HAARLEM'S DAGBLAD Het tekort van onzen Stads schouwburg Rubriek van den Arbeid. ZATERDAG 27 OCTOBER 1923 - TWEEDE BLAD (Interview met den heer J. B. Schuil) Zooals wij reeds medédcelcJen blad van Donderdag, heeft de exploitatie van. onzen Stadsschouwburg in het -afge loopon seizoen een verlies geleden van f 7937.16 1'2, Wij hebben ons naar aanlei ding vaai dtt bericht tot den heer J. B. Schuil, den secretaris van den schouwburg, gewend en op onze vraag, of dat te kort naar zijn ineening in de toe komst hooger of lager zou worden, ant woordde de heer Schuil: „Hoe hel va de toekomst zal zijn, is moeiiijk te beantwoorden. Dit hangt ge heel af van den economischen toestand en de meerdere of mindere belangstel ling voor het looneel van het publiek. Wel is bet vrij zeker, dat het tekort iin het seizoen 1923/24 nog aanmerkelijk hooger zo! zijn. Itet tooneel maakt een zeer moei lijken lijd door en het is natuurlijk, dat ds schouwburg hiervan, onmiddellijk de gevolgen ondervindt. Die invloed van de a'.eemeene malaise word: thans veel ster ker mog gevoeld dan verleden jaar. Men behoeft werkelijk geen secretaris van den schouwburg te zijn om te weten, dat het komedichezoek in den lnatsten tijd zéér gering is. De recettes zijn dikwijls zóó laag, dat de ontvangsten bij lange na niet do uitgaven dekken. Natuurlijk zijn er ook wel eens „mooie" avonden zooals bij Moissi en het jubileum van mevrouw De Boer maar dat is uitzondering. De winst van doze avonden kan het verlies der andere avonden niet goed maken. Zoo ver ik den toestand kan overzien, geloof ik niet, dat er spoedig verbetering is te wachten en het staat dan ook vrij wel •vast, dat de totaal-onlvangsten dat jaar aanmerkelijk lager zullen zijn, terwijl de uitgaven door hoogere belastingen str3at- en zakelijke belastingen en bijdra gen in hel pensioenfonds en voor Wedu wen- en Weezenkos eer zullen stijgen dan verminderen! Wanneer vroegen wij den heer Schuil het schouwburgbezoek zoo ge ring is, d3t er de meeste avonden ver lies wordt geleden, zou het dan niet wen schelijk zijn minder ie spelen? „Hierover is natuurlijk wel eens ge dacht, maar ik geloof niet, dat hel in het belang van den schouwburg zou zijn. Meer dan de 'helft der uitgaven zijn vaste uitgaven, zooals jaarwedden, loonen belastingen, onderhoud gebouwen, assu rantie, enz. Elke avond, dat niet gespeeld wordt, betèekeiil een onmiddellijk verlies vau 50 gulden voor den schouwburg, waarbij nog komt, dat de stad de i faehcc ook denken dan weer een bedraj vermakelijkheidsbelasting zou derven. Al leen wanneer men kon verwachten, dat door inkrimping van het usmtaj speel avonden het bezoek zóóveel grooler zou da', dit opwoog tegen het verlies van het iniet spelen op andere avonden, dan zou rr.cn er over kunnen denken. Maar dat is volgens mij uitgesloten. En dan is er nog een voorname reden, waarom ik het on raadzaam zou achten. Wanneer de stads schouwburg zijn deuren drie dagen bij voorbeeld zou sluiten, dan zouden de ge zelschappen, die gaarne in Haarlem spe len. omdat de kosten voor hen duor de nabijheid van Amsterdam en Den Haag gering zijn, den weg wel vinden om toch in Haarlem op te treden. Wij hebben in Haarlem immers twee schouwburgen Deze maatregel zoü voor den Stadsschouw burg dus nog grootcr verlies be'eekenen". „Meent u, dat er in den schouwburg (niet meer bezuinigd zou kunnen worden „Neen, absoluut niet, of het moest gaan ten koste van het schouwburgpubliek en dus op den duur ten oiadeele van den schouwburg. Ik kan u verzekeren, dat in deze richting al hei mogelijke gedaan is. Ik ben er van overtuigd, rlat ieder, die met schouwburg exploiiatie op de hoogte is, bij het nazien