Gouë Jaap Letteren ei Kunst ttenouw Boschboom had geétf handen' genoeg om al die uitgestoken handen ie drukken. „Wai heeft u licit o? den hals ge haald." sprak notaris Huysc-r hoofd schuddend. ,;Eea groote dosis levensvreugde en le vensgenot,was het vrooiijke antwoord. ..Maar waar is Sientje „Natuurlijk bij Aai," riepen de jon- geus. Daar stak Sientje juist haar glunder ge zicht om den hoek der kamerdeur. „Welkom hier, Sten. Meid, wat doet do Haarlcinsche lucht je goed," sprak „Ze zit nergens liever dan in dan Hout," spotte Gerard. „Daar is 't wat fijn bij de muziek," ver volgde Flip die 't alleen maar van hooren zeggen had, maar natuurlijk zijn vriend moest- bijvallen. Mevrouw Boschboom stoeide met de blonde, stevige baby. „Een schatje, niet waar mevrouw?" vroeg Sien. „Je moet onze Gcrda eieai," poohto n Aal,,* dio zich eerst bescheiden op de. achtergrond gehouden had. „Ons kindje is veel fijner en teerder, beweerde mevrouw Boschboom. Aal trok met een boos gezicht naar de keuken. (Wordt vervolgd.) Brievenbus Brieven a.ta ze Redactie van do Kin derafdeelicg moeten gezonden worder aan Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, VOSJE. Deed e genoegen ook 3 hooren. Is het Haagsche vriendinnetje gearriveerd I Dan gaan jullie er zeker alle dagen heerlijk op u:t. Gefeliciteerd met je overgang naar de M. D. L. O. Ja, nu zal wel een tijd van werken en siudeeren voor je worden. Maar eonder moeite kom: men er niet. Is de wandeling naar Kraantje Lek nog doorgegaan. Voed je de omgeving iniet heel mooi? WILLEM v. d. L. Zoo, hen jij weer op honk En ik begreep wel ui: je schrij ven, dat je heel wat genoten hebt. Zijn de anderen ook -voldaan over hun uit stapje? Ben je met moed weer aan "t werk gegaan Na zoo'n rusttijd valt het ir. 't begin vaak wai zwaar. Zet er maar dapper je schouders onder. LAATSTE KWAST IER. Het weer is hier zich i schen kan. Jij hebt net maar gezellig hij tante. BUji je er de vaeanhe uit? 't Was zeker wel een aardig dagje, toen vader ea moeder je kwamen opzoeken. En hoe was het op de bruiloft van de grootouders? 5ö jaar getrouwd, wai een -.ijd 1 THEEROOS. Gelukkig maar. dat die nare kiespijn weer geleden is. Zijn de ge droogde bloemen goed uitgevallen? Ben je nog aan wedstrijd 4 begonnen I .Te moet maar zoo denken: Wie niet waagt, wie ANGELIQUE S- Je bent hartelijk welkom als nieuw Eubriekertje. Wat je schuilnaam betreft, kies zelf maar tu's schen Tuinierster en Vionwke. Is veel aardiger, als je zeif een naam kiest, dan wanneer ik het voor je doe. Heb je al een onderwerp uit wedstrijd IV uitgeko zen? Ga je im Haarlem op school of in Zand voort f Hoe is het met den gewonden vinger.' Wat scheelde er aan? M. C. S. Hartelijk dank voor dat leuke strandgezicht van Wijk aam Zee. 'LENTEBODE en SNEEUWBALLETJE. Ook aan jullie mijn -vriendelijke dank voor je kaart vaai de Enkhuizerboot. Zijn jullie nog eeeziek geweest? En hoe be valt het je in 't vrije land der Friezen Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, p/a.: Mejuffrouw VOERMAN, Rijksstraatweg 5, De Steeg. 11 Augustus 1923. Tot den Haag toe h'ad ik alleen ge reisd. Daar stapte echter op het laat ste nippertje nog een robuste oude man in. Goedendag, groette hij min of meer joviaal. De man zag er zoo gezellig uit, dat ik besloot het er op te wagen en hem teruggroette. Slecht weer, zei hij toen. Ja, mooi is het niet, antwoordde ik. Handig en genoeglijk opende hij nu een gesprek over ieze aangelegenheid, en met belangstelling luisterde ik. Sommige heden veilden gesprekken over het weer banaal. Ik niet. Ze zijn goed en vredig. Gesprekken over kunst, politiek, wijsbegeerte hebben het menschdom al sincis eeuwen tot .vijandschap, doodslag, zenuwkoort sen en velerhande klinieken gevoerd. Gesprekken over het weer zijn de ge moedsrust en de wereldvrede en de ge zondheid zelve...... Ze dienen echter gewoonlijk slechte als inleiding tot andere, en zooge naamd veeizijdiger conversatie. Dit was ook het geval met mijn