Be man uit Maloba HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur Koloniën Onze laeMoek VRIJDAG 17 AUGUSTUS 1923 TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 174 Reims en de Cóte 108. m HM iïSstëÈÈi&Êh- «uHf De mijnkrater van de cóte 108 Do burgers van Reims. Kot lot Uer kinderen in con gebombardeerde stad. Van kinderen met gasmaskers en vrouwen met helmen. Ue herbouw van Reims. Het symphonie-orkest van Reims. Een zeldzame schilderijen collectie. Een communistische vergadering. Do cote tos, het meest fel bestreden en gruwelijkst verwoeste plekje grends van Frankrijk. Toen ik op (mijn rondwandeling 'dpar die Caves Pommery", waarover ik in liet jubileum-nummer schreef aan onzen geleider, een ouden werk man, vroeg, waar hii tijdens den oor log was geweest, antwoordde hij glim lachend „Wel natuurlijk, hier!" „Heel den oorlog?" vroeg ik. „Neen, tot April 1918! Toen moes ten alle burgers de stad uit, op bevel van de militaire autoriteiten en ging ik natuurlijk mee! Maar a's wij niet gedwongen waren geworden, waren wij hooit weggegaan, dat verzeker ik ur!" Waar zo woonden Heefl velen in tie champagne-kelders! Maar niet allen! Br waren er ook, die rustig in hun huizen waren geblevenIk vroeg hem waarom hii niet was weggegaan. Hij keek mij even aantoen zei hij rus tig: „Ik had hier mijn werk!" Hij had daar in Reims zijn werk en daarom 'bleef hijEn met hem hieven duizenden, enkel len aleon omdat z ii erhun werlt hadden! Zij bloven er bijna 4 jaar lang, onder het hevigste bombardement en zouden niet zijn weggegaan, wanneer het hun niet door de militaire autoritei ten bevolen was geworden. Wat dit blijven boteekende? Een 'wandeling -door de ruine-stad Reims geeft u het antwoord 1 Drie en een half jaar lang te blijven in een stad, die dag .en üaolit gebombardeerd wordt, welk een onverschrokkenheid! En het zijn niet alleen mannen on vrouwen geweest, ook kinderen waren daar in Reims, al die jaren, dat de stad door do. Duitscliors 'beschoten werd. Xlc schreef het reeds in één mijner brio- von, dat in de Caves Pommery" on der den grond scholen waren inge richt, dat de kinderen er sommen en 'opstelletjes maakten misschien wel over het onderwerp „een bombarde ment" terwijl de huizen hoven hun hoofden in puin werden geschoten. Men denke zich het leven van die kinderen in een gebombardeerde stadl even inWant die kinderen bleven daar niet steeds onder den grond. Zij liepen gowoon door de straten, speel den óp de pleinen, sprongen en draaf den, lachten en zongen tussohen die schooluren op de speelplaats in de- vrije lucht, boven jhun school, terwijl de granaten over hun hoofden suis den, de huizen om hen heen met don derend gekraak souis instortten, het bloed van. de. dp oden on gewonden over de steonen der straten vloeide en zij elk «ogenblik kans hadden, ook zelf getroffen te worden. Zij speelden er me| gas maskertjes voor, maskers, die hen beschermen moesten tegen de giftige gassen, welke de vijand naar hun stad liad (gedreven. Ik zag te Reims een foto van een veertigtal van zulke Idiretumesen met' hun onderwijzer in het midden, allen met het gasmasker voor Zoo speelden de kinderen in de 'oorlogsjaren te Reims! Ik zag een afbeelding van een oude, 'gebogen vrouw, die achter haar melkwagentjo stond, de melk voor haar klanten inschenkend met een helm op haar hoofd voor bescherming tegen granaatscherven. Ook zii was ge bleven .