der kostenrekening van onzen schouwburg verbaasd zou zijn over de zuinige wijze, waarop die thans wordt geëxploiteerd. Er wordt niets meer uit gegeven dan hoog noodig is. Ik vermoed wel, dat een pnTticulier, als hij den schouw- 'g zou exploi'.ecrcn aanmerkelijk min- zou betalen aan jaarwedden en Iconen zeker niet zulke exhorbitant liooge imen zou hebben uil te geven aam bij dragen voor pensioenen van zijn perso neel en weduwen- cn weezenfonds, inaar deze uitgaven zijn vastgelegd door den Baad en het Rijk en het spreekt vanzelf, dat hieraan niet getornd kan worden. Iemand, die het te kort van den sctiouw- burg om deze reden zou veroordeelen, zou hiermede een vonnis uitspreken over allé gemeentebedrijven I" „Zouden de ontvangsten niet kunnen worden opgevoerd?" vroegen wij. „Ook dat is onmogelijk. Van de en partage spelende gezelschappen kan geen hooger percentage worden gevraagd. Zij zijn alle zelf noodlijdend. Vergeet u niet. dat de stad reeds op de recettes een lie- -astmg van £0 legt. Wanneer wij nog meer eischten van de gezelschapper., dan zou "dat beleekenen, dat wij hun bestaan ge heel onmogelijk maakten. Maar zij zouden er ook geen genoegen mee nemen. Wij zouden hun daarmee naar den schouw burg aan den Jansweg drijven. Wij heb ben verleden'jaar de prijzen voor plaats bespreken cn vestiaire die geheel ten voordeeie van den schouwburg konten verhoogd. Van deze kleine verhoogang be merkt bet pubhek weinig en hel is een be langrijke bate vuor den schouwburg. Ook de huursom der particulieren kur.nen wij nie! verhoogen. De stadsschouwburg vraagt par avond f 12S huur. Dc avond kosten voor den schouwburg zijn f 210, dus eitelijk is die som te laag. In Utrecht letaalt men 300 gulden en moeten de huurders nog meestal extra betalen voor requisieten .en licht. Maar in Utrecht heeft lie stadsschouwburg geen concur rent. Nu moei u niet meenen, dat de schouwburg op zulke avonden verlies lijdt. Zóó dom zijn we natuurlijk ook niet. Wij vonden het beter het publiek mee te ia ten betalen door verplicht vestiaire en plaatsbespreking in te voeren. Da; leek ons beter dan van de vcreenigingen een zoo hooge som te ëischen, welke som ten slotte toch door de leden betaald zou mc-etén worden. Naturlijk zouden wij wel den huurprijs kunnen verhoogen, maar 't is de grootc vraag, of de vereenigingen dan nog naar den Stadsschouwburg zou den komen. Er zijn nu eenmaal meei lec dan de stadsschouwburg in Haarlem daarmee moeten wij altijd rekening houden. Zou bij verlaging der schouwburgprij i het bezoek niet grooter worden was onzo vraag. „Wij hohben de prijzen pas verlaagd. Iinplaat.3 vuu dat het schouwburgbezoek is vermeerderd is het verminderd. Méér naar beneden gaan kunnen wij niet! Wij zouden dat eerst kunnen doen, als het te verwachten was. dat het bezoek zoo vee! groeier werd da: hel de mindere ontvang sten per persoon zou desken. En dat is uitgesloten. De prijten zijn nu in Haarlem éven hoog ais voor den oorlog, terwijl de onkosten voor de gezelschappen nog altijd ongeveer het dubbele bedragen van dien goeden lijd. Het geld, dat het publiek dan vóór den oorlog is voor die 20 op de entrees heft! Da: moei men nooit vergeten En r.u ik toch op die belasting kom, il ik er even op wijzen, dat de schouw burg niet zuo'n duur paardje is, als het lijkt. De gemeente beeft in het afgeloo- pen jaar weer f 23&W.79 aan vermakelijk heidsbelasting, alleen van don stads schouwburg geind, dat is dus ongeveer 15900-gulden meer dan het nadeelig saldo bedraagl. Reken daarbij nog een som van 4000 gulden aan andere stedelijke belas- in, ruim 2200 guldan-aam de electri ze (abri eken, dan komt het -verlics- r wei in eenlgszïns