HAARLEM'S DAGBLAD
UNITED TELEGRAPH
Oüze lacffioek
DE VONDELING
DONDERDAG 18 OCTOBER 1923 - TWEEDE BLAD
DIENST VAN DE
Het Hitlerisme in Beieren
(Van onzen bij-zonderen correspondent)
Munclien, Oct.
Müiicheii was de eerste van de Duit-
scho steden, die in 1918 haar monarch
afzette, de eenige die een radenrepu
bliek heeft beleefd. De revolutie had
destijds succes, niet omdat de Müii-
clTencrs bijzonder socialistisch waren
aangelegd, ol' omdat ..er een bijzonder
sterke on actieve arbeidersklasse was.
Integendeel. De Münchener revolutie
had haast, omdat Beieren zelf oor-
logstooneel dreigde te worden. Oos
tenrijk had de wapenen neergelegd
eu een Italiaansch leger dreigde dooi
den toegangsweg van don Brenner en
de historische uPorta Claudia" den-
zelfden weg ie vinden, dien de Ro-
meinsche legioenen 2000 jaar geleden
waren gegaan. Een nieuw front, ecu
Zuidfront te vormen, was onmogelijk,
geheel onmogelijk. dus juichten de
i Müncheners don socialist Eisner toe
en joegen hun koning weg
Do rol, die München na den oorlog
in Duitschland speelde, is niet eenzij
dig bepaald door de tegenstelling tus-
6ehen Zuid- en Noord-Duitschland, do
tegenstelling, waarin München de
woordvoerder van het Zuiden zou wor
den. Heb waren niet alleen (kunst
matig gevoede) tegenstellingen
Katholieken tegen het Protestantsche
Noorden. Al deze gevoelens zouden in
Wurtemberg, in Baden, dezelfde
vruchten moeten dragen. De politiek
van de Müncheners was van '1918 tot
1923 gebaseerd op de basis van. een
absoluut, onvoorwaardelijk radicalis
me, dat oppervlakkige toeschouwers
juist bij de „gemoedelijke" Beieren
München, ik zeide liet reeds, is
geen1 arbeidersstad. Het typisch prole
tarisch® bcvolkingsconfcinge.nt, dat
door den oorlog eu de oorlogsindustrie
hierheen was gelokt, was ni 1919 voor
heb grootste deel weer vertrokken, na
dat het, werkloos, doelloos geworden,
het kleine afscheidsfeest van de roodc
republiek in scène had gezet. De
-„zuivering", die de Radenrepubliek
toepaste, spoelde ook degenen weg, dh
ik wil zo niet overschatten di
stad een mondain wereldsch karakter
hadden verleend, de studenten, letter
kundigen, schilders, die men te Mün-
chen „Sehwabinger" noemde. Onge
twijfeld, deze Sehwabinger, meer of
minder Bohémiens, waren niet zeer
honkvast. Critici zeiden, wat boos
aardig, dat zij de onaangename leger
scharen vormden, die door het gefor
ceerde Maecenasgebaar van do Wit-
telsbachers waren aangelokt. Vreem
delingen waren liet meest, maar zij
ware.u onontbeerlijk in het stadsbeeld,
geworden. Zij waren te jóng, te ge
makkelijk te verleiden, om zich tegen
over de psychose van liét einde vnn
den oorlog, tegenover de revolutieda
gen „resoluut en afwachtend" te ge
dragen Gelegenheidssocialisten.
Beiden Münchener proletariërs
en Sehwabinger zijn vertrokken.
Gedeeltelijk naar het buitenland, ge
deeltelijk naar. Pruisen, gedeeltelijk
naar de gevangenissen. De dichtende
jeugd is vrij voltallig in de gevan
genis van Stadlheim verzameld. Daar
ontwaakt zij uit de Münchener rovo-
lutiecarnaval in een lang delirium
München, nieuw München, bleef de
stad van de ambtenaren, kleine koop
lieden, renteniers, residentie van een
over het algemeen agrarisch land.
Toonaangevend is de klasse, die men
vroeger eens terecht middenstand
heeft genoemd, de schare van rente
niers, die een aan waarde verminder
de, belachelijk laget rente trokken;
Nieuw-Müuchen is een stad, waar de
leenbanken, de banken van den ster
venden kleinen burger, do grootste rol
spelen. Zicli schamende armen, die
op de tradities van een.verloren klein
burgerlijk paradijs teren zij zijn het
materiaal, de massa, waaruit Nieuw-
München zijn radicalisme recruteert.
Een politiek ongeschoold materiaal,
ongetwijfeld, van menschen, die hu.u
leven lang bij den koning hebben ge
zworen, dozen idealen kloinburgêrko-
nïng in het loden buis, die met de
restanten van zijn vermogen, dat ver
kwistend® voorvaderen hadden ver
slingerd, een sober leven leidde.
