HAARLEM'S DAGBLAD UNITED TELEGRAPH Oüze lacffioek DE VONDELING DONDERDAG 18 OCTOBER 1923 - TWEEDE BLAD DIENST VAN DE Het Hitlerisme in Beieren (Van onzen bij-zonderen correspondent) Munclien, Oct. Müiicheii was de eerste van de Duit- scho steden, die in 1918 haar monarch afzette, de eenige die een radenrepu bliek heeft beleefd. De revolutie had destijds succes, niet omdat de Müii- clTencrs bijzonder socialistisch waren aangelegd, ol' omdat ..er een bijzonder sterke on actieve arbeidersklasse was. Integendeel. De Münchener revolutie had haast, omdat Beieren zelf oor- logstooneel dreigde te worden. Oos tenrijk had de wapenen neergelegd eu een Italiaansch leger dreigde dooi den toegangsweg van don Brenner en de historische uPorta Claudia" den- zelfden weg ie vinden, dien de Ro- meinsche legioenen 2000 jaar geleden waren gegaan. Een nieuw front, ecu Zuidfront te vormen, was onmogelijk, geheel onmogelijk. dus juichten de i Müncheners don socialist Eisner toe en joegen hun koning weg Do rol, die München na den oorlog in Duitschland speelde, is niet eenzij dig bepaald door de tegenstelling tus- 6ehen Zuid- en Noord-Duitschland, do tegenstelling, waarin München de woordvoerder van het Zuiden zou wor den. Heb waren niet alleen (kunst matig gevoede) tegenstellingen Katholieken tegen het Protestantsche Noorden. Al deze gevoelens zouden in Wurtemberg, in Baden, dezelfde vruchten moeten dragen. De politiek van de Müncheners was van '1918 tot 1923 gebaseerd op de basis van. een absoluut, onvoorwaardelijk radicalis me, dat oppervlakkige toeschouwers juist bij de „gemoedelijke" Beieren München, ik zeide liet reeds, is geen1 arbeidersstad. Het typisch prole tarisch® bcvolkingsconfcinge.nt, dat door den oorlog eu de oorlogsindustrie hierheen was gelokt, was ni 1919 voor heb grootste deel weer vertrokken, na dat het, werkloos, doelloos geworden, het kleine afscheidsfeest van de roodc republiek in scène had gezet. De -„zuivering", die de Radenrepubliek toepaste, spoelde ook degenen weg, dh ik wil zo niet overschatten di stad een mondain wereldsch karakter hadden verleend, de studenten, letter kundigen, schilders, die men te Mün- chen „Sehwabinger" noemde. Onge twijfeld, deze Sehwabinger, meer of minder Bohémiens, waren niet zeer honkvast. Critici zeiden, wat boos aardig, dat zij de onaangename leger scharen vormden, die door het gefor ceerde Maecenasgebaar van do Wit- telsbachers waren aangelokt. Vreem delingen waren liet meest, maar zij ware.u onontbeerlijk in het stadsbeeld, geworden. Zij waren te jóng, te ge makkelijk te verleiden, om zich tegen over de psychose van liét einde vnn den oorlog, tegenover de revolutieda gen „resoluut en afwachtend" te ge dragen Gelegenheidssocialisten. Beiden Münchener proletariërs en Sehwabinger zijn vertrokken. Gedeeltelijk naar het buitenland, ge deeltelijk naar. Pruisen, gedeeltelijk naar de gevangenissen. De dichtende jeugd is vrij voltallig in de gevan genis van Stadlheim verzameld. Daar ontwaakt zij uit de Münchener rovo- lutiecarnaval in een lang delirium München, nieuw München, bleef de stad van de ambtenaren, kleine koop lieden, renteniers, residentie van een over het algemeen agrarisch land. Toonaangevend is de klasse, die men vroeger eens terecht middenstand heeft genoemd, de schare van rente niers, die een aan waarde verminder de, belachelijk laget rente trokken; Nieuw-Müuchen is een stad, waar de leenbanken, de banken van den ster venden kleinen burger, do grootste rol spelen. Zicli schamende armen, die op de tradities van een.verloren klein burgerlijk paradijs teren zij zijn het materiaal, de massa, waaruit Nieuw- München zijn radicalisme recruteert. Een politiek ongeschoold materiaal, ongetwijfeld, van menschen, die hu.u leven lang bij den koning hebben ge zworen, dozen idealen kloinburgêrko- nïng in het loden buis, die met de restanten van zijn vermogen, dat ver kwistend® voorvaderen hadden ver slingerd, een sober leven leidde. Vroeg reeds wenddo de haat van de ze klasse zich tegen de kringen, die; volgens haar meening