HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1923 TWEEDE BLAD
No. 3218
Reisschetsen
De Postauto
Twaalf Jaaï gcleckn, in 1911,-. ging!
<uns reisgezelschap, van hot lieflijke J
Meiringen uit, den Grimsoi op. Meer j
dan 2000 meter zouden wij moeten
stijgen om die Passhöhe, den top, to
bereiken. Maar niet op onze voeten.
Wij hadden heit ons gemakkelijker ge
maakt. Een wagen zooals we er in het j
vaderland nooit een zien, stond ie1
■wachten: achter den hok voor den
koetsier was nog een tweede bok met
ruimte voor twee passagiers en achter
dien bok de bak met plaats voor vier
en daarachter de kattebak voor nog j
twee. En vóór dat gevaarte stonden
vijf jaarden, twee in bet eerste en
'drie in liet tweede gelid, geen jonge
wildebrassen, want. die passen niet op
smalle bergwegen langs diepe afgron
den, maar bedachtzame, bezadigde,
stevige paarden, die wisten van trek
ken en van oudsher besefben lioe en
waar ze hun pooten moesten neerzet
ten.
Toen het gezelschap behoorlijk geze
ten was, liet Leo, de koetsier, liet
zangerig-hooge hira uit zijn keel los.
Do paarden trokken aan. Wij reden
dien heelen dag, niet twee rustpoo-
zen, voor dë maaltijden. Soms, als de
weg heel steil werd, wandelden we,
om de paarden te verlichten, naast
den wagen, 's avonds kwamen wij bo
ven aan heb Grimsel-Hospiz, het was
er guur en koud, uit dé triestige om
geving van grauwe rotsen en zware
wolken druppelde een motregen. Wre
moesten nog hooger, liet steilste ge
deelte kwam nog, de trouwe paarden,
schrap op de adiberpooten, trokken
ons naar boven. Eindelijk waren we
op heb hoogste punt. Beneden ons, vier
honderd meiers lager, zagen wij het
hótel van Gletscli, waai' we zouden
pvernachten.
Toen sprong Leo van den bok af.
Hij onderzocht de leidsels, de stren
gen, bet lieele tuig, de remblokken
voor de wielen, hij haakte de sloffen
los, de houten schoenen aan kettin
gen, schoof die onder de achterwielen
om ze tegen te houden, zoodat niet;
alles op de remblokken zou aankomen,
en begon op de zigzagwegen met liuu
korte, scherpe bochten, te dalen. De
remmen kraakten, de slof knarste, de
paarden, gesteund door 'de strakge-
höuden leidsels in Leo's stevige vuist,
liepen den boclifc telkens zoover moge
lijk uit lot vlak bij het kleine muur
tje, dat als borstwering moest dienen
aan den rand van den afgrond, draai
den dan den scherpen hoek om en gin
gen al traverseerend verder: liet was
als een loer hij Carré. En eindelijk
bracht Leo zegevierend met de zweep
klappend, zijn vijf span met koets en
vrachtje voor den stoep.van liet hótel.
Er brandde midden in Augustus een
vroolljk vuurtje, de thermometer wees
hier twee graden onder nul.
Den volgenden morgen daalden wij
in denzelfden wagen, langs den Fur-
ka-pas, af naar Andermatt, wandelden
naar Göschenen, stapten daar in den
trein waar de thermometer 03 graden
boven nul aanwees en kwamen in den
namiddag te Lugano: do tocht van
Meiringen uit lia'd juist twee dagen
geduurd.
Dat was in 1911.
Wij waren nu weer in Meiringen,
konden opnieuw over den Grimsel
gaan. Maar niet mei Leo en zijn vijf-
span. De Zwitsersche Staat heeft
sinds dien tijd zijn post- en aubodienst
ingericht. De felgeolgeschilderde wal
gen staat al te wachten als wij even
vóór achten ons hótel vaarwel zeggen.
Onze biljetten/ die er uitzien als ge
wone spoorkaartjes, zijn vóóraf be
steld, want er zijn veel liefhebbers
voor den tocht en de wagen is zóó
groot, niet, of bij kan maar veertien
personen bergen: op drie banken elk
vier, vooraan naast den bestuurder
twee. Onze bagage wordt achterin ge
stuwd, met touwen vastgemaakt eni
met zeil overdekt. Dan komt de be-.
j stuurder, een stevige jonge Zwitser,
I met de uniformpet van den postdienst
op, een linnen kiel over zijn kloeren.
Hij legt de kleine postzakken voor de
bergdorpjes die wij zullen passeeren,
naast zich neer, draait den motor op,
springt, weer op den wagen liet
lange gevaarte zwaait van het post
kantoor weg, de straat op, de bergen
die ons omringen tegemoet.
