HET VLOOT
MAAi\L£itfi 3
VRIJDAG 12 OCTOBER 1923
bnUOLAU
VIERDE BLAD
Wat de Raad dost sa
Stemman, mijno fcsoren,
stcmmon! ftïsn ir.oct ha;
ijzer skieden a'.s het hcai
Is. -
Moties van ordo i
test.
Mij;n leermeester in li et. schrijven va
beschouwingen over gemeentcraadaverg:
Seringen vertelde mij het vo'gcnde:
zijn yerscüilkiule mogeüjklicdua in lit
besturen van ecu gemeente. Ten ceisto de
mogelijkheid dat deburgemeester eo:
iimk man is, die verstand 'heeii vai
meerling door te voeren. Hij kan de ge
meentc legeercn en tie raad is maar bij
zaak. Verder bestaat de mogelijkheid dat
een burgemeester geen krachtig bewin
man is, dan knappen knappe wethouders
de eaak op. Ton derde komt het wei
dat een sterke figuur in den raad de heels
osei achter zich aan sleept en zoo dus
feitelijk da gemeente regeert. Zco'n raads
lid moet als minimum een goed spreker
zijn, die bruggen kan bouwen over poli-
In Beverwijk verkeert men in &ev*a3 no. 1
vat stof deed opwaaien in het grosnten-
s'. ad je, blijkt het dat do burgemeester
vrijwel alleen staat in het dageiijksch. be
stuur. De eeno wethouder is iemand die
veel zegt maar dat zeer slecht doet; de
ander, die tegelijk raadslid cn wethouder
geworden is, ma^kt vreemde sprongen op
net koord van do gemeentepolitiek, door
z.elx voorloop: g onbesloten te houden of
oppositie ie voeren tegen den burgemees
ter. Mn de burgeniesster zegt, wanneer, de
wethouders wat heftig in hum redevoe
ringen worden: „laten gaan, miet tegen
spreken." 1-1 ot is werkelijk een genoegen
den burgemeester onderwijzend de raads
stukken te Ihooren verklaren en daarna
te zien hoe hij de meerderheid maar zij,n
meening doet overhellen. Zijn aanmaning
om niet te praten, maar 'c stemmen was
amusant.
Ja de eerste helft van de raadszitting
dacht ik dat wethouder Eijking voortaan
niet zooveel meer zou praten als toen hij
nog gewoon raadslid was. Zulke geval
len konten meer voor, men zie siechts
maar Schoten, de weihouder Klein is
daar veel tammer dan het vroegere
raadslid Klein.
In de tweede helft van de vergadering
bleek het nnj duiiieiijk dat mijn inzicht
niet juist was. Maarhet was ook wel
heel erg, de burgemeester dreigde zijn 1
neg«nd«Q agent weer te krijgen!
Lnfl.n, men heeft het in het verslag
kunnen' lozdn, zelfs do zweep der bezuini
ging, die Voor deze gelegenheid te voor
schijn was gehaald, kon in'iet verhiaido-
tch dat da burgemeester genoeg stemmen
kreeg om do vacature bij do politie weer
te vervuilen. Yv'io even nadeinkt zal moe
ten beamen, dat twee man in den nacht
dienst voor Beverwijk te weinig is. Men
kan wel zeggen: vroeger was er maar één
agent voor dag en nacht, vroeger is
niet en uen tijd dat de burgemeester
mat een dikken stok op uit góng cm t
dronken kerel in te rekenen zal geen
measela terug willen. De politie in Be-
verwek is verder nog lang aan geen 45-
o: kCurige werkweek toe, maar maakt
soms do 63 rol, zoodat een maceietje
meer geen luxe is.
Xu is het in Beverwijk zeer wel mo
gelijk dat bij de begrooting weer een voor
ste! komt om eeu agect minder er op ma
houden cn voor Beverwijk zou het niet
verwonderlijk zijn 3ls zoo'ta voorstel werd
aangenomen I Wij zuilen zien.
Voor de zoovcelste maal is aan de ver
ordening op de heffing van de plaatse
lijke inkomstenbelasting goedkeuring ont
houden. Het gaat, zooals meer zich herin-
r zal, om den aftTek. Een vurig pro-
qaartegen, tegen de aanranding vom
do autonomie der gemeenten, keurde de
raad niet goed. En toch zit er iets onbe-
ipelïjks in dat b.v. Bloemendaal een
aftrok van duizend gulden mag toepas-
s:-n, terwijl in Beverwijk f 850 teveel wordt
gevonden. Men vindt tnu eenmaal een
gulden in Bloemendaal evenveel waard
als in Beverwijk.