door do nederlaag, door het national© onheil, minder hard getroffen waren, tegen do kringen met grooter economisch weerstahdsveimogein, die over pro ductieve kracht, beschikten of ziclr in de wereld der inflatie sneller en be ter oriënteerden, tegen arbeiders en speculanten. De groteske, overal el ders onmogelijke ideologie van Hit- Iers „nationaal-socialisten", deze le vend gewórden tegenspraak-in-zich- zelf, is uit deze wereld vaji Münche ner kleine burgers beschouwd, ver- kla.arbo.ar. Men is socialist want mon krakeelt legen de uitbuiters, do „speculanten" (de terminologie leent men van Marx)en men is tege lijkertijd nationaal, want men treedt op straat unfair op jegens Joden en maart zich boos over het „interna tionalisme", waarachter natuurlijk niemand anders staat dan juist de Jo len, die hun wereldrijk „Alljuda" willen stichten Het gedachten reper toire is, zooals men ziet, mager geen wonder, dat liet beroep op de reolpoJitiek liet stempel van gefor ceerdheid, van onrijpheid draagt Inderdaad is de „nationale" bewe ging in Beieren in talrijke afzonder lijks bewegingen en partieole tenden- ze.u gesplitst, in groepen en kleine groepjes, dio elkaar op het oogenblik hartstochtelijk bestrijden, om mor gen in 'do verzoenende liaven' van een. of andero overeenstemming te lan den. Eon tegenstelling, 'die München, Niumv-Münehen, in twee vijandelijke kampen' verdeelt, is de tegenstelling tusschen Ai-Duitechers en Groot-Bele ren. De Ai-Duiischers, wier meest op den voorgrond tredende leiders de na- tionaal-socialist Hitler en generaal Ludendorff zijn, vertegenwoordigen dc gedachtevan een Duitscli herstel. Zij zijn niet in het bijzonder Beierscn georiënteerd; hun lievelingsg'edachte, vernieuwing van Duitschland van liet Zuiden, van München uit is eerst ont staan, toen het experiment-Kapp te Berlijn was mislukt. Hitler heeft zijn leger, dat in uni formen van het vroegere Oosteurijk- scho leger' goed gekleed en bovendien tot do tanden gewapend is, met gi-oo- te kosten georganiseerd... Vergelij kingen waartoe Zeer verscliil- leuue geldschieters zijn genoemd, het meest de Amerikaansche automobiel koning Ford, die tenslotte geld genoeg bezit, om zich een politiek dilettan tisme iii grooten stijl te kunnen oorloven, Na het dubieuze vrecies- schip, waarmede hij ia 1916, door 500 slechte journalisten begeleid,Europa deu vrede wilde teruggeven, zal .den vrede wilde teruggeven, zal hij misschien een nieuwe Don-Quichotterie hebben uitgevonden. Hitlers leger wordt op 80.000 gewapende mansciiüp- pen geschat én het staat met het Münchener garnizoen op goeden voet. Het ontwikkelt een zeldzame activi teit, laat- extra treinen loopeii, houdt parades, manoeuvres en velddienst oefeningen, rust strafexpedities uit te gen onwillige steden en onderneemt, nadat het Wurtemberg zoo ongeveer heeft ve'-overd, r_-i en dan aanvallen tegen Baden, hei domein van de Duit- sche democratie en naar het socialis tische. Saksen. I-Iiilet zelf, afkomstig uit Duitseh-B'Oheraen, vroeger Oosten- rijksc'ii reserve-officier, wordt De- schouwd als geroutineerd demagoog. Zijn auto raast door de stad, hij spreekt dagelijks in 'drie, vier verga deringen. (De redevoeringen zijn naa.' massafabrikaat, apotheose van de bittertafelpolitlek). Tegenstan ders, die op hem loeren, vinden hem met hij is altijd alweer ergens an ders. Hij laat zich niet fotografee- ven, naar hel heet oiiidat hij niet door den eerste den beste herkend wohscht te worden. (Misschien ook, omdat liij, zooals wordt verzekerd, er niet buitengewoon intelligent uitziet J. De Groot-Duitschers en de nationaal socialisten zijn meester van de straat. Reeds liet station wemelt van Hitier- soldaten, die bezoekers uit de provin cie ontvangen of dc aankomende rei- zigei's moeten gadeslaan; respectieve lijk intimideeren. Daarentegen zijn de Groot-Beieren in geheime of half- gehc-imo organisaties vereenigd. Het staatsvijandige, rechtsvijandigc karak ter van hun politiek dwingt hen daar toe. Want <1® Groot-Beieren willen het Beierschei herstel, 'de