Vroeg reeds wenddo de haat van de
ze klasse zich tegen de kringen, die;
volgens haar meening door do
nederlaag, door het national© onheil,
minder hard getroffen waren, tegen
do kringen met grooter economisch
weerstahdsveimogein, die over pro
ductieve kracht, beschikten of ziclr in
de wereld der inflatie sneller en be
ter oriënteerden, tegen arbeiders en
speculanten. De groteske, overal el
ders onmogelijke ideologie van Hit-
Iers „nationaal-socialisten", deze le
vend gewórden tegenspraak-in-zich-
zelf, is uit deze wereld vaji Münche
ner kleine burgers beschouwd, ver-
kla.arbo.ar. Men is socialist want
mon krakeelt legen de uitbuiters, do
„speculanten" (de terminologie leent
men van Marx)en men is tege
lijkertijd nationaal, want men treedt
op straat unfair op jegens Joden en
maart zich boos over het „interna
tionalisme", waarachter natuurlijk
niemand anders staat dan juist de Jo
len, die hun wereldrijk „Alljuda"
willen stichten Het gedachten reper
toire is, zooals men ziet, mager
geen wonder, dat liet beroep op de
reolpoJitiek liet stempel van gefor
ceerdheid, van onrijpheid draagt
Inderdaad is de „nationale" bewe
ging in Beieren in talrijke afzonder
lijks bewegingen en partieole tenden-
ze.u gesplitst, in groepen en kleine
groepjes, dio elkaar op het oogenblik
hartstochtelijk bestrijden, om mor
gen in 'do verzoenende liaven' van een.
of andero overeenstemming te lan
den.
Eon tegenstelling, 'die München,
Niumv-Münehen, in twee vijandelijke
kampen' verdeelt, is de tegenstelling
tusschen Ai-Duitechers en Groot-Bele
ren. De Ai-Duiischers, wier meest op
den voorgrond tredende leiders de na-
tionaal-socialist Hitler en generaal
Ludendorff zijn, vertegenwoordigen
dc gedachtevan een Duitscli herstel.
Zij zijn niet in het bijzonder Beierscn
georiënteerd; hun lievelingsg'edachte,
vernieuwing van Duitschland van liet
Zuiden, van München uit is eerst ont
staan, toen het experiment-Kapp te
Berlijn was mislukt.
Hitler heeft zijn leger, dat in uni
formen van het vroegere Oosteurijk-
scho leger' goed gekleed en bovendien
tot do tanden gewapend is, met gi-oo-
te kosten georganiseerd... Vergelij
kingen waartoe Zeer verscliil-
leuue geldschieters zijn genoemd, het
meest de Amerikaansche automobiel
koning Ford, die tenslotte geld genoeg
bezit, om zich een politiek dilettan
tisme iii grooten stijl te kunnen
oorloven, Na het dubieuze vrecies-
schip, waarmede hij ia 1916, door 500
slechte journalisten begeleid,Europa
deu vrede wilde teruggeven, zal
.den vrede wilde teruggeven, zal hij
misschien een nieuwe Don-Quichotterie
hebben uitgevonden. Hitlers leger
wordt op 80.000 gewapende mansciiüp-
pen geschat én het staat met het
Münchener garnizoen op goeden voet.
Het ontwikkelt een zeldzame activi
teit, laat- extra treinen loopeii, houdt
parades, manoeuvres en velddienst
oefeningen, rust strafexpedities uit te
gen onwillige steden en onderneemt,
nadat het Wurtemberg zoo ongeveer
heeft ve'-overd, r_-i en dan aanvallen
tegen Baden, hei domein van de Duit-
sche democratie en naar het socialis
tische. Saksen. I-Iiilet zelf, afkomstig
uit Duitseh-B'Oheraen, vroeger Oosten-
rijksc'ii reserve-officier, wordt De-
schouwd als geroutineerd demagoog.
Zijn auto raast door de stad, hij
spreekt dagelijks in 'drie, vier verga
deringen. (De redevoeringen zijn
naa.' massafabrikaat, apotheose
van de bittertafelpolitlek). Tegenstan
ders, die op hem loeren, vinden hem
met hij is altijd alweer ergens an
ders. Hij laat zich niet fotografee-
ven, naar hel heet oiiidat hij niet
door den eerste den beste herkend
wohscht te worden. (Misschien ook,
omdat liij, zooals wordt verzekerd, er
niet buitengewoon intelligent uitziet J.
De Groot-Duitschers en de nationaal
socialisten zijn meester van de straat.