Op de publieke tribune wa's het vol. Dat
komt natuurlijk niet omdat er plotse
ling meer belangstelling in gemeenteza
ken is. hi on wil eens .lachen om de mal-
Iqotige dingen dio er gedaan worden, b.v.
en raadslid voorstelt om een voorstel
den voorzitter niet in behandeling te
ui. Zooiets is onvriendelijk en onbe
leefd -beide. Een der wethouders zag den
voorzitter niet ar.ders dan a'.s hoofd van
de politie, en sprak hem ook .voortdu
rend als zoodanig aan. De gemeentezaken
r Beverwijk hebben een vlot verloop, ik
ju haast genegen zijl» te zeggen: in weer-
il' van den Itaad.
Alleen voor een heel komiek stuk zou
r.iljn lachavond cms par maand in
1 v. O.
TWEEDE KAMER
(Vergadering van Donderdag 11 October)
I -L
>S!
Da inferpellatie-Troelsfra
De oplossing van dé crisis aan financiën
D© eerst© vergadering der TWeed©
Kamer, dia niet aan formaliteiten- ge
wijd waB, als cle vorige van deze zit
ting, kwam al heel spoedig na de ope
ning door den voorzitter clrn Jieer Mr.
D. A. P. N. Kooien, tot het eigenlijke
agenda-punt, de interpollatie-Troal-
sfcra „betreffend© de oorzaak en de op
lossing der crisis, mede in verband
met den financierden toestand van Ne
derland en Nedet'landsch-Indië.
De heer Troelstra
ying aan met te con
statceren dat zijne
interpellatie eigen
lijk overbodig nad
moeten zijn, overbo
dig, ais de regeering
haar plicht had ge
daan, door eigener
beweging de volks
vertegenwoordiging
in te lichten, over
Mr. P. J. Trcoijtraiiet verloop der mi-
nisterieele crisis tijdens het zomerre
ces-
Sor. meent niet mis te zr.n, wan
neer hij zegt, dat de afstand tussc-hen
volk ea regeering zelden zoo groot wai
als thans het geval is. Daarvan onder
vindt de Katholieke partij, moet tij
ondervinden de sterke naweeën. Een
symptoom er van, dat da S. D. A. P.
bij 'haar actie tsgende vlootwet, die de
regeeriug wil doordrijven, steunt op
grooter groepen, dan alleen haar eige
ne partij.
Heeft de regeering niet begrepen
hoe belangrijk de zaak was van de
ministerieel© crisis, dat zij de volks
vertegenwoordiging niet heeft inge
licht.' Waarom spr. zelve de regeering
om inlichtingen moest 'vragen.
Ten opzichte van allerlei zaken
heeft de nieuwe minister van finan
ciën do meest straffe bezuinigingen op
vele vitale volksbelangen ingeluid
zegt spreker op de werkloosheids-
zorg, op do gezondheidsdiensten etc,
etc., behalve op één punt, op de
vlootwet.
lnterpellant leest dan enkele cita
ten voor uit het rapport der laatst©
vlootwetcommissie, waaruit bleek, hoe
deze liecren de noodzakelijkheid van
scherpe bezuiniging en de vlootwet
van elkaar scheidden, hoe zij eerst
donkere toekomst voorspelden, maar
daarna de vlootwet desondanks wilden
uitvoeren. Daarvan heeft oud-minister
de Geer opgemerkt, dat de bezuini
ging tot beveiliging van den gulden,
plaats maakt© voor een bezuiniging
tot beveiliging van de vloot.
Vei «'olzens citeert spr. de uitspraak
van den lieer Colijn tijdens de alge
meens beschouwingen op de staatsbe-
grooüng van hst vorige jaar, waarin
hij met vepl palhos beweerde, dat op
eiken tak van staatszorg, ook dio
der defensie, moet bezuinigd
.worden.
Welke verschil tusschen de opvat
ting vóór do crisis, en die n a de
crisis!
Het is dus noodig, dat wij weten
lioe do winding van ministers heeft
plaats geh ul, wat daarvan ds oorzaak
v. ;;h. hoe de oplossing uitviel
Spr. stolt deswege de volgéude
vragen.
lj Wil de regeering uiteenzetten
wat het verschil is geweest tusschen
de zienswijzen van minister de Geer.
eu de óverige leaeh'-v'ah net .kabinet,"
>en overzicht geven van de debat
ten die daarover in den minis ter-
•aad zijn gevoerd,
2) Aanvaardt de regeering de con
clusies der staatscommissie-Parijn,
vervat in de, paragrafen 140, 141, en
142 van hat verslag dier cominissio
3) .Welke zijn de reden, die 'geleid
helmen tot do vervanging van den af
getreden minister van financiën door
uen tegen woo rdigen' functionaris.
Spr. wil de laatst© vraag nador il-
lustreeren. En wijst daartoe op de
persoonlijkheden der heeren de Geer
en Colijn. D© eerst had behalve zijn
moreel gezag, de kracht ven zijn per
soon, Gie boven elke verdenking ver
heven was, dat hij zoude optreaen als
vertegenwoordiger van cok maar eeni-
ge belangengroep. En de neer Colijn'?
