Kerk en Sclisol ïngezondeu De gevaarlijke zee. aan de rechterzijde. Dat was ten' eenenm'alc uitgesloten verklaarde de kassier, terwijl hij do city-bag liet zien, waarin het courantenpapier nog aanwezig, en waarop het stempel van de bank was afgedrukt op do binnen zijde van het, leder. „Dit is mijn tasch", zei hij, „want hij is bovendien ïiog to herkennen aan een geschroei de plek aan den onderkant., veroor zaakt toen ik liem eens op een ver- - warmingsbuis lieh geplaatst". Aan do onderzijde van de city-bag bleek een gedeeltelijk verbrande plek werkelijk aanwezig. reemd mompelde de inspecteur, „dan zou het bedrag er toch moeten zijn uitgenomen, maar waar hoe en wanneer i" En alles wees er op, dat d:t in (2e hal moest gebeurd zijn. De inspecteur verlangde steeds meer iulichtingcn van den kassier en kwam daardoor meermalen aan huis van Wittcnian. waar Ilennv altijd'verlan gend naar hem uitzag, hopende steeds de oplossing in bevredigenden zin te zaHeii z en naderen. Maar het scheen wel of elk onder zoek zonder resultaat bleef. Er was vooralsnog geen spoor 1© ontdekken van de daders, want dat er meer dan één aan debet waren, lag voor de band. En wat dc opsporing vooral- be moeilijkte, was het feit, dat tot nog toe de dame en do heer, dio rechls naast den kassier op do bank hadden plaats genomen, niet ui; te zoeken waren. Op een oproeping in de dag bladen was geen gevolg gegeven. Nie mand had zich aangemeld Maandag omstreeks tien uur naast den kassigr zoo en zoo gekleed, plaats genomen te hebben. Nu kon dit bloot toeval z:.in, twee personen, die steeds niet gelezen hadden en 'dus onkundig van het geval waren gebleven, doch het wees toch ook op -de twee ver moedelijke daders. Verduiveld handige lui, natuurlijk, waarvan slechts vage signalementen bekend waren. Dat zij handig waren, bleek vooral, dat nog niet eeu der ontvreemde effecten er gens wr.s ur.ngeboden; was dit ge schied zouden ze geknipt zijn, daal de nummers bekend en aan alle banK- instollingen opgegeven waren. De nummers van het bankpapier pen twee duizend gulden ruim, aan groot' en klein papier waren niet, bekend, dit kon dus reeds overal zijn uitgegeven, of gewisseld. De effecten, die natuurlijk voorloopig heel schuw ergens verstopt zouden zijn, konden dus eerst worden gevonden, als er iets omtrent de daders bekend was, althans eerst cr.n zou er cenige kans toe bestaan. De commissaris van politie in de derde secii© vreesd© reeds het on derzoek aan den. verkeerde te hebben opgedragen. Hij had voor deze zaak toch maar liever een ouderen inspec teur moeten aanwijzen. De heer Wat- mand scheen iota.il op den verkeer den Weg te-zijn. Hij was dnu ook ten zeerste- verwonderd toen inspecteur' 'hem verzocht toestemming loi huiszoe king in de woning van een groente- koopman in esn kleine plaats, eenige ui-en van- do hoofdstad in een boscn- rijke omgeving. Het- was den commis saris al vreemd voorgekomen, dat Waiinnns dagen aan ecirbad gespeurd in die stille, afgelezen oorden. Maar, dat hij mi bovendien huiszoeking wil de doe» bij een groenteboer, waarvan alleen bekend was, dut hij den laat st en tijd ruim bij kas was', leek hem ongerijmd. Toen de inspecteur zoo plots de moe der van dien groeutekoopman in haar eenvoudigen winkel opzocht, schrikte de brave vrouw niet weinig, nadat zij had vernomen, wat de reden was van het. bezoek. Maar haar inlichtingen helderden niet veel op, evenmin als de huiszoeking, alleen een notitieboekje van haar zoon werd meegenomen. Geiden effecten werden niet gevon den. Ook de verdere onderzoekingen :n vele plaatsjes daar in den omtrek leid den tot geen resultaat. Toch bleef de heer Watmans zich in die omgeving! nog altijd ophouden. Gedurende den laats'en tijd had hij kennis gemaakt met een ongehuwd fotograaf. Dit was geu-,ijk gegaan, daar hu zich als schilder had vermomd: hij droeg een aankomenden blonden baard, een slap pen, breedgeranden hoed en een flu- •weelen'schïWersjösje: hij was hier tij delijk gevestigd voor studies naar de natuur. Het. doel was de gangen van dien fotograaf na te gaan. Dit in ver hand met een gebleken omgang met den groenteboer. 