DE MODE HAARLEM'S DAGBLAD Recepten schrijven ZATERDAG 6 OCTOBER 1923 - VIERDE BLAD Kroonprins Lodewijk, zoon van Hendrik IV. IETS OVER MET LEVEN VAN EEN KONINKLIJK KIND' IN DE VIJF- TIENDE EEUW. De kleine Lodewijk' woonde in lietXV begon men thee, chocolade en kof- bude kasteel in Saint-Germain. I-Iet tegenwoordige kasteel werd toen nog gebouwd en de kleine Lodewijk liep dikwijls door de inaanbouw zijnde gan gen en praatte met- de metselaars, vooral met een van hen, waarvan ge straks nog meer zult hooren, een ze keren Bongars. De vader van Lodewijk Hendrik IV, koning van Frankrijk, die bijzonder veel van zijn kinderen Ueld, had hen gehuisvest op eenigen afstand van Parijs, in de frissche lucht, een gezondheidsmaatregel dien men niet zou verwachten, in dien tijd, maar wel zeer begrijpelijk voor een vorst, die zijn kindsheid had doorge bracht in de Pyreneeën. Hij kwam de kinderen dikwijls op zoeken in St. Germain en Lodewijk bewonderde dien vader; altijd vroolijk, geestig en opgewekt, en hij vond hem mooi met zijn fijne en bewegelijke trek ken, die de gelukkige weerspieling Waren van zijn zonnige ziel. Wanneer de kleine Lodewijk 's mor gens opstond was dan ook zijn eerste werk om, nog op pantoffeltjes en in zijn kamerjapon, de groote portretten zijner ouders te begroeten, die zijn slaapkamer versierden: „Bonjour pa pa" „Bonjour mama!" En hij maak te een buiging met een klein spronge tje. De slaapkamer van den tookom- stigen vOTst van Frankrijk vertoonde een groote luxe naast armoedig ver val. Een prachtig Oosterseh tapijt be dekte den uitgesleten tegelvloer, 'kost bare tapisserieën verborgen do scheu ren in do muren, de vensters, die in dien tijd nog geen luiten hadden wa ren met, altaargordijnen behangen. Maar de kleine danpliin sliep er ge rust in zijn groot kolommen-bed, waar van do gordijnen 's nachts dicht gin gen. In deze reusachtige kamer ston den nog drie andere bedden, dat, van 'de gouvernante, ma'dame de Mont- glat, dio door het kind Mamanga werd genoemd, dat van de voedster, door Lodewijk Doun-doun genoemd en dan nog het bed van een kamervrouw. Wanneer Lodewijk om zeven uur des morgens wakker werd, kroop hij in het bed van de bevoorrechte van dien dag. Doun-doun was het mcest-ge- liefd, maar zij parfumeerde zich met safraan en wat dat betreft prefereerde Lodewijk zijn gouvernante, die altiid heerlijk was geparfumeerd met viool tjespoeder Tusschen 9 uur en half tien werd het ontbijt gebruikt, be staande uit bouillon, zachte eieren en gestoofde kersen of appels. Chocolade, thee en koffie kende men nog niet in 1608. Pas veel later, onder Lodewijk fie te drinken, die werden ingevoerd uit de warme landen. Na den maaltijd moet de dauphin naar de mis, hij is niet altijd lief en wil dikwijls niet heen. Men laat Bon gars dan roepen, den metselaar, die groot en sterk is, en wanneer Boiigars met een geweldige stem zegt: ga gauw naar de mis, of i k zal je er heen bren gen, dan gehoorzaamt het kind, bleek van angst. Na de mis neemt Madame de Mont- glal. haai- leerling mee om een tochtje door de tuinen te maken en dan is het tijd' om te dejeuneeren. Er wordt hem soep voorgezel, een schotel van gekookte kapoen, kalfsvleesch, ge stoofde kip en gebraden kapoen. Het lievelingsgerecht van liet- prinsje is een sla van viooltjes, met olie, suiker en azijn. Na ;den maaltijd raag Lodewijk gaan spelen. Met zijn emmertje maakt hij kasteelen van zand en hij speelt een partijtje „pallmall": met een klem •hamertje slaat hij tegen een bal, die dan door kleine bogen moet rollen. Maar het uur voor het „goüter" is alweer aangebroken. Hij moet brood komen eten met gekonfijte peren, en daar het