HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1923 TWEEDE BLAD No. 3218 Reisschetsen De Postauto Twaalf Jaaï gcleckn, in 1911,-. ging! <uns reisgezelschap, van hot lieflijke J Meiringen uit, den Grimsoi op. Meer j dan 2000 meter zouden wij moeten stijgen om die Passhöhe, den top, to bereiken. Maar niet op onze voeten. Wij hadden heit ons gemakkelijker ge maakt. Een wagen zooals we er in het j vaderland nooit een zien, stond ie1 ■wachten: achter den hok voor den koetsier was nog een tweede bok met ruimte voor twee passagiers en achter dien bok de bak met plaats voor vier en daarachter de kattebak voor nog j twee. En vóór dat gevaarte stonden vijf jaarden, twee in bet eerste en 'drie in liet tweede gelid, geen jonge wildebrassen, want. die passen niet op smalle bergwegen langs diepe afgron den, maar bedachtzame, bezadigde, stevige paarden, die wisten van trek ken en van oudsher besefben lioe en waar ze hun pooten moesten neerzet ten. Toen het gezelschap behoorlijk geze ten was, liet Leo, de koetsier, liet zangerig-hooge hira uit zijn keel los. Do paarden trokken aan. Wij reden dien heelen dag, niet twee rustpoo- zen, voor dë maaltijden. Soms, als de weg heel steil werd, wandelden we, om de paarden te verlichten, naast den wagen, 's avonds kwamen wij bo ven aan heb Grimsel-Hospiz, het was er guur en koud, uit dé triestige om geving van grauwe rotsen en zware wolken druppelde een motregen. Wre moesten nog hooger, liet steilste ge deelte kwam nog, de trouwe paarden, schrap op de adiberpooten, trokken ons naar boven. Eindelijk waren we op heb hoogste punt. Beneden ons, vier honderd meiers lager, zagen wij het hótel van Gletscli, waai' we zouden pvernachten. Toen sprong Leo van den bok af. Hij onderzocht de leidsels, de stren gen, bet lieele tuig, de remblokken voor de wielen, hij haakte de sloffen los, de houten schoenen aan kettin gen, schoof die onder de achterwielen om ze tegen te houden, zoodat niet; alles op de remblokken zou aankomen, en begon op de zigzagwegen met liuu korte, scherpe bochten, te dalen. De remmen kraakten, de slof knarste, de paarden, gesteund door 'de strakge- höuden leidsels in Leo's stevige vuist, liepen den boclifc telkens zoover moge lijk uit lot vlak bij het kleine muur tje, dat als borstwering moest dienen aan den rand van den afgrond, draai den dan den scherpen hoek om en gin gen al traverseerend verder: liet was als een loer hij Carré. En eindelijk bracht Leo zegevierend met de zweep klappend, zijn vijf span met koets en vrachtje voor den stoep.van liet hótel. Er brandde midden in Augustus een vroolljk vuurtje, de thermometer wees hier twee graden onder nul. Den volgenden morgen daalden wij in denzelfden wagen, langs den Fur- ka-pas, af naar Andermatt, wandelden naar Göschenen, stapten daar in den trein waar de thermometer 03 graden boven nul aanwees en kwamen in den namiddag te Lugano: do tocht van Meiringen uit lia'd juist twee dagen geduurd. Dat was in 1911. Wij waren nu weer in Meiringen, konden opnieuw over den Grimsel gaan. Maar niet mei Leo en zijn vijf- span. De Zwitsersche Staat heeft sinds dien tijd zijn post- en aubodienst ingericht. De felgeolgeschilderde wal gen staat al te wachten als wij even vóór achten ons hótel vaarwel zeggen. Onze biljetten/ die er uitzien als ge wone spoorkaartjes, zijn vóóraf be steld, want er zijn veel liefhebbers voor den tocht en de wagen is zóó groot, niet, of bij kan maar veertien personen bergen: op drie banken elk vier, vooraan naast den bestuurder twee. Onze bagage wordt achterin ge stuwd, met touwen vastgemaakt eni met zeil overdekt. Dan komt de be-. j stuurder, een stevige jonge Zwitser, I met de uniformpet van den postdienst op, een linnen kiel over zijn kloeren. Hij legt de kleine postzakken voor de bergdorpjes die wij zullen passeeren, naast zich neer, draait den motor op, springt, weer op den wagen