HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
Rubriek voor onze Jeugd
Onze LaEMooü
De man uit lala
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1923 -
DERDE BLAD
EEN EN ANDER OVER DE PLANEET MARS.
Comlddelde afstand. Hoe de tuin man een ellips beschrijft. Crootste
en kleinste afstand van Mars tot de zon en tot de aarde. Hoe men de middel-
lijn van Mars gemeten heeft. Duur der aswenteling. Jaargetijden.
Grooüo. De twee manen van Mars. Wat een monsch op Mars zou wezen.
Do atmosfeer. Land en water. Bestaan er werkelijk zeeën op Mars?
Do kanalen van Schlaparelll. Is Mcrs bewoonbaar? Oordeel van den ster*
ronkundlgo Moreux.
Op een gemiddelden afstand van 2.17
millioen kilometer van de zon wentelt
een hemellichaam, dat met onze aarde
menig punt van overeenkomst maar ook
van verschil vertoont. Het is de planeet
Mars, die in 687 dagen of 1 jaar cn
'322 dagen haar baan om de zon aflegt.
De oude sterenkundigen dachten, dat de
baan d-er planeten den vorm had van een
volkomen cirkel. Dit is echter niet het
gevaldeze hemellichamen wentelen >m
de zon in elliptische of langwerpige,
ronde banen. Laten we nog even herin
neren, wat men verstaat onder een
ellips. De eenvoudigste manier zal wel
zijn te vermelden, hoe de tuinlieden le
werk gaan, -wanneer zij aan een of an
der perk den ellips-vorni willen geven.
Zij slaan twee stokken in den grond cn
verbinden d-ie van onderen door een
touw dat even lang is als de grootste
middellijn van de te vormen ellips. Zii
.trekken nu het touw strak, zoodat het
met de denkbeeldige lijn die de twee
stokken verbindt, op den grond een drie
hoek vormt, plaatsen in den tophoek
een puntigen stok en beschrijven met,
het puntig uiteinde op den grond een
ronde, in zichzelf terugkeerende lijn.
Deze lijn is de verlangde ellips. De twee
punten, om welke de lijn getrokken is.
hecten de brandpunten, de lijn, die de
brandpunten verbindt, naar beide t'J-
den verlengd tot aan den omtrek, heet
de groote of lengte-as, de lijn tusschcn
twee punten van den omtrek loodrech»
getrokken op het midden der lengte-as
heet de kleine of breedte-as. Om de ellip*
te beschrijven, gevormd door de baan der
planeet Mars, zou men het éfene brand
punt moeten plaatsen in het middelpunt
der zon, het tweede brandpunt zou zich
moeten bevinden op 42 millioen kilo
meter afstand van het eerste, het touw
zou een lengte moeten hebben van 454
millioen kilometer.
De planeten beschrijven dus om de
zon ellipsen, in een der brandpunten
staat de zon.- De afstand tusschen een
of andere planeet en de zon is derhalve
veranderlijkvoor de planeet Mars is
de grootste afstand 248 millioen kilo
meter, de kleinste 206 millioen, dus_ de
gemiddelde afstand 227 millioen K.M.
Onze aarde- bevindt zich op een geunidj
delden afstand van 148 millioen kilo
meter van de zon. De afstand tusschen
de aarde en Mars is zeer verschillend,
hij bedraagt op zijn minst 56 millioen
K.M., op zijn hoogst 396 millioen. Wan
neer op het tijdstip, dat Mars zoo dicht
mogelijk bij de zon staat, de aarde zich
bevindt tusschen de beide hemellicha
men, en op haar grootsten afstand van
de zon, dan zien wij Mars van zoo nabij
-mogelijk. Dit -heeft plaats om de 15
jaar ongeveer. De planeet schittert dar.
als een ster van de eerste grootte, haar
licht is roodachtig oranje, de kleur ge
lijkt sterk op die van een gasviam.
De hoek, -waaronder wij de middellijn
van Mars zien, kan bedragen iets meer
dan een halve minuut (30 en 0.4 seocn-
den), die d>er maan meet ruim een hal
ven graad <31 en 0.24 minuut), zooóai
de middellijn der maan 63 maal zoq
groot is als die van Mars. Wanneer men
dus Mars beschouwt door een kijker, die
63 maal vergroot, ziet men hem even
groot als de maan, gezien met het bloo-
tc oog. Is de vergrooting bijvoorbeeld
zeven maal sterker, dan ziet men de
middellijn der planeet zevenmaal groo-
ter, de oppervlakte 49 maal grooter dan
die der maan, waargenomen met het
bloote oog.