Geen schijn of schaduw van smet wil
spr. cp een naam des heeren Colijn
werpen, maar de politieke kracht v
den nieuwen minister moet noodza!
lijk verminderd worden door zijn ban
den reet groot© financieele, Indisch©
groepen. Spr. herinnert aan de pijn
lijke Djam bi-debatten,
Zijn eerst© daad .was de Vloot
wet door te drijven! Spr. gaat uitvoe
rig na, mot citaten uit het rapport
der staatscommissis-Patijn, hoezeer
die vlootwet met het. streven naar be
zuiniging in contrast konyt, dat den
lieer Colijn heet to moeten kenmerken.
En stelt cl© volgende vraag:
Erkent do Regeering met de Staats
commissie (conclusie 150), dat de fi
nancieel© moeilijkheden van het oogen
Mik door do verdere uitvoering van
de vlootplanncn zullen .worden ver
zwaard?
Spr. critiseert vervolgens een arti
kel uit „de Standaard" waarin de
plicht tot verdediging van Nederl.
Oo'sb-Indiö werd betoogd en bestrijdt
punt voor punt dat artikel, op welke
bestrijding spr. zijn nieening grondt,
dat er van ©en „plicht" gesnerlei
sprake is. In dat artikel wordt een
parallel getrokken tusschen de taak
van de vloot in de Indische wateren
en de taak door ons leger in den groo-
ten oorlog vervuld, naar men zegt een
taak van preventieve werking.
Spr. meent, dat er van een pre
ventieve werking van ons leger in den
oorlog niet veel is terecht gekomen.
Als voorbeeld wijst spr. op de eerste
helft van 1917, n' en déplaise Luden-
dorff. Spr. vraagt den Kamerleden,
die reeds in de vorig© zitting lid der
Kamer waren, in gemoed© af of zij
met mede meenen dat Ludendorff
mot zijn leger, dat destijds aan onz©
Oostgrens was samengetrokken, clie
grens zou overgetrokken zijn, op het
allereerst© gerucht van een Engelsche
poging tot forceering van de Schelde-
toegang.
Spr. wijst met de meeste kracht af
het argument uit het vlootwet-mani
fest, door d© Anti-Revolutionairen
verspreid, dat gelijk ons leger tijdens
den oorlog preventieve werking uit-
oefende. een vloot in Indië eveneens
zoodanig© werking zou kunnen uit
oefenen.
Dan zegt spr. dat er in ons volk
een groot, ongeloof is gerezen aan de
verdedigbaarheid van ons land of van
geestelijk© stroöaiingen algemeen ge
worden, die het maar steeds uitgaan
van do onderstelling: „wij leven t©
midden van vijanden" onjuist achten,
óio gelooven aan groei van don gees
telijken monsclt.
Stoeds merkt de hoer Troolstra
op is het met onze marine in de
Kamer treurig gesteld geweest, het
bleef steeds „gemier", tusschen minis
ters en Kamergroapen, nimmer kwam
er strakke lijn. D© actie tegen de
vlootwet van thans is het noodzake
lijk gevolg van de' gedurende dertig
jaren in heb parlement gevoerde actio
tegen liet militairisme. Laat de regee
ring daarom blijdo zijn ©n zich daar-
"tar richten.
Spr. wil niet ver op de vlootwet-ma
terie ingaan maar acht zich toch ver
plicht enkele conclusies over liet
vlootplan van verschillende marine-
deskundigen voor te lezen. De heer
Troelstra citeert dan verschillende
sterk-afwïjzend tegenover bet vloct-
plan staande uitspraken, o.a. van de
heeren De Koning, Van Rossum,
Schepp, Van der Toorn.
Spr. vervolgt zijn beschouwingen
over het manifest der Anti-Revolu
tionairen, een bewerkt oud-hoofdar
tikel, meent dat het op vaderlijken
Icon geschreven is door iemand, „die.
zijn Pappenheimers kent", bostrijdt
vooral do verge! ij icing in dat stuk ge
trokken tuscsheu dcii vlootbouw en de
noodzakelijkheid van iemand, die een
nietnv dak op zijn huis noodig heeft
Spr. acht het niet gewenscht een dak
boven zich tahebbcn, waaraan 15 jaar
lang gewerkt wordt!
(Gelach onder cl© sociaal-demo
craten).
De in'tevpellar.t meent, dat er, in
tegenstelling met liet manifest geti
teld „Weg met do leugens", na 12 ja-
"en wel degelijk nog geld noodig zal
:i,m, en onderwijl zullen allerlei nieu
we uitvindingen.
heer DUIJS: „De schildklier".
(Gelach). A
De hoer TROELSTRA: zullen aller
lei nieuwe uitvindingen gold vragen.
Spr. meent dat heb door den heer
Colijn geschrevene (hot manifest) spe
culeert op het bekrompen egoïsme
van den Nederlandschen burger.
