Be man uit Maloba
HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
Koloniën
Onze laeMoek
VRIJDAG 17 AUGUSTUS 1923
TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeks.)
No. 174
Reims en de Cóte 108.
m
HM
iïSstëÈÈi&Êh- «uHf
De mijnkrater van de cóte 108
Do burgers van Reims. Kot lot Uer kinderen in con gebombardeerde
stad. Van kinderen met gasmaskers en vrouwen met helmen. Ue herbouw
van Reims. Het symphonie-orkest van Reims. Een zeldzame schilderijen
collectie. Een communistische vergadering. Do cote tos, het meest fel
bestreden en gruwelijkst verwoeste plekje grends van Frankrijk.
Toen ik op (mijn rondwandeling
'dpar die Caves Pommery", waarover
ik in liet jubileum-nummer schreef
aan onzen geleider, een ouden werk
man, vroeg, waar hii tijdens den oor
log was geweest, antwoordde hij glim
lachend „Wel natuurlijk, hier!"
„Heel den oorlog?" vroeg ik.
„Neen, tot April 1918! Toen moes
ten alle burgers de stad uit, op bevel
van de militaire autoriteiten en ging
ik natuurlijk mee! Maar a's wij niet
gedwongen waren geworden, waren
wij hooit weggegaan, dat verzeker ik
ur!"
Waar zo woonden Heefl velen in tie
champagne-kelders! Maar niet allen!
Br waren er ook, die rustig in hun
huizen waren geblevenIk vroeg hem
waarom hii niet was weggegaan. Hij
keek mij even aantoen zei hij rus
tig:
„Ik had hier mijn werk!"
Hij had daar in Reims zijn werk en
daarom 'bleef hijEn met hem hieven
duizenden, enkel len aleon omdat
z ii erhun werlt hadden! Zij
bloven er bijna 4 jaar lang, onder
het hevigste bombardement en zouden
niet zijn weggegaan, wanneer het
hun niet door de militaire autoritei
ten bevolen was geworden.
Wat dit blijven boteekende? Een
'wandeling -door de ruine-stad Reims
geeft u het antwoord 1 Drie en een half
jaar lang te blijven in een stad, die
dag .en üaolit gebombardeerd wordt,
welk een onverschrokkenheid! En het
zijn niet alleen mannen on vrouwen
geweest, ook kinderen waren daar in
Reims, al die jaren, dat de stad door
do. Duitscliors 'beschoten werd. Xlc
schreef het reeds in één mijner brio-
von, dat in de Caves Pommery" on
der den grond scholen waren inge
richt, dat de kinderen er sommen en
'opstelletjes maakten misschien wel
over het onderwerp „een bombarde
ment" terwijl de huizen hoven hun
hoofden in puin werden geschoten.
Men denke zich het leven van die
kinderen in een gebombardeerde stadl
even inWant die kinderen bleven
daar niet steeds onder den grond. Zij
liepen gowoon door de straten, speel
den óp de pleinen, sprongen en draaf
den, lachten en zongen tussohen die
schooluren op de speelplaats in de-
vrije lucht, boven jhun school, terwijl
de granaten over hun hoofden suis
den, de huizen om hen heen met don
derend gekraak souis instortten, het
bloed van. de. dp oden on gewonden
over de steonen der straten vloeide en
zij elk «ogenblik kans hadden, ook
zelf getroffen te worden. Zij speelden
er me| gas maskertjes voor,
maskers, die hen beschermen moesten
tegen de giftige gassen, welke de
vijand naar hun stad liad (gedreven.
Ik zag te Reims een foto van een
veertigtal van zulke Idiretumesen met'
hun onderwijzer in het midden, allen
met het gasmasker voor
Zoo speelden de kinderen in de
'oorlogsjaren te Reims!
Ik zag een afbeelding van een oude,
'gebogen vrouw, die achter haar
melkwagentjo stond, de melk voor
haar klanten inschenkend met een
helm op haar hoofd voor bescherming
tegen granaatscherven. Ook zii was ge
bleven .„omdat zii te Reims haar werk
had", al moest zij het dan ook doen
met het hoofdscheel van een poilu!
Kinderen met gasmaskers, oud©
vrouwtjes met helmen, in een c-tad, dlio
tot puin werd geschoten, waarin dage
lijks honderd© projectielen vielen,
waarlijk er is niet alleen door soldaten
in Frankrijk heldenmoed getoond
Wat de burgers in een stad als Reims
hebben doorgemaakt, men beseft het
eerst volkomen, wanneer men er lus-
schen de ru'hes en puniliQüpen door
wandelt.
