DE MODE
HAARLEM'S
DAGBLAD
Recepten schrijven
ZATERDAG 6 OCTOBER 1923
- VIERDE BLAD
Kroonprins Lodewijk, zoon van Hendrik IV.
IETS OVER MET LEVEN VAN EEN KONINKLIJK KIND' IN DE VIJF-
TIENDE EEUW.
De kleine Lodewijk' woonde in lietXV begon men thee, chocolade en kof-
bude kasteel in Saint-Germain. I-Iet
tegenwoordige kasteel werd toen nog
gebouwd en de kleine Lodewijk liep
dikwijls door de inaanbouw zijnde gan
gen en praatte met- de metselaars,
vooral met een van hen, waarvan ge
straks nog meer zult hooren, een ze
keren Bongars. De vader van Lodewijk
Hendrik IV, koning van Frankrijk,
die bijzonder veel van zijn kinderen
Ueld, had hen gehuisvest op eenigen
afstand van Parijs, in de frissche
lucht, een gezondheidsmaatregel dien
men niet zou verwachten, in dien tijd,
maar wel zeer begrijpelijk voor een
vorst, die zijn kindsheid had doorge
bracht in de Pyreneeën.
Hij kwam de kinderen dikwijls op
zoeken in St. Germain en Lodewijk
bewonderde dien vader; altijd vroolijk,
geestig en opgewekt, en hij vond hem
mooi met zijn fijne en bewegelijke trek
ken, die de gelukkige weerspieling
Waren van zijn zonnige ziel.
Wanneer de kleine Lodewijk 's mor
gens opstond was dan ook zijn eerste
werk om, nog op pantoffeltjes en in
zijn kamerjapon, de groote portretten
zijner ouders te begroeten, die zijn
slaapkamer versierden: „Bonjour pa
pa" „Bonjour mama!" En hij maak
te een buiging met een klein spronge
tje. De slaapkamer van den tookom-
stigen vOTst van Frankrijk vertoonde
een groote luxe naast armoedig ver
val. Een prachtig Oosterseh tapijt be
dekte den uitgesleten tegelvloer, 'kost
bare tapisserieën verborgen do scheu
ren in do muren, de vensters, die in
dien tijd nog geen luiten hadden wa
ren met, altaargordijnen behangen.
Maar de kleine danpliin sliep er ge
rust in zijn groot kolommen-bed, waar
van do gordijnen 's nachts dicht gin
gen. In deze reusachtige kamer ston
den nog drie andere bedden, dat, van
'de gouvernante, ma'dame de Mont-
glat, dio door het kind Mamanga werd
genoemd, dat van de voedster, door
Lodewijk Doun-doun genoemd en dan
nog het bed van een kamervrouw.
Wanneer Lodewijk om zeven uur des
morgens wakker werd, kroop hij in
het bed van de bevoorrechte van dien
dag. Doun-doun was het mcest-ge-
liefd, maar zij parfumeerde zich met
safraan en wat dat betreft prefereerde
Lodewijk zijn gouvernante, die altiid
heerlijk was geparfumeerd met viool
tjespoeder Tusschen 9 uur en half
tien werd het ontbijt gebruikt, be
staande uit bouillon, zachte eieren en
gestoofde kersen of appels. Chocolade,
thee en koffie kende men nog niet in
1608. Pas veel later, onder Lodewijk
fie te drinken, die werden ingevoerd
uit de warme landen.
Na den maaltijd moet de dauphin
naar de mis, hij is niet altijd lief en
wil dikwijls niet heen. Men laat Bon
gars dan roepen, den metselaar, die
groot en sterk is, en wanneer Boiigars
met een geweldige stem zegt: ga gauw
naar de mis, of i k zal je er heen bren
gen, dan gehoorzaamt het kind, bleek
van angst.
