HAARLEM'S DAGBLAD
DRESSUUR
DE VLOOTWET IN
BESPREKING
DE VONDELING
Woensdag 17 October 1923
TWEEDE BLAD
Het Schoolpaard
Eeu der hoofdschotels van het cir
cus-menu is het schoolpaard, dat ge
woonlijk door het publiek niet juist
beoordeeld wordt, aangezien slechts
enkele toeschouwers begrijpen, wat het
paard verricht. Dit is zeer jammer pti
heeft tea gevolge gehad, dat de ;u lis
ten' hun programma zijn gaan in
richten overeenkomstig de onkunrle en
hot begrip van appreciatie van het »ui-
bliek (er is ook een financieele zijde
aan het vraagstuk) cn waardoor zij
tot een repertoire geraakt zijn, c'at
dikwijls met ware rijkunst niets te ma
ken heeft.
De hoofdgangen, standen en spron
gen, dio gewoonlijk door het school
paard worden getoond, zijn:
1. Do draf
waarbij de achtervoeten het spoor
der voorvoeten volgen.
2. De zijgangen
waarbij de achtervoeten den door
do voorvoeten afgelegden weg niet
volgen, doch ernaast gaan, zoodat
het paard dus met de achterband
(travers) of met het hoofd naar bin
nen gericht (renvers) slaat. Doie
gangen, die ingewikkelder zijn dan
men zou denken en waarbij hit
paard moet zien naar de ziide, waar
heen het zich begeeft waaraan
nogal eens iets mankeert en
waarbij het buiten-achterbeen moet
overstappen, vormen de basis der
correcte africhting.
3. De passage.
De beenen van den ruiter niet te
verwarren met zijn sporen! drij
ven de achterbeenen onder het
paard en doen een krachtige nelg-ug
tot voorwaarts gaan geboren wor
den, welke echter door de hau i
wordt teruggehouden, liet puai-1
wordt aldus „verzameld" en do ont
wikkelde kracht, die slechts over
een kleinen afstand verdeeld 'tan
norden, veroorzaakt een uiterst
krachtige actie en geeft den draf :u
hoogste verzameling of passage.
Hiermede kan het balanceeren dar
achterhand verbonden worden.
4. De piaffe.
Draf op de plaats.
5. Passage achteruit.
Door bijzonder groot© verzameling
welke men editor slechts weinig
ziet wordt verkregen, dat het paard
dravende achteruit gaal.
6. Jambette
wordt genoemd het strekken van een
voorbeen. Laat nien hierop drie draf-
passen volgen, dan ontstaat de
7. Polkapas, overeenkomend© met
de „Pas de quatre".
8. Pirouette
het draaien van de voorbeeuen om
do achterbeenen en
9. Pirouette reuverséo
waarbij de achterbeenen om de
Voorbeeuen moeten draaien eu het-
binnenvoorbeen onbeweeglijk moet
blijven. Dit kan niet een jambette ge
combineerd woi'den.
10. Spaansche pas
Het paard stopt in twee tempo's en
strekt de voorbeeuen. Vgl. de parade
pas der soldaten!
11. Spaansche draf
is de draf met gestrekte voorbeeuen.
12. D© galop.
Wanneer de ruiter met zijn linker
arm naar binnen gericht is moet het
rechler-beenenpaar van liet paard
den grootstou afstand afleggen en
blijft dus bij d© linkerbeen-en achter.
Het paard galoppeert dan „links"
d.w.z. met bet linkerbeen voor. Keert
de ruiter nu op den afgelegden weg
terug zoodat don zijn rechterarm
aan de binnenzijde komt doch
blijft zijn paard, tengevolge der dres
suur links galoppeerc-n dan rijdt
hii den
13. Centre galop.
14. Wisselt liet- paard cm een be
paald aantal passen zijn galop zoa
dat liet dus vo'gens de muziek daii
eens rechts cn dan eens links galop
peert dan toont het ons de change
menten.
15. De Galop 'op de plaats
ontstaat op de zelfde wijze als de
passage uit der, drab
16. Wordt de verzameling nog in
tenser. dan verkrijgen wij den galop
achteruit.
17. Wordt in den galop het voor
been gestrekt, dan hebben wij den
galop op drie beenen.
Van de halve sprongen of standen
noemen wij slechts
18. De levade,
waarbij de voorbeenen van den
grond geheven worden. Worden de
beenen meer van den.grond gebracht
en zit het paard in volkomen rust cn
evenwicht, dan hebben wij
19. De pc sado.
lil deze standen moet het onderbeen
ongeveer horizontaal met den grond
liggen, zoodat het paard stijgende
kleiner wordt. In do circussen
wordt het paard g r o o t e r, daar het
zich met in de spronggewrichten
buigt. Tiet steigert, wat niet correct
is. doch zeker den bijval van het pu
bliek vindt. Ho© hocger het paard
stijgt, des tc grooter is het applaus.