„omdat zii te Reims haar werk had", al moest zij het dan ook doen met het hoofdscheel van een poilu! Kinderen met gasmaskers, oud© vrouwtjes met helmen, in een c-tad, dlio tot puin werd geschoten, waarin dage lijks honderd© projectielen vielen, waarlijk er is niet alleen door soldaten in Frankrijk heldenmoed getoond Wat de burgers in een stad als Reims hebben doorgemaakt, men beseft het eerst volkomen, wanneer men er lus- schen de ru'hes en puniliQüpen door wandelt. Veel is in Reims hersteld, gansche straten zijn in opbouw, maar er is zóó veel verwoest, dat het nog jaren zal duren, voordat de stad weer haar ge woon aanzien zal hebben herkregen. De groote gebouwen liggen nog bijna alle in puin. Het theater is één groo te ruïne, van het, stadhuis herinneren a'Ieen nog de muren aan het prach tige renai seance-bouwwerk, dat dit hotel db vil Ie eenmaal was, -cm de Kathedraal ziet men enkel gekartelde muren en luiifenvesteii. Hoe lang de herbouw nog zal duren? Als Duitsoh- land betaalt vrij vlug, als het niet betaalt, dan.... en de vage handbewe ging, die de Franschen daarbij maak ten, bewees, dat zij het einde er dan in jaren nog niet van zagen. Maar zeker is het, dat er gewerkt wordt, en altijd (loer gewerkt, om Reims weer tot een bewoonbare, moderne en1ik vrees, heel leelijke stad te maken. Want de nieuwe witte zandsteenen huizen, die overal verrijzen, zijn bij na rille van een gruwelijke banaliteit Intusschen gaat het leven te Reims weer geheel zijn gewone gang. Toen wij er waren, was er juist een groote land bouwtentoonstelling, en toen ik 's avonds het symphonie-orkest van de „pompiers" in den met roode en groene lampjes verlichten tuin hoorde spelen, docht ik even aan onze I-I. O. ,V. Ook daar te "Reims een symphonie-orkest in de open lucht een operazangeres zong er zelfs het gebed van Elisabeth uit den Tann- liauscr en' een aandachtig luisterend pulblick. Ik zou bijna hebben kunnen zeggen „tout comine chcz nous 1" als de Fransdhe dirigent het temperament van Nico Geiharz had gehad en de „pompiers" hadden gestreken en ge blazen als onze Ilaarlemsche musici. Van kunst hadden wij dien morgen, nog genoten in het museum, dat weer geheel hersteld is en een prachtige ver zameling van Fransche schilderkunst een schenking van den heer Vosnard, een der firmanten van het huis Pom mery bevat. De schilderijen waar onder zeer mooie van C-orot, Daubigny, Decamps, Jongkind, Daumier, Fantin Latour en Millet zijn tijdens het bom bardement te Parijs in veiligheid ge bracht, doch hangen nu weer glorieuse- lijk waar zij behooren, in het museum te Reims.- Aan het behoud van deze wel zeer bijzondere collectie dank ik een móoien morgen, dien ik daar te Reims rel allerminst had verwacht. 's Middags stond ik voor de keuze an een communistische vergadering of en auto-tocht naar dc slagvelden om Reims. Een communistische vergadering in Frankrijk, die ging „tegen de bezet ting van de Roer, welke naar een riieu-, wen oorlog voert, tegen do kapitalisti sche regcering en het gevaarlijke Fran- sche imperialisme", had voor een rei zenden redacteur iets zeer aantrekke lijks. Ma'ar mijn vriend, die voor zijn genoegen met mij mee was gegaan cn niet „óp jacht naar copy" voelde al bitter weinig voor dit communistische uitstapje op een Zondagmiddag. Daar om besloten wij tot een auto-tocht naar Berry au Bac en Craonhe, een tocht, welke ons op de „cóte cent-kuit" de hoogte 108 het meestfel bestreden gruwelijkst verwoeste plekje grond Frankrijk bracht. e strijd !bij Verdun moge gedu- rende de historische maanden van 1916 geweldiger, gigantischer, grootscher nog zijn geweest, hardnekkiger, lang duriger en verbitterder dan op de Cóte 10S was hij nergens. Daar op die Cóte 108 bij Berry au Bac ten Noorden van Reims, een heuvel van misschien 15 Me ter hoogte cn niet meer dan eenige nuten in omtrek, maar die heel het AisneMarne-kanaal met zijn sluizen beheerscht, hebben de Franschen en Duitschers vier jaar fang elkander be streden met een grimmige woede en een taaie onverzettelijkheid als in geen anderen sector van dit honderden kilo meters lange front. Wie naar de Cóte 108 