Een talpg m HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur Rubriek voor onze Jeugd. Raatels Baatelopiossiigen Feuilletoc De verborgen documenten ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1923 DE (Nieuwe reeks.) No. 181 De nood der Beeldende Kunstenaars interview met den heer E. R. D. Schaap, voorzitter van Sint Lucas In een tijd van economische misère zijn liet do kunstenaars, die.' den in vloed van dé malaise het allereerst ondergaan, In ons land misschien nog meer dan in het buitenland, omdat vooral de practisolie Nederlander he laas van mcening is. dat kunst luxe en dus.... overbodig is. Wanneer de Nederlander gaat bezuinigen is hot doorgaans allereerst op de kunst, die men immers tijdelijk lean ontberen. Alsof ook niet de kunstenaars in een tijd van malaise moeten kunnen' le- Hot is geen geheim, dat de nood on der onze beeldende kunstenaars zeer hooo- gestegen en steun dringend ge boden is. Deze steun aan de kunste naars Is eou algemeen be lang, Want velen mogen dan va.ii meening zijn. dat 'wij kunst tijde lijk kunnen missen, men zal toch moei. lijk kunnen ontkennen, dat zonder kunst ons leven dor en kil zou zijn, En het is ook een nationaal belang! Zijn het niet de kunstenaars geweest, die aan den Hol landschep naam den groot,Stén luister hebben b'igezet? Welk een niet te schatten verlies zou het voor ons laud en de wereld bobben bet eekend. als wij geen Hém- brandt. geen Frans Hals, geen Jan Steen hadden bezetenHet zijn dc schilders geweest, die onzen roem over heel de wereld hebben gedragen. Er wordt door vele Hollandsohe kunstenaars thans gebrek geleden en oogehblikkeüjke steun is uoodzakahik. Die steun kan niet alleen van de ïte- gecring worden ver-v-d'--- hij most. allereerst komen van den kant van het publiek. In een tijd als deze'is het, in het belang van onze national's kunst,, een moreels plicht van allen, die daartoe in staat zijn. de- kunste naars te helpen door deze moeilijke periode heen te komen. Die steun be hoeft niet te bestaan in giften aan steuncomité'^. De kunstenaar vraagt geen aalmoes. Hij verlangt alleen in staat te worden gesteld' tcwerkc u. Door zijn werk te koopen, juist, in tij den van malaise, kan het publiek den kunstenaar helpen. Dat is noodzake lijk. wil men niet, dat velen onzer kunstenaars waaronder zeer be gaafden ten ouder gaan. Ziehier'de slotconclusie, waartoe de heer E. R. D. Schaap, voorzitter van Sint Lrukas. kwam in 'u interview, dat- ik 'met hom moolit hebben over don tog'enwoordigen nood der beeldends kunstenaars. Wanneer wij zoo ver wiaren, dat kunst voor allen een le vens b e hoef t e was, dan zouden wij niet bij het publiek en de Regee- Ving om steun voor den kunstenaar be- hoeven aan te kloppen. Maar zoolang het grootste deei d6r menschheid kunst nog als luxe beschouwt, zul len de kunstenaars in een tijd van malaise, als wij thans doormaken, steun niet kunnen ontberen, wil men ze althans in staat stellen nog te blij ven werken. Als oorzaak van de tegenwoordige malaise in de Neclerlandsch© schilders- wereld moest volgens den beer Schaap niet alleen, de oorlog worden beschouwd, al is de wereldkrijg en de daaruit voortspruitende economische misère dan ook van zeer grooben in vloed geweest. Ook vóór den oorlog was de toestand reeds allesbehalve, rooskleurig. Er was namelijk toen reeds in het buiten land enn merkbare kentering gekomen in de waardeering voor de Hollanci- sclie moderne schilderkunst. De tij oen waren voorbij, dat S.chotland, Enge land c-n Amerika voornamelijk Hol- hudsche schilderkunst vroegen en bui tensporig iiooge^ommen daarvoor oe- taa.lden." Die buitenlandsche vraag heeft jarenlang de schilderkunst in Holland beheerschfc. Speciaal m Ame rika werden enorme sommen voor Hollandsche schilderden voorname lijk van de Haagsche school be taald en liet was begrijpelijk, dat cie kunsthandel allereerst sohilderuen verlangde, die voor ..export" geschikt waren. Over het algemeen heeft in Nederland