liet lange gevaarte zwaait van het post kantoor weg, de straat op, de bergen die ons omringen tegemoet. Nu geen oponthoud meer van een uur of een paar uur, zooals bij Leo's (gespan. De motor heeft haver, noch i water noodig, evenmin rust voor ver moeide spieren. De bestuurder ruilt in de dorpjes ev'en de postzakken, gunt. een enkelen keer aan de passagiers „zeilli Minuten Aufenthalt", om de wel stijf geworden beeneu even te strekken, een andermaal om den praehtigen Handeek-waterval te be wonderen overigens gaat het maar voortdurend verder. Binnen drie uur zijn wij aan het H o s p i z. Een kwar tier rust, om een warm bord soep te eten, want het is weer grimmig op den Grimsel, precies als in 1911. Tot dusver heeft niemand en aan gedacht, ook maar een ©ogenblik naast den wagen te loopen, de motor heeft ons medelijden niet noodig, do wagen zou ons éénvoudig vooruitsnellen en de chauffeur ons voor dó keus stellen: blijven zitten of loopen. Nu komt hot laatste en steilste ge deelte vóór de Passhöhe. Kalm stuun de chauffeur den wagen de hoogte op. De oogen gevestigd op den weg vóór hem neemt hij de korte bochten met, zekerheid en gemak. Wij trekken jas sen en mantels aan, we gaan 'door laaghangende wolken 'heen, waaruit een kouden motregen neersijpelt. De motor bromt en gromt, het uiterste wordt van hem gevergd, hij doet het zonder 'bezwaar. En eindelijk, data is de top. Beneden ons cle als 't ware schuin op den weg liggende zigzag wegen, die leiden naar het hótel van Gletscli. De bestuurder heeft hier niets te inspecteereu, hij weet, dat al les in orde is, zet alleen zijn zonne bril af, die in 'deze omgeving van grauwe walken toch geen nut meer heeft, drukt zijn postpst wat vaster op zijn hoofd en begint de daling. Rustig en kalm neemt hij de scher pe bochten. We voelen Wel, dat de luge muurtjes als borstwering weinig te beduiden zouden hebben, wanneer do auto er mee in botsing kwa.m maar niemand veronderstelt ook maar een oogehblik, dat het zoover zou kun nen komen. Al de passagiers hébben een gevoel van absolute veiligheid. En als ik nog even terug denk aan I/fio en zijn inspectie van tuig en remmen, aan zijn rammelende sloffen, 'dan voel ik meer. dan ooit, hoe de veiligheid op deze bergpaden vergroot is nu niet meer het piaar, maar de motor als trekkracht werkt. Na weinige minuten staan wij voor de deur van het hótel le Gletscli. I-Iier zulleu we middagmalen. Twee uur la ter dalen wij met een verschen auto weer lands den Rhóne-gletschev over de Furlca naar Andermatt af. Als ivo wilden, zouden we 'dezen zelfden dag Lugano nog lcunnén balen, dus in één dag den toer doen, die in 1911 twee dagen vorderde. Maar we reizen niet om records te slaan, nemen dus lie ver onzen intrek in een van de hotels en gaan pas den volgenden morgen verder. Nauwelijks waren we weer thuis in I-Iolland, of de verschrikkelijke tij ding kwam van het ongeluk le Sai.nl Sauvcur. Ook met een grooten auto. Zou dau toch ook dit vervoermiddel zijn onzekerheden hebben, zijn grillen en gevaren? De heer Kuypers, die er het leven afbracht, vermoedt dat de chauffeur den wagen niet meer in de hand had. Hij weet het niet zeker. En d'e eenige, die opheldering kan ge ven, de bestuurder, kwam met zijn' passagiers om. afdoende. Van een verbrande mug is niets meer te vreezen, Dr Droog noemde o.a. Cuba en heb Panamakauaal, waar de muggenbe- striidiing veel succes hoeft gehad. Het is zek-er twee jaar geleden, dat ik den taateten Panamees op mijn reizen heb ontmoet het onderwerp kwam toen tusschen ons ter sprake en hii zei, na denkend „wij in Panama staan voor de oplossing van een heel moeilijk probleem, namelijk hoe wij ens moe ten verweren legen de muggen, die onze vervolging overleven. Do dlood-e geven ons minder zorg." Ik zie hem nog vóór mij. (Don Dic-go de los Ha- banas was zijn. naam) zooals bij daar op het smalste gedeelte van de