HAARLEM'S DAGBLAD DRESSUUR DE VLOOTWET IN BESPREKING DE VONDELING Woensdag 17 October 1923 TWEEDE BLAD Het Schoolpaard Eeu der hoofdschotels van het cir cus-menu is het schoolpaard, dat ge woonlijk door het publiek niet juist beoordeeld wordt, aangezien slechts enkele toeschouwers begrijpen, wat het paard verricht. Dit is zeer jammer pti heeft tea gevolge gehad, dat de ;u lis ten' hun programma zijn gaan in richten overeenkomstig de onkunrle en hot begrip van appreciatie van het »ui- bliek (er is ook een financieele zijde aan het vraagstuk) cn waardoor zij tot een repertoire geraakt zijn, c'at dikwijls met ware rijkunst niets te ma ken heeft. De hoofdgangen, standen en spron gen, dio gewoonlijk door het school paard worden getoond, zijn: 1. Do draf waarbij de achtervoeten het spoor der voorvoeten volgen. 2. De zijgangen waarbij de achtervoeten den door do voorvoeten afgelegden weg niet volgen, doch ernaast gaan, zoodat het paard dus met de achterband (travers) of met het hoofd naar bin nen gericht (renvers) slaat. Doie gangen, die ingewikkelder zijn dan men zou denken en waarbij hit paard moet zien naar de ziide, waar heen het zich begeeft waaraan nogal eens iets mankeert en waarbij het buiten-achterbeen moet overstappen, vormen de basis der correcte africhting. 3. De passage. De beenen van den ruiter niet te verwarren met zijn sporen! drij ven de achterbeenen onder het paard en doen een krachtige nelg-ug tot voorwaarts gaan geboren wor den, welke echter door de hau i wordt teruggehouden, liet puai-1 wordt aldus „verzameld" en do ont wikkelde kracht, die slechts over een kleinen afstand verdeeld 'tan norden, veroorzaakt een uiterst krachtige actie en geeft den draf :u hoogste verzameling of passage. Hiermede kan het balanceeren dar achterhand verbonden worden. 4. De piaffe. Draf op de plaats. 5. Passage achteruit. Door bijzonder groot© verzameling welke men editor slechts weinig ziet wordt verkregen, dat het paard dravende achteruit gaal. 6. Jambette wordt genoemd het strekken van een voorbeen. Laat nien hierop drie draf- passen volgen, dan ontstaat de 7. Polkapas, overeenkomend© met de „Pas de quatre". 8. Pirouette het draaien van de voorbeeuen om do achterbeenen en 9. Pirouette reuverséo waarbij de achterbeenen om de Voorbeeuen moeten draaien eu het- binnenvoorbeen onbeweeglijk moet blijven. Dit kan niet een jambette ge combineerd woi'den. 10. Spaansche pas Het paard stopt in twee tempo's en strekt de voorbeeuen. Vgl. de parade pas der soldaten! 11. Spaansche draf is de draf met gestrekte voorbeeuen. 12. D© galop. Wanneer de ruiter met zijn linker arm naar binnen gericht is moet het rechler-beenenpaar van liet paard den grootstou afstand afleggen en blijft dus bij d© linkerbeen-en achter. Het paard galoppeert dan „links" d.w.z. met bet linkerbeen voor. Keert de ruiter nu op den afgelegden weg terug zoodat don zijn rechterarm aan de binnenzijde komt doch blijft zijn paard, tengevolge der dres suur links galoppeerc-n dan rijdt hii den 13. Centre galop. 14. Wisselt liet- paard cm een be paald aantal passen zijn galop zoa dat liet dus vo'gens de muziek daii eens rechts cn dan eens links galop peert dan toont het ons de change menten. 15. De Galop 'op de plaats ontstaat op de zelfde wijze als de passage uit der, drab 16. Wordt de verzameling nog in tenser. dan verkrijgen wij den galop achteruit. 