steeds die kunst succes ge had, welke door het groots publ-ek begrepen, werd en dus ook bij den kunsthandel gewild was, Eclite kun stenaars, groot© coloristen, mochten daarentegen dikwijls niet die aige- meene waardeering ondervindon, wel ke hun Werk verdiende. Reeds vóór het uitbreken van den oorlog was er een strooming in het buitenland merkbaar can schilderijen uit M'Qnohen to koop en. Het waien vooral de Amerikanen, die de groots kracht en innerlijke kunst der Mun- eheners erkenden. Maar daarmee ging tegelijk een nu.ndero waardeering v< or Hólléudsciie kunst gepaard. Het ver zamelen van schilderijen is voor som migen niet anders dan een soort specu latie. Schilderijen zijn ook in Amerika „handelsobject." Men koopt er scnil- derijen in de hcfop, dat zij in den loop van den tijd in waarde zullen stijgen. Mei Hollandsche kunst is dab dan ook heel bang het geval geweest, en iiet was één der redenen, waarom ztj in het_ buitenland zoo „gangbaar" was. Br is op Hollaijdsclie schilderijen door verzamelaars indertijd zeer veel ver diend. Maar met cie kentering in aen, smaak veranderde ook dit. Zij, die in den laatsten tiid verplicht waren 'H.ol- .landscho collecties te verkoopen, kre gen meestal enorme klappen. Hoezeer de waardeering voor Hol landsche kunst zich in het buitenland heeft gewijzigd, is wel het, sterkst ge bleken bii den verkoop in Amerika van een particuliere collectie van Mes dag. Deze collectie, die volgens testa mentaire beschikking eerst 10 jaar na den dood van den schilder moolit worden verkocht, bracht nog niet één tiende op vau wa t er eenige jaren ge leden voor 'gemaakt zou zijn. Met uit zondering van Mauve, die ook nu nog in het buitenland dezelfde waardee ring vindt als vroeger, werden alle schilderijen van Hollandsche mees ters zelfs van Josef Israels tegen sommen verkocht, welk© met die van vóór. den oorlog zelfs' nauwelijks ver geleken kunnen worden. Het' «spreekt vanzelf, dat die vermin derde waardeering voor Hollandsche kunst in het buitenland onmiddellijk van grooten Invloed was op de prij zen, die de kunsthandel hier betaalde. In 1914 was liet met den gouden lijd voor de Hollandsche schilders al voor bij en kondigde zich reeds de nade rende malaiso aan. Toen kwam de oor log met al ziin gevclgen._ Ook in Hol land werden in de eerste jaren van den oorlog bijkans geen schilderijen meer gekocht. Vele schilders van talent die tot 1914 onafhankelijk van den export haddeh gewerkt en toch een behoor lijk bestaan hadden gehad, waren thans ook verplicht zich tot den kunsthandel te wenden, doch de kunsthendel had zulk een enormen stock, dab de jongeren zelfs niet aan bad kwamen. Wat dc tegenwoordig© malaise on der de schilders ook zeer in de hand heeft gewerkt, is de opkomst van vele anasi-schilders, de „niet-geroepenm". In de jaren van de Haagsche school vormden de schilders een kaste, een bepaald ras. Na dien tijd, met den de- mocratischen stroom, kwamen zij. die de stelling verkondigden, „dat heb hem niet in de techniek -zat", maar „dab de ziel alles was!" 'Heel veel jongelui hebben zich vol geestdrift in deze nieu we richting geworpen. Er waren er zeker onder hen," die het deden uit ge brek aan talent, uit gemis aan tech niek, maar er waren ook zieer velen. Lie er zich hij aansloten uit roeping, in vurig ieugd-entlioueiasmej Het -■roote publiek echter, dat liefst mid delmatig© en' goede kunst koopt, wel ke het begrijpt, stond zeer-ver van a-1 deze nieuwe richtingen a.ls neo-impre?