1-let notitieboekje van dezen laatste had evenwel weinig aan-] duid ina gegeven. Alleen tegen de bin nenzijde van het laatste stijve buiten blad stonden een paar geheimzinnige letters, als drukletters met potlood ge schreven, namelijk: KAAZABIE ANKA 'Aanvankelijk had do inspecteur hier aan weinig aandacht geschonken, er was absoluut niets uit te maken, waarop deze aantcekftning kon (lui den. Maar toch kwam or bij het lezen telkens een bekende klank naar vo ren, een -uitdrukking, die hij ineerma-, len moest Jlebbeu gelezen of gehoord. wijl ze er aan (lacht hoe ze er een jaar geleden zelf voor gestaan had, en »o'vergeleek dat met haar-tegen woordige weelde op Dartnell. „Ik ben er heel zeker van", ant woordde hij vlug. „Jij behoort niet hij mijn verleden, maar ik hoop wel dat je bij mijn toekomst behoort. Se dert ik hier ben - lir kwam een auto om den hoek van het huis en stoud voor hen stil. Helen lic-p er vlug heen. ,,lk moet naar het dorp", zei ze. „Wil je meerijden, Anthony?" „Heel graag. Ik zal even een jas hnl'-n". lNvee minuten later zaten z© naast elkaar en reden de laan uit. Voor ze liij het hek waren kwamen ze Pen nington tegen. Deze was te vont, en wuifde met z in hand, waaron Helen den chauffeur liet stilstaan. Perjjing- ton kwam paar hen to© on begroet: het meisje heel hartelijk, maar had niet meer dan een kort knikje over voor den man. „Ik kom a's afgezant", zc-i hij vroo- lij „Ik ben,door mijn moeder ge steurd om je over to halen vanavond hii ons t? komen dinee-ea. De dokter cn zijn vróuw komen en eon rechter, die con zwak heeft voor knappe meis jes, dus jij Helen lachte. „Tk vind toch met- da' je zoo iets moet aanmoedigen. Voor een rechter komt het lic-elcmr.nl niet En toen op eens, daar vond-hij het, 1 helder als glas; wat dom, om daar nog over te piekeren. Die groenteboer had den naam op 'I gehoor opgeschre ven, maar hij bedoelde natuurlijk:. „Casa-Bianca", den naam van dc De- kende stad in Marokko, doch die ook meermalen voorkomt als naam voor een villa. Du ar was dus iets voor hem 1 van belang. 1-1 et was nu zaak dadelijk tc ïnformoeren of hier mu villa van dien naam was cn waar gelegen. Na heel veel moeite ontdekte de inspec teur, dat er op eeu afgelegen plek aan den straatweg een vervallen tuinhuis-1 je stond, dat sinds jaren niet meer iverd gebruikt, en dai werkelijk „Casa- Bianca" heette, zooals nog op het omgevallen hek met gedeeltelijk uitge- wischte letters stond vermeld. De heer Wat ma us was van meeniug, dat- hier in -vermoedelijk de effecten ware» verstopt. Een gebeden nacht offerde hij op, om den grond in en buiten de ruïne om te 'spitten, in de hoop iets te viri- len. doch alle moeite whs te vergeefs. Dc-n volgenden dag zon d© fotograai naar de hoofdstad vertrekken tot het deen van infcoooen, naar hij verteld had. De inspecteur ncl'.tie het nu be ter zich vin zijn vermomming te ent- doen, en njgii als gewoon burger eens te volgen.'Die reis was niet geheel te •vergeefs. Op een zeker oógenblik was de fotograaf een woning binnenge gaan, om daar cenigun tijd later uit te komen met een dame. Onmiddellijk had de inspecteur ecu kick van haar genomen mei z'n v.ak-camera. .Kart daarop had hij zich naar (ien heer Wïtteman begeven, waar Henuy al weer verlangend naar hem had uitge zien of den kassier (len afdruk van de dame te laten bezichtigen. Ui- schoon haar niet 'dadelijk herken nend, meende hij toch w?l de dame* er in te zien, die in de'hal naast hem had gizeten. Hij had haar toen echter slechts van ter z'ide gezien, terwijl de ze foto meer in het gelaat was geno men. Het was dus zaak (Ie dame nog eens te kieken, »n dan zoo mogelijk geheel van ter zijde. Inrusschen bleef de ontvreemding nog steeds onopgehelderd. De bankdirectie, die voor de gestolen effecten aanspra kelijk was. gaf te kennen, dat ze over de naspeuringen alles behalve voldaan was. Ook dc commissaris in de derde sectie was lang niet tevreden over inspecteur* Watermans, en telkens stond iiij in twijfel, of het niet beier was die lastige affaire in andere han den ie geven. Maar Watmans scheen zoo zeker te z In van de zaak, waarvan hij langzamerhand alle draden in het zicht kreeg, naar hij verklaarde, dat de comms'scris hem toch nog de lei ding liet behouden. E11 weder stond hij op zekeren dag 111 de bouwvallige hut, het oude tuin huis „Casa Binnen". Het was alsof hij instinctmatig telkens naardeze ge heimzinnige mine werd heengetrok ken. lii den loop der jaren waren dcor tal van bezoekers allerlei namen ge-' krast'in het hout en mot potlood ge schreven cp het wit der muren. Ter wijl de inspecteur achteloos verschil lende dezer namen las, viel z'n éog op een eigenaardige teekening. c-n wei: een rechte