Nu geen oponthoud meer van een
uur of een paar uur, zooals bij Leo's
(gespan. De motor heeft haver, noch
i water noodig, evenmin rust voor ver
moeide spieren. De bestuurder ruilt in
de dorpjes ev'en de postzakken, gunt.
een enkelen keer aan de passagiers
„zeilli Minuten Aufenthalt", om de
wel stijf geworden beeneu even te
strekken, een andermaal om den
praehtigen Handeek-waterval te be
wonderen overigens gaat het maar
voortdurend verder. Binnen drie uur
zijn wij aan het H o s p i z. Een kwar
tier rust, om een warm bord soep te
eten, want het is weer grimmig op
den Grimsel, precies als in 1911. Tot
dusver heeft niemand en aan gedacht,
ook maar een ©ogenblik naast den
wagen te loopen, de motor heeft ons
medelijden niet noodig, do wagen zou
ons éénvoudig vooruitsnellen en de
chauffeur ons voor dó keus stellen:
blijven zitten of loopen.
Nu komt hot laatste en steilste ge
deelte vóór de Passhöhe. Kalm stuun
de chauffeur den wagen de hoogte op.
De oogen gevestigd op den weg vóór
hem neemt hij de korte bochten met,
zekerheid en gemak. Wij trekken jas
sen en mantels aan, we gaan 'door
laaghangende wolken 'heen, waaruit
een kouden motregen neersijpelt. De
motor bromt en gromt, het uiterste
wordt van hem gevergd, hij doet het
zonder 'bezwaar. En eindelijk, data
is de top. Beneden ons cle als 't ware
schuin op den weg liggende zigzag
wegen, die leiden naar het hótel van
Gletscli. De bestuurder heeft hier
niets te inspecteereu, hij weet, dat al
les in orde is, zet alleen zijn zonne
bril af, die in 'deze omgeving van
grauwe walken toch geen nut meer
heeft, drukt zijn postpst wat vaster
op zijn hoofd en begint de daling.
Rustig en kalm neemt hij de scher
pe bochten. We voelen Wel, dat de
luge muurtjes als borstwering weinig
te beduiden zouden hebben, wanneer
do auto er mee in botsing kwa.m
maar niemand veronderstelt ook maar
een oogehblik, dat het zoover zou kun
nen komen. Al de passagiers hébben
een gevoel van absolute veiligheid. En
als ik nog even terug denk aan I/fio
en zijn inspectie van tuig en remmen,
aan zijn rammelende sloffen, 'dan voel
ik meer. dan ooit, hoe de veiligheid
op deze bergpaden vergroot is nu niet
meer het piaar, maar de motor als
trekkracht werkt.
Na weinige minuten staan wij voor
de deur van het hótel le Gletscli. I-Iier
zulleu we middagmalen. Twee uur la
ter dalen wij met een verschen auto
weer lands den Rhóne-gletschev over
de Furlca naar Andermatt af. Als ivo
wilden, zouden we 'dezen zelfden dag
Lugano nog lcunnén balen, dus in één
dag den toer doen, die in 1911 twee
dagen vorderde. Maar we reizen niet
om records te slaan, nemen dus lie
ver onzen intrek in een van de hotels
en gaan pas den volgenden morgen
verder.
Nauwelijks waren we weer thuis in
I-Iolland, of de verschrikkelijke tij
ding kwam van het ongeluk le Sai.nl
Sauvcur. Ook met een grooten auto.
Zou dau toch ook dit vervoermiddel
zijn onzekerheden hebben, zijn grillen
en gevaren? De heer Kuypers, die er
het leven afbracht, vermoedt dat de
chauffeur den wagen niet meer in de
hand had. Hij weet het niet zeker.
En d'e eenige, die opheldering kan ge
ven, de bestuurder, kwam met zijn'
passagiers om.
afdoende. Van een verbrande mug is
niets meer te vreezen,
Dr Droog noemde o.a. Cuba en heb
Panamakauaal, waar de muggenbe-
striidiing veel succes hoeft gehad. Het
is zek-er twee jaar geleden, dat ik den
taateten Panamees op mijn reizen heb
ontmoet het onderwerp kwam toen
tusschen ons ter sprake en hii zei, na
denkend „wij in Panama staan voor
de oplossing van een heel moeilijk
probleem, namelijk hoe wij ens moe
ten verweren legen de muggen, die
onze vervolging overleven. Do dlood-e
geven ons minder zorg." Ik zie hem
nog vóór mij. (Don Dic-go de los Ha-
banas was zijn. naam) zooals bij daar
op het smalste gedeelte van de land
engte stond, den wijsvinger, met den
zegelring der familie peinzend aan 't
voorhoofd (bij behoorde tot de zijtak
Vuelta Albajo en wel tot het onderdeel
daarvan Colorado Claro) als een beeld
van ernstige bezorgdheid'. Om hem ge
rust te stelten, zei ik„beste vriend
Diego, vermoord er zooveel mogelijk
en trek je van de overblijvend en niet
ta veelt aan." Hij toonde zich dank
baar voor bot advies, maar maakte
toch de opmerking dat het niet veel
baten zou, zoolang de overlevenden
voortgingen met zich iets van ons aan
to trekken.