De voornaamste schoolsprongen zijn
20. de ballotade, en
21. de capriole. Deze worden ech
ter zoo zelden uitgevoerd en b-edea
zulke groot© technische moeilijkheden
bij een bespeking, dat wij ze buiten
beschouwing zullen laten.
Wij hebben de Hooge School slechts
oppervlakkig besproken cn uitsluitend
om te tooncn, dal. een schoolpaard niet
is „een paard, dat op de muziek
danst", doch een met groote moeite
afgericht dier, dat, op verlangen van
den ruiter de verschillende gangen
etc. moet toonen overeenkomstig de
daartoe gegeven liulp (seinen) met
beenen, batid en gewichtsverplaatsing.
De muziek is samengesteld volgens
het tempo der gangen en regelt zich
dus naar het paard en niet omge
keerd' Wie de rijkunst intensief wil
beoefenen oi bespreken, kan niet be
ter doen, dan zich mei den neer Phil.
Kok, directeur der Manege, in ver
binding stellen.
Wij laten nog enkele èigenaanligtic
den uit het circus volgen, waarnaar
ieder circusbezoeker heeft gekeken,
doch welke slechts zeer weinigen heb
ben gezien.
De middellijn van een circus is
altijd precies 13 Meter.
Jockeys kiezen steeds paarden met
lichte kleuren op den rug (schimmels,
stekelharigen of bonten), dair het
dan niet opvalt, wanneer do rug niet
hars bedekt wordt.
De -paarden gaan van links naar
rehts, zoodat do artisten ze steeds
rechts van zich hebben.
Wanneer do jockey afspringt, om
den volgenden sprong over de spring
plank te doen, laat hij het paard een
maal los rondgaan en waa.(schuwt,
wanneer hij zijn sprong wil doen,
door de hand op den staart to leg
gen.
De dresseur heeft een karwats en
een chambrière'. De chambric-re be-
heerscht de achterband (drijft aan),
de karwats do voorhand (houdt terug).
verveen.
II. J. LTJSEN.
TWEEDE KAMER
Algemeene beschouwingen
De hesrsn Hugenholtz en Marchant voeren hel /.'oord
Zestien sprekers op het lijstje
Een incident
De gevolgen van verwerping
De VOORZITTER begint met voor
t© stellen het verzoek van den lieer
Hoon om verlof tot liet richten van
vraqen aan de ministers van Water
staat. en van Financiën omtrent do
werking van den Postcheque- i-n Gi
rodienst. on de stopzetting van dat ne-
drijf. toe te staan. Aldus wordt be
sloten.
Op voorstel van den voorzitter
wordt tevens besloten de interpella
tie-Boon aan de orde te stellen, direct
na afhandeline van de vlootwet.
Aan de orde is de voortzetting van
de geschorst© behandeling van het
wetsontwerp tot vaststelling van de
sterkt© en de samenstelling van de
Zeemacht en aanleg van steunpun
ten en versterkingen in Nederlaixctcii-
Inaié (Vlootwet 1322).
De heer VAX DER VOORT VAN
ZIJP (A.-R-), voorzitter van de com
missie van rapporteurs, brenst een
rapport uit over de ingekomen adres
sen betreffende dit wetsontwerp. De
conclusie strekt tot nederlegging ter
griffie.
De heer TROELSTRA (S.D.)
vraagt het woord, naar aanleiding van
de mededeel ing van den heer Van dei-
Voort. van Zijp, betreffend© eon adres
van een aantal personen uit Katwijk,
dio verzocht-en een handteekening op
bet. volkspetitionnement als niet ge
schied te zijn beschouwd. Deze zaak
slaat in verband met het feit, ilat een
ambtenaar, die met het ■yolkspetibioii-
ne-m-ent heeft gewerkt, order heeft 2«e-
kre2en van heb Departement van i 1-
nanciën, om daarmede op te houden.
Spr. behoudt zich voor, daarop b;j
hoofdstuk VII B terug te komen. Hij
zal d© namen nagaan van de ambte
naren, die onder dit adres scaan,
teneinde te onderzoeken of dit „zui
vere koffie" is. Spr. ziet daarm ccn
wraakneming tegen dezen speciainu
ambtenaar.
Overeenkomstig het voorstel van den
heer Van der Voort van Zijp wordt
besloten.
De algemeen© beschouwingen o»er
het wetsontwerp worden geopend.