WittelSbac'her monarchie tot iederen prijsin het Rijksverband of, wanneer het moet ook tegen het Rijk. Uit dc gematigde groep, die tot cliep ïn do parlemen taire fractie vaa de Beiei'sche volks partij reikt, zijn de officieele leiders van het tegenwoordig® Beieren voort gekomen, de minister-president Von Knilling en de dictator Kahr. Deze heeren zetten liun Beierscho politiek kracht hij met het gevaar van „zelfs een tijdelijke scheiding van Beieren van het Duitschc rijk is noodzake lijk, wanneer het rijk in zijn geheel aan de Marxistische ziekte ten prooi valt". Zij hebben het woord: ordelijk Beieren uitgevonden en bestrijden het principe „rijksrecht breekt landrecht" met heb motief, dat in ©eu misleid, verdwaasd rijk de situatie kan eischen dat trouwe onderdanen van het Rijk tegen het rijk partij kiezen Dc radicale groep, geleid door den afgevaardigde lfeim, is consequenter. Zij is geprononceerd vijandig aan het Rijk en streeft naar liet ideaal van een Groot-Beieren, dat zoo mogelijk met Oostenrijk vereenigd zal worden on doelbewust op vriendschappelijke be trekkingen met Horthv-Honga.rije aan stuurt. Deze groep, ai neemt zij otfi- cieel eeu felle anti-Fransche houding aan, heeft meermalen «naar Franseho gunst gedongen -en speculeert er op, dat Frankrijk de separatistische stroo- mingen in Duitschland met sympathie zal begroeten Wie zal overwinnen? Wie zal 'de sterkste blijven? Geen twijfel, dat interventie van het Rijk in München op bloedigen te genstand zou stuiten. Münchc-n blijft derhalve opslagplaats van politieke] artstechten. Wat zal er van groeien 1 Dat hangt, tenslotte, ternauwernood an München af. Want Beieren, beschermd en wr- roeteld door het rijk, kan in den ïn- dustrieelon machtsetant Duitschland den doorslag niet geven. Het rijk van 1871, het rijk van de ondernemers, moest en moet van Pruisen uit geor- .niseerd worden. Alleen wanneer de industriegebie den van het Westen, Rijn en Roer in een of anderen vorm verloren gingen, zou het moge (lijk zijn, dat Beieren beslist. Zijn beslissing zou liet laatsbo restje van het rijk van 1871 venvoes- Ifataiews Ie! fooaeeï DE EERSTE /VOLKSVOOR. STELLINO. In het verslag raa de gemeenteraads zitting in Den Haag van Maandag waarin over de subsidie van de Natio nale Opera is beslist heeft mij één Cijfer zeer sterk getroffen! Ik nreen dat cijfer daarom even in ons blad te moeten vastleggen. De burgemeester van 's-Gravcnhage deelde namelijk méde, dat voor volksvoorstellingen m de Residentie 2S.000 gulden pei jaar wordt uitgetrokken. 28.000 gulden voor volks voorstellingen! I-Iet is een ci.ifcr om te onthouden! Het is mij niet be kend, wat den Hagenaars voor deze soin wordt geboden of o.a. onder die f 28.000 ook de bijdragen voor volks concerten zijn begrepen maar hier van ben ik wel zelcer, dat in Haarlem meer volksvoorstellingen en volks concerten worden gegeven dan in het viermaal grootere Den Haag. Zij, die klagen over; onzen „duren Stadsschouw burg" mogen dit wel eens bedenken en zij moeten dan vooral niet vergeten, dat de stad Haarlem GEEN CENT voor haar volksvoorstellingen betaalt, ja, dat de Gemeentekas zelfs voor een voor stelling als van Dinsdag nog een 85 gulden aan vermakelijk heids belasting binnen sleept. Ik meen te mogen zeggen, dat dit voordeel vc-or Haarlem niet ge ring is. Wij danken dit enkel aan hel bezit van een Stadsschouwburg. Want het is wel zeker, dat zonder een eigen schouwburg öf onze Stad jaarlijks voor de volksvoorstelling minstens 12000 gulden zou hebben te betalen, öf wat nog erger zou zijn in het geheel geen volksvoorstellingen zou kunnen geven. Zij, die meenen, dat ®o.k de cul- tureele belangen van een volk nog eenige waarde heeft, zullen het met mii eens zijn, dat dit een groot verlies voox Haarlem zou beteekenen. Is het niet een verblijdend verschijn sel, dat de opvoering van een klassiek werk als „De Spaanschc Brabander" in dezen tijd nog voor een uitverkocht huis kan plaats vinden? En brengt zulk een opvoering Brederoo niet nader tot ons volk dan uren-lange verhandelingen