Reeds liet station wemelt van Hitier-
soldaten, die bezoekers uit de provin
cie ontvangen of dc aankomende rei-
zigei's moeten gadeslaan; respectieve
lijk intimideeren. Daarentegen zijn
de Groot-Beieren in geheime of half-
gehc-imo organisaties vereenigd. Het
staatsvijandige, rechtsvijandigc karak
ter van hun politiek dwingt hen daar
toe. Want <1® Groot-Beieren willen het
Beierschei herstel, 'de WittelSbac'her
monarchie tot iederen prijsin het
Rijksverband of, wanneer het moet
ook tegen het Rijk. Uit dc gematigde
groep, die tot cliep ïn do parlemen
taire fractie vaa de Beiei'sche volks
partij reikt, zijn de officieele leiders
van het tegenwoordig® Beieren voort
gekomen, de minister-president Von
Knilling en de dictator Kahr. Deze
heeren zetten liun Beierscho politiek
kracht hij met het gevaar van „zelfs
een tijdelijke scheiding van Beieren
van het Duitschc rijk is noodzake
lijk, wanneer het rijk in zijn geheel
aan de Marxistische ziekte ten prooi
valt". Zij hebben het woord: ordelijk
Beieren uitgevonden en bestrijden het
principe „rijksrecht breekt landrecht"
met heb motief, dat in ©eu misleid,
verdwaasd rijk de situatie kan eischen
dat trouwe onderdanen van het Rijk
tegen het rijk partij kiezen
Dc radicale groep, geleid door den
afgevaardigde lfeim, is consequenter.
Zij is geprononceerd vijandig aan het
Rijk en streeft naar liet ideaal van een
Groot-Beieren, dat zoo mogelijk met
Oostenrijk vereenigd zal worden on
doelbewust op vriendschappelijke be
trekkingen met Horthv-Honga.rije aan
stuurt. Deze groep, ai neemt zij otfi-
cieel eeu felle anti-Fransche houding
aan, heeft meermalen «naar Franseho
gunst gedongen -en speculeert er op,
dat Frankrijk de separatistische stroo-
mingen in Duitschland met sympathie
zal begroeten
Wie zal overwinnen? Wie zal 'de
sterkste blijven?
Geen twijfel, dat interventie van
het Rijk in München op bloedigen te
genstand zou stuiten. Münchc-n blijft
derhalve opslagplaats van politieke]
artstechten. Wat zal er van groeien 1
Dat hangt, tenslotte, ternauwernood
an München af.
Want Beieren, beschermd en wr-
roeteld door het rijk, kan in den ïn-
dustrieelon machtsetant Duitschland
den doorslag niet geven. Het rijk van
1871, het rijk van de ondernemers,
moest en moet van Pruisen uit geor-
.niseerd worden.
Alleen wanneer de industriegebie
den van het Westen, Rijn en Roer in
een of anderen vorm verloren gingen,
zou het moge (lijk zijn, dat Beieren
beslist. Zijn beslissing zou liet laatsbo
restje van het rijk van 1871 venvoes-
Ifataiews
Ie! fooaeeï
DE EERSTE /VOLKSVOOR.
STELLINO.
In het verslag raa de gemeenteraads
zitting in Den Haag van Maandag
waarin over de subsidie van de Natio
nale Opera is beslist heeft mij één
Cijfer zeer sterk getroffen! Ik nreen
dat cijfer daarom even in ons blad te
moeten vastleggen. De burgemeester
van 's-Gravcnhage deelde namelijk
méde, dat voor volksvoorstellingen m
de Residentie 2S.000 gulden pei jaar
wordt uitgetrokken.
28.000 gulden voor volks
voorstellingen! I-Iet is een ci.ifcr
om te onthouden! Het is mij niet be
kend, wat den Hagenaars voor deze
soin wordt geboden of o.a. onder die
f 28.000 ook de bijdragen voor volks
concerten zijn begrepen maar hier
van ben ik wel zelcer, dat in Haarlem
meer volksvoorstellingen en volks
concerten worden gegeven dan in het
viermaal grootere Den Haag. Zij, die
klagen over; onzen „duren Stadsschouw
burg" mogen dit wel eens bedenken en
zij moeten dan vooral niet vergeten, dat
de stad Haarlem GEEN CENT voor
haar volksvoorstellingen betaalt, ja, dat
de Gemeentekas zelfs voor een voor
stelling als van Dinsdag nog een 85
gulden aan vermakelijk
heids belasting binnen
sleept. Ik meen te mogen zeggen,
dat dit voordeel vc-or Haarlem niet ge
ring is. Wij danken dit enkel aan hel
bezit van een Stadsschouwburg. Want
het is wel zeker, dat zonder een eigen
schouwburg öf onze Stad jaarlijks voor
de volksvoorstelling minstens 12000
gulden zou hebben te betalen, öf wat
nog erger zou zijn in het geheel
geen volksvoorstellingen zou kunnen
geven. Zij, die meenen, dat ®o.k de cul-
tureele belangen van een volk nog
eenige waarde heeft, zullen het met mii
eens zijn, dat dit een groot verlies voox
Haarlem zou beteekenen.
Is het niet een verblijdend verschijn
sel, dat de opvoering van een klassiek
werk als „De Spaanschc Brabander" in
dezen tijd nog voor een uitverkocht huis
kan plaats vinden? En brengt zulk een
opvoering Brederoo niet nader tot ons
volk dan uren-lange verhandelingen in
een Volksuniversiteit? Een avond als
Dinsdag beteekent eultureele winst, die
in een begrooting moeilijk in cijfers is
vast te leggen.
