HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE WERELD Rubriek voor onze Jeugd Onze LaEMooü De man uit lala ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1923 - DERDE BLAD EEN EN ANDER OVER DE PLANEET MARS. Comlddelde afstand. Hoe de tuin man een ellips beschrijft. Crootste en kleinste afstand van Mars tot de zon en tot de aarde. Hoe men de middel- lijn van Mars gemeten heeft. Duur der aswenteling. Jaargetijden. Grooüo. De twee manen van Mars. Wat een monsch op Mars zou wezen. Do atmosfeer. Land en water. Bestaan er werkelijk zeeën op Mars? Do kanalen van Schlaparelll. Is Mcrs bewoonbaar? Oordeel van den ster* ronkundlgo Moreux. Op een gemiddelden afstand van 2.17 millioen kilometer van de zon wentelt een hemellichaam, dat met onze aarde menig punt van overeenkomst maar ook van verschil vertoont. Het is de planeet Mars, die in 687 dagen of 1 jaar cn '322 dagen haar baan om de zon aflegt. De oude sterenkundigen dachten, dat de baan d-er planeten den vorm had van een volkomen cirkel. Dit is echter niet het gevaldeze hemellichamen wentelen >m de zon in elliptische of langwerpige, ronde banen. Laten we nog even herin neren, wat men verstaat onder een ellips. De eenvoudigste manier zal wel zijn te vermelden, hoe de tuinlieden le werk gaan, -wanneer zij aan een of an der perk den ellips-vorni willen geven. Zij slaan twee stokken in den grond cn verbinden d-ie van onderen door een touw dat even lang is als de grootste middellijn van de te vormen ellips. Zii .trekken nu het touw strak, zoodat het met de denkbeeldige lijn die de twee stokken verbindt, op den grond een drie hoek vormt, plaatsen in den tophoek een puntigen stok en beschrijven met, het puntig uiteinde op den grond een ronde, in zichzelf terugkeerende lijn. Deze lijn is de verlangde ellips. De twee punten, om welke de lijn getrokken is. hecten de brandpunten, de lijn, die de brandpunten verbindt, naar beide t'J- den verlengd tot aan den omtrek, heet de groote of lengte-as, de lijn tusschcn twee punten van den omtrek loodrech» getrokken op het midden der lengte-as heet de kleine of breedte-as. Om de ellip* te beschrijven, gevormd door de baan der planeet Mars, zou men het éfene brand punt moeten plaatsen in het middelpunt der zon, het tweede brandpunt zou zich moeten bevinden op 42 millioen kilo meter afstand van het eerste, het touw zou een lengte moeten hebben van 454 millioen kilometer. De planeten beschrijven dus om de zon ellipsen, in een der brandpunten staat de zon.- De afstand tusschen een of andere planeet en de zon is derhalve veranderlijkvoor de planeet Mars is de grootste afstand 248 millioen kilo meter, de kleinste 206 millioen, dus_ de gemiddelde afstand 227 millioen K.M. Onze aarde- bevindt zich op een geunidj delden afstand van 148 millioen kilo meter van de zon. De afstand tusschen de aarde en Mars is zeer verschillend, hij bedraagt op zijn minst 56 millioen K.M., op zijn hoogst 396 millioen. Wan neer op het tijdstip, dat Mars zoo dicht mogelijk bij de zon staat, de aarde zich bevindt tusschen de beide hemellicha men, en op haar grootsten afstand van de zon, dan zien wij Mars van zoo nabij -mogelijk. Dit -heeft plaats om de 15 jaar ongeveer. De planeet schittert dar. als een ster van de eerste grootte, haar licht is roodachtig oranje, de kleur ge lijkt sterk op die van een gasviam. De hoek, -waaronder wij de middellijn van Mars zien, kan bedragen iets meer dan een halve minuut (30 en 0.4 seocn- den), die d>er maan meet ruim een hal ven graad <31 en 0.24 minuut), zooóai de middellijn der maan 63 maal zoq groot is als die van Mars. Wanneer men dus Mars beschouwt door een kijker, die 63 maal vergroot, ziet men hem even groot als de maan, gezien met het bloo- tc oog. Is de vergrooting bijvoorbeeld zeven maal sterker, dan ziet men de middellijn der planeet zevenmaal groo- ter, de oppervlakte 49 maal grooter dan die der maan, waargenomen met het bloote oog. Mars toont