Het woor-di is aan den teer Jiugen-
h0ltZ' De heer HU
GENHOLTZ
(S.-D.) spreekt
van den afkeer,
die in het volk
is gerezen te
gen de vloot
wet. Spr. wijst
ter illustratie
op de manifes
tatie te Am
sterdam, op 't
petitionnement
zooeven aan
den Voorzitter
overhandigd
namens 1 mil-
lioen 130 dui
zend meerder
jarige Neder
landers onder
die handteekeningen komen voor na
men gemerkt niet R. K. en A.lb
Daarbij moeten geteld worden dege
nen. die niet hebben kunnen tceko-
1. De financieele bezwaren her
haalt spr. niet na Donderdag on Vrij
dag. hoewel vele handteekeiii 11 gc-11
geplaatst werden om financieele rede
nen. Spr. wil nader ingaan op do
principieel© bezwaien.
Do oorlog is een beestachtig mid
del. uit beestachtigen tijd overgeble
ven. om jonge menscV-m te doodeu,
groote goederen te vernietigen. Nu
ds oorlcg is uitgeraaét, wordt zij
overtroffen door een toestand van
geestelijke verwildering.
De oude paden mogen wij niet
meer bewandelen. Men kan niet zeg-
gen dat een klein land als liet onze
tct- den oorlog moet voorbereiden om
den vrede. Want wat wij doen dwingt
tot bewapening in andere landen, E11
wij kunnen niet genoegzaam bewape
nen om iets uit te richten.
Na Washington is de vlootwet zeer
zeker uit den büoze. Spr. wijst op de
plechtige beloften van Amerika, En
geland. Japan en Frankrijk, tol ver
mindering van bewapening, tot liet
scheppen van een. neutrale zone. tot
eerbiediging van eikaars grondge
bied 17a Washington is de vlootwet
totaal overbodig! Kan men zich zulke
plechtige belofte-af 1 eggèndo mogend
heden denken, die tegelijk bij ons tot
bewapening drongen? Dab zou al te
dwaas zijn! Noen, de plicht dio de ie-
geering stelt is een afgeleide plicht.
Daarenboven: van alle kanten wil
men verder gaan met do richtlijnen
van Washington. Wat doet dc r©ree
ling als do duikbooten dan worden
afgeschaft of tonnage-vermindering
worait vastgesteld.
Van verdediging van Indië tegen
een rechtstreekscheii aanval is met do
te scheppen verat eee-11 sprake, abso
luut geen sprake. De frontverande
ring van verdediging van Neder-
landsch-Indië tot verdediging van neu
traliteit is wel merkwaardig Spi
wijst er op dat bet uitgangspunt van
den heer Dresselliuijs pricipi-el gelijk
is aan dat der' regeering. Masr van
haar standpunt mag do regcenng
uiet zeggen: „wij hebben „zooveel'
geld. dus kunnen „zooveel" doen.
Doch zeggen- wij hebben „zooveel"
noodig. dus daarvoor moet het geld
er komen.
De staatscommissie van 1912 wilde
meent spr. algebeele verdedi
ging van Indtië, van haar standpunt
terecht. -
Maar de oorlog kwam en he.
geldgebrek. Het oorspronkelijke pi.m
kon niet uitgevoerd worden. Toen
kwam de interdepartementale com
missie. die met de financieele omstan
digheden moesten rekening hou-
Die interdeparlememaje commissi©
sprak met meer van algcheele verde
diging. Uit zuinigheidsoverwegingen:
het doel werd aangepast aan de mïdde
Ion. Men moest met de kleine midde-'
leu een doordringen in de archipel van
den vijand zoo lang mogelijk beletten.
Do waarde van liet positieve in het
plan van de interdepartementale com
missie wordt door de commissie zelve
geheel weg genomen.
Aan „perspectief", aan het einde
van het „gedonder'- met de vloot ge
looft spreker in het geheel niet. V. at
hebben we aan zoon prutsvlootje'.'
vraagt spr.
Do oliehavens b.v. worden totaal
onbeschermd gelaten en dat zijn de
belangrijkste.
De interdepartementale commissie
heeft eeu smadelijke hypothese, sma
delijk voor ons land. De hypothese
vuu een oorlog in de Zuidzee na Wash
ington.
In de Zuidzee komt geen oorlog
meer. Maar s'tel eens een oorlog tus-
schen Amerika en Japan. Japan's le
vensbelang in tijd van oorlog zal het
noodig maken den handelsweg door
Indira open te houden. Maar ver van
zijn basis zal Japan dat niet door be
zetting kunnen doen. Een andere ge-
£nl 13 Engeland in oorlog tegen Ame
rika al golooft spr. daar niet naar.