ging, wist, dat hij er waarschiji lijk nooit van terug zou keeren. E cóte 10S, dat was het meest gevloekte, meest doemwaardige plekje grond heel Noord-Frankrijk. Daar op dien heuvel bij Berry au is in waarheid elkecentimeter gronds den tegenstander bestreden. Er was geen loopgraaf, die niet 30, 40 maal mis schien in iandere handen is .overge gaan. Vandaag Fransch, was het zeker, dat zij over eenige dagen weer Duitsch zou zijn. Daar op de cóte 108 ging vier jaar lang de strijd voortdurend heen ei weer! En hij werd gestreden op d« meest qieedoogenlooze wijzeDaar 0] de cóte 108 wist men den vijand vóór. naast, achter, boven en onder zich, daar hebben de Franschen en Duitschers elk ander 4 jaar lang als duivels bestre den met handgranaten, mitrailleurs, mijnwerpers, giftige gassen, vlammen werpers, granaten en bajonet, daar was het schier dagelijks een kamp van man tegen man, van aanval cn tegenaanval, daar heeft de strijd gedurende heel den oorlog schier geen uur gerust. Op de Cóte 10S haalde de dood iede- ren dag zijn rijken oogst binnen. De soldaten, die op de cóte 10S lagen, wis ten, dat de dood niet alleen hen dreig de uit de loopgraven van den vijand vóór en om hen heen, maar dat hij ook langzaam naderde, verraderlijk en onge merkt, diep beneden hen, onder den grond. Want heel die heuvel werd door Franschen en Duitschers langzaam aan ondermijnd. Dag en nacht groeven zij hun mijngangen naar elkander toe, soms vlak naast, soms zelfs boven elkaar.- De soldaten wisten den dood onder zich en vochten door met de zekerheid, dat zij elk oogcnblik uit elkaar ge scheurd, in de lucht zouden kunnen wor. den geslingerd. Op de Cóte 108 is een groot bord geplaatst, waarop de eerbied wordt in geroepen van iederen bezoeker voor dit plekje grond, waar duizenden en dui zenden'den dood hebben gevonden. Ei genlijk is die herinnering overbodig, want niemand zal die plek betreden dan zwijgend en met scliroom. De Cóte to8, die voor den oorlog' een begroeide en groene heuvel was, is thans niet meer dan een barre, witte woestenij geworden, mét in het midden één grooten, breeden en diepen mijnkrater. Nergens, zelfs niet bij Verdun, heeft de oorlog zoo zijn spo ren achtergelaten. I-Iet is of men plots in een and-ere wereld komt,. of men staat midden op een stuk van een onbewoon bare planeet, of alle natuurelementen deze plek gronds, omwoeld, doorploegd en verwoest hebbent Een oord van ver schrikking, waarop zelfs igeen gras sprietje meer groeien kan, één witte, doorg-raafde kalkmassa, vol gaten en scheuren en knobbels en in het mid den, die gruwelijke, diepe mijnkrater van honderden Meters in den omtrek, welken men niet d-an met huivering kan nade ren. Want op die plek ging heel een stelling de lucht in met 700 man en onmiddellijk daarop 'bekampte men elk ander weder om de randen, in de gaten, in de poelen, tusschen al die mensolie- lijke overblijfselen in, met dezelfde grim migheid en dezelfde woede. „La Cóte 10S, c'était l'enfer pendant teute la guerrezoo zei me onze gids, toen wij daar stonden op den rand van den mijnkrater en neerkeken in die gruwelijke diepte. Ja, wel moet het daar voor Franschen en Duitschers een het zijn geweest in die vrecselijke oorlogs jaren.