in een Volksuniversiteit? Een avond als Dinsdag beteekent eultureele winst, die in een begrooting moeilijk in cijfers is vast te leggen. Wij hebben „De Spaansche Braban der" Hinsdag nog eenmaal gezien en met vreugde geconstateerd, hoe dit toch lang niet altijd gemakkelijk te vol gen stuk de aandacht der stampvolle zaal vasthield en hoe de opvoering" hè! pulbliek amuseerde! Jan Muscli droeg door zijn zwierig spel vol fantasie weer het geheel! Het leek mij, of hij er nog meer i n was dan bij de eerste voor stelling. En hoe verrukkelijk klinkt in zijn mond de taal van Brederoo! Elke zin krijgt kleur en teekening in de voor treffelijke dictie van Musch. Ook Van Warmeloo viel ons weer op door zijn uit nemende uitbeelding, trillend van le ven, van Aeuwen, den „hontslager van de Kerck". De voorstelling van Het Schouwtoonecl had ook gisteren bij het publiek een groot succes. Ten slotte een „aardigheid" naar aanleiding van „De Spaansche Braban der", die de heer Van Gasteren mij Dinsdag vertelde en die te goed is, om ze hier niet te vermelden. In den tijd, dat de oude heer Slip hout nog leefde „Stip" zooals wi) den braven, conscicntieuzen tooneel- mcester van den schouwburg aan den Jansweg plachten te noemen werd „De Spaansche Brabander" door do Tooneelverèeniging gespeeld. De be langstelling was heel gering er was geen kip in de zaal. Stiphout slaat op het tooneel en léést de spreuk „Al s:et men de luy, men kennse niet!" Opeens draait hij zich om en zegt tot de too- neelisten, wijzende op de leege raai „Al kent men de luy, men siet se niet!" J. B. SCHUIL'. VAKCURSUS IN DE TYPOCRAFIE, In de tweede helft van de vorige maand is op initiatief van de Districts Commissie en de Leerlingen-Commis sie in do Typografie een vergadering gehouden, speciaal tel' bespreking vim het vakonderwijs in de typografie. Om vaa hei, voortbestaan van het geen tot lieden is opgebouwd verze kerd te zijn bleek liet noodzakelijk do Avond-vakcursussen te reorg-mi- secren en op meer solide basis t© grondvesten. Om iiiertao te kunnen komen werd een commissie van voorbereiding be noemd bestaande uit de lieeren J. C. Peerebocmi, B. F. Enschedé, Jos. G. van den Berg, D. van Boekhoven, B. J. Leöuwerke, W. Pieters en D. L. Roozekrams. Dinsdagavond had in „De Kroon" de installatie van bovengenoemde Commissi® plaats. De voorzitter der Districts-Commis- sie, de heer F. II. M, van der Griendt, noemde liet een aangename taak de commissie te mogen installeeren. Ver der bracht spreker hulde aan heb werk van de pioniers en sprak van de moeilijkheden die toen te overwinnen waren en die zich in de toekomst op nieuw zullen voordoen. Spreker ver trouwt dat de commissie er in zal slagen to hereiken wat in de vorige bijeenkomst voor oogen is gesteld en dat men geleidelijk zal kunnen komen tot een vakcursus die in staat zal zijn veel tot do vermeerdering van de ken nis van de beoefenaren van de typo grafie, in het bijzonder van de kennis der jongeren, zal kunnen bijdragen. Spreker eindigde met den -wensóli uit te spreken dat door het werk van de 'thans geïnstalleerde commissie de liefde voor het vak hij de beoefenaren móge toenemen. Besloten werd hierna de commissie uit te breiden tot 9 personen. Be noemd werden alsnog de heeren H. C. Verkruysen en \Y. Sterk Jzn. De heer Sterk, die ter vergadering aanwezig was, verklaarde de benoeming te aan vaarden. DE HAARLEMSCHE BESTUUR- DERSBOND. De Haarlemsche Bestuurdersbond en de Federatie Haarlem van de S. D. A. P. houden op Maandag 22 October 1923 des avonds eeu openbare verga dering in de gemeentelijke concert zaal, waarin de hoer R. Sten huis, lid der Lste Kamer en voorzitter van het Nederlandscrh. Verbond van Vakvereenigingen zal spreken over „De moderne arbeidersbeweging en de reactie". Deze vergadering zal tevens gébruikt worden om te protesteeren tegen de weigering door den burgemeester van Haarlem tot het houden van optochten met muziek en ontplooide vaandels op Zondag. De Stem des Volks zal deze verga dering opluisteren, door voor en na den spreker te