Veel is in Reims hersteld, gansche
straten zijn in opbouw, maar er is zóó
veel verwoest, dat het nog jaren zal
duren, voordat de stad weer haar ge
woon aanzien zal hebben herkregen.
De groote gebouwen liggen nog bijna
alle in puin. Het theater is één groo
te ruïne, van het, stadhuis herinneren
a'Ieen nog de muren aan het prach
tige renai seance-bouwwerk, dat dit
hotel db vil Ie eenmaal was, -cm de
Kathedraal ziet men enkel gekartelde
muren en luiifenvesteii. Hoe lang de
herbouw nog zal duren? Als Duitsoh-
land betaalt vrij vlug, als het niet
betaalt, dan.... en de vage handbewe
ging, die de Franschen daarbij maak
ten, bewees, dat zij het einde er dan
in jaren nog niet van zagen. Maar
zeker is het, dat er gewerkt wordt, en
altijd (loer gewerkt, om Reims weer
tot een bewoonbare, moderne en1ik
vrees, heel leelijke stad te maken.
Want de nieuwe witte zandsteenen
huizen, die overal verrijzen, zijn bij
na rille van een gruwelijke banaliteit
Intusschen gaat het leven te Reims
weer geheel zijn gewone gang. Toen wij
er waren, was er juist een groote land
bouwtentoonstelling, en toen ik 's avonds
het symphonie-orkest van de „pompiers"
in den met roode en groene lampjes
verlichten tuin hoorde spelen, docht ik
even aan onze I-I. O. ,V. Ook daar te
"Reims een symphonie-orkest in de open
lucht een operazangeres zong er zelfs
het gebed van Elisabeth uit den Tann-
liauscr en' een aandachtig luisterend
pulblick. Ik zou bijna hebben kunnen
zeggen „tout comine chcz nous 1" als
de Fransdhe dirigent het temperament
van Nico Geiharz had gehad en de
„pompiers" hadden gestreken en ge
blazen als onze Ilaarlemsche musici.
Van kunst hadden wij dien morgen,
nog genoten in het museum, dat weer
geheel hersteld is en een prachtige ver
zameling van Fransche schilderkunst
een schenking van den heer Vosnard,
een der firmanten van het huis Pom
mery bevat. De schilderijen waar
onder zeer mooie van C-orot, Daubigny,
Decamps, Jongkind, Daumier, Fantin
Latour en Millet zijn tijdens het bom
bardement te Parijs in veiligheid ge
bracht, doch hangen nu weer glorieuse-
lijk waar zij behooren, in het museum
te Reims.- Aan het behoud van deze
wel zeer bijzondere collectie dank ik een
móoien morgen, dien ik daar te Reims
rel allerminst had verwacht.
's Middags stond ik voor de keuze
an een communistische vergadering of
en auto-tocht naar dc slagvelden om
Reims. Een communistische vergadering
in Frankrijk, die ging „tegen de bezet
ting van de Roer, welke naar een riieu-,
wen oorlog voert, tegen do kapitalisti
sche regcering en het gevaarlijke Fran-
sche imperialisme", had voor een rei
zenden redacteur iets zeer aantrekke
lijks. Ma'ar mijn vriend, die voor zijn
genoegen met mij mee was gegaan cn
niet „óp jacht naar copy" voelde al
bitter weinig voor dit communistische
uitstapje op een Zondagmiddag. Daar
om besloten wij tot een auto-tocht naar
Berry au Bac en Craonhe, een tocht,
welke ons op de „cóte cent-kuit" de
hoogte 108 het meestfel bestreden
gruwelijkst verwoeste plekje grond
Frankrijk bracht.
e strijd !bij Verdun moge gedu-
rende de historische maanden van 1916
geweldiger, gigantischer, grootscher
nog zijn geweest, hardnekkiger, lang
duriger en verbitterder dan op de Cóte
10S was hij nergens. Daar op die Cóte
108 bij Berry au Bac ten Noorden van
Reims, een heuvel van misschien 15 Me
ter hoogte cn niet meer dan eenige
nuten in omtrek, maar die heel het
AisneMarne-kanaal met zijn sluizen
beheerscht, hebben de Franschen en
Duitschers vier jaar fang elkander be
streden met een grimmige woede en een
taaie onverzettelijkheid als in geen
anderen sector van dit honderden kilo
meters lange front. Wie naar de Cóte
108 ging, wist, dat hij er waarschiji
lijk nooit van terug zou keeren. E
cóte 10S, dat was het meest gevloekte,
meest doemwaardige plekje grond
heel Noord-Frankrijk.