Na dit antwoord ben ik van de
landengte heengegaan. Men kan ook
te grondig willen wezen. Overigens
■wenseli ik den gemeenteraad van
Heemstede van liarto gaarne liet beste
mei zijn pogingen lot. verdelging. Er
is gesproken over brochures, die ver
spreid zullen worden en ook dezen
kunnen do beste gevolgen hebben-.
Een goed woord vindt altijd een goe
de plaats. Het vervelende is alleen,
dat een groote gedeelte 'van do mug
gen neig altijd niet lezen kan.
Wo moeten het toch maar wnardee-
ren.-zeg ik. als do g c-meoii te re d c n
midden in de vaenntiemaand' beraad
slagen óver het wel en wee van d_&
gemeente. Persoonlijk beu ik zoo vlij
tig niet geweest, daar ik veertien da
gen weg was en in dien tijd weinig of
niels héb uitgevoerd, alleen mijn
medemenec'heii wat aan den tand ge
voeld over de vraag, wat zij wél deden
in hun vacantietijd.
Natuurlijk zeiden de mee-ston „fa
miliebezoek" of zooiets. Er waren er
ook, die in binnen- of buitenland een
reisje gingen maken. Dat is niet inte
ressant Er waren er heel wat die
gingen visschen. Sonis brachten ze
wat thuis, de groote mivkwaardig
heid was evenwel, dat de visschen die
ze gevangen hadden, groeiden na hun
dood. Denkt u dat zooiets onmogelijk
is? Wees vooral voorzichtig met dat
woord ,ilc zal u het bewijs leveren.
Bijvoorbeeld Pieterscn bracht op
Woensdag een baars thuis van twintig
centimeter. Dat ia al een kanjer van
een baars, z-oiu ik denken. Nu ont
moette hii Donderdag Jansen en zei:
„gister hob ik een baars, gevangen,
precies twee en twintig en een halven
centimetér 'lang".
Vrijdag zag hij zijn vriend KIaassen
en zei..eergister ving ik oen baars,
precies vijf en twintig centimeter".
„Waarom geen meter?" vroeg
Klaasen.
„Het is op mijn woord waar."
„Laat zien," zei Klassen. „Ja, we
hebben hem al opgegeten." „De
jokken steekt je tien centimeter de
keel uit," zei Klassen en liep door. Ik
vrees dat de dooie en opgegeten baars
op Zaterdag wel tot dertig centimeter
zou zijn gegroeid, wanneer Pie terse
dienzelfden ochtend in de vroegte niet
een paling gevangen had. die de her
innering aan de baars ge-heel uit zijn
hoofd verdreven had. Sommige men-
sclien beweren, dat de visschen na hun
dood in de pan niet meer kunnen
groeieil, maar dit spreek ik ten stel
ligste tegen. Pietersous visschen blij
ven wel degelijk doorgroeien na hun
dood. Het is zoo jammer, dat wij men-
schen elkaar niels bijzondere gunnen.
Deden wc dat Wel, dan zou er veel
minder haat en nijd in de wereld we
zen.
Op mijn laatste omzwervingen heb
ik ook iemand aangetroffen, die in
zijn vacantio geld verdiende, in plaats
van het uit te geven. Iedereen zal
toegeven, dat dit een zeMz.aamh.eid is.
Hii leverde geplakte winkel/ukken
aan kleine winkeliers en had nogal
eens te kampen met slechte betalers.
Tegen vacantietijd verzamelde hit qto
talities óre wel al tien keer waren te
ruggezonden en waar niets meer van
te verwachten scheen en giug op reis.
„Goeien morgen", zei hij, 's mor
geus vroeg bij zijn eersten debiteur bin
nenkomende, „zou u deze kleine qui-
tantie willen betalen?"
Do schuldenaar, die tegenover de
klanten in den winkel moeilijk zeggen
'kon, dat hij niet wou of kon betalen,
vroeg of de man straks even terug
wou komen, hij had het nu te druk.
„O, welzeker."' En na een half uur
stond hij er weer. „Dat is gauw", zei
de debiteur, „ik moet heb nog nakij
ken". „Kijk heb dan na", zei de
fabrikant en ging op een tabouret zit
ten. „Die stoel is voor de klanten,
zou je daar af willen gaan?" „Met
plezier", ik lean heel goed tegen,
staan', maar denk niet, dat je me zóó
kwijtraakt. Als 't moet, kom ik van
daag nog twintig keer terug en mor
gen vijf en twintig en overmorgen
dertig." En tegen dat dreigement was
niemand bestand, zoodat lvij 's mid
dags van den eersten dag gewoonlijk
zijn geld al beet had.