plezanten overbuurman. Van het weer daalde hij naar de duurte der levensmiddelen, de verschrikking der belastingen, en zoo kwam hij allengs terecht op ouze he* dendaagsche zedqn, in vergelijking met die onzer ouders en grootouders. Als oudere mensclieri zulk een ver gelijking ter sprake brengen, valt zij steeds in het- voordeel van ons voorgeslacht uit. Ik bereidde er mij dus op voor, het thans levende ge slacht door mijn reismakker t-ot in het weerzinwekkende te liooreu kleinee- ren als hoovaardig, lichtzinnig, ver- spil2uehtig en erger, waartegen onze voorvaderen en moeders dan als vlek keloos reine zielen zouden afsteken. En ik was niet weinig verbaasd, toen ik mijn overbuur hoorde verklaren, dat liet in zijn jeugd nu ook niet zoo'n algemeene braafheid geweest was als sommige bejaards lieden bet wilden doen voorkomen. Ik stond ervan te kijken- Zoo'n renegaat. Die man had nu ook geen korrel korpsgeest, om zoo opzienbarend zijn eigen tijdgenoo- ten te gaan afkammen. Do gezellig* aard knipoogde eens, als had hij mijn overdenkingen begrepen, beproefd, en geschikt bevonden om er den draak moe te stelcun. Vieux jeu, sprak'hij, vieux jeu, mijn beste mijnheer; mijn vader zaliger sneed tegen mij al net zoo goed op over den tijd van zijn jeugd. Dat is altijd zoo geweest, en ïuet de beste bedoelingen gedaan, maar je moet het allemaal met gelooven. Toen ik een jongen was, had je evengoed lichtzinnige raenschen als tegenwoor dig-. Bent u bekend in.... (hij noemde een dorp in den omtrek.) Ilc antwoordde ontkennend. Nu, dan zult u ook de geschie denis van Jaap, gouc Jaap met ken- Dat was me anders iets, voegde hij erbij met een leutig knipoog, wat zoo veel beduidde als dat hij klaar lag om van wal te steken. Eén woord van mij was voldoende om hem te doen beslui ten. En mijn genoeglijke reiskame raad begon te verhalen Jaap was schippersknecht. Maar niet een van de keurige, propere soort zooais je er tegenwoordig aantreft menschen, die, als ze passagieren, met hun blauw serge pakuen en sportpet- ten voor den fijnsten mijnheer niet onder doen. Nee, iuj was iiet soort, zooals je vroeger aantrof, die waar ze ook gaan een doordringende lucht van teer en zeildoek meebrengen, en een half ons Oldenkott tegelijk m den mond steken. Kerels, die broeken dra,- gen, vanonder zoo w ijd dat ze wappe ren op hun schoenen en je naar vos ten compleet zot-ken moetkerels in hardblauwe boezeroenen en met stug ge zwarte flambards opin één woord onvervalschtc schippersknechts met- al hun ap- en dependenties. Hij verdiende een weekloon van .:ji gul den en als het bar druk. was kwam er vijf en veertig cents voor overwerk bij. Hij had nooit meer verdiend, wel jarenlang minder, maar hij had toch kans gezien, daarvan een vrouw cn een heel husje kinderen te onderhou den, en behalve dat zoowaar ook nog in de staatsloterij te spelen- En tame lijk grof ook! Hij was begonnen met twintigjes. Later tientjes. En toen hij er jarenlang met eigen' geld of kleine prijsjes was uitgekomen, had hij den moed een heel lot te nemen. Daar had de man alles op gezet. Daar leefde hij voor. De gedachte aan de kans, dat hij nog eens een fiksthen prijs zou trekken, bezielde hem, zoo te zeggen, bij zijn zware dagtaak, cn gaf hem op oorhand al een. soort van bedekte lioo .aardigheid tegenover zijn baas en andere menschen die zich b'cter dan hij konden roeren. Op een ochtend, clat hij aan het laden was en a'door •an den wal groote zakken steenkool aan boord sjouwde, zag hij ineens zijn vrouw naar do wallekanb rennen. Jaap, Jaap, schreeuwde ze of'ze be zeten was en ze zwaaide mefr haav ar men van. geweld. Toen, hij* opkeek- schreeuwde ze koortsig: ,",Gooi weg dio zak! Gooi weg! We bennen rijk. We hebben de honderduizend:'' Als ik zeg dat Jaap oen beroerte van blijdschap kreeg, dan lieg ik. Maar als ik zeg dat hij géén beroerte kreeg, dan lieg ik ook. Want de schipper, die het bijwoonde, vertelde dat Jaaps bee- nen een paar seconden lang onder hem heen en weer