lijn, in schuinen stand ge- teekent, waar ar 11 het einde een booni, ruwt geschetst in cenvtoud-ig©' Ti.rnéïi. Onwillekeurig liep hij naar buiten', en toevallig zag hij in de aaugeduido richting een hoont staan. Hei zou een aanwijzing kunnen zijn. Dus ging hij dien nacht weer bij den aangegeven boom graven, 111 nar al weder was het resultaat nihil. Writ wilde die inspec teur toch? Hij moest wel stellig over tuigd zijn in dien groenteboer en den fotograaf de daders te hebben. E11 dat was'ook zon. De bewijzen varen even wel nog onvoldoende; werden echter de effecten gevonden, dan was de 00- dit den inspecteur ui co gelukken. Man- neer hïï niet zoo zeWr van z'jn zaak w-as geweest, zou l.ij zelf zijn gaan twijfelen. Doch zijn ijver ontbrandde weer meer. toen het hem gelukte een twee foto te nemen van de dame van deur fotograaf en wel geheel „en pro fiel". Onmiddellijk herkende de oude kassier Wïtteman nu het portret als van de dame. die op de bank naast hem had gezeten. Weder ging de in specteur naar ..Casa-Bianca", en weer beschouwde hij de raadselachtige ise rening, mot den boom aan het einde. Er ziet bij dieii boon was nog iets, daar stonden naast: drie klein streep jes. haast n:et.op ie merken, maar toch mei opzet daar geplaatst, drie evenwijdige lijntjes. Als dit eens betee- kende.: boom,3? Meer werd een nacht gegraven. Rondom den derden boem in aangeduide richting. Het viel den inspecteur op, dat de grond hier mul ler was, alsof ze kort geleden was be werkt. En n.a vol hoop nog een schop die per te hebben gegraven, stiet hij plets op een dof klinkend voorwerp. Weldra kwam te voorschijn een kleine, groen geverfde, blikken trommel, ongesloten; alleen het hengsel was in den beugel vastgehouden door'een stukje hout, een afgebroken takje, Zenuwachtig te pas". „Maar je most komen", drong Pen nington aan. „M e willen liet allemaal graag en mijn moeder vergeeft het me nooit als je het ma niet belooft Helen weifelde. „Anthony is er toch ook zei ze. „Hij „Ja", wel Pennington haar in de rede, „we hebben wel aan hem ge dacht, maar aangezien we Begrepen hadden dat Dr. M uldrond hem rust had voorgeschreven, leek het ons - eh minder gewenseht dat hij er bij zou zijn"'. Toen Pennington dit zei, kwam er een blos van verlegenheid en ergernis op het geluat van het meisje. W?i on zei was wel niets bijzonders maar in haar gevoelige boren klonk de toon, waarop h.j kei zei bijna wjr.ndig, en een beetje bedroefd, keek ze naar An thony. Hij zag cr oogcnschiin'ijk heel kalm u:t, en toen lnj liaur i^-c opving glimlachte hij. „Trek je van mij maar niets aan, Heien. Het is erg wieuuelijk van me neer Pennington om ©r aan te den ken, dat ik nog niet Eeeleinaal in or de. ben". x „Dan zal ik me maar in de nab'i- heid van den rechter wagen zei He len. terwijl ze zich tot Pennington wendde en een beetje gedwongen.lach te. „Terwijl de dokter er bej ia zal hij toch wel niet n! tc pek'diin*en domi. Nu .moeten we weg. Vve gaan even, den trommel openend, bleek bij het licht van den zaklantaarn, dat or zich effecten in bevonden tot een vrij groot bedrag. De biut vvus er. De inspecteur had goed gezien, an z'n volhouden was met succes bekroond. Alle twijfel omtrent de daders was nu opgeheven, daar de moeder van den groenteboer den trommel herkende als te zijn van lüiai', voor eeuige weken echter spoor loos verdwenen. Hoe de inspecteur cl© draad in han den 'kreeg, rest mij nu nog t'e'verkla ren. En als uile cte'octief-verwikkelin- gen, raakt die soms louter toevallig bekend,, zoo ook hier. Toen liet zoo goed als zeker was, dat de effecten zóó snel verwisseld koden worden met oud papier, stond het bij den inspec teur vast. dat de city-bag verwisseld moest zijn. Een sluw overlegd plan, doch alleen"door verwisseling kon de list zijn gelukt. Maar aangezien de city-bag, waarin de kranten, <1© ver wisselde dus, toch wel degelijk van don kassier was, getuige dc brandplelt en het baukaierk, moest die verwisse ling ook reeds van te voren hebben plaats gehad, waar dan ook. Van (X i t punt ging de inspecteur uit. en dit hield hij vast tot hij zekerheid had, o? van het tegendeel. Nu had da doch ter van den kassier verklaard, dai haar vader die bewuste city-bas van de bank, behalve voor geldzaken, ook voor zijn particulier gebruik benutte. Hij ging er zelfs meermalen mee op leis noar z'n zwager- buiten de stad- Er was dus ruimschoots gelegenheid deze city-bag te verwisselen met een die er veel op geleek, door veelvuldig gebruik enz. in cleze lijn zette de in specteur zijn onderzoekingen voort. Het bleek toen, dat in de plaats waar de zwager van den kassier woonde; heel goed bekend was dat M'ittemaii belast' was met het bezorgen en afha len van groots bedragen aan banken.' Van liet dienstmeisje van dien zwa ger had de inspedor.r vernomen, dat de leverancier van groenten had ge ïnformeerd, toen ze Zaterdag wat meer nam. of de kassier soms dén-vol genden dag kwam. Deze vrijwel or.