schijngestalten evenals Venus en Mercurius, maar veel minder sterk, omdat 2ij verder van de zon staat dan de aarde. Verder neemt men behalve de witte vlekken, die de beide polen als met een kap bedekken, op de roodachtige schijf der planeet vlekken van andere kleuren waar. Uit de regel matige verplaatsing dezer vlekken heeft men de gevolgtrekking gemaakt, dat zq zich evenals de aarde om haar as wen telt, en met de gepcrfectionneerde werk tuigen, die den nieuweren sterrenkun digen ten dienste staan, heeft men, tot op een honderdste deel van een seconde nauwkeurig, den duur der aswenteling kunnen bepalen. Deze 'bedraagt 24 uur 37 minuten 22 seconden en 67 honderdste seconden, Ejen etmaal op Mars duurti dus ruim een half uur langer dan op aarde. In den tijd, dat de planeet een maal om de zon wentelt, draait zij C69 en 2/3 maal om haar as, het jaar op Mars d-uurt dus 668 en 2/3 Mars-da gen (zonnetijd een dag minder dan de sterretijd, evenals op aarde)'. Iedere drie jaar is er dus dén jaar van 668 dagen en twee schrikkeljaren van 669 Mars-dagen. Evenals op aarde de zonnedag 4 minu ien langer is dan de sterrendag, zop is ook op Mars de eerste iets langer dan de laatste en wel ruim 2 minuten. Tusschen den duur van een dag op Mars en dien van onzen dag is dus geen noemenswaardig verschik Verder bestaat op Mars evenals op onze pla neet de afwisseling der jaargetijden, daar de as van Mars op haar baanvlak- te helt evenals de as der aarde op de hare; maar de duur der jaargetijden is bijna het dubbele van dien der onze. Buitendien helt de as van onze. nabuur- planeet iets sterker dan de aardas, 24 graden 52 minuten tegen 23 graden 27 minuten, maar dit laatste verschil is betrekkelijk onbeduidend. Veel grooter is het verschil in volu me.- Van uit de zon gezien heeft, zooals de lezer weet, de middellijn der aarde een grootte van 17.60 seconden. Die van Mars is groot 9.35 seconden. Hieruit volgt, dat de middellijn van Mars cn dus ook de omtrek, ruim de helft is van die der aarde, namelijk 6753 kilo meter, de omtrek 21 millioen Meter, Het oppervlak bedraagt 0.27, de inhoud 0.16 van die van onze plapeet, zoodat Mars 7-5 maal zoo groot is als de maan. die een inhoud heeft van iets meer dan 0.02 van dien der aarde. In 'Augustus van het jaar 1877 ont dekte de Amerikaansche sterenkundige Asaph Hall door middel van den groo- ten kijker van de sterrenwacht te Washington, de twee manen van Mars. Deze kijker, in dien tijd de grootste eD •sterkste der wereld, heeft een middellijn van 66 centimeter, een brandpuntsaf stand van to meter en laat een 1300- voudige vergrooting toe. Hall's ontdek king was niet het gevolg van het toe val, maar het resultaat van opzettelijk cn langdurig zoeken. Vóór de ontdekking van deze bijplaneten, was het een zwaar werk geweest het gewicht van Mars te bepalen. Le Verrier had daartoe ge-, bruikt de resultaten van eigen en ande- rere waarnemingen over een tijdvak van een eeuw, vele maanden bereke ning en meer dan duizend uren becijfe ring. Toen eenmaal het bestaan der twee manen van Mars vast stond, waren 4 nachten van waarneming en xo minu ten van berekeing voldoende om vast te stellen, dat het gewicht van Mars be draagt het drie-millioenste deel van dat der zon, het 0.105 van dat der aarde.Wan neer namelijk een hemellichaam een an-' der om zich doet draaien, vindt men door vergelijking van de snelheid det draaiing met de snelheid, waarmede de maan om de aarde draait, de verhou ding tusschesn de massa of het gewicht van het eerste hemellichaam en dat der aarde.