verschrikkelijk warm is, heeft madame de Montglat geen zin om uit te gaan. De kleine jongen verveelt zich op het kasteel; zijn speelgoed vermaakt hem niet, noch zijn keukengerei van zilver, noch zijn beweegbare kikker ot zijn ivoren fluitje. Hij wil naar buitc-n naar zijn vrienden, de metselaars. Men vertelt hèni dat er, 'door de warmte, een terras is gesmolten, maar hij is niet zoo naïef. „IIo dat zegt ge maar, dat ik er niet heen zal gaap". Ook zijn honden interosseeren hem niet. Hij heeft een heele stoeterij: Oriane, Barbichet, Lionnet, Paleiot, Grisette, Êatault, Robin, Léonide, Ma telot. Maar de geliefkoosde zijn Ist- belle en Cavalon. Ze slapen met de hitte. De kleine Lodewijk vraagt nu of hij naar de binnenplaats mag gaan, waar de soldaten aan het oefenen zijn. Daar staat hij voor de soldaten, die hij commandeert, nu doet hij zelf mee, in het gelid. Wat een geestdrift, vlugheid en vroolijkheid. Hij neemt een trommel, slaat de taptoe, schuift do trommel op zijn rug en beveelt: „Naar huis gaan ik ga ook naar huis". Zie de soldaten die zoocven gekheid met hem maakten, bewijzen hem, nu hij passeert, de militaire eer; daar staat hij op de toekomstige koning! (Wordt vervolgd.) RAAD VOOR DE KUISVROUW. Katoenen crêpe. Katoenen crêpe is uitstekend ge schikt voor tafellakens en ontbijt- servetten. Het is heel goedkoop, het staat aardig vooral wanneer men het servet (voor het ontbijt of voor de thee) boordt niet een effen biais van dezelfde stof. Een groot voordeel is, dat het crêpe nooit gestreken behoeft te worden. Zijden kousen- Het beste materiaal om zijden kou sen mee te stoppen is de zij van oude zijden kousen. Ge trekt dc oude kous voorzichtig uit en windt de draad op een kaartje- Deze zij is dun en sterk en komt gewoonlijk beter bij dc kous dan gekochte zij. Brüine schoenen. Bruine schoenen worden dikwijls zwart wanneer ze geruimen tijd gedra- fen zijn. Ge zult verwonderd zijn oe ze opknappen, wapneer ge ze borstelt met een stijf borsteltje met water en zeep. De vlekken verdwij nen en de schoenen lijken nieuw Wasschen van een poederkwastje. Het is heel slecht voor de huid om een vuil poederdonsje te gebruiken en liet veroorzaakt allerlei plekjes op de huid. Daar een poederdonsje heel fauw vuil is, raad ik u aan niet tei- ens een nieuw te koopen, maar uw donsje even uit te wasschen- In vlokkenzeep gaat het uitstekend. Men spoelt het na in water met wat ammoniak en slaat het. gedurende het drogen, een paar keer flink uit, zoo dat het zijn donzig voorkomen blijft behouden. Geslagen room. Wanneer men wat weinijt geslagen room heeft bij een of andere gele genheid, is er een goedkoope en vlug ge manier om de hoeveelheid te ver meerderen. Wrijf een banaan fijn, voeg er een eetlepel poedersuiker, een snufje zout en wat citroen bij. Doe hier een stijf geklopt eiwit bij en ver meng het met den rrem dien ge hebt. Klop alles nog eens samen op. Jam maken. APPELEN. PER-EN, DRUIVEN EN MELOENEN GEVEN HEER LIJKE JAM. APPEL-GELEI, In de maand Augustus komen de eerste licht-gekleurdc appelen, waar van ge heerlijke gelei kunt maken. In November zijn de reinotten cr, die nog beter zijn. Schil uw appelen en snijdt ze in vieren, haal de klokhuizen er uit tn zet ze in water met citroen, zoodat ze blank blijven. Wanneer alles klaar is. doe dan de appelen in de pan met zooveel water, dat ze onder 6taan en breng ze aan de kook. Wanneer de vruchten week ziin geworden neem. ze dan af en laat ze uitdruipen om het sap op te vangen. Het sap dat no» in de vruchten is overgebleven wordt er met behulp van oen doek uitgewron gen. zooals ge op onze illustratie dui delijk ziet. KONINGIN OP EEN EILAND. Ongeveer