- 7. B. SCHUIL'. Kerk en School DS. C. H. NOLKE OVERLEDEN. - Woensdagnacht is in de Herv. Dia- conesssninrichting te Amsterdam overleden, 49 jaar .oud, Ds. C. II. Nolke-, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam. CHR. GEREF. KERK. Beroepen te Kampen A. Zwiep, cand. te Rot terdam. Aangenomen naar Zutphen G. W. Alberts, cand. te Apeldoorn. NOODLOTTICE ONTPLOFFING. Op een boor terrein van de Bataaf- sche Petroleum mij., te Soeban B'oe- roendi in bet Palemtoangsche, heeft een geweldige explosie plaats gehad, waardoor drie inlanders zijn gedood en zes gewond. De Europeanen bleven als door een wonder gespaard. De schade is aanzienlijk. Vergadering van den Haariemschen Gemeenteraad (Vervolg.)' De Voorzitter brengt hulde aan de commissie, bestaande uit de lieeren G. D. Gratama en G. C. Ver- kruysen door B. en W. benoemd om dit college van advieB te dienen over den steun, aan beeldende kunstenaars te verleenen), voor bet voorbereiden de werk. MEDEDEELINGEN. Ingekomen zijn o.a. een adres van den Voorzitter en den Secretaris van Loge „de Schakel" No- 95 der Internationale Orde van Goede Tempelieren to Haarlem, hou dende betuiging van instemming met de motie van cien heer Reinalda' e.a. betreffende het tapverbod voor de da gen waarop het ltegeeringsjubileum feestelijk zal worden gevierd een adres van de Federatie Haarlem der Sociaal/ Democratische Arbeiders partij, waarbij instemming wordt be tuigd met de door den Raad dezer ge meente uitgesproken wenschelijkheid tot instelling van zulk een tapverbod een adres van tegenovergestelde strekking van H. Sfcinis en 6317 ande (de laatste drie stukken te behan delen bij punt 12 van den oproepings brief). Gesteld wordén in banden van B. en W. om prae-advies: een verzoekschrift van de besturen der Coöperatieve Woningbouwvereeni- gingèn „Eigen Haard" en (Volkshuis vesting'.', beide gevestigd, in de ge meente Schoten om een tweede hypo theek te willen verstrekken op 100 in de gemeente Schoten te- bouwen wo- W. ter afdoening een schrijven van Mej. G- Vlastra, Weverstraat 13, waarin zij zich be klaagt sinds 1 Januari 1923"weer huur te moeten betalen voor dienstleidin gen van de gemeentelijke duinwater leiding voor de perceelen Weverstraat 13 en 15, welke leidingen in April 1922 door haar van de gemeente zijn afge kocht. Door B. en W. is besloten, dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontsten tenis van den Burgemeester in de eer ste plaats als plaatsvervangend Bur gemeester zal optreden de heer Mr. J. N. J, E. Heerkens Thijssen, vervolgens de heer Mr. M. Slingenberg, dan de heer Mr- A. Brueh en daarna de heer M. A. Reinalda. Door B. en "W. is met ingang van 4 Juli j.l. aan den heer Mr. J. B. Bo- mans oud-wethouder der gemeente een pensioen verleend van 1-438, 's jaars. Voor de leden is ter lezing gelegd .en schrijven van B. en W., aan den Minister van onderwijs, Kunsten en Wetenschappen betreffende de wijze, raarop de gelden, toegezegd voor teun aa,n noodlijdende kunstenaars, .aar hunne meening zouden kunnen worden besteed. Bij B. en W; is ingekomen de bé- grooting voor het jaar 1923 van de Woningbouwvereeniging „St. Bavo" (complex 70 woningen) tot een bedrag in onkosten en uitgaven van 34.28S-40 welke" begrooting voor de leden ter lezing is gelegd. Door B. en "W- is op het verzoek om aanvullingspcnsioen van J. W. Majoor, gewezen bode bij het gemeente-gasbe drijf afwijzend beschikt om dat uit het "Hgesteld geneeskundig onderzoek niet gebleken dat zijne invaliditeit een gevolg is van het hem in Maart 1919 overkomen ongeval. Besloten wordt het raadsbesluit van 30 Mei 1923, nr. 23 waarbij B. en W. worden gemachtigd tot het aangaan van eene overeenkomst met de Haar lemse-hé Orkestvereeniging, te wijzi gen in dien zin, dat in plaats van ,,de Haarlemsc-he Orkestvereeniging" .vordt gelezen „de Concert-Vereeni- ging Haarlem's Muziekkorps" welken naam de vereeniging rechtens nog voert. PUNT 3. B. en W- stellen voor goed ts keuren de eerste suppletoire begrooting van liet Burgerlijk Armbestuur, dienst jaar 1923. Do beer Peper oefent critiek op de liouding van het Burgerlijk Armbe stuur ten aanzien van hen, die wegens liet zoeken van werk in een andere ge meente niet op tijd op de vereischtg plaats aanwezig konden zijn, om nun naam te teekenen, maar die deswege één gulden uitkeering minder ont- goedgekeurd. PUNT 4. 