- Uit het geringer gewicht van Mars volgt, dat haar zwaartekracht minder sterk is dan die der aarde. Een voor werp, dat aan de aardoppervlakte 100 K.G. weegt, zou als de halve middel lijn van Mars even groot was als die der aarde, 10.5 K.G. wegen. Daar echter de halve middellijn of straal van Mars ruim tweemal korter is dan die der aarde, wordt dit gewicht van xo.S K.G. bijna 4 maal grooter, en -wel 37 K.G. Een mensch van 70 K.G. zou dus op Mars niet meer wegen dan 26. Men zou echter om het gewicht te bepalen gecD gewone weegschaal met gewichten moeten nemen om de eenvoudige re den, dat een gewicht van 70 K.G. op Mars eveneens 26 K.G. weegt. De twee manen van Mars zijn hoogst merkwaardig. De grootste heeft een mid dellijn van 12 K.M. en staat op een 0490 Kilometer van het middelpunt der hoofdplaneet, de tweede een middellijn van 10 K.M. en op een afstand van 23.700 K.M. Terwijl er tusschen de aarde en de maan plaats zou zijn voor 30 aardbollen, is er tusschen Mars en zijn naastbijzijnde maan (Phobor) zelfs geen ruimte voor een bol van de grootte van Mars. Vandaar dat de beide manen van uit Mars duidelijk, zichtbaar zijn, de eerste heeft voor den Marsbewoners (als die ten minste bestaat) een schijn bare middellijn, die het 2/9 bedraagt van de middellijn van onze maan, 'waarge nomen van de aarde af.. De schijnbaie middellijn der tweede is 4 maal zoo klein, maar het maantje is van Mars uit nog zeer duidelijk waarneembaar. De kleinste dezer bijplaneten draait om de hoofdplaneet in ruim 7 uur 39 minu- 'ten, terwijl Mars om zijn as wentelt in 24 uur 37 minuten ruim. Dit feit is in tegenspraak met alle denkbeelden, die men zich gevormd- had omtrent de wet der vorming der hemellichamen, maar dat zullen we voor het oogenblik daar laten. Door de snelle beweging van het maantje, voltooit het in een etmaal v: Mars driemaal haar omloop, komt het Westen op en gaat in het Oosti onder, gaat driemaal in een etmaal on der het tweede maantje door, verduis tert het van tijd tot tijd, en vertoont in 11 uur zijn vier schijngestalten: nieuwe maan, eerste kwartier, volle maan, laat ste kwartier; dus in cén etmaal heeft. Mars tweemaal volle maan, tweemaal eerste kwartier enz. Evenals de aarde heeft Mars een at mosfeer, maar veel ijler dan de'onze. Volgens Flammarion komt zij in dit op- icht overeen met die op onze hoogste bergen. De heer Moreux echter, de ge leerde directeur van de sterrenwacht le Bourgese is van mccning dat onze damp kring op 20 kilometer' hoogte nog dich ter is dan die van Mars aan de opper vlakte der planeet'. In een dergelijke lucht kan geen mensch en geen van onze hoogere dieren ademen. Een ander punt van verschil tusschen Mars en de aarde is de lage 'tempera tuur, die op onze nabuur-planeet moet heersche-n. Ten gevolge van haar af stand van de zon en de ijlheid van haar lucht kan haar temperatuur gemiddeld niet hooger zijn dan 35 h 40 graden on der nul en dtis gelijl: zijn aan die van ïze poolstreken. Nog een ander punt van verschil vin den we in de vcrdccling der oppervlak- land en water. Terwijl drie kwart der aard-oppervlakte bedekt is niet water, zijn de zeeën op Mars op zijn hoogst i binnenzeeën, zooals bij voorbeeld onze Middellandsche Zee, of wel meren of zeeengten, zooals bijvoorbeeld het Ka- aal. De heer Moreux ontkent zelfs de mogelijkheid van het bestaan van zeeën op Mars. Ten gevolge van den uiterst geringen luchtdruk namelijk zou iedere zich vormende watermassa in damp-1 vorm worden opgenomen in de lucht. Hoe het ook zij, het staat vast, dat aan de beide polen uitgestrekte- witte vlekken worden waargenomen, die af nemen naarmate de zomer op het half-' rond-, waar zij zich bevinden, vordert. Men besluit hieruit tot het bestaan van uitgestrekte sneeuwvelden in de pool streken. In het jaar 1877 begon de Italiaansche sterrenkundige Schiaparelli een langjari ge stadie over onzen nabuur, en maak te een reeks nauwkeurige kaarten, hij ontdekte een menigte zeer smalle stre pen, die hij kanalen roemde en waar van sommige een lengte hadden van Dij- na 5000 kilometer. De Amerikaansche as tronoom Lowell zette deze studiën voort en vond niet minder dan 420 kanalen. Volgens hem waren deze aangelegd door de Marsbewoners om het smelten van de sneeuw aan de polen aan'te wen den voor de besproeiing. Volgens Mo reux echter bevatten deze „kanalen" geen