„Is dat niet een beetje onbarmhar
tig?" vroeg ik. „Tegenover onwillig©
betalers?" vroeg bij. „Neen tegenover
onmaohtigen„Ja", zei hij, „dat
heb ik ook al meegemaakt- Een jonge
kerel, die hard werkte, maar geen be
drijfskapitaal genoeg had, daar heb
ik alles, wat do onwillige hadden be
taald achtergelaten, en dat is zijn op
komst geweest."
Waaruit blijken kan, wil ik maar
zeggen, dat do strengste schuldeisehcr
wél een goed hart kan hebben.
Dan heb ik er een ontmoet die amb
tenaar was bij bet kadaster en ih
zijn vacantietijd ging schilderen.
Daarna vernietigde hij het weer, om
dat het niet mooi genoeg was. „Over
een jaar begin ik weer", zei hij „mis
schien wordt het dan beter." (Jok
heb ill er een ontmoet, die een groo
ten kuil groef voor lichaamsbewe
ging en aan 't eind van de vacantio
den zandberg1 er weer in deed. Er wa
ren mannen., die zonder hun vrouw en
kinderen, op reis gingen. 'k 1-Ieb ook
een vrouw ontmoet die tot-liaar man
zei: „jij hebt nu vacautie, pas maar
een week op de kinderen, cle anclcro
een en vijftig weken doe ik liet ik
ga naar mijn moeder." Het is do
vraag of dat niet een heel billijke op
lossing is: de vacantie van den man
een. rusttijd voor de vrouw
Er zijn ér ook, die de heole vacantio
in bun tuintje werken en dag welge
moed weer naar bun werk gaan. Een
heb ik. er gekend, die zwom den hee
len dag. Buiten do vacantie had hij er
geen tijd voor. „Waarom," zei hij
„kan een eend op het water en op heb
land leven? Moest de- menseh minder
wezen, dan een eend?" Eu dan zwom
hij maar weer vroolijk te water. „Als
ik, op reis ga", placht hij te zeggen,-
„dan is er overal groot gedrang, heb
water, heb ik voor mij alleen, de vis
schen die ik tegenkom, gaan wel op
zij." Misschien is dat nog zoo gek niet
in een Jand vol water, waar de schip
persknecht die overboord valt, ver
drinkt omdat hij niet zwemmen kan.
Het eenige gevaar, dat onzen zwem-
liefhebbers kan overkomen, is dat hij
op dén duur het water zoo plezierig
vmdt, dat hij niet meer aan land wil
komen tc droog en te vol. ©an zul
len zijn vrouw en kinderen staan schrei
en aan den oever en zijn buren zullen
zeggen, dat hij waterwild gewórden is.
Maar dat heeft', deuk ik, (want hij is
een verstandig man) voorloopig geen
nood-
- FIDELIO.
INCEZONDEN MED E D EE LIN CEN a 60 Cts. per regel.
j DE SPAARNE BANK - HAARLEM
ALLE BANKZAKEN^.
Hl DEPOSITO MET
fil ONDERPAND M
M SPAARBrAN_KRENTE li
Dit is waar: zelfs de beste machine
kan op liet onverwachtst haperen en
de kalmste chauffeur blijft een feil
baar mensch. Wi] hebben nog een
tweeden tocht met een postauto op de
zen tocht gedaan, van Chiavenna over
den Malojapas, naar St. Moritz. Het
was op 't steilste gedeelte, wij hadden
al eenige malen een van die korte
bochten, waar de lange wagen met
ware zeemanschap doorheen moet
worden geloodst, met succes genomen,
toen in een draai die bijzonder scherp
omhoog ging, 'cle bestuurder waar
schijnlijk al te snel omschakelde. Al
thans de motor stond stil.
Onmiddellijk schoot zijn rechter
hand uit naar de rem en zette dia
vast, Een seconde later had hij weer
ingeschakeld, de rem losgezet; cle wa
gen liep even achteruit,- toen trok de
gedienstige rnotor den volbeladen wa
gen weer omhoog. Niemand had 2ich
verroerd, er was geen tijd geweest om
te schrikken, maar toen do passagiers
later bovenop den Maloja waven aan
gekomen, zullen er misschien gedacht
hebben: „wanneer de chauffeur nu
eens niet de tegenwoordigheid van
geest had gehad om dadelijk de vim
vast te zetten of wanneer de rem,
terwijl de wagen als 't ware op zijn
achterste pooten stond, bezweken was
ja, clan waren wagen en menscben
achterover, wie weet hoe ver, van den
Maloja afgetuimeld en zat de oncler-
geteekendé niet rustig op zijn stoel
het gevalletje na te vertellen.