zingen. Toegangsbewijzen zijn te verkrijgen aan het gebouw „De Centrale" en aan de bekende adressen. MADAME BUTTERFLY IN DE KROON. Vrijdagavond komt het mooie film werk „Madame Butterfly" in het Bios cooptheater De Kroon. Deze film heeft de opera van dien naam vrij gevolgd. Heb tragisch gebeuren speelt in Chi na. De tragiek komt schrijnend uit dank zij het mooie Oostersche spel der Chiheesche actice, die de rol van Ma dame Butterfly vervult. De beelden komen in de natuurlijke kleuren op het doek. De Deensche opera-zangeres Hansine Christiansen zal ©enige aria's zingen. Protestvergadering Overheidspersoneel Het comité ter behartiging van de Algemeen© belangen van Overheidsper soneel (A.C.O.P.), had Dinsdagavond een vergadering beleed in den Schouw iburg aan den Jansweg. De voorzitter, de heer F. Wijniap opende de bijeenkomst. Hij hoopte, dat de motie, die gereed lag, na afloop der vergadering met algemeen® stom men zou worden aangenomen, liet eerst voerde de hr. N 0 0 r d h 0 ff van den Centralen Ambbenaaxsboud, het woord. Allereerst wees hij op het interview van Minister Colijn met „Het Vaderland". Allo berichten, die daarna zijn los gekomen zijn niet tegengesproken Uit bedoeld interview is nu eens duidelijk uitgekomen, wat ons te wachten staat. De heer Nooi'dhoff beweerde, in te genstelling met de bewering van den heer Colijn, dat het nationaal inko men niet zoo is afgenomen. Moeten dan do ambtenaren het leed dragen voor het feit, dat do vooraan staande personen in het land do gel den hebben vergokt en verspeculeerd Er vindt een waanzinnige verspilling liu het land plaats, zei spreker. Als er verder geld moet, komen, dan' moeten de belasting-ontduikers dit maar betalen. Maar de heer Colijn wil het van de arbeiders halen. De gloei van het aantal werkloozen wordt door hem niet tegen gegaan; noodza kelijke werkzaamheden blijven achter wege. Want groofce werkloosheid is een goed middel tegen den loondruk, zei spreker. Het lijkt er naai', dat we voor toestanden staan als in Duitschland en Rusland, wat de valuta betreft. Colijn maakt ons bang met die infla tie, om ons te waarschuwen tegen ons, star verzet. En tegelijkertijd wil hij een vloot gaan bouwen, ©en vloot, die een nog grooter gebied moet verde digen dan heel Europa. Vanavond aldus spreker staan we aan het begin van een. actie. Want, wo willen het den arbeiders lo ten weten, dat Colijn het heel slecht met hen voor heeft. Tegen een derge lijk plomp optreden moet een alge meen verzet komen. Do ambeno.ren krijgen thans een les, die nooit vergeten zal worden. Alt. 40 moet niet uit het bezoldigings besluit weg. Als dan, hetgeen de amb tenaren te wachten staat, onvermij delijk is, dan willen zij wel praten. F.n ook zal do regeering liet in dit ge val met de Staten-Generaal niet ge makkelijk hebben. De regeering volgt, een sluitpostpoli trek. En als er een tekort is, door toedoen van andoren, moeten de salarissen van de ambte naren naar beneden. Op die manier hebben do ambtenaren geen rechten meer: moreel zal dit op de ambtena ren inwerken. Dan zal het er op den duur slecht met de ambtenaren uit zien. De ambtenaren zulle,n gedwongen worden, stelling te kiezen Laten zij dit inzien. Wij zullen doen wat, we kunnen. De ambtena ren moeten stelling kiezen, omdat zij niet alleen het kind Van de rekening zijn. Ook liet onderwijs, één der groot ste wapenen vanden arbeider,dreigt te worden ingekort Wij roepen den ar beiders too, dat het hun plicht is, sa men te gaan. Wij houden vol, zei spreker, wij zullen strijden tegen Co lijn, dio meent, de Mussolini van Ne derland te zijn. Maar Nederland is Italië niet; het kon hier wel eens zijn: strenge heeren J'egeeren niet lang! We zitten daarom niet bij de pakken neer, omdat we de betooging van 23 Sep tember achter ons hebben. Verder wees spreker op het petitionnement, dat is ingediend. Een beweging als dio gaat niet op zij voor den lieer Colijn; die beweging zal nog bestaan als Colijn reeds lang vergoten is. Hierna sprak de heer S n i k k e r, namens de gemeentewerklieden. Deze