water. Zoodra, zegt deze, de nacht evening voorhij is en voor een der polen de maandenlange zomer begint, gedurendo welken de zon steeds boven den horizon staat, dus nooit onder gaat, begint het ïme'lcn der s:.e«uw, het water wordt oarrrïdriiijk in dampvorm ih de atmosfeer opgenomen en bevordert den plantengroei, de „kanalen" bevatten dus geen water, maar planten. Dezelfde geleerde komt in zijn werk „Oü en ost l'aslronomie?" tot de volgende slotsom omtrent Mars „Het klimaat is ten gevolge van de ver dunning der lucht gelijk aan dat van onze poolstreken, geen hooger dier kan in leven de luchtdruk is er niet sterk genoeg om het water in den drupvor- migen toestand te houdende planten komen niet meer tot volle ontwikkeling, zij ontleenen het voor -hun bestaan noo- dige water aan de lucht. Het schijnt, dat Mars verkeert in een toestand, die het midden houdt tusschen dien der aarde en dien van de maan en dat de ver- ichijnselen, die wij waarnemen, de laat- ;te uitingen zijn van het verdwijnend Ic. ten. Langzaam, zeer langzaam, maar zeker, doet de tijd haar werk trapsge- ijze afkoeling, dood door koude." Brievenbus Brieven aan de Redactie van de Kinder Afdoeling moeten gezonden worden aan Mevr. BLOMBERG—ZEEMAK, v. ,d. Vinncstraat 2Irood. (In de bus gooien zonder aanbellen THEEROOSJE. Heb je mijtn kaart ontvangen? En wanneer ga jij uit? Wel jammer, dat vader zoo kort vacantie heeft Maar er is in Haarlem ook veel te genie ten. Als 't weer maar wat zomerscher wordt, 't Stormt er hier af en toe lustig op los. Hoe is het met de kiespijn? Die hoort nu heelemaal niet in de vacantie thuis. Ik hoop maar voor je, dat het weer geleden is. JUFFERTJE ONRUST. Wel gefelï- iteerd met je overgang en je mooie rap port. Een fijn auto-tochtje was dat! Ja, je kaart- heb ik ontvangen en ik bedank r nog hartelijk voor. Ik wensch je nog heel gezellige vacantie-dagen toe en vooral mooi weer. VOLENDAMMER. HaTtclijk dank oor je kaart uit Wilhelmina's oord. Je it daar veilig bij do Marechaussee-ka- IIENDRIKA W. Je bent van harte welkom im onze Rubriek. En je schuil- n mag je houden. Dion zet je dus voortaan maar onder je werk. Het is wel gemakkelijk, als je de nummers voor do raadsels zet. Als ik weer in Haarlem ben, ltqm je maar eens kennis maken. ANEMOON. Ben je Dinsdag nog naar Groenendaal geweest met je zus? Dat bootreisje is zeker wel aardig. Hebben jullie nog gebald? Nu jo van raadsel 3 do oplossing ziet, vind je het zeker zoo moeilijk niet. Ben je in je schik met je raadselprijs? Je moet nog een paar we ken wachten voor je hem in ontvangst kan en. Ik vind het wel wenschelijk' dat jo onder de gedroogde bladen en bloemen tarnen zet. Je postzegels heb ik niet gevonden. Als je ze vergeten hebt, be- ze dan maar tot ik weer in Haarlem HEIDEBLOEMPJE, Krijg je heele maal geen vacantie? En is Heideplant je al naar Leeuwarden? Daai zal ze je zeker eens een grooten brief schrijven? Klaargekomen met wedstrijd III? Zwem u nog eiken dag? Ik vind het een beetje om te huiveren. LENTEBODE. Is broer in zijn schik iet den raadselprijs? En heb jij mijn kaart ontvangen? Prettig zeg, dat je 1 mooi getuigschrift van da school hebt meegebracht. Heeft vader nu vacan tie? En nemen jullie 't er lekkertjes van? nag best eon week overslaan, met de Rubriek. Heel veel genoegen I Het Gelukskind door W. B.—Z. „Misschien wel vrouw. Maar we hebben toch de vuurproef doorstaan, we hadden onze kleine echat afgestaan zonder mor ren en klagc-n." „Heb jo vandaag mog iets van den tuin- Alleen, dat mevrouw van' Beerbrug- gen in een sanatorium te Bazel ligt. Haar kwaal is zeer verergerd." „Ze bederft haar eigen leven." „En dat van anderen. Wat zal die arme juffrouw Stephenson het moeilijk heb ben..." „Zeg, man." „Wat wou je zeggen vrouw?" „Zullen we straks, als Kerstmis nadert «en logé's vragen?" „Logê's? Heb je 6oms geen werk ge noeg? En hoeveel wel?" „Laat eens zien. Man, vrouw, drie kin deren, een oude dame, nog een juffrouw en