JUBII
,EUÏ>
1:
o'
O
c=
fa
O
•y -y r -y -y y ryyy v -y
NUMMER:
«SEPTEMBER [«3
inQOS JS
-y -r .y -r
PKjg te
Z «r-
•y y
I
•y y
§h
li
f
Ij y
y y
Ill
-r-
y y y y v v r r -r r y y y r y r\
II ïWë IJ^I ®§S 6 SEPTEMBER 1
tpjpjp_ 1 9 2 3]
1898 HET ZILVEREN REGEERINGS-JUBILEUM ONZER KONINGIN 1923
Nu zingen de torens...
FEESTLIEDJE
y r-r -T -t -T -T -y
-£• -*■
Vs
JC.
<ms RySI
TWi
t 4
O 9 O O 9 eo O 9 O 9 J9 O O O 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 99990999 999090990999m0009O9090@0
BIJVOEGSEL'VAN'HAARLEM'S DAGBLAD
Prins Hendrik in 1901
Willem I
Nu zingen de torens een zilveren lied
Voor 't zilveren feest der Landsvrouwe,
En Neerland geniet,
Nu het klokkenspel giet
Zijn vreugd over stad en landouwen.
Nu wapp'ren de vlaggen met klapp'rend
geluid,
In derpen, In stadjes en steden,
Woog v/aaien ze uit
In Noord en in Zuid
Begroetend den feestdag van heden.
V/at hie'd het verleden geen troebelen in,
Wat dagen van angst en van rouwe,
Maar 't ging naar den zin,
Want Land en Vorstin,
Ze bleven tezamen behouwen.
Nu galmt er een zilveren lied door
het land
En wïmpois en vanen en franje,
Ze maken dat land
Tot één feestpaleis, want
Dat land bleef het land van
Oranje.
O God, die zoolang reeds den band hebt
gespaard
Om Volk en Oranje geslagen,
A! wankelt heel d'aard,
O 1 houd hem bewaard,
Bewaard tot in lengte van dagen!
L. c. steenhuizen.
De vorstelijke Moeder in 1910.
Het nieuwste portret van de Koningin.
(Foto«H. Deutman)
Prinses Juliana in 1910
1898 Bij het aanvaarden der regeering.
Willem lil
Willem II
Komt hoft spontaan
Een feestlied aan
Voor onze koningin,
Die vijf en twintig jaren lang
Reeds waakt voor lands- en volksbelang,
Stemt b!ij van zin
Dit liedje in
Voor onze k0nincin!
Van steng en stag
Waait d'oude vlag,
ORANJE, wit en blauw,
Verkondt aan vreemdeling en buur
Den zegen van Haar wijs Bestuur,
De hechte trouw
Onzer Landsvrouw,
WILHELMINA VAN NASSAU!
Kan gezongen worden op de wijze
van het „lö Vivat".
In wel en wee,
In oorlog, vrêe,
Was steeds 't ORANJEHUIS,
van VADER WILLEM tot WILLEMIEN
Gereed aan NEERLAND hulp te biên.
Hield vreemd gespuis
En krijgsgedrulsch
Waar moog'IIJk ver van huls!
Zoo leefden wij,
Vereond en vrij,
Een kwarteeuw met HAAR mee,
En wenschen, dat nog jarenlang
Klink' HAAR ter eer ons volksgezang
Langs strand en zee,
Aan verre rêe,
HAAR leus „JE MAINTIENDRAI"!
anonymus.
Als bruid