Na de mis neemt Madame de Mont-
glal. haai- leerling mee om een tochtje
door de tuinen te maken en dan is
het tijd' om te dejeuneeren. Er wordt
hem soep voorgezel, een schotel van
gekookte kapoen, kalfsvleesch, ge
stoofde kip en gebraden kapoen. Het
lievelingsgerecht van liet- prinsje is een
sla van viooltjes, met olie, suiker en
azijn.
Na ;den maaltijd raag Lodewijk gaan
spelen. Met zijn emmertje maakt hij
kasteelen van zand en hij speelt een
partijtje „pallmall": met een klem
•hamertje slaat hij tegen een bal, die
dan door kleine bogen moet rollen.
Maar het uur voor het „goüter" is
alweer aangebroken. Hij moet brood
komen eten met gekonfijte peren, en
daar het verschrikkelijk warm is,
heeft madame de Montglat geen zin
om uit te gaan.
De kleine jongen verveelt zich op
het kasteel; zijn speelgoed vermaakt
hem niet, noch zijn keukengerei van
zilver, noch zijn beweegbare kikker ot
zijn ivoren fluitje. Hij wil naar buitc-n
naar zijn vrienden, de metselaars. Men
vertelt hèni dat er, 'door de warmte,
een terras is gesmolten, maar hij is
niet zoo naïef. „IIo dat zegt ge
maar, dat ik er niet heen zal gaap".
Ook zijn honden interosseeren hem
niet. Hij heeft een heele stoeterij:
Oriane, Barbichet, Lionnet, Paleiot,
Grisette, Êatault, Robin, Léonide, Ma
telot. Maar de geliefkoosde zijn Ist-
belle en Cavalon. Ze slapen met de
hitte. De kleine Lodewijk vraagt nu
of hij naar de binnenplaats mag gaan,
waar de soldaten aan het oefenen
zijn. Daar staat hij voor de soldaten,
die hij commandeert, nu doet hij zelf
mee, in het gelid. Wat een geestdrift,
vlugheid en vroolijkheid. Hij neemt
een trommel, slaat de taptoe, schuift
do trommel op zijn rug en beveelt:
„Naar huis gaan ik ga ook naar
huis".
Zie de soldaten die zoocven gekheid
met hem maakten, bewijzen hem, nu
hij passeert, de militaire eer; daar
staat hij op de toekomstige koning!
(Wordt vervolgd.)
RAAD VOOR DE KUISVROUW.
Katoenen crêpe.
Katoenen crêpe is uitstekend ge
schikt voor tafellakens en ontbijt-
servetten. Het is heel goedkoop, het
staat aardig vooral wanneer men het
servet (voor het ontbijt of voor de
thee) boordt niet een effen biais van
dezelfde stof. Een groot voordeel is,
dat het crêpe nooit gestreken behoeft
te worden.
Zijden kousen-
Het beste materiaal om zijden kou
sen mee te stoppen is de zij van oude
zijden kousen. Ge trekt dc oude kous
voorzichtig uit en windt de draad op
een kaartje- Deze zij is dun en sterk
en komt gewoonlijk beter bij dc kous
dan gekochte zij.
Brüine schoenen.
Bruine schoenen worden dikwijls
zwart wanneer ze geruimen tijd gedra-
fen zijn. Ge zult verwonderd zijn
oe ze opknappen, wapneer ge ze
borstelt met een stijf borsteltje met
water en zeep. De vlekken verdwij
nen en de schoenen lijken nieuw
Wasschen van een poederkwastje.
Het is heel slecht voor de huid om
een vuil poederdonsje te gebruiken
en liet veroorzaakt allerlei plekjes op
de huid. Daar een poederdonsje heel
fauw vuil is, raad ik u aan niet tei-
ens een nieuw te koopen, maar uw
donsje even uit te wasschen-
In vlokkenzeep gaat het uitstekend.
Men spoelt het na in water met wat
ammoniak en slaat het. gedurende het
drogen, een paar keer flink uit, zoo
dat het zijn donzig voorkomen blijft
behouden.
Geslagen room.