Dat zal een petroleumoorlog zijn. Dan
is Indië de inzet vap den strijd. En
zal voor e:n preventieve actio geen
sprake kunnen zijn.
Wat de neutraliteit betreft: wij heb
ben op het oogénblik veel meer mate
riaal in# Indische wateren, dan wat
wij daar in 1901 hadden. In-1904, do
Russiscli-Japansehe oorlog, toen wij
ook neutraal hieven. Ook wat snelheid
betreft zijn wij vooruitgegaan.
Thans de samenstelling der vloot.
Over de schenen der vloot zal men
niet gezamenlijk kunnen beschikken.
Op onderdc-elen der vloot critiseert
spr. daarop de samenstelling van do
vloot. De verkenning, het eenig posi
tieve, is absoluut onvoldoende.
Hoe durft men met zoo'11 macht
van self-help" spreken. En dan de
tijdsduur, de levensduur van de
schepen!
Als dan eenmaal de vloot is afge
bouwd. duurt 't nog vier jaar voor
de basis is afgebouwd, wat is nu een
loot waard die zich niet steeds kan
erugtrekken op de basis.
De heeren die zeggen, dat we nu
een duikboot-vloot moeten hebben,
hebben in 1912 een vloot met. alle
ht verdedigd uit pantserschepen
beslaand. Zoo wijzigen zich de ge
dachten. Spr. citeert het verslag der
missie-1912 dat afwijzend stond
tegen de duikboot, de commissie waar'
in yerscnillende leden van het huidige
knbinèt zaten.
Spr. ga&t verschillende feiten uit
den oerlog na om daaruit lessen ten
opzic.nt© van de duikboot
trekken, lessen die aisoluut-aJwijzeud
doen staan tegenover de 'vlootwet.
Ook in do marine-litteratuur vindt
men zec-r vele gegevens zegt spr.
die ook de buïfenlandsche litteratuur
citeert tegen do duikboot, dat
niet het geëigende wapen is van de-
kleine natie. Spr. meent ook op grond
van deskundige uitlatingen, dat de
temperatuur van het water in de In
dische waterein, absoluut ongeschikt
is voor liet verblijf in duikbooten. De
bemanning wordt in tijden van span
ning door dio temperaturen zeer ge
demoraliseerd-
Do deskundigheid der marine-man
nen waarop de Kamer tocli moet
'afgaan wordt eenigszins getem
perd door verschil van meening on
derling, door verschil van meening
vroeger en nu. De spr. wijst op den
heer Van Hengel, directeur van de
lioogero Marineschool, wien spr. niet
verwijt dat hij van meening is ver
anderd,van voorstander van hek artil-
lericsehip tot voorstander van de
duikboot, na de lessen van den oor-
leg, maar wel de wijze waarop zij die
verandering motLveoren- Een slagschip
wordt er anachronisme genoemd.
Maar vonr enkele jaren werden die
anachronismen met adviezen gevolgd,
dan zaten wij t.haus niet vier „ana
chronismen". Spr. critiseert dan de
wijze, waarop de heeren Furstner,
Gooszen e.a„ hun propaganda voor
der duikboot voeren, waarin hij zeer
vele zwakke plekken meent te kunnen
aanwijzen. Spr. critiseert de wijze,
waarop Onze Vloot propaganda
voor de duikboot hoeft gevoerd.
Wij kunnen in ieder geval niet zeg
gen, dat de deskundigen eenstemmig
voor de duikboot zich hebben ver
klaard.
Wat de vlootbasis aangaat, meent
spr. dat do Ir.sis te Riouvv niet meer
noodig is 11a den bouw van Encclnnd's
station te Riniiw. Zijn wii mét Enge
land dan is Riouvv niet noodig, zijn
wij teven Engeland dan wordt Riouw
oogenblikkelijk vernietigd.
liet fort te Edam in onmogelijk
langen tijd t© verdedigen, is liet bui
ter, werking, dan heeft Tandjong
Priolc geenerleï beteetenis.
Do interdepartementale commissie
betoogt dat een basis in de Straat
Soc-nda niet goed is omdat, zulk een
basis alleen te houden is bij opper
macht in de Indisch© wateren. Maar
een basis in straat Soenda is zóó uit
muntend zeggen deskundigen. Dus
opnieuw: wat noodig iss kunnen wij
met betalen, wat wij betalen kunnen,
13 niet bruikbaar.1
Wij zeggen natuurlijk aldus de
spr. geen vloot. Dus wij willen
ook g o a b a s i s.