golfden, en den zak steen kolen op zijn nek een soort bibbera- tie kreeg. Maar dat was alles. Hij heeft dus mogelijk een korte attaque van. een beroerte gehad, een soort- instantané, om -zoo te spreken. Toen smeet hij den zak steenkolen neer of het een vod zonder waarde was. loog tegen zijn vrouw dat hij er geen let ter van geloofde, was echter binnen een seconde overtuigd, danste als een malloot met zijn vrouw op de keien, maakte een langen neus tegen zijn baas cn ging op een holletje naar huis. Met zijn vrouw samen ging hij in de stad het geld halen en met die par tij lapjes in zijn zak voelde hij zich ra.-.r te moede. Hij vertrouwde geen een voorbijganger hij verbeelde ztèh, dat ze allemaal naar zijn borstzak keken, waar de portefeuille met- geld zat. Voor ik-weet niet-wat had hij zijn jas Dog niet losgeknoopt Hoorde hij ie mand achter hem pralen, dan schrok hij, en ging langzamer loopen om hém voorbij te laten dan kon hij hem ten minste i:i de gaten houden. Kort en goed, de kerel voelde zich met al dat geld bij zich verre van op zijn gemak tusschen al die...... „armoedzaaiers," zooals hij ze noemde, cn alleen het zien van een politieagent hier en daar gaf hem wat rust. Maar toen hij een kof fiehuis was binnengegaan en zichzelf en zijn vrouw w at had verkwikt, kreeg hij meer moed. .lij gingen naar een grooten kleerwinkel cn lieten zich daar allebei in bet pak steken. Bij het betalen gaf hij den kassier tien gul den fooi. De man schrok, maar be dankte fluisterend. Ook werden er mooie schoenen gekocht, hoeden, en hoewel er geen vuiltje aan de lucht was, ook voor elk een paraplue. Daar na namen zo een rijtuigje, en lieten zich naar een restaurant brengen naar een groot en schitterend restau rant, want met de kleeren hadden ze ook den durf aangetrokken, zeg maar. Zo aten twee diners, van de duurste natuurlijk cn knapten een fleschje, Do vingerkommen,die na een vischgo- recht werden neergezet, dronken ze leeg, want visch moest zwemmen meende Jaap. Zo sneden een wasfi guur van een keurig opgemaakt on schotel aan, denkend dat het eetbaar was, slikten elk een paar dozijn sleep- nsperges door met huid 011 haar, en lieten zich, slaperig van voldaanhoid, naar een heel duur hotel brengen, waar ze op de bovenste verdieping een kamer kregen wat -Jaap wel beviel, want hij lv«d altijd een hekel aan bo venburen gehad, en trouwens, het kon hem ook niet hoog cn voornaam gc- den eersten roes 7.00 royaal toe ging Nee, hoor, het is altijd zoo ge weest, dag in dag uit. Verhuizen de den ze nietzc bleven hun kleine wo ninkje aanhoudenze waren zolf toch zelden thuis. Op de enkele dagen dat ze er waren, kwamen de fijnste diners van den kok. De kinderen, die alle maal getrouwd waren, trokken met hun kudden kinderen naar de vetpotten van vader Jaap, goue Jaap, zooals men hem nu noemde. Ze konden daar voor vaders rekening net 2ooveel eten en drinken besteilen als hun inviel, 011 er stond altijd een spoelkom vol gul dens en rijksdaalders op ds kast, waar uit de bezoekers bij het afscheid een greep mochten doen. De echt-geaooteii aten en dronken, snoepten en knabbelden den heeleu dag. Als ze niet aten en dronken, za- ren ze in een bakje, onderweg naar de stad of dik cn voldaan op de huisreis. Slapen deden ze weinig, want daar kon de grootste armoedzaaier zich ook wel mee amuseereu, zei Jaap. Het gebruik te linnengoed werd niet gevrassehen, maar weggesmeten. Ec 1 japon, waar van de stootkant was iosgetrapt, of een jas, die een knoop kwijt was, werd opgeruimd- Het was een roes, mijn heer, een complete roes, die jaren duurde. En nog niet eens zoo heel veel jaren. En toen de roes uit kwam Jaap tot zichzelven op zijn vroe gere schuit. En alles verder was ook hetzelfde De baas, dis hem uit goed hartigheid weer had aangenomen, toen hij hem op een dag met nauwe lijks Idem-en aan zijn lijf aantrof de schuit, waarop hij vyeer sjouwde met laden en lossen alsof hij nooit 's levens vreugdebeker en de vingerkommen ge ledige! had