Spr. trekt do vergelijking van het
dak verder door en meent op grond
dier vergeliiking-zelve dat er wel dege
lijk op „Marine" ook voor 1924 zal
moeten worden toegelegd. Met een be
roep op "cijfers, gepubliceerd door
den lieer Koolemans Beijnen stelt in-
tsrpe.lant dan de volgend© vraag
Moet de regeering niet toegeven, dat
d© kostenuerekening. voor de uitvoe
ring van het vloot Man onvolledig is
©n voor eon inzicht in de <vp Neder
land en Nederl.-Indië tè leggen druk
niet voldoende is.
In de voornaamste plaats wijst 5n-
torpellant er op. dat er na zes jaar
eerst een halve vlont isliet eind
cijfer moet tl us minstens verdubbeld
worden.
Is dat nu te dragen bij de zware
belastingen, waarop de heer Colijn in
de rai'lioeuennota het volk heeft voor
bereid? De heer De Geer liet zich an
ders over vlootwet en belastingen uit.
En dan de lasten' op onze koloniën
Spr. zou van de regeering de meaning
an ccn gouverneur-generaal willen
■'eten. Daarom ook deze vraag
Wil de regeering het advies raede-
deelen van den gouverneur-generaal
.-oyer d© uitvoering'van het vlootplan
.Spreker (met een glim laohh-zich-
këerendex naar de.u heer Dresselbuijs)
meent, dat' cl© woorden van het ant
woord op cl© vraag van'den heer Di:cs-
s&lhuys een antwoord op zijn vraag
niet uitsluit. Want geeft de regeering
gelijk zij het den heer Dresselhuijs
deed, geen antwoord, dan wekt zij
het vermoeden, dat de heer Lock te
gen het vlootplan is. s
Da verdeeling der lasten tusschen
Nederland en Nederl.-Oost-Indië
acht spreker voor crïtiek vatbaar,
maar ongelimiteerd afzijdig staat spr.
tegenover cle verdeeliu? der lasten tus
schen groot-kap.itaal en Indische be
volking in de koloniën. Spr. verwijst
naar cijfers, ten vorig© jare. door den
lieer Albania genoemd. Moet niet ge
wacht worden op het rapport van de
commissie tot Indische belasting-her
ziening? vraagt epr.
lnterpellant ontraadt ten. sterkste
een .beelissing ta nemen, inzake a©
vlootwet, alvorens de Kamer ernstig
heeft kennis genomen van het niet-
voor-pnblicatie-bcstemde, toch gepu
bliceerde rappoit van den directeur
der gouvernementebedrijven in Indië,
den heer Roelof©, die veel merkwaar
digs over de buitengewone uitgaven
mededeelt.
Men wil de buitengewone uitgaven
zoo laag mogelijk houden ©n tegelijk
gaat men tallooze millioenen aan een
improductief dool (-de vlootwet) uifcge-
•en!
Ten opzichte van de draagkracht
der Indisch© maatschappij noemt spr.
d© Vlootwet een „stap in het duister".
Spreker stelt dus ds volgende vra-
eren
Acht de Regeeriug der voorwaard©
der Staatscommissie (conclusie 155)
vervuld, dat geen besluit van verre
strekking, als de Vlootwet bevat, do
geldmiddelen van Nederland en Ned.-
Indië voor de toekomst nog meer vast
zal leggen, clan toch reeds het geval is,
tenzij (gelijktijdig gedaan wordt, wat
noodig is om het geheel verbroken
boidgetaire evenwicht te heratellen?
Kan mot name d© Regeering de ver
antwoordelijkheid od zich nemen voor
een verslechtering van dien toestand,
in verband iook met het geheel of ge
deeltelijk stopzetten van belangrijke
sociale en cultureele maatregelen, zoo
wel in Nederland,-als in Ned.-Indië,
met de weinig eunstge vooruitzichten
voor het bodrijfslevc-n en de heer-
schende werkloosheid, die mede ver
sterkt zal worden door d© ihoog-noo-
dige bezuiniging-op het aantal ambte
naren. tengevolge der voorgenomen
reorganisatie van den Staatsdienst en
is de Regeering van meaning, dat het
aangaat den belastingdruk op do in-
heemsohe bevolking van Indië en d©
ambtenaren te verzwarc-n en de Ne-
derlandsche bevolking met nieuwe of
verhoogde indirecte belastingen
zwaarder te drukken, mede met het
oog op de loons- en salarisverlagingen,
dio aan de orde van den dag zijn?
'Spr. benijdt een regeering- niet, die
deze vraag bevestigend zon beantwoor
den..
En nu de internationale kant van de
kwestie!
lnterpellant maakt melding van
bericht dat er een comité-generaal
gekomen zijn. Spr. weet dat dit bericht
onjuist is. Maar spr. zou zich daa:
gen ten eenenmale hebben verzet
I den boozc.