Wij hebben „De Spaansche Braban
der" Hinsdag nog eenmaal gezien en
met vreugde geconstateerd, hoe dit
toch lang niet altijd gemakkelijk te vol
gen stuk de aandacht der stampvolle
zaal vasthield en hoe de opvoering" hè!
pulbliek amuseerde! Jan Muscli droeg
door zijn zwierig spel vol fantasie weer
het geheel! Het leek mij, of hij er nog
meer i n was dan bij de eerste voor
stelling. En hoe verrukkelijk klinkt in
zijn mond de taal van Brederoo! Elke
zin krijgt kleur en teekening in de voor
treffelijke dictie van Musch. Ook Van
Warmeloo viel ons weer op door zijn uit
nemende uitbeelding, trillend van le
ven, van Aeuwen, den „hontslager van
de Kerck". De voorstelling van Het
Schouwtoonecl had ook gisteren bij het
publiek een groot succes.
Ten slotte een „aardigheid" naar
aanleiding van „De Spaansche Braban
der", die de heer Van Gasteren mij
Dinsdag vertelde en die te goed is, om
ze hier niet te vermelden.
In den tijd, dat de oude heer Slip
hout nog leefde „Stip" zooals wi)
den braven, conscicntieuzen tooneel-
mcester van den schouwburg aan den
Jansweg plachten te noemen werd
„De Spaansche Brabander" door do
Tooneelverèeniging gespeeld. De be
langstelling was heel gering er was
geen kip in de zaal. Stiphout slaat op
het tooneel en léést de spreuk „Al s:et
men de luy, men kennse niet!" Opeens
draait hij zich om en zegt tot de too-
neelisten, wijzende op de leege raai
„Al kent men de luy, men siet se niet!"
J. B. SCHUIL'.
VAKCURSUS IN DE TYPOCRAFIE,
In de tweede helft van de vorige
maand is op initiatief van de Districts
Commissie en de Leerlingen-Commis
sie in do Typografie een vergadering
gehouden, speciaal tel' bespreking vim
het vakonderwijs in de typografie.
Om vaa hei, voortbestaan van het
geen tot lieden is opgebouwd verze
kerd te zijn bleek liet noodzakelijk
do Avond-vakcursussen te reorg-mi-
secren en op meer solide basis t©
grondvesten.
Om iiiertao te kunnen komen werd
een commissie van voorbereiding be
noemd bestaande uit de lieeren J. C.
Peerebocmi, B. F. Enschedé, Jos. G.
van den Berg, D. van Boekhoven, B.
J. Leöuwerke, W. Pieters en D. L.
Roozekrams.
Dinsdagavond had in „De Kroon"
de installatie van bovengenoemde
Commissi® plaats.
De voorzitter der Districts-Commis-
sie, de heer F. II. M, van der Griendt,
noemde liet een aangename taak de
commissie te mogen installeeren. Ver
der bracht spreker hulde aan heb
werk van de pioniers en sprak van de
moeilijkheden die toen te overwinnen
waren en die zich in de toekomst op
nieuw zullen voordoen. Spreker ver
trouwt dat de commissie er in zal
slagen to hereiken wat in de vorige
bijeenkomst voor oogen is gesteld en
dat men geleidelijk zal kunnen komen
tot een vakcursus die in staat zal zijn
veel tot do vermeerdering van de ken
nis van de beoefenaren van de typo
grafie, in het bijzonder van de kennis
der jongeren, zal kunnen bijdragen.
Spreker eindigde met den -wensóli
uit te spreken dat door het werk van
de 'thans geïnstalleerde commissie de
liefde voor het vak hij de beoefenaren
móge toenemen.
Besloten werd hierna de commissie
uit te breiden tot 9 personen. Be
noemd werden alsnog de heeren H. C.
Verkruysen en \Y. Sterk Jzn. De heer
Sterk, die ter vergadering aanwezig
was, verklaarde de benoeming te aan
vaarden.
DE HAARLEMSCHE BESTUUR-
DERSBOND.
De Haarlemsche Bestuurdersbond en
de Federatie Haarlem van de S. D. A.
P. houden op Maandag 22 October
1923 des avonds eeu openbare verga
dering in de gemeentelijke concert
zaal, waarin de hoer R. Sten
huis, lid der Lste Kamer en voorzitter
van het Nederlandscrh. Verbond van
Vakvereenigingen zal spreken over
„De moderne arbeidersbeweging en de
reactie".
Deze vergadering zal tevens gébruikt
worden om te protesteeren tegen de
weigering door den burgemeester van
Haarlem tot het houden van optochten
met muziek en ontplooide vaandels
op Zondag.
De Stem des Volks zal deze verga
dering opluisteren, door voor en na
den spreker te zingen.