Mars toont schijngestalten evenals
Venus en Mercurius, maar veel minder
sterk, omdat 2ij verder van de zon
staat dan de aarde. Verder neemt men
behalve de witte vlekken, die de beide
polen als met een kap bedekken, op de
roodachtige schijf der planeet vlekken
van andere kleuren waar. Uit de regel
matige verplaatsing dezer vlekken heeft
men de gevolgtrekking gemaakt, dat zq
zich evenals de aarde om haar as wen
telt, en met de gepcrfectionneerde werk
tuigen, die den nieuweren sterrenkun
digen ten dienste staan, heeft men, tot
op een honderdste deel van een seconde
nauwkeurig, den duur der aswenteling
kunnen bepalen. Deze 'bedraagt 24 uur
37 minuten 22 seconden en 67 honderdste
seconden, Ejen etmaal op Mars duurti
dus ruim een half uur langer dan op
aarde. In den tijd, dat de planeet een
maal om de zon wentelt, draait zij C69
en 2/3 maal om haar as, het jaar op
Mars d-uurt dus 668 en 2/3 Mars-da
gen (zonnetijd een dag minder dan de
sterretijd, evenals op aarde)'. Iedere drie
jaar is er dus dén jaar van 668 dagen en
twee schrikkeljaren van 669 Mars-dagen.
Evenals op aarde de zonnedag 4 minu
ien langer is dan de sterrendag, zop is
ook op Mars de eerste iets langer dan
de laatste en wel ruim 2 minuten.
Tusschen den duur van een dag op
Mars en dien van onzen dag is dus
geen noemenswaardig verschik Verder
bestaat op Mars evenals op onze pla
neet de afwisseling der jaargetijden,
daar de as van Mars op haar baanvlak-
te helt evenals de as der aarde op de
hare; maar de duur der jaargetijden is
bijna het dubbele van dien der onze.
Buitendien helt de as van onze. nabuur-
planeet iets sterker dan de aardas, 24
graden 52 minuten tegen 23 graden 27
minuten, maar dit laatste verschil is
betrekkelijk onbeduidend.
Veel grooter is het verschil in volu
me.- Van uit de zon gezien heeft, zooals
de lezer weet, de middellijn der aarde
een grootte van 17.60 seconden. Die van
Mars is groot 9.35 seconden. Hieruit
volgt, dat de middellijn van Mars cn
dus ook de omtrek, ruim de helft is
van die der aarde, namelijk 6753 kilo
meter, de omtrek 21 millioen Meter,
Het oppervlak bedraagt 0.27, de inhoud
0.16 van die van onze plapeet, zoodat
Mars 7-5 maal zoo groot is als de maan.
die een inhoud heeft van iets meer dan
0.02 van dien der aarde.
In 'Augustus van het jaar 1877 ont
dekte de Amerikaansche sterenkundige
Asaph Hall door middel van den groo-
ten kijker van de sterrenwacht te
Washington, de twee manen van Mars.
Deze kijker, in dien tijd de grootste eD
•sterkste der wereld, heeft een middellijn
van 66 centimeter, een brandpuntsaf
stand van to meter en laat een 1300-
voudige vergrooting toe. Hall's ontdek
king was niet het gevolg van het toe
val, maar het resultaat van opzettelijk cn
langdurig zoeken. Vóór de ontdekking
van deze bijplaneten, was het een zwaar
werk geweest het gewicht van Mars te
bepalen. Le Verrier had daartoe ge-,
bruikt de resultaten van eigen en ande-
rere waarnemingen over een tijdvak
van een eeuw, vele maanden bereke
ning en meer dan duizend uren becijfe
ring. Toen eenmaal het bestaan der twee
manen van Mars vast stond, waren 4
nachten van waarneming en xo minu
ten van berekeing voldoende om vast te
stellen, dat het gewicht van Mars be
draagt het drie-millioenste deel van dat
der zon, het 0.105 van dat der aarde.Wan
neer namelijk een hemellichaam een an-'
der om zich doet draaien, vindt men
door vergelijking van de snelheid det
draaiing met de snelheid, waarmede de
maan om de aarde draait, de verhou
ding tusschesn de massa of het gewicht
van het eerste hemellichaam en dat der
aarde.-
Uit het geringer gewicht van Mars
volgt, dat haar zwaartekracht minder
sterk is dan die der aarde. Een voor
werp, dat aan de aardoppervlakte
100 K.G. weegt, zou als de halve middel
lijn van Mars even groot was als die
der aarde, 10.5 K.G. wegen. Daar echter
de halve middellijn of straal van Mars
ruim tweemal korter is dan die der
aarde, wordt dit gewicht van xo.S K.G.
bijna 4 maal grooter, en -wel 37 K.G.
Een mensch van 70 K.G. zou dus op
Mars niet meer wegen dan 26. Men zou
echter om het gewicht te bepalen gecD
gewone weegschaal met gewichten
moeten nemen om de eenvoudige re
den, dat een gewicht van 70 K.G. op
Mars eveneens 26 K.G. weegt.