Maar wie voor zulke dingen bang
is, moot niet op reis gaan in een berg
land. Hij kan immers thuis blijven.
En uitglijden op een bananenschil
vlak voor zijn woning en den iials
breken op den rand. van heb trotluir.
Op ditzelfde oo-genblik zitten er weer
bonderde menscben, cfie van de ramp
te St. SaUveur vernomen hebben, in
de wagens van de veertien Zwitser
sche post-autodveiisten en vertrouwen
hun leven aan de stomme motoren en
aan,de levende-koelbloedigheid van de
Zwitsersche bestuurders toe.
Het is waar: ook do Staat heeft zijn
maatregelen goecl genomen. De post
auto is do beer van de wegen. Wan
neer een andere wagen moet passee
ren (en niet altijd is daar ruim plaats
voor') dan houdt de postauto, onver
schillig of de rotswand links 01' rechts
■is, den veiligen leant van den- weg, 'd'e
ander gaat langs den afgrond. En er
is een druk verkeer op deze bergwe
gen! Op den I-Iurka was het als 't, wa
re een optocht van auto's, rijtuigen,
motorfietsen, soms met z"spanwagens,
op d° daling van den Malojapas naar
St. Moritz was het nog drukker met
rij- en voertuigen.
Voor kleine tochten is het paarrl in
Zwitserland nog mogelijk. Voor cle
groote heeft het afgedaan. Wij ver
dragen zijn langzaamheid oolc niet
meel-. Van St. Moritz uit hebben wij
nog oen rit met een vierspan gemaakt
naar de sneeuwtoppen, die de Fex-
groép genoemd worden. Auto's waren
op den smallen toegangsweg verbo
den. 1 Er was dus geen keus. Hier was
weer te bewonderen cle voermanskunst
van Léo, cle iusnanning van cle paar
den, zwaar trekkende op de bijna uit
glijdende ac.hterpopieu; wij zagen de
remblokken terug en de slof aan den
ketting: liet was allemaal aardig en
interessant in het wondermooie land
schap, maar boven op den bok ach
ter den koetsier gezeten, heb ik mij
toch niet kunnen onttrekken aan den
eigenaardigen indruk dat ik m ij n
eigen grootvader was.
„Dit is nog niet moeilijk", zei de
koetsier, toen ik hem een welgemeend
compliment over zijn voermaiiskunsb
maakte, „'s Winters, met sneeuw en
ijs, vier, vijf, zes sleden hier naar bo
en te trokken clat is nog heel wat
anders".
'k Wil het graag gelooven, brave!
Maar hoelang zal het nog duren vóór
dat de auto je ook dat werk uit de
handen genomen heeft? I-Iet kanton
Graubünden, waarin St. Moritz ligt,
verzet zich, 111 't belang van de stal
houders, officieel tegen don auto. De
postauto wordt er gedoogd, het vc
huren van auto's door particulier
is verboden. Vreemd doet dit den r.
ziger aan, die. iu deze republiek met
haar democratische instellingen, brc-e-
de opvattingen dacht te vinden.
En zulk verzet baat toch niet. D'
stroom van den tijd komt onweer
staanbaar opzetten en spoelt wie hem
tegenhouden willen weg.
J. 'C. P.
Bimtnlani
DE WERKVERSCHAFFING TE
APELDOORN.
In löfe Donderdag gehouden raadf
zitting werd door den heer Veerman
(S. D. A'. P.), naar aanleiding van ver
zoeken tot wijziging van de nieuwe
regeling der loonen bij de werkver
schaffing voorgesteldin afwachting
van het advie-s van B. en W. daarom
trent. de 65-jarigen bij cle werkver
schaffing nog niet te ontslaan. Dit
voorstel werd zonder hoofdelijk*
stemming aangenomen, waarna dezelf
de voorsteller den raad stelde, voor de
consequentie, om nu ook de invoering
van de gelieele nieuwe loonregeling
aa.11 te houden, totdat omtrent het
verzoek tot wijziging van de Commis
sie van Advies inzake de werkloos
heidsvoorziening zou 'zijn beslist.
Het voortel van den lieer Veerman
werd met 12 tegen 11 stemmen a-auge-
DE KONINGIN NAAR 's-CRAVEN-
HAC5.
De Koningin, en Prinses Julaana
zullen zich Zaterdag a.6. van Het Loo
naar Den Haag begeven.