1""*^ I""""" B. en "W. stellen voor goed te keu ren de begrooting der gildengoede ren, dienst 192(1. .Wordt goedgekeurd. PUNT S. B. en W. stellen voor, toe te ken nen een vergoeding, als bedoeld in art. S4 der L. O.-wet 1920, aan het be stuur der bijzondere lagere school aan de Klarenbeekstraat, genaamd „De Vereeniging van vrouwen tot bevorde ring van huiselijk geluk". Mej. Van Vliet vestigt er ae .aandacht op, dat het licht op velo openbare lagere scholen eveneens veel te wensciieu overlaat. M r. B ru c li, wethouder,heeft nog nimmer van klachten daarover ge hoord. Als die gekomen waren, zouden ze zeer zeker onderzocht zijn. Hij zal die alsnog onderzoeken. I-Iet voorstel van B. en W. .wordt goedgekeurd. PUNT 6. Regelingen betreffende het toelaten van kinderen uit andere gemeenten op la gere scholen alhier. B. en W. stellen voor, over te gaan tot het sluiten van overeenkomsten als bedoeld in art. 19 (4e lid) der L. 0.-wet 1920. (Dit raadsstuk is reeds in ons blad gepubliceerd). Wordt goedgekeurd. PUNT 7. Een adres van hulde aan de Koningin. B en W. stellen den Raad voor te besluiten, bij gelegenheid van de her denking van bet 25-jarig regeerinesju- bileum een adres van hulde te richten aan H. M.deKoningin en B. en W. op te dragen voor de opstelling van dat adres zorg te dragen. De lieer G e r r i t s z legt namens de sociaal-democratische raadsfractie de verklaring af, dat zij zich met dit voorstel niet kan vereonigen. De heer Peper verklaart,' dat hij het zich niet zoo gemakkelijk zal ma ken, als de S. D. A. P. dit hier ge daan heeft. Z.i. is er niet de minste aanleiding, om dit adres van hulde aan de Koningin te zenden- De men- schen zijn er niet warm voor te krij gen. Zelfs cle bewoners van onze voor naamste winkelstraat, namelijk de Groote Houtstraat, hebben bijna una niem besloten, geen straatversiering te doen aanbrengen. Deze gemeente raad mag, volgens spreker,) niet aan deze huklebetooging meedoen, want de Raad is de vertegenwoordiger van het gelieele volk. Hij vindt het zen den van het adres ook niet noodig, vfant de Koningin krijgt die „dingen" toch niet in handen, maar een nog veel'lager ambtenaar dan de pai'bieu- lier secretaris van de Koningin. Dus rnen bereikt niet, Wat men bereiken wil. Hij hoopt dus, dat de Raad ver standig zal doen, ook al is men heb mét zijn standpunt niet e^ns, liet voorstel van B. en W. niet goed te keuren. De Voorzitter antwoordt,dat jhét niet juist is, om liet jubileum van onze Koningin rae-t de economische be schouwingen van prof. Colenbrander te verbinden. Onze Koningin zelf voelt zeer goed, dat de toestanden nog steeds drukkend zijn: zij zou niets lie ver willen, dan haar feest in gunsti ger tijdsomstandigheden te vieren. Dit neemt niet weg, dat er voor het Ne- iderlnndsche volk alle aanleiding be staat, om dankhaar te zijn jegens een Vorstin, die gedurende 25 jaar ons land zoo gelukkig bestuurd en ook door moeilijke tijden neen gestuurd heeft. Ook het I-Iaarlemsehe publiek beeft diis aanleiding, om. van zijn blijdschap te doen blijken, (applaus). Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 16 tegen 11 stemmen. Vóór stemden de leden Visser, De Braai, Miezérus, Klein, Klein Schip horst, Vincent Loosjes,, Wolzak, Dr. Kuenen, v. d. Ban, Boes, Van Liemt, Mevrouw Willekes Macdonald, Van de Kamp, Castricum, Van den Berg, Mr. Bruoli. Tegen stemden de leden Reinalda, Peper, De Zeeuw, Kingma, Keerwolf, Groenend aal, Mevrouw Maarscliall- Komin, Mejuffrouw Van Vliet, Tork, Gerritsz, Lamérus. PUNT 8. B. en W stellen voor, onder eenige voorwaarden te aanvaarden eenige perceelen grond aan den Wagenweg. Wordt goedgekeurd. PUNT 9, Door B. en W. wordt- voorgesteld, voor de gemeente om niet te aanvaar