- sionisme, oubisme en futurisme, Het kon ze ié^mogelijk waardeeren. Toch, het spreekt vanzelf Iconden de jongeren daarmee niet ophouden. Zij schilderden, wat zij als liet eenige goede beschouwden, maar koopevs vonden zij niet, of althans heel wei nig. Dit hoeft tot de vermeerdering j d e malaise in liooge mate bij ge „...gen. E-- ziin altijd onk vóór den oorlog - schilde' s geweest, die door hun uiafhankeUj'kheid. door het niet-off©- jen aan den publieken smaak gebrek hebben geleden. Zii waren dikwijls niet de minst belangrijke kunstenaars Grooto kunst wordt over het algemeen slechts door grooto mensehen begre pen. De democratische tijd heeft mee gewerkt toi' het venifeerrleren van het aantal der onafhankeliiken, die zeer ver al' staan van het groote publiek. Dat is éen der oorzaken van den tegen- woordigen nood, die niet in eenig ver band staat met den oorlog. - Niet altijd is er na het uitbreken van den oorlog malaise onder de lcun- sieiiaars geweest. In de eerst© oorlogs jaren was het zeer erg. Toen werd er hijrta niets meer verkocht en dat was te meer te betreuren, omdat er bij het publiek juist een strooming merkbaar was om onafhankelijk van den kunst handel, direct van de kunstenaars., op tentoonstellingen en ateliers te koopen, Het publiek was in ziin smaak werkelijk zelfstandig gewor den. Het kocht niet meer alleen, wat door de kritiek en den kunsthandel werd aangeprezen het begon uit eigen oogon te kijken. Maar toen brak de oorlog uitHet publiek ging be zuinigen en bezuinigde als altijd het allereerst op kunst. De toestand werd in den loop der jaren al erger en tenslotte hadden velen zelfs niet meer orn van te leven. Er werd bijna niets meer verkocht. Toen is er order 'de kunstenaars in waarheid gebrek ge leden, toen is het gebeurd, dat vrou wen van schilders in het Gooi en elders met thee langs de huizen liepen om hun gezin voor ondergang .te behoeden. Er zijn altijd nog mensohen onder hefc publiek, die in schilders „bohémiens" zien, die nog gelooven aan heL „fcvpe van Jan Steen!" Met nadruk kwam de lieer Schaap tegen deze opvattingen op. Er zijn er, helaas, onder de schilders te genwoordig, die er armoedig uitz'en, di© schulden hebben en wier gezinnen gebrek lijden, maar bijna altijd door omstandigheden, geheel buiten hun soliuld. Velen van hen hadden vóór den oorlog een behoorlijk bestaan, konden door hun werk een gezin on derhouden. Ze zijn thans hefc slachtof fer geworden van de tiidsomstandig- hedende oorlog lieoft hen arm ge maakt! Er is een periode geweest na '14, dat men in de schilderswereld een nieuwen tiid meende te zien dagen het was bij de opkomst der O.-W/ers. Dat is een prachtige tijd voor de schil ders geweest. Er waren in die dagen verscheiden© schilders, die zóó veel opdrachten kregen, dat zij er niet meer tegenop konden werken. Er werd bij massa's verkocht! En goed verkoch'tEr mag misschien eens een enkele O.-W.'er zijn geweest, die schilderijen bij den vierkanten Meter kocht en die meer lette op de lijst dan op het schilderstuk, maar dezulken waren ^uitzon (lering. Velen van de nieuwe rijken kochten schilderijen, en kel om eindelijk ook eens iets werke lijk moois ts bezittenzii toonden bii het koopen wel degelijk smaak. Die tijd heeft voor de schilders helaas maar heel kort geduurd. De dagen van de O.W.'ers waren spoedig gebeld én toen eerst recht is de ma laise onder de kunstenaars voelbaar geworden. Ivon men in het begin van den oorlog voor het steuncomité nog •geld krijgen, dat is nu voorbij! Wij kunnen nauwelijks aAeer helpen. De kunstenaars moeten nu leven van wat zii verkoopen en dat is heel, heel wei nig, al is er in den laatsten tijd een klein© kentering merkbaar. Er wordt nog steeds onder de kunstenaars bit tere ellende geleden en steun >'s drin- ge-iid noodie wil men niet, dat velen ■an hen ondergaan. Over de wijze waarop de kun- Jenaars sinds den oorlog gesteund zijn, in een volgend artikel. J. B. SCHUIL. (Deze raadsels zijn allo ingezonden door jongens en meisjes die „Voor onze Jeugd" lezen.) Iedere maand worden onder do beste oplossers drie boeken in prachtband ver loot. ;rvang de slippen door letters, dar. moet op den rug den naam van een plaats N. Holland le lezen slaan 2. (bngez.' ddor Heidebloempje.) lik ben de nuaim van een dag en word met 7 lettors geschreven. 1 2 3 G is een meisjesnaam 5 6 4 is een Bleedings tuk. 7 6 G 4 is een doorzichtige'stof. 1 2 3 7 is ecu ander woord voor voor werp. 3. (Ingez. door Dierenvriend.) Ik ben een wapen, onthoofd me en ik word een lichaamsdeel. 