Een talpg m
HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
Rubriek voor onze Jeugd.
Raatels
Baatelopiossiigen
Feuilletoc
De verborgen
documenten
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1923 DE
(Nieuwe reeks.)
No. 181
De nood der Beeldende Kunstenaars
interview met den heer E. R. D. Schaap,
voorzitter van Sint Lucas
In een tijd van economische misère
zijn liet do kunstenaars, die.' den in
vloed van dé malaise het allereerst
ondergaan, In ons land misschien nog
meer dan in het buitenland, omdat
vooral de practisolie Nederlander he
laas van mcening is. dat kunst luxe
en dus.... overbodig is. Wanneer de
Nederlander gaat bezuinigen is hot
doorgaans allereerst op de kunst, die
men immers tijdelijk lean ontberen.
Alsof ook niet de kunstenaars in een
tijd van malaise moeten kunnen' le-
Hot is geen geheim, dat de nood on
der onze beeldende kunstenaars zeer
hooo- gestegen en steun dringend ge
boden is. Deze steun aan de kunste
naars Is eou algemeen be
lang, Want velen mogen dan
va.ii meening zijn. dat 'wij kunst tijde
lijk kunnen missen, men zal toch moei.
lijk kunnen ontkennen, dat zonder
kunst ons leven dor en kil zou zijn, En
het is ook een nationaal belang! Zijn
het niet de kunstenaars geweest, die
aan den Hol landschep naam den
groot,Stén luister hebben b'igezet?
Welk een niet te schatten verlies zou
het voor ons laud en de wereld
bobben bet eekend. als wij geen Hém-
brandt. geen Frans Hals, geen Jan
Steen hadden bezetenHet zijn dc
schilders geweest, die onzen roem over
heel de wereld hebben gedragen.
Er wordt door vele Hollandsohe
kunstenaars thans gebrek geleden en
oogehblikkeüjke steun is uoodzakahik.
Die steun kan niet alleen van de ïte-
gecring worden ver-v-d'--- hij most.
allereerst komen van den kant van het
publiek. In een tijd als deze'is het,
in het belang van onze national's
kunst,, een moreels plicht van allen,
die daartoe in staat zijn. de- kunste
naars te helpen door deze moeilijke
periode heen te komen. Die steun be
hoeft niet te bestaan in giften aan
steuncomité'^. De kunstenaar vraagt
geen aalmoes. Hij verlangt alleen in
staat te worden gesteld' tcwerkc u.
Door zijn werk te koopen, juist, in tij
den van malaise, kan het publiek den
kunstenaar helpen. Dat is noodzake
lijk. wil men niet, dat velen onzer
kunstenaars waaronder zeer be
gaafden ten ouder gaan.
Ziehier'de slotconclusie, waartoe de
heer E. R. D. Schaap, voorzitter van
Sint Lrukas. kwam in 'u interview, dat-
ik 'met hom moolit hebben over don
tog'enwoordigen nood der beeldends
kunstenaars. Wanneer wij zoo ver
wiaren, dat kunst voor allen een le
vens b e hoef t e was, dan zouden
wij niet bij het publiek en de Regee-
Ving om steun voor den kunstenaar be-
hoeven aan te kloppen. Maar zoolang
het grootste deei d6r menschheid
kunst nog als luxe beschouwt, zul
len de kunstenaars in een tijd van
malaise, als wij thans doormaken,
steun niet kunnen ontberen, wil men
ze althans in staat stellen nog te blij
ven werken.
Als oorzaak van de tegenwoordige
malaise in de Neclerlandsch© schilders-
wereld moest volgens den beer
Schaap niet alleen, de oorlog worden
beschouwd, al is de wereldkrijg en de
daaruit voortspruitende economische
misère dan ook van zeer grooben in
vloed geweest.
Ook vóór den oorlog was de toestand
reeds allesbehalve, rooskleurig. Er
was namelijk toen reeds in het buiten
land enn merkbare kentering gekomen
in de waardeering voor de Hollanci-
sclie moderne schilderkunst. De tij oen
waren voorbij, dat S.chotland, Enge
land c-n Amerika voornamelijk Hol-
hudsche schilderkunst vroegen en bui
tensporig iiooge^ommen daarvoor oe-
taa.lden." Die buitenlandsche vraag
heeft jarenlang de schilderkunst in
Holland beheerschfc. Speciaal m Ame
rika werden enorme sommen voor
Hollandsche schilderden voorname
lijk van de Haagsche school be
taald en liet was begrijpelijk, dat cie
kunsthandel allereerst sohilderuen
verlangde, die voor ..export" geschikt
waren. Over het algemeen heeft in
Nederland steeds die kunst succes ge
had, welke door het groots publ-ek
begrepen, werd en dus ook bij den
kunsthandel gewild was, Eclite kun
stenaars, groot© coloristen, mochten
daarentegen dikwijls niet die aige-
meene waardeering ondervindon, wel
ke hun Werk verdiende.