land engte stond, den wijsvinger, met den zegelring der familie peinzend aan 't voorhoofd (bij behoorde tot de zijtak Vuelta Albajo en wel tot het onderdeel daarvan Colorado Claro) als een beeld van ernstige bezorgdheid'. Om hem ge rust te stelten, zei ik„beste vriend Diego, vermoord er zooveel mogelijk en trek je van de overblijvend en niet ta veelt aan." Hij toonde zich dank baar voor bot advies, maar maakte toch de opmerking dat het niet veel baten zou, zoolang de overlevenden voortgingen met zich iets van ons aan to trekken. Na dit antwoord ben ik van de landengte heengegaan. Men kan ook te grondig willen wezen. Overigens ■wenseli ik den gemeenteraad van Heemstede van liarto gaarne liet beste mei zijn pogingen lot. verdelging. Er is gesproken over brochures, die ver spreid zullen worden en ook dezen kunnen do beste gevolgen hebben-. Een goed woord vindt altijd een goe de plaats. Het vervelende is alleen, dat een groote gedeelte 'van do mug gen neig altijd niet lezen kan. Wo moeten het toch maar wnardee- ren.-zeg ik. als do g c-meoii te re d c n midden in de vaenntiemaand' beraad slagen óver het wel en wee van d_& gemeente. Persoonlijk beu ik zoo vlij tig niet geweest, daar ik veertien da gen weg was en in dien tijd weinig of niels héb uitgevoerd, alleen mijn medemenec'heii wat aan den tand ge voeld over de vraag, wat zij wél deden in hun vacantietijd. Natuurlijk zeiden de mee-ston „fa miliebezoek" of zooiets. Er waren er ook, die in binnen- of buitenland een reisje gingen maken. Dat is niet inte ressant Er waren er heel wat die gingen visschen. Sonis brachten ze wat thuis, de groote mivkwaardig heid was evenwel, dat de visschen die ze gevangen hadden, groeiden na hun dood. Denkt u dat zooiets onmogelijk is? Wees vooral voorzichtig met dat woord ,ilc zal u het bewijs leveren. Bijvoorbeeld Pieterscn bracht op Woensdag een baars thuis van twintig centimeter. Dat ia al een kanjer van een baars, z-oiu ik denken. Nu ont moette hii Donderdag Jansen en zei: „gister hob ik een baars, gevangen, precies twee en twintig en een halven centimetér 'lang". Vrijdag zag hij zijn vriend KIaassen en zei..eergister ving ik oen baars, precies vijf en twintig centimeter". „Waarom geen meter?" vroeg Klaasen. „Het is op mijn woord waar." „Laat zien," zei Klassen. „Ja, we hebben hem al opgegeten." „De jokken steekt je tien centimeter de keel uit," zei Klassen en liep door. Ik vrees dat de dooie en opgegeten baars op Zaterdag wel tot dertig centimeter zou zijn gegroeid, wanneer Pie terse dienzelfden ochtend in de vroegte niet een paling gevangen had. die de her innering aan de baars ge-heel uit zijn hoofd verdreven had. Sommige men- sclien beweren, dat de visschen na hun dood in de pan niet meer kunnen groeieil, maar dit spreek ik ten stel ligste tegen. Pietersous visschen blij ven wel degelijk doorgroeien na hun dood. Het is zoo jammer, dat wij men- schen elkaar niels bijzondere gunnen. Deden wc dat Wel, dan zou er veel minder haat en nijd in de wereld we zen. Op mijn laatste omzwervingen heb ik ook iemand aangetroffen, die in zijn vacantio geld verdiende, in plaats van het uit te geven. Iedereen zal toegeven, dat dit een zeMz.aamh.eid is. Hii leverde geplakte winkel/ukken aan kleine winkeliers en had nogal eens te kampen met slechte betalers. Tegen vacantietijd verzamelde hit qto talities óre wel al tien keer waren te ruggezonden en waar niets meer van te verwachten scheen en giug op reis. „Goeien morgen", zei hij, 's mor geus vroeg bij zijn eersten debiteur bin nenkomende, „zou u deze kleine qui- tantie willen betalen?" Do schuldenaar, die tegenover de klanten in den winkel moeilijk zeggen 'kon, dat hij niet wou of kon betalen, vroeg of de man straks even terug wou komen, hij had het nu te druk. „O, welzeker."' En na een half uur stond hij er weer. „Dat is gauw", zei de debiteur, „ik moet heb nog nakij