VERDRONKEN. Bij nader onder
zoek is gebleken, dat in dc Dinlcel ia
verdronken de Gi-jarige brieven- en tele
grambesteller B/W., uit Enschedé. Öm-'
irent de oorzaak van het ongeluk ver
keert men nog in het onzekere. Hel
lijk was geheel gekleed. Rijwiel en
hoed lagen op den oever.
BRANDJE IN HET ROTTERDAM-
SCHE POSTKANTOOR.
Donderdagnacht om 4 uur is in
het nieuws postkantoor op den Cool-
sjngèl te Rotterdam, iu het bureel
„Aankomst', door kortsluiting brand
ontstaan. Met behulp van een b-lusch-
apnaraat en zakken zand heelt men
heb brandje, clat geen noemenswaar
dige schade aanrichtte gebluseht.
DE ONTSLAGEN GEMEENTE
ONTVANGER VAN RHEDEN.
Door den heer J. A. Roclofsz, gewezen
ontvanger der gemeente Rheden, is een
adres gericht aan de Koningin, houden
de verzoek om mei vernietiging in zoo
ver van het besluit van Gedeputeerde
Staten tót goedkeuring van het raads
besluit van Rheden waarbij hem ontslag
is verleend als ontvanger dier gemeente,
alsnog te bepalen dat het ontslag eervol
is verleend. De minister van Binnen-
landsche Zaken heeft thans krachtens
machtiging van de Koningin aan adres
sant te kennen gegeven, dat er van tus-
schenkomst. der Regeering in deze geen
termen zijn.
Minister Colijn en de
ambtenaarssalarissen
Geen 13 pCt. verlaging maar
10 pCi.
Naar de „N.- Arn-h.- Crt." uit welinge
lichte kringen verneemt, zal dc door mi
nister Colijn voorgenomen vermindering
der ambtenaarssalarissen niet 15 maar
;o pCt. bedragen.
DE HEER COLIJN NEEMT ONT-
SLAC ALS KAMERLID.
De heer II. Colijn heeft in verband
met zijn benoeming tot minister van
Financiën, bericht ingezonden dat hij
ontslag neemt als lid van dc Tweede
Kamer.
ONTDUIKING ACCIJNSBELAS
TING. Te I-Ioogezand is door ambte
naren een bergplaats van ongedeki
spiritus gevonden. Aan accijns is voi
eenige duizenden ontdoken. Per schip
was de voorraad uit Duitschland inge
voerd.
ERAND. De boerderij van den heer
Chr. Sijpkens, te Altcveer (Gron.) is
door onbekende oorzaak tot den grond
toe afgebrand. Met veel moeite werd dc
'levende have gered. Een groote voor
raad koren en hooi, die niet verzekerd
was, ging door het vuur verloren. Huis
en boedel waren verzekerd.
DIEFSTAL" VAN 1200 Ei
iS-jarige loopknecht, R. v. d. B„
Rotterdam, heeft bij de politic aangifte
gedaan, dat uit zijn handwagen, welke
hij in de Middellandstrat nabij dcti
's-Gravendijkwal eenige oogeablikken
onbeheerd had laten staan, een z
lederen tasch is gestolen, inhoudende
f 1200, toebehoorende aan de firma De
Bruin Bakhuysen, grossiers in siga
retten, aan den Schiedamschen
Eenige uren later kwamen twee jongens
bij de politic de zwart lederen tasch
brengen. Zij hadden gezien, dat een man
van middelbaren leeftijd in de Jozef
laan iets uit de tasch nam cn deze toen
wegwierp.
DE FAILLISSEMENTS-AANVRAAC
'VAN DEN HEER BROEKHUIJS.
De faillissements-aanvraag van. den
heer W. H. Broekhuijs door een Haag-
sche tuindersfirma -kon Vrijdag voo
I-Iaagsclie rechtbank niet worden behan
deld, aangezien het bleek, dat de heer
'Broekhuijs op het oogenblik van de fail,
lissementsaanvrage te Heerlen woonde.
De rechlbank stond voorloopig 1;
gen uitstel toe op verzoek van
Smalhout, optredend voor de aanvraag-
BEVORDERING VAN AMERI
KAAN SC H TOERISME IN NEDER
LAND.
Op Dinsdag 21 Augustus zullen in de
groote vergaderzaal van het Scheep-
vaarihuis te Amsterdam, des namiddag:
le 2.30 uur, vergaderen de vertegen
woordigers van de Ned. Spoorwegen, de
Ned.-Amcrikaansehe Kamers van Koop
handel te Amsterdam en New-York, dc
Rcederijen varende op onze koloniën,
respectievelijk op Nederland, de Alg,
Ned. Ver. voor Vreemdelingenverkeer,
de Vereeniging „Nederland in den
Vreemde", de Xed.-Amerikaansche Fun
datie cn het Koloniaal Instituut om tot
een regeling te geraken ter bevordering
van het Amerikaansch toerisme in Ne
derland en koloniën. De vergadering zal
een besloten karakter dragen.