Toegangsbewijzen zijn te verkrijgen
aan het gebouw „De Centrale" en aan
de bekende adressen.
MADAME BUTTERFLY IN DE
KROON.
Vrijdagavond komt het mooie film
werk „Madame Butterfly" in het Bios
cooptheater De Kroon. Deze film heeft
de opera van dien naam vrij gevolgd.
Heb tragisch gebeuren speelt in Chi
na. De tragiek komt schrijnend uit
dank zij het mooie Oostersche spel der
Chiheesche actice, die de rol van Ma
dame Butterfly vervult. De beelden
komen in de natuurlijke kleuren op
het doek. De Deensche opera-zangeres
Hansine Christiansen zal ©enige
aria's zingen.
Protestvergadering
Overheidspersoneel
Het comité ter behartiging van de
Algemeen© belangen van Overheidsper
soneel (A.C.O.P.), had Dinsdagavond
een vergadering beleed in den Schouw
iburg aan den Jansweg.
De voorzitter, de heer F. Wijniap
opende de bijeenkomst. Hij hoopte, dat
de motie, die gereed lag, na afloop
der vergadering met algemeen® stom
men zou worden aangenomen,
liet eerst voerde de hr. N 0 0 r d h 0 ff
van den Centralen Ambbenaaxsboud,
het woord. Allereerst wees hij op het
interview van Minister Colijn met
„Het Vaderland".
Allo berichten, die daarna zijn los
gekomen zijn niet tegengesproken Uit
bedoeld interview is nu eens duidelijk
uitgekomen, wat ons te wachten staat.
De heer Nooi'dhoff beweerde, in te
genstelling met de bewering van den
heer Colijn, dat het nationaal inko
men niet zoo is afgenomen.
Moeten dan do ambtenaren het leed
dragen voor het feit, dat do vooraan
staande personen in het land do gel
den hebben vergokt en verspeculeerd
Er vindt een waanzinnige verspilling
liu het land plaats, zei spreker.
Als er verder geld moet, komen, dan'
moeten de belasting-ontduikers dit
maar betalen. Maar de heer Colijn wil
het van de arbeiders halen. De gloei
van het aantal werkloozen wordt
door hem niet tegen gegaan; noodza
kelijke werkzaamheden blijven achter
wege. Want groofce werkloosheid is een
goed middel tegen den loondruk, zei
spreker. Het lijkt er naai', dat we voor
toestanden staan als in Duitschland
en Rusland, wat de valuta betreft.
Colijn maakt ons bang met die infla
tie, om ons te waarschuwen tegen ons,
star verzet. En tegelijkertijd wil hij
een vloot gaan bouwen, ©en vloot, die
een nog grooter gebied moet verde
digen dan heel Europa.
Vanavond aldus spreker staan
we aan het begin van een. actie.
Want, wo willen het den arbeiders lo
ten weten, dat Colijn het heel slecht
met hen voor heeft. Tegen een derge
lijk plomp optreden moet een alge
meen verzet komen.
Do ambeno.ren krijgen thans een
les, die nooit vergeten zal worden.
Alt. 40 moet niet uit het bezoldigings
besluit weg. Als dan, hetgeen de amb
tenaren te wachten staat, onvermij
delijk is, dan willen zij wel praten. F.n
ook zal do regeering liet in dit ge
val met de Staten-Generaal niet ge
makkelijk hebben. De regeering volgt,
een sluitpostpoli trek. En als er een
tekort is, door toedoen van andoren,
moeten de salarissen van de ambte
naren naar beneden. Op die manier
hebben do ambtenaren geen rechten
meer: moreel zal dit op de ambtena
ren inwerken. Dan zal het er op den
duur slecht met de ambtenaren uit
zien.
De ambtenaren zulle,n gedwongen
worden, stelling te kiezen
Laten zij dit inzien. Wij zullen
doen wat, we kunnen. De ambtena
ren moeten stelling kiezen, omdat zij
niet alleen het kind Van de rekening
zijn. Ook liet onderwijs, één der groot
ste wapenen vanden arbeider,dreigt te
worden ingekort Wij roepen den ar
beiders too, dat het hun plicht is, sa
men te gaan. Wij houden vol, zei
spreker, wij zullen strijden tegen Co
lijn, dio meent, de Mussolini van Ne
derland te zijn. Maar Nederland is
Italië niet; het kon hier wel eens zijn:
strenge heeren J'egeeren niet lang! We
zitten daarom niet bij de pakken neer,
omdat we de betooging van 23 Sep
tember achter ons hebben. Verder
wees spreker op het petitionnement,
dat is ingediend.
Een beweging als dio gaat niet op
zij voor den lieer Colijn; die beweging
zal nog bestaan als Colijn reeds lang
vergoten is.