den een gedeelte grond van J. P. Jongbloed aan den Kloppersingel. Wordt goedgekeurd. PUNT 10. B. en W. stellen voor, opnieuw af wijzend te beschikken op een verzoek van den heer D. Bijleveld om vergun ning tot afwijking der Bouwverorde ning voor het verhouwen van het per ceel Barteljorisstrat 29. De heeren Miezérus en V a 11 Liemt malven bezwaar tegen dit voorstel.Laatstgenoemde heeft zich ver. wonderd over de weigering van B. en W„ alleen om het motief van een rooilijn in een verre toekomst. Dat vindt spreker onbillijk. Bovendien geldt het hier het. verbouwen van de leelijkste pui in Haarlem. Spreker, hoopt, dat cle Raad het voorstel van i >n W. niet zal aannemen. K 1 a n 't: Wat is dit boek nat! Bibliothecaris: Geen won dert De meisjes moeten altijd huilen als ze het lezen. We kunnen het ge woonweg niet droog houdenl Schoenpoetser: Wie is,die man, mot wien je daar juist stond te praten C o u r a n t e n jo n gen: O, ik en hij hebben vroeger eens samen ge werkt. Hij was de uitgever van één van mijn couranten! Z ij: Jan je moest 'dat rooken laïen! Dat, doet je veel kwaad. II ij: Ik ben nu zestig, en zie ik er soms naar. uit dat het me gehinderd heeft? Z ij: Nee Jan, maar als je 'fc met had gedaan, was je misschien al 70 geweest! De heer R e i n a ld a, wethouder, merkt op, dat do Raad toch zelf de rooilijn heeft vastgesteld. Practiscb en principieel mag de Raad dus van zulk een bgsluit. niet afwijken. B. en W. hebben trouwens ook niets anders gedaan, dan een raadsbesluit uitge voerd. Het college wil voorrl goed vasthouden aan de rooilijn wn de Bartel) orisstraat. Het voorstel van vï. en W- wordt zonder hoofdelijke stemming goedge keurd. PUNT 11. Het verkeersvraagstuk op(. de Crco'c Markt. Aan de orde komen de voorstellen van B. en W. (reeds uitvoerig in ons blad gepubliceerd) om beschikbaar stelling van gelden voor do wijziging van het middentrottoir op de Groote 'Markt. De heer Kingma wil eerst gaarne de kostenberekening zien. De lieer Klein Schiphorst kan zich met de verdeeling van de t.usschenruimten voor het rijdend Ver keer niet vereenigen; hij vreest hier door ongelukken. Een denkbeeld van spreker is ook, om aan do uit "de Groote Houtstraat komende fietsers de gelegenheid te %even, over een rij- \veg midden tusschen den vluchtheu vel te laten rijden. Verschillende heeren vragen even eens aanhouding. Wethouder Reinalda ant woordt daarop, dat B. en W. dit voor stel gaarne willen aanhouden, om met de wenschen van de leden rekening te houden. De Raad gaat daarna cenigen tijd in geheime zitting. Na heropeniug der vergadering komt aan de orde PUNT 12. Het tapverbcd op de dagen der Koninginnefeesten. Aan de orde komen de bekende voor- stellen der commissie ingevolge art. 136 der Gemeentewet tot vaststelling van een verordening betreffende liet tappen van sterken drank op feestr dagen. De Voorzitter leest de verschil lende artikelen voor, waarbij enkele Jeden af en toe „stemmen!" roepen» Dit geeft wethouder Reinalda aanleiding óm op te merken, dat het altijd een goede gewoonte in den Raad geweest is, wanneer hij in -principe^ eenmaal een besluit genomen heeft, geen aanmerkingen meer te maken op de zaak zelf, maar uitsluitend zich to bepalen tot den tekst van de door de Rechtsgeleerde Commissie samenge stelde verordening. Thans wekt het bij spreker een vreemde gedachte, tel kens liet woord „stemmen" te liooren. weerklinken. De zaak zou er anders vóór staan, als die roepers herope ning, van de discussie gevraagd had den. Maar dat is niet geschied- Zij zouden dus blijkbaar willen profitee- ren van een andere samenstelling van den Raad. Dit keiftT hij ten seherpsto af. De heer Wolzak merkt op, dat hij in de vorige zitting niet tegen woordig is geweest. Daarom wil hij thans stemmen. De