Wanneer men wat weinijt geslagen
room heeft bij een of andere gele
genheid, is er een goedkoope en vlug
ge manier om de hoeveelheid te ver
meerderen. Wrijf een banaan fijn,
voeg er een eetlepel poedersuiker, een
snufje zout en wat citroen bij. Doe
hier een stijf geklopt eiwit bij en ver
meng het met den rrem dien ge hebt.
Klop alles nog eens samen op.
Jam maken.
APPELEN. PER-EN, DRUIVEN EN
MELOENEN GEVEN HEER
LIJKE JAM.
APPEL-GELEI,
In de maand Augustus komen de
eerste licht-gekleurdc appelen, waar
van ge heerlijke gelei kunt maken.
In November zijn de reinotten cr,
die nog beter zijn.
Schil uw appelen en snijdt ze in
vieren, haal de klokhuizen er uit tn
zet ze in water met citroen, zoodat ze
blank blijven. Wanneer alles klaar
is. doe dan de appelen in de pan met
zooveel water, dat ze onder 6taan en
breng ze aan de kook. Wanneer de
vruchten week ziin geworden neem.
ze dan af en laat ze uitdruipen om het
sap op te vangen. Het sap dat no» in
de vruchten is overgebleven wordt er
met behulp van oen doek uitgewron
gen. zooals ge op onze illustratie dui
delijk ziet.
KONINGIN OP EEN EILAND.
Ongeveer vier en dertig jaar geleden
vertrok Elizabeth Mahony met haar man
naar Australië .om daar haar geluk te
gaan beproeven op een der eilanden van
het Zuid-Westen, daar mesn er sprak van
goudvelden. Het echtpaar was niet voor
spoedig en zij hadden met ontelbare moei
lijkheden te kampen. Na eenige jaren
stierf de man en de flinke vrouw nam de
zakon ter hand. Zij wist ze goed te drijven
en na heel korten tijd was zij een beken
de autoriteit op het eiland.
Haar heldere en praotigcho geest stelde
haar in staat om handel te drijven m
de inboorlingen, zij slaagde weldra in o
derneiningen van uitgebreider! om van
en door de inboorlingen aan het welsla
gen harer zaken te laten meehelpen, ver
bond zij ben vast aan haar; zij heerschte
langzamerhand oppermachtig. zonder
zich de titel toe te eigenen had zij de rol
van Koningin. Haar werkzaamheid ver
minderde nooit. Men zag Elisabeth Ma-
hony als veefokster, oprichtster van
scheepstimmerwerven, roedei van een
vloot van zeiïbooten, die zij thans nog
laat varen.
Zij is inu oud en laat de zaken aanhaar
volwassen zoons over. Een van hen ver
vult de rol van regent voor de regeering
van het eilanfl, zonder een andere titel
dan zijn 'eenvoudige naam, Fnunk Ma-
hony. Zijn autoriteit is even groot als die
zijner moeder en strekt zich uit over 175000
„onderdanen", die allen, zonder uitzon
dering, zeer tevredon zijn eender de „Te-
gccring" der Mahony's.
In den doek mag alleen een bijna
drosre pulp achterblijven. D09 liet sap
met '-et water, dat in de pan was ach
tergebleven, bijeen, voer; liet gewicht
aan .suiker toe en doe er voor do ge-ur
een citroenschil bij. Laat de gelei ko
ken tot -ze de vereisohto dikte lieeft.
Een uitstekend middel om dit te be
proeven is liet volgende
Neem een glas helder, frisoli water
en last er. van de punt- van de lepel
een drupr-el jam invallen. Wanneer
de druppel zich met liet water ver
mengt. is de jam of gelei nog niet lang
genoeg gekookt. Blijft do druppel heel
en daalt hii in liet glas. om weer 1:1
zijn geheel naar briv-en te komen
neem dan uw jam direct af, ze is goed.