De halvcering van de mininrumvloot
makt ook, dat, voor de nijverheid de
oordeelen weg vallen die men van de
iootwei hoopte. Spr. meent dat dc
NederJCcdsche industrie reeds jaren
lang werkt aisui bet huidig© ontwei p
reeds wet was: van bouw van een ar-
tilleriesehip geen sprake
De wettelijke vastlegging van de
bedragen voor jaren tc betalen acht
spr. aan groote bezwaren onderhe
vig. Daar is als allergrootst argument
dc algemeen sterker wordende mee
rling, dat dc strijd van de toekomst
niet onder oi op het water zal gestre
den worden maar in dc iucht. En weet
wel welke gas ontdekkingen er in
Amerika gedaan worden De volgen
de oorlog zal verschrikkelijk zijn en
met andere wapenen gevoerd wor
den dan met de duikboot, die in dit
opzicht een nachtschuit is. Wij loopen
achter de feiten aan. Ook daarom is
het huidige ontwerp verkeerdhet
werkt toch niets uit zegt spr.
waarbij hij wel erkend, dat al deze
dingen nog jn ontwikkeling zijn. Maar
mug liet geld voor ue vlootwet
niet worden vastgelegd.
De hoer Hugenholtz protesteert te
gen cie wijze waarop de heer Gooszen
do Vlootwet aanbevaldoor aanne
ming zouden de financieele uitzich
ten voor indië veel verbeteren.
Spr. meent, dat de Volksraad van
thans ©enigszins anders, iu ieder geval
1 andere verhoudingen, ovor dc Vloot
•et denkt dan vroeger.
Wanneer zegt spr. wat hij niet
verwacht, dc vlootwet wordt? aangeno
men, dan geschiedt dut. niet om de ei
gen merites van het ontwerp. Wanneer
de R.K. partij vrij staat, dan stemt
zij tegen. Maar staat de R.K. partij
vrij? Staat die partij niet tusseheu
twee vurenmet do coalitie en hun
prutsvlootjc of met eigen kiezers
Staan zij niet onder de dictatuur van
dc coalitie, van de A.-ll. en C.H.
fracties.
Maar voor dc vloot is de heelc
actie niet goed.
Dc heer MARCHANT (V-D.) meent
dat het ideaal van de interdeparte
mentale commissie een steunpunt in
straat Soenda was. Dat mocht zij ech
ter niet koesteren voor de regeering.
Die zelfde commissie heeft verschil
lende wenschen gekoesterd, die niet
tot werkelijkheid worden. Daar is
bijv. het geheele uitersto minimum.
Het wetsvo rstel bete.de eerste
helft van het geheele uiterste mi
nimum al zegt dc heer Colijn, waar
nemend minister van Marine en Ko
loniën (Gelach) anders.
Spr. citeert verschillende passages
uit de memorie van toelichting en uit
het rapport der interdepartementale
commissie om aan te toonen dat dc
bouw thans gevraagd, impliceert aan
bouw gedurende dc tweede étappe van
zes jaar.
Spr. meent dat tot verleden Vrij
dag de Kamer in de meening heeft
ten verkceren dat het geheele
minimum zou gebouwd worden. De
minister van Financiën hoeft 't anders
doen zien.
Op G April 1022 schorste, na de mo
tie Oud, de Kamer de behandeling van
do Vlootwet, omdat de hee.- v. Kar-
nelieek naar Genua ging. Na terug
keer van dien minister bad de behan
deling moeten worden doorgezet. Wat
daarvan de oorzaak was?
STEMMEN: „Nolcns".
De heer MARCHANT wijst op de
ïrkiezingen. Spr. wil geen verband
leggen in den gedaehtengang van de
regeering tusscnen verkiezingen of
part,ij overwegingen en de Vlootwet.
Maar toch meent spr. dat er tijdens
do verkiezingen over de vlootwet niet
is gesproken. Men dacht dat de
vlootwet begraven was. Noch de A.-
R. leiders, noch de R.K. leiders'heb
ben bij de kiezers de belangen van
van de vlootwet bepleit, zij hebben
gezwegen als „moffen".
Spr. herinnert aan het overleg van
den minister president, met dc fracties
der rechterzijde in den zomer van 1922
STEMMEN' „Met Smeenk als eer
ste koerier(Gelach).
De heer MARCHANT acht de
comrnïssie-Pafcijn ingesteld op gron
den, die de premier niet heeft kunnen
doorgronden (Gelach), liij de instel
ling der commissie was de premier on
der indruk van argumenten en bezwa
ren, dio .hij zelf niet deelde (Gelach).
Om dc financieele omstandigheden in
gesteld, meende de premier toch dat
zij geen financicolcn achtergrond had
(Gelach). En nu hooren we de vorige
week, aat er zelfs een voordeeltje is
De commissi©--Palijn zelve schijnt
evenmin dc opdracht aan de commis
sic t© hebben begrepen als de spr. het
deed. Zij zelve vroeg om nadere in
lichtingen (Gelach). Spr. citeert den
brief aan den minister van Marine
van den lieer Patijn, waarin hij zegt
„do opdracht te hebben begrepen".