tot op den bodemhet weekgeld, dat weer vijf gulden was en vijftig cent voor overwerk op druk ke tijden-En weer zag de verdui velde kerel kans, daarvan in de lote rij te sjieTen. Maar nn'oit heeft hij meer orijzeh van beteekenis gewonnen, en toen hij, ourlér gewórden, eindelijk beelemaal niet meer werken kon, was er, zoo te zeggen, niemand meer onder al dio kinderen, behuvvdkinderen, kindskinderen en vrinden, die zich bij de grootsüo -herseninspanning ook nog maar iets van de reuze maaltijden en van den spoelkom met rijksdaalders kon herinne'ren. Om kort te gaaiili ij is nog van de armen begraven, die zelfde Gouc Jaap. JOB STEYNEN. Ssof! ea ïïedsïrüSen LUCHTVAART NIEUWS. DE VLIEGTOCHT DER HOLLAN DERS NAAR G0THEN3URG. Een der deelnemers aan den vlieg tocht der Hollanders naar Gothenburg does aan de Telegraaf het volgende erhaal van dezen tocht: Vrijdagmorgen om S uur begonnen we onze reis in Soesterberg. Zooals ie doen gebruikelijk is, was alles wat iets met vliegerij te maken heett. aan wezig om ons te zien vetrekken- Lang heeft men ons beslist niet kunnen vol gen, want de wolken hingen zeer laag. Een drietal onzer collega's doen ons in de lucht uitgeleide. Eén zie ik bij Apeldoorn rechtsomkeert maken, den volgenden wuif ik goeden dag Doven Deventer, de derde houdt vol tot bij de Duitsche grens, dan zijn we einde lijk „onder ons" en voor het eerst steekc een Hollandsclie militaire es cadrille haai neus boven de grenzen van het dierbare vaderland. Het weer wordt iets beter, we behoeven nu niet meer op 100 meter té vliegen. Na een beetje geharrewar, omdat de éen iets meer Zuid wil houd.en en de ander denkt dat we meer Noord moeten, hebben we toch snel den goeden koers le pakken en bereiken recht oyer Bre men Hamburg, waar op het viiegveld bij Fuhlsüttel lïchtkogels worden af geschoten om onze aandacht te trek ken. We landen daar om half elf, wor den zeer vriendelijk ontvangen en hef tig benijd door Duitsche piloten, die geen toestellen en geen brandstoffen machtig kunnen worden. Benzine en olie worden bijgevuld, alsmede onze magen. Dit laatste kost ons eeu hand vol groot- bankpapier. Na een harte lijk afscheid zetten we koers naar de Dcensche eilanden. Een belangrijk verschilhot Deensche landschap en het Duitsche. Naar het Duitsche kijk jo al gauw niet meer, het is min of tueer groezelig, het Deensche daaren tegen is één en al opgewektheidgroo- boerderijen met heldere roode daken on onderstukken in aie.-'ei kleur, uit gestrekte wei- en bouwlanden alles geeft een indruk van levendigheid en Lrischheid- Het land ziet er uit, zoo- als het yolk is. Joviaal, gezellig, vriendelijk. Na 1 1/2 uur komt Kopenhagen in zicht on wij sluiten aan om boven de stad te munouvreeren. We zien de menschen blijven staan in de straten. Kopenhagen is een pracht-stad om te zien uit de luchtruim, groot, veel bosch, veel parken. Tivoli trekt direct jo aandacht. Dan landen we op het militaire vliegterrein op Amager dat prachtig gelegen is aan de Sont. aan den zelfkant van de stad. Wij springen uit onze toestellen, blij dat we de eer ste étappe achter den rug hebben en worden door Deensche vliegerofficie- reu afwisselend in de drie moderne ta len begroet. Werkelijk een bijzonder hartelijke ontvangst- Ik vraag zoo langs mijn neus weg, waaraan we die bijzonder hartelijkheid eigenlijk te danken hebben en dan krijg ik ten ant woord, dat de Hollanders eens (het moet geweest zijn in 1600 en zooveel) de Denen hebben geholpen tegen de Zweden en sindsdien kunnen wij Hol landers bij de Denen geen kwaad meer doen. Dan komen ook de secretarissen van den gezant en van den consul-gene raal c-ns verwelkomen, alsmede vele leden van de pers. Den volgenden morgen voor ons vertrek vinden dan ook uitgebreide verslager, in alle kranten met ouze portretten. De bla den schijnen zeer opgetogen over cn ons eseadriüevliegen voor zoi ik het kan vertalen, Fees ik o.s. in écn blad, dat onze evoluties zoo juist en zeker waren, alsof we