Laat z© niet in de pan koud worden,
daar door oxydeeren gevaarlijke ver
giften, geproduceerd kunnen worden,
maar doe ze in schoone. dro-e pot
jes. Laat de gelei op een luchtige koele
plaats afkoc-len, in de open potjes.
Wanneer den anderen dag de gelei st;jf
is, legt ge een dun papiertje, gedrenkt
in alcohol er boven op en schi'ocft de
potjes dicht. Deze gelei kan men jaren
bewaren.
Voor kweeperen-gcloi, die een fijnen,
eeurigen smaak heeft en een prachtige
helderroods kleur, doet- ge precies een
der als voor de appelgelei, maar in
plaats van citroen voegt ge een half
stokje vanille toe.
De overblijfselen van de appelgelei
kunnen no» zeer goed gebruikt wor
den- Met wat suiker vermengd kan' mep
er lekkere taart-vullingen van makent
of men dient het op bij rijstebrij.
Wanneer men de appel resten in het
midden'van een schaal legt, de rijst ei'
omheen schikt en een eiwit met poe
der-suiker stijfgeklopt er overheen
spreidt en dit evèn in den oven laat
bruinen, dan hebt ge een lekker en
smakelijk uitzien nagerecht.
De resten van kweeperen vermengd
met zijn halve gewicht aan suiker en
er vóór in 'n warmen over gedroogd,
geeft een droge confiture, die zeer op
wekkend ïs voor de maag. maar die
niet is aan te bevelen voor personen
met traagwerkcude ingewanden.
De twee voorgaande zijn ouderwet-
sehe recepten. Het is ook mogelijk om
allerlei andere geleien te maken, die
ons in den winter bijzonder welkom
zijn. vooral e-on recent vonr druiven,
gelei is in dezen tijid-, nu de druiven,
die zeer gezond en zoo goedkoop zijn,
zeker welkom.
Ge neemt mooie rijpe druiven, die ge
schilt en die ge, met ecn_ veer en
schacht of een puntig stukje hout,
voorzichtig van de pitten cnt 'oet Ma ik
nu een dikke suikerstroop. Ge weegt,
hiervoor eerst uw druiven en neerni
dan de helft van dit gewicht aan sui
ker. Op ieder kilo suiker doet- ge een
Toot glas wat-er. (ongeveer 20? gram)
Ge la-at deze stroop koken en wanneer
ze goed d.ik wordt en groote bellen
vormt, werpt ge er de druiven in.
Ge mocgt deze er nic-t te lang in la
ten koken, daar ze volstrekt niet stuk
moffen gaan, maar hun ronden vprm
moeten behouden. Neem do druiven
met een -schuimspaan uit de vloeistof
en mil er de helft uw potjes mee.
Laat. ds stroop# nog wat inkoken on
probeer weer in het glas water of ze
dik genoeg is. Giet ze dan bij 'de drui-
1 ven en handel als bij do vcrigo recep
ten.
De nieuwe herfstmode is nu wel zoo
wat bepaald. Hoewel men tegenwoordig
liet meer zoo'n scherpe grens trekt tus-
chen de verschillende seizoenen als
roeger, daar cr nu meestal drie keer pet
jaar een nieuwe „collection" bij dc
groote modehuizen wordt vertoond en er
ook tusschectijds nog heel wat nieuws
wordt gecreëerd, is de collection d'hiver,
evenals de expositie die in Februari
plaats heeft, toch van het meeste be
lang. Ik vericlde'u al in de twee vorige
Kcmina's dat er niet heel veel nieuws
zou zijn in de nieuwe modellen. Eén ding
is zeer opvallend ia de mode. Alle „cou
turiers"' volgen één lijn .en hebben ook
alle zonder onderscheid de rok geadop
teerd die van onderdn wijder wordt.
Allen willen de „robe droite", de rech
te japon, door iels anders vervangen.,
Daarin zijn zij het geheel eens. De rech
te japon was als het ware de toevlucht
der vrouw, die zoo lang in de meest
avagcnle modeellcn gekleed ging.