Dc vlootwct-cpmmissic-Patija begint
op „den internationalen plicht'' te wijzen
tot het bouwen yfan dc vloot. Maar waar
in bestaat die plicht? Is de regeering
niet zichzclve, is er druk op haar uit
geoefend vraagt spr. lnterpellant ge
looft het niet, maar cle volksopinie....?
Spr. gelooft liet niet, daarin niet weinig
gesteund door artikelen van 'den heet
Van JJlSdkcnsteijn, dezer dagen in dc
„N. 11. Crt." geplaatst, waaruit spr.
meerdere citaten voorleest, die ervan ge
tuigen, dat grootc haast met het door
drijven van dc Vlootwet thans tot twijfel
brengt aangaande wat cr in den laatstea
tijd op internationaal gebied dan toch
gebeurd moet zijn.
Verwijzingen als in De Sta ndaard
naar het gebeurde in Kor/oe, ïijn een
symptoom van het oude sentiment van
volkerehstrijö cn volkcrenhaat. Twij
felt dan de heer Colijn ten eenenmale
aan de grondslagen van de Yol'ienbond-
idee? Na Korfoe is dc positie van den
Volkenbond sterker geworden meeat
spreker.
Dan stelt spr. dc volgende en laatste
vraag
9. Is cr op de Regeering van buiten-
lar.dschc zi;:> eenigv directe of indi
recte aandraag geoefend of acht zij zich.
met het oog op aangegane verplichtin
gen, gehoude*. de onverwijlde aanne
ming der ingediende vioolplannen dooi
Zoo jn, waarin hesman deze
aandrang en dia verplichtingen, zoo
neen, welke zijn dan de dv.ir.g-.ade over-
en van internationalen aard, die
wijlde totstandkoming der vloot-
plannen eischen?
De VOORZITTER „Is de regeering
bereid op de gestelde vragen aanstonds
antwoorden?
Do heer Ruys
B e e r e n-
bfouck, minis
ter van Binnen
in 11 d s c h 0 Z 11-
k c n, stemt daarin
toe. En gr-at over lot
cle beantwoording
Spr. kart den in-
terpellan': niet in al-
les volgen niet kan
Do minister Ruya hij mcded<5elen, wat
do ccerenbrouck. biunen d„ nlürca vaa
!e vergaderzaal des ministuxraads voor-
•altslechts het resultaat kan worden
bekend gemaakt.
de Welling beireft van den Gou-
r-Gencianl, siui: spr. zich aan bij
twoord van den minister van Ko
loniën op dc schriftelijke vragen van
den heer Dressclliuys, waarbij spr. ver-
ijst naar Uen omvang van ruededce-
lïngen der regeering tijdens vroegere
interpellaties (o-a. c.:e over Suriname van
den heer March.-.nt). De gedachtenv. isse-
ling tusschen Gom erneur-Generaal en
Minister moet geheim blijven, wat des
tijds door den heer .Merchant is toege
geven, behoudens een hoogst-enkele uit
zondering. En inderdaad, er kuanca om-
stand-gheden zijn, waarin publicatie van
het landvoogdelijk advies ia 's lands be
lang kan zijn, hoewel daaraan voor het
vervolg (om het preccden.) bezwaren
zijn verbonden. Van den regel kaa dc
egecring ook thans niet afwijken.
Spr. zou c ch t e r willen vra
gen, of er één Gouverneur-
a a 1 z o u z ijn, die- w a n,
h ij t e g c n dc Vlootwet
j n, z e u w e-.n-s-elven- 'm e d e
„..-ken a a,n -die- uit v o e ring-
En dan is ook in don Volksraad niet ge
bleken, dat dc G.-G. tegen de Vloot-
Spr. stelt vast in tegenstelling met
dsn intcrpcllapt dat.de Vlootwet niet
in 1922 is uitgesteld omdat de Staats
financiën uitvoering niet toelieten, doch
bij de uitvoering rekening te doen
den met de gewijzigde omslandighe-
den.
De heer Dc Geer was aldus' de mi
nister inzake dc Vlootwet een andere
meening toegedaan dan zijn ambtgenoo-
ten, die uitvoering der wet, niet aan
vang in 1924, in 's lands belang ten
eenenmale noodzakelijk achten. De heer
De -Gscr achtte va s 11 e ggn g - van
litgavcn vóór jaren niet wenschehjk. De
overige leden meenden, dat 11 iet-uitvoe
ring der wei de malaise deden toenemen
aan ...marine", het stopzetten van den
bouw van verkenning svaanuigen zoube-
teekenen, het "hfzien vaa aanbo:
flotiillevaartuigea, het niet aanbouwen
van ccn vlooïbasts. Onze verplichtingen
als zelfstandige staat zouden ni
vu ld worden, aan de organisatie van het
marinepersoneel zou eiken vasten grond
slag worden ontnomen. De eerste stap
zou gezet worden op den weg, die tot
algehcele liquidatie.