Reeds vóór het uitbreken van den
oorlog was er een strooming in het
buitenland merkbaar can schilderijen
uit M'Qnohen to koop en. Het waien
vooral de Amerikanen, die de groots
kracht en innerlijke kunst der Mun-
eheners erkenden. Maar daarmee ging
tegelijk een nu.ndero waardeering v< or
Hólléudsciie kunst gepaard. Het ver
zamelen van schilderijen is voor som
migen niet anders dan een soort specu
latie. Schilderijen zijn ook in Amerika
„handelsobject." Men koopt er scnil-
derijen in de hcfop, dat zij in den loop
van den tijd in waarde zullen stijgen.
Mei Hollandsche kunst is dab dan ook
heel bang het geval geweest, en iiet
was één der redenen, waarom ztj in
het_ buitenland zoo „gangbaar" was.
Br is op Hollaijdsclie schilderijen door
verzamelaars indertijd zeer veel ver
diend. Maar met cie kentering in aen,
smaak veranderde ook dit. Zij, die in
den laatsten tiid verplicht waren 'H.ol-
.landscho collecties te verkoopen, kre
gen meestal enorme klappen.
Hoezeer de waardeering voor Hol
landsche kunst zich in het buitenland
heeft gewijzigd, is wel het, sterkst ge
bleken bii den verkoop in Amerika
van een particuliere collectie van Mes
dag. Deze collectie, die volgens testa
mentaire beschikking eerst 10 jaar
na den dood van den schilder moolit
worden verkocht, bracht nog niet één
tiende op vau wa t er eenige jaren ge
leden voor 'gemaakt zou zijn. Met uit
zondering van Mauve, die ook nu nog
in het buitenland dezelfde waardee
ring vindt als vroeger, werden alle
schilderijen van Hollandsche mees
ters zelfs van Josef Israels tegen
sommen verkocht, welk© met die van
vóór. den oorlog zelfs' nauwelijks ver
geleken kunnen worden.
Het' «spreekt vanzelf, dat die vermin
derde waardeering voor Hollandsche
kunst in het buitenland onmiddellijk
van grooten Invloed was op de prij
zen, die de kunsthandel hier betaalde.
In 1914 was liet met den gouden lijd
voor de Hollandsche schilders al voor
bij en kondigde zich reeds de nade
rende malaiso aan. Toen kwam de oor
log met al ziin gevclgen._ Ook in Hol
land werden in de eerste jaren van den
oorlog bijkans geen schilderijen meer
gekocht. Vele schilders van talent die
tot 1914 onafhankelijk van den export
haddeh gewerkt en toch een behoor
lijk bestaan hadden gehad, waren
thans ook verplicht zich tot den
kunsthandel te wenden, doch de
kunsthendel had zulk een enormen
stock, dab de jongeren zelfs niet aan
bad kwamen.
Wat dc tegenwoordig© malaise on
der de schilders ook zeer in de hand
heeft gewerkt, is de opkomst van vele
anasi-schilders, de „niet-geroepenm".
In de jaren van de Haagsche school
vormden de schilders een kaste, een
bepaald ras. Na dien tijd, met den de-
mocratischen stroom, kwamen zij. die
de stelling verkondigden, „dat heb hem
niet in de techniek -zat", maar „dab de
ziel alles was!" 'Heel veel jongelui
hebben zich vol geestdrift in deze nieu
we richting geworpen. Er waren er
zeker onder hen," die het deden uit ge
brek aan talent, uit gemis aan tech
niek, maar er waren ook zieer velen.
Lie er zich hij aansloten uit roeping,
in vurig ieugd-entlioueiasmej Het
-■roote publiek echter, dat liefst mid
delmatig© en' goede kunst koopt, wel
ke het begrijpt, stond zeer-ver van a-1
deze nieuwe richtingen a.ls neo-impre?-
sionisme, oubisme en futurisme, Het
kon ze ié^mogelijk waardeeren. Toch,
het spreekt vanzelf Iconden de
jongeren daarmee niet ophouden. Zij
schilderden, wat zij als liet eenige
goede beschouwden, maar koopevs
vonden zij niet, of althans heel wei
nig. Dit hoeft tot de vermeerdering
j d e malaise in liooge mate bij ge
„...gen. E-- ziin altijd onk vóór den
oorlog - schilde' s geweest, die door hun
uiafhankeUj'kheid. door het niet-off©-
jen aan den publieken smaak gebrek
hebben geleden. Zii waren dikwijls
niet de minst belangrijke kunstenaars
Grooto kunst wordt over het algemeen
slechts door grooto mensehen begre
pen. De democratische tijd heeft mee
gewerkt toi' het venifeerrleren van het
aantal der onafhankeliiken, die zeer
ver al' staan van het groote publiek.