Doch het is van het standpunt der mode.,
makers zeker wel tc verdedigen dat zij
anders" willen brengen, zij het
dan ook voorzichtigjes aan cn bijna on
gemerkt. Zoo is het met de rechte japon.
Wanneer men zit, bemerkt niemand iets
bijzonders aan dc japon, maar bij de eer
ste stap ziet men de rok zich verbroe
den, door rond-geknipte volants, uit
springende plooien en wat niet al. Er is
een sterke neiging merkbaar voor een
zekere strengheid en symmetrie in do
wintermode, die langen tijd ver te zoe
ken waren.
Geen dccolletées, banen of mouwen die
onregelmatig zijn, geen draperie aan één
kant, geen zakjes zonder vis-a-vis, geen
korte slip op de eenc heup en een lange
op de andere en geen ongelijke rokvorm.
Over liet algemeen zijn de ruggen van
japonnen cn mantels absoluut plat cn
alle garnecring van voren aangebracht.
Ge ziet hierbij eenige plaatjes, die een
duidelijk, eenvoudig beeld geven van de
nieuwe mode. Bestudeer ze maar eens
goed!
De eerste rij' plaatjes geeft de voor
zijde van verschillende typen van klee
ding. Die zal ik u eerst beschrijven
De mantel is recht en plai, van
velours dc laine of meer ruwe wollen
stof, hij is korter tir.n de japon cn meest,
al van onderen van splitten voorzien.
Dc c e n v o u d i g e j a p on is van ere.
pclla of serge met lange, nauwe mou
wen, regelmatig aangebracht galon of
soutache, vormt de garneering. De rok
verwijdt zich door een „godet"- een
klokvormigc plooi.
De tailleur heeft zijn klassieken
vorm behouden, een rechte half-lange
mantel. Dc rok verbreedt zich door twee
holle plooien.
Dc avondjapon is van voren wel-
nig gedecolleteerd, heeft geen mouwea
en geen ceintuur, is niet zeer lang en
wordt door twee symmetrische slippen
gegarneerd.
Deavond-capeis van gebrocheerde
zijde of van goud-stof. De voering is van'
bont, dat zich iaat zien aan kraag en
onderkant.
De diner-japon vat alle nouveau,
té's tezamen bootvormig decolleté, geen
ceintuur, een vaag aangegeven taille, de
rok verbreed door een rondgeknipte
volant.
En nu de „keerzijde" van deze dames, j De la il leur is zoo eenvoudig rao-
De mantel is nog nauwer en glad- j gelijk, geen enkele garneering is ziebt-
der, de ta:lle is niet aangegeven. Men i baar, de rok zoowel als de mantel sckij-
ziet nauwelijks de splitten opzij, die den I nen nauw en recht,
onderkant ruimer maken. I De avondjapon ïs zeer gedécol-
De eenvoudige japon is ook leteerd. de „pameaux"' die van de heupen
geheel plat, de rok laat niet de mmslc j af vallen, komen onder een halvcn ceia-
ruinve raden, de garnecring geeft het tuur, die zeer laag is aangebracht, te
midden van den rug aan.
e avondcape is geheel gevoerd
met bont, heef; eer. rondgeknipt stuk, be
werkt met plooi:'tv- of stiksels, en wordt
niet de hand gedrapeerd.
De dinerjapon, van voren zoowel
als van achteren, geeft de heele mqde
weer een rechte, nauwe fourreau
van onderen wijder WGrdend door een
rondgeknipt volam cn van achteren
met een rij knoopjes gesloten.
Het koopen van stoffen
Voor zomer- of voorjaarsstoffei^ zult
ge dé gladde stoffen boven de pluizige,
verkiezen en ge kunt dan de wollige
stoffen, zooals raliné, duvetine en laine
de Pyrenees, alle in he katoen krijgen
cn gebruiken. Voor den winter zijn deze
katoenen imitaties, in het geheel niet aan
te bevelen. Er gaat bijna geen weck
voprbij of dit nagemaakte wollen goed
ontbrandt bij het minste contact met lu
cifer of lamp cn \croorzaakt ernstige
brandwond-en. Het zijn natuurlijk de kin-
deren'en de oude mcnschen, die niet zoo
handig zijn in het behandelen van vuur
cn in het blusschen. die als slachtoffers
van deze gevaarlijke stoffen vallen.