Hierna sprak de heer S n i k k e r,
namens de gemeentewerklieden. Deze
wees op den slechten toestand en hoe
do heer Colijn dien toestand wol even-
tjes zal beredderen. En wat is nu
eenvoudiger, don het maar van de
.ambtenaren af te nemen? Als ilij dan
een belofte ontmoet, zooals art 49, dan
zegt hij: „Wat belofte, wèt artikel,
wat geeft het, of het nu artikel 1, of
41 of 40 is?" De regeering aldus
spreker pleegt woordbreuk en
rechtsverkrachting. Het „Weekblad
van het Recht" zegt, dat art. 40 met
mag worden veranderd. Ook het adres
van hoogleeraren is tegen intrekking
van dit art. wegens de moraliteit.
Dan heeft ook nog de heer Smeenlc
zich uitgesproken tegen intrekking van
het desbetreffende artikel. Minister
De Geer heeft het willen vastleggen
voor de ambtenaren, maar de heer
Colijn wil er niets me® te maken
hebben.
Indien er in art. 40 verandering
moet komen om een behoorlijke rege
ling te krijgen, dan zal er overleg ge
pleegdmoeten worden. Maar zooals de
.regeering dat overleg wil hebben,
kunnen we het maar heter niet heb
ben. Dan hebben we ander® woorden
met de regeering te spreken.
Als de regeering de zaken zoo wil
opvatten, dan, zeide spreker, spreek
Bankdirecteur, (lot kassier): Wat is dat
tochf Telkens a!s ik hier kom zit je :e
slapan
Kassier: Wel, dat L. juist een bewijs,
dat ik een goed geweten heb!
A.T Beu je a! naar „Nou! Nou!" ge
weest
B.: Nec hoor en ik ga cr nie: heen ook!
Ik houd erg veel van de ruimte, van
„nauw, nauw" moet ik niets hebbent
Dokter: (tot dochter van een doove
oude dame, die hij komt bezoeken);
Heeft de ontploffing 111 de gasfabriek van
morgen uw moeder niet doen schrikkc.ui
Dochter: O neen! Zij riep „binnen!"
cn zei, dat ze
heid toch wel
-v_/ UUWUUER
\S GRUOUTSTfMAT 165'#/
ik niet te boud als ik zeg, dat we
den tijd van 1918 maar eens terug
moeten hebben.
Een fel protest moet ei' tegen cl®
regeering op gaan; we hebben als één
iuan tegenover haar te staan. De Ico
nen zullen naar beneden' Maar is al
les dan goedkooper geworden
Verder zeide do lieer S nikker dat er
door de ambtenaren en werklieden
reeds offers genoeg zijn gebracht. \\ro
verlangen echter niet, dat het zóo
wordt als in Duitschland. Maar als er
iets gebeuren moet, dan moet dat niet
cijfers worden aangetoond. En als er
dan verandering moet komen, dan
moet hot niet alleen van do ambte
naren af, dan moeten allen te zamen
dat offer brengen.
Spreker weer er op, hoe evengoed
als het rijkspersoneel, ook hot geniccn-
tepersoneol op zijn hoede moet zijn.
Colijn wil verder bezuinigen op socia
le wetten', op ouden van dagen en
werkloozen. Ilij wil verslechtering van
het onderwijs. Het proletariaat dom
houden, dat is het middel zei spreker,
dat aangewend zal worden.Ook met da
afvloeiing gaat de regeeriug buitenge
woon te keer.
Een en ander wijst er op, hoe de
regeering op een ongehoorde manier
te keer gaat, én tegen de ambtenaren,
én tegen do werklieden. Als de Staat
op deze wijze liet geld van- ons wil
halen, laat hij het dan niet voor mi
litarisme verknoeien. Sprekende over
het petitionnement tegen do Vloot
wet, zeide de lieer Snikker dat hij
vreesde, dat dit niet zal helpen. De
regeering verknoeit het geld aan oor
logswerktuigen.
Er moeten samenwerking en organi
satie zijn te-gen deze maatregelen.
Eenheid en sterk® organisatie moeten
er zijn. Dan kunt ge er op aan, dat
uw leiders pal ziullen staan om de ver
laging van liet levenspeil af te wen
den, aldus besloot spreker.
De lieerP 6 t h u m u s, van do
onderwijzers-organisatie, kwam hier
na aan het woord. Hij begon zijn
rede. met te constateeren. dat do re-
geering de grootste woordbreuk pleegt
en te herinneren aan de actie tegen
de intrekking van artikel 40. Deze
verslechtering is nog maar een begin.
Dez® zal steeds grooter worden, want
zeide spreker de regeering weet
precies hoe sterk we zijn. De organi
satie is verzwakt door de hoogere cou-
tnbjifcifis, maar de heer Colijn zal wel
méér geld van de arbeiders vragen.
De lieer Posthumus wees op do kracht,
die van organisatie uitgaat; hij be
schouwde deze vergadering als een
waarschuwing, zooa-'s elke vergadering
eigenlijk een waarschuwing is.
