna altijd gevaarlijk.
Voor baders! Maar nog meer voor hen.
dio zich zwemmers weten! Ach, de
eersten betrachten neg wel eenigszins
vooizichtig.heid. Dn twdede categorie,
die immers zoo gced in Amsfel af;
Schinkel ploeter', meent, dar. de hn-
-ingvijver van dezelfde goedaardig
heid is als'djt zoet? wat -r,
Lezer, het is zoo anders, zoo TlCel,
heel anders!
Voor onze kust. liggen verschillende
banken. Deze worden gescheiden door
z.g. „zwinnen", die dus ongevcr pa
rallel met het strand loopen. Bij eb
vloeit- het water, nok dat dor zwinnen,
■n.anr, zee,.af. Zoodoende ontstaat tns-
seheur- de b.anken, maar thans onge-'
veer rechtstandig op de luist, een sn-
t'ie audei'e -voren, die men „muien"
noemt, en in deze muien komen zoo
doende, mede door liet afloopend wa
ter der zwinnen, sterke stroonien voor,
die zeewaarts gericht zijn.
Bij het publiek bestaat nog steeds
,ae overtuiging, dat het bij vloed niet
gevaarlijk zwemmen is, wel daarente
gen bij eb. Varekamp leert ons in z'jn
brochure voornoem», dat vlak bij het
strand, das daar, waar men baadt en
zwemt, de windkracht (snelheid) en
windrichting in hoofdzaak de stroom
richting bepalen. Door den wiud
wordt het water in de windrichting,
voort-gedreven, maar op- en afwr.e.iing
hebben een natuurlijke grens en het
evenwicht wordt hersteld door een on
derstroom. Wat gebeurt, nu men den
waaghals, die zich. bij landwind, dus
als ds zee er oogenschijnlijk Kalm.
seer kalm uitziet, ;e ver 111 het water
begeeft, en tenslotte, mede tengevolge
van de, door dsn wind ontstane en te
gen hem opslaande, golven, tegiyi'de
ze niet meer kan inz-a .-mme 11Ifij ver
liest tenslotte, na een? worsteling, zijn
pesitieven, zinkt dan, en de onder
stroom brengt hem, of beter rolt hem,
dus onder water, wederom land
waarts. Behoeft het- betoog dat liet
slachtoffer als lijk aanspoelt? 'Git den
uard der zaak is de zwemmer, komt
hij onder deze omstandigheden, in een
mui terecht,"er nog slechter aan toe.
Vooral bij eb zal de stroom Jiem zoo
ver zeewaarts trekken, dat. ïvdding m
do meeste gevallen onmogelijk is.
Het gevaar evenwel, in het onder
havig geval van .verdrinking, kwam
van een anderen kant. De zee was toen
bepaald ruw. Er stond, wat men
noemt, eén stevige branding. De bader
die zich in dis branding bevindt, zal
aoor de aankomende golf strand-
waarts geduwd worden, maar aan de
„Je bent gewond", zei hij. „Ver
tel me eens waar. Laat ik je helpen".
Hij stak een hand uit om den bo
venden man te ondersteunen, 'maar
deze schreeuwde bijna:
„Neen. neen, raak me niet aan!"
En tot groots verbazing tan den
chauffeur en van Dartnell zette hij
het plotseling op een loopen.
De twee mannen staarden hem ver
stomd na. De chauffeur was de eerste
die weer wat zei:
„Die man is gok. meneer Hij zal
wel uit het gesticht in de buurt ont
snapt zijn. \Ve moesten er de politie
maar kennis van geven".
Een oogenblk zei Anthony Dartnell
niets. Hij keek naar den man. die den
weg afholde en begreep er niets van.
„Het is wel e:-n he.l vreemde ma
nier van doen", zei hij eindetijk,
„maar ik g -Joof niet dat bij een krank
zinnige is. Hij zag er meer uit als een
man die vreesefijk geschrokken is e»
nu van angst weg loopt".
„Nu u het zegt, meneer, ja, zoo zag
hij er wel uit. Maar het kwam niet
van den auto, meneer. Die lieefl hein
nauwelijks aangeraakt. Hij kreeg pa;
de echte schok toen hij u zng, me
neer. Hij leek er wel van in elkaar te
krimpen".
„Geloof je dat heuseh?" vroeg Dart
nell.
„Ik ben er heel zeker van, me
neer".
voeten een sterken trek naar zee ge
voelen, I-Iij loopt dus veel kans van
de baan te geraken, 111 den sterken on-
derstroom, die iu dit geval dus bijf
zocw ind naar zes stuwt, berecht te
Komen, en het slachtoffer is al weer
verloren, daagt niet spoedig hulp op.
Jin nog (Tens: geschiedt hel een eu an
der in een mui, dan is de toestand
meer dan erg.
Men zou liet perijkel, dat 111 de ge
heimzinnige zee schuilt, door nog
frappanter voorbeelden kunnen illus-
tieoi eu. Hiervoor is ec-bfcer in dit
stek geen plaats. Wil men er meer
van weten en zulks is noodzakelijk,
dringend noodzakelijk voor een ieder,
cue van de zee-verfrissohing gebruik
maakt men leze het werk van den
«iris Varekamp in.de uitgave van de
drukkerij Feikema te Zandvoort!
In de bewuste brochure wijst de me
dicus er op, dat men nog veel en veel
meer moet doen om de veiligheid dez
baders en zwemmers in zee te waar
borgen. Het alpha et omega van deze
lichting moet zijn het in kaart bren
gen \an de kust, waar men baadt, in
aet begin van het seizoen, en zulks
aan de hand van peilingen, opdat
plotseling optredende diepten bekend
worden. Zulke peilingen, zullen dan
tevens esn juiste ligging der inuien
moeten aangeven, want9iét zijn vooral
deze muien, die bij liet zwemmen en
baden van zeer groot gevaar zijn, zoo
ais wederom bij het jongste ongeval
te Zandvoort is gebleken.