nog een kind." „Maar vrouwtje. Droom je of waak je?" „Ik ben nog klaar wakker, meneer de dokter. Denk eens aan verleden jaar. Toen lag Gerdaatje in het ziekenhuis. Toen waren we in 'groote zorg. En n.u ls alles zoo mooi en heerlijk. Het kind heeft haar vader herkregen en wij hebben haar niet verloren." „Alles heel mooi en wel, vrouwtje. Maar wie wou je nu eigenlijk vragen?" „De familie Huyser uit Haarlem." „Dus de oude dame met haar gezel schapsjuffrouw ook." „Ja die hooien erbij. En dan natuurlijk Maria, de kleine Weensche. „Natuurlijk ook die. En Sientje?" „Sientje vergat ik. Die kan niet ach terblijven." „Dan heeft onze Aal ook een kerstge schenk." „Dus je hebt geen bezwaren?" „Op jou komt het neer, vrouwtje." „Ik heb de drukte er graag voor over. Verleden jaar vierde ik kerstfeest- met een hart vol zorg, toen leefde die Greeije Huy ser zoo geheel met ons mee. Nu moeten ze ook meeleven in onze vreugd." HOOFDSTUK 14. Een groot familie-feest. Er was gekookt en gebakken, gebraden en gestoofd, al dagen van té voren. De winkeliers in het dorp hadden gevraagd, of de dokter en zijn vrouw soms de zil veren bruiloft vierden. „Neen," had Aal gezegd, „niks van dat al, we krijgen gasten." Ze hadden er graag meer van willen weten, maar Aal bleef verder zoo dicht als oen pot. Alleen juffrouw Kruidkoek werd in het vertrouwen genomen, 't Zou een. heeie drukte worden, maar mevrouw kreeg er immers, in Sientje nog een meld bij. En zij, Aal kon toch ook nog aardig wat uit den weg zetten, ((Wordt vervolgd.). De prijzen. De raadselprijzen voor do maand Juli zijn bij loting ten deel gevallen aan: KLEINE SPOORMAN, BOSCHWACHTER en ANEMOON, die Woensdag 22 Augustus bij mij hun prijzen gen afhalen. Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes die „Voor - "eugd" Ieeen.) Iedere maand worden onder de beste oplossera drie boeken in prachtband loot. 1. (Ingez. door Draaitol.) Ik ben een spreekwoord van 33 letters. 13 14 15 16 17 is een lichamelijk gebrek, 25 2C 27 is een lichaamsdeel. 13 10 5 en 10 11 22 33 gebruiken de vis- .-i-hcrs. 3 29 16 9 is een viervoetig dier. 23 12 7 7 31 is een vogel. 13 4 11 24 is een lichaamsdeel. 30 23 35 22 8 is een getal. 32 20 21 vindt men in oude gebouwen. 1 2 is een voorzetsel. 6 7 8 9 is geen water. 2. (Ingez. door Gems.) Ik ben ecu stad in N. Holland van 2 lettergrepen; verander mijn 2de letter greep en ik blijf een plaats in N. Holland. 3. .(Ingez. door DuïmcSieoje.) Mijn geheel bestaai uil 20 letters en ls iets. waar veel oude Rubriekertjes erg naar verlengen. 19 1 vindt haast ieder prettig. 4 2 5 14 is een meisjesnaam. 15 8 18 10 is een meisjesnaam. 5 6 14 17 16 is nog minder dan weinig. 13 11 9 vindt men aan 't water. 20 11 12 is een. kleed imgstuk. 7 8 18 is een jongensnaam. 4. (Ingez. door Zecroover.) Ik ben een ander woord voor tuinman n besta uit 8 letters. 3 6 4 3 is een getal. Van 3 7 4 5 wordt turf gemaakt. Een 1 2 7 5 is een vogel. 5. (Ingez. door Woelwater.) Ik ben een spreekwoord van 25 letters. 13 14 17 23 16 is een meisjesnaam. 6 20 21 is aan ieder huis. 9 3 21 leeft in den grond. 25 2 4 is een hondensoort. 7 8 9 is een familielid. 22 3 21 komt van het schaap. 1 5 11 is een vogel. 10 12 13 is een meisjesnaam. 15 19 21 25 is Onmisbaar. 24 20 21 is een meisjesnaam. 6. (Imgez. door Tuinman.) Mijn 1ste is niet gierig, mijn 2de is schrijfmateriaal. Mijn geheel ie een plaats in Limburg. Raadseloplossingen De raadseloplossingen dor vorige week zijn: 1. Bering. 2. Beter een vogel In de hand, dan tien in de lucht. 3. Borkuro, Gorkum, Workum. 4. Vlissingen, 5. Alcohol. 6. Nier, mier. Goede oplossingen ontvangen van: Lentebode 6 Neeilandia 6 Sneeuwbal letje 6 Boschwachter 6 De kleine Spoor- inan 6 Laatste Kwartier 6 Heidebloempje Anemoon 5 Zefira 5 Bohangertje 5 Poesje 5 Juffertje Onrust 6 Theeroosje 5. iuweling is: HENDRIKA WE8SE- LING, oud 13 jaar, v. Oorschotstraat 6. lste nieuweling in de maand Augustus. De 10de nieuweling van iedere maand ontvangt als welkom een boek in pracht band. Wedstrijd No. IV. Op verzoek van velen zal de 4de wed strijd een opstellen-wedstrijd worden. Ik zal 4 onderwerpen opgeven, waaruit jullie mogen kiezen. lo. Wat er in Artis t« zien is. 2o. Een schoolreisje. 