heer Gerritsz vereenigt zich volkomen met de mccning van .wet houder Reinalda. Hij meent, dat 'de Raad zich aan een eenmaal genomen principieel besluit moet houden. Het overkomt iedereen immers wel eens, dat hij afwezig is geweest. Spreker zegt, dat cle ^sociaal-democraten nog nooit pogingen hebben aangewend om van een andere samenstelling van den Raad te willen profiteeren. Hij hoopt dan ook, dat de Raad niet met deze ;oede gewoonte zal breken. De heer Van Liemt zegt, dat liet geroep van „stemmen!" met de samenstelling van den Raad niets heeft te maken. i heer Miezérus'is den vorl- gen keer eveneens afwezig geweest. Als hij er toen geweest was zou hij stel lig tegen hebben gestemd, want met zulke verordeningen- bouwt meu het publiek niet op. Daarom wil hij thans stemmen. FeisiSleton Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 21) HOOFDSTUK XVI. Helen Raymond stond in de biblio theek van de -Priorv, en keek met een ongeloovige uitdrukking op haar ge zicht, naar John Pennington. Haar gezicht was heel bleek en haar stem trilde toen ze sprak. „Wat zei je, John?" „Ik zei dat er een man vermoord is bij het boschje een eindje voorbij het hek en dat de bedrieger, die zich zelf bij den naam van mijn neef noemt, er van beschuldigd wordt". „Wie. wie heeft er liem van be schuldigd?" „Arcott, cle veldwachter". k Er kwam een minder gespannen uit drukking op Holen's gezicht. ,.0i" riep ze uit. „Arcott is een dwaas. Dat weet icil&rccn. Dus dit is natuurlijk ook weer een van zijn stommiteiten". „Ik vrees dat ik het niet met je eens ben", antwoordde Pennington vriendelijk. „Arcott schijnt het dezen eeuen keer wel degelijk bij het rechte eind te hebben". „Waarom denk je dat?" vroeg het meisje. „Daar z!ijn een, heelebool redenen voor, redenen die, denk ik, nog wel anderen clan miji zullen overtuigen, en die zeker voor iedere Engelsche jury voldoende zullen zijn". „Vertél ze mij dan eens". „Nu, om te beginnen was ik bij Ar cott toen we heb lichaam vonden. Ik was op weg hier naar toe, toen ik iemand hoorde gillen -van angst of van pijn en toen ik terug liep, botste ik tegen Arcott aan, en omclab hij zenuwachtig was ben ik. met hem den weg afgeloopen om hem te helpen zoeken, We vonden don man, die be weert clat hij Anthony Dartnell is, ge knield naast diet lichaam van een man die doodgestoken was. Blijkbaar was hij z'jn kleeren aan 't doorzoeken en toen we bij hem kwamen zat er bioed aan zijn handen „Misschien probeerde hii of hij nog iets voor den armen man doen kon", zei Ilelen. „Dat zou een aannemelijke verkla ring geweo'.t zijn", antwoordde Pen nington droogjes, als er geen andere dmgou bij kwamen". „Wat dan?" „Wel, in de eei'ste plaats het wa pen waarmee de moord is gepleegd. Arcott heeft het gevonden. Het is een soort van dolle, die in Italië nogal veel voorkomt, geloof ik, en het is oen deel van een wandelstok, dien mijn overleden oom daar gekocht had". „Hoe weet je dat?" vroeg Helen met bevende stem en een verdrietig ge zichtje. „Ik! Ik weet er niets van. Het W6rd beweerd door een lakei van de Priory. Hij kwam mot een van do jachtopzieners aanloopen en herken de het wapen ionmiddellijk toen Ar cott het had gevonden. Ik vrees dat er tegen zijn getuigenis niet veel in. te brengen zal zijn". Helen zweeg een heelen tijd. Ze keek strak in het vuur en toen ze ein delijk weer haar oogen naar Penning- Ion opsloeg, was er een bezorgde uit drukking op liaar ge-laat". „Wie. wie is do vermoorde man?" vroeg ze, bijna fluisterend. „liet is Salnovo den man met wien die zoogenaamde Dai'tneil van morgen nog ruzie had". „Salnovo!" herhaalde Helen met bevende stem". ,,.Ta, do man wiens mooie dochter dien bedrieger verpleegd heeft, toen hij koorts had, als het tenminste waar is, wat ie mij verteld