De SOCIAAL-DEMOCRATEN
„Bravo!1'
De MINISTER VAN BINNENLAND-
SCHE ZAKEN tot algehcele li
quidatie der vloot zou leiden. Voorts zal
aanbouw dc uilgaven niet verhoogen.
Het verschil tusschen den heer De Geer
cn dc andere leden van !t Kabinet bleek
niet te overbruggen. Slechts één oplos
sing bleef over de heer De Geer vroeg
zijn ontslag aan IT. M. de Koningin aan.
Do regeering berustte daarin, hoezeer
het besluit van den heer Dc Geer voor
hen een teleurstelling betcekcnt.
Dc regeering wcnscht dc begrooting
sluitend te maken, en tevens de vloot te
bouwen.. In den nieuw opgetreden
nister van Financiën zijn beide wen-
schcn vcreenigd. (Daverènd gelach aan
de linkerzijde.)
Het optreden van den tegenwoordlgen
minister van Financiën kwam op zoo
danig tijdsgewricht, dat er van een
scherp omlijnd bezuinigingsplan toen
nog geen sprake .kon SÜM Steeds meer
worden de plannen omlijnd, ïiare word-t
daaraan gewerkt.
De heer KETELAAR „alken dag een
krantenberichtje." (Gelach.)
De MINISTER, behoef- niet te zeg
gen, welke grootc. moeilijkheden aan het
maken van een vast bezuinigingsplan
verbonden zijn wetswijziging,
ging van internationale afspraken etc..
Sluitend maken van de begrooting i©
noodzakelijk, en z a 1 geschieden, ook al
moet oas land een offer zich getroosten
voor het behoud onzer Koloniën.
Spr. verschilt van meening over de
conclusies in de paragrafen 140, 141,
142 en 150 van de Vlootwètcommissie-
Patijn vermeld, mot den interpellant.
Spr. acht behoud van ons over-
zeosch bezit noodzakelijk, daarom
heelt ons land plichten, te vergelijken
met dc iiiotTnuhöüdi.'ig onzer zeewe-
ngcii. Hei opvolgen van d;en plicht
i'c regeering doen plaats hebben
met zoo weinig mogelijk opleggen van
lnstan aan dc bevolking.
Dc minister zegt, da' dc ltcslenbe-
gedachte cm een rooskleurig licht op
de cijfers te doen vallen is niet aan
wezig. Alle critiek daarop heeft de
regeering niet houdbaar gevonden.
De uitvoering van de vlootwet zal
op ons land geen lasten leggen, die
bij niet-uitvoering van de vlootwet ook
niet op ons land zouden rusten.
Spr. komt tot do „buiteulandsche"
vraag van den heer Iroojstra.
(De clectrischo lichten in de Kamer
worden ontstoken).
STEMMEN„Het licht gaat schij
nen".
DE MINISTER VAN BIXN. ZA
KEN stelt voorop, dat de buitenland-
sche politiek van ons land staat op
grondslag van onze zelfstandig-
beid. De heer Troclstra ziet over
het hoofd, dat zoolang de wereld cr
biijffc uitzien, zooals zij doet, de poli
tieke zelfstandigheid niet mogelijk is,
zonder het nakomen van onze inter
national© verplichtingen. (Rumoer),
Kwamen wij daaraan niet tegemoet,
dan zouden onze koloniën opgenomen
worden in politieke berekeningen, me
de uit zelfbehoud, van andere kolo
niale mogendheden. Wij mogen geen
bron van verwikkelingen veegen bij de
gene, die cr reeds zijn. Nederland zou
geen dienst aan den wereldvrede be-
wijzen, wanneer het dc economisch en
strategisch belangrijke eilanden van
den archipel aan zich zelf overliet.
Het gevaar ligt in de conflicten tus
schen andere mogendheden, wat ons
int; mationale plichten, spcci aa 1
0 o r N e d e r 1 a 11 d s c h-ln d 1
:n belangrijk strategisch be-
1 t, oplegt.
De regeering vertrouwt dat de we
reld nog lang voor conflicten zal
worden bewaard, do conferentie van
Washington heeft de spanning over de
Pacific verminderd. Maar van den
dag van morgen zijn wij niet zeker....
(Jok Washington ontheft de regee
ring van haar plichten niet, zoolang
niet algemeen tot ontwapening wordt
niet ten doel te vechten....
buiten den oorlog tc houden. Geen
regeerinj- zou zich aan dien
plicht en de gevolgen voor vlootbouw
kunnen onttrekken...
De heer HÜGENHOLTZ: „U spreekt
?oor u zelf".
DE MINISTERDe vMgende dagen
hoopt de regeering zal 't vloot-
-aagstuk tot oplossing zijn gebracht.