Dat is éen der oorzaken van den tegen-
woordigen nood, die niet in eenig ver
band staat met den oorlog. -
Niet altijd is er na het uitbreken
van den oorlog malaise onder de lcun-
sieiiaars geweest. In de eerst© oorlogs
jaren was het zeer erg. Toen werd er
hijrta niets meer verkocht en dat was
te meer te betreuren, omdat er bij het
publiek juist een strooming merkbaar
was om onafhankelijk van den kunst
handel, direct van de kunstenaars.,
op tentoonstellingen en ateliers te
koopen, Het publiek was in ziin
smaak werkelijk zelfstandig gewor
den. Het kocht niet meer alleen, wat
door de kritiek en den kunsthandel
werd aangeprezen het begon uit
eigen oogon te kijken. Maar toen brak
de oorlog uitHet publiek ging be
zuinigen en bezuinigde als altijd
het allereerst op kunst. De toestand
werd in den loop der jaren al erger
en tenslotte hadden velen zelfs niet
meer orn van te leven. Er werd bijna
niets meer verkocht. Toen is er order
'de kunstenaars in waarheid gebrek ge
leden, toen is het gebeurd, dat vrou
wen van schilders in het Gooi
en elders met thee langs de
huizen liepen om hun gezin voor
ondergang .te behoeden. Er zijn
altijd nog mensohen onder hefc publiek,
die in schilders „bohémiens" zien, die
nog gelooven aan heL „fcvpe van Jan
Steen!" Met nadruk kwam de lieer
Schaap tegen deze opvattingen op. Er
zijn er, helaas, onder de schilders te
genwoordig, die er armoedig uitz'en,
di© schulden hebben en wier gezinnen
gebrek lijden, maar bijna altijd door
omstandigheden, geheel buiten hun
soliuld. Velen van hen hadden vóór
den oorlog een behoorlijk bestaan,
konden door hun werk een gezin on
derhouden. Ze zijn thans hefc slachtof
fer geworden van de tiidsomstandig-
hedende oorlog lieoft hen arm ge
maakt!
Er is een periode geweest na '14,
dat men in de schilderswereld een
nieuwen tiid meende te zien dagen
het was bij de opkomst der O.-W/ers.
Dat is een prachtige tijd voor de schil
ders geweest. Er waren in die dagen
verscheiden© schilders, die zóó veel
opdrachten kregen, dat zij er niet
meer tegenop konden werken. Er
werd bij massa's verkocht! En goed
verkoch'tEr mag misschien eens een
enkele O.-W.'er zijn geweest, die
schilderijen bij den vierkanten Meter
kocht en die meer lette op de lijst dan
op het schilderstuk, maar dezulken
waren ^uitzon (lering. Velen van de
nieuwe rijken kochten schilderijen, en
kel om eindelijk ook eens iets werke
lijk moois ts bezittenzii toonden bii
het koopen wel degelijk smaak.
Die tijd heeft voor de schilders
helaas maar heel kort geduurd. De
dagen van de O.W.'ers waren spoedig
gebeld én toen eerst recht is de ma
laise onder de kunstenaars voelbaar
geworden. Ivon men in het begin van
den oorlog voor het steuncomité nog
•geld krijgen, dat is nu voorbij! Wij
kunnen nauwelijks aAeer helpen. De
kunstenaars moeten nu leven van wat
zii verkoopen en dat is heel, heel wei
nig, al is er in den laatsten tijd een
klein© kentering merkbaar. Er wordt
nog steeds onder de kunstenaars bit
tere ellende geleden en steun >'s drin-
ge-iid noodie wil men niet, dat velen
■an hen ondergaan.
Over de wijze waarop de kun-
Jenaars sinds den oorlog gesteund
zijn, in een volgend artikel.
J. B. SCHUIL.
(Deze raadsels zijn allo ingezonden
door jongens en meisjes die „Voor onze
Jeugd" lezen.)
Iedere maand worden onder do beste
oplossers drie boeken in prachtband ver
loot.
;rvang de slippen door letters, dar.
moet op den rug den naam van een plaats
N. Holland le lezen slaan
2. (bngez.' ddor Heidebloempje.)
lik ben de nuaim van een dag en word
met 7 lettors geschreven.
1 2 3 G is een meisjesnaam
5 6 4 is een Bleedings tuk.
7 6 G 4 is een doorzichtige'stof.
1 2 3 7 is ecu ander woord voor voor
werp.
3. (Ingez. door Dierenvriend.)
Ik ben een wapen, onthoofd me en ik
word een lichaamsdeel.
4. (Inge'/., door Burgemeester Dikkedak)
Zet achter een buitenlandach geldstuk
een voegwoord én ge krijgt een Neder-
Inajdsek eiland.
5. (Ingez. door R. Arnkeai)
Ik hen een heel groote komiek en be
sta uit 14 letters.
3 4 is een voertuig.
5 7 is een maat.
2 3 10 14 is een vogel,
5 6 7 14 is een verkorte meisjesnaam..
1 is do 3de letter van het A. B. C.
13 14 is het tegenovergestelde van uit.
9 3 4 11 is een muziek-instrument.
10 11 7 12 is een vrucht.
8 10 11 7 is een kleedingstuk.
6. (Ingez. door Zeeroover.
lk ben een drank van 4 letters. Ont
hoofd. me en ik woon in West Europa..