17. Wordt in den galop het voor been gestrekt, dan hebben wij den galop op drie beenen. Van de halve sprongen of standen noemen wij slechts 18. De levade, waarbij de voorbeenen van den grond geheven worden. Worden de beenen meer van den.grond gebracht en zit het paard in volkomen rust cn evenwicht, dan hebben wij 19. De pc sado. lil deze standen moet het onderbeen ongeveer horizontaal met den grond liggen, zoodat het paard stijgende kleiner wordt. In do circussen wordt het paard g r o o t e r, daar het zich met in de spronggewrichten buigt. Tiet steigert, wat niet correct is. doch zeker den bijval van het pu bliek vindt. Ho© hocger het paard stijgt, des tc grooter is het applaus. De voornaamste schoolsprongen zijn 20. de ballotade, en 21. de capriole. Deze worden ech ter zoo zelden uitgevoerd en b-edea zulke groot© technische moeilijkheden bij een bespeking, dat wij ze buiten beschouwing zullen laten. Wij hebben de Hooge School slechts oppervlakkig besproken cn uitsluitend om te tooncn, dal. een schoolpaard niet is „een paard, dat op de muziek danst", doch een met groote moeite afgericht dier, dat, op verlangen van den ruiter de verschillende gangen etc. moet toonen overeenkomstig de daartoe gegeven liulp (seinen) met beenen, batid en gewichtsverplaatsing. De muziek is samengesteld volgens het tempo der gangen en regelt zich dus naar het paard en niet omge keerd' Wie de rijkunst intensief wil beoefenen oi bespreken, kan niet be ter doen, dan zich mei den neer Phil. Kok, directeur der Manege, in ver binding stellen. Wij laten nog enkele èigenaanligtic den uit het circus volgen, waarnaar ieder circusbezoeker heeft gekeken, doch welke slechts zeer weinigen heb ben gezien. De middellijn van een circus is altijd precies 13 Meter. Jockeys kiezen steeds paarden met lichte kleuren op den rug (schimmels, stekelharigen of bonten), dair het dan niet opvalt, wanneer do rug niet hars bedekt wordt. De -paarden gaan van links naar rehts, zoodat do artisten ze steeds rechts van zich hebben. Wanneer do jockey afspringt, om den volgenden sprong over de spring plank te doen, laat hij het paard een maal los rondgaan en waa.(schuwt, wanneer hij zijn sprong wil doen, door de hand op den staart to leg gen. De dresseur heeft een karwats en een chambrière'. De chambric-re be- heerscht de achterband (drijft aan), de karwats do voorhand (houdt terug). verveen. II. J. LTJSEN. TWEEDE KAMER Algemeene beschouwingen De hesrsn Hugenholtz en Marchant voeren hel /.'oord Zestien sprekers op het lijstje Een incident De gevolgen van verwerping De VOORZITTER begint met voor t© stellen het verzoek van den lieer Hoon om verlof tot liet richten van vraqen aan de ministers van Water staat. en van Financiën omtrent do werking van den Postcheque- i-n Gi rodienst. on de stopzetting van dat ne- drijf. toe te staan. Aldus wordt be sloten. Op voorstel van den voorzitter wordt tevens besloten de interpella tie-Boon aan de orde te stellen, direct na afhandeline van de vlootwet. Aan de orde is de voortzetting van de geschorst© behandeling van het wetsontwerp tot vaststelling van de sterkt© en de samenstelling van de Zeemacht en aanleg van steunpun ten en versterkingen in Nederlaixctcii- Inaié (Vlootwet 1322). De heer VAX DER VOORT VAN ZIJP (A.-R-), voorzitter van de com missie van rapporteurs, brenst een rapport uit over de ingekomen adres sen betreffende dit wetsontwerp. De conclusie strekt tot nederlegging ter griffie. De heer TROELSTRA (S.D.) vraagt het woord, naar aanleiding van de mededeel ing van den heer Van dei- Voort. van Zijp, betreffend© eon adres van een aantal personen uit Katwijk, dio verzocht-en een handteekening op bet. volkspetitionnement als niet ge schied te zijn beschouwd. Deze zaak slaat in verband met het feit, ilat een ambtenaar, die met het ■yolkspetibioii- ne-m-ent heeft gewerkt, order heeft 2«e- kre2en van heb Departement van i 1- nanciën, om daarmede op te houden. Spr. behoudt zich voor, daarop b;j hoofdstuk VII B terug te komen. Hij zal d© namen nagaan van de ambte naren, die onder dit adres scaan, teneinde te onderzoeken of dit „zui vere koffie" is. Spr. ziet daarm ccn wraakneming tegen dezen speciainu ambtenaar. Overeenkomstig het voorstel van den heer Van der Voort van Zijp wordt besloten. De algemeen© beschouwingen o»er het wetsontwerp worden geopend. Het woor-di is aan den teer Jiugen- h0ltZ' De heer HU GENHOLTZ (S.