De twee manen van Mars zijn hoogst
merkwaardig. De grootste heeft een mid
dellijn van 12 K.M. en staat op een
0490 Kilometer van het middelpunt der
hoofdplaneet, de tweede een middellijn
van 10 K.M. en op een afstand van
23.700 K.M. Terwijl er tusschen de
aarde en de maan plaats zou zijn voor
30 aardbollen, is er tusschen Mars en zijn
naastbijzijnde maan (Phobor) zelfs geen
ruimte voor een bol van de grootte van
Mars. Vandaar dat de beide manen van
uit Mars duidelijk, zichtbaar zijn, de
eerste heeft voor den Marsbewoners
(als die ten minste bestaat) een schijn
bare middellijn, die het 2/9 bedraagt van
de middellijn van onze maan, 'waarge
nomen van de aarde af.. De schijnbaie
middellijn der tweede is 4 maal zoo
klein, maar het maantje is van Mars uit
nog zeer duidelijk waarneembaar. De
kleinste dezer bijplaneten draait om de
hoofdplaneet in ruim 7 uur 39 minu-
'ten, terwijl Mars om zijn as wentelt in
24 uur 37 minuten ruim. Dit feit is in
tegenspraak met alle denkbeelden, die
men zich gevormd- had omtrent de wet
der vorming der hemellichamen, maar
dat zullen we voor het oogenblik daar
laten. Door de snelle beweging van het
maantje, voltooit het in een etmaal v:
Mars driemaal haar omloop, komt
het Westen op en gaat in het Oosti
onder, gaat driemaal in een etmaal on
der het tweede maantje door, verduis
tert het van tijd tot tijd, en vertoont in
11 uur zijn vier schijngestalten: nieuwe
maan, eerste kwartier, volle maan, laat
ste kwartier; dus in cén etmaal heeft.
Mars tweemaal volle maan, tweemaal
eerste kwartier enz.
Evenals de aarde heeft Mars een at
mosfeer, maar veel ijler dan de'onze.
Volgens Flammarion komt zij in dit op-
icht overeen met die op onze hoogste
bergen. De heer Moreux echter, de ge
leerde directeur van de sterrenwacht le
Bourgese is van mccning dat onze damp
kring op 20 kilometer' hoogte nog dich
ter is dan die van Mars aan de opper
vlakte der planeet'. In een dergelijke
lucht kan geen mensch en geen van
onze hoogere dieren ademen.
Een ander punt van verschil tusschen
Mars en de aarde is de lage 'tempera
tuur, die op onze nabuur-planeet moet
heersche-n. Ten gevolge van haar af
stand van de zon en de ijlheid van haar
lucht kan haar temperatuur gemiddeld
niet hooger zijn dan 35 h 40 graden on
der nul en dtis gelijl: zijn aan die van
ïze poolstreken.
Nog een ander punt van verschil vin
den we in de vcrdccling der oppervlak-
land en water. Terwijl drie kwart
der aard-oppervlakte bedekt is niet water,
zijn de zeeën op Mars op zijn hoogst i
binnenzeeën, zooals bij voorbeeld onze
Middellandsche Zee, of wel meren of
zeeengten, zooals bijvoorbeeld het Ka-
aal. De heer Moreux ontkent zelfs de
mogelijkheid van het bestaan van zeeën
op Mars. Ten gevolge van den uiterst
geringen luchtdruk namelijk zou iedere
zich vormende watermassa in damp-1
vorm worden opgenomen in de lucht.
Hoe het ook zij, het staat vast, dat
aan de beide polen uitgestrekte- witte
vlekken worden waargenomen, die af
nemen naarmate de zomer op het half-'
rond-, waar zij zich bevinden, vordert.
Men besluit hieruit tot het bestaan van
uitgestrekte sneeuwvelden in de pool
streken.
In het jaar 1877 begon de Italiaansche
sterrenkundige Schiaparelli een langjari
ge stadie over onzen nabuur, en maak
te een reeks nauwkeurige kaarten, hij
ontdekte een menigte zeer smalle stre
pen, die hij kanalen roemde en waar
van sommige een lengte hadden van Dij-
na 5000 kilometer. De Amerikaansche as
tronoom Lowell zette deze studiën voort
en vond niet minder dan 420 kanalen.
Volgens hem waren deze aangelegd
door de Marsbewoners om het smelten
van de sneeuw aan de polen aan'te wen
den voor de besproeiing. Volgens Mo
reux echter bevatten deze „kanalen"
geen water. Zoodra, zegt deze, de nacht
evening voorhij is en voor een der
polen de maandenlange zomer begint,
gedurendo welken de zon steeds boven
den horizon staat, dus nooit onder
gaat, begint het ïme'lcn der s:.e«uw, het
water wordt oarrrïdriiijk in dampvorm
ih de atmosfeer opgenomen en bevordert
den plantengroei, de „kanalen" bevatten
dus geen water, maar planten. Dezelfde
geleerde komt in zijn werk „Oü en ost
l'aslronomie?" tot de volgende slotsom
omtrent Mars
„Het klimaat is ten gevolge van de ver
dunning der lucht gelijk aan dat van
onze poolstreken, geen hooger dier kan
in leven de luchtdruk is er niet sterk
genoeg om het water in den drupvor-
migen toestand te houdende planten
komen niet meer tot volle ontwikkeling,
zij ontleenen het voor -hun bestaan noo-
dige water aan de lucht. Het schijnt, dat
Mars verkeert in een toestand, die het
midden houdt tusschen dien der aarde
en dien van de maan en dat de ver-
ichijnselen, die wij waarnemen, de laat-
;te uitingen zijn van het verdwijnend Ic.