waren „de vijf vingers van een hand''. Den volgenden ochtend om kwart na twaalf starten we in een halven storm met regenbuien. Maar overigens was het helder en goed zicht, zoodat we rustig door konden gaan. Nauwelijks zijn we echter bij Helsingfors overge stoken 01 we worden door de bewol king al lager en lager gedrukt. Van teruggaan was geen sprake meer cn terreinen om te landen vindt je niet. Hoe noordelijker we komen, hoe la ger de wolken en hoe rotsachtiger en ongelijker het terrein. Ilct meest fu neste was, dat de kale rotsen hier overal plotseling uit de wei oprijzen, zoodat je nooit weet, wanneer je zoo'n brok steen, dat half in den mist ligt, voor je neus krijgt. We volgen de lust tot Kun^sbacka op ongeveer 29 K.M. van Gothenburg welke kust een prachtig gezicht oplevert met zija iele diepe insnijdingen dan gaan we meer landwaarts om door het dal van •Lindome Gothenburg-te bereiken, Dit was het kwaadste van alles. Met zijn vjjfen in een nauw dal, met steile rots wanden cn wolken op 50 M. of minder geen van ons 'had wat je noemt „een droge draad." En wat het ergste was, we mochten elkaar niet loslaten, v,aiit maar één van ons had een kaart, en zonder kaart had ieder van ons een prachtkans om glansrijk t". vei dwalen. Gelukkig gaat allees goed en zitten we plotseling boven de stad Gothenburg, waar vooral de tentoonstellingsgebou wen de aandacht trekken. Voel gele genheid om deze onderweg te bewon deren hebben we niet, want in plaats •an tusschen de rotsen zitten we nu tusschen de torens en -s uitkijken de boodschap. Maar wij zijn bij ons doel en dat geeft verlichting. Van Gothen burg naar het vliegterrein Toi'slanda een quaestie van nog een p-iar mi- uten volhouden en dan landen we alle ijf, als de eerste vreemdelingen, die aankomen, tot groote verbazing van de Zweden, die ons geenszins vei wacht hadden met dat weer. Drickei. OVERZICHT. De Haarlem speiers zijn er dan in ge slaagd om de Amsterdammers met een nederlaag naai- huis te starenin derdaad een iraaie prestatie, die ech ter vrijwel uitsluitend te danken is sn het eminente spel van den vete- tan Bert- Healy. Zoowel mot het bat Is met den bal deed hij prima werk, scoorde n.i. 5ö runs en ruimde 9 Am- -rdainsehe wickets op voor slechts 49 runs. De reserve-teams onzer Haarlem- 6che vereeniging, wisten beide uit twee wedstrijden twee punten te be machtigen. Zoo verloor Haarlem op besliste wijze de belangrijke ontmoe ting tegen V.V.V. 2 waardoor deze DUITSCHE TOESTANDEN. OïDètffA* Het slatparkthcatci' te Steglitz, een Voorstadje van Berlijn, negeert liet „v.kl- je papier", dot Mark heet, en vraagt voor de billijkstc plaats2 eieren, terwijl een stalles-plaats 1 pond boter kost. Voorloopig mag het nog ia Mar ken worden betaald (naar den dagprijs, die voor eieren 15.00Q Mark per stuk co voor boter 300I000 Marlt per pond be draagt), maar de directie behoudt zich het recht voor, zich weldra uitsluitend „in natura" te laten betalen. laatste vereeniging beslag legde op de eerste plaats in Afd, B-, en won Zon dag gemakkelijk van A.C.C. Itood en Vit daarentegen won Za terdag tc-gen V.R.A. 2 en verloor den volgenden dag, dank zij verschillende foutieve Bcheidsreclitelijke oesüssin- gen, zeer onverdiend van de Haagsche reserves. Voor a.s. Zondag zijn \veer eenige zeer belangrijke wedstrijden vastge steld- Zoo z/i! de ontmoeting V.V.V.— Rood en Wit van belang zijn voor het bezetten van de fatale laatste plaats. Het 2al dan ook aan de Kruis laan geducht spannen. Een overwinning van onze stadgenooten brengt hen voorloopig uit de gevaarlijke zóne wij vertrouwen dan ook dat dit zai gelukken, temeer nog daar de Haar- femmers aan den Spanjaardslaan heb ben bewezen de meerdere van V.V.V. te zijn. Haarlem gaat met een zeer gebro ken combinatie naar Rotterdam om V.O.C. partij te geven. Daa- vooral het gemis van Schmeink duchtig zal worden gevoeld, geven wij onzen stad genooten al heel weinig kans, het tot een overwinning te brengen- A;t do Spanjaardslaan is ve.