-D.) spreekt van den afkeer, die in het volk is gerezen te gen de vloot wet. Spr. wijst ter illustratie op de manifes tatie te Am sterdam, op 't petitionnement zooeven aan den Voorzitter overhandigd namens 1 mil- lioen 130 dui zend meerder jarige Neder landers onder die handteekeningen komen voor na men gemerkt niet R. K. en A.lb Daarbij moeten geteld worden dege nen. die niet hebben kunnen tceko- 1. De financieele bezwaren her haalt spr. niet na Donderdag on Vrij dag. hoewel vele handteekeiii 11 gc-11 geplaatst werden om financieele rede nen. Spr. wil nader ingaan op do principieel© bezwaien. Do oorlog is een beestachtig mid del. uit beestachtigen tijd overgeble ven. om jonge menscV-m te doodeu, groote goederen te vernietigen. Nu ds oorlcg is uitgeraaét, wordt zij overtroffen door een toestand van geestelijke verwildering. De oude paden mogen wij niet meer bewandelen. Men kan niet zeg- gen dat een klein land als liet onze tct- den oorlog moet voorbereiden om den vrede. Want wat wij doen dwingt tot bewapening in andere landen, E11 wij kunnen niet genoegzaam bewape nen om iets uit te richten. Na Washington is de vlootwet zeer zeker uit den büoze. Spr. wijst op de plechtige beloften van Amerika, En geland. Japan en Frankrijk, tol ver mindering van bewapening, tot liet scheppen van een. neutrale zone. tot eerbiediging van eikaars grondge bied 17a Washington is de vlootwet totaal overbodig! Kan men zich zulke plechtige belofte-af 1 eggèndo mogend heden denken, die tegelijk bij ons tot bewapening drongen? Dab zou al te dwaas zijn! Noen, de plicht dio de ie- geering stelt is een afgeleide plicht. Daarenboven: van alle kanten wil men verder gaan met do richtlijnen van Washington. Wat doet dc r©ree ling als do duikbooten dan worden afgeschaft of tonnage-vermindering worait vastgesteld. Van verdediging van Indië tegen een rechtstreekscheii aanval is met do te scheppen verat eee-11 sprake, abso luut geen sprake. De frontverande ring van verdediging van Neder- landsch-Indië tot verdediging van neu traliteit is wel merkwaardig Spi wijst er op dat bet uitgangspunt van den heer Dresselliuijs pricipi-el gelijk is aan dat der' regeering. Masr van haar standpunt mag do regcenng uiet zeggen: „wij hebben „zooveel' geld. dus kunnen „zooveel" doen. Doch zeggen- wij hebben „zooveel" noodig. dus daarvoor moet het geld er komen. De staatscommissie van 1912 wilde meent spr. algebeele verdedi ging van Indtië, van haar standpunt terecht. - Maar de oorlog kwam en he. geldgebrek. Het oorspronkelijke pi.m kon niet uitgevoerd worden. Toen kwam de interdepartementale com missie. die met de financieele omstan digheden moesten rekening hou- Die interdeparlememaje commissi© sprak met meer van algcheele verde diging. Uit zuinigheidsoverwegingen: het doel werd aangepast aan de mïdde Ion. Men moest met de kleine midde-' leu een doordringen in de archipel van den vijand zoo lang mogelijk beletten. Do waarde van liet positieve in het plan van de interdepartementale com missie wordt door de commissie zelve geheel weg genomen. Aan „perspectief", aan het einde van het „gedonder'- met de vloot ge looft spreker in het geheel niet. V. at hebben we aan zoon prutsvlootje'.' vraagt spr. Do oliehavens b.v. worden totaal onbeschermd gelaten en dat zijn de belangrijkste. De interdepartementale commissie heeft eeu smadelijke hypothese, sma delijk voor ons land. De hypothese vuu een oorlog in de Zuidzee na Wash ington. In de Zuidzee komt geen oorlog meer. Maar s'tel eens een oorlog tus- schen Amerika en Japan. Japan's le vensbelang in tijd van oorlog zal het noodig maken den handelsweg door Indira open te houden. Maar ver van zijn basis