vier en dertig jaar geleden vertrok Elizabeth Mahony met haar man naar Australië .om daar haar geluk te gaan beproeven op een der eilanden van het Zuid-Westen, daar mesn er sprak van goudvelden. Het echtpaar was niet voor spoedig en zij hadden met ontelbare moei lijkheden te kampen. Na eenige jaren stierf de man en de flinke vrouw nam de zakon ter hand. Zij wist ze goed te drijven en na heel korten tijd was zij een beken de autoriteit op het eiland. Haar heldere en praotigcho geest stelde haar in staat om handel te drijven m de inboorlingen, zij slaagde weldra in o derneiningen van uitgebreider! om van en door de inboorlingen aan het welsla gen harer zaken te laten meehelpen, ver bond zij ben vast aan haar; zij heerschte langzamerhand oppermachtig. zonder zich de titel toe te eigenen had zij de rol van Koningin. Haar werkzaamheid ver minderde nooit. Men zag Elisabeth Ma- hony als veefokster, oprichtster van scheepstimmerwerven, roedei van een vloot van zeiïbooten, die zij thans nog laat varen. Zij is inu oud en laat de zaken aanhaar volwassen zoons over. Een van hen ver vult de rol van regent voor de regeering van het eilanfl, zonder een andere titel dan zijn 'eenvoudige naam, Fnunk Ma- hony. Zijn autoriteit is even groot als die zijner moeder en strekt zich uit over 175000 „onderdanen", die allen, zonder uitzon dering, zeer tevredon zijn eender de „Te- gccring" der Mahony's. In den doek mag alleen een bijna drosre pulp achterblijven. D09 liet sap met '-et water, dat in de pan was ach tergebleven, bijeen, voer; liet gewicht aan .suiker toe en doe er voor do ge-ur een citroenschil bij. Laat de gelei ko ken tot -ze de vereisohto dikte lieeft. Een uitstekend middel om dit te be proeven is liet volgende Neem een glas helder, frisoli water en last er. van de punt- van de lepel een drupr-el jam invallen. Wanneer de druppel zich met liet water ver mengt. is de jam of gelei nog niet lang genoeg gekookt. Blijft do druppel heel en daalt hii in liet glas. om weer 1:1 zijn geheel naar briv-en te komen neem dan uw jam direct af, ze is goed. Laat z© niet in de pan koud worden, daar door oxydeeren gevaarlijke ver giften, geproduceerd kunnen worden, maar doe ze in schoone. dro-e pot jes. Laat de gelei op een luchtige koele plaats afkoc-len, in de open potjes. Wanneer den anderen dag de gelei st;jf is, legt ge een dun papiertje, gedrenkt in alcohol er boven op en schi'ocft de potjes dicht. Deze gelei kan men jaren bewaren. Voor kweeperen-gcloi, die een fijnen, eeurigen smaak heeft en een prachtige helderroods kleur, doet- ge precies een der als voor de appelgelei, maar in plaats van citroen voegt ge een half stokje vanille toe. De overblijfselen van de appelgelei kunnen no» zeer goed gebruikt wor den- Met wat suiker vermengd kan' mep er lekkere taart-vullingen van makent of men dient het op bij rijstebrij. Wanneer men de appel resten in het midden'van een schaal legt, de rijst ei' omheen schikt en een eiwit met poe der-suiker stijfgeklopt er overheen spreidt en dit evèn in den oven laat bruinen, dan hebt ge een lekker en smakelijk uitzien nagerecht. De resten van kweeperen vermengd met zijn halve gewicht aan suiker en er vóór in 'n warmen over gedroogd, geeft een droge confiture, die zeer op wekkend ïs voor de maag. maar die niet is aan te bevelen voor personen met traagwerkcude ingewanden. De twee voorgaande zijn ouderwet- sehe recepten. Het is ook mogelijk om allerlei andere geleien te maken, die ons in den winter bijzonder welkom zijn. vooral e-on recent vonr druiven, gelei is in dezen tijid-, nu de druiven, die zeer gezond en zoo goedkoop zijn, zeker welkom. Ge neemt mooie rijpe