ken". „Kijk heb dan na", zei de fabrikant en ging op een tabouret zit ten. „Die stoel is voor de klanten, zou je daar af willen gaan?" „Met plezier", ik lean heel goed tegen, staan', maar denk niet, dat je me zóó kwijtraakt. Als 't moet, kom ik van daag nog twintig keer terug en mor gen vijf en twintig en overmorgen dertig." En tegen dat dreigement was niemand bestand, zoodat lvij 's mid dags van den eersten dag gewoonlijk zijn geld al beet had. „Is dat niet een beetje onbarmhar tig?" vroeg ik. „Tegenover onwillig© betalers?" vroeg bij. „Neen tegenover onmaohtigen„Ja", zei hij, „dat heb ik ook al meegemaakt- Een jonge kerel, die hard werkte, maar geen be drijfskapitaal genoeg had, daar heb ik alles, wat do onwillige hadden be taald achtergelaten, en dat is zijn op komst geweest." Waaruit blijken kan, wil ik maar zeggen, dat do strengste schuldeisehcr wél een goed hart kan hebben. Dan heb ik er een ontmoet die amb tenaar was bij bet kadaster en ih zijn vacantietijd ging schilderen. Daarna vernietigde hij het weer, om dat het niet mooi genoeg was. „Over een jaar begin ik weer", zei hij „mis schien wordt het dan beter." (Jok heb ill er een ontmoet, die een groo ten kuil groef voor lichaamsbewe ging en aan 't eind van de vacantio den zandberg1 er weer in deed. Er wa ren mannen., die zonder hun vrouw en kinderen, op reis gingen. 'k 1-Ieb ook een vrouw ontmoet die tot-liaar man zei: „jij hebt nu vacautie, pas maar een week op de kinderen, cle anclcro een en vijftig weken doe ik liet ik ga naar mijn moeder." Het is do vraag of dat niet een heel billijke op lossing is: de vacantie van den man een. rusttijd voor de vrouw Er zijn ér ook, die de heole vacantio in bun tuintje werken en dag welge moed weer naar bun werk gaan. Een heb ik. er gekend, die zwom den hee len dag. Buiten do vacantie had hij er geen tijd voor. „Waarom," zei hij „kan een eend op het water en op heb land leven? Moest de- menseh minder wezen, dan een eend?" Eu dan zwom hij maar weer vroolijk te water. „Als ik, op reis ga", placht hij te zeggen,- „dan is er overal groot gedrang, heb water, heb ik voor mij alleen, de vis schen die ik tegenkom, gaan wel op zij." Misschien is dat nog zoo gek niet in een Jand vol water, waar de schip persknecht die overboord valt, ver drinkt omdat hij niet zwemmen kan. Het eenige gevaar, dat onzen zwem- liefhebbers kan overkomen, is dat hij op dén duur het water zoo plezierig vmdt, dat hij niet meer aan land wil komen tc droog en te vol. ©an zul len zijn vrouw en kinderen staan schrei en aan den oever en zijn buren zullen zeggen, dat hij waterwild gewórden is. Maar dat heeft', deuk ik, (want hij is een verstandig man) voorloopig geen nood- - FIDELIO. INCEZONDEN MED E D EE LIN CEN a 60 Cts. per regel. j DE SPAARNE BANK - HAARLEM ALLE BANKZAKEN^. Hl DEPOSITO MET fil ONDERPAND M M SPAARBrAN_KRENTE li Dit is waar: zelfs de beste machine kan op liet onverwachtst haperen en de kalmste chauffeur blijft een feil baar mensch. Wi] hebben nog een tweeden tocht met een postauto op de zen tocht gedaan, van Chiavenna over den Malojapas, naar St. Moritz. Het was op 't steilste gedeelte, wij hadden al eenige malen een van die korte bochten, waar de lange wagen met ware zeemanschap doorheen moet worden geloodst, met succes genomen, toen in een draai die bijzonder scherp omhoog ging, 'cle bestuurder waar schijnlijk al te snel omschakelde. Al thans de motor stond stil. Onmiddellijk schoot zijn rechter hand uit naar de rem en zette dia vast, Een seconde later had hij weer ingeschakeld, de rem losgezet; cle wa gen liep even achteruit,- toen trok de gedienstige rnotor den volbeladen wa gen weer omhoog. Niemand had 2ich verroerd, er was geen tijd geweest om te schrikken, maar toen do passagiers later bovenop den Maloja waven aan gekomen, zullen er misschien gedacht hebben: „wanneer de chauffeur nu eens niet de tegenwoordigheid