zal Japan dat niet door be zetting kunnen doen. Een andere ge- £nl 13 Engeland in oorlog tegen Ame rika al golooft spr. daar niet naar. Dat zal een petroleumoorlog zijn. Dan is Indië de inzet vap den strijd. En zal voor e:n preventieve actio geen sprake kunnen zijn. Wat de neutraliteit betreft: wij heb ben op het oogénblik veel meer mate riaal in# Indische wateren, dan wat wij daar in 1901 hadden. In-1904, do Russiscli-Japansehe oorlog, toen wij ook neutraal hieven. Ook wat snelheid betreft zijn wij vooruitgegaan. Thans de samenstelling der vloot. Over de schenen der vloot zal men niet gezamenlijk kunnen beschikken. Op onderdc-elen der vloot critiseert spr. daarop de samenstelling van do vloot. De verkenning, het eenig posi tieve, is absoluut onvoldoende. Hoe durft men met zoo'11 macht van self-help" spreken. En dan de tijdsduur, de levensduur van de schepen! Als dan eenmaal de vloot is afge bouwd. duurt 't nog vier jaar voor de basis is afgebouwd, wat is nu een loot waard die zich niet steeds kan erugtrekken op de basis. De heeren die zeggen, dat we nu een duikboot-vloot moeten hebben, hebben in 1912 een vloot met. alle ht verdedigd uit pantserschepen beslaand. Zoo wijzigen zich de ge dachten. Spr. citeert het verslag der missie-1912 dat afwijzend stond tegen de duikboot, de commissie waar' in yerscnillende leden van het huidige knbinèt zaten. Spr. ga&t verschillende feiten uit den oerlog na om daaruit lessen ten opzic.nt© van de duikboot trekken, lessen die aisoluut-aJwijzeud doen staan tegenover de 'vlootwet. Ook in do marine-litteratuur vindt men zec-r vele gegevens zegt spr. die ook de buïfenlandsche litteratuur citeert tegen do duikboot, dat niet het geëigende wapen is van de- kleine natie. Spr. meent ook op grond van deskundige uitlatingen, dat de temperatuur van het water in de In dische waterein, absoluut ongeschikt is voor liet verblijf in duikbooten. De bemanning wordt in tijden van span ning door dio temperaturen zeer ge demoraliseerd- Do deskundigheid der marine-man nen waarop de Kamer tocli moet 'afgaan wordt eenigszins getem perd door verschil van meening on derling, door verschil van meening vroeger en nu. De spr. wijst op den heer Van Hengel, directeur van de lioogero Marineschool, wien spr. niet verwijt dat hij van meening is ver anderd,van voorstander van hek artil- lericsehip tot voorstander van de duikboot, na de lessen van den oor- leg, maar wel de wijze waarop zij die verandering motLveoren- Een slagschip wordt er anachronisme genoemd. Maar vonr enkele jaren werden die anachronismen met adviezen gevolgd, dan zaten wij t.haus niet vier „ana chronismen". Spr. critiseert dan de wijze, waarop de heeren Furstner, Gooszen e.a„ hun propaganda voor der duikboot voeren, waarin hij zeer vele zwakke plekken meent te kunnen aanwijzen. Spr. critiseert de wijze, waarop Onze Vloot propaganda voor de duikboot hoeft gevoerd. Wij kunnen in ieder geval niet zeg gen, dat de deskundigen eenstemmig voor de duikboot zich hebben ver klaard. Wat de vlootbasis aangaat, meent spr. dat do Ir.sis te Riouvv niet meer noodig is 11a den bouw van Encclnnd's station te Riniiw. Zijn wii mét Enge land dan is Riouvv niet noodig, zijn wij teven Engeland dan wordt Riouw oogenblikkelijk vernietigd. liet fort te Edam in onmogelijk langen tijd t© verdedigen, is liet bui ter, werking, dan heeft Tandjong Priolc geenerleï beteetenis. Do interdepartementale commissie betoogt dat een basis in de Straat Soc-nda niet goed is omdat, zulk een basis alleen te houden is bij opper macht in de Indisch© wateren. Maar een basis in straat Soenda is zóó uit muntend zeggen deskundigen. Dus opnieuw: wat noodig iss kunnen wij met betalen, wat wij betalen kunnen, 13 niet bruikbaar.1 Wij zeggen natuurlijk aldus de spr. geen vloot. Dus wij willen ook g o a b a s i