3o. De prettigste dag van mijn vacantie. 4o. Mijn laatste schooldag. De grootte van het opstel laat ik 23n je ;lf over. Een klein opstel kan soms wel en heel goed opstel zijn. Ik wil daarmee zeggen, dat het- volstrekt niet mooöig is vellen vol te schrijven om voor een prijs in aanmerking te komen. Onder het opstel moeten naam of sohuihiaam en leeftijd slaan. De 3 beste opstellen worden beloond met een boek tn prachtband cn krijgen een plaatsje in de Rubriek. Met het oog daarop is het wenschelijk dat het papier maar aan één zijde be schreven wordt. Slordig en niet ondertee kend werk wordt terzijde gelegd. Alle inzendingen moeten vóór 1 'Sep tem-ber in mijn bezit zijn. Mevr. W. BLOMBERGZEEMAN, p/a. Mej. D. VOERMAN. Rijksstraatweg 5, De Steeg. 4 Aug. 1923, HIJ HAD DORST. Meneer Meyer: „Hier krijgt mem bij elk glas hier een ansichtkaart 1 Bedenk jo toch eens, vrouw, aan wie we nog enkele kaarten zouden kunnen zenden." Zij: Als wij getrouwd zijn zal ik al jo zorgen en verdriet deelen Hij: Maar die heb ik nietl Zij: Ik zei ook: als wij getrouwd zijnf De effsctenroof In de hal van de Centrum-bank. door SIMON MOS. De inspecteur der recherche Herman Watmans was ontboden bij zijn chef, den commissaris van politie in 'de derde sectie. Aldaar werd hem opgedragen te trachten licht te vinden in een bij uit stek duistere zaak: het berooven van een kassier of wissc-lloope'r, tijdens zijn verblijf in de hal vin de Centrum- bank. Terwijl de kassi-.r. Dirk Witte- man, op een bank in hal zat te wachten op zijn beurt om aan het, lo ket te komen, had hij de city-bag, waarin de af te leveren drie. millioen aan effecten, benevens een paar dui zend gulden, bestemd voor een ander kantoor, naast zich neergezet, en de tasch geen oogenblik uit het oog ver loren. Er was dan ook, volgens den heer Wïtteman, absoluut niets gebeurd maar toen hij aan de beurt zijnde, voor het loket de city-bag opende, ten einde de effecten tegen re$u af te le- veren, bleek de tasch niets van waar de meer te bevatten en de inhoud al leen te bestaan uit oude couranten. Tot zoover de feiten. De kassier, een oud vertrouwd per soon, die reeds jaren alleen belast was met het afhalen en bezorgen van groote bedragen bij diverse bankin stellingen, stond, perplex te kijken ïaar dien ongewonen inhoud. Hij kon aanvankelijk geen -woord uitbrengen. Zoo iels was hem in zijn lange loop baan als vertrouwensman nog nooit overkomen. En hij kon ook later geen enkele inlichting verschaffen omtrent do vermoedelijke ontvreemding. Ziin ouderdom, die hem tot heden geen enkel moment verhinderd had nog altijd met de meeste activiteit op te treden, séheen hem plots parten te spelen; hij leek geheel suf te zijn ge worden. Maar 'de bank, waarbij hij als employé werkzaam was, kou zich daar niet bij neer leggen. Het had er den schijn van, oordeelde zij, of de kassier niet alles wilde meedeelen, wat licht in deze sombere zaak zou Jitmnen verspreiden, ja, zij liet gedurende het onderzoek der politie bedektelijk doorschemeren hem niet geheel on schuldig te achten .Hij was dan ook voorloopig geschorst in z'n betrekking, in afwachting van zijn ontslag. Er lieerschte in het gezin van Wit- teman, zooals begrijpelijk was, een algeheele verslagenheid, toen inspec teur Watmans zich aldaar vervoegde om inlichtingen. Moeder en 'dochter aren geheel terneergeslagen, lienny hield, als eenig kind, zielsveel van haar vader en weende onophoudelijk, nu ze hem daar zoo gebroken in een stoel zag zitten. Maar in vol vertrou wen en niet geheel zonder hoop, gaf zij den inspecteur alle inlichtingen, welke zij meende, hij noodig kon heb ben. En de heer Herman Watmans, een jong inspecteur en nog kort bij