wees op den slechten toestand en hoe do heer Colijn dien toestand wol even- tjes zal beredderen. En wat is nu eenvoudiger, don het maar van de .ambtenaren af te nemen? Als ilij dan een belofte ontmoet, zooals art 49, dan zegt hij: „Wat belofte, wèt artikel, wat geeft het, of het nu artikel 1, of 41 of 40 is?" De regeering aldus spreker pleegt woordbreuk en rechtsverkrachting. Het „Weekblad van het Recht" zegt, dat art. 40 met mag worden veranderd. Ook het adres van hoogleeraren is tegen intrekking van dit art. wegens de moraliteit. Dan heeft ook nog de heer Smeenlc zich uitgesproken tegen intrekking van het desbetreffende artikel. Minister De Geer heeft het willen vastleggen voor de ambtenaren, maar de heer Colijn wil er niets me® te maken hebben. Indien er in art. 40 verandering moet komen om een behoorlijke rege ling te krijgen, dan zal er overleg ge pleegdmoeten worden. Maar zooals de .regeering dat overleg wil hebben, kunnen we het maar heter niet heb ben. Dan hebben we ander® woorden met de regeering te spreken. Als de regeering de zaken zoo wil opvatten, dan, zeide spreker, spreek Bankdirecteur, (lot kassier): Wat is dat tochf Telkens a!s ik hier kom zit je :e slapan Kassier: Wel, dat L. juist een bewijs, dat ik een goed geweten heb! A.T Beu je a! naar „Nou! Nou!" ge weest B.: Nec hoor en ik ga cr nie: heen ook! Ik houd erg veel van de ruimte, van „nauw, nauw" moet ik niets hebbent Dokter: (tot dochter van een doove oude dame, die hij komt bezoeken); Heeft de ontploffing 111 de gasfabriek van morgen uw moeder niet doen schrikkc.ui Dochter: O neen! Zij riep „binnen!" cn zei, dat ze heid toch wel -v_/ UUWUUER \S GRUOUTSTfMAT 165'#/ ik niet te boud als ik zeg, dat we den tijd van 1918 maar eens terug moeten hebben. Een fel protest moet ei' tegen cl® regeering op gaan; we hebben als één iuan tegenover haar te staan. De Ico nen zullen naar beneden' Maar is al les dan goedkooper geworden Verder zeide do lieer S nikker dat er door de ambtenaren en werklieden reeds offers genoeg zijn gebracht. \\ro verlangen echter niet, dat het zóo wordt als in Duitschland. Maar als er iets gebeuren moet, dan moet dat niet cijfers worden aangetoond. En als er dan verandering moet komen, dan moet hot niet alleen van do ambte naren af, dan moeten allen te zamen dat offer brengen. Spreker weer er op, hoe evengoed als het rijkspersoneel, ook hot geniccn- tepersoneol op zijn hoede moet zijn. Colijn wil verder bezuinigen op socia le wetten', op ouden van dagen en werkloozen. Ilij wil verslechtering van het onderwijs. Het proletariaat dom houden, dat is het middel zei spreker, dat aangewend zal worden.Ook met da afvloeiing gaat de regeeriug buitenge woon te keer. Een en ander wijst er op, hoe de regeering op een ongehoorde manier te keer gaat, én tegen de ambtenaren, én tegen do werklieden. Als de Staat op deze wijze liet geld van- ons wil halen, laat hij het dan niet voor mi litarisme verknoeien. Sprekende over het petitionnement tegen do Vloot wet, zeide de lieer Snikker dat hij vreesde, dat dit niet zal helpen. De regeering verknoeit het geld aan oor logswerktuigen. Er moeten samenwerking en organi satie zijn te-gen deze maatregelen. Eenheid en sterk® organisatie moeten er zijn. Dan kunt ge er op aan, dat uw leiders pal ziullen staan om de ver laging van liet levenspeil af te wen den, aldus besloot spreker. De lieerP 6 t h u m u s, van do onderwijzers-organisatie, kwam hier na aan het woord. Hij begon zijn rede. met te constateeren. dat do re- geering de grootste woordbreuk pleegt en te herinneren aan de actie tegen de intrekking van artikel 40. Deze verslechtering is nog maar een begin. Dez® zal steeds grooter worden, want zeide spreker de regeering weet precies hoe sterk we zijn. De organi satie is verzwakt door de hoogere cou- tnbjifcifis, maar de heer Colijn zal wel méér geld van de arbeiders vragen. De lieer Posthumus wees op do kracht, die van organisatie uitgaat; hij be schouwde deze vergadering als een waarschuwing, zooa-'s elke vergadering eigenlijk een