Da raadseloplossingen der vorige week
1. Valken sw a a rd
2. Negen.
3. Gelderland.
4 Honger is do beste saus
5. Berk, kerk, merk, perk, werk, zerk.
6. a. Afbreken, want clan moet het ge
bouw eerst zijn opgebouwd, b. een sigaar,
c. Berg-greb, d. mol, e. regenboog of elle
boog, f. paddestoel, g. een rivier h. klok
i. scboorsteenpijn.
Goede oplossingen ontvangen van:
Dolf Verspoor 6 Behangéftjé 6 Poesje
6 Juffertje Onrust 6 Vriendinnetje 6 Moe-
derplantje 6 Buitenman 6 MomtbrelJa 6
Napoleon 6 Bloemenlconingm G Iudrama-
joe 6 Rap po 6 De kleine Vogelvriend 6
De kleine Violist G Vliegenier 6 Vrijer 6
Lentebode 6 Neerianiiu 6 Sneeuwbal
letje 8 Boschwacliter 6 Li-na Punt G Voet
baller 6 Vissoher 6 Roel do Rakker 6
Pieno 6 Matroos 6 Soerabaja 6 Katjang 6
Iusulindo 6 Zauglust 6 Naaistertje 6
Zonnebloem G Kruizemuctje 6 Witte Muis
6 Pierewiet 6 Heideprinsesje 6 Maan-
elfje G Theeroosje 4 Anemoon 6 'Laatste
kwartier G Willem III 6 Denappelljc 6
Autoped 6 Vogeltje 6 Wilgenroosje G Pie
ter .1. OsChala G De kleine Majoor G
Gems G.
Rnlirnfcriek
VAN DEN KLEINEN VOGELVRIEND
ontving ik een collectie plaatjes van
Wee's Theehandel, Stearine-kaarsen, van
Dijk's bonnen en Haka? bunnen.
NAPOLEON, 2de Vooruitgangstraat 19
vraagt een boek ter leen en geeft
graag een ander voor in ruil. Ook vraagt
hij; Bensdorp-oanslngen.
Het Seiukskircd
door
W. B,—Z.
Ze bemoeide zich anders nooit met
„Mevrouw, wie zal er morgen voor
„Twee dienstmeisjes en een huisknecht
voor één mensch, is dat aiiet voldoende?"
De juffrouw viel vaai de eene verbazing
in de andere.
„Moitgen ga ik ook Kerstfeest vieren,"
vervólgde mevrouw.
,„tr? Hier?"
„Ja hier. En ik heb al vele gasten ge-
nocdigd."
„Blaar mevrouw, dan blijf ik thuis.
Dan. is Mer niïjni plaats."
„Ik 'heb gevoeld, dat U nergens liever
zou'dt Kerstfeest vieren dam daar in liet
groote gesticht. 'Laait dat mijn kerstgave
De juffrouw greep af en toe eens naai
haar hoofd, of 'i er werkelijk mog opzat.
Ze moest de huishoud!ijst naar do keu
ken brengen en door vrouwelijke nieuws
gierigheid gedreven, sloeg ze er even een
blik in. W-at? Kerstbooniverséerselen
Kwam er ook een Kerstboom
De keukenmeisjes begrepen er ook
niets van. Eerst die plotselinge thuis-
Hoewel juffrouw Stephenson allerlei be
denkingen maakte, sloml mevrouw van
Beerbiuggen er op, dat ze den volgenden
dag naar Amsterdam vertrok. Ze behoefde
zich heusoli nergens om te bekommeren.
Alles zou best van gtnpel loopen.
Juffrouw Stephenson had dolgraag wil
len weten, wi.e de gaston waren. Maar
daar Icwatn ze niet achter. In een blijde
stemming, zich voelend als een onbe
zorgd, gelukkig kind, reisde juffrouw
Stephenson naar de hoofdstad omi Kerst-
feest te vieren in het groote huis, waar
haar vreugdedagen zoo scliaarsch waren
geweest.
Zoodra de' juffrouw weg was, werd het
op Ruimzicht een bedrijvigheid van be
lang. In de ontvangzaal, die alleen hij
heel deftig bezoek gebruikt werd, moest
nu zoowaar een kerstboom geplaatst
worden. De mooiste boom, die er in het
en schreef met groote letters op het pa
pier: voor Gerdoatje.
Toen ging ze verder aan het verdeelen.
Geen enkele gast mocht vergeten worden.
Alle Boschboompjes en alle Huysertjes
en Maria Breitner, maar vooral, ja voor
al Gerda en haar Vader. Als ze terugkeer
den naar hum vaderland moesten er je
gens haar vriondolijke gedachten zijn.
(Wordt vervolgd.)'
Brievenbus
«der
Alles
helpen bon, werd aan 't werk gezet. De
antieke lamibrizeerlngen kregen guirlan
des van sparregroen, met hier en daar
een vuurroode strik. En om den boom
moesten tafeltjes geplaatst worden met
helderwitte servetten, waarop kleine
takjes hulst werden neergelegd.