Dan is het woord nau den heer
Colijn.
DE MINISTER VAN FINANCIëN,
de heer Colijn, zegt,
■•W't) da*. zijn laak be
Pcr!it ?s. Spr. wil
enkele cijfers geven,
fëA: grondslag voor
een vruchtbaar de-
■'■■'ty'ïii bat kunnen zijn.
Vooraf echter iets
(y\ over het gezegde
-•>' over den persoon
den
vau den minister van
Financiën. Nu de
Minister Go lijn. heor Troelstra zeide
geen smec te willen werpen op den
persoon vap den nieuwen lunctionaris
komt zijn uiting neer op een twjjfeien
aan diens gescnikthoid. Spr. wil de
Kamer .vragenaf te wachten wat de
aatvegeien van den nieuwen minis
r zuilen zijn.
Thans enkele cijfers!
Over Nederland kan spr., na de mil-
Eoene-nnota, kort zijn. 1921, 1922 en
1923 leveren te zaaien op den gewo
nen dienst een tekort van 112 mill.
Flet leeniugsfonds heeft Sen overschot
van 121 milüocn. Tot nog toe heeft
men dus voor den gewonen dienst nog
niet behoeven to leeaen. Voor 1924
en 1925 komen echter groote tekor-
Yoikomea zeker kan spr. niets
zeggen, maar van de voorgenomen
naatregclen verwacht de regeering
oor 1525 een siaitciid budget.
Wat Nedfcrl.Tiidië betreft, daar is
de toestand zeker met ongunstiger
dan hier te lande. De verwachte te-
:orten zijn zoodanig meegevallen, dat
de begrooting voor 1923 waarschijnlijk
zal sluiten. Voor 1924 verwacht spre
ker mede gunstige cijfers. Wel blijft
er een tekort op 1£24, maar dc vlot
tende schuld, d:e te consohdeeren is,
raamde de Viootwctcommissie «.p 41u
ilioen, inderdaad bedraagt zij 30S
miliioen.
Toch is hiermede over de Indische
financiën het laatste .woord niet ge
zegd.
De heer KETELAARDat zegt de
heer de Graat natuurlijk (Gelacn).
De MINISTER VAN FINANCIëN
maakt, na voortgegaan te zijn met op
sommen van cijicrs over de gevolgen
van de vlootwet cp Nederland en In
dië onderscheid tusschen gewone en
ongewone uitgaven. Do totale druk
hier wanneer de vlootwet niet wordt
aangenomen, bedraagt f 33.076.51.,
bij invoering van do vlootwet, om al
lerlei posten waarmede de Marinebe-
grootiug wordt ontlast, wordt dit be
drag verminderd inet 83.000. Prac
tised gesproken blijft voor 1924 de
uitgaaf voor marine gelijk.
Voor dc toekomst, gelooft spr. te
kunnen uitgaan van de cijfers door de
vlootwet'commissio genoemd, waarin
uitnemende financiers, verantwoorde
lijke mannen zitiing hadden,
In 1329 worden de kósten voor ck
vlootwet nog 2 1/2 ton minder becij
ferd dan 1924. Tot verslechting van
den financieelen toestand in Neder
land behoeft dc vlootwet niet te lei
den.
Met Nederlandsch-Indi© staat het
eenigszins anders.
De heer MARCHANT„Nu al klaar
over Nederland
De MINISTER VAN FINANCIëN
De cijfers in onze Koloniën voor het
jaar 1924 zijn zoodanig dat de vloot
wet moer kost- dan zonder vlootwet,
3.450.000, welk bedrag geleidelijk
stijgt tot 1323 tot f 18.350.100. Niet
vergeten mag worden dat echter ook
zonder vlootwet de kosten stijgende
zouden ziin, als gevolg van de in-
dienststelling van nieuw m3teriaal-in-
aanbouw.
Zijne gegevens samenvattende, zegt-
spr., dat noch in de onmioc.
den, noch in do toekomst het Neder-
landsehe budget zal woruen verzwaard,
dat het Nederl.-Indische budget door
de b'.sicii door de vlootwet opgelegd,
wei iu tamelijk hooge mate ruiieu stij
gen, waarvoor middelen geraamd moe
ten-worden. Vvelka middelen dc mi
nister ni et b c z w a a r 1 ij k voor
Ncderlau'jsch Indië noemde.
invloed. Dc verschillende aangekon
digde maatregelen tot sluitend maken
der begrooting zouden ondanks dc
vlootwet toch werkelijkheid moeteu
worden.
De VOORZITTER.Verlangt de
heer Troelstra nog het woord
De heer TROELSTRA: Mijnbeer
de voorzitter, ik zou gaarne de cij
fers van den minister van Financiën
nader bestudeeren, en wilde u dus
vragen mij in de gelegenheid te stci-
len op morgen te repliceeren.