Wanner ge gekleurde katoenen sloffen
koopt, die soms de volmaaktheid van
'oude 'Oostersdhc lappen bereiken, moet
ge er wel aan denken, dat de stof ge-
wasschen moet wooden. Wanneer de stof
effen is, behoeft ge niet zoo angstvallig
in uw keus te zijn cr bestaan tegen
woordig allerlei soorten van verf die de
slof met weinig moeite weer opfrisschen.
Maar bij bedrukte stof is dit procédé
natuurlijk niet toe te passen. Dan moet
ge heel voorzichtig kiezen. De meest
vaste kleuren in bedrukte stoffen zijn
blauw, vooral hardblauw cn dan geel.
Het eerst verschiet het lila en daarna
het rood.
Bij geweven katoenen stof, zooals het
tafellinnen met gekleurde randen, is het
juist hel rood dat het beste blijft, dan
het geel, dan het blauw,.c-at het eerste
verbleekt. In katoenen sloffen moet ge
het zwart vermijden. Donkere kleuren
houden niet goed op katoen. Om den tint
goed te krijgen, moet men bij het verven
„forceeren", waardoor de vezel wordt
verbrand' en de soliditeit zeer vermin
derd wórdt. Dc zoo verkregen kleur is
bovendien niet „vast1'. Zwarte katoenen
stoffen worden meestal rood en vaal. Het
is een feit dat een geheel katoenen slof
of-een stof die eën groot percentage ka
toen bevat, spoedig verkleurt. Het zijn
niet alleen dc donkere kleuren die er
het meest aan onderhevig zijn, andere
zooals bijv. blauwgrijs, verschieten cn
verkleuren op de meest onverwachte ma
nier.
Daarentegen hebben de gemengde
stoffen, de zoogenaamde „tweeds'", ia
bruin cn beige, dit gebrek niet.
Wanneer onze beurs ons niet veroor
looft om die slof te koopen die hel beste
is cn het mooiste blijf;, dan moeten wij
toch het allerbeste kiezen dat wij voor
ons geld kunnen krijgen. Het goed dat
gemaakt is van een ramgsel van katoen
en wol is relatief goedkoop en zéér sterk;
V«or werkkleeding en voor kinderkleeren
I is uitstekend geschikt, wanneet men
maar rekening houdt me: het verkleuren
en me: het kiezen der kleuren daarop
I let. Ook voor regen moet men deze slof
j zooveel mogelijk behoeden. Dc gemengd
katoenen en wollen stoffen zijn zeer ge-
i apprêteerd. Draag ze nooit voor het ceisi
op een regenachtigen dag. iedere drup
pel maakt een vlek, die op onregelmatige
wijze het apprêt aantast. Voorzichtiger
maat'.bewerkelijk is het, om dc stof te
onlglanzen, wat met vochtige doeken en
een keel strijkijzer gebeuit. De zon heeft
op het apprct een absoluut omgekeerde
uitwerking. Het wordt vaster, onaantast
baarder en kleurvaster. Waarom? Dat js
een chemische kwestie, die ik u niet kan
oplossen. Het feit 15 er.
Bedenken van nieuwe kostjes
-- Hoe recepten geschreven
moeten worden Het recep
tenboek.
Wanneer iemand een nieuw kookboek
onder dc oogen komt, waarin weer heel
andere recepten staan, dan wordt haar
allicht de uitroep ontlokt hoe bedenkt
men toch steeds weer de nieuwe recepcn!