druiven, die ge schilt en die ge, met ecn_ veer en schacht of een puntig stukje hout, voorzichtig van de pitten cnt 'oet Ma ik nu een dikke suikerstroop. Ge weegt, hiervoor eerst uw druiven en neerni dan de helft van dit gewicht aan sui ker. Op ieder kilo suiker doet- ge een Toot glas wat-er. (ongeveer 20? gram) Ge la-at deze stroop koken en wanneer ze goed d.ik wordt en groote bellen vormt, werpt ge er de druiven in. Ge mocgt deze er nic-t te lang in la ten koken, daar ze volstrekt niet stuk moffen gaan, maar hun ronden vprm moeten behouden. Neem do druiven met een -schuimspaan uit de vloeistof en mil er de helft uw potjes mee. Laat. ds stroop# nog wat inkoken on probeer weer in het glas water of ze dik genoeg is. Giet ze dan bij 'de drui- 1 ven en handel als bij do vcrigo recep ten. De nieuwe herfstmode is nu wel zoo wat bepaald. Hoewel men tegenwoordig liet meer zoo'n scherpe grens trekt tus- chen de verschillende seizoenen als roeger, daar cr nu meestal drie keer pet jaar een nieuwe „collection" bij dc groote modehuizen wordt vertoond en er ook tusschectijds nog heel wat nieuws wordt gecreëerd, is de collection d'hiver, evenals de expositie die in Februari plaats heeft, toch van het meeste be lang. Ik vericlde'u al in de twee vorige Kcmina's dat er niet heel veel nieuws zou zijn in de nieuwe modellen. Eén ding is zeer opvallend ia de mode. Alle „cou turiers"' volgen één lijn .en hebben ook alle zonder onderscheid de rok geadop teerd die van onderdn wijder wordt. Allen willen de „robe droite", de rech te japon, door iels anders vervangen., Daarin zijn zij het geheel eens. De rech te japon was als het ware de toevlucht der vrouw, die zoo lang in de meest avagcnle modeellcn gekleed ging. Doch het is van het standpunt der mode., makers zeker wel tc verdedigen dat zij anders" willen brengen, zij het dan ook voorzichtigjes aan cn bijna on gemerkt. Zoo is het met de rechte japon. Wanneer men zit, bemerkt niemand iets bijzonders aan dc japon, maar bij de eer ste stap ziet men de rok zich verbroe den, door rond-geknipte volants, uit springende plooien en wat niet al. Er is een sterke neiging merkbaar voor een zekere strengheid en symmetrie in do wintermode, die langen tijd ver te zoe ken waren. Geen dccolletées, banen of mouwen die onregelmatig zijn, geen draperie aan één kant, geen zakjes zonder vis-a-vis, geen korte slip op de eenc heup en een lange op de andere en geen ongelijke rokvorm. Over liet algemeen zijn de ruggen van japonnen cn mantels absoluut plat cn alle garnecring van voren aangebracht. Ge ziet hierbij eenige plaatjes, die een duidelijk, eenvoudig beeld geven van de nieuwe mode. Bestudeer ze maar eens goed! De eerste rij' plaatjes geeft de voor zijde van verschillende typen van klee ding. Die zal ik u eerst beschrijven De mantel is recht en plai, van velours dc laine of meer ruwe wollen stof, hij is korter tir.n de japon cn meest, al van onderen van splitten voorzien. Dc c e n v o u d i g e j a p on is van ere. pclla of serge met lange, nauwe mou wen, regelmatig aangebracht galon of soutache, vormt de garneering. De rok verwijdt zich door een „godet"- een klokvormigc plooi. De tailleur heeft zijn klassieken vorm behouden, een rechte half-lange mantel. Dc rok verbreedt zich door twee holle plooien. Dc avondjapon is van voren wel- nig gedecolleteerd, heeft geen mouwea en geen ceintuur, is niet zeer lang en wordt door twee symmetrische slippen gegarneerd. Deavond-capeis van gebrocheerde zijde of van goud-stof. De voering is van' bont, dat zich iaat zien aan kraag en onderkant. De diner-japon vat alle nouveau, té's tezamen bootvormig decolleté, geen ceintuur, een