ten. Langzaam, zeer langzaam, maar
zeker, doet de tijd haar werk trapsge-
ijze afkoeling, dood door koude."
Brievenbus
Brieven aan de Redactie van de Kinder
Afdoeling moeten gezonden worden aan
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAK, v. ,d.
Vinncstraat 2Irood.
(In de bus gooien zonder aanbellen
THEEROOSJE. Heb je mijtn kaart
ontvangen? En wanneer ga jij uit? Wel
jammer, dat vader zoo kort vacantie heeft
Maar er is in Haarlem ook veel te genie
ten. Als 't weer maar wat zomerscher
wordt, 't Stormt er hier af en toe lustig
op los. Hoe is het met de kiespijn? Die
hoort nu heelemaal niet in de vacantie
thuis. Ik hoop maar voor je, dat het weer
geleden is.
JUFFERTJE ONRUST. Wel gefelï-
iteerd met je overgang en je mooie rap
port. Een fijn auto-tochtje was dat! Ja,
je kaart- heb ik ontvangen en ik bedank
r nog hartelijk voor. Ik wensch je
nog heel gezellige vacantie-dagen toe en
vooral mooi weer.
VOLENDAMMER. HaTtclijk dank
oor je kaart uit Wilhelmina's oord. Je
it daar veilig bij do Marechaussee-ka-
IIENDRIKA W. Je bent van harte
welkom im onze Rubriek. En je schuil-
n mag je houden. Dion zet je dus
voortaan maar onder je werk. Het is wel
gemakkelijk, als je de nummers voor
do raadsels zet. Als ik weer in Haarlem
ben, ltqm je maar eens kennis maken.
ANEMOON. Ben je Dinsdag nog naar
Groenendaal geweest met je zus? Dat
bootreisje is zeker wel aardig. Hebben
jullie nog gebald? Nu jo van raadsel 3
do oplossing ziet, vind je het zeker zoo
moeilijk niet. Ben je in je schik met je
raadselprijs? Je moet nog een paar we
ken wachten voor je hem in ontvangst kan
en. Ik vind het wel wenschelijk' dat
jo onder de gedroogde bladen en bloemen
tarnen zet. Je postzegels heb ik niet
gevonden. Als je ze vergeten hebt, be-
ze dan maar tot ik weer in Haarlem
HEIDEBLOEMPJE, Krijg je heele
maal geen vacantie? En is Heideplant je
al naar Leeuwarden? Daai zal ze je zeker
eens een grooten brief schrijven?
Klaargekomen met wedstrijd III? Zwem
u nog eiken dag? Ik vind het een
beetje om te huiveren.
LENTEBODE. Is broer in zijn schik
iet den raadselprijs? En heb jij mijn
kaart ontvangen? Prettig zeg, dat je
1 mooi getuigschrift van da school
hebt meegebracht. Heeft vader nu vacan
tie? En nemen jullie 't er lekkertjes van?
nag best eon week overslaan, met de
Rubriek. Heel veel genoegen I
Het Gelukskind
door
W. B.—Z.
„Misschien wel vrouw. Maar we hebben
toch de vuurproef doorstaan, we hadden
onze kleine echat afgestaan zonder mor
ren en klagc-n."
„Heb jo vandaag mog iets van den tuin-
Alleen, dat mevrouw van' Beerbrug-
gen in een sanatorium te Bazel ligt. Haar
kwaal is zeer verergerd."
„Ze bederft haar eigen leven."
„En dat van anderen. Wat zal die arme
juffrouw Stephenson het moeilijk heb
ben..."
„Zeg, man."
„Wat wou je zeggen vrouw?"
„Zullen we straks, als Kerstmis nadert
«en logé's vragen?"
„Logê's? Heb je 6oms geen werk ge
noeg? En hoeveel wel?"
„Laat eens zien. Man, vrouw, drie kin
deren, een oude dame, nog een juffrouw
en nog een kind."
„Maar vrouwtje. Droom je of waak je?"
„Ik ben nog klaar wakker, meneer de
dokter. Denk eens aan verleden jaar.
Toen lag Gerdaatje in het ziekenhuis.
Toen waren we in 'groote zorg. En n.u ls
alles zoo mooi en heerlijk. Het kind heeft
haar vader herkregen en wij hebben haar
niet verloren."