Daar op dien heuvel bij Berry au
is in waarheid elkecentimeter gronds
den tegenstander bestreden. Er was
geen loopgraaf, die niet 30, 40 maal mis
schien in iandere handen is .overge
gaan. Vandaag Fransch, was het zeker,
dat zij over eenige dagen weer Duitsch
zou zijn. Daar op de cóte 108 ging vier
jaar lang de strijd voortdurend heen ei
weer! En hij werd gestreden op d«
meest qieedoogenlooze wijzeDaar 0]
de cóte 108 wist men den vijand vóór.
naast, achter, boven en onder zich, daar
hebben de Franschen en Duitschers elk
ander 4 jaar lang als duivels bestre
den met handgranaten, mitrailleurs,
mijnwerpers, giftige gassen, vlammen
werpers, granaten en bajonet, daar was
het schier dagelijks een kamp van man
tegen man, van aanval cn tegenaanval,
daar heeft de strijd gedurende heel den
oorlog schier geen uur gerust.
Op de Cóte 10S haalde de dood iede-
ren dag zijn rijken oogst binnen. De
soldaten, die op de cóte 10S lagen, wis
ten, dat de dood niet alleen hen dreig
de uit de loopgraven van den vijand
vóór en om hen heen, maar dat hij ook
langzaam naderde, verraderlijk en onge
merkt, diep beneden hen, onder den
grond. Want heel die heuvel werd door
Franschen en Duitschers langzaam aan
ondermijnd. Dag en nacht groeven zij
hun mijngangen naar elkander toe, soms
vlak naast, soms zelfs boven elkaar.-
De soldaten wisten den dood onder
zich en vochten door met de zekerheid,
dat zij elk oogcnblik uit elkaar ge
scheurd, in de lucht zouden kunnen wor.
den geslingerd.
Op de Cóte 108 is een groot bord
geplaatst, waarop de eerbied wordt in
geroepen van iederen bezoeker voor dit
plekje grond, waar duizenden en dui
zenden'den dood hebben gevonden. Ei
genlijk is die herinnering overbodig,
want niemand zal die plek betreden dan
zwijgend en met scliroom. De Cóte to8,
die voor den oorlog' een begroeide en
groene heuvel was, is thans niet meer
dan een barre, witte woestenij geworden,
mét in het midden één grooten, breeden
en diepen mijnkrater. Nergens, zelfs niet
bij Verdun, heeft de oorlog zoo zijn spo
ren achtergelaten. I-Iet is of men plots
in een and-ere wereld komt,. of men staat
midden op een stuk van een onbewoon
bare planeet, of alle natuurelementen
deze plek gronds, omwoeld, doorploegd
en verwoest hebbent Een oord van ver
schrikking, waarop zelfs igeen gras
sprietje meer groeien kan, één witte,
doorg-raafde kalkmassa, vol gaten en
scheuren en knobbels en in het mid
den, die gruwelijke, diepe mijnkrater van
honderden Meters in den omtrek, welken
men niet d-an met huivering kan nade
ren. Want op die plek ging heel een
stelling de lucht in met 700 man en
onmiddellijk daarop 'bekampte men elk
ander weder om de randen, in de gaten,
in de poelen, tusschen al die mensolie-
lijke overblijfselen in, met dezelfde grim
migheid en dezelfde woede.
„La Cóte 10S, c'était l'enfer pendant
teute la guerrezoo zei me onze
gids, toen wij daar stonden op den rand
van den mijnkrater en neerkeken in die
gruwelijke diepte. Ja, wel moet het daar
voor Franschen en Duitschers een het
zijn geweest in die vrecselijke oorlogs
jaren.-
7. B. SCHUIL'.
Kerk en School
DS. C. H. NOLKE OVERLEDEN.
- Woensdagnacht is in de Herv. Dia-
conesssninrichting te Amsterdam
overleden, 49 jaar .oud, Ds. C. II.
Nolke-, predikant bij de Ned. Herv.
Gemeente te Amsterdam.
CHR. GEREF. KERK. Beroepen
te Kampen A. Zwiep, cand. te Rot
terdam.
Aangenomen naar Zutphen G. W.
Alberts, cand. te Apeldoorn.
NOODLOTTICE ONTPLOFFING.
Op een boor terrein van de Bataaf-
sche Petroleum mij., te Soeban B'oe-
roendi in bet Palemtoangsche, heeft een
geweldige explosie plaats gehad,
waardoor drie inlanders zijn gedood
en zes gewond. De Europeanen bleven
als door een wonder gespaard. De
schade is aanzienlijk.
Vergadering van den Haariemschen Gemeenteraad
(Vervolg.)'