vaag aangegeven taille, de rok verbreed door een rondgeknipte volant. En nu de „keerzijde" van deze dames, j De la il leur is zoo eenvoudig rao- De mantel is nog nauwer en glad- j gelijk, geen enkele garneering is ziebt- der, de ta:lle is niet aangegeven. Men i baar, de rok zoowel als de mantel sckij- ziet nauwelijks de splitten opzij, die den I nen nauw en recht, onderkant ruimer maken. I De avondjapon ïs zeer gedécol- De eenvoudige japon is ook leteerd. de „pameaux"' die van de heupen geheel plat, de rok laat niet de mmslc j af vallen, komen onder een halvcn ceia- ruinve raden, de garnecring geeft het tuur, die zeer laag is aangebracht, te midden van den rug aan. e avondcape is geheel gevoerd met bont, heef; eer. rondgeknipt stuk, be werkt met plooi:'tv- of stiksels, en wordt niet de hand gedrapeerd. De dinerjapon, van voren zoowel als van achteren, geeft de heele mqde weer een rechte, nauwe fourreau van onderen wijder WGrdend door een rondgeknipt volam cn van achteren met een rij knoopjes gesloten. Het koopen van stoffen Voor zomer- of voorjaarsstoffei^ zult ge dé gladde stoffen boven de pluizige, verkiezen en ge kunt dan de wollige stoffen, zooals raliné, duvetine en laine de Pyrenees, alle in he katoen krijgen cn gebruiken. Voor den winter zijn deze katoenen imitaties, in het geheel niet aan te bevelen. Er gaat bijna geen weck voprbij of dit nagemaakte wollen goed ontbrandt bij het minste contact met lu cifer of lamp cn \croorzaakt ernstige brandwond-en. Het zijn natuurlijk de kin- deren'en de oude mcnschen, die niet zoo handig zijn in het behandelen van vuur cn in het blusschen. die als slachtoffers van deze gevaarlijke stoffen vallen. Wanner ge gekleurde katoenen sloffen koopt, die soms de volmaaktheid van 'oude 'Oostersdhc lappen bereiken, moet ge er wel aan denken, dat de stof ge- wasschen moet wooden. Wanneer de stof effen is, behoeft ge niet zoo angstvallig in uw keus te zijn cr bestaan tegen woordig allerlei soorten van verf die de slof met weinig moeite weer opfrisschen. Maar bij bedrukte stof is dit procédé natuurlijk niet toe te passen. Dan moet ge heel voorzichtig kiezen. De meest vaste kleuren in bedrukte stoffen zijn blauw, vooral hardblauw cn dan geel. Het eerst verschiet het lila en daarna het rood. Bij geweven katoenen stof, zooals het tafellinnen met gekleurde randen, is het juist hel rood dat het beste blijft, dan het geel, dan het blauw,.c-at het eerste verbleekt. In katoenen sloffen moet ge het zwart vermijden. Donkere kleuren houden niet goed op katoen. Om den tint goed te krijgen, moet men bij het verven „forceeren", waardoor de vezel wordt verbrand' en de soliditeit zeer vermin derd wórdt. Dc zoo verkregen kleur is bovendien niet „vast1'. Zwarte katoenen stoffen worden meestal rood en vaal. Het is een feit dat een geheel katoenen slof of-een stof die eën groot percentage ka toen bevat, spoedig verkleurt. Het zijn niet alleen dc donkere kleuren die er het meest aan onderhevig zijn, andere zooals bijv. blauwgrijs, verschieten cn verkleuren op de meest onverwachte ma nier. Daarentegen hebben de gemengde stoffen, de zoogenaamde „tweeds'", ia bruin cn beige, dit gebrek niet. Wanneer onze beurs ons niet veroor looft om die slof te koopen die hel beste is cn het mooiste blijf;, dan moeten wij toch het allerbeste kiezen dat wij voor ons geld kunnen krijgen. Het goed dat gemaakt is van een ramgsel van katoen en wol is relatief goedkoop en zéér sterk; V«or werkkleeding en voor kinderkleeren I is uitstekend geschikt, wanneet men maar rekening houdt me: het verkleuren en me: het kiezen der kleuren daarop I let. Ook voor regen moet men deze slof j zooveel