4. (Inge'/., door Burgemeester Dikkedak) Zet achter een buitenlandach geldstuk een voegwoord én ge krijgt een Neder- Inajdsek eiland. 5. (Ingez. door R. Arnkeai) Ik hen een heel groote komiek en be sta uit 14 letters. 3 4 is een voertuig. 5 7 is een maat. 2 3 10 14 is een vogel, 5 6 7 14 is een verkorte meisjesnaam.. 1 is do 3de letter van het A. B. C. 13 14 is het tegenovergestelde van uit. 9 3 4 11 is een muziek-instrument. 10 11 7 12 is een vrucht. 8 10 11 7 is een kleedingstuk. 6. (Ingez. door Zeeroover. lk ben een drank van 4 letters. Ont hoofd. me en ik woon in West Europa.. Da raadseloplossingen der vorige week 1. Valken sw a a rd 2. Negen. 3. Gelderland. 4 Honger is do beste saus 5. Berk, kerk, merk, perk, werk, zerk. 6. a. Afbreken, want clan moet het ge bouw eerst zijn opgebouwd, b. een sigaar, c. Berg-greb, d. mol, e. regenboog of elle boog, f. paddestoel, g. een rivier h. klok i. scboorsteenpijn. Goede oplossingen ontvangen van: Dolf Verspoor 6 Behangéftjé 6 Poesje 6 Juffertje Onrust 6 Vriendinnetje 6 Moe- derplantje 6 Buitenman 6 MomtbrelJa 6 Napoleon 6 Bloemenlconingm G Iudrama- joe 6 Rap po 6 De kleine Vogelvriend 6 De kleine Violist G Vliegenier 6 Vrijer 6 Lentebode 6 Neerianiiu 6 Sneeuwbal letje 8 Boschwacliter 6 Li-na Punt G Voet baller 6 Vissoher 6 Roel do Rakker 6 Pieno 6 Matroos 6 Soerabaja 6 Katjang 6 Iusulindo 6 Zauglust 6 Naaistertje 6 Zonnebloem G Kruizemuctje 6 Witte Muis 6 Pierewiet 6 Heideprinsesje 6 Maan- elfje G Theeroosje 4 Anemoon 6 'Laatste kwartier G Willem III 6 Denappelljc 6 Autoped 6 Vogeltje 6 Wilgenroosje G Pie ter .1. OsChala G De kleine Majoor G Gems G. Rnlirnfcriek VAN DEN KLEINEN VOGELVRIEND ontving ik een collectie plaatjes van Wee's Theehandel, Stearine-kaarsen, van Dijk's bonnen en Haka? bunnen. NAPOLEON, 2de Vooruitgangstraat 19 vraagt een boek ter leen en geeft graag een ander voor in ruil. Ook vraagt hij; Bensdorp-oanslngen. Het Seiukskircd door W. B,—Z. Ze bemoeide zich anders nooit met „Mevrouw, wie zal er morgen voor „Twee dienstmeisjes en een huisknecht voor één mensch, is dat aiiet voldoende?" De juffrouw viel vaai de eene verbazing in de andere. „Moitgen ga ik ook Kerstfeest vieren," vervólgde mevrouw. ,„tr? Hier?" „Ja hier. En ik heb al vele gasten ge- nocdigd." „Blaar mevrouw, dan blijf ik thuis. Dan. is Mer niïjni plaats." „Ik 'heb gevoeld, dat U nergens liever zou'dt Kerstfeest vieren dam daar in liet groote gesticht. 'Laait dat mijn kerstgave De juffrouw greep af en toe eens naai haar hoofd, of 'i er werkelijk mog opzat. Ze moest de huishoud!ijst naar do keu ken brengen en door vrouwelijke nieuws gierigheid gedreven, sloeg ze er even een blik in. W-at? Kerstbooniverséerselen Kwam er ook een Kerstboom De keukenmeisjes begrepen er ook niets van. Eerst die plotselinge thuis- Hoewel juffrouw Stephenson allerlei be denkingen maakte, sloml mevrouw van Beerbiuggen er op, dat ze den volgenden dag naar Amsterdam vertrok. Ze behoefde zich heusoli nergens om te bekommeren. Alles zou best van gtnpel loopen. Juffrouw Stephenson had dolgraag wil len weten, wi.e de gaston waren. Maar daar Icwatn ze niet achter. In een blijde stemming, zich voelend als een onbe zorgd, gelukkig kind, reisde juffrouw Stephenson naar de hoofdstad omi Kerst- feest te vieren in het groote huis, waar haar vreugdedagen zoo scliaarsch waren geweest. Zoodra de' juffrouw weg was, werd het op Ruimzicht een bedrijvigheid van be lang. In de ontvangzaal, die alleen hij heel deftig bezoek gebruikt werd, moest nu zoowaar een kerstboom geplaatst worden. De mooiste boom, die er in het en schreef met groote letters op het pa pier: voor Gerdoatje. Toen ging ze verder aan het verdeelen. Geen enkele gast mocht vergeten worden. Alle Boschboompjes en alle Huysertjes en Maria Breitner, maar vooral, ja voor al Gerda en haar Vader. Als ze terugkeer den naar hum vaderland moesten er je gens