De Voorzitter brengt hulde
aan de commissie, bestaande uit de
lieeren G. D. Gratama en G. C. Ver-
kruysen door B. en W. benoemd om
dit college van advieB te dienen over
den steun, aan beeldende kunstenaars
te verleenen), voor bet voorbereiden
de werk.
MEDEDEELINGEN.
Ingekomen zijn o.a.
een adres van den Voorzitter en den
Secretaris van Loge „de Schakel"
No- 95 der Internationale Orde van
Goede Tempelieren to Haarlem, hou
dende betuiging van instemming met
de motie van cien heer Reinalda' e.a.
betreffende het tapverbod voor de da
gen waarop het ltegeeringsjubileum
feestelijk zal worden gevierd
een adres van de Federatie Haarlem
der Sociaal/ Democratische Arbeiders
partij, waarbij instemming wordt be
tuigd met de door den Raad dezer ge
meente uitgesproken wenschelijkheid
tot instelling van zulk een tapverbod
een adres van tegenovergestelde
strekking van H. Sfcinis en 6317 ande
(de laatste drie stukken te behan
delen bij punt 12 van den oproepings
brief).
Gesteld wordén in banden van B. en
W. om prae-advies:
een verzoekschrift van de besturen
der Coöperatieve Woningbouwvereeni-
gingèn „Eigen Haard" en (Volkshuis
vesting'.', beide gevestigd, in de ge
meente Schoten om een tweede hypo
theek te willen verstrekken op 100 in
de gemeente Schoten te- bouwen wo-
W. ter afdoening
een schrijven van Mej. G- Vlastra,
Weverstraat 13, waarin zij zich be
klaagt sinds 1 Januari 1923"weer huur
te moeten betalen voor dienstleidin
gen van de gemeentelijke duinwater
leiding voor de perceelen Weverstraat
13 en 15, welke leidingen in April 1922
door haar van de gemeente zijn afge
kocht.
Door B. en W. is besloten, dat bij
ongesteldheid, afwezigheid of ontsten
tenis van den Burgemeester in de eer
ste plaats als plaatsvervangend Bur
gemeester zal optreden de heer Mr. J.
N. J, E. Heerkens Thijssen, vervolgens
de heer Mr. M. Slingenberg, dan de
heer Mr- A. Brueh en daarna de heer
M. A. Reinalda.
Door B. en "W. is met ingang van 4
Juli j.l. aan den heer Mr. J. B. Bo-
mans oud-wethouder der gemeente een
pensioen verleend van 1-438, 's jaars.
Voor de leden is ter lezing gelegd
.en schrijven van B. en W., aan den
Minister van onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen betreffende de wijze,
raarop de gelden, toegezegd voor
teun aa,n noodlijdende kunstenaars,
.aar hunne meening zouden kunnen
worden besteed.
Bij B. en W; is ingekomen de bé-
grooting voor het jaar 1923 van de
Woningbouwvereeniging „St. Bavo"
(complex 70 woningen) tot een bedrag
in onkosten en uitgaven van 34.28S-40
welke" begrooting voor de leden ter
lezing is gelegd.
Door B. en "W- is op het verzoek om
aanvullingspcnsioen van J. W. Majoor,
gewezen bode bij het gemeente-gasbe
drijf afwijzend beschikt om dat uit het
"Hgesteld geneeskundig onderzoek niet
gebleken dat zijne invaliditeit een
gevolg is van het hem in Maart 1919
overkomen ongeval.
Besloten wordt het raadsbesluit van
30 Mei 1923, nr. 23 waarbij B. en W.
worden gemachtigd tot het aangaan
van eene overeenkomst met de Haar
lemse-hé Orkestvereeniging, te wijzi
gen in dien zin, dat in plaats van ,,de
Haarlemsc-he Orkestvereeniging"
.vordt gelezen „de Concert-Vereeni-
ging Haarlem's Muziekkorps" welken
naam de vereeniging rechtens nog
voert.
PUNT 3.
B. en W- stellen voor goed ts keuren
de eerste suppletoire begrooting van
liet Burgerlijk Armbestuur, dienst
jaar 1923.
Do beer Peper oefent critiek op
de liouding van het Burgerlijk Armbe
stuur ten aanzien van hen, die wegens
liet zoeken van werk in een andere ge
meente niet op tijd op de vereischtg
plaats aanwezig konden zijn, om nun
naam te teekenen, maar die deswege
één gulden uitkeering minder ont-
goedgekeurd.
PUNT 4. 1""*^ I"""""
B. en "W. stellen voor goed te keu
ren de begrooting der gildengoede
ren, dienst 192(1.
.Wordt goedgekeurd.