van geest had gehad om dadelijk de vim vast te zetten of wanneer de rem, terwijl de wagen als 't ware op zijn achterste pooten stond, bezweken was ja, clan waren wagen en menscben achterover, wie weet hoe ver, van den Maloja afgetuimeld en zat de oncler- geteekendé niet rustig op zijn stoel het gevalletje na te vertellen. Maar wie voor zulke dingen bang is, moot niet op reis gaan in een berg land. Hij kan immers thuis blijven. En uitglijden op een bananenschil vlak voor zijn woning en den iials breken op den rand. van heb trotluir. Op ditzelfde oo-genblik zitten er weer bonderde menscben, cfie van de ramp te St. SaUveur vernomen hebben, in de wagens van de veertien Zwitser sche post-autodveiisten en vertrouwen hun leven aan de stomme motoren en aan,de levende-koelbloedigheid van de Zwitsersche bestuurders toe. Het is waar: ook do Staat heeft zijn maatregelen goecl genomen. De post auto is do beer van de wegen. Wan neer een andere wagen moet passee ren (en niet altijd is daar ruim plaats voor') dan houdt de postauto, onver schillig of de rotswand links 01' rechts ■is, den veiligen leant van den- weg, 'd'e ander gaat langs den afgrond. En er is een druk verkeer op deze bergwe gen! Op den I-Iurka was het als 't, wa re een optocht van auto's, rijtuigen, motorfietsen, soms met z"spanwagens, op d° daling van den Malojapas naar St. Moritz was het nog drukker met rij- en voertuigen. Voor kleine tochten is het paarrl in Zwitserland nog mogelijk. Voor cle groote heeft het afgedaan. Wij ver dragen zijn langzaamheid oolc niet meel-. Van St. Moritz uit hebben wij nog oen rit met een vierspan gemaakt naar de sneeuwtoppen, die de Fex- groép genoemd worden. Auto's waren op den smallen toegangsweg verbo den. 1 Er was dus geen keus. Hier was weer te bewonderen cle voermanskunst van Léo, cle iusnanning van cle paar den, zwaar trekkende op de bijna uit glijdende ac.hterpopieu; wij zagen de remblokken terug en de slof aan den ketting: liet was allemaal aardig en interessant in het wondermooie land schap, maar boven op den bok ach ter den koetsier gezeten, heb ik mij toch niet kunnen onttrekken aan den eigenaardigen indruk dat ik m ij n eigen grootvader was. „Dit is nog niet moeilijk", zei de koetsier, toen ik hem een welgemeend compliment over zijn voermaiiskunsb maakte, „'s Winters, met sneeuw en ijs, vier, vijf, zes sleden hier naar bo en te trokken clat is nog heel wat anders". 'k Wil het graag gelooven, brave! Maar hoelang zal het nog duren vóór dat de auto je ook dat werk uit de handen genomen heeft? I-Iet kanton Graubünden, waarin St. Moritz ligt, verzet zich, 111 't belang van de stal houders, officieel tegen don auto. De postauto wordt er gedoogd, het vc huren van auto's door particulier is verboden. Vreemd doet dit den r. ziger aan, die. iu deze republiek met haar democratische instellingen, brc-e- de opvattingen dacht te vinden. En zulk verzet baat toch niet. D' stroom van den tijd komt onweer staanbaar opzetten en spoelt wie hem tegenhouden willen weg. J. 'C. P. Bimtnlani DE WERKVERSCHAFFING TE APELDOORN. In löfe Donderdag gehouden raadf zitting werd door den heer Veerman (S. D. A'. P.), naar aanleiding van ver zoeken tot wijziging van de nieuwe regeling der loonen bij de werkver schaffing voorgesteldin afwachting van het advie-s van B. en W. daarom trent. de 65-jarigen bij cle werkver schaffing nog niet te ontslaan. Dit voorstel werd zonder hoofdelijk* stemming aangenomen, waarna dezelf de voorsteller den raad stelde, voor de consequentie, om nu ook de invoering van de gelieele nieuwe loonregeling aa.11 te houden, totdat omtrent het verzoek tot wijziging van de Commis sie van Advies inzake de werkloos heidsvoorziening zou 'zijn beslist. Het voortel van den lieer Veerman werd met 12 tegen 11 stemmen a-auge- DE KONINGIN NAAR 's-CRAVEN- HAC5. De Koningin, en Prinses Julaana zullen zich