waarschuwing is. Nogmaals werd gewezen on het on recht, door de regeering aan de amb- tenaren en werklieden aangedaan. Maar hoe oolc in andere kringen, dan in due der moderne vakbeweging, gaan stemmen van verbittering op. Verschillende grieven bracht spr. naar voren; 0.111. het ontslaan van vrouwelijke ambtenaren. Zouden wij, aldus spreker clan al les moeten verdragen Moeten wij den sluitpost van de begrooting vor men? Moeten wij millioenen geven voor een Vlootwet, terwijl het on derwijs verslechterd zal worden? Het aantal oorlogsschepen wordt vermeerderd, het aantal leerjaren verminderd. Het zevende leerjaar, met zooveel moeit® veroverd, zal nu verdwijnen. En nu moet ook liet ver volgonderwijs weg. Het geld. noodig voor opvoeding van het volk, wordt gebruikt voor oorlogsdoeleinden. En kunnen wij dan vertrouwen hebben iu <}eze regeeriug? id preker zeide, dat do organisaties moeten begrijpen dat het uit moet zijn met lauwheid en laksch- heid. Als do rege.ering een wog bewan Feuillet on 4) „Nou, ik heb verloren", mompelde Duncan, en vergat, dat hij zijn vrouw het zwijgen had opgelegd. „Ik zal wel toe moeten geven. „Zien is geloovan. En dat moet jo gezien hebben, voor je het kunt gelooven. Dat moeten we den Baas niet laten missen, want het is een leans, die je geen twee keer in je leven krijgt. Alles is onder ge sneeuwd en die schepseltjes komen haast 0111 van den heriger, maer ze hebben zooveel vertrouwen in Sproet- neus, dat ze tammer zijn dan onze kippen. Goed kijken, kinders", fluis terde hij. „Zooiets zul je van je leven niet meer zien. Kijk eens naar die kleuren tegen het ijs en de sneeuw én de grappige manier waarop ze heen en weer springen. E11 wat een branie! Nóu, ik. heb glansrijk verloren!" Sproetneus maakte zijn pet leeg, leeerdo zijn zakken binnenste buiten en gooide dc laatste korrels neer. Toen wuifde hij zijn vrienden goéden dag en ging op zijn j'oudöt Een week later stonden Duncan en Sproetneus van het ontbijt op, den koudsten dag >van dien winter. Toen Sproetneus met een warme muts op en dikke handschoenen aan, naar een hoekje van clo keuken ging om zijn emmer met afval te halen, vond hij er een groote pan met kokend heeta gerst bovenop staan. Met een stralend gezicht keerde, hij zich naar juffrouw Duncan. „Hebt u dat warme eten voor mijn kuileeps of voor de uwe klaar ge maakt'?'' vroeg hij. ,',Voor do jouwe, Sproetneus", zei ze, „ik was bang, dat dit koude weer ze niet goed hekomen zou, als ze niet, af en toe wat warms te bikken kre gen", Duncan lachte, en ging naar de an dere kamer om zijn pijp ie halen, maar Sproetneus keek naar juffrouw Dun can en al liet vergeefsche verlangen naar moederliefde, waaronder hij had geleden, stond op zijn gezicht te lezen. „O, ik wou dat u mijn moeder was!" riep bij uit. Juffrouw Duncan probeerde, in na volging vnn haar man te lachen. „Maar jongen!" riep ze uit. „Kind, went je dan niet, zonder dat een vrouw je dat meet vertellen, dat ik je nioi- det' ben? Als een groot® kerel als iii dat. nog niet wist, dan weet ;e het nu I en pas op dat jo het niet weer ver-1 gce'„ Ecu vrjuw die eenmaal een k.ni heeft gekregen, is daarna zooveel als een moeder van alle kinderen, want een moederhart is overal hetzelfde. Dus ik ben je moeder, kindl" Ze trok do grove wollen das, die ze voor hem gebreid had, nog wat dich ter om hom heeij, en trok zijn muts dieper over zijn ooren, maar Sproet neus rukte hem af, -greep haar ruwe, roode hand eu drukte er zijn lippen op. Toen liep hij hard: weg om niet te laten merken, dat hij tranen van ge luk en van verlegenheid in de oogen kreeg. Juffrouw Duncan liep snikkend naar de andere kamer en viel haai man in de armen. „0, die arme stumper!' riep ze uit. „Die arme, moederloozc stakker! Het. is vreeselijk!" Duncan sloeg zijn armen om zijn vrouw heen. Met zijn groote, bruine hand'streek liij haar liefkozend over liet haar. „Sara, je Lent een goede vrouw", zei hij. „Je bent een beste vrouw 1 Je spreekt soms net als een profeet. Als mij zoo iets overkomen was, zou ik precies hetzelfde