haar vriondolijke gedachten zijn. (Wordt vervolgd.)' Brievenbus «der Alles helpen bon, werd aan 't werk gezet. De antieke lamibrizeerlngen kregen guirlan des van sparregroen, met hier en daar een vuurroode strik. En om den boom moesten tafeltjes geplaatst worden met helderwitte servetten, waarop kleine takjes hulst werden neergelegd. Do mamden en kisten, die in een hoek vaal do mamgetbnaiior waren mdergezei, moesten geopend worden. Mevrouw van Beerbruggen mam er zelf de pakken en pakjes uit. I-laar gelaat was een en al zonneschijn. Ze streelde de warme .kin- derkleertjes, pakte ze weer zorgvuldig in Brieven aan de Redactie van de Km- derafdeeling moeten gezonden worden an Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, d. Vimnestraat 21rood. (In do bus gooien zonder aanbellen.) KLEINE VIOLIST. Je hebt gelijk, jongen* speel nog maar zoo lang buiten als je kuilt. Vorder je flink op je viool? Ik dank je wel voor je bonnen, daai zul len zeker wel Jiefhobbors voor zijn. Wil ik voor jou eens kwatta-soldaatjes vragen in de Ruil-ltubriek KLEINE VOGELVRIEND. Wat heb ben jullie toch lang feest gevierd. Heb -ok van de oliebollen gesmuld? Het trof dat het juist Zaterdagavond was, o weekschen avond had je zeker zo lang miet op mogen blijven. INDRAMAJOE. lloc vond grootvi der jo boek? Nu moet je maar pro'oee- om de serie voltallig te krijgen. Heemstede leek Zaterdag veel op de ICal- erscriiat in Amsterdam. MEJ. L. P.—D. 'k Vind liet heel vriendelijk van. U, dat U het werk Bloemènkoningm tijdelijk waar wilt len. Wat heeft ze aan haar arm? En is r beterschap te bespeuren Veel groe- ïii en van harte beterschap. NAPOLEON. Ik hoop dat je succes hebt met je Ruil-aanvragen. Je ingezon. den raadsel is goed. MONTBRETIANeen hoor, ik neem het jullie niet kwalijk, dat je door liet feest-vieren de Rubriek vergat. Prettig, dat je het wagentje van Lima P. mocht leeuen u ook vam alles kon meemaken. J hoopt natuurlijk dat je op je verjaardag og thuis bent. Ik hoop liet ook voor je BUITENMAN. Dus in het zakloopen ben jo niet zoo knap als in het raad sels oplossen. Je moet maar zoo denken een mensch kan niet overal in uitblinken. VRIENDINNETJE. - Pijn, dat jij zoo'n mooie doos met zakdoeken hebt ge wonnen. I-Ioe is liet met de wollen hand schoenen? Komen ze klaar voor den win ter? JUEEERTJE ONRUST. - Je raadsels staan geboekt. Zo kwamen te laat om d« vorige week te vermelden, maar het is iin orde. POESJE. Je hebt het nog goed getrof fen op Zamdvoort.. Heb je geen nadeelige gevolgen van de natie kleeren gehad? Je ingesonden raadsel is goed. BBHANGERTJE. Heb jo het boek nu uit? Wat gezellig, dat moeder voorgelezen beeft. Je ingezonden raadsel MEVR. V.VAN M. - 'k Vind het heelemaa! met erg, dat D. de eene week 7.in in de raa-ds&ls beeft dan de an' week.' 't Moet amusement blijven. Ja, ik hoop ook, dut hij een trouw klantje mij wordt. Heeft, hij al iels uitge zocht voor den Sint-Nicpiaaswedstrijd.'? Kam hij niets bedenken, dan wil ik hem raag op weg helpen. WITTE MUIS.*— Gelukkig maar, dat - zoo'n goede keuze gedaan hebt niet je hoek. Zei moeder niet af en toe: „Houd toch eens op met dat gelces!" En voor plannen zijn er voor den S'unt- NdcolaaswedstTijd. Of help je de zusjes iee met don stoffemvimkol KRUIZEMUNTJE. Wat do lengte betrof, viel je briefje me lleusch nog al Ben je Woensdagmiddag nog naar Musc-um geweest? Was het je eerste ck? Nu is de Sint-Nicolaaswedstrijd er. Al lezende, heb je misschien wel een prachtig idee gekregen. ZONNEBLOEM. Nu "maar zoovee! boterhammen eten dat je gestadig blijft aankomen. Ik vind het idee van den sloffenwinkel alleraardigst. Moelu het je iets .ontbroken dan geef je maar een schreeuw in de Iluilmbrick. SOERABAJA. Je nioogt dazen schuil/naam houden. In deze plaats ben je zeker geboren, hè. Je verborgen dierna men zijn goed. KATJANG. Je mug dezen schuil naam houden. Beu je even ondeugend als de Katjangs iai het boek v-an Schuil? INSU'LINDE. Ook jij mug onder dien naam