AANGESPOELD. De jongeman
iuit Purmerend, die Zondag j.l. bij het
zwemmen tusschen Casiricum en Eg-
mond verdronk, is Woensdagmiddag
aan het strand te Castricuni aange
spoeld.
EEN SLACHTOFFER. De brand,
die te Staphorst woedde, heeft ook nog
een menschenleven gekostde vrouw-
van den landman I-Iendrik Dunnink, die
met brandwonden overdekt naar het
ziekenhuis te Zwolle werd vervoerd, is
daar overleden.
TUSSCHEN DE BUFFER.S.
Donderdagavond geraakte een 23-
jarig rangeerder bekneld tusschen de
locomotief en een wagon van do Stoom
tram Holl. Spoor, tengevolge waar
van hii zijn borstkas kneusde en per
auto van den G. G. D. naar zijn wo
ning moest worden vervoerd.
Onze Lachhoek.
BEN KLEIN BEETJE.
De Apotheker: Wat moet je heb
ben, v-entje.
iFliet: Een <1 uWieltje ilövertraan,-
maar geeft u alsjeblieft een heel klein
beetje, want het is voor mezelf.
NIET ZOO BEDOELD.
Een juffrouw komt bij een theehan
delaar en vraagt een half ons thee.
Winkelier:, Wilt u gebroken thee,-
juffrouw.
JuffrouwN:ce, dar.k u, geeft u
maar lieele, want mijn lijm is op.
De auto-ramp te Saint-
Sauveur.
De begrafenis der slachtoffers
Een indrukwekkende plechtigheid
De begrafenis.
Uit Parijs wordt aan de Tel. gemeld
De begrafenis van de eerste acht
slachtoffers heeft Donderdag om drie
uur .plaats gehad.
Er was een zeer groote menigte
belangstellenden. De plechtigheid was
zeer indrukwekkend. Een Neder-
landsch priester uit Loui-des, pater
Van der Tempel, eu de protestantsehe
predikant Van Tarbes, hadden de lei
ding. Er werden redevoeringen gehou
den door den prefect van de „Hautes
Pyrenées", voorts door 'den heer Ca-
biro, Nederlandsch consul, den heer
Laborde, burgemcestre vati Luz, en
door den heer M. Kuyper, een Neder
landsch journalist-
De Nederlandsche gezant te Parijs,
j.hr. Loudon, had aan den prefect van
de „Hautes Pyrenées", namens de Re
geering een telegram gezonden, waar
in hij hartelijk dank zegt voor de sym
pathie aan zijn laud in deze droevige
omstandigheden bewezen, en hem ver
zoekt zijn gevoelens te vertolken aan
de onverschrokken redders, die niet
aarzelden, met gevaar voor hun leven
in den afgrond af te dalen, ten einde
te beproeven, de ongelukkige slacht
offers terug te vinden en den eenigen
overlevende van dit vreeselijk drama,
den heer Kuypers, te redden.
De dertien kisten waren geheel be
dolven onder bloemen en kransen,
neergelegd door de autoriteiten cn de
zaakgelastigden der Nederlandsche le
gatie, de familieleden der slachtoffers
en syriipath i eb e tuigende onbekenden.
Na de plechtigheid, gehouden in de
„Eglise des Templiers' begaf de in
drukwekkende stoet, geleid door den
prefect vari de „Hautes Pyrenées", den
onderprefect van Argeles cn den lieer
'Laborde, burgemeester van Luz, en
den Nederlandsc'nen consul, zich naar
het Stadhuis te Luz terug, waar de
Protestantschc plechtigheid gehouden
werd.
De prefect sprak hier woorden van
deelneming namens de Frensche re
geering. Vervolgens gaf de heer La
borde aan den Nedeiïandschen consul
de verzekering, dat de bevolking van
Luz steeds de herinnering aan de on
gelukkige slachtoffers in haar hart
zal bewaren en dat zij voor hunne gra
ven zal zorgen als voor cue van hare
liefste overledenen.
De heer Cabiro, Kederiandsch con
sul. bedankte de autoriteiten en dé be
volking voor hun warme uitingen van
sympathie en voor de bewonderens
waardige toewijding. Ten slotte sprak
een Nederlander nog een laatste woord
van vaarwel tot onze ongelukkige land
genooten-
Nog drie lijken opge
haald.
Nader kan gemeld worden, dat er
nog drie lijken uit de Grave zijn opge
haald, 11.1. twee vrouwen en een man.