s. De halvcering van de mininrumvloot makt ook, dat, voor de nijverheid de oordeelen weg vallen die men van de iootwei hoopte. Spr. meent dat dc NederJCcdsche industrie reeds jaren lang werkt aisui bet huidig© ontwei p reeds wet was: van bouw van een ar- tilleriesehip geen sprake De wettelijke vastlegging van de bedragen voor jaren tc betalen acht spr. aan groote bezwaren onderhe vig. Daar is als allergrootst argument dc algemeen sterker wordende mee rling, dat dc strijd van de toekomst niet onder oi op het water zal gestre den worden maar in dc iucht. En weet wel welke gas ontdekkingen er in Amerika gedaan worden De volgen de oorlog zal verschrikkelijk zijn en met andere wapenen gevoerd wor den dan met de duikboot, die in dit opzicht een nachtschuit is. Wij loopen achter de feiten aan. Ook daarom is het huidige ontwerp verkeerdhet werkt toch niets uit zegt spr. waarbij hij wel erkend, dat al deze dingen nog jn ontwikkeling zijn. Maar mug liet geld voor ue vlootwet niet worden vastgelegd. De hoer Hugenholtz protesteert te gen cie wijze waarop de heer Gooszen do Vlootwet aanbevaldoor aanne ming zouden de financieele uitzich ten voor indië veel verbeteren. Spr. meent, dat de Volksraad van thans ©enigszins anders, iu ieder geval 1 andere verhoudingen, ovor dc Vloot •et denkt dan vroeger. Wanneer zegt spr. wat hij niet verwacht, dc vlootwet wordt? aangeno men, dan geschiedt dut. niet om de ei gen merites van het ontwerp. Wanneer de R.K. partij vrij staat, dan stemt zij tegen. Maar staat de R.K. partij vrij? Staat die partij niet tusseheu twee vurenmet do coalitie en hun prutsvlootjc of met eigen kiezers Staan zij niet onder de dictatuur van dc coalitie, van de A.-ll. en C.H. fracties. Maar voor dc vloot is de heelc actie niet goed. Dc heer MARCHANT (V-D.) meent dat het ideaal van de interdeparte mentale commissie een steunpunt in straat Soenda was. Dat mocht zij ech ter niet koesteren voor de regeering. Die zelfde commissie heeft verschil lende wenschen gekoesterd, die niet tot werkelijkheid worden. Daar is bijv. het geheele uitersto minimum. Het wetsvo rstel bete.de eerste helft van het geheele uiterste mi nimum al zegt dc heer Colijn, waar nemend minister van Marine en Ko loniën (Gelach) anders. Spr. citeert verschillende passages uit de memorie van toelichting en uit het rapport der interdepartementale commissie om aan te toonen dat dc bouw thans gevraagd, impliceert aan bouw gedurende dc tweede étappe van zes jaar. Spr. meent dat tot verleden Vrij dag de Kamer in de meening heeft ten verkceren dat het geheele minimum zou gebouwd worden. De minister van Financiën hoeft 't anders doen zien. Op G April 1022 schorste, na de mo tie Oud, de Kamer de behandeling van do Vlootwet, omdat de hee.- v. Kar- nelieek naar Genua ging. Na terug keer van dien minister bad de behan deling moeten worden doorgezet. Wat daarvan de oorzaak was? STEMMEN: „Nolcns". De heer MARCHANT wijst op de ïrkiezingen. Spr. wil geen verband leggen in den gedaehtengang van de regeering tusscnen verkiezingen of part,ij overwegingen en de Vlootwet. Maar toch meent spr. dat er tijdens do verkiezingen over de vlootwet niet is gesproken. Men dacht dat de vlootwet begraven was. Noch de A.- R. leiders, noch de R.K. leiders'heb ben bij de kiezers de belangen van van de vlootwet bepleit, zij hebben gezwegen als „moffen". Spr. herinnert aan het overleg van den minister president, met dc fracties der rechterzijde in den zomer van 1922 STEMMEN' „Met Smeenk als eer ste koerier(Gelach). De heer MARCHANT acht de comrnïssie-Pafcijn ingesteld op gron den, die de premier niet heeft kunnen doorgronden (Gelach), liij de instel ling der commissie was de premier on der indruk van argumenten en bezwa ren, dio .hij zelf niet deelde (Gelach). Om dc financieele omstandigheden in gesteld, meende