De "VOORZITTERDan wordt do
vergadering tot morgen één uur ver
daagd.
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN
a 60 Cts. per rogel.
Pers öïerzlc&t
CEZINSLOON,
„De Nederland©!-" die doet opmer
ken, da t de Regeeriiisr d© voorgenomen
verlaging van du salarissen van liet
Overheidspersoneel met de noodige
soepelheid wil toepassen en met ke-
paa'de omstandigheden wil rekking
houden: zegt, dat hot haar voorkomt,
dat een van do eerste factoren, waar
mee in de huidige omstandghedeu re
kening moet worden gehouden, de
gezinsorostandgliede 11 zullen ziju. Het
blad schrijft:
Volgens artikel 20 van het Bezoldi-
;gmgscesluit genieten do ambtenaren
bil wnze van tijdelijke toelage, voor
ieder kind benedon IS jaar cm kinder
toelage van 2 12 vei van hun salaris,
met- een minimum van f 50 per kind
en een maximum van f 200 per kind
D© vraag rijst nu. of. bij behoud
"-°-n het totam liedrag der verlaging
on het gezamenlijk© lied rade.- thans
uit te becren salariëren, van 10 rei'..
het met gewenscht zou zijn de gezins
hoofden, 311 vergelijk tot de ongehuw-
den. minder ie korten.
Bij iedere salarisactie zijn he! de o.:-
huwden. cn© crenst doen a-'s de trek-
t? het.saiari:k-.rr:tje hooger o,»
t© trekken111 schelle- kleuren wordt
dan ge teek end. dat een gezin met het
toegekend© salaris niet kan rondko
men Laat men. meenen wij. dan ook
thans met de gehuwden rekeniuo hon
den.
We willen ter toelichting van Onz©
meening een voorbeeld goven 'en ne
men daarvoor twee onderwijzers: een
gehuwd onderwijzer niet vijf kinde-
ren en een ongehuwd onderwijzer o:'
onderwijzeres; we nemen daarbij aan
dat beitien, ongeacht pensioenkorlin:.-
en ©randplaats.*! ft rek, ccn slamsalans-
hebben van f 3000. Op.grond van liet
aangehaalde artikel 20 van het Bezol
digingsbesluit, ontvangt de gehuwde
thans f 3000, henevens 5 maal'2 1/2
pet. kindertoea'ag, d.i. f 3375; de on
gehuwde ontvangt f 3000,
Wordt, nu op bolden een 10 pet. af
trek toegepast, dan ontvangt de onge
huwd© f 2700, d.e gehuwde met vijf
kinderen f 2700 plus f 337.50 is
f 3037.50. De ongehuwd© gaat cue
f 300 achteruit -. het gezinshoofd
f 337.59. Wiï vragen daarom of het
niet redelijk zou zijn dc-n kindertoeslag
reeds nvt ingang van l .Tannari 102
on e©n hooger bedrag te l&palen, bij
voorbeeld 00 4 potiu ons voorbeeld
zou dan het salaris van het gezins
hoofd komen cp f 2700 plus 5 maal 4
pet. i© f 3240.'
SüüTt ei Weisïrliëan
HOCKEY.
DE KOCXEY-DAGEN.
Het programma der op 13 en 14 Oc
tober tc houden hockcy-d-agcn luid: al#
volgt:
Zaterdag:
"Amsterdam IHilversum I.
Gooiscke H. C.Bloemendaal.
Amsterdam IIHilversum II.
HelderBloemendaal II,
Vrijbuiters—Amersfoort.
Zondag:
Utrecht II—H. O. C.
Togo IIVictoria I.
H. D. M. II—Togo I.
Utrecht I—Enschedé I.
De drie overblijvende clubs uit de
voorranden spelen tegen Arnhem, Y.c-
toria II en li D. M, I.
DAMES-HOCKEY,
DE iNDEELINC DER COM
PETITIES.
De indeeling der competities van den
Dames-Hockeybond luidt als .volgt
Eerste klasso Noord
Amsterdam, Hilversum. B. D. II. C. I
en Rood Wit.
Tweede k!ssso Noord
N. H. B„ B. D. H. C. II,Leiden,
eventueel Saxenburgers of 1L D. M.
Ecrs'.c kiasso Zuid
H. O. C., H. H. C., Victoria, Togo,
eventueel H. D. M.
(Ncd. Sport.)
fiurgcriü&e Slaul
VELSEN.
Bevallen: II. Tol-van Vc©n, d.; A.
Visser-Smit, <1-M II. H. v. d. Plceg-
Steruan, d.; II. Anker-de Vries, z
Overleden: Etizaiietii Wiliretinir.a
Meijer, oud 71 j-, wed. P. Kramers.
Ondertrouwd: W. v. d. Duin en T.
Zegel; J. v. d. Struijs eu C. Affourtisj
J. de Graaf cn A. v. Leeuwen,