ander licht te staan. En dan ik heb net reeds meer- n gedaan wijs ik op de 18 volks tellingen, waarvoor de gemeente betaald heeftDeze voorstellingen alleen wegen al tegen 'het madcelig sal- dat wij ons niet moeten blind staren op de verliesposten van den stads schouwburg. Er staan zooveel voordeelige pos'.ca tegenover, posten, die met in cij fers zijn uit te drukken, doch dio het Ter 'ieicijfer verre overschrijden. Mie zou in Haarlem nog den stadsschouwburg wil len missen, ondanks zijn verliespost van f 7937.161/2? „X, KALENDERS gereed Wij verzenden voor U naar nlle werelddeelen FIRMA ANTON DE ROOIJ Anegang14 TeSefoon 560 StsdsHisaws Rijksuitkecring aan de gemeenten Een herziening noodzakelijk Hoe de regeling th3n3 werkt De lieer T Kostelijk, secretaris der (om een te Velsen, verstrekte ene de olgeiide beschouwing, over boven- steam'ie. kwestie, gehouden op do ver gadering vau Nederlancteche gemeen ten. Zeojils men weet, geschiedt de rijke- nilkeefing nog altijd volgens de wet /au 1897, terwijl de toestonden in 'crschillendc gemeenten zoozeer ver anderd zijn. <!at herziening dringend noodzakelijk is Het referaat luidt als volgt Me; schrik hebben tal van ge meentebesturen de mars vernomen, dat dc regsenng el' niet aan denkt een nooduitkeering over 1923 en volgende t aan de gemeenten te doen tezor- en zij liek&en zich afgevraagd, nu te- doen zou staan. Gelukkig a Vereeniging van Neilerlandechë Gemeenten d a a r om leiding te geven aan de stroomingen, welke opkomen tegen 't Regeeringsbes'uit. dat op het oog af zoo goweldig onbillijk is tr-gen- >r de gemeenten. d:c de nooduitkeo- e voor het sluitend-maken van hun budget onmogelijk kunnen missen. In Februari van dit jaar ie hier ter plaatse opgekomen tegen het voor- loopig advies der staatscommissie, want bü de beraadslagingen bleek r al te duidelijk, dat. aan de ge dachte regelingen verschillende bezwa ren waren verbonden. Hoogster? zou den de gemeemten ontvangen hetyeen zii ov:r 1923 genoten en een restrictie was asnge'egd om zoo hier en daar nog wat le besnoeien. Daartegen was het hoofdbezwaar gericht en men koesterde de hoop. dat de Regeering wel terdege "zou overwegen, hetgeen uit den boezem van d© direct-bclang- heb?hut'en naar voren werd gebracht. Of dit inderdaad het geval is geweest, kan moeilök worden uitgemaakt. Maar dat daarop. na verschijning van het nadere rapport der Staats commissie. in plaats van een verhoo- rincr der wenschen. een absoluut ..niets" werd te verstaan gegeven, is toch wel zeer kras Hecft.de rege-eriug bij de geraeenlq- besturen niet de verwachting gewekt, dat er althans voor 1S23 een nooduit- keering zou komen dit reeds door het enke>. feit, dat rii in de memorie van Antwoord tot de Staatsbc-grootiag voor dit jaar in zijn geheel deed op nemen het vcorloopig advies van de Staatscommissie, uitgebracht met de bedoeling om do gemsentsbeeturen bij de samenstelling der plaatselijke be grootingen eenige zekerheid omtrent het bedrag dezer uitkeer ing t9 ver schaffen? Draagt de Regeering er thans niet mede de verantwoordelijk heid voor. dat er een lacune m die be groot in gen voor het loopende dienst jaar is ontstaan? leder kan voor zich hel antwoord' ol> deze vragen geven. Of de wisseling van de portefeuille van Financiën op de beslissing invloed heeft gehad, weet ik niet. maar voor mij staat het vrijwel vast. dat do be heerder van 's lands geldmiddelen het „non possumus" heeft uitgesproken, er kome, wat wil. Dit standpunt doet verder redeneeren overbodig zijn, want waar niet is verliest de keizer zijn recht. Het ie ook nog de vraag, of som mige gemeentebesturen ongewild niet hebben bevorderd, dat deze beslissing