de premier toch dat zij geen financicolcn achtergrond had (Gelach). En nu hooren we de vorige week, aat er zelfs een voordeeltje is De commissi©--Palijn zelve schijnt evenmin dc opdracht aan de commis sic t© hebben begrepen als de spr. het deed. Zij zelve vroeg om nadere in lichtingen (Gelach). Spr. citeert den brief aan den minister van Marine van den lieer Patijn, waarin hij zegt „do opdracht te hebben begrepen". (Ge'.acn). De ministerpresident heeft zich aan exegese van zijn eigen opdracht niet gewaagd. Da opdracht, door den heer Patijn geformuleerd, is meent spr., een geheel andere dan die door den minister geformuleerd. Do heer Patijn spreekt van een ingewikkeld vraag stuk, wat de opdracht door den mi- Onzs Mfcock OUDER GEWOONTE. Patroon (tot loopjongen, die rijn dienst komt presenteeren): Ben jij veertien dagen geleden ook niet hier geweest Loopjongen: Ja meneer. Patroon: En heb ik j© toen niet gezegd, dat ik een oudereu jongen neodïg had Loopjongen: Ju meneer, on daarom kom ik nu weer. Ik ben nu dagen ouder VERKEERD BEGREPEN 1 Meyer (die een leening wil sluw ten): IIoo staat liet mot jouw finan- Zit je er vandaag nog al goed bij Muller (die hem begrijpt): O, jawel, voor vandaag heb ik genoeg. Dank je voor je vriendelijk anuhodl INGEZONDEN MEDED EEL IN GEN a 60 Cts. per regel. nister geformuleerd geenszins is. Dio opdracht bad bij aan een commies kunnen opdragen, die er in drio kwar tier mede zou klaar geweest zijn. (Golóck). De commissie zegt, dat zij buiten het raam van de opdracht is get reden... STEMMEN„Ons lucht' te schep je' heer MARCHANT.... van do opdracht, wat voor hooggeplaatste personen een gevaarlijke bczigheïu is (Gelach). De commissie kwam tot dc conclu sie die spr. kort weergeeft „het moet, mnar het kan nietT'. Spr. meent, d.-.t. het voor de regco» ring zonder protest doorlaten van paragraaf 142 der commissie, bij Let Nederlr.ndsehe volk ontstemming heeft gebracht. De commissie z-.-gt vat op alles bezuinigd moet worden. I#«r halve op de vloot. Behalve de beido leden der commissie, die den financi- eelen toestand van ons land het beste kennen. Wat het zwaarste is. moet het vaarste wegen zegt de heer Rnys do Beerenbrouek. Spr. stemt toe, dat do eegsehalen wat verschillend zijn. Had de schrijver van „Weg met do leugens" weergegeven wat Mr. Trip gezegd heeft hjj had zijn volk beter dienst gedaan. STEMMEN ..Zeer juist." De her KETELAAR „Maar hij (be doeld werd dc heer Colijn) heeft 't niet geschreven." De heer DUYS „Hij heeft 't naar de post gebracht." De heer MARCHANT maakt 'onder, scheid lusscüen den heer Colijn van de millioenennota en den heer Colijn van dc vorige week. Dc eerste is ernstig, do tweede is gedemoraliseerd door „das Militar". De eerste is ernstig, maar waar, de tweede verdoezelt de werke lijkheid, zegt dc loekomst tot 1924 i3 gedekt." De her COLIJN schudt neen. De lieer MARCHANT (heftig)' j „Ik heb de Handelingen nagekeken!" Waarom is aan het Nodcrlnndsche volk niet gezegd, dat hél tekort gedekt is over de verloopen jaren uit liet lec- ningsfonds? Er is iets verzwegen, dat nu gezegd wordt om iets anders aanne melijk te maken. Waarom heb ik een lichtzijde gezion in het optreden van den lieer Colijn? Omdat hij een handelsman is. Had de heer Colijn voor zich zelve een plan op gezet als nu bij het Vlootfonds. had hij d3n niet een post voor slijtage ge opend. Rekening is niet gehouden met de afschrijving. Spr. stelt vtsl dat als men blijft ver nieuwen en aanbouwen, dan bliift de annuïteit permanent. (De heer COLIJN knikt ja.) De heer Colijn heeft dc zaak voorge steld alsof wij na 12 jaar van alles af zijn, maar hij vergeet dat dan weer aan gebouwd moet worden. De heer COLIJN „Ik heb 't toch gezegd." De heer MARCHANT meent dat de heer Colijn voor 03 12 jaar zegtWie dan leeft, wie dan zorgt. EEN