jo werk insturen. Bevalt het je goed in Holland?' Je verborgen boomen zijn goed. MOEDERPLANTJE. Een leuk spel letje lijkt me dat vlaggestoken. Maar hard'oopen en toch kalm blijven was het parool. Dat kan natuurlijk niet leder- MATROOS. Je verlangt zeker hard aar voetballen. Mag ik weien, wat meneertje voor den Sint-Nicolaaswed strijd maakt? Zwem je nu nog? Dat deed ik je niet graag na. Was jij ook bij die jongens va-n liet estafette zwemmen? ZANGLUST. Dat is een heclo onder- emi-ng zoo'n sprei halten. Hoeveel ree pen heb je al? Ik heb ook dc móóie ver siering 'in Heemstede gezien. Dorpsmen- schein Icuinneii ook wel feestvieren. NAAISTERTJE. - 'Is Had in langen tijd niets van je gehoord en 't doet ine altijd goed, als oudjes zich weer komen aanmelden. Hoe is het met je tante? Wat is die leelijk te pas MAANELFJE. Ben Je het boek 'al al aan 't lezen? Of lees jo het moeder voor? Je hebt daar iu Amsterdam heel veel moois gezien. Dat zul je vast niet licht vergeten. Was je niet moe, toen je 'e avonds thuis kwam? THEEROOSJE. Och die arme pop eö die bedroefde Theeroosje. Omdat je haar al zoo lang hebt, kan ik me voorstellen, dat je dolveel van haar hield. Maar do goede Sint brengt je misschien wel een. even lief poppekopje. 'i Staat natuurlijk bovenaan op je verlanglijst ANEMOON. Mijn dank voor jo postze gels. .Ta, daar zijn liefhebbers genoeg voor. Ik <kieht wol, dat je „Zonder Moe der" een heel mooi boek zoudt vinden. LAATSTE KWARTIER. Je ingezon den raadsels zijn goed. De andere raad sels krijgen ook nog wel eens een plaatsje maar mijn voorraad is zoo heel groot. Wat zeg jo van den Sint-Nicolaaswcd- strijd? Heb je al 'n keus gedaan? Leuk, dat jullie do volgende week een jarige hebben en da', grootmoeder dan over komt. AUTOPED. Nog wel hartelijk gef£ lici'eerd met moeders verjaardag. Moe der was zeker erg in haar schik met je dichterlijken wenseh. Bn was het verder een gezellige dag? GEMS. Je bent met een mooi rap port overgegaan. Flink zoo. Zorg nu inaar, dat je in de 5de klas zoo'n knap pe Gems blijft. Wat hebben jullie een grooten tuin. Daar lien ik heusch ja- loersch op. Staan er ook mooie bloe men in? W. BLOMBERG—ZEEMAN, r. d.' Vinnestraat 21rood. Haarlem, 22 Sopt. 1923. door SIMON MOS. Buiten de stad gekomen, snelde de auto van den lieer Janus Goedaard," met vrij vluggen gang, over den een zamer. weg voort. Hef was een prachtig© en keurig ingerichte Limousine, waarin de eige naar het. zïc-li gemakkelijk had ge maakt. 1-ehaaeliik achterover leunend tegen de zacht-veerende- beige-fluwee- len kussens. Hij trok de pelsjas wat vaster om zich heen; het was buiI011 blijkbaar tamelijk koud, ofschoon liet pas in de tweede helft van November was. R-u- \ye windvlagen, met regen en natte sne©uw. slierden 0111 liet rijtuig en kletterden somwijlen tegen de gesle pen ruiten. De hemel hoepelde donker blauw,zonder een enkele sterde weg was zeer duister, alleen vóór den wa gen gedeeltelijk verlioht, door de heil© schijnwerpers De chauffeur was echter een zeer bekwaam man, de wagen kon met vol le gerustheid san zijn zorgen worden toevertrouwd. De héér Goedaard sloot nu en dan de oogen, en in zijn gedachtengang ring cis gepasseerde avond nog cms voorbij TT i i kwam van eon faneyfair, door oude en jonge dames en heeren uit deéeret© standen georganiseerd, bii.welk feest hij verschillende offers had gebracht voor hel, goed© doel, maar w aarover hii toch niet ten voll© voldaan was. Flink voor den dag ko men. door een gift te schenken, di© werkelijk een goeden steun gaf, kon men feitelijk niet 011 'a liefdadigheids feest.. zonder dat hef algemeen hekend d. Bii hoe gemakkelijk droeg de gift dan hef karakter van een soort' opsnijderij tegenover anderen, miuaex rnet aardeohe goederen gezegend. Het aanbieden van lijsten aan huis, waarop met X. N. kon worden gelee- kend, was wel 7.00 verkieslijk. Uit dozen gedaelifcengang kan door den lezer al dadelijk worden begrepen, dat de lieer Janus Goedaard niet