PUNT S.
B. en W. stellen voor, toe te ken
nen een vergoeding, als bedoeld in art.
S4 der L. O.-wet 1920, aan het be
stuur der bijzondere lagere school aan
de Klarenbeekstraat, genaamd „De
Vereeniging van vrouwen tot bevorde
ring van huiselijk geluk".
Mej. Van Vliet vestigt er ae
.aandacht op, dat het licht op velo
openbare lagere scholen eveneens veel
te wensciieu overlaat.
M r. B ru c li, wethouder,heeft nog
nimmer van klachten daarover ge
hoord. Als die gekomen waren, zouden
ze zeer zeker onderzocht zijn. Hij zal
die alsnog onderzoeken.
I-Iet voorstel van B. en W. .wordt
goedgekeurd.
PUNT 6.
Regelingen betreffende
het toelaten van kinderen
uit andere gemeenten op la
gere scholen alhier.
B. en W. stellen voor, over te gaan
tot het sluiten van overeenkomsten
als bedoeld in art. 19 (4e lid) der L.
0.-wet 1920.
(Dit raadsstuk is reeds in ons blad
gepubliceerd).
Wordt goedgekeurd.
PUNT 7.
Een adres van hulde aan
de Koningin.
B en W. stellen den Raad voor te
besluiten, bij gelegenheid van de her
denking van bet 25-jarig regeerinesju-
bileum een adres van hulde te richten
aan H. M.deKoningin en B. en W. op
te dragen voor de opstelling van dat
adres zorg te dragen.
De lieer G e r r i t s z legt namens
de sociaal-democratische raadsfractie
de verklaring af, dat zij zich met dit
voorstel niet kan vereonigen.
De heer Peper verklaart,' dat hij
het zich niet zoo gemakkelijk zal ma
ken, als de S. D. A. P. dit hier ge
daan heeft. Z.i. is er niet de minste
aanleiding, om dit adres van hulde
aan de Koningin te zenden- De men-
schen zijn er niet warm voor te krij
gen. Zelfs cle bewoners van onze voor
naamste winkelstraat, namelijk de
Groote Houtstraat, hebben bijna una
niem besloten, geen straatversiering
te doen aanbrengen. Deze gemeente
raad mag, volgens spreker,) niet aan
deze huklebetooging meedoen, want
de Raad is de vertegenwoordiger van
het gelieele volk. Hij vindt het zen
den van het adres ook niet noodig,
vfant de Koningin krijgt die „dingen"
toch niet in handen, maar een nog
veel'lager ambtenaar dan de pai'bieu-
lier secretaris van de Koningin. Dus
rnen bereikt niet, Wat men bereiken
wil. Hij hoopt dus, dat de Raad ver
standig zal doen, ook al is men heb
mét zijn standpunt niet e^ns, liet
voorstel van B. en W. niet goed te
keuren.
De Voorzitter antwoordt,dat
jhét niet juist is, om liet jubileum van
onze Koningin rae-t de economische be
schouwingen van prof. Colenbrander
te verbinden. Onze Koningin zelf voelt
zeer goed, dat de toestanden nog
steeds drukkend zijn: zij zou niets lie
ver willen, dan haar feest in gunsti
ger tijdsomstandigheden te vieren. Dit
neemt niet weg, dat er voor het Ne-
iderlnndsche volk alle aanleiding be
staat, om dankhaar te zijn jegens een
Vorstin, die gedurende 25 jaar ons
land zoo gelukkig bestuurd en ook
door moeilijke tijden neen gestuurd
heeft. Ook het I-Iaarlemsehe publiek
beeft diis aanleiding, om. van zijn
blijdschap te doen blijken, (applaus).
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen met 16 tegen 11 stemmen.
Vóór stemden de leden Visser, De
Braai, Miezérus, Klein, Klein Schip
horst, Vincent Loosjes,, Wolzak, Dr.
Kuenen, v. d. Ban, Boes, Van Liemt,
Mevrouw Willekes Macdonald, Van de
Kamp, Castricum, Van den Berg, Mr.
Bruoli.
Tegen stemden de leden Reinalda,
Peper, De Zeeuw, Kingma, Keerwolf,
Groenend aal, Mevrouw Maarscliall-
Komin, Mejuffrouw Van Vliet, Tork,
Gerritsz, Lamérus.
PUNT 8.
B. en W stellen voor, onder eenige
voorwaarden te aanvaarden eenige
perceelen grond aan den Wagenweg.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 9,
Door B. en W. wordt- voorgesteld,
voor de gemeente om niet te aanvaar
den een gedeelte grond van J. P.