INCIDENT. De neer MARCHANT, zijn rede ver volgende, stemt toe, dat v ij vele goe deren, veel welvaart aan Indië tc dan ken hebben. FeMtUeton Vertaling naar het Engelsch van GENE STRATTOX PORTER. Zijn hart stond stil iederen keer als' hij zag dat het prachtige moerasgras tegen den wind in begon to golven, zooals Mc Lean hun verteld had, dat het, gebeuren zou. Hij vluchtte toen hij voor liet eerst den roerdomp hoor de schreeuwen. Eens zag hij een vaag Iets dat hem volgde en schoot er op. Toen was hij nog banger dan ooit, uit, angst dat hot Duncan's hond geweest Was. Den eersten middag dat do afraste ring ergens stuk bleek to zijn en hij genoodzaakt was, om tot zijn knieën door do zwarte modder to waden :n het to repareeron, werd bij zoo ziek van angst en zenuwachtigheiddat, hij nauwelijks zijn hovende hand in be dwang kon houden om het Werk nf te maken. Bij lederen stap voelde h'j, dut hij zijn vosten grond zou verlie zen en door dio kleverigs zwarte mas sa verzwolgen zcu worden. Hij werkt© ©r zich door hoen, cn klemde zh;h oan palen ca hoornen vast tct hij kla -.r was met het vastbinden en liet pro- becren van het draad, liij had t-r erg voel tijd voor nocdig goh ad* De avond viel. liet bosch scheen nu pas t© ont waken. Het leek wel of er is iederen hollen boom een groote uil zat te krij- scheu en in iederen struik een kleine. Er brulde een reuzen kikvorsch, en daar bovenuit hoorde hij nog het kla gende geluid van do geitenmelkers. Er vlogen vleermuizen tegen ziin gezicht aan. Een rondsluipende wilde kat mis te zijn prooi en schreeuwde van woe de. Een dwalende vos blafte voortdu rend om zijn makkei, Sproetnaus voelde dat de haren ach terin zijn huls recht overeind gingen staan, en zijn knieën knikten. Hij kon niet zien of er soms 6langcn, waar voor hij zoo bang was, over het pad kropen, en door al het lawaai kon hij ook niet liet geratel hooren waar naar Me Lean iiem had loeren luisteren. In doodsangst bloei hij onbewegelijk staan, Zijjr adom floot tusschen zijn tanden. Hot zweet liep met stralen langs zijn gezicht en zijn lichaam. Vlak bij hem kwam iets groots en zvvnrts door liet moeras aan en met e©n gil rende Sproetneus vves hoe ver, dat wist hij niet: mnar tenslotte kreeg hij zijn zolrbelieersching weer te rug en koerds hij om. Hij klemde ziin tanden op elkaar. Toen hii wt-o:' op <1© plok kv. am waar li j begonnen v.as met hard tc loopeu, keerde hij weer om vu liep met afgemeten passen langs het pad. Na een poosje drong het tot hem door dat hij alleen maar liep en daar na sloeg hij bij eiken stap mc-t zijn knots op de afrastering, om deze to probeereri. Do angst had hem zoo te pakken, dat hij niet achterom durfde te kijken en net toen liij het gevoel kreeg dat hij dood zou neervallen voor hij de open plek bereikte, hoorde hij Duncan's stem, die hem riep. Er wel de een snik op in zijn droge keel. Maar hij zei alleen tegen Duncan dat hij laat was omdat hij de afrastering had moeten repareeren. Den volgenden morgen begon liij weer op tijd. Dag in dag uit waagde hij zich met kloppend hart in dc geva ren, ontweek ze als lui kon en vocht als hij in het nauw werd gebracht. Niemand heeft ,ooit 'geweten of bij ooit van plan was geweest om liet op te gaven; zonder aarzelen bleef ffij aan zijn werk. Voor zoover hij al deze din gen vermoedde vertelde Duncan, die hem do eerste weken moest, nagaan, aan den Baas, die in het zuiderknmp was: maar het ontzettende, do groote kwelljng kon de groote Schot niet ra den cn Mc Leon, die toch veel fijnge voeliger was, kou er ook niet heelc- rnaal bij. Na een paar weken, toen Sproetneus merkte dat liij nog steeds le:fde, dat hii c?n thuis had eu torn h-i Let ©•.