van middelen ontbloot was. u dat was hii inderdaad niet-- Maar dat was niet altijd zoo geweest: Integendeel. Janus wos vroeger 200 arm a!s een kerkrat. Alleen door bui- ngewoon toevallige en uiterst geluk- ige omstandigheden, was de lieer Goed a ard zoo wel gesteld geworden. Men rloiike nu niet aan eon ietwat lat© O.W.er. dat was Janus in geen geval. Verre van dat. Hii was al jaren terug, ver voor de verschrikkelijke Oorlog dreigde te beginnen, een man in bonus. Maar ofschoon hii puissant rijk was. nooit vergat hii zijn verleden. En als hii overdacht de menige oogenblikken,' aarin hij met een dubbc'tje zuiniger .oest zijn. als thans niet eon tiengul denstuk. gevoelde hij behoefte wel f© doen non anderen. Dan werd hij week gestemd, wanneer hii ergens een min der bedeeld mensoh ontmoette; dan klopte zijn lmrfc warm voor dengene, wien het slee' t ging: dan gaf hii elk 'hulpbehoevende, spontaan en met milde hand. Doch op de fancy-fnir was zijn barmhartigheid niet lob voldoend© uiting gekomen, hoewel hij van de lieftallige dnmes aan de champagne- tenten. bij de betaling, van oen biljet van viif-eii-twintig geen cent terug wild© hebben, en hii meer glazen go- dronken had. dan zijn gewoonte was.. Aan andere tenten had hij allerlei .sterijen gekocht en duur betaald, Naar hefc Engelse h a. Wilson Barrett. (Geautoriseerde vertaling). 13) 'Palzev's gelaatsuitdrukking gctuig- -de duidelijk, dat zijn geweten met zui ver was, en dat hij volstrekt niet ue- gr&ep, of Charles hein soms ook voor den gek hield. Hij deed echter zi.n best om zich over dien twijfel keen te zetten. „Kijk eens", begon hij opnieuw. „Je belifc een vriend van de Byrojis Het gezicht van Charles nam ni deze woorden een ©enigszins andere uitdrukking aan. „Bat ben ik zeide hij. „Vergeet dat vooral niet. Ik bon een vriend van lien'. „Jawel", zeide Falser. „Mij dunkt dat ik maar ronduit met je moe t spreken-". „Ga uw gang", antwoordde Char les, „Nu. do zaak is zoo 'hernam Rrtl- zii', „ik' kan je gerust do waarheid vertellen. Ik heb hun vader gekend. Hij was een knap man, erg knap, maar van zaken had hij evenveel ver stand als een klein kind. Zoowat eeu jaar geleden kwam hij bij nüi met een idee, dat bij hem was opgekomen, liet was een goed idee, en ik zag dat er geld mee te verdienen, was, als het goed behandeld werd. Maar u be grijpt, mijnheer „FreekCharles Freek'U „Mijnheer Freek, het is heel wot anders iets uit te vinden, dau er pa tent op te nemén en nog weer wat anders, er wat mee uit t© voeren. En dat idee van Byron want meer dan een idee was het niet, toen hii er mee bij mij kwam zou duizenden kos ten, alleen aan proeven e.11 modellen". „Ga voort", zeide Charles. „Nu. de arme drommel bezat niets!' „Dat is niet waar viel Charles hem in de recle. „Nu, tenmiuste niet noemenswaar dig, en wat lui had liep hem door de handen. Ik heli hem geholpen. Ik zat toen zelf ook krap. ik had zooveel te betalen. Maar ik gaf hem wat ik kon. Het hielp niets, want hii had alt'j'd meer noodig. E11 toen viel hij in hau- d'ii van gele!schieters en met zijn uit vinding ging hel ook niet voorspoedig. De proeven misliikl.cn herhaaldelijk, wat een hoop geld kostte. E11 ik begon te Uvijfelgii en wss bovendien in een toestand, dat. ik aan mezelf moest denken. En ik kon .werkelijk niet, mijnheer „Freek, Charles Freek". „Mijnheer Freek, maar voortgaan met bij liassen en voorschieten, zonder ooit iets van mijn geld terug te zien En 'zooals ik zeide, geraak tg hij iu schuldeu. Eu teu slotte nam hij een van zijn schuldenaars als deelgenoot in do rechten van zijn uitvinding". „U?" vroeg Charles. „Neen. Een burgermannetje, die Kosenbaumer heette. En toen kon ik hem natuurlijk niet verder helpen". „Dat geloof ik graag", zeide Char les. „N11. op een goeden dag komt Ko senbaumer bij mij en vertelt, dat nu alles in orde is mei. Byron's uitvin ding. Tk stel een onderzoek in c-n vind dat bij de waarheid beeft gezégd. Maar Kosenbaumer weet al evenmin als Byron zelf, wat hij met die uit vinding moet beginnen. Ik overleg do zaak, en aangezien ik al heel wat geld verloren liad' door deu armen Byron te helpen, wou ik nrobeeren daar iéts van terug to kriigen en 'kocht daarom de uitvinding van Ko senbaumer' „Heeft 11 er veel voor betaald?" vroeg Charles. „Tamelijk vee] z.