„Alles heel mooi en wel, vrouwtje. Maar
wie wou je nu eigenlijk vragen?"
„De familie Huyser uit Haarlem."
„Dus de oude dame met haar gezel
schapsjuffrouw ook."
„Ja die hooien erbij. En dan natuurlijk
Maria, de kleine Weensche.
„Natuurlijk ook die. En Sientje?"
„Sientje vergat ik. Die kan niet ach
terblijven."
„Dan heeft onze Aal ook een kerstge
schenk."
„Dus je hebt geen bezwaren?"
„Op jou komt het neer, vrouwtje."
„Ik heb de drukte er graag voor over.
Verleden jaar vierde ik kerstfeest- met een
hart vol zorg, toen leefde die Greeije Huy
ser zoo geheel met ons mee. Nu moeten
ze ook meeleven in onze vreugd."
HOOFDSTUK 14.
Een groot familie-feest.
Er was gekookt en gebakken, gebraden
en gestoofd, al dagen van té voren. De
winkeliers in het dorp hadden gevraagd,
of de dokter en zijn vrouw soms de zil
veren bruiloft vierden.
„Neen," had Aal gezegd, „niks van dat
al, we krijgen gasten." Ze hadden er
graag meer van willen weten, maar Aal
bleef verder zoo dicht als oen pot.
Alleen juffrouw Kruidkoek werd in het
vertrouwen genomen, 't Zou een. heeie
drukte worden, maar mevrouw kreeg er
immers, in Sientje nog een meld bij. En
zij, Aal kon toch ook nog aardig wat uit
den weg zetten,
((Wordt vervolgd.).
De prijzen.
De raadselprijzen voor do maand Juli
zijn bij loting ten deel gevallen aan:
KLEINE SPOORMAN, BOSCHWACHTER
en ANEMOON, die Woensdag 22
Augustus bij mij hun prijzen
gen afhalen.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes die „Voor -
"eugd" Ieeen.)
Iedere maand worden onder de beste
oplossera drie boeken in prachtband
loot.
1. (Ingez. door Draaitol.)
Ik ben een spreekwoord van 33 letters.
13 14 15 16 17 is een lichamelijk gebrek,
25 2C 27 is een lichaamsdeel.
13 10 5 en 10 11 22 33 gebruiken de vis-
.-i-hcrs.
3 29 16 9 is een viervoetig dier.
23 12 7 7 31 is een vogel.
13 4 11 24 is een lichaamsdeel.
30 23 35 22 8 is een getal.
32 20 21 vindt men in oude gebouwen.
1 2 is een voorzetsel.
6 7 8 9 is geen water.
2. (Ingez. door Gems.)
Ik ben ecu stad in N. Holland van 2
lettergrepen; verander mijn 2de letter
greep en ik blijf een plaats in N. Holland.
3. .(Ingez. door DuïmcSieoje.)
Mijn geheel bestaai uil 20 letters en ls
iets. waar veel oude Rubriekertjes erg
naar verlengen.
19 1 vindt haast ieder prettig.
4 2 5 14 is een meisjesnaam.
15 8 18 10 is een meisjesnaam.
5 6 14 17 16 is nog minder dan weinig.
13 11 9 vindt men aan 't water.
20 11 12 is een. kleed imgstuk.
7 8 18 is een jongensnaam.
4. (Ingez. door Zecroover.)
Ik ben een ander woord voor tuinman
n besta uit 8 letters.
3 6 4 3 is een getal.
Van 3 7 4 5 wordt turf gemaakt.
Een 1 2 7 5 is een vogel.
5. (Ingez. door Woelwater.)
Ik ben een spreekwoord van 25 letters.
13 14 17 23 16 is een meisjesnaam.
6 20 21 is aan ieder huis.
9 3 21 leeft in den grond.
25 2 4 is een hondensoort.
7 8 9 is een familielid.
22 3 21 komt van het schaap.
1 5 11 is een vogel.
10 12 13 is een meisjesnaam.
15 19 21 25 is Onmisbaar.
24 20 21 is een meisjesnaam.
6. (Imgez. door Tuinman.)
Mijn 1ste is niet gierig, mijn 2de is
schrijfmateriaal. Mijn geheel ie een
plaats in Limburg.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen dor vorige week
zijn:
1. Bering.
2. Beter een vogel In de hand, dan tien
in de lucht.
3. Borkuro, Gorkum, Workum.
4. Vlissingen,
5. Alcohol.
6. Nier, mier.
Goede oplossingen ontvangen van:
Lentebode 6 Neeilandia 6 Sneeuwbal
letje 6 Boschwachter 6 De kleine Spoor-
inan 6 Laatste Kwartier 6 Heidebloempje
Anemoon 5 Zefira 5 Bohangertje 5
Poesje 5 Juffertje Onrust 6 Theeroosje 5.
iuweling is: HENDRIKA WE8SE-
LING, oud 13 jaar, v. Oorschotstraat 6.
lste nieuweling in de maand Augustus.