•- etc geld dut hij o.it buelcii had, iu zijn zak had, begon hij trotsch te wor den: Hij maakte nog wel eens een om weg om iets te ontwijken, en moest zich nog wel haasten om niet weer te laat t© komen, maar langzamerhand verloor hij toch de angst, zooals het altijd gaat met menschen, die voort durend aan dezelfde gevaren zijn blootgesteld. net was of hij zijn hart voelde op springen, toen hij den eersten ratel slang op het pad ontmoette maar hij raapte al z'ju moed bij eikaar en viel liet dier aan met zijn knots. Toen hij den kop verbrijzeld had, overwon hij' den afkeer, die alle Ieren voor slan gen hebben en sneed er de ratels nf, om ze aan Duncan te laten zien. Na deze overwinning was hij ook niet meer zoo bang voor hen. Toen begon hij te beseffen, dat de vleeschet&ide dieren zoo-veel voedsel in het moeras konden vinden, dat ze hem wol met nist zouden laten: en voor het geval zo licm toch aanvielen, had k-i een revolver om*zich te verdedigen. Hij leerde al spoedig 0111 te lachen cru de 'groots, klapwiekende vogels, diw zulice vreselijke geluiden maakten, Voor de eerste maand voorbij was,» voelde h j zich meer op zijn gemak en daarna begon hij het zelfs plezie-ig te vinden. De Natuur doet wonderen w het hart van een man, die alleen werkt Ie midden van haar gclui icu cn schep- En toen dagen achterelkaar het ge zelschap van de vogel? ©n dieren in het bosch, net eenigo was, dat hem eenig© afwisseling gaf in zijn groote eenzaamheid, was het wel do natuur lijkste zaak van do wereld, dat Sproet neus bij hen vriendschap zocht, liij begon met, gedreven'door een instinct, nlte zwakken cn hulpeloozen te be schermen. Hij verbaasd© zich over de snelheid waarmee zo aan h<iu gewoon raakten, en do onverschilligheid, ui© ze toonden voor zijn bewegingen, toen 7© merkten, dat hij eeen jager was, en dat de knuppel, die hij hij zich had, vaker voor hen dan voor hem- zelr werd gebruikt. Hij kon nauwelijks gelooven wat liij zag. E11 van zijn poging, om do vogels en dieren te beschermen was het maar een stupjo tot het gevoel dat dit al les van hem was cn zoo lcwnm ten slotte do impuls om dit alles tc ver zorgen en te lieflcoozen. In den herfst, toen het broeden was afgeloopen en de vogels in groote troepen liet moeras opzochten om cr zich aan do bessen en zaden te goed (0 doen, sloeg Sproet neus hen ga do 011 dacht veel over ben na. Behalve een stuk of zes boel ge won© soorten, waren het allemaal vreemden voor hem. IIij was er telkens weer verbaasd over. hoeveel menschc- lij'.'s hun ojitreden had. Toen do vo st kwam, en de planten hun groen vciJoren cu dc Linden naar beneden dwarrelden, keek hij teleur- 'gesteld naar al zijn vertrekkend© vrienden. Hij begon te begrijpen, dat hij alleen achter zou Blijven. II:j deed extra zijn best, om vriendelijk te zijn, in dc hoop, dat hij sommigen van hen kon overhalen oni te blijven. Toen kwam het plan bij hem op, 0111 den vogels voedsel te brengen, want bij zag, dat ze uit gebrek daaraan ver dwenen. Maar hij kon hen niet tegen houden. Dag aan dag kwamen z© bij 'elkaar en vlogen weg. Toon de eerste sneeuw viel op liet, pad rondom het bosch, waren er alleen nog maar da kleine geelgors, een pnnr vaderlands lievende caröin.mlsvogels, do vlnnm- sche gaaien, de kraaien cn dc kwaf- tel. Toen' begon Sproetneus zijn tonve- naarswerk. H ij maakte een stukje laag gelegen land schoon en tweo maal per dag' lesrdc hij rlaar een vogohnaaltjjd klaar. Midden in December hnd do wind d9 meeste zaden van gras eu struiken afgerukt. Er viel sneeuw, dio het moeras bedekte, en het was erg moeilijk om voedsel te Minden. Do vogels wachtten nauwelijks tot Sproet neus hen zijn rug hnd toegekeerd, voor zo op liet eten aauvielen. Een paar weken later vlogen ze hem n! tot do open plek tegemoet. Gedurende liet slecht© weer in Januari kwamen zo eiken mmg-n al tot. halverwege het huig en fladderden nis duiven om hoio

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5