Do mamden en kisten, die in een hoek
vaal do mamgetbnaiior waren mdergezei,
moesten geopend worden. Mevrouw van
Beerbruggen mam er zelf de pakken en
pakjes uit. I-laar gelaat was een en al
zonneschijn. Ze streelde de warme .kin-
derkleertjes, pakte ze weer zorgvuldig in
Brieven aan de Redactie van de Km-
derafdeeling moeten gezonden worden
an Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN,
d. Vimnestraat 21rood.
(In do bus gooien zonder aanbellen.)
KLEINE VIOLIST. Je hebt gelijk,
jongen* speel nog maar zoo lang buiten
als je kuilt. Vorder je flink op je viool?
Ik dank je wel voor je bonnen, daai zul
len zeker wel Jiefhobbors voor zijn. Wil ik
voor jou eens kwatta-soldaatjes vragen in
de Ruil-ltubriek
KLEINE VOGELVRIEND. Wat heb
ben jullie toch lang feest gevierd. Heb
-ok van de oliebollen gesmuld? Het
trof dat het juist Zaterdagavond was, o
weekschen avond had je zeker zo
lang miet op mogen blijven.
INDRAMAJOE. lloc vond grootvi
der jo boek? Nu moet je maar pro'oee-
om de serie voltallig te krijgen.
Heemstede leek Zaterdag veel op de ICal-
erscriiat in Amsterdam.
MEJ. L. P.—D. 'k Vind liet heel
vriendelijk van. U, dat U het werk
Bloemènkoningm tijdelijk waar wilt
len. Wat heeft ze aan haar arm? En is
r beterschap te bespeuren Veel groe-
ïii en van harte beterschap.
NAPOLEON. Ik hoop dat je succes
hebt met je Ruil-aanvragen. Je ingezon.
den raadsel is goed.
MONTBRETIANeen hoor, ik neem
het jullie niet kwalijk, dat je door liet
feest-vieren de Rubriek vergat. Prettig, dat
je het wagentje van Lima P. mocht leeuen
u ook vam alles kon meemaken. J
hoopt natuurlijk dat je op je verjaardag
og thuis bent. Ik hoop liet ook voor je
BUITENMAN. Dus in het zakloopen
ben jo niet zoo knap als in het raad
sels oplossen. Je moet maar zoo denken
een mensch kan niet overal in uitblinken.
VRIENDINNETJE. - Pijn, dat jij
zoo'n mooie doos met zakdoeken hebt ge
wonnen. I-Ioe is liet met de wollen hand
schoenen? Komen ze klaar voor den win
ter?
JUEEERTJE ONRUST. - Je raadsels
staan geboekt. Zo kwamen te laat om d«
vorige week te vermelden, maar het is
iin orde.
POESJE. Je hebt het nog goed getrof
fen op Zamdvoort.. Heb je geen nadeelige
gevolgen van de natie kleeren gehad? Je
ingesonden raadsel is goed.
BBHANGERTJE. Heb jo het boek
nu uit? Wat gezellig, dat moeder
voorgelezen beeft. Je ingezonden raadsel
MEVR. V.VAN M. - 'k Vind het
heelemaa! met erg, dat D. de eene week
7.in in de raa-ds&ls beeft dan de an'
week.' 't Moet amusement blijven.
Ja, ik hoop ook, dut hij een trouw klantje
mij wordt. Heeft, hij al iels uitge
zocht voor den Sint-Nicpiaaswedstrijd.'?
Kam hij niets bedenken, dan wil ik hem
raag op weg helpen.
WITTE MUIS.*— Gelukkig maar, dat
- zoo'n goede keuze gedaan hebt niet
je hoek. Zei moeder niet af en toe: „Houd
toch eens op met dat gelces!" En
voor plannen zijn er voor den S'unt-
NdcolaaswedstTijd. Of help je de zusjes
iee met don stoffemvimkol
KRUIZEMUNTJE. Wat do lengte
betrof, viel je briefje me lleusch nog al
Ben je Woensdagmiddag nog naar
Musc-um geweest? Was het je eerste
ck? Nu is de Sint-Nicolaaswedstrijd
er. Al lezende, heb je misschien wel een
prachtig idee gekregen.
ZONNEBLOEM. Nu "maar zoovee!
boterhammen eten dat je gestadig blijft
aankomen. Ik vind het idee van den
sloffenwinkel alleraardigst. Moelu het je
iets .ontbroken dan geef je maar een
schreeuw in de Iluilmbrick.
SOERABAJA. Je nioogt dazen
schuil/naam houden. In deze plaats ben je
zeker geboren, hè. Je verborgen dierna
men zijn goed.
KATJANG. Je mug dezen schuil
naam houden. Beu je even ondeugend
als de Katjangs iai het boek v-an Schuil?
INSU'LINDE. Ook jij mug onder dien
naam jo werk insturen. Bevalt het je goed
in Holland?' Je verborgen boomen zijn
goed.