En dat is dan ook een heele kunst, die
veel vaardigheid in het koken vereisciit
cn een uitgebreide routine. ant natuur
lijk wordt lar.g niet alle samenvoeging
van levensmiddelen een goed recept. Da;
er toch altijd verschil tan mccning zal
blijven bestaan, is vanzelfsprekend; geen
enkele schrijfster van een kookboek zal
zich dc illusie maken, dat alle recepten
bij iedereen 111 den .-'.naak vallen.
'Maar' hoewel het bedenken van nieu
we kostjes wel de grootste moeilijkheid
oplevert, toch moet ook de kun=l van
het opstellen van zoo'n recept niet onder
schat worden. Om in enkele woorden de
bedoeling van het gerecht uit te leggen,
is lang niet eenvoudig, cn ei zijn er ncel
wal, die in dubbel zooveel zinnen nog
niet duidelijk kunnen vertellen wat z.j
bedoelen. Het nsscarijvea van ccrs-gc-
hoorde recepten komt voor de meeste
huisvrouwen meer voor, dan het makep
van geheel nieuwe, daarom leggen wij
er hier zoo den nadruk op. Want bijna
iedere huisvrouw bezit toch wel een
schrift met register waarin zij alles wat
zij nieuw hoort kan opschrijven.
Om hei recept zoo overzichtelijk mo-
gelijk te maken, worden eerst de ingre
diënten onder elkaar opgeschreven; voor.
(int er-ergens een begin mee gemaakt
i kan worden, moet hel benoodigde bij de
hand zijn en dan is een rijtje ondm
elkaar duidelijker dan een opsomming
i naast elkaar.
Menig receptenboek werkt met kopjes
cn lepels in plaats van deciliters cn
grammcugcwicliten. Dat :s natuurlijk
wel practisch, ómdat het aanschaffen van
de maten en gewichten tamelijk duur is.
(De geroutineerde kockstei weet ook wol
hoe groot het kopje zoowat gerekend is
i cn «lat met den lcpci meestal een afgc-
streken eetlepel is bedoeld, als het n
tenminste niet anders bij staat. Maar
kookboeken zijn ook, cn misschien nog
wel het allermeest, voor haar die weinig
van koken kennen en die niet weten hoe
veel er mei een lepel bedoeld is, cn dai
£ctkopje zocwat den inhoud van een
deciliter moet hebben. In enkele boeken
staat deze vergelijkende maat al voorin
gedrukt, maar ook in ons schrijfboek
mag het niet ontbreken. Er kan clan een
heel lijstje gemaakt worden van dc ver
schillende afgestreken lepels die liet
meest voorkomen, bijvoorbeeld hoeveel
etn afgestreken eetlepel bloem weegt,
suiker, sago, zout cn andere. Zijn cr nu
recepten met grammenrekening, dan is
het gemakkelijk genoeg om voorin even
te kijken hoeveel lepels deze hoeveelheid
is. Na de ingrediënten komt het recept
zelf. dat dus kcr: cn bondig moet zijn.
Allereerst moet liet woord „men" zooveel
mogelijk vermeden word-en het is ecu
stijf woord, cn de zin hola altijd wanneer
hij aan dat woord komt. Wordt de gib:e'-
donde wijs gebruikt, wat liet kortste is,
dan moet die ook tot het eincic toe vol
gehouden worden; moet liet daarentegen
wal; minder bèvolenti klinken, dan dient
„worden" ook tot het einde loc te wor
den volgehouden. Wisselt de zinsbouw te
vaak. dan vlot het recept ook niet vol
doende, en nu behoef; er natuurlijk geen
stuk- letterkunde grmr.nkt worden van
een recept voor ommelen© aas fine»
herbas, bijvooibccli, maar hst moe.
goed en duidelijk proza zijn, dan is net
oor iedereen begrijpelijk.
e begrijpelijkheid is ook nog wc]
een kwestie natuurlijk kan er niet bij
elk nieuw recept verondersteld worden
da: het geschreven wordt voor iemand,
die van koken niets weet. Dar. zou een
cenigszins uitgobreid kookboek vele dee-
len dik worden en voor ccn geroutineer
de in de kunst niet meer te gebruiken
zijn. Wij zagen ze ccluer ook wel eens
van het andere uiterste, waarbij teveel
kennis van zaken wordt verondersteld.