-: schuldige vraag had de inspecteur' dsn draad in handen gegeven, want uit verdere omstandigheden bleek, dat op Zondagavond zeer waarschijnlijk de tasch vuil don kassief was verwis seld in'de woning van zijn zwager door den groenteboer. Den bnnktascli was in handen van den groenteboer gekomen, de kassier had niet bemerkt, dat hij naar huis v.-ns gegaan met een vreemde city-bag. ook niet toen hij Maandagmorgen zijn groot bedrag aan effecten en geld daarin plaatste. Groenteboer cn fotograaf, benevens de bswust'e dame in dc hoofdstad, smeed den gezamenlijk het complot. M?i eon auto waren fotograaf en dame Maan dag den kassier gevolgd, en in de Centrum-bunk hadden zo naast hem plaats genomen, eerst de dame, en' naast haar de fotograaf met rle bank- tasch, gevuld met couranten. Toen de gassier zich een oogenblik bukte, had iïe dame onmerkbaar de tasch van den fcnssier snel verwisseld met de city bag met couranten van den fotograaf. Zoodra de kassier nan het loket was, waren z;j dadelijk heengegaan en met de auto vertrokken. Het geld was ver deeld, de effecten in tien grond ver stopt' 'tet la'lere 'g-.Tegenheid. Dit 'alles, hadden da schurken nog maar zoo da delijk niet 'bekend, Mant' dat deed er voorloopig weinig toe. Het bedrag aan effecten was ongeschonden aan de baid-f teruggekomen. De directie was te vredén, ën loeii de kassier zelf het bedrag aan geld had aangezuiverd, werd hii geheel gerehabiliteerd. Dank zij het tactvol optreden van inspec teur M'atmans, kwam olies op z'n beentjes terecht. M'as dit nu een ge woon detective-verhaal, zon ik kun nen besluiten met te vermelden, dat inspecteur M'atmans bevorderd werd tot een zeer hooge positie en tot dank van de familie Wittemnn Henny tot vrouw kreeg, maar dat zou te roman tisch zijn en met. de werkelijkheid niets te maken hebben. HET GIJK3SCH00LT0EZICHT. Eer. Inspecteur van he; L. O. schrijft aan het Hbld. „Hel Rjjksschooltoezicht," schreef de zer dagen een schoolblad van goeden zin, „gï.it over tie long." Inderdaad, er :s nog ai eens over leden ua hei Rijks, schooltoezicht geschreven. Doch den op- incikzainen k-zer kan het niet ontgaan zijn. da; dc ciiiiek, in de onderwijspers op daden van het schooltoezicht ge oefend, ciitiek v.as voor een deel ge richt op daden gebaseerd op de wet, voor eeu ander deel gericht op daden van een paar personen die niet in aan merking mogen komen als men het heeft over een Instituut. Maar nu beroept men zich voor de gegrondheid der erniek op een uit spraak van de Vereeniging van School opzieners ook „1-Iet Onderwijs" deed dat, maar het voegde er volkomen te recht aan toe, dat niet in de eerste naar het dorp". Ze knikte tegen hein en de auto reed duor. Een minuut lang zeiden ze geen van beiden iets. Maar toen ze aan het eind van de -oprijlaan kwa men. verbrak Dartnell de stilte. „Soms denk ik wel eens dat John Pennington mij haat Helen Raymond twijfelde er niet aan. maar door nieuwsgierigheid ge dreven,- vroeg ze: „Waarom denk je dat? Waarom zou hij je haten?" Het antwoord was verrassend op recht. „Om jou. Hij kan mij niet uit staan omdat jij vriendelijk tegen me bent. Ik zag het daar rel in zijn ooeen. H j De hoorn van den auto klonk op eens hard en doordringend, alsof er gevaar dreiede. Het eigende oogen blik. werd rle rem haastig aangezet, liet stuur omgegooid en de auto reed bijna de heg in. Toen ze draaiden za gen de twee inzitten ien een voetgan ger, die op den grond viel. Gelukkig .iel de auto niet 0111 en toen hij stil stond sprangen Dartnell en de chauf feur er uit en liepen op den gevallen man toe om hem ie helpen. Blijkbaar was hij niet erg gewond, want toen ze nii item kwamen wns bij al van elf ongestnan en klopte het stof van zijn lil:eren af. Toen hij zag (lot hij er vrijwel ongedeerd wns'af gekomen. gaf de chauffeur aan zijn. verontwaardiging lucht, en vergat, plaats van dezen aandrang tot