(Ge'.acn).
De ministerpresident heeft zich aan
exegese van zijn eigen opdracht niet
gewaagd. Da opdracht, door den heer
Patijn geformuleerd, is meent spr.,
een geheel andere dan die door den
minister geformuleerd. Do heer Patijn
spreekt van een ingewikkeld vraag
stuk, wat de opdracht door den mi-
Onzs Mfcock
OUDER GEWOONTE.
Patroon (tot loopjongen, die rijn
dienst komt presenteeren): Ben jij
veertien dagen geleden ook niet hier
geweest
Loopjongen: Ja meneer.
Patroon: En heb ik j© toen niet
gezegd, dat ik een oudereu jongen
neodïg had
Loopjongen: Ju meneer, on
daarom kom ik nu weer. Ik ben nu
dagen ouder
VERKEERD BEGREPEN 1
Meyer (die een leening wil sluw
ten): IIoo staat liet mot jouw finan-
Zit je er vandaag nog al
goed bij
Muller (die hem begrijpt): O,
jawel, voor vandaag heb ik genoeg.
Dank je voor je vriendelijk anuhodl
INGEZONDEN MEDED EEL IN GEN
a 60 Cts. per regel.
nister geformuleerd geenszins is. Dio
opdracht bad bij aan een commies
kunnen opdragen, die er in drio kwar
tier mede zou klaar geweest zijn.
(Golóck).
De commissie zegt, dat zij buiten het
raam van de opdracht is get reden...
STEMMEN„Ons lucht' te schep
je' heer MARCHANT.... van do
opdracht, wat voor hooggeplaatste
personen een gevaarlijke bczigheïu is
(Gelach).
De commissie kwam tot dc conclu
sie die spr. kort weergeeft „het
moet, mnar het kan nietT'.
Spr. meent, d.-.t. het voor de regco»
ring zonder protest doorlaten van
paragraaf 142 der commissie, bij Let
Nederlr.ndsehe volk ontstemming
heeft gebracht. De commissie z-.-gt vat
op alles bezuinigd moet worden. I#«r
halve op de vloot. Behalve de beido
leden der commissie, die den financi-
eelen toestand van ons land het beste
kennen.
Wat het zwaarste is. moet het
vaarste wegen zegt de heer Rnys do
Beerenbrouek. Spr. stemt toe, dat do
eegsehalen wat verschillend zijn.
Had de schrijver van „Weg met do
leugens" weergegeven wat Mr. Trip
gezegd heeft hjj had zijn volk beter
dienst gedaan.
STEMMEN ..Zeer juist."
De her KETELAAR „Maar hij (be
doeld werd dc heer Colijn) heeft 't niet
geschreven."
De heer DUYS „Hij heeft 't naar
de post gebracht."
De heer MARCHANT maakt 'onder,
scheid lusscüen den heer Colijn van de
millioenennota en den heer Colijn van
dc vorige week. Dc eerste is ernstig, do
tweede is gedemoraliseerd door „das
Militar". De eerste is ernstig, maar
waar, de tweede verdoezelt de werke
lijkheid, zegt dc loekomst tot 1924 i3
gedekt."
De her COLIJN schudt neen.
De lieer MARCHANT (heftig)' j „Ik
heb de Handelingen nagekeken!"
Waarom is aan het Nodcrlnndsche
volk niet gezegd, dat hél tekort gedekt
is over de verloopen jaren uit liet lec-
ningsfonds? Er is iets verzwegen, dat
nu gezegd wordt om iets anders aanne
melijk te maken.
Waarom heb ik een lichtzijde gezion
in het optreden van den lieer Colijn?
Omdat hij een handelsman is. Had de
heer Colijn voor zich zelve een plan op
gezet als nu bij het Vlootfonds. had hij
d3n niet een post voor slijtage ge
opend. Rekening is niet gehouden met
de afschrijving.
Spr. stelt vtsl dat als men blijft ver
nieuwen en aanbouwen, dan bliift de
annuïteit permanent. (De heer COLIJN
knikt ja.)
De heer Colijn heeft dc zaak voorge
steld alsof wij na 12 jaar van alles af
zijn, maar hij vergeet dat dan weer aan
gebouwd moet worden.
De heer COLIJN „Ik heb 't toch
gezegd."
De heer MARCHANT meent dat de
heer Colijn voor 03 12 jaar zegtWie
dan leeft, wie dan zorgt.
EEN INCIDENT.