Jongbloed aan den Kloppersingel.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 10.
B. en W. stellen voor, opnieuw af
wijzend te beschikken op een verzoek
van den heer D. Bijleveld om vergun
ning tot afwijking der Bouwverorde
ning voor het verhouwen van het per
ceel Barteljorisstrat 29.
De heeren Miezérus en V a 11
Liemt malven bezwaar tegen dit
voorstel.Laatstgenoemde heeft zich ver.
wonderd over de weigering van B. en
W„ alleen om het motief van een
rooilijn in een verre toekomst. Dat
vindt spreker onbillijk. Bovendien
geldt het hier het. verbouwen van de
leelijkste pui in Haarlem. Spreker,
hoopt, dat cle Raad het voorstel van i
>n W. niet zal aannemen.
K 1 a n 't: Wat is dit boek nat!
Bibliothecaris: Geen won
dert De meisjes moeten altijd huilen
als ze het lezen. We kunnen het ge
woonweg niet droog houdenl
Schoenpoetser: Wie is,die
man, mot wien je daar juist stond te
praten
C o u r a n t e n jo n gen: O, ik en
hij hebben vroeger eens samen ge
werkt. Hij was de uitgever van één
van mijn couranten!
Z ij: Jan je moest 'dat rooken laïen!
Dat, doet je veel kwaad.
II ij: Ik ben nu zestig, en zie ik er
soms naar. uit dat het me gehinderd
heeft?
Z ij: Nee Jan, maar als je 'fc met
had gedaan, was je misschien al 70
geweest!
De heer R e i n a ld a, wethouder,
merkt op, dat do Raad toch zelf de
rooilijn heeft vastgesteld. Practiscb en
principieel mag de Raad dus van
zulk een bgsluit. niet afwijken. B. en
W. hebben trouwens ook niets anders
gedaan, dan een raadsbesluit uitge
voerd. Het college wil voorrl goed
vasthouden aan de rooilijn wn de
Bartel) orisstraat.
Het voorstel van vï. en W- wordt
zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd.
PUNT 11.
Het verkeersvraagstuk op(.
de Crco'c Markt.
Aan de orde komen de voorstellen
van B. en W. (reeds uitvoerig in ons
blad gepubliceerd) om beschikbaar
stelling van gelden voor do wijziging
van het middentrottoir op de Groote
'Markt.
De heer Kingma wil eerst gaarne
de kostenberekening zien.
De lieer Klein Schiphorst
kan zich met de verdeeling van de
t.usschenruimten voor het rijdend Ver
keer niet vereenigen; hij vreest hier
door ongelukken. Een denkbeeld van
spreker is ook, om aan do uit "de
Groote Houtstraat komende fietsers
de gelegenheid te %even, over een rij-
\veg midden tusschen den vluchtheu
vel te laten rijden.
Verschillende heeren vragen even
eens aanhouding.
Wethouder Reinalda ant
woordt daarop, dat B. en W. dit voor
stel gaarne willen aanhouden, om met
de wenschen van de leden rekening te
houden.
De Raad gaat daarna cenigen tijd
in geheime zitting. Na heropeniug
der vergadering komt aan de orde
PUNT 12.
Het tapverbcd op de dagen
der Koninginnefeesten.
Aan de orde komen de bekende voor-
stellen der commissie ingevolge art.
136 der Gemeentewet tot vaststelling
van een verordening betreffende liet
tappen van sterken drank op feestr
dagen.
De Voorzitter leest de verschil
lende artikelen voor, waarbij enkele
Jeden af en toe „stemmen!" roepen»
Dit geeft wethouder Reinalda
aanleiding óm op te merken, dat het
altijd een goede gewoonte in den Raad
geweest is, wanneer hij in -principe^
eenmaal een besluit genomen heeft,
geen aanmerkingen meer te maken op
de zaak zelf, maar uitsluitend zich to
bepalen tot den tekst van de door de
Rechtsgeleerde Commissie samenge
stelde verordening. Thans wekt het
bij spreker een vreemde gedachte, tel
kens liet woord „stemmen" te liooren.
weerklinken. De zaak zou er anders
vóór staan, als die roepers herope
ning, van de discussie gevraagd had
den. Maar dat is niet geschied- Zij
zouden dus blijkbaar willen profitee-
ren van een andere samenstelling van
den Raad. Dit keiftT hij ten seherpsto
af.
De heer Wolzak merkt op, dat
hij in de vorige zitting niet tegen
woordig is geweest. Daarom wil hij
thans stemmen.