De 10de nieuweling van iedere maand
ontvangt als welkom een boek in pracht
band.
Wedstrijd No. IV.
Op verzoek van velen zal de 4de wed
strijd een opstellen-wedstrijd worden.
Ik zal 4 onderwerpen opgeven, waaruit
jullie mogen kiezen.
lo. Wat er in Artis t« zien is.
2o. Een schoolreisje.
3o. De prettigste dag van mijn vacantie.
4o. Mijn laatste schooldag.
De grootte van het opstel laat ik 23n je
;lf over. Een klein opstel kan soms wel
en heel goed opstel zijn. Ik wil daarmee
zeggen, dat het- volstrekt niet mooöig is
vellen vol te schrijven om voor een
prijs in aanmerking te komen.
Onder het opstel moeten naam of
sohuihiaam en leeftijd slaan. De 3 beste
opstellen worden beloond met een boek tn
prachtband cn krijgen een plaatsje in de
Rubriek.
Met het oog daarop is het wenschelijk
dat het papier maar aan één zijde be
schreven wordt. Slordig en niet ondertee
kend werk wordt terzijde gelegd.
Alle inzendingen moeten vóór 1 'Sep
tem-ber in mijn bezit zijn.
Mevr. W. BLOMBERGZEEMAN,
p/a. Mej. D. VOERMAN.
Rijksstraatweg 5, De Steeg.
4 Aug. 1923,
HIJ HAD DORST.
Meneer Meyer: „Hier krijgt mem bij elk
glas hier een ansichtkaart 1 Bedenk jo
toch eens, vrouw, aan wie we nog enkele
kaarten zouden kunnen zenden."
Zij: Als wij getrouwd zijn zal ik al jo
zorgen en verdriet deelen
Hij: Maar die heb ik nietl
Zij: Ik zei ook: als wij getrouwd zijnf
De effsctenroof In de hal van
de Centrum-bank.
door
SIMON MOS.
De inspecteur der recherche Herman
Watmans was ontboden bij zijn chef,
den commissaris van politie in 'de
derde sectie.
Aldaar werd hem opgedragen te
trachten licht te vinden in een bij uit
stek duistere zaak: het berooven van
een kassier of wissc-lloope'r, tijdens
zijn verblijf in de hal vin de Centrum-
bank. Terwijl de kassi-.r. Dirk Witte-
man, op een bank in hal zat te
wachten op zijn beurt om aan het, lo
ket te komen, had hij de city-bag,
waarin de af te leveren drie. millioen
aan effecten, benevens een paar dui
zend gulden, bestemd voor een ander
kantoor, naast zich neergezet, en de
tasch geen oogenblik uit het oog ver
loren. Er was dan ook, volgens den
heer Wïtteman, absoluut niets gebeurd
maar toen hij aan de beurt zijnde,
voor het loket de city-bag opende, ten
einde de effecten tegen re$u af te le-
veren, bleek de tasch niets van waar
de meer te bevatten en de inhoud al
leen te bestaan uit oude couranten.
Tot zoover de feiten.
De kassier, een oud vertrouwd per
soon, die reeds jaren alleen belast was
met het afhalen en bezorgen van
groote bedragen bij diverse bankin
stellingen, stond, perplex te kijken
ïaar dien ongewonen inhoud. Hij kon
aanvankelijk geen -woord uitbrengen.
Zoo iels was hem in zijn lange loop
baan als vertrouwensman nog nooit
overkomen. En hij kon ook later geen
enkele inlichting verschaffen omtrent
do vermoedelijke ontvreemding. Ziin
ouderdom, die hem tot heden geen
enkel moment verhinderd had nog
altijd met de meeste activiteit op te
treden, séheen hem plots parten te
spelen; hij leek geheel suf te zijn ge
worden. Maar 'de bank, waarbij hij
als employé werkzaam was, kou zich
daar niet bij neer leggen. Het had er
den schijn van, oordeelde zij, of de
kassier niet alles wilde meedeelen, wat
licht in deze sombere zaak zou Jitmnen
verspreiden, ja, zij liet gedurende
het onderzoek der politie bedektelijk
doorschemeren hem niet geheel on
schuldig te achten .Hij was dan ook
voorloopig geschorst in z'n betrekking,
in afwachting van zijn ontslag.
Er lieerschte in het gezin van Wit-
teman, zooals begrijpelijk was, een
algeheele verslagenheid, toen inspec
teur Watmans zich aldaar vervoegde
om inlichtingen. Moeder en 'dochter
aren geheel terneergeslagen, lienny
hield, als eenig kind, zielsveel van
haar vader en weende onophoudelijk,
nu ze hem daar zoo gebroken in een
stoel zag zitten. Maar in vol vertrou
wen en niet geheel zonder hoop, gaf
zij den inspecteur alle inlichtingen,
welke zij meende, hij noodig kon heb
ben.