De neer MARCHANT, zijn rede ver
volgende, stemt toe, dat v ij vele goe
deren, veel welvaart aan Indië tc dan
ken hebben.
FeMtUeton
Vertaling naar het Engelsch van
GENE STRATTOX PORTER.
Zijn hart stond stil iederen keer als'
hij zag dat het prachtige moerasgras
tegen den wind in begon to golven,
zooals Mc Lean hun verteld had, dat
het, gebeuren zou. Hij vluchtte toen
hij voor liet eerst den roerdomp hoor
de schreeuwen. Eens zag hij een vaag
Iets dat hem volgde en schoot er op.
Toen was hij nog banger dan ooit, uit,
angst dat hot Duncan's hond geweest
Was.
Den eersten middag dat do afraste
ring ergens stuk bleek to zijn en hij
genoodzaakt was, om tot zijn knieën
door do zwarte modder to waden :n
het to repareeron, werd bij zoo ziek
van angst en zenuwachtigheiddat, hij
nauwelijks zijn hovende hand in be
dwang kon houden om het Werk nf te
maken. Bij lederen stap voelde h'j,
dut hij zijn vosten grond zou verlie
zen en door dio kleverigs zwarte mas
sa verzwolgen zcu worden. Hij werkt©
©r zich door hoen, cn klemde zh;h oan
palen ca hoornen vast tct hij kla -.r
was met het vastbinden en liet pro-
becren van het draad, liij had t-r erg
voel tijd voor nocdig goh ad* De avond
viel. liet bosch scheen nu pas t© ont
waken. Het leek wel of er is iederen
hollen boom een groote uil zat te krij-
scheu en in iederen struik een kleine.
Er brulde een reuzen kikvorsch, en
daar bovenuit hoorde hij nog het kla
gende geluid van do geitenmelkers. Er
vlogen vleermuizen tegen ziin gezicht
aan. Een rondsluipende wilde kat mis
te zijn prooi en schreeuwde van woe
de. Een dwalende vos blafte voortdu
rend om zijn makkei,
Sproetnaus voelde dat de haren ach
terin zijn huls recht overeind gingen
staan, en zijn knieën knikten. Hij kon
niet zien of er soms 6langcn, waar
voor hij zoo bang was, over het pad
kropen, en door al het lawaai kon hij
ook niet liet geratel hooren waar naar
Me Lean iiem had loeren luisteren. In
doodsangst bloei hij onbewegelijk
staan, Zijjr adom floot tusschen zijn
tanden. Hot zweet liep met stralen
langs zijn gezicht en zijn lichaam.
Vlak bij hem kwam iets groots en
zvvnrts door liet moeras aan en met
e©n gil rende Sproetneus vves hoe
ver, dat wist hij niet: mnar tenslotte
kreeg hij zijn zolrbelieersching weer te
rug en koerds hij om. Hij klemde ziin
tanden op elkaar. Toen hii wt-o:' op <1©
plok kv. am waar li j begonnen v.as met
hard tc loopeu, keerde hij weer om vu
liep met afgemeten passen langs het
pad. Na een poosje drong het tot hem
door dat hij alleen maar liep en daar
na sloeg hij bij eiken stap mc-t zijn
knots op de afrastering, om deze to
probeereri. Do angst had hem zoo te
pakken, dat hij niet achterom durfde
te kijken en net toen liij het gevoel
kreeg dat hij dood zou neervallen voor
hij de open plek bereikte, hoorde hij
Duncan's stem, die hem riep. Er wel
de een snik op in zijn droge keel. Maar
hij zei alleen tegen Duncan dat hij
laat was omdat hij de afrastering had
moeten repareeren.
Den volgenden morgen begon liij
weer op tijd. Dag in dag uit waagde
hij zich met kloppend hart in dc geva
ren, ontweek ze als lui kon en vocht
als hij in het nauw werd gebracht.
Niemand heeft ,ooit 'geweten of bij
ooit van plan was geweest om liet op
te gaven; zonder aarzelen bleef ffij aan
zijn werk. Voor zoover hij al deze din
gen vermoedde vertelde Duncan, die
hem do eerste weken moest, nagaan,
aan den Baas, die in het zuiderknmp
was: maar het ontzettende, do groote
kwelljng kon de groote Schot niet ra
den cn Mc Leon, die toch veel fijnge
voeliger was, kou er ook niet heelc-
rnaal bij.