de re- cherge geplaatst, had met bijzondere sympathie deze affaire aangepakt, vooral nu de aardige Ileuny daaraan zooveel gelegen was. Al zou het alleen: zijn geweest om haar genoegen te doen zou hij met buitengewone voorliefde deze ingewikkelde zaak hebben uitge zocht, maar ook zijn reputatie als speurder zou er door gevestigd wor den. Tot in de kleinste details liet hij zich dus de ontvreemding verklaren; en door den heer Witteman op zijn ge mak te stellen, verhelderde langza merhand zijn geest weer zoo, dat hij althans voldoende inlichtingen kon verstrekken. Hetgeen hij vertelde kwam op het volgende neer: De city-bag was een tasch van de bank waarbij hij werkzaam was. Hij was als steeds, per rijtuig aan de Centuur-bank gearriveerd. Onderweg was er dus niets gebeurd. In de hal had rechts naast hem op de bank de city-bag gestaan. Na hem was daar komen zitten een dame, en daar naast een heer. Even had hij zich gebukt om een papiertje op te rapen, dat vóór hem op den vloer lag, cn waar op de juffrouw naaist hem, hem at tent maakte, meeneude dat dit door hem was verloren. Doch in dien korten tijd kon onmogelijk het geld uit de city-bag zijn genomen, beweerde hij. Maar wèl de tasch verwisseld, meende de inspecteur, door hulp van de dame Feuilleton Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 11) „Lk weet het heel zeker", viel het meisje hem in de rede. „Anthony Dartnell was de naam dien hij mij opgaf! Maar waarom schrikt u. zoo van dien naam, vader?" „Ik schrik er niet van". Do han delaar lachte hard teen hij dien leu gen uitsprak. „Ik ken wel een ande ren man, die van dien naam schrik ken zal' Zonder een woord meer te zeggen draaide liij zich 0111 en liep regelrecht naar zijn hut. Daar viel hij op een stoel neer en bleef met een somber ge zicht vcor zicii uitstaren. „liet kan eemoudig niet', mom pelde hij. „Het is gewoon onmogelijk. Er zit een of ander geheim achter en do zendeling wget wat hel is. Ik inoct bet ook weten lk zal er achter ko- Hïj bleef daar een heelen tijd zit ten in gedachten verdiept, steeds plan nen makend, En dien avond, toen de zalen en het dek verlaten waren, ging lxij zijn hut uit en liep stil en vlug naar een hut, waar, zooals hij van een hofmeester gehoord had, Vader Henry sliep. Do deur stond aan en er scheen een straal licht in de half donkere gang. Toen hij het licht zag aarzelde Salnovo even; toen liep hij door en tikte zacht op de deur. Er kwam geen antwoord en na een oogenblik duwde hij de deur verder open en keek naar binnen. Vader Henry zat aan een klein tafeltje. Er lagen papieren op, en het hoofd van den zendeling Jag er bovenop. Zijn handen rustten ook op de papieren en vlak bij zijn rechterhand lag een pen. Hij sliep vast, en blijkbaar was bij door slaap overmand, terwijl hij j zat te schrijven. Salnovo sloop naar binnen, duwde de deur dicht, nam een grooten slan en boog zich over den schouder van den elapendeu man. De handen cn het hoofd van Vader Henry lagen op de papieren, zoodat het meerende,:l van wat cr on geschreven stond, voor de nieuwsgierige blikken van den handelaar verborgen bleef. Maar wat hij zag bóezemdp hem blijkbaar vee! belang- in, want in zijn pogingen om er iels van to lezen hoog hij zijn hoofd gevaarlijk dicht naar dat van den slaper toe. Er was een papier waarvan niet veel meer dan een hoek je zichtbaar was, ma3r dat ongetwij feld een huwelijksacte moest zijn. De namen Waren onzichtbaar door den arm en hand van den ouden man, en Salnovo, die brandde van verlangen om ze te lezen, stak zijn hand uit,, en probeerde voorzichtig om het pa pier naar zich toe te trekken. Maar terwijl hij dit deed bewoog de slapen de man zich en zijn rechterarm raak te den arm van Salnovo aan. Deze liep geruischloos terug naar. het knopje van het electrisch licht hij de deur van de hut. Langzaam hief de zendeling zijn hoofd' op, en onmiddel lijk draaide Salnovo het licht uit. deed dé deur open en vluchtte naar ziin