Zaterdag a.6. van Het Loo naar Den Haag begeven. VERDRONKEN. Bij nader onder zoek is gebleken, dat in dc Dinlcel ia verdronken de Gi-jarige brieven- en tele grambesteller B/W., uit Enschedé. Öm-' irent de oorzaak van het ongeluk ver keert men nog in het onzekere. Hel lijk was geheel gekleed. Rijwiel en hoed lagen op den oever. BRANDJE IN HET ROTTERDAM- SCHE POSTKANTOOR. Donderdagnacht om 4 uur is in het nieuws postkantoor op den Cool- sjngèl te Rotterdam, iu het bureel „Aankomst', door kortsluiting brand ontstaan. Met behulp van een b-lusch- apnaraat en zakken zand heelt men heb brandje, clat geen noemenswaar dige schade aanrichtte gebluseht. DE ONTSLAGEN GEMEENTE ONTVANGER VAN RHEDEN. Door den heer J. A. Roclofsz, gewezen ontvanger der gemeente Rheden, is een adres gericht aan de Koningin, houden de verzoek om mei vernietiging in zoo ver van het besluit van Gedeputeerde Staten tót goedkeuring van het raads besluit van Rheden waarbij hem ontslag is verleend als ontvanger dier gemeente, alsnog te bepalen dat het ontslag eervol is verleend. De minister van Binnen- landsche Zaken heeft thans krachtens machtiging van de Koningin aan adres sant te kennen gegeven, dat er van tus- schenkomst. der Regeering in deze geen termen zijn. Minister Colijn en de ambtenaarssalarissen Geen 13 pCt. verlaging maar 10 pCi. Naar de „N.- Arn-h.- Crt." uit welinge lichte kringen verneemt, zal dc door mi nister Colijn voorgenomen vermindering der ambtenaarssalarissen niet 15 maar ;o pCt. bedragen. DE HEER COLIJN NEEMT ONT- SLAC ALS KAMERLID. De heer II. Colijn heeft in verband met zijn benoeming tot minister van Financiën, bericht ingezonden dat hij ontslag neemt als lid van dc Tweede Kamer. ONTDUIKING ACCIJNSBELAS TING. Te I-Ioogezand is door ambte naren een bergplaats van ongedeki spiritus gevonden. Aan accijns is voi eenige duizenden ontdoken. Per schip was de voorraad uit Duitschland inge voerd. ERAND. De boerderij van den heer Chr. Sijpkens, te Altcveer (Gron.) is door onbekende oorzaak tot den grond toe afgebrand. Met veel moeite werd dc 'levende have gered. Een groote voor raad koren en hooi, die niet verzekerd was, ging door het vuur verloren. Huis en boedel waren verzekerd. DIEFSTAL" VAN 1200 Ei iS-jarige loopknecht, R. v. d. B„ Rotterdam, heeft bij de politic aangifte gedaan, dat uit zijn handwagen, welke hij in de Middellandstrat nabij dcti 's-Gravendijkwal eenige oogeablikken onbeheerd had laten staan, een z lederen tasch is gestolen, inhoudende f 1200, toebehoorende aan de firma De Bruin Bakhuysen, grossiers in siga retten, aan den Schiedamschen Eenige uren later kwamen twee jongens bij de politic de zwart lederen tasch brengen. Zij hadden gezien, dat een man van middelbaren leeftijd in de Jozef laan iets uit de tasch nam cn deze toen wegwierp. DE FAILLISSEMENTS-AANVRAAC 'VAN DEN HEER BROEKHUIJS. De faillissements-aanvraag van. den heer W. H. Broekhuijs door een Haag- sche tuindersfirma -kon Vrijdag voo I-Iaagsclie rechtbank niet worden behan deld, aangezien het bleek, dat de heer 'Broekhuijs op het oogenblik van de fail, lissementsaanvrage te Heerlen woonde. De rechlbank stond voorloopig 1; gen uitstel toe op verzoek van Smalhout, optredend voor de aanvraag- BEVORDERING VAN AMERI KAAN SC H TOERISME IN NEDER LAND. Op Dinsdag 21 Augustus zullen in de groote vergaderzaal van het Scheep- vaarihuis te Amsterdam, des namiddag: le 2.30 uur, vergaderen de vertegen woordigers van de Ned. Spoorwegen, de Ned.-Amcrikaansehe Kamers van Koop handel te Amsterdam en New-York, dc Rcederijen varende op onze koloniën, respectievelijk op Nederland, de Alg, Ned. Ver. voor Vreemdelingenverkeer, de Vereeniging „Nederland in den Vreemde", de Xed.