En de heer Herman Watmans, een
jong inspecteur en nog kort bij de re-
cherge geplaatst, had met bijzondere
sympathie deze affaire aangepakt,
vooral nu de aardige Ileuny daaraan
zooveel gelegen was. Al zou het alleen:
zijn geweest om haar genoegen te doen
zou hij met buitengewone voorliefde
deze ingewikkelde zaak hebben uitge
zocht, maar ook zijn reputatie als
speurder zou er door gevestigd wor
den. Tot in de kleinste details liet hij
zich dus de ontvreemding verklaren;
en door den heer Witteman op zijn ge
mak te stellen, verhelderde langza
merhand zijn geest weer zoo, dat hij
althans voldoende inlichtingen kon
verstrekken.
Hetgeen hij vertelde kwam op het
volgende neer:
De city-bag was een tasch van de
bank waarbij hij werkzaam was. Hij
was als steeds, per rijtuig aan de
Centuur-bank gearriveerd. Onderweg
was er dus niets gebeurd. In de hal
had rechts naast hem op de bank de
city-bag gestaan. Na hem was daar
komen zitten een dame, en daar naast
een heer. Even had hij zich gebukt
om een papiertje op te rapen, dat
vóór hem op den vloer lag, cn waar
op de juffrouw naaist hem, hem at
tent maakte, meeneude dat dit door
hem was verloren. Doch in dien korten
tijd kon onmogelijk het geld uit de
city-bag zijn genomen, beweerde hij.
Maar wèl de tasch verwisseld, meende
de inspecteur, door hulp van de dame
Feuilleton
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
11)
„Lk weet het heel zeker", viel het
meisje hem in de rede. „Anthony
Dartnell was de naam dien hij mij
opgaf! Maar waarom schrikt u. zoo
van dien naam, vader?"
„Ik schrik er niet van". Do han
delaar lachte hard teen hij dien leu
gen uitsprak. „Ik ken wel een ande
ren man, die van dien naam schrik
ken zal'
Zonder een woord meer te zeggen
draaide liij zich 0111 en liep regelrecht
naar zijn hut. Daar viel hij op een
stoel neer en bleef met een somber ge
zicht vcor zicii uitstaren.
„liet kan eemoudig niet', mom
pelde hij. „Het is gewoon onmogelijk.
Er zit een of ander geheim achter en
do zendeling wget wat hel is. Ik inoct
bet ook weten lk zal er achter ko-
Hïj bleef daar een heelen tijd zit
ten in gedachten verdiept, steeds plan
nen makend, En dien avond, toen de
zalen en het dek verlaten waren, ging
lxij zijn hut uit en liep stil en vlug
naar een hut, waar, zooals hij van
een hofmeester gehoord had, Vader
Henry sliep. Do deur stond aan en er
scheen een straal licht in de half
donkere gang. Toen hij het licht zag
aarzelde Salnovo even; toen liep hij
door en tikte zacht op de deur.
Er kwam geen antwoord en na een
oogenblik duwde hij de deur verder
open en keek naar binnen. Vader
Henry zat aan een klein tafeltje. Er
lagen papieren op, en het hoofd van
den zendeling Jag er bovenop. Zijn
handen rustten ook op de papieren
en vlak bij zijn rechterhand lag een
pen. Hij sliep vast, en blijkbaar was
bij door slaap overmand, terwijl hij
j zat te schrijven.
Salnovo sloop naar binnen, duwde
de deur dicht, nam een grooten slan
en boog zich over den schouder van
den elapendeu man. De handen cn
het hoofd van Vader Henry lagen op
de papieren, zoodat het meerende,:l
van wat cr on geschreven stond, voor
de nieuwsgierige blikken van den
handelaar verborgen bleef. Maar wat
hij zag bóezemdp hem blijkbaar vee!
belang- in, want in zijn pogingen om
er iels van to lezen hoog hij zijn
hoofd gevaarlijk dicht naar dat van
den slaper toe. Er was een papier
waarvan niet veel meer dan een hoek
je zichtbaar was, ma3r dat ongetwij
feld een huwelijksacte moest zijn. De
namen Waren onzichtbaar door den
arm en hand van den ouden man, en
Salnovo, die brandde van verlangen
om ze te lezen, stak zijn hand uit,,
en probeerde voorzichtig om het pa
pier naar zich toe te trekken. Maar
terwijl hij dit deed bewoog de slapen
de man zich en zijn rechterarm raak
te den arm van Salnovo aan. Deze
liep geruischloos terug naar. het
knopje van het electrisch licht hij de
deur van de hut. Langzaam hief de
zendeling zijn hoofd' op, en onmiddel
lijk draaide Salnovo het licht uit.
deed dé deur open en vluchtte naar
ziin eigen hut.