Na een paar weken, toen Sproetneus
merkte dat liij nog steeds le:fde, dat
hii c?n thuis had eu torn h-i Let ©•.•-
etc geld dut hij o.it buelcii had, iu
zijn zak had, begon hij trotsch te wor
den: Hij maakte nog wel eens een om
weg om iets te ontwijken, en moest
zich nog wel haasten om niet weer te
laat t© komen, maar langzamerhand
verloor hij toch de angst, zooals het
altijd gaat met menschen, die voort
durend aan dezelfde gevaren zijn
blootgesteld.
net was of hij zijn hart voelde op
springen, toen hij den eersten ratel
slang op het pad ontmoette maar hij
raapte al z'ju moed bij eikaar en viel
liet dier aan met zijn knots. Toen hij
den kop verbrijzeld had, overwon hij'
den afkeer, die alle Ieren voor slan
gen hebben en sneed er de ratels nf,
om ze aan Duncan te laten zien. Na
deze overwinning was hij ook niet
meer zoo bang voor hen.
Toen begon hij te beseffen, dat de
vleeschet&ide dieren zoo-veel voedsel in
het moeras konden vinden, dat ze hem
wol met nist zouden laten: en voor het
geval zo licm toch aanvielen, had k-i
een revolver om*zich te verdedigen.
Hij leerde al spoedig 0111 te lachen cru
de 'groots, klapwiekende vogels, diw
zulice vreselijke geluiden maakten,
Voor de eerste maand voorbij was,»
voelde h j zich meer op zijn gemak en
daarna begon hij het zelfs plezie-ig te
vinden. De Natuur doet wonderen w
het hart van een man, die alleen werkt
Ie midden van haar gclui icu cn schep-
En toen dagen achterelkaar het ge
zelschap van de vogel? ©n dieren in
het bosch, net eenigo was, dat hem
eenig© afwisseling gaf in zijn groote
eenzaamheid, was het wel do natuur
lijkste zaak van do wereld, dat Sproet
neus bij hen vriendschap zocht, liij
begon met, gedreven'door een instinct,
nlte zwakken cn hulpeloozen te be
schermen. Hij verbaasd© zich over de
snelheid waarmee zo aan h<iu gewoon
raakten, en do onverschilligheid, ui©
ze toonden voor zijn bewegingen, toen
7© merkten, dat hij eeen jager was,
en dat de knuppel, die hij hij zich
had, vaker voor hen dan voor hem-
zelr werd gebruikt. Hij kon nauwelijks
gelooven wat liij zag.
E11 van zijn poging, om do vogels
en dieren te beschermen was het maar
een stupjo tot het gevoel dat dit al
les van hem was cn zoo lcwnm ten
slotte do impuls om dit alles tc ver
zorgen en te lieflcoozen. In den herfst,
toen het broeden was afgeloopen en
de vogels in groote troepen liet moeras
opzochten om cr zich aan do bessen en
zaden te goed (0 doen, sloeg Sproet
neus hen ga do 011 dacht veel over ben
na. Behalve een stuk of zes boel ge
won© soorten, waren het allemaal
vreemden voor hem. IIij was er telkens
weer verbaasd over. hoeveel menschc-
lij'.'s hun ojitreden had.
Toen do vo st kwam, en de planten
hun groen vciJoren cu dc Linden naar
beneden dwarrelden, keek hij teleur-
'gesteld naar al zijn vertrekkend©
vrienden. Hij begon te begrijpen, dat
hij alleen achter zou Blijven. II:j deed
extra zijn best, om vriendelijk te zijn,
in dc hoop, dat hij sommigen van hen
kon overhalen oni te blijven. Toen
kwam het plan bij hem op, 0111 den
vogels voedsel te brengen, want bij
zag, dat ze uit gebrek daaraan ver
dwenen. Maar hij kon hen niet tegen
houden. Dag aan dag kwamen z© bij
'elkaar en vlogen weg. Toon de eerste
sneeuw viel op liet, pad rondom het
bosch, waren er alleen nog maar da
kleine geelgors, een pnnr vaderlands
lievende caröin.mlsvogels, do vlnnm-
sche gaaien, de kraaien cn dc kwaf-
tel.
Toen' begon Sproetneus zijn tonve-
naarswerk. H ij maakte een stukje laag
gelegen land schoon en tweo maal per
dag' lesrdc hij rlaar een vogohnaaltjjd
klaar. Midden in December hnd do
wind d9 meeste zaden van gras eu
struiken afgerukt. Er viel sneeuw, dio
het moeras bedekte, en het was erg
moeilijk om voedsel te Minden. Do
vogels wachtten nauwelijks tot Sproet
neus hen zijn rug hnd toegekeerd, voor
zo op liet eten aauvielen. Een paar
weken later vlogen ze hem n! tot do
open plek tegemoet. Gedurende liet
slecht© weer in Januari kwamen zo
eiken mmg-n al tot. halverwege het
huig en fladderden nis duiven om hoio