MOEDERPLANTJE. Een leuk spel
letje lijkt me dat vlaggestoken. Maar
hard'oopen en toch kalm blijven was
het parool. Dat kan natuurlijk niet leder-
MATROOS. Je verlangt zeker hard
aar voetballen. Mag ik weien, wat
meneertje voor den Sint-Nicolaaswed
strijd maakt? Zwem je nu nog? Dat deed
ik je niet graag na. Was jij ook bij die
jongens va-n liet estafette zwemmen?
ZANGLUST. Dat is een heclo onder-
emi-ng zoo'n sprei halten. Hoeveel ree
pen heb je al? Ik heb ook dc móóie ver
siering 'in Heemstede gezien. Dorpsmen-
schein Icuinneii ook wel feestvieren.
NAAISTERTJE. - 'Is Had in langen
tijd niets van je gehoord en 't doet ine
altijd goed, als oudjes zich weer komen
aanmelden. Hoe is het met je tante? Wat
is die leelijk te pas
MAANELFJE. Ben Je het boek 'al
al aan 't lezen? Of lees jo het moeder
voor? Je hebt daar iu Amsterdam heel
veel moois gezien. Dat zul je vast niet
licht vergeten. Was je niet moe, toen je
'e avonds thuis kwam?
THEEROOSJE. Och die arme pop eö
die bedroefde Theeroosje. Omdat je haar
al zoo lang hebt, kan ik me voorstellen,
dat je dolveel van haar hield. Maar do
goede Sint brengt je misschien wel een.
even lief poppekopje. 'i Staat natuurlijk
bovenaan op je verlanglijst
ANEMOON. Mijn dank voor jo postze
gels. .Ta, daar zijn liefhebbers genoeg
voor. Ik <kieht wol, dat je „Zonder Moe
der" een heel mooi boek zoudt vinden.
LAATSTE KWARTIER. Je ingezon
den raadsels zijn goed. De andere raad
sels krijgen ook nog wel eens een plaatsje
maar mijn voorraad is zoo heel groot.
Wat zeg jo van den Sint-Nicolaaswcd-
strijd? Heb je al 'n keus gedaan? Leuk,
dat jullie do volgende week een jarige
hebben en da', grootmoeder dan over
komt.
AUTOPED. Nog wel hartelijk gef£
lici'eerd met moeders verjaardag. Moe
der was zeker erg in haar schik met je
dichterlijken wenseh. Bn was het verder
een gezellige dag?
GEMS. Je bent met een mooi rap
port overgegaan. Flink zoo. Zorg nu
inaar, dat je in de 5de klas zoo'n knap
pe Gems blijft. Wat hebben jullie een
grooten tuin. Daar lien ik heusch ja-
loersch op. Staan er ook mooie bloe
men in?
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
r. d.' Vinnestraat 21rood.
Haarlem, 22 Sopt. 1923.
door
SIMON MOS.
Buiten de stad gekomen, snelde de
auto van den lieer Janus Goedaard,"
met vrij vluggen gang, over den een
zamer. weg voort.
Hef was een prachtig© en keurig
ingerichte Limousine, waarin de eige
naar het. zïc-li gemakkelijk had ge
maakt. 1-ehaaeliik achterover leunend
tegen de zacht-veerende- beige-fluwee-
len kussens.
Hij trok de pelsjas wat vaster om
zich heen; het was buiI011 blijkbaar
tamelijk koud, ofschoon liet pas in de
tweede helft van November was. R-u-
\ye windvlagen, met regen en natte
sne©uw. slierden 0111 liet rijtuig en
kletterden somwijlen tegen de gesle
pen ruiten. De hemel hoepelde donker
blauw,zonder een enkele sterde weg
was zeer duister, alleen vóór den wa
gen gedeeltelijk verlioht, door de heil©
schijnwerpers
De chauffeur was echter een zeer
bekwaam man, de wagen kon met vol
le gerustheid san zijn zorgen worden
toevertrouwd.
De héér Goedaard sloot nu en dan
de oogen, en in zijn gedachtengang
ring cis gepasseerde avond nog cms
voorbij TT i i kwam van eon faneyfair,
door oude en jonge dames en heeren
uit deéeret© standen georganiseerd,
bii.welk feest hij verschillende offers
had gebracht voor hel, goed© doel,
maar w aarover hii toch niet ten voll©
voldaan was. Flink voor den dag ko
men. door een gift te schenken, di©
werkelijk een goeden steun gaf, kon
men feitelijk niet 011 'a liefdadigheids
feest.. zonder dat hef algemeen hekend
d. Bii hoe gemakkelijk droeg de
gift dan hef karakter van een soort'
opsnijderij tegenover anderen, miuaex
rnet aardeohe goederen gezegend.
Het aanbieden van lijsten aan huis,
waarop met X. N. kon worden gelee-
kend, was wel 7.00 verkieslijk.