mogelijk behoeden. Dc gemengd katoenen en wollen stoffen zijn zeer ge- i apprêteerd. Draag ze nooit voor het ceisi op een regenachtigen dag. iedere drup pel maakt een vlek, die op onregelmatige wijze het apprêt aantast. Voorzichtiger maat'.bewerkelijk is het, om dc stof te onlglanzen, wat met vochtige doeken en een keel strijkijzer gebeuit. De zon heeft op het apprct een absoluut omgekeerde uitwerking. Het wordt vaster, onaantast baarder en kleurvaster. Waarom? Dat js een chemische kwestie, die ik u niet kan oplossen. Het feit 15 er. Bedenken van nieuwe kostjes -- Hoe recepten geschreven moeten worden Het recep tenboek. Wanneer iemand een nieuw kookboek onder dc oogen komt, waarin weer heel andere recepten staan, dan wordt haar allicht de uitroep ontlokt hoe bedenkt men toch steeds weer de nieuwe recepcn! En dat is dan ook een heele kunst, die veel vaardigheid in het koken vereisciit cn een uitgebreide routine. ant natuur lijk wordt lar.g niet alle samenvoeging van levensmiddelen een goed recept. Da; er toch altijd verschil tan mccning zal blijven bestaan, is vanzelfsprekend; geen enkele schrijfster van een kookboek zal zich dc illusie maken, dat alle recepten bij iedereen 111 den .-'.naak vallen. 'Maar' hoewel het bedenken van nieu we kostjes wel de grootste moeilijkheid oplevert, toch moet ook de kun=l van het opstellen van zoo'n recept niet onder schat worden. Om in enkele woorden de bedoeling van het gerecht uit te leggen, is lang niet eenvoudig, cn ei zijn er ncel wal, die in dubbel zooveel zinnen nog niet duidelijk kunnen vertellen wat z.j bedoelen. Het nsscarijvea van ccrs-gc- hoorde recepten komt voor de meeste huisvrouwen meer voor, dan het makep van geheel nieuwe, daarom leggen wij er hier zoo den nadruk op. Want bijna iedere huisvrouw bezit toch wel een schrift met register waarin zij alles wat zij nieuw hoort kan opschrijven. Om hei recept zoo overzichtelijk mo- gelijk te maken, worden eerst de ingre diënten onder elkaar opgeschreven; voor. (int er-ergens een begin mee gemaakt i kan worden, moet hel benoodigde bij de hand zijn en dan is een rijtje ondm elkaar duidelijker dan een opsomming i naast elkaar. Menig receptenboek werkt met kopjes cn lepels in plaats van deciliters cn grammcugcwicliten. Dat :s natuurlijk wel practisch, ómdat het aanschaffen van de maten en gewichten tamelijk duur is. (De geroutineerde kockstei weet ook wol hoe groot het kopje zoowat gerekend is i cn «lat met den lcpci meestal een afgc- streken eetlepel is bedoeld, als het n tenminste niet anders bij staat. Maar kookboeken zijn ook, cn misschien nog wel het allermeest, voor haar die weinig van koken kennen en die niet weten hoe veel er mei een lepel bedoeld is, cn dai £ctkopje zocwat den inhoud van een deciliter moet hebben. In enkele boeken staat deze vergelijkende maat al voorin gedrukt, maar ook in ons schrijfboek mag het niet ontbreken. Er kan clan een heel lijstje gemaakt worden van dc ver schillende afgestreken lepels die liet meest voorkomen, bijvoorbeeld hoeveel etn afgestreken eetlepel bloem weegt, suiker, sago, zout cn andere. Zijn cr nu recepten met grammenrekening, dan is het gemakkelijk genoeg om voorin even te kijken hoeveel lepels deze hoeveelheid is. Na de ingrediënten komt het recept zelf. dat dus kcr: cn bondig moet zijn. Allereerst moet liet woord „men" zooveel mogelijk vermeden word-en het is ecu stijf woord, cn de zin hola altijd wanneer hij aan dat woord komt. Wordt de gib:e'- donde wijs gebruikt, wat liet kortste is, dan moet die ook tot het eincic toe vol gehouden worden; moet liet daarentegen wal; minder bèvolenti klinken, dan dient „worden" ook tot het einde loc