^de Prrizer, ,,1)D Kosenbaumev is maar emi burg-wman- netje, maar hij is slim gciicég. Jn, hm zal ecu hcele po.s duren, eer ik het geld terug heb, dat ik Kosenbaumer voor die uitvinding heb moeten beta len". „Dat zal wel uitkomen", zeide Charles. ,,U meende dus, dat dio uit vinding wel iets goeds was ,,Ik kwam tot de ontdekking, dat het heel wat anders was antwoord de Palzer. Charles daclit een oogoublik na. „Ik begrijp het", zeide hij eindëlijk- Jawel,' dat is een heel mooi verhaal. En alles schijnt te kloppen". Palzer wierp liem een snellen blik toe. „Ja, zeker", zeide hij. Charles keek hom aan. „Eu wat heb ik daar nu mee te maken?" vroeg hij. „Ik heb liet je verteld", zeide Pal zer, „omdat je een vriend bent v;.u Byron's ..zoon en dochter. En omdat ik zie dat jo een verstandige knaap i-cai. /ie je, het zijn jongelui en zij hebben geen verstand van zaken. Zij zijn net als hun vader. Eu ja, hij, de zoon is een onredelijke knaap en nu hebben zij zich in liet hoofd ge haald, dat zij niet goed behandeld zijn. Ik had zeker niets moeten heb ben, voor al wat ik voor bun vader deed! En zakou ziin nu eenmaal za ken"'. ..Van Kosenbaumer wisten zij zeker niets?" vroeg Charles. „ik heb hel hun verteld", antwoord de Palzer. „Maar dat zullen zij vrel niet begrepen hebben. Die jonge By ron was geen knaap om naar een ver standige uitlegging te luisteren, en toen hij mij begon te vertollen, dat ik hen van hun eigendom beroofd had..." „Toen beviel u dat niet". „Ik zette hem de deur uit", zoide Palzer. „Maar toen ik er later nog eens over dacht, kwam ik tot, de con clusie, dat ik, als hij op een behoor lijke manier bij mij was gekomen, en die zinspelingen achterwege had ge laten, misschien „Ja?" vroqg Charles. „En als jij, als een verstandig jong- mensch, die best een beetje geld kan gebruiken, die zaak in orde wilt bren gen, dan zou ik, alleen uit edelmoedig heid, er een paar honderd „Wat!" zeide Charles. „Of desnoods wat meer, dat die jonge man en zijn zuster een zaakje konden beginnen of zoo iets „En wat zou u mij dan geven?" vroeg Charles. Palzer keek deu jongen man in zijn chaiiffeurscostuum eens aan, en dan weer naar de gebloemde kamerjapon en de toilettafel. „Als je die zaak goed en netjes veilt behandelen", zei'Ie hij, „en wij waren later allen op een vriondschappelijken ■vort, met elkaar, dan zou ik ie geven dan zou ik jo, laat eens kijken, een paar honderd pond geven". „En "wat op hand?" vroeg Charles. Palzer wierp hem een haastigen' blik toe. Charles was wel in Enge land op school en aan de Universiteit geweest, maar hij bleef altijd een Amerikaan, en als hij verkoos, kon liij zeer goed den toon en de manie ren van zijn geboorteland aannemen. E11 ditmaal iiad zijn stem een k'izou» der Amerikaansclion klank. „Je kunt er vijftig op hand krijgen,- zie daar!" stelde Palzer voor. „Vooruit er mee!" zeide Charles. En Palzer haalde int een zak van: zijn pelsjas een pak bankpapier, en zocht tien banknoten van vijf pond bij elkaar. „Zul je het doen?" vroeg liij. „Geef er nog vijftig bij", zeid© Charles. Paizer aarzelde. Toen nam hij een besluit en voegde er nog tien briefjes bij. „Zul je het doen?" vroeg hij. „Gee: op", zeid© Charles, cn met een zucht van verlichting overhandigd© Palzer hem de honderd pond. „Eu nu nog iets", voegde Palzer or bij. „Er was sprak© van, dat By ron 111 e.n aanval van spijt oen andor idee zou uitgewerkt hebben, dat naar ik meen, wettelijk begrepen zou zijn in hetgeen Kosenhauincr gekocht had maar dat 111 ieder geval, :i!s hot ooit in de wcroM mocht komen, inbreuk 2ou jfhkttt cp mijn gepatenteerd©

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 15