Uit dozen gedaelifcengang kan door
den lezer al dadelijk worden begrepen,
dat de lieer Janus Goedaard niet van
middelen ontbloot was.
u dat was hii inderdaad niet--
Maar dat was niet altijd zoo geweest:
Integendeel. Janus wos vroeger 200
arm a!s een kerkrat. Alleen door bui-
ngewoon toevallige en uiterst geluk-
ige omstandigheden, was de lieer
Goed a ard zoo wel gesteld geworden.
Men rloiike nu niet aan eon ietwat
lat© O.W.er. dat was Janus in geen
geval. Verre van dat. Hii was al jaren
terug, ver voor de verschrikkelijke
Oorlog dreigde te beginnen, een man
in bonus.
Maar ofschoon hii puissant rijk was.
nooit vergat hii zijn verleden. En als
hii overdacht de menige oogenblikken,'
aarin hij met een dubbc'tje zuiniger
.oest zijn. als thans niet eon tiengul
denstuk. gevoelde hij behoefte wel f©
doen non anderen. Dan werd hij week
gestemd, wanneer hii ergens een min
der bedeeld mensoh ontmoette; dan
klopte zijn lmrfc warm voor dengene,
wien het slee' t ging: dan gaf hii elk
'hulpbehoevende, spontaan en met
milde hand.
Doch op de fancy-fnir was zijn
barmhartigheid niet lob voldoend©
uiting gekomen, hoewel hij van de
lieftallige dnmes aan de champagne-
tenten. bij de betaling, van oen biljet
van viif-eii-twintig geen cent terug
wild© hebben, en hii meer glazen go-
dronken had. dan zijn gewoonte was..
Aan andere tenten had hij allerlei
.sterijen gekocht en duur betaald,
Naar hefc Engelse h
a. Wilson Barrett.
(Geautoriseerde vertaling).
13)
'Palzev's gelaatsuitdrukking gctuig-
-de duidelijk, dat zijn geweten met zui
ver was, en dat hij volstrekt niet ue-
gr&ep, of Charles hein soms ook voor
den gek hield. Hij deed echter zi.n
best om zich over dien twijfel keen te
zetten.
„Kijk eens", begon hij opnieuw.
„Je belifc een vriend van de Byrojis
Het gezicht van Charles nam ni
deze woorden een ©enigszins andere
uitdrukking aan.
„Bat ben ik zeide hij. „Vergeet
dat vooral niet. Ik bon een vriend van
lien'.
„Jawel", zeide Falser. „Mij dunkt
dat ik maar ronduit met je moe t
spreken-".
„Ga uw gang", antwoordde Char
les,
„Nu. do zaak is zoo 'hernam Rrtl-
zii', „ik' kan je gerust do waarheid
vertellen. Ik heb hun vader gekend.
Hij was een knap man, erg knap,
maar van zaken had hij evenveel ver
stand als een klein kind. Zoowat eeu
jaar geleden kwam hij bij nüi met een
idee, dat bij hem was opgekomen,
liet was een goed idee, en ik zag dat
er geld mee te verdienen, was, als het
goed behandeld werd. Maar u be
grijpt, mijnheer
„FreekCharles Freek'U
„Mijnheer Freek, het is heel wot
anders iets uit te vinden, dau er pa
tent op te nemén en nog weer wat
anders, er wat mee uit t© voeren. En
dat idee van Byron want meer dan
een idee was het niet, toen hii er mee
bij mij kwam zou duizenden kos
ten, alleen aan proeven e.11 modellen".
„Ga voort", zeide Charles.
„Nu. de arme drommel bezat niets!'
„Dat is niet waar viel Charles
hem in de recle.
„Nu, tenmiuste niet noemenswaar
dig, en wat lui had liep hem door de
handen. Ik heli hem geholpen. Ik zat
toen zelf ook krap. ik had zooveel te
betalen. Maar ik gaf hem wat ik kon.
Het hielp niets, want hii had alt'j'd
meer noodig. E11 toen viel hij in hau-
d'ii van gele!schieters en met zijn uit
vinding ging hel ook niet voorspoedig.
De proeven misliikl.cn herhaaldelijk,
wat een hoop geld kostte. E11 ik begon
te Uvijfelgii en wss bovendien in een
toestand, dat. ik aan mezelf moest
denken. En ik kon .werkelijk niet,
mijnheer
„Freek, Charles Freek".
„Mijnheer Freek, maar voortgaan
met bij liassen en voorschieten, zonder
ooit iets van mijn geld terug te zien
En 'zooals ik zeide, geraak tg hij iu
schuldeu. Eu teu slotte nam hij een
van zijn schuldenaars als deelgenoot
in do rechten van zijn uitvinding".
„U?" vroeg Charles.
„Neen. Een burgermannetje, die
Kosenbaumer heette. En toen kon ik
hem natuurlijk niet verder helpen".
„Dat geloof ik graag", zeide Char
les.
„N11. op een goeden dag komt Ko
senbaumer bij mij en vertelt, dat nu
alles in orde is mei. Byron's uitvin
ding. Tk stel een onderzoek in c-n vind
dat bij de waarheid beeft gezégd.