-de- nog een aardige wedstrijd tusschen de Rood cn Wit- cn V.V.V.-reserves, ter wijl reeds a.s. Zaterdag do ontmoe ting Haarlem 2V.R.A. 2 op Schoten wordt gespeeld. De voor a-s. Zondag vastgestelde wedstrijd Haarlem 2—H. C.G. 2 is op verzoek van laatstge noemde vereeniging uitgesteld. UMPIRE. feit en Schooi ONDERWIJS AAN SCHIPPERS KINDEREN. Thans is door de Advies-commissie voor het Lager Onderwijs aan Schip perskinderen, ingesteld door het On derwijsfonds, waarin zitting hebben •ertegen w-oord igers van alle ondenvij- zersorganisaties hier te lande, rapport ,au het Bestuur van het Onderwijs fonds uitgebracht. Aan dit rapport, dat bij de regeo- ring zal worden ingediend, ontleenen ij heb volgende: In afwachting eener afdoende rege ling voor het onderwijs aan schippers kinderen in gunstiger tijdsomstandig heden, worde thans door het Rijk een Maatregel van Bestuur genomen, waarbij het onderwijs aan schippeis- kinderen met ingang van 1 Januari 1924 wordt ondergebracht bij het bui tengewoon lager onderwijs. Dit onderwijs kan zijn: a. ligplaats-onderwijs; b. onderwijs aan scholen met inter naat. Het ligplaatsonderwijs worde gege- 3U in exira-uren, in afzonderlijke klassen, verbonden aan een school voor G. L. O. of U. L. O. en in af zonderlijke scholen. Het rapport bevat een uitgewerkte- regeling voor het aantal leerlingen! in extra uren, in afzonderlijke klassen, in afzonderlijke scholen en in scholen! met internaat, evenals een regeling! "oor de leerkrachten. Het rapport behandelt verder d6 -ergoedingsregeling van het Rijk aan gemeenten of rechtspersoonlijkheid-be- zittende vereenigiugen of instellingen, welke onderwijs doan geven overeen-1 komstig do ontworpen regeling. Teneinde tot uniformiteit in liet on- lierwijs voor schipperskinderen to ko men, wordt voorgesteld, dat door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een commissie wordt ingesteld, die in overleg met den in specteur de methode en leergang vast stelt voor het aanvankelijk leesondei- wijs, het rekenonderwijs, het elemen tal! schrijfonderwijs, het onderwijs in de Nederlandsche taal en brt onder wijs inde aardrijkskunde. Bij het rapport is een uitvoerige toe lichting gevoegd. Daaruit blijkt, dat beoogd wordt onderwijs voor het varende schippers kind aan den wal op alle plaatsen, waar een kind vertoeft. Daarvoor is het noodig, dat in die plaatsen van 011s land, waar schip pers komen, doch te weinig om scho len te stichten, onderwijzers worden aangewezen om de kinderen geduren de hun verblijf in die plaatsen te on derwijzen. Opdat het onderwiis overal kan worden genoten, is uniformiteit noodig. De Commissie verklaart, dot de door haar voorgestelde regeling het mini mum is, dat, gezien den grooten ach terstand van het onderwijs voor schip perskinderen, kan worden tot stand gebracht- Met 't oog op den stand van 's lands financiSii durfde de commissie geen verdergaande voorstellen doen. NIEUWE UITGAVEN. Bij II. D. Tjeend Willink en Zoon tr Haarlem: Het Protesbantismo in Hongarije door prof. dr. G. von Anlal. I11 dit geschrift wordt een overzicht van het verleden en het hoden van het Hongaarsche Protestantisme gegeven. Bij do N.V. Boekhandel v.h. N. P. van Stockum en Zoon te den Haag: I.ord Robert Cecil's weg naar interna tionalen vrede en ontwapening. Op roep omtrent het waarborgverdrag met geschiedkundig overzicht. Bij G. B. van Goor Zonen te Gou da: J. Schrijver, Brievenboek voor iedereen. Een verzameling brieven over de meest uiteenloopende onder werpen, getuigschriften, verzoekschrif ten enz. Bij W, J. Thieme en Cie. te Zutphen: Lager Onderwijswet 1920, zooals dié is gewijzigd hij de wet van den 5den Mei 1922 en den 23 Juni 1923, benevens do voor school- en gemeentebesturen en onderwijzers belangrijkste kon. be sluiten en een tabel aanwijzende de gemeenten, die tot elke inspectie be lmoren door J. Bos, Eerste ambtenaar ten bureel© van de inspectie van liet lager onderwijs te Zutphen. Bij W. J. Thieme en