verande ring moest uilgaan. Tiet sprak van „dc ondergeschikten" waarmce'dan de schout opzieners worden bctloeld, en voor een deel zit daar dc kern van de foutieve redeneering, die concludeert dat er dus wel iets met het schooltoezicht niet in orde moet zijn. De schoolopzieners ne- meii in het geheel van het schooltoezicht naar hun eigen meening niet de plaats in die him toekomt, en het was vooral deze'meening die in de Utrechtsdie ver gadering tot uiting kwam. Het onder werp trekt vooral de aandacht van de genen die op een andere plaats rneencn 'recht te hebben, en die, aangezien ze deze plaats in de tegenwoordige orga nisaties niet kunnen krijgen, '."in andere organisatie propageereu. Is dit evenwel een grond vor de uitspraak dat hel niet de tegenwoordige organisatie niet gaat? Wij weten wel, dat in het oog der heer en schoolopzieners de fout dezer wet is dat zij niet volkomen zelfstandig zijn. maat dat is dezelfde foutieve redeneering als van onderwijzers, die ook van meening ziin dat elk toezicht en elke controle op hun aibeid kan worden gemist. Ook de inspecteurs staan onder ce hoofdinspecteurs, deze onder den Minis ter,' en de Minister ten slotte onder dc Sta:en-Generaal.In dc Utrechtsche verga dering werd tot de schoolopzieners door, een als gast aanwezig inspecteur gezegd Mijne hceren, als het onder dc tegen woordige inspecteurs niet goed gaat, g:j zijl. dé toekomstige, bet staat aan u de- verhoudingen te verbeteren! Zoo is nc: inderdaad. Waarschijnlijk zijn niet over al de verhoudingen zooals. ze konden wezen; dat kan aan den inspecteur 1,'g- gen, maar evenzeer aan de schoolopzie ners. Daaraan verandert men evenwel met een andere organisatie niemendal. Waar de menschep elkaar verstaan, is de verhouding tusschen inspecteur en j schoolopzieners volkomen goed, en hoi onderwijs plukt daarvan dc vruchten. Het ia dan ook dwaas te zeggen, zooals „Tiet Onderwijs" doet, dal het persoon- lijk contact ontbreekt, omdat niet dc toezichthouder maar'iemand namens hem in de school komt. Het een is al even onjuist als hel ander. Ten eerst? komen ook de inspecteurs, en niet wei nig, in de scholen te.n tweede mag ni-r de zaak zóó worden voorgesteld of de schoolopzieners niet zélf mede het toe zicht zijn. Dit is een volkomen ver keerde voorstelling, en een beschouwing van den arbeid der schoolopzieners die r.;et die van de inspecteurs is. Maar, zeggen sommige schoolopzie ners. als gij hen dan gelijk wilt stellen met de inspecteurs, waarom zijn ze dan r.iet evenzeer zelfstandig?' Een derge lijke vraag kan slechts worden gestold door wie in een ambtenarencorps geen lioogeren en lageren rang wil kennen. Wil men eigenlijk, in plaats van 26 in* 1 specteurs, en een honderdtal schoolop zieners, een 130-tal inspecteurs, dan moe: men da: zeggen en niet spreken van reorganisatie, cn zeker niet haar ('om stellen als een middel tot bezuiniging, geiiik ook wel gedaan word:. Bezuini ging 35 misschien te verkrijgen door lie! vroegere stelsel der provinciale inspee-- teurs weder in te voeren, maar dan zou den de vier hoofdinspecteurs en dc On derwijsraad moeten vervallen, en wiq zal daarvoor te vinden zijn? De tegen woordige schoolopzieners zouden dan zeker niet verminderen in aantal, in be zoldiging wel?.. En zouden zij'winnen -aan zelfstandigheid? Zij die het oude stelsel gekend hebben, zullen er zekci geen ja .op zeggen. Van ingezonden stnkken, geplaatst of niet; geplaatefc, wordt do kopie don inzender niet teruggegeven. Voor den "inbond dezer rnhriek ztelt da Radactie zich niet aansprakelijk. Heb meer veroorg eeu go- Xieim .Jaar -in.' jaar uit bleef de kom gevuld tot aan den groenen bemosteu oever, doen niemand wist te Farningen. door welken watertoevoer' be j meer werd gevoed, en eveninn. lungs welken weg het overtol lige water afvloeide. Eu toch woelden daar machtige stroo- nien, die alles wat in net meer dreef op die ééne plek wegruk ten uaar de onmetelijke diepte. XirRNST ZAHN, Onderstroom. Den laarsten' Zondag van llooi- maamd, toen onze geel-gouden kust in den koesterenden glans van hst he mellicht stond, toen boven liet strand aosrade de klanken-chaos van jolijt, is er weer een afgedreven, een niensch, naai' de branding-warreling van zee, waar geen redding meer mogelijk is. Een drama, zooals je er ieder jaar meemaakt aan het gri.j8rkj.auwe wa ter! Tentenkamp! Vreugde-menschen! ogen-Lint •uk-', ee- .