Nogmaals werd gewezen on het on
recht, door de regeering aan de amb-
tenaren en werklieden aangedaan.
Maar hoe oolc in andere kringen, dan
in due der moderne vakbeweging, gaan
stemmen van verbittering op.
Verschillende grieven bracht spr.
naar voren; 0.111. het ontslaan van
vrouwelijke ambtenaren.
Zouden wij, aldus spreker clan al
les moeten verdragen Moeten wij
den sluitpost van de begrooting vor
men? Moeten wij millioenen geven
voor een Vlootwet, terwijl het on
derwijs verslechterd zal worden?
Het aantal oorlogsschepen wordt
vermeerderd, het aantal leerjaren
verminderd. Het zevende leerjaar,
met zooveel moeit® veroverd, zal nu
verdwijnen. En nu moet ook liet ver
volgonderwijs weg. Het geld. noodig
voor opvoeding van het volk, wordt
gebruikt voor oorlogsdoeleinden. En
kunnen wij dan vertrouwen hebben iu
<}eze regeeriug? id preker zeide, dat do
organisaties moeten begrijpen dat het
uit moet zijn met lauwheid en laksch-
heid. Als do rege.ering een wog bewan
Feuillet on
4)
„Nou, ik heb verloren", mompelde
Duncan, en vergat, dat hij zijn vrouw
het zwijgen had opgelegd. „Ik zal wel
toe moeten geven. „Zien is geloovan.
En dat moet jo gezien hebben, voor je
het kunt gelooven. Dat moeten we
den Baas niet laten missen, want het
is een leans, die je geen twee keer in
je leven krijgt. Alles is onder ge
sneeuwd en die schepseltjes komen
haast 0111 van den heriger, maer ze
hebben zooveel vertrouwen in Sproet-
neus, dat ze tammer zijn dan onze
kippen. Goed kijken, kinders", fluis
terde hij. „Zooiets zul je van je leven
niet meer zien. Kijk eens naar die
kleuren tegen het ijs en de sneeuw én
de grappige manier waarop ze heen
en weer springen. E11 wat een branie!
Nóu, ik. heb glansrijk verloren!"
Sproetneus maakte zijn pet leeg,
leeerdo zijn zakken binnenste buiten
en gooide dc laatste korrels neer. Toen
wuifde hij zijn vrienden goéden dag
en ging op zijn j'oudöt
Een week later stonden Duncan en
Sproetneus van het ontbijt op, den
koudsten dag >van dien winter. Toen
Sproetneus met een warme muts op en
dikke handschoenen aan, naar een
hoekje van clo keuken ging om zijn
emmer met afval te halen, vond hij
er een groote pan met kokend heeta
gerst bovenop staan. Met een stralend
gezicht keerde, hij zich naar juffrouw
Duncan.
„Hebt u dat warme eten voor mijn
kuileeps of voor de uwe klaar ge
maakt'?'' vroeg hij.
,',Voor do jouwe, Sproetneus", zei
ze, „ik was bang, dat dit koude weer
ze niet goed hekomen zou, als ze niet,
af en toe wat warms te bikken kre
gen",
Duncan lachte, en ging naar de an
dere kamer om zijn pijp ie halen, maar
Sproetneus keek naar juffrouw Dun
can en al liet vergeefsche verlangen
naar moederliefde, waaronder hij had
geleden, stond op zijn gezicht te lezen.
„O, ik wou dat u mijn moeder was!"
riep bij uit.
Juffrouw Duncan probeerde, in na
volging vnn haar man te lachen.
„Maar jongen!" riep ze uit. „Kind,
went je dan niet, zonder dat een vrouw
je dat meet vertellen, dat ik je nioi-
det' ben? Als een groot® kerel als iii
dat. nog niet wist, dan weet ;e het nu
I en pas op dat jo het niet weer ver-1
gce'„ Ecu vrjuw die eenmaal een k.ni
heeft gekregen, is daarna zooveel als
een moeder van alle kinderen, want
een moederhart is overal hetzelfde.
Dus ik ben je moeder, kindl"
Ze trok do grove wollen das, die ze
voor hem gebreid had, nog wat dich
ter om hom heeij, en trok zijn muts
dieper over zijn ooren, maar Sproet
neus rukte hem af, -greep haar ruwe,
roode hand eu drukte er zijn lippen
op. Toen liep hij hard: weg om niet te
laten merken, dat hij tranen van ge
luk en van verlegenheid in de oogen
kreeg.
Juffrouw Duncan liep snikkend
naar de andere kamer en viel haai
man in de armen.
„0, die arme stumper!' riep ze uit.
„Die arme, moederloozc stakker! Het.
is vreeselijk!"
Duncan sloeg zijn armen om zijn
vrouw heen. Met zijn groote, bruine
hand'streek liij haar liefkozend over
liet haar.