De heer Gerritsz vereenigt zich
volkomen met de mccning van .wet
houder Reinalda. Hij meent, dat 'de
Raad zich aan een eenmaal genomen
principieel besluit moet houden. Het
overkomt iedereen immers wel eens,
dat hij afwezig is geweest. Spreker
zegt, dat cle ^sociaal-democraten nog
nooit pogingen hebben aangewend om
van een andere samenstelling van den
Raad te willen profiteeren. Hij hoopt
dan ook, dat de Raad niet met deze
;oede gewoonte zal breken.
De heer Van Liemt zegt, dat
liet geroep van „stemmen!" met de
samenstelling van den Raad niets
heeft te maken.
i heer Miezérus'is den vorl-
gen keer eveneens afwezig geweest.
Als hij er toen geweest was zou hij stel
lig tegen hebben gestemd, want met
zulke verordeningen- bouwt meu het
publiek niet op. Daarom wil hij thans
stemmen.
FeisiSleton
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
21)
HOOFDSTUK XVI.
Helen Raymond stond in de biblio
theek van de -Priorv, en keek met een
ongeloovige uitdrukking op haar ge
zicht, naar John Pennington. Haar
gezicht was heel bleek en haar stem
trilde toen ze sprak.
„Wat zei je, John?"
„Ik zei dat er een man vermoord
is bij het boschje een eindje voorbij
het hek en dat de bedrieger, die zich
zelf bij den naam van mijn neef
noemt, er van beschuldigd wordt".
„Wie. wie heeft er liem van be
schuldigd?"
„Arcott, cle veldwachter". k
Er kwam een minder gespannen uit
drukking op Holen's gezicht. ,.0i"
riep ze uit. „Arcott is een dwaas. Dat
weet icil&rccn. Dus dit is natuurlijk
ook weer een van zijn stommiteiten".
„Ik vrees dat ik het niet met je
eens ben", antwoordde Pennington
vriendelijk. „Arcott schijnt het dezen
eeuen keer wel degelijk bij het rechte
eind te hebben".
„Waarom denk je dat?" vroeg het
meisje.
„Daar z!ijn een, heelebool redenen
voor, redenen die, denk ik, nog wel
anderen clan miji zullen overtuigen,
en die zeker voor iedere Engelsche
jury voldoende zullen zijn".
„Vertél ze mij dan eens".
„Nu, om te beginnen was ik bij Ar
cott toen we heb lichaam vonden. Ik
was op weg hier naar toe, toen ik
iemand hoorde gillen -van angst of
van pijn en toen ik terug liep, botste
ik tegen Arcott aan, en omclab hij
zenuwachtig was ben ik. met hem den
weg afgeloopen om hem te helpen
zoeken, We vonden don man, die be
weert clat hij Anthony Dartnell is, ge
knield naast diet lichaam van een man
die doodgestoken was. Blijkbaar was
hij z'jn kleeren aan 't doorzoeken en
toen we bij hem kwamen zat er bioed
aan zijn handen
„Misschien probeerde hii of hij nog
iets voor den armen man doen kon",
zei Ilelen.
„Dat zou een aannemelijke verkla
ring geweo'.t zijn", antwoordde Pen
nington droogjes, als er geen andere
dmgou bij kwamen".
„Wat dan?"
„Wel, in de eei'ste plaats het wa
pen waarmee de moord is gepleegd.
Arcott heeft het gevonden. Het is een
soort van dolle, die in Italië nogal
veel voorkomt, geloof ik, en het is oen
deel van een wandelstok, dien mijn
overleden oom daar gekocht had".
„Hoe weet je dat?" vroeg Helen met
bevende stem en een verdrietig ge
zichtje.
„Ik! Ik weet er niets van. Het
W6rd beweerd door een lakei van de
Priory. Hij kwam mot een van do
jachtopzieners aanloopen en herken
de het wapen ionmiddellijk toen Ar
cott het had gevonden. Ik vrees dat
er tegen zijn getuigenis niet veel in.
te brengen zal zijn".
Helen zweeg een heelen tijd. Ze
keek strak in het vuur en toen ze ein
delijk weer haar oogen naar Penning-
Ion opsloeg, was er een bezorgde uit
drukking op liaar ge-laat".
„Wie. wie is do vermoorde man?"
vroeg ze, bijna fluisterend.
„liet is Salnovo den man met
wien die zoogenaamde Dai'tneil van
morgen nog ruzie had".
„Salnovo!" herhaalde Helen met
bevende stem".
,,.Ta, do man wiens mooie dochter
dien bedrieger verpleegd heeft, toen
hij koorts had, als het tenminste waar
is, wat ie mij verteld hebt. Dat feit
als liet c:u feit is maakt de mis
daad nog vreeselijker".