-Amerikaansche Fun datie cn het Koloniaal Instituut om tot een regeling te geraken ter bevordering van het Amerikaansch toerisme in Ne derland en koloniën. De vergadering zal een besloten karakter dragen. AANGESPOELD. De jongeman iuit Purmerend, die Zondag j.l. bij het zwemmen tusschen Casiricum en Eg- mond verdronk, is Woensdagmiddag aan het strand te Castricuni aange spoeld. EEN SLACHTOFFER. De brand, die te Staphorst woedde, heeft ook nog een menschenleven gekostde vrouw- van den landman I-Iendrik Dunnink, die met brandwonden overdekt naar het ziekenhuis te Zwolle werd vervoerd, is daar overleden. TUSSCHEN DE BUFFER.S. Donderdagavond geraakte een 23- jarig rangeerder bekneld tusschen de locomotief en een wagon van do Stoom tram Holl. Spoor, tengevolge waar van hii zijn borstkas kneusde en per auto van den G. G. D. naar zijn wo ning moest worden vervoerd. Onze Lachhoek. BEN KLEIN BEETJE. De Apotheker: Wat moet je heb ben, v-entje. iFliet: Een <1 uWieltje ilövertraan,- maar geeft u alsjeblieft een heel klein beetje, want het is voor mezelf. NIET ZOO BEDOELD. Een juffrouw komt bij een theehan delaar en vraagt een half ons thee. Winkelier:, Wilt u gebroken thee,- juffrouw. JuffrouwN:ce, dar.k u, geeft u maar lieele, want mijn lijm is op. De auto-ramp te Saint- Sauveur. De begrafenis der slachtoffers Een indrukwekkende plechtigheid De begrafenis. Uit Parijs wordt aan de Tel. gemeld De begrafenis van de eerste acht slachtoffers heeft Donderdag om drie uur .plaats gehad. Er was een zeer groote menigte belangstellenden. De plechtigheid was zeer indrukwekkend. Een Neder- landsch priester uit Loui-des, pater Van der Tempel, eu de protestantsehe predikant Van Tarbes, hadden de lei ding. Er werden redevoeringen gehou den door den prefect van de „Hautes Pyrenées", voorts door 'den heer Ca- biro, Nederlandsch consul, den heer Laborde, burgemcestre vati Luz, en door den heer M. Kuyper, een Neder landsch journalist- De Nederlandsche gezant te Parijs, j.hr. Loudon, had aan den prefect van de „Hautes Pyrenées", namens de Re geering een telegram gezonden, waar in hij hartelijk dank zegt voor de sym pathie aan zijn laud in deze droevige omstandigheden bewezen, en hem ver zoekt zijn gevoelens te vertolken aan de onverschrokken redders, die niet aarzelden, met gevaar voor hun leven in den afgrond af te dalen, ten einde te beproeven, de ongelukkige slacht offers terug te vinden en den eenigen overlevende van dit vreeselijk drama, den heer Kuypers, te redden. De dertien kisten waren geheel be dolven onder bloemen en kransen, neergelegd door de autoriteiten cn de zaakgelastigden der Nederlandsche le gatie, de familieleden der slachtoffers en syriipath i eb e tuigende onbekenden. Na de plechtigheid, gehouden in de „Eglise des Templiers' begaf de in drukwekkende stoet, geleid door den prefect vari de „Hautes Pyrenées", den onderprefect van Argeles cn den lieer 'Laborde, burgemeester van Luz, en den Nederlandsc'nen consul, zich naar het Stadhuis te Luz terug, waar de Protestantschc plechtigheid gehouden werd. De prefect sprak hier woorden van deelneming namens de Frensche re geering. Vervolgens gaf de heer La borde aan den Nedeiïandschen consul de verzekering, dat de bevolking van Luz steeds de herinnering aan de on gelukkige slachtoffers in haar hart zal bewaren en dat zij voor hunne gra ven zal zorgen als voor cue van hare liefste overledenen. De heer Cabiro, Kederiandsch con sul. bedankte de autoriteiten en dé be volking voor hun warme uitingen van sympathie en voor de bewonderens waardige toewijding. Ten slotte sprak een Nederlander nog een laatste woord van vaarwel tot onze ongelukkige land genooten- Nog drie lijken opge haald. Nader kan gemeld worden, dat er nog drie lijken uit de Grave zijn opge haald, 11.1. twee vrouwen en een man. De twee vrouwen lagen onder den „Pont Napoléon", de man een eind verder stroomopwaarts. Men heeft dit slachtoffer met oen koord aan den oe ver kunnen brengen. Deze, lijken wa ren geheel of bijna geheel naakt, daal de kt eer en door de kracht van den