„Sara, je Lent een goede vrouw",
zei hij. „Je bent een beste vrouw 1 Je
spreekt soms net als een profeet. Als
mij zoo iets overkomen was, zou ik
precies hetzelfde gevoeld hebben en
ik zou het ook hebben willen zeggen.
Maar ik zou gestotterd hebben eu ik
had er niets uit gebracht, wat iemand
ter wereld goed gedaan had. Maar
jij, Sara! Heb je zijn gezicht gezien?
Er was een soort van heilig licht op
zijn sjiekt cn, hij zag er overgeluk
kig uit. Dat is jouw werk, Sara en
ik ben trotsch op je! Ik zou met geen
koning willen ruilen".
Hij liet haar even los, legde toen
zijn zware handen op haar schouders
en keek haar recht in de oogen.
„.Te bent een juweel", zei hij.
Sara Duncan stond alleen midden
in haar kleine, huisje, en keek naar
haai- magere handen, rood door het
ploeteren in heet water, ruw en ge
sprongen door de kou, met eeltplek-
lcen en lidteekens.
„Mooi zien jullie er uit!" fluisterde
ze. „Maar iemand heeft je net. gekust.
En door wat voor een man! Beter be
staan ze niet op deze wereld. Duncan
zou niet met een koning willen rui
len. Neen! En ik niet meteen koningin
met een paléis en fluweelen japonnen
en diamanten als hazelnoten, en hon
derd bezoekers per dag. En moet ik die
handen nu weer in zeeperige afvvascli-
water stoppen? Maar och. die zoon zal
er niet afgaan. Die kan niemand ooit
meer van me afnemen. Wat ben ik er
trotsch op! Kussen op die oude poo-
ten! Heb je ooit!"
HOOFDSTUK III.
Waarin een veer valt en
e. e n ziel Wordt geboren.
En zoo leefde Sprontneus in den bit
ter konden winter. Hij was erg geluk-
kig. Hij had zoo lang .verlangd naar
vrijheid, liefde, en waardeering! In het
tehuis was hij onzegbaar eenzaam ge
weest, eu de eenzaamheid in een groo
te woestijn of een groot boscli is niet
zoo moeilijk te verdragen als het ge
voel dat men voortdurend omringd is
door een heekboel mensehen, dJe er
zich eigenlijk niets van aantrekken,
of men levend of dood is.
Den heelen winter gebruikte Sproei-
neus al zijn energie om zijn prikkel
draad in orde te houden en te voor
komen dat zijn „kuikens" van honger
of kou ontkwamen. Toen de lente
kwam en de sneeuw verdween; toen
de katjes begonnen te bloeien; toen
er een groen waas over de boomen
kwam; toen de biezen het hoofd op
staken en de heelo natuur scheen te
ontwaken, werd er ook iets wakker in
het hart van den jongen.
De natuur laat altijd tol betalen.
Ze legde haar hand op de ziel van
Sproetneus, en zijn heel® wezen rea
geerde er op, hoewel hij er geen flauw
vermoeden van had. wat er eigenlijk
aan de hand was. Duncan legde zich
neer hij de veronderstelling van zijn
vrouw dat hij een beetje koortsig was,
zooals iu liet voorjaar wel meer voor
komt. maar Sproetneus wist wel beter.
Hij had zich nog nooit zoo goed ge
voeld. Warm en rustig stroomde het
bloed door zijn aderen. Hij had altijd
honger en zelfs hel moeilijkste werk
vermoeide hem niet. Maaudcn achter
een had hij zonder een enkelen keer
over te slaan, twee maal per dag die
zeven mijl afgeloopen, in alle mogelij
ke soorten van weer. Met den zwareu
knuppel 'probeerde hij de afrastering
en langzamerhand trommelde hij er
op los als een volleerde tamboer-ma
joor, wat meteen goed was voor zijn
bloedsomloop in de kou. Voor zijn
werk gebruikte hij overdag al zijn
spieren en 's avonds kreeg hij een
bad, een stevig maal en hij sliep vast
in een kamer waar nooit gestookt
werd. Hij was dikker geworden, en
had meer kleur, ook moer kracht en
uithoudingsvermogen dan iemand ver
moedde.
En nu was hij ook niet meer hang
voor hot boscli, zooals verleden jaar.
Ilij had het gezien in het koude jaar
getijde, kaal en verlaten. Ilij had on
derzoekingstochten gedaan tot hij elk
pad en eiken weg kende, clie er ooit
in gemaakt waren. Hij had de diepte
gepeild van aüe plassen en geleerd,
hoe het kwam dat do boomen 'zoo
prachtig groeiden. En hij bad ge
merkt dat er betrekkelijk weinig piei;-
ken moeras waren, maar groote stuk
ken dicht bezet met boomen, die in den
zomer onderaan dik begroeid wareD.
De geluiden die lioni eerst zoo bang
hadden gemaakt, weren bij liet liegin
van den winter verdwenen. Toen de
vogels langzamerhand terug kwamen
en hij de oude geluiden weer hoorde*