gevoeld hebben en ik zou het ook hebben willen zeggen. Maar ik zou gestotterd hebben eu ik had er niets uit gebracht, wat iemand ter wereld goed gedaan had. Maar jij, Sara! Heb je zijn gezicht gezien? Er was een soort van heilig licht op zijn sjiekt cn, hij zag er overgeluk kig uit. Dat is jouw werk, Sara en ik ben trotsch op je! Ik zou met geen koning willen ruilen". Hij liet haar even los, legde toen zijn zware handen op haar schouders en keek haar recht in de oogen. „.Te bent een juweel", zei hij. Sara Duncan stond alleen midden in haar kleine, huisje, en keek naar haai- magere handen, rood door het ploeteren in heet water, ruw en ge sprongen door de kou, met eeltplek- lcen en lidteekens. „Mooi zien jullie er uit!" fluisterde ze. „Maar iemand heeft je net. gekust. En door wat voor een man! Beter be staan ze niet op deze wereld. Duncan zou niet met een koning willen rui len. Neen! En ik niet meteen koningin met een paléis en fluweelen japonnen en diamanten als hazelnoten, en hon derd bezoekers per dag. En moet ik die handen nu weer in zeeperige afvvascli- water stoppen? Maar och. die zoon zal er niet afgaan. Die kan niemand ooit meer van me afnemen. Wat ben ik er trotsch op! Kussen op die oude poo- ten! Heb je ooit!" HOOFDSTUK III. Waarin een veer valt en e. e n ziel Wordt geboren. En zoo leefde Sprontneus in den bit ter konden winter. Hij was erg geluk- kig. Hij had zoo lang .verlangd naar vrijheid, liefde, en waardeering! In het tehuis was hij onzegbaar eenzaam ge weest, eu de eenzaamheid in een groo te woestijn of een groot boscli is niet zoo moeilijk te verdragen als het ge voel dat men voortdurend omringd is door een heekboel mensehen, dJe er zich eigenlijk niets van aantrekken, of men levend of dood is. Den heelen winter gebruikte Sproei- neus al zijn energie om zijn prikkel draad in orde te houden en te voor komen dat zijn „kuikens" van honger of kou ontkwamen. Toen de lente kwam en de sneeuw verdween; toen de katjes begonnen te bloeien; toen er een groen waas over de boomen kwam; toen de biezen het hoofd op staken en de heelo natuur scheen te ontwaken, werd er ook iets wakker in het hart van den jongen. De natuur laat altijd tol betalen. Ze legde haar hand op de ziel van Sproetneus, en zijn heel® wezen rea geerde er op, hoewel hij er geen flauw vermoeden van had. wat er eigenlijk aan de hand was. Duncan legde zich neer hij de veronderstelling van zijn vrouw dat hij een beetje koortsig was, zooals iu liet voorjaar wel meer voor komt. maar Sproetneus wist wel beter. Hij had zich nog nooit zoo goed ge voeld. Warm en rustig stroomde het bloed door zijn aderen. Hij had altijd honger en zelfs hel moeilijkste werk vermoeide hem niet. Maaudcn achter een had hij zonder een enkelen keer over te slaan, twee maal per dag die zeven mijl afgeloopen, in alle mogelij ke soorten van weer. Met den zwareu knuppel 'probeerde hij de afrastering en langzamerhand trommelde hij er op los als een volleerde tamboer-ma joor, wat meteen goed was voor zijn bloedsomloop in de kou. Voor zijn werk gebruikte hij overdag al zijn spieren en 's avonds kreeg hij een bad, een stevig maal en hij sliep vast in een kamer waar nooit gestookt werd. Hij was dikker geworden, en had meer kleur, ook moer kracht en uithoudingsvermogen dan iemand ver moedde. En nu was hij ook niet meer hang voor hot boscli, zooals verleden jaar. Ilij had het gezien in het koude jaar getijde, kaal en verlaten. Ilij had on derzoekingstochten gedaan tot hij elk pad en eiken weg kende, clie er ooit in gemaakt waren. Hij had de diepte gepeild van aüe plassen en geleerd, hoe het kwam dat do boomen 'zoo prachtig groeiden. En hij bad ge merkt dat er betrekkelijk weinig piei;- ken moeras waren, maar groote stuk ken dicht bezet met boomen, die in den zomer onderaan dik begroeid wareD. De geluiden die lioni eerst zoo bang hadden gemaakt, weren bij liet liegin van den winter verdwenen. Toen de vogels langzamerhand terug kwamen en hij de oude geluiden weer hoorde*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5