Cie. te Zutphen: 3. A. Beekman, schets onzer staats regeling. Leidboek voor onderwijs-in- richtïngem Deze nieuwe druk is geheel in overeenstemming gebracht, met de Grondwetsherziening van 1922 en ve lerlei wetswijzigingen van den laatsteu tijd. Verder ontvingen wij: Gids voor Helder, uitgave van het gemeentebestuur van Ilelder, met me dewerking van de commissie voor de economische ontwikkeling van Helder en de vereeniging voor vreemdelingen verkeer „Helders Belang'-. De autobus-dienstregeliugen van per sonen- en vrachtautobussen in Noord- Holland. Een uitgave van Xoord- Hollandsch Dagblad te Alkmaar. aan de moeilijkheden die dit nu weer gaf. Vader Bantock sou 'a morgens bij haar va-Jei komen en hem vragen j... ue papieren die, daar was ze zeker van, Vader Henry toebehoorden, llij zou to laat komen, en hij zou onmo- gelijk de papieren in hanuen kunnen krijgen, voor haar vader zo gebruikt had. Daar was ze van overtuigd, want ze begreep dat de reis naar Piynioujh met die papieren in verband stond. Zo wist niet wat ze doen moest, maar voor de maaltijd was afgeloopen, haJ ze een plan gemaakt. „Ik ga nog een paar uur uit", zoi haar vauer. Heb je lust 0111 mee te gaan, Marie? We kunnen naar den een of anderen schouwburg gaan". Zo zag dadelijk dat- ze een goede kans had 01a haar plan ten uitvoer te mengen, als hij uit was, -en ze scaudde het hoofd. „Neen, lie\ er niet. Ik ga rusten". Haar vadér knikte. „Zooals je wilt. 1-Iet zal wel verstandig van je zijn oin to rusten. Wat mij betreft, ik kan Liet niet. Ik ben zoo lang in de wildernis geweest, dat de lucht van de stad me t& pakken heeft. Ik voel dat ik ergens heen moet iels meet zien of ino t deen", üii Ine ie. „Het zijn dineren dio ik vijf-cn-twintig jaar lang ge mist heb. Maar jij bent zoo niet en j:j rust liever! Ja, dat is verstandig van je". Mario antwoordde niet. Bijna 011- I geduldig wachtte ze tot hij vertrok- ken was, toen trok zo eon mantel, aan, liep vlug naar Uiet dichtstbijzijnde pjstkantoor en stuurde een telegram met betaald'antwoord aan Vader Bau- toek: „Vt'ij gaan met den nachttrein naar Plymouth. Stuur mij bericht of u van avond komen kunt". MARIE SALNOVO. Toen ze dal, gedaan had gin»: ze- naar Jiet hotel terug. Ze nam een book, maar haar gedachten dwaalden on vermijdelijk telkens weer ol' naar Va der Henry on Anthony Dartnell on de papieren, die, daar was ze zeker, "an, met allebei te maken hadden. Waar zouden de papieren zijn? Nauwelijks was die vraag b i hasr opgekomen oi haar cogeu I ogonneji al door do ka mer te dwalen. Als ze ze maar vinden kon. Als zij ze rustig kon lezen, zou zo niet, langer twijfelen. Door een plotselinge ingeving gedreven, stond ze van haar stoel op, en begon te zoe ken... j HM duurde niet lang of ze had aUe mogelijk© - plekjes, waar ze in de ho- telknmer konden zijn. doorzocht, en tenslotte hui n'-- papieren niet ge vonden. Z- draaide het licht uil on I te z ©ken. Ze voelde wet dat, wat ze deed, niet iti d:n haak was, maar -Jai kou haar niet schelen. Ze daoht al leen maar aan Vader Henrv, die ja renlang eigenlijk meer en beter voor haar had gezorgd dan haar vader aan Vader Henry e-n aan Anthony Dartnell, en zo bracht haar geweten tot zwijgen met de gedachte dat z dit terwille van hen en niet ter wille van zichzelf deed- Tevergeefs zocht za in laden en koffers cn ten slotte, bijna wanhopig, nam ze een kiene liandbasc-h op, die vol papieren bleek te zitten. „Eindelijk!" fluisterde ze bij zich zelf en stak haar hand uit naar rje papieren. Op dat oogenblik hoorde zc heel duidelijk de deur van do zitkamer open gaan en een seconde later bet ge luid van liet electrisch licht dat word opgedraaid. Zo werd doodsbang. Er was iemand in de kamer gekomen Waai'icnijnl ijk was haar vader onver wacht terug gekomen. Bang, dut, ze gesnapt zou worden, sloot, ze haastig de taatih; liep op haar toerien naar het knopje, draaide het licht uit, f-u liep toen zachtjes naar de andere deur, dia in haa;- tigen komer nil