te wor den volgehouden. Wisselt de zinsbouw te vaak. dan vlot het recept ook niet vol doende, en nu behoef; er natuurlijk geen stuk- letterkunde grmr.nkt worden van een recept voor ommelen© aas fine» herbas, bijvooibccli, maar hst moe. goed en duidelijk proza zijn, dan is net oor iedereen begrijpelijk. e begrijpelijkheid is ook nog wc] een kwestie natuurlijk kan er niet bij elk nieuw recept verondersteld worden da: het geschreven wordt voor iemand, die van koken niets weet. Dar. zou een cenigszins uitgobreid kookboek vele dee- len dik worden en voor ccn geroutineer de in de kunst niet meer te gebruiken zijn. Wij zagen ze ccluer ook wel eens van het andere uiterste, waarbij teveel kennis van zaken wordt verondersteld. Dit gaf bijvoorbeeld voor het maken van aspic aan, dat er de benoodigde hoeveel heid gelatine in moest. Juist bij die 1 dsr vaak voorkomende recepten levert dat teveel moeilijkheden op, want wie is zoo ver in koken bedreven', dat zij zelfs bij de fijne keuken het kookboek geheel kan missen. En al is de huisvrouw er' zelf zoo goed van op de hoogte, dat voor haar een enkele aanduiding in haar schrift vol doende zou zijn, dan heeft een ander cr nog niet aan. cn niemand beschouw haar verzameling recepten als een vooi anderen ongeschikt boek. Wie zich eenmaal heeft aangewend om alle recepten die niet zoo vaak voorko men en toch' zeer in den smaak vallen, op te teekencn, krijgt een aardige vor- zamclir.g. cn duidt zij cr speciaal dc Ke- vel-ngskóstjcs der huisgenóotcn nog ccr.s in .-.ar. dr.n kan zij cr altijd uit put- I ;en ont een smakcliik maal te bereiden, dat r.aa.- den zin is van hen die het eten I moeten. Het menu bestaat dezen keer u:t Wiener Schnitzel. Gestoofde peren. Aardappelen Appelbeignets. Voor het vlccsch zijn de volgende grediëuien nootlig Kalfslappcn (het aantal naar de per sonen te berekenen), ccn flink stuk boter. wat zout, bloem en paneermeel, een paar dunne, uitgetandc schijfjes eenige ansjovis, die gehalveerd en ge weekt is. De lappen worden afgeschrapt, ge klopt, gezouten, in bloem gewenteld cn in boter gnar gebakken, zoodat zij me; brum zijn. Dit bakken moet zeer voor zichtig en langzaam gaan. Zijn de lap pen gaar dan worden zij gewenteld in geklopt ei, daarna in paneermeel en nu worden zij verder in boter bruin gebak ken. Voor het opdoen worden de lappen versierd met een schijfje citroen cn een opgerolde ansjovis er boven op. Voor dc gestoofde peren wordt ge bruikt 1 K.G. peren. 2 d.L. bessensap. een lepel sago, 2 d.L. water. IDc peren worden geschild, gewas- scaen cn niet kokend \\::;er opgezet, i waarin rle bessensap en &e suiker :s ge daan. Onder het koken moeten de peien geregeld omgeschud worden. Het vocht 1 wordt dan met aangemengde sago ge- I bonden. Zijn de vrifchten niet al te groot, i dan worden zc in liun geheel gelaten, (.zeer gi'oolc worden in d-e helft of in vier de parten gesneden. Meestal hebben zij wel uur noodig om gaar te worden, ccn enkelen keer, midden in den winter zelfs wel eens 3 of 4 uur. Het beste is dan ook, om ze. al; ze aan den kook zijn, op een petroleumstel verder-langzaam gaar te koken. Voor dc appelbeignets word: een deeg gemaakt van iM oc; bloem. 2 d.L. bier of spuitwater, wat zou:. 1 ons reuzel. Daartoe wordt de bloem met het z.--;- cn het vocht tot een beslag gemank-, Intusschen worden zure appels ge boord, geschild en in dunne plakjes ge sneden. Dezo worden in het deeg ge- doopt, en daarna in de heeic reuzel bruin gebakken. Eerst worden zij dan op een grauw papier gelegd om uit te bkken en late: op.de schaal me: ruiker bcslrocid. E. E. PEEREBOOM.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 11