stroom waren afgescheurd. Men heeft ook het lijk van den chauffeur J^oa Augé gevonden. Het was beklenui Tiïs- 'sehen het stuur van den auto- Het op- ruimiugswerk wordt voortgezet. De kisten staan klaar 0111 de lichamen te ontvangen. Over eeuige dagen zullen deze slacht offers te Lour des begraven worden. Maariefflsier Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Met alle waai'deering voor de in- stoumgeii eu personen, die zien nu at jarenlang toeieggen op de verclei- gn.g van ue iiiuggen, die d-e malar ja vm'spreiuen en Otcrbreiigen, had ik toen den indruk gekregen, dat die zieMu sedert de stelselmatige bestrij ding begon, eerder tos- oan afgeno men was. Het aantal gevallen was, ooii volgens cle dokters, grooter dan 0..1:. Du gaf te-denken. Wat waren wij eigenlijk Van ae dierenwereld af? hou mug is wel klein, maar er kan veel verstand geborgen worden op een kiem piekje, ixapoieon en andere be roemde personen waren klein, maat- groot genoeg om veel hersens te heb ben. is het nu wezenlijk totaal on denkbaar, dat de mnggenwereld, ver nemende en ervarende, hoe wij inen- sciien togen haar te keer gingen, in woede ontbrandde en op haai- bijeen- komsten (wie lieeft ze niet zien ver- gadelen in den zonneschijn?) besloot zich te wreken, en meer dan ooit do verspreiding van de malria te bevor- deren? Dit jaar hebben wij van muggen weliswaar minder verdriet gehad, f Maar waarom? Omdat de muggen- maand, Juni, bijzonder slecht weer heeft meegebracht. Als de Natuur zich ergens mee gaat bemoeien, dan kan de- mensch met zijn stumperige j pogingen w©l thuis blijven. Regen, wincl en kou hebben onder het anop-he- lcs-le-ger dus blijkbaar een groote op- ruiming gehouden. Het gebeurde maar zeiden, dat je in die maand liet moede hoofd ter ruste leggende, bet. sarrende gecons vernam en het] was bovendien niet. moeilijk, den sar-j renden aanvaller het leven te ontne men. 'Hij scheen minder krachtig, clan zijn voorgangers, misschhn niet zoo zelfbewust als anders, wegens het kleiner aantal. Moet nu de stelselma tige muggenverdelging door de men sehen, 11a de ervaring van de twee laatste jaren, worden voortgezet of niet? Moeten wij zoo redeneeren: de Natuur, die er ons dit jaar zoo knap handig afhielp, zal dat in 1924 wel weer doen'? Of is het'beter, to zeggen: als wij mensc-hen de muggen met rust laten, dan zullen zij, op hun beurt het ons ook niet te lastig ma ken? In mijn jeugd werden mij altijd twee spreuken als hooge wijsheid voor gehouden: „wie goed doet, goed ont moet, wie kwaad doet, kwaad ont moet!" Maar ik geef toe. dat het on zeker is, of dit ook op muggenver delging kan worden toegepast. Het is zoowat een halve eeuw geleden, wij hadden den anopheles nog hee- lemaal niet als malartaverspreider leeren kennen, schreven de ziekte veel. eerder toe aan onplezierig riekende slootjes, aan moerassen en dergelijke. Do burgemeester van Heemstede wil de muggen blijven verdelgen met pa raffine, Wethouder Droog vindt, dat niet voldoende, hij recommandeert- om' de boosdoeners in liet najaar op zolders en in kelders te vernietigen. Ook wil do burgemeester, dat de inge zetenen zullen meehelpen. Dat woord was goed bedoeld, maar daar kwam zoowaar 'liet raadslid -van clen Eif met cle vrees, dat de gemeente een mal figuur z.cu maken, als zij aan de ingezetenen de verplichting oplei om deel te nemen aan de muggen jacht. Nu ja, verplichting is een hard woord. Maar als er eens een premie werd uit geloofd, laat ons zeggen een kwartje per honderd, of per vijfhonderd of pee duizend, ik ken -het tarief zoo niet en dan iedere week inleveren, bijvoor beeld op den Zaterdagmiddag die -„och vrij is en ze dan laten natellen do »r den comptabelen ambtenaar van 't Raadhuis, 'daarna overgieten met dc parafine van den burgnuecster en -Lm in brand stek:n. Dit laatste vooral is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5