De twee vrouwen lagen onder den
„Pont Napoléon", de man een eind
verder stroomopwaarts. Men heeft dit
slachtoffer met oen koord aan den oe
ver kunnen brengen. Deze, lijken wa
ren geheel of bijna geheel naakt, daal
de kt eer en door de kracht van den
stroom waren afgescheurd. Men heeft
ook het lijk van den chauffeur J^oa
Augé gevonden. Het was beklenui Tiïs-
'sehen het stuur van den auto- Het op-
ruimiugswerk wordt voortgezet. De
kisten staan klaar 0111 de lichamen te
ontvangen.
Over eeuige dagen zullen deze slacht
offers te Lour des begraven worden.
Maariefflsier Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Met alle waai'deering voor de in-
stoumgeii eu personen, die zien nu
at jarenlang toeieggen op de verclei-
gn.g van ue iiiuggen, die d-e malar ja
vm'spreiuen en Otcrbreiigen, had ik
toen den indruk gekregen, dat die
zieMu sedert de stelselmatige bestrij
ding begon, eerder tos- oan afgeno
men was. Het aantal gevallen was,
ooii volgens cle dokters, grooter dan
0..1:. Du gaf te-denken. Wat waren
wij eigenlijk Van ae dierenwereld af?
hou mug is wel klein, maar er kan
veel verstand geborgen worden op een
kiem piekje, ixapoieon en andere be
roemde personen waren klein, maat-
groot genoeg om veel hersens te heb
ben. is het nu wezenlijk totaal on
denkbaar, dat de mnggenwereld, ver
nemende en ervarende, hoe wij inen-
sciien togen haar te keer gingen, in
woede ontbrandde en op haai- bijeen-
komsten (wie lieeft ze niet zien ver-
gadelen in den zonneschijn?) besloot
zich te wreken, en meer dan ooit do
verspreiding van de malria te bevor-
deren?
Dit jaar hebben wij van muggen
weliswaar minder verdriet gehad, f
Maar waarom? Omdat de muggen-
maand, Juni, bijzonder slecht weer
heeft meegebracht. Als de Natuur
zich ergens mee gaat bemoeien, dan
kan de- mensch met zijn stumperige j
pogingen w©l thuis blijven. Regen,
wincl en kou hebben onder het anop-he-
lcs-le-ger dus blijkbaar een groote op-
ruiming gehouden. Het gebeurde
maar zeiden, dat je in die maand
liet moede hoofd ter ruste leggende,
bet. sarrende gecons vernam en het]
was bovendien niet. moeilijk, den sar-j
renden aanvaller het leven te ontne
men. 'Hij scheen minder krachtig,
clan zijn voorgangers, misschhn niet
zoo zelfbewust als anders, wegens het
kleiner aantal. Moet nu de stelselma
tige muggenverdelging door de men
sehen, 11a de ervaring van de twee
laatste jaren, worden voortgezet of
niet? Moeten wij zoo redeneeren: de
Natuur, die er ons dit jaar zoo knap
handig afhielp, zal dat in 1924 wel
weer doen'? Of is het'beter, to zeggen:
als wij mensc-hen de muggen met
rust laten, dan zullen zij, op hun
beurt het ons ook niet te lastig ma
ken? In mijn jeugd werden mij altijd
twee spreuken als hooge wijsheid voor
gehouden: „wie goed doet, goed ont
moet, wie kwaad doet, kwaad ont
moet!" Maar ik geef toe. dat het on
zeker is, of dit ook op muggenver
delging kan worden toegepast. Het is
zoowat een halve eeuw geleden, wij
hadden den anopheles nog hee-
lemaal niet als malartaverspreider
leeren kennen, schreven de ziekte veel.
eerder toe aan onplezierig riekende
slootjes, aan moerassen en dergelijke.
Do burgemeester van Heemstede wil
de muggen blijven verdelgen met pa
raffine, Wethouder Droog vindt, dat
niet voldoende, hij recommandeert-
om' de boosdoeners in liet najaar op
zolders en in kelders te vernietigen.
Ook wil do burgemeester, dat de inge
zetenen zullen meehelpen. Dat woord
was goed bedoeld, maar daar kwam
zoowaar 'liet raadslid -van clen Eif
met cle vrees, dat de gemeente een
mal figuur z.cu maken, als zij aan de
ingezetenen de verplichting oplei om
deel te nemen aan de muggen jacht.
Nu ja, verplichting is een hard woord.
Maar als er eens een premie werd uit
geloofd, laat ons zeggen een kwartje
per honderd, of per vijfhonderd of pee
duizend, ik ken -het tarief zoo niet en
dan iedere week inleveren, bijvoor
beeld op den Zaterdagmiddag die -„och
vrij is en ze dan laten natellen do »r
den comptabelen ambtenaar van 't
Raadhuis, 'daarna overgieten met dc
parafine van den burgnuecster en -Lm
in brand stek:n. Dit laatste vooral is