-den om 'au ontvluchting van do benauwde efcnd! Gok zij w'uicii zou. iviüuusi', enkel© ge zinsleden, en dan Vilder! Die liad het innig verlangen 111 zich, do golven tegemoet te gaan. Hij was een dége lijk zwemmer. Hij zon liet 'ni eens lap- pen. De flink-stoere kerel ging zee - dat zijn meesteres zoo vlak bij hein was. „Stommerd dat je bent", riep hij uit. „Wat doe je ook zoo over den weg te loopen? Waarom kijk je niet uit? Je hadt je zelf en ons wel den dood a^n kunnen doen. Ik zou je graag een pak slaag geven De man tegen vvien hij sprak, hield 00 met zijn kleeren te verzorgen en keek op; hij had een mager, geel ge zicht en een paar onrustige, nogal doordringende oogen. „En ik", riep hij met een vrij sterk vreemd accent, „zou j© dolgraag voor den kop schieten, jij idioot. Ik ben niet aan die hels'che machines van jullie gewend. Neen! Maar jij ie koint zachtjes aansluipen al mi lui paard. dan trompet je als een man netjes-olifant, zocdat een meusch zich Jialf doo.d schrikt, cu dun verbaas je je er nog over dat De woorden bestierven op zijn lij>- pen. Hij hijgde en greep naar zijn keel en zijn gele gezicht .kreeg een spookachtige tint. Terwijl hij sprak had hij van den chauffeur naar Dart nell gekeken, en nu staarde hij dezen strak aan, trilde op zijn beeneu en zag er uil alsof hij weer neer zou vul lend. Denkend dat de rrifm ernstiger ge wond \vas dan de chauffeur dacht, ging Anthony Dartnell haastig nutir hem toe. waarts. Hij' plonsde in den wellen- dans, een geweldige. Toeschouwers verklaren, dat heb bruisend, donde rend water hem meteen te pukken had. Hij gilde. Hij dreef af. Werd, meer zuidelijk gezien. Plofte dan weel' noordelijker uii de schuimende rol lers. -Werd zoo minuten lang omge told, heen en weer gezwiept. De een zegt, dat 't er zeven waren. Een/ander vermoedt: méér. Wat doet. het er toe? Lijnen werden gsflmald. Redders {rin gen 111 do golven. Men zwoegde. Men worstelde Eindelijk had men liet. slachtoffer te pakken. Natuurlijk be wusteloos! Toen was alles reeds 111 actie. De medicus! Zij, die kunstma tige ademhaling toepasten! De zool- wrijvers! Politie met verbandkist eu zuurstcf-koffer !Ene heel legertje van bulpvaafdigen! Men werkte- Men spande zich f.vee volle uren en nog langer in. Toen bleek, hetgeen al ge vreesd werd, dzt alles vruchteloos was geweest, dat men de levéusgees ten poogde op Ie wekken lij een lijk. Voer het Urntje toefde het gezin; eerst angstig beidend, 1111 droef be seffend: En hij, de kerel, lag er. met vreemd violet en opgezet gelaat, met sma'rtirekken cm dun mond, die her innerden aan den lontslen, gewel digen strijd opv liet leven. Kr was zonneschijn. En diai gouden glans deed nog heller uitkomen het witte bord, waarop het met fcl-zw.-ii't letters te lezen stond, dot linden en zwèmmen juist op die plek le vensgevaarlijk was. Juist op die plek was hij ie water gegaan. Mag men „stommeling" legen een doode zegge»? Na dit ongeluk heli ik een Onder houd met-den Zandvoorisclien bad arts Varekamp over bedoeld gebeuren gehad. In' den' medicus zweemde iels van moedeloosheid. Hij heeft ook al zoovee! beproefd, den menschen „voor zichtigheid" 'te leeren. Neemt alleen zijn brochure „Veilig baden en zwem men. in zeeWat we nu 110» moesten doen? Alles was toch in orde. Lijnen!. Yerhahdkisten! Het zuurstof-appa raat! Zelfs liet hord! Op het Kopje te Bloemend aal staat- eveneens een waar- schuwingsnaal. Kan men meer doen om de mensblien voor roekeloosheid te vrijwaren? E11 hoe kwalificeert men den dwaas die desondanks als een dolle dezegevaarlijke helling aftolt. betzij per fiets, hetzij per tuftuf ni henzinewsgen Hier ook zoo'n red- ding3pa.al. zoo'n mhiingsvl.nl.! En lóón! En toch! M'at moeten we nu nog doen? Aldus de medicus! Ik. de pournalist, antwoordde het: „Nóg eens schrijven, nóg eens onze waarschu wing Iancseren, de massa bedwingen m een soort- poging tot zelfmoord, de menigte bet toeroepen: wordt toch eindelijk wijs en stoort 11 aan lieden, die het goed met 11 meenen!" Et voilé! De zee is bijna altijd gevaarlijk. Voor baders! Maar nog meer voor hen. dio zich zwemmers weten! Ach, de eersten betrachten neg wel eenigszins vooizichtig.heid. Dn twdede categorie, die immers zoo gced in Amsfel af; Schinkel ploeter', meent, dar. de hn- -ingvijver van dezelfde goedaardig heid is als'djt zoet? wat -r, Lezer, het is zoo anders, zoo TlCel, heel anders! Voor onze kust. liggen verschillende banken. Deze worden