„Ik kan niet gelooven dat hij zoo
iets vreeselijks heeft gedaan!" barstte
biet meisje los.
„Het is bijna ongeloofelijk!" stem
de Pennington rustig toe. „Maar je
vergeet één ding'. Je hebt zelf gezien
dnt hij zijn stok ophief om dien man,
dien hlij nu vermoord (heeft, te slaan,
on jo moet toch ook wel gezien heb
ben dat ze vanmorgen niet vriende
lijk jegens elkaar gestemd waren toen
ze van elkaar gingen. Als een jurv
da.t van je zou hooren, zouden ze meer
dan ooit overtuigd worden van de
schuld van den man, dien je maar ais
je neef blijft beschouwen".
„Van mij zullen ze hét nooit hoo
ren!" riep liet meisje uit.
„Neen", antwoordde Pennington
langzaam. „Het is niet noodig, dat jij
en ik ons met zoo'n vreeseli?Ke zauic
bemoeien. Het staat er zonder onze
verklaringen al slecht genoeg met
hem voor. Dat is een van de redenen
waarom ik hier dadelijk gekomen ben.
Je bent er zeker niet. opgesteld om nis
getuige in- deze zaak te worden opge
roepen?"
Helen rilde bij. het idee; toen viel
haar iets in. „Waarom maak jo'de
daar bezorgd over? ,,Jo mag Anthony
immers niet lijden?"
„Xecn, dat is waar! En het. kan me
ni"ts schelen wat er met me gebeurt.
Maar ik ben bezorgd over jou en
wat er met jou gebeuren zou. Om jou
zorgen en onaangenaamheden te
sparen stel ik je voor om te zwij..
oyer wat we gezien hebben. En om
diezelfde reden zal ik ook zwijgen;
want als ik er over spreek, wordt jij
er ongetwijfeld ook hij betrokken. Bet
spijt me heel, heel erg voor je. Je ge
loofde in dien man. Dat heb ik nooit
gedaan. Van het begin af, was 'k er
zeker van, dat hij een schurk en een
bedrieger was en wat er vanavond ge
beurd is, bewijst dat hij zelfs nog iets
ei'gers is.
„Maar waarom zou hij dien Salno
vo vermoorden?" riep Helen verdrie
tig uit.
„Dat kan ik je niet zeggen", ant
woordde Pennington. „Als we precies
wisten welke verhouding er tusschen
hen bestond, zon het antwoord ge
makkelijk genoeg te vinden zijn. Maar
ik heb vanmorgen al met je over tc-n
mogelijke verklaring van hun twist
gesproken en die zelfde verklaring zou
voldoende aanleiding inhouden voor
de misdaad,,die vanavond geschied is.
Ze hadden ruzie gemaakt over do ver
deeling van de buit, mogelijk oclc
over de mooie dochte-r van den doo-
deu man over wien je me verteld hebt.
Salnovo had waarschijnlijk op de een
of andere manier den ander in zijn
macht, en deze was bang en Leeft I
daarom Salnovo gedood. Op die ina- j
nier bekeken; ziet de zaak er vrij een
voudig uit.
„Ik wil het niet gelooven", riep
Helen uit en toen bai'slte ze plotse
ling in snikken uit en verborg haar.
gelaat in haar handen.
„Dat pleit meer voor je hart, dan
voor je verstand, nichtje".
Zijn stem klonk spottend en zijn
woorden deden het meisje zeer onaan
genaam aan.
„Wat zou dat?" riep ze uit. ,.De in
gevingen van ons hart. zijn altijd de
juiste. Wat het hart gelooft is juister
dan allo gevolgtrekkingen van een
slechfdenkend verstand. Ik geloof niet
dat Anthony Dartnell dien Salnovo
vermoord heeft. Ik weet dat het er
heel slecht voor hem uit. ziet, maar ik
geloof dat liij niet in staat is, tot zoo'n
misdaad".
Ze zweeg en keek hem met schit
terende oogen, dio vochtig waren v.-.n
tranen aan; toen zei ze plotseling:
,Als je prijs stelt op mijn vriend
schap moet je nu weggaan en mij
nooit meer probeeren wüs te Anakcn
dat Anthony Dartnell schuldig is aan
een moord
Pennington keek naar haar, en wist
dat het niet in ziin belang zou zijn,
als hii nog bleef. En feu slotte, dacht
hij bij zichzelf, was dat ook niet noo
dig. I-Iij had Helen gewaarschuwd cn
geinsiuueerd dat Dartnell schuldig
was en voorlonoig was dat. het' eeniga
wat onmiddollijk noodzakel .k was.