eigen hut. Toen hij daar was, stak hij een si garet aan en bleef een heelen tijd in donker zitten luisteren of hij ook be- weging in de gang hoorde. Zijn waak zaamheid bleek overbodig te zijn en eindelijk draaide hij het licht aan. Stijn oogen schitterden, heftige ont roering stond op zijn gelaat te lezen. Iiij stak zijn hand in zijn binnenzak, haalde de portefeuille er uit die h>i uit de brandkast te Maloba gehaald had op den aTvoni, toen Vader Henry hem had beschuldigd van medeplich tigheid aan den moord op den En- gclsc.hman. Uit de portefeuille nam lvij de enveloppe die hij bij die gele genheid ook had hekeken en mompel de toen bij zichzelf. „Dartnell, Devonshire. Het is pre cies hetzelfde. Ik moet die papieren van Vader Henry- zien te krijgen. Mis schien zullen die me nog rijker ma ken dan ik al gehoopt had Ik zou ze daar net wel hebben kunnen mee- len, maar dat zou hij toch ontdekt hebben. Hij zou mij- verdacht heb ben. Maar als we van de boot af gaan I-Iij zweeg en lachte zacht jes bij zichzelf. „Dat zal het beste zijn. Ja, dat zal het beste zijn!" HOOFDSTUK IX. Een dramatische ont moeting. ,,.Te ziet er uitstekend uit, neef Anthony". Helen Raymond glimlachte, toen ze Anthony Dartnell begroette, die van een rit te yaord thuis kwam. „Noemt 11 hem zoo?" riep Penning- ton uit. ..Ik noem hem zooals hij zichzelf noemt fin als een gelijkenis iets zegt. heeft hij ongetwijfeld recht op den naam". ,.Tk voel me ook best. Helen!" Het meisje glimlachte 'weer: „En ben je niet verdwaald?" „Neen", antwoordde het jouge- mensch lachend. „Ik ben niet ver dwaald, want ik kon voortdurend de Priory zien". Helen Raymond lachte ook. Ze mocht dezen man, wiens leven ze ge red had, graag en het was opvallend zooveel intiemer als ze de laatste da gen met elkaar geworden waren. „Het moet doch wel heel vreemd zijn", zei het meisje peinzend, „om rond te*loopen in een wereld die vol komen nieuw is geen verleden te hebben en zich alleen nog maar nieu we dingen te herinneren". „Het heeft z'n uadeelen", ant woordde Dartnell, „maar ik voor mij geloof dat ik nie alles wel weer her inneren zal. Den laatsten tijd heb ik een paar maal gedroomd „Van vroeger?" vroeg heb meisje vlug. „Dat geloof ik wel", was het ant woord. „Er kwamen menschen met een donkere huid in mijn droomen voor, er was ook een zendeling, die me zegende, en een meisje met een bleek gezicht, waarvan ik me den naam niet kon herinneren toen ik haar wilde aanspreken". ,.0, Anthony, je gaat al vooruit", lachte Helen. „Als jo geheugen terug komt zul je je misschien •herinneren dat. je een vrouw, en misschien zejfs wel kinderen heht". Anthony Dartnell schudde het hoofd. „Neen, neen!" riep hij uit. „Dat lijkt me niet waarschijnlijk, cn ik hoop van harte dal het niet zoo zal zijn". llij zei deze laatste woorden zóó heftig dat het meisje er van schrok, en zo zag in zijn oogen een blik zoo vol bewondering voor baar, dat ze er van bloosde. Ze hield op met spotten en werd volkomen ernstig. „E11 was er nog wat anders in je droomen, Anthony?" „Ja", antwoordde hij langzaam, „er was nog iets anders, iets dat ik ine met alle gewold trachtte te her inneren, iets dat ik doen moest, maar dat me voortdurend weer ontsnapte. I-Iet was tergend. Ik voelde voortdu rend dat ik er bijna aan toe was, maar het gebeui-de nooit". Helen knikte. „Dat is altijd zoó met droomen, ze zijn bijna altijd ter gend. Maar heb je Dr. Waldrond vuu die droomen verteld? Ze lijken in ij nogal belangrijk". „Ja, ik heb het hem verteld. Hij is erg in zijn schik, want hij is ervan overtuigd dat mijn slapende geheu gen langzamerhand weer terug komt en dut de resultaten v$u den schok verdwijnen". Jlclou keek hem peinzend aan. „Hoe zal liet er voor jou en vuor ons allemaal uitzien, als je je geheugen terug krijgt?" „Dat weet ik niet maar voor jou zal het geen verschil maken", zei hij. „Weet je dat zeker?" vroeg ze, ter-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 9