gescheiden door z.g. „zwinnen", die dus ongevcr pa rallel met het strand loopen. Bij eb vloeit- het water, nok dat dor zwinnen, ■n.anr, zee,.af. Zoodoende ontstaat tns- seheur- de b.anken, maar thans onge-' veer rechtstandig op de luist, een sn- t'ie audei'e -voren, die men „muien" noemt, en in deze muien komen zoo doende, mede door liet afloopend wa ter der zwinnen, sterke stroonien voor, die zeewaarts gericht zijn. Bij het publiek bestaat nog steeds ,ae overtuiging, dat het bij vloed niet gevaarlijk zwemmen is, wel daarente gen bij eb. Varekamp leert ons in z'jn brochure voornoem», dat vlak bij het strand, das daar, waar men baadt en zwemt, de windkracht (snelheid) en windrichting in hoofdzaak de stroom richting bepalen. Door den wiud wordt het water in de windrichting, voort-gedreven, maar op- en afwr.e.iing hebben een natuurlijke grens en het evenwicht wordt hersteld door een on derstroom. Wat gebeurt, nu men den waaghals, die zich. bij landwind, dus als ds zee er oogenschijnlijk Kalm. seer kalm uitziet, ;e ver 111 het water begeeft, en tenslotte, mede tengevolge van de, door dsn wind ontstane en te gen hem opslaande, golven, tegiyi'de ze niet meer kan inz-a .-mme 11Ifij ver liest tenslotte, na een? worsteling, zijn pesitieven, zinkt dan, en de onder stroom brengt hem, of beter rolt hem, dus onder water, wederom land waarts. Behoeft het- betoog dat liet slachtoffer als lijk aanspoelt? 'Git den uard der zaak is de zwemmer, komt hij onder deze omstandigheden, in een mui terecht,"er nog slechter aan toe. Vooral bij eb zal de stroom Jiem zoo ver zeewaarts trekken, dat. ïvdding m do meeste gevallen onmogelijk is. Het gevaar evenwel, in het onder havig geval van .verdrinking, kwam van een anderen kant. De zee was toen bepaald ruw. Er stond, wat men noemt, eén stevige branding. De bader die zich in dis branding bevindt, zal aoor de aankomende golf strand- waarts geduwd worden, maar aan de „Je bent gewond", zei hij. „Ver tel me eens waar. Laat ik je helpen". Hij stak een hand uit om den bo venden man te ondersteunen, 'maar deze schreeuwde bijna: „Neen. neen, raak me niet aan!" En tot groots verbazing tan den chauffeur en van Dartnell zette hij het plotseling op een loopen. De twee mannen staarden hem ver stomd na. De chauffeur was de eerste die weer wat zei: „Die man is gok. meneer Hij zal wel uit het gesticht in de buurt ont snapt zijn. \Ve moesten er de politie maar kennis van geven". Een oogenblk zei Anthony Dartnell niets. Hij keek naar den man. die den weg afholde en begreep er niets van. „Het is wel e:-n he.l vreemde ma nier van doen", zei hij eindetijk, „maar ik g -Joof niet dat bij een krank zinnige is. Hij zag er meer uit als een man die vreesefijk geschrokken is e» nu van angst weg loopt". „Nu u het zegt, meneer, ja, zoo zag hij er wel uit. Maar het kwam niet van den auto, meneer. Die lieefl hein nauwelijks aangeraakt. Hij kreeg pa; de echte schok toen hij u zng, me neer. Hij leek er wel van in elkaar te krimpen". „Geloof je dat heuseh?" vroeg Dart nell. „Ik ben er heel zeker van, me neer". voeten een sterken trek naar zee ge voelen, I-Iij loopt dus veel kans van de baan te geraken, 111 den sterken on- derstroom, die iu dit geval dus bijf zocw ind naar zes stuwt, berecht te Komen, en het slachtoffer is al weer verloren, daagt niet spoedig hulp op. Jin nog (Tens: geschiedt hel een eu an der in een mui, dan is de toestand meer dan erg. Men zou liet perijkel, dat 111 de ge heimzinnige zee schuilt, door nog frappanter voorbeelden kunnen illus- tieoi eu. Hiervoor is ec-bfcer in dit stek geen plaats. Wil men er meer van weten en zulks is noodzakelijk, dringend noodzakelijk voor een ieder, cue van de zee-verfrissohing gebruik maakt men leze het werk van den «iris Varekamp in.de uitgave van de drukkerij Feikema te Zandvoort! In de bewuste brochure wijst de me dicus er op, dat men nog veel en veel meer moet doen om de veiligheid dez baders en zwemmers in zee te waar borgen. Het alpha et omega van deze lichting moet zijn het in kaart bren gen \an de kust, waar men baadt, in aet begin van het seizoen, en zulks aan de hand van peilingen, opdat plotseling optredende diepten bekend worden. Zulke peilingen, zullen dan tevens esn juiste ligging der inuien moeten aangeven, want9iét zijn vooral deze muien, die bij liet zwemmen en baden van zeer groot gevaar zijn, zoo ais wederom bij het jongste ongeval te Zandvoort