hebt. Dat feit als liet c:u feit is maakt de mis daad nog vreeselijker". „Ik kan niet gelooven dat hij zoo iets vreeselijks heeft gedaan!" barstte biet meisje los. „Het is bijna ongeloofelijk!" stem de Pennington rustig toe. „Maar je vergeet één ding'. Je hebt zelf gezien dnt hij zijn stok ophief om dien man, dien hlij nu vermoord (heeft, te slaan, on jo moet toch ook wel gezien heb ben dat ze vanmorgen niet vriende lijk jegens elkaar gestemd waren toen ze van elkaar gingen. Als een jurv da.t van je zou hooren, zouden ze meer dan ooit overtuigd worden van de schuld van den man, dien je maar ais je neef blijft beschouwen". „Van mij zullen ze hét nooit hoo ren!" riep liet meisje uit. „Neen", antwoordde Pennington langzaam. „Het is niet noodig, dat jij en ik ons met zoo'n vreeseli?Ke zauic bemoeien. Het staat er zonder onze verklaringen al slecht genoeg met hem voor. Dat is een van de redenen waarom ik hier dadelijk gekomen ben. Je bent er zeker niet. opgesteld om nis getuige in- deze zaak te worden opge roepen?" Helen rilde bij. het idee; toen viel haar iets in. „Waarom maak jo'de daar bezorgd over? ,,Jo mag Anthony immers niet lijden?" „Xecn, dat is waar! En het. kan me ni"ts schelen wat er met me gebeurt. Maar ik ben bezorgd over jou en wat er met jou gebeuren zou. Om jou zorgen en onaangenaamheden te sparen stel ik je voor om te zwij.. oyer wat we gezien hebben. En om diezelfde reden zal ik ook zwijgen; want als ik er over spreek, wordt jij er ongetwijfeld ook hij betrokken. Bet spijt me heel, heel erg voor je. Je ge loofde in dien man. Dat heb ik nooit gedaan. Van het begin af, was 'k er zeker van, dat hij een schurk en een bedrieger was en wat er vanavond ge beurd is, bewijst dat hij zelfs nog iets ei'gers is. „Maar waarom zou hij dien Salno vo vermoorden?" riep Helen verdrie tig uit. „Dat kan ik je niet zeggen", ant woordde Pennington. „Als we precies wisten welke verhouding er tusschen hen bestond, zon het antwoord ge makkelijk genoeg te vinden zijn. Maar ik heb vanmorgen al met je over tc-n mogelijke verklaring van hun twist gesproken en die zelfde verklaring zou voldoende aanleiding inhouden voor de misdaad,,die vanavond geschied is. Ze hadden ruzie gemaakt over do ver deeling van de buit, mogelijk oclc over de mooie dochte-r van den doo- deu man over wien je me verteld hebt. Salnovo had waarschijnlijk op de een of andere manier den ander in zijn macht, en deze was bang en Leeft I daarom Salnovo gedood. Op die ina- j nier bekeken; ziet de zaak er vrij een voudig uit. „Ik wil het niet gelooven", riep Helen uit en toen bai'slte ze plotse ling in snikken uit en verborg haar. gelaat in haar handen. „Dat pleit meer voor je hart, dan voor je verstand, nichtje". Zijn stem klonk spottend en zijn woorden deden het meisje zeer onaan genaam aan. „Wat zou dat?" riep ze uit. ,.De in gevingen van ons hart. zijn altijd de juiste. Wat het hart gelooft is juister dan allo gevolgtrekkingen van een slechfdenkend verstand. Ik geloof niet dat Anthony Dartnell dien Salnovo vermoord heeft. Ik weet dat het er heel slecht voor hem uit. ziet, maar ik geloof dat liij niet in staat is, tot zoo'n misdaad". Ze zweeg en keek hem met schit terende oogen, dio vochtig waren v.-.n tranen aan; toen zei ze plotseling: ,Als je prijs stelt op mijn vriend schap moet je nu weggaan en mij nooit meer probeeren wüs te Anakcn dat Anthony Dartnell schuldig is aan een moord Pennington keek naar haar, en wist dat het niet in ziin belang zou zijn, als hii nog bleef. En feu slotte, dacht hij bij zichzelf, was dat ook niet noo dig. I-Iij had Helen gewaarschuwd cn geinsiuueerd dat Dartnell schuldig was en voorlonoig was dat. het' eeniga wat onmiddollijk noodzakel .k was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5