Sinds geruime» rijd' besteedt de lieer
Varekamp aan dit zeer nuttig en
mensóhwanrdig werk zijn -tijd en geld.
ITij wordt in dit pogen ten zeerste ge-
schraagd door den oud-ingenieur van
den Rijkswaterstaat, den heer Felix
Ortt, die zijn proefnemingen aan een
nauwkeurige contröle onderwerpt.
Het behoeft echter nauwelijks betoog,
riab een dusdanige arbeid, te Zand-
voort alleen verricht, met voldoende.
is. Op allo zeeplaatsen, waar gebaad
wordt, dient men de bewuste peilin
gen te verrichten. En dan de over
heid moet dit pnrticvi'kw initiatief
steunen op vorstelijke wijze. Tiet leven
onzer medèmenschen is zulks tooli
waard. Gelukkig, er bestaan instel
lingen en gemeenten, die liet streven
van den heer Varekamp wanrdeeren.
In dier vo"2© kan men n-v.— 1 •mikrn
van een subsidie van de Ned. Mij. tot
Redding van Drenkelingen, een dito
van de gemeenten Bloemendaal,
Noordwijkaen Den Haag, Het bestuur
van Katwijk staat wijders sympathiek
tegenover Varekamp's streven. En do
gemeente Zandvoort steunt den onder
zoeker door hem de vrije beschikking
over het benoodigd materiaal en per
soneel ie geven. Volgens onzen badarts
zal hij gewis nog een jaar noodig
hebben om alles wetenschappelijk vast
ts leggen, en liet is dus te hopen, dat
men van overheidswege anders oor
deelt als in den tijd, toen Varekamp's
brochure verscheen, en hij, bij een
subsidie-aanvrage van. Gedeputeerde)
Staten van Noord-I-Iolland len ant
woord kreeg, dat deze hoogmogende
hepren „liet nut er niet van inzagen"
(sici. Hoe geheel anders staat hier te
genover liet particulier initiatief, de
steun van lieden, die voorzeker iets
minder in de melk te brokkelen heb
ben! De heer Varekamp heeft de in
tentie, New-Foundlanders te fokken eu
cleze honden als insnscJiem'edders in
zee af te richten. Twee „mensc,h%n-
■vrièiiden", de H.H. Ch A. van1 Os en
Johan Pieterse te Rotterdam, stelden
oen tweetal pups voor dit doel be-,
schikbaar. M.i. is, wat het Zand-
vuortsch strand betreft, ook een'steun-*
verleenen een hoofdstedelijk belang.,
Degenen, die aan deze kust verdrin
ken, zijn meestentijds Amsterdam-
uiers. Ligt het niet op den weg dezer
Aiusterdamsc-he autoriteiten om, door
een subsidie, mede voor de veiligheid
barer burgers te .helpen waken?
Maar. al worden ook alle voor
zorgsmaatregelen getroffen, al is de
Reddingsbrigade als onze Zandvoort-
sche ook nog zoo ijverig in actie om
vóór gevaar te waarschuwen, om bij
gevaar reddingspogingen in 't werk
te stellen. men zal alleen clan re
sultaten bereiken, wanneer do men
schen, die in zee zwemmen en baden,
zelf voorzichtig worden. Heb treurig
voorval van den laatsten Juli-Zondag
demonstreert een ontzettende roeke
loosheid. Het is tevens voorgekomen,
dat ingewijde 1 vreemdelingen aan ons
i tra nel er voor waarschuwden, op ze-
;.;ere plek niet in zee te gaan. Wat
was liet onmenschelijk en ruw be
scheid? Dit: „M'at kan het jullie sche
len als ik verzuip Ziet daar nu een
onverschilligheid, die aan waanzin
grenst!
Voorzorgsmaatregelen nemen! Zulks
is de plicht van overheid en burgei's
M'aarschuwen! Altijd waarschuwen!
Deze arbeid behoort den journalist.
Msar dan komt men er nóg niet. Dan
rest- nog het verantwoordelijkheidsge
voel bij het publiek zelf.
De zee is bijna altijd gevaarlijk.
Men zij dus op zijn lioede!
Dd. 29 Juli werd het eerste slacht
offer van dit seizoen te Zandvoort uit
zee opgehaald. Laat dit lijk op een
zon-gouden dag eene waarschuwing
zijn voor allen, die den golvou-dans
tegemoet gaan!
LEO LAUER.
Hoewel de ander er ook van over
tuigd was. zei hij et; niets van, raaar
toen hij vveer in den auto stapte, lag
er een peinzende uitdrukking op zijn
gezicht.
„Anthony", vroeg Helen, toen hij
ging zitten, „kende je dien man?"
„ïk lieh hein nog nooit van mijn
leven gezien".
„M eet je dat zeker?" drong Helen
aan.
„1-Ieel zeker', antwoordde hij vol
overtuiging.
„Maar die man kent iou wel", ant
woordde het meisje. „Daar ben ik
van overtuigd. Ik zag aau zijn oogen
dat hij je herkende- toen hij naar ie
keek, en hij was bang vreesolijk
bane". -
Hij zag er wel naar ilit", ant
woordde Dartnell kalm. „En dat is
cok de reden waarom hij wegliep,
denk ik. Maar ik herinner mij den
man niet, en als ik hem ooit gezien
heb behoort hij tot mijn vergeten ver
leden".
...la, dat. zal er wel de verklaring
van ziin. Maar wie hij ook is, hij is
zeker erg bang tan je".
(Wordt vervolgd.')