kwam. Ze cïranide nej licht aan en begon een tnsch te pakken, zooals baar va der har.r had opgedragen. Ze ver wachtte lede? oogenbli dat li': de dcir ©pen ion doen om te vcrtelbu dat hij terug was, maar toen hij dit niet deêd, hield ze na een poosje op met pakken, liep naar de verbindings- deur cn luisterde. Uit de zitkamer hoorde ze zachte geluiden, als van iemand die zich voorzichtig beweegt. Ze boord© dui delijk. een lade open en adicht gaan, en toon een half onderdrukt gekuch. Ze schrok. Dat was haar vader niet, dat wist ze heel zeker. Ze stond een oogenblik besluiteloos. Er was iemand in de zitkamer, iemand dio heen en weer liep, en blijkbaar naar iets zocht, en het was niet haar vader. Ze wist niet wat: ze doen moest en bleef be sluiteloos staan, tob ze voetstappen flloordo bij de (leur, die in haar vader's kamer uit kwam. Verschrikt draaide zo lin-jr Licht uil, en deed haar eigen deur dicht. Zo luisterde en hoorde hoe do knoop van de andere deur voorzichtig werd omgedraaid en het licht aangestoken Toen ging ze op haar knieen liggen, wachtte tot een geluid in de andere kamer haar een goede gelegenheid gaf, en haalde toen.de sleutel uit liet slot. Zo keek door het sleutelgat. Men kan op die manier niet veel zien, maar z j zag vlak tegenover zich hoofd en schouders van een man. Z-in gelaat hield 11 ij afgewend, dus dat kon z- n».-f- zien, nutav te oordeelen naaf wat ze van hem zag was hij jong en gord gekleed. Hat was duidelijk, dat hij j geen gewone inbreker was cn z© ver baasde er zich juist over, wat hij toch wilde, toen ze opeens papieren hoorde ritselen, I-let volgende oogen blik stond do man op en keerde zich naar het licht, en z© zag dat hij 111 zijn haiid do tnscll met papieren had die zo zelf wilde gaan bekijken, tien hij binnengedrongen was. Ze kon nog steeds zijn gezicht niet zien, maar wel de papieren in zijn hand, en liet was gemakkelijk te ra den dat hij ze buitengewoon aandach tig bekeek. „Waar zoekt; hij naar?" Toon die vraag bij haar op kwam dacht zo onmiddellijk aan de papieren die ze zelf gezocht had. Als hij eens... Ze stond rechtop. Ze was niet Lang meer. De liefde maakte haar dapper- Als deze indringer zocht naar de pa pieren die betrekking hadden on An thony iJniT'nell, wus het meer dan waarschijnlijkdut hij niets goeds tegen hem in den zin had. Hij mocht ze niet vinden en in geen geval mocht hij ze meenemen. Ze hoorde den man heen en weer loopen, en overlegde wat ze doen zou. Tenslotte besloot dat za de deur open zou doen, de kanier door loopen en al arm maken. Juist toen zo"dit beslo ten had werd er hord geklopt op de gangdeur. Ze hoorde don man in de •V-idare kaïn ,r iets mompelen, toen het geluid van een haastige beweging en da lichtstraal die door liet sleu telgat scheen, verdween. Stil draaide ze haar eigen licht weer op, en toen er nog harder geklop», werd, stak zo den sleutel in t slot, draaide hem om, deed de deur open, liep haar va der s kamer door en was in een oogen- blik in de zitkamer. Ze draaide daar het licht op en liep regelrecht naar de deur. Er stond een piccolo met een telegram. Zo nam het van hem aan, maakte het open, en las: „Vader Bantoelc is uit. Komt pas laat terug". „Is er nog geen antwoord mee te geven, juffrouw?'1 vroeg de jongen. „Neen, antwoordde ze. „Geen antwoord". I De jongen liep weg en wel een mi. nuut lang bleef het meisje daar staan, niet wetend wat te doen. Zo weifelde tusschen twee dingen. Zou ze alarm maken en den man la ten arresteeren of zou ze eerst pro beeren om er achter te komen wie hij was, en wat hij wilde? Eenmaal doe-1 zo een stap de gang in alsof ze het eerst wilde doen, maar toen stond ze weer stil en keerde langzaam om. Zo was erg. nieuwsgierig en besloot eerst naar den indringer toe te gaan, voor ze alarm maakte. Misschien was ïiii wel e. 11 vriend van Anthony Da.:t- nell; misse..ieu de gedachte donj naar hort sneller kloppen was hij Anthony zelf wel. (Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 10