is gebleken. Sinds geruime» rijd' besteedt de lieer Varekamp aan dit zeer nuttig en mensóhwanrdig werk zijn -tijd en geld. ITij wordt in dit pogen ten zeerste ge- schraagd door den oud-ingenieur van den Rijkswaterstaat, den heer Felix Ortt, die zijn proefnemingen aan een nauwkeurige contröle onderwerpt. Het behoeft echter nauwelijks betoog, riab een dusdanige arbeid, te Zand- voort alleen verricht, met voldoende. is. Op allo zeeplaatsen, waar gebaad wordt, dient men de bewuste peilin gen te verrichten. En dan de over heid moet dit pnrticvi'kw initiatief steunen op vorstelijke wijze. Tiet leven onzer medèmenschen is zulks tooli waard. Gelukkig, er bestaan instel lingen en gemeenten, die liet streven van den heer Varekamp wanrdeeren. In dier vo"2© kan men n-v.— 1 •mikrn van een subsidie van de Ned. Mij. tot Redding van Drenkelingen, een dito van de gemeenten Bloemendaal, Noordwijkaen Den Haag, Het bestuur van Katwijk staat wijders sympathiek tegenover Varekamp's streven. En do gemeente Zandvoort steunt den onder zoeker door hem de vrije beschikking over het benoodigd materiaal en per soneel ie geven. Volgens onzen badarts zal hij gewis nog een jaar noodig hebben om alles wetenschappelijk vast ts leggen, en liet is dus te hopen, dat men van overheidswege anders oor deelt als in den tijd, toen Varekamp's brochure verscheen, en hij, bij een subsidie-aanvrage van. Gedeputeerde) Staten van Noord-I-Iolland len ant woord kreeg, dat deze hoogmogende hepren „liet nut er niet van inzagen" (sici. Hoe geheel anders staat hier te genover liet particulier initiatief, de steun van lieden, die voorzeker iets minder in de melk te brokkelen heb ben! De heer Varekamp heeft de in tentie, New-Foundlanders te fokken eu cleze honden als insnscJiem'edders in zee af te richten. Twee „mensc,h%n- ■vrièiiden", de H.H. Ch A. van1 Os en Johan Pieterse te Rotterdam, stelden oen tweetal pups voor dit doel be-, schikbaar. M.i. is, wat het Zand- vuortsch strand betreft, ook een'steun-* verleenen een hoofdstedelijk belang., Degenen, die aan deze kust verdrin ken, zijn meestentijds Amsterdam- uiers. Ligt het niet op den weg dezer Aiusterdamsc-he autoriteiten om, door een subsidie, mede voor de veiligheid barer burgers te .helpen waken? Maar. al worden ook alle voor zorgsmaatregelen getroffen, al is de Reddingsbrigade als onze Zandvoort- sche ook nog zoo ijverig in actie om vóór gevaar te waarschuwen, om bij gevaar reddingspogingen in 't werk te stellen. men zal alleen clan re sultaten bereiken, wanneer do men schen, die in zee zwemmen en baden, zelf voorzichtig worden. Heb treurig voorval van den laatsten Juli-Zondag demonstreert een ontzettende roeke loosheid. Het is tevens voorgekomen, dat ingewijde 1 vreemdelingen aan ons i tra nel er voor waarschuwden, op ze- ;.;ere plek niet in zee te gaan. Wat was liet onmenschelijk en ruw be scheid? Dit: „M'at kan het jullie sche len als ik verzuip Ziet daar nu een onverschilligheid, die aan waanzin grenst! Voorzorgsmaatregelen nemen! Zulks is de plicht van overheid en burgei's M'aarschuwen! Altijd waarschuwen! Deze arbeid behoort den journalist. Msar dan komt men er nóg niet. Dan rest- nog het verantwoordelijkheidsge voel bij het publiek zelf. De zee is bijna altijd gevaarlijk. Men zij dus op zijn lioede! Dd. 29 Juli werd het eerste slacht offer van dit seizoen te Zandvoort uit zee opgehaald. Laat dit lijk op een zon-gouden dag eene waarschuwing zijn voor allen, die den golvou-dans tegemoet gaan! LEO LAUER. Hoewel de ander er ook van over tuigd was. zei hij et; niets van, raaar toen hij vveer in den auto stapte, lag er een peinzende uitdrukking op zijn gezicht. „Anthony", vroeg Helen, toen hij ging zitten, „kende je dien man?" „ïk lieh hein nog nooit van mijn leven gezien". „M eet je dat zeker?" drong Helen aan. „1-Ieel zeker', antwoordde hij vol overtuiging. „Maar die man kent iou wel", ant woordde het meisje. „Daar ben ik van overtuigd. Ik zag aau zijn oogen dat hij je herkende- toen hij naar ie keek, en hij was bang vreesolijk bane". - Hij zag er wel naar ilit", ant woordde Dartnell kalm. „En dat is cok de reden waarom hij wegliep, denk ik. Maar ik herinner mij den man niet, en als ik hem ooit gezien heb behoort hij tot mijn vergeten ver leden". ...la, dat. zal er wel de verklaring van ziin. Maar wie hij ook is, hij is zeker erg bang tan je". (Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 10