Maar Kosenbaumer weet al evenmin
als Byron zelf, wat hij met die uit
vinding moet beginnen. Ik overleg do
zaak, en aangezien ik al heel wat
geld verloren liad' door deu armen
Byron te helpen, wou ik nrobeeren
daar iéts van terug to kriigen en
'kocht daarom de uitvinding van Ko
senbaumer'
„Heeft 11 er veel voor betaald?"
vroeg Charles.
„Tamelijk vee] z.^de Prrizer, ,,1)D
Kosenbaumev is maar emi burg-wman-
netje, maar hij is slim gciicég. Jn, hm
zal ecu hcele po.s duren, eer ik het
geld terug heb, dat ik Kosenbaumer
voor die uitvinding heb moeten beta
len".
„Dat zal wel uitkomen", zeide
Charles. ,,U meende dus, dat dio uit
vinding wel iets goeds was
,,Ik kwam tot de ontdekking, dat
het heel wat anders was antwoord
de Palzer.
Charles daclit een oogoublik na.
„Ik begrijp het", zeide hij eindëlijk-
Jawel,' dat is een heel mooi verhaal.
En alles schijnt te kloppen".
Palzer wierp liem een snellen blik
toe.
„Ja, zeker", zeide hij.
Charles keek hom aan.
„Eu wat heb ik daar nu mee te
maken?" vroeg hij.
„Ik heb liet je verteld", zeide Pal
zer, „omdat je een vriend bent v;.u
Byron's ..zoon en dochter. En omdat
ik zie dat jo een verstandige knaap
i-cai. /ie je, het zijn jongelui en zij
hebben geen verstand van zaken. Zij
zijn net als hun vader. Eu ja, hij,
de zoon is een onredelijke knaap
en nu hebben zij zich in liet hoofd ge
haald, dat zij niet goed behandeld
zijn. Ik had zeker niets moeten heb
ben, voor al wat ik voor bun vader
deed! En zakou ziin nu eenmaal za
ken"'.
..Van Kosenbaumer wisten zij zeker
niets?" vroeg Charles.
„ik heb hel hun verteld", antwoord
de Palzer. „Maar dat zullen zij vrel
niet begrepen hebben. Die jonge By
ron was geen knaap om naar een ver
standige uitlegging te luisteren, en
toen hij mij begon te vertollen, dat ik
hen van hun eigendom beroofd had..."
„Toen beviel u dat niet".
„Ik zette hem de deur uit", zoide
Palzer. „Maar toen ik er later nog
eens over dacht, kwam ik tot, de con
clusie, dat ik, als hij op een behoor
lijke manier bij mij was gekomen, en
die zinspelingen achterwege had ge
laten, misschien
„Ja?" vroqg Charles.
„En als jij, als een verstandig jong-
mensch, die best een beetje geld kan
gebruiken, die zaak in orde wilt bren
gen, dan zou ik, alleen uit edelmoedig
heid, er een paar honderd
„Wat!" zeide Charles.
„Of desnoods wat meer, dat die
jonge man en zijn zuster een zaakje
konden beginnen of zoo iets
„En wat zou u mij dan geven?"
vroeg Charles.
Palzer keek deu jongen man in zijn
chaiiffeurscostuum eens aan, en dan
weer naar de gebloemde kamerjapon
en de toilettafel.
„Als je die zaak goed en netjes veilt
behandelen", zei'Ie hij, „en wij waren
later allen op een vriondschappelijken
■vort, met elkaar, dan zou ik ie geven
dan zou ik jo, laat eens kijken, een
paar honderd pond geven".
„En "wat op hand?" vroeg Charles.
Palzer wierp hem een haastigen'
blik toe. Charles was wel in Enge
land op school en aan de Universiteit
geweest, maar hij bleef altijd een
Amerikaan, en als hij verkoos, kon
liij zeer goed den toon en de manie
ren van zijn geboorteland aannemen.
E11 ditmaal iiad zijn stem een k'izou»
der Amerikaansclion klank.
„Je kunt er vijftig op hand krijgen,-
zie daar!" stelde Palzer voor.
„Vooruit er mee!" zeide Charles.
En Palzer haalde int een zak van:
zijn pelsjas een pak bankpapier, en
zocht tien banknoten van vijf pond bij
elkaar.
„Zul je het doen?" vroeg liij.
„Geef er nog vijftig bij", zeid©
Charles.
Paizer aarzelde. Toen nam hij een
besluit en voegde er nog tien briefjes
bij.
„Zul je het doen?" vroeg hij.
„Gee: op", zeid© Charles, cn met een
zucht van verlichting overhandigd©
Palzer hem de honderd pond.
„Eu nu nog iets", voegde Palzer
or bij. „Er was sprak© van, dat By
ron 111 e.n aanval van spijt oen andor
idee zou uitgewerkt hebben, dat naar
ik meen, wettelijk begrepen zou zijn
in hetgeen Kosenhauincr gekocht had
maar dat 111 ieder geval, :i!s hot ooit
in de wcroM mocht komen, inbreuk
2ou jfhkttt cp mijn gepatenteerd©