Toen hij daar was, stak hij een si
garet aan en bleef een heelen tijd in
donker zitten luisteren of hij ook be-
weging in de gang hoorde. Zijn waak
zaamheid bleek overbodig te zijn en
eindelijk draaide hij het licht aan.
Stijn oogen schitterden, heftige ont
roering stond op zijn gelaat te lezen.
Iiij stak zijn hand in zijn binnenzak,
haalde de portefeuille er uit die h>i
uit de brandkast te Maloba gehaald
had op den aTvoni, toen Vader Henry
hem had beschuldigd van medeplich
tigheid aan den moord op den En-
gclsc.hman. Uit de portefeuille nam
lvij de enveloppe die hij bij die gele
genheid ook had hekeken en mompel
de toen bij zichzelf.
„Dartnell, Devonshire. Het is pre
cies hetzelfde. Ik moet die papieren
van Vader Henry- zien te krijgen. Mis
schien zullen die me nog rijker ma
ken dan ik al gehoopt had Ik zou
ze daar net wel hebben kunnen mee-
len, maar dat zou hij toch ontdekt
hebben. Hij zou mij- verdacht heb
ben. Maar als we van de boot af
gaan I-Iij zweeg en lachte zacht
jes bij zichzelf. „Dat zal het beste
zijn. Ja, dat zal het beste zijn!"
HOOFDSTUK IX.
Een dramatische ont
moeting.
,,.Te ziet er uitstekend uit, neef
Anthony".
Helen Raymond glimlachte, toen ze
Anthony Dartnell begroette, die van
een rit te yaord thuis kwam.
„Noemt 11 hem zoo?" riep Penning-
ton uit.
..Ik noem hem zooals hij zichzelf
noemt fin als een gelijkenis iets zegt.
heeft hij ongetwijfeld recht op den
naam".
,.Tk voel me ook best. Helen!"
Het meisje glimlachte 'weer: „En
ben je niet verdwaald?"
„Neen", antwoordde het jouge-
mensch lachend. „Ik ben niet ver
dwaald, want ik kon voortdurend de
Priory zien".
Helen Raymond lachte ook. Ze
mocht dezen man, wiens leven ze ge
red had, graag en het was opvallend
zooveel intiemer als ze de laatste da
gen met elkaar geworden waren.
„Het moet doch wel heel vreemd
zijn", zei het meisje peinzend, „om
rond te*loopen in een wereld die vol
komen nieuw is geen verleden te
hebben en zich alleen nog maar nieu
we dingen te herinneren".
„Het heeft z'n uadeelen", ant
woordde Dartnell, „maar ik voor mij
geloof dat ik nie alles wel weer her
inneren zal. Den laatsten tijd heb ik
een paar maal gedroomd
„Van vroeger?" vroeg heb meisje
vlug.
„Dat geloof ik wel", was het ant
woord. „Er kwamen menschen met
een donkere huid in mijn droomen
voor, er was ook een zendeling, die
me zegende, en een meisje met een
bleek gezicht, waarvan ik me den
naam niet kon herinneren toen ik
haar wilde aanspreken".
,.0, Anthony, je gaat al vooruit",
lachte Helen. „Als jo geheugen terug
komt zul je je misschien •herinneren
dat. je een vrouw, en misschien zejfs
wel kinderen heht".
Anthony Dartnell schudde het
hoofd. „Neen, neen!" riep hij uit.
„Dat lijkt me niet waarschijnlijk, cn
ik hoop van harte dal het niet zoo
zal zijn".
llij zei deze laatste woorden zóó
heftig dat het meisje er van schrok,
en zo zag in zijn oogen een blik zoo
vol bewondering voor baar, dat ze er
van bloosde. Ze hield op met spotten
en werd volkomen ernstig.
„E11 was er nog wat anders in je
droomen, Anthony?"
„Ja", antwoordde hij langzaam,
„er was nog iets anders, iets dat ik
ine met alle gewold trachtte te her
inneren, iets dat ik doen moest, maar
dat me voortdurend weer ontsnapte.
I-Iet was tergend. Ik voelde voortdu
rend dat ik er bijna aan toe was,
maar het gebeui-de nooit".
Helen knikte. „Dat is altijd zoó
met droomen, ze zijn bijna altijd ter
gend. Maar heb je Dr. Waldrond vuu
die droomen verteld? Ze lijken in ij
nogal belangrijk".
„Ja, ik heb het hem verteld. Hij is
erg in zijn schik, want hij is ervan
overtuigd dat mijn slapende geheu
gen langzamerhand weer terug komt
en dut de resultaten v$u den schok
verdwijnen".
Jlclou keek hem peinzend aan. „Hoe
zal liet er voor jou en vuor ons
allemaal uitzien, als je je geheugen
terug krijgt?"
„Dat weet ik niet maar voor jou
zal het geen verschil maken", zei hij.
„Weet je dat zeker?" vroeg ze, ter-