Dit gaf bijvoorbeeld voor het maken van
aspic aan, dat er de benoodigde hoeveel
heid gelatine in moest. Juist bij die 1
dsr vaak voorkomende recepten levert
dat teveel moeilijkheden op, want wie is
zoo ver in koken bedreven', dat zij zelfs
bij de fijne keuken het kookboek geheel
kan missen.
En al is de huisvrouw er' zelf zoo goed
van op de hoogte, dat voor haar een
enkele aanduiding in haar schrift vol
doende zou zijn, dan heeft een ander cr
nog niet aan. cn niemand beschouw
haar verzameling recepten als een vooi
anderen ongeschikt boek.
Wie zich eenmaal heeft aangewend om
alle recepten die niet zoo vaak voorko
men en toch' zeer in den smaak vallen,
op te teekencn, krijgt een aardige vor-
zamclir.g. cn duidt zij cr speciaal dc Ke-
vel-ngskóstjcs der huisgenóotcn nog
ccr.s in .-.ar. dr.n kan zij cr altijd uit put-
I ;en ont een smakcliik maal te bereiden,
dat r.aa.- den zin is van hen die het eten
I moeten.
Het menu bestaat dezen keer u:t
Wiener Schnitzel.
Gestoofde peren.
Aardappelen
Appelbeignets.
Voor het vlccsch zijn de volgende
grediëuien nootlig
Kalfslappcn (het aantal naar de per
sonen te berekenen),
ccn flink stuk boter.
wat zout, bloem en paneermeel,
een paar dunne, uitgetandc schijfjes
eenige ansjovis, die gehalveerd en ge
weekt is.
De lappen worden afgeschrapt, ge
klopt, gezouten, in bloem gewenteld cn
in boter gnar gebakken, zoodat zij me;
brum zijn. Dit bakken moet zeer voor
zichtig en langzaam gaan. Zijn de lap
pen gaar dan worden zij gewenteld in
geklopt ei, daarna in paneermeel en nu
worden zij verder in boter bruin gebak
ken. Voor het opdoen worden de lappen
versierd met een schijfje citroen cn een
opgerolde ansjovis er boven op.
Voor dc gestoofde peren wordt ge
bruikt
1 K.G. peren.
2 d.L. bessensap.
een lepel sago,
2 d.L. water.
IDc peren worden geschild, gewas-
scaen cn niet kokend \\::;er opgezet,
i waarin rle bessensap en &e suiker :s ge
daan. Onder het koken moeten de peien
geregeld omgeschud worden. Het vocht
1 wordt dan met aangemengde sago ge-
I bonden. Zijn de vrifchten niet al te groot,
i dan worden zc in liun geheel gelaten,
(.zeer gi'oolc worden in d-e helft of in vier
de parten gesneden. Meestal hebben zij
wel uur noodig om gaar te worden, ccn
enkelen keer, midden in den winter zelfs
wel eens 3 of 4 uur. Het beste is dan ook,
om ze. al; ze aan den kook zijn, op een
petroleumstel verder-langzaam gaar te
koken.
Voor dc appelbeignets word: een deeg
gemaakt van
iM oc; bloem.
2 d.L. bier of spuitwater,
wat zou:.
1 ons reuzel.
Daartoe wordt de bloem met het z.--;-
cn het vocht tot een beslag gemank-,
Intusschen worden zure appels ge
boord, geschild en in dunne plakjes ge
sneden. Dezo worden in het deeg ge-
doopt, en daarna in de heeic reuzel
bruin gebakken. Eerst worden zij dan
op een grauw papier gelegd om uit te
bkken en late: op.de schaal me: ruiker
bcslrocid.
E. E. PEEREBOOM.