is gevallen. In de dagbladen kon men onlangs af en toe lezen, dat de reke ning van doze en gene gemeente over 1922 met 'n groot batig saldo sloot, dal er gedacht kan worden aan belasting verlaging. fondsvorming enz. Welnu, dc Regeering heeft ongetwijfeld ook van deze berichten kennis genomen en daarin, gezien den precairen toe stand van 's lands financiën, wellicht inede aanleiding kunnen vinden om den gemeenten de nooduitkeering f.9 onthouden. Nog kort geleden heeft men kutuicn lezen, rlat de Haagsche begrooting voor 1924 een zóó gun- stigen financieelen toestand zal open baren. dat er volgens eenstemmig oordeel van burgemeester en wethou ders geen sprake van behoeft te zijn, het salaris en het loon van hen. die oor de gemeente werken, ook maar in cent te korten. Of dit bericht juist kan ik met beoordeelen. maar zul- ko mededeelingen benadeelen de zaak, aar het hier om wt. zeer ernstig. Moet men nu bij do pakken neor blijven zitten? „Neen", zegt de direc tie van onze vereeniging. „wo moeten ons wooi'cj doen klinken en trachten voor de schijnbaar verloren zaak de publieke opinie te winnen". Mijn per soonlijke meeuing is echter, tiat we vooreerst sullen blijven vastzitten de wet van 24 Mei 1S97, zonder eenige aanvulling. Do Staatscommis sie kan vóorloopie op haar lauweren gaan rusten en afwachten wat het ieuwe begroot: ngssysteem zal uit - •erken. Wellicht zal zii dan in 1925 baar werkzaamheden hervatten om na te gaan, h-"- de financieel© verhou ding tusehen Rijk ©n gemeenten moet worden geregeid. Laat men daarom thans roeien mrt de riemen die er zijn. De bestaande et van 1S97 heeft veel critïek onder- ouden veel gerechtvaardigde cri- liek. Maar zii heeft, als alle dingen, ook een go?do ziide. E'i. die is daarin -.lesen, dat zii elementen 111 zich be vat. om te vo'doen aan dc eischen de-s tijde. E'311 geringe, doch door haar gevolgen ingrijpende wijziging, moet lolden tot opheffing van het z.g. bc- ■ieziügssystfem. Aanpassingsvermogen heeft men noodig. omdat de vermeerdering van bewolking in die industrie-gemeen ten, welk© vroeger een geheel ander karakter droegen, tal van behoeften heeft geschapen, welke uithoofde van de gewijzig-o positie bevrediging eisciien. Simpele vermenigvuldiging van het vcor altijd vastgestelde uiikee- ringsbedl'ae per inwoner met hei zie lental baat niet voldoende, want ce gefixeerde som voor zulke gemeenten is ce laag Die som zou ook ongetwij feld hooger zijn geweest, wanneer bij de berekening van 189S hun stede lijke positie daarin tot uitdrukking had kunnen komen. Treffend is hec b.v., dat de gemeente, waarvan ik de eer heb secretaris te zijn. maar een bedrag van f 1.45 1'2 per hoofd ont vangt, terwijl zii bijna 30.003 inwo ners telt en door visscherij en fa brieksnijverheid behoeften heeft als een stad van gelijk© grootte. Neemt zij. wat het aantal zielen aangaat, de 28ste plaats onder de zuster gemeenten in, bij de rijksuitkeerins? staat ze in de rij van de kleine plattelandsge meenten, welke in 1S9S weinig be hoeften hadden. Bedroeg toen de hoofdelijk? omslag f 13.000, thans is de plaatselijke inkomstenbelasting ge stegen tot ruim 7 tone Ieder, die be kend is met het systeem van de wet 24 Mei 1897. weet. dat juist de belastingdruk, in verband met de ge schatte waarde der luuten de perso- neele belasting vallende perceelcit en de kosten van armenzorg, een belang rijke factor vormde voor de bepaling der rijksuitkeering. Kon men au lot herberekening overgaan, dan zou deze uitkeeriug voor de gemeente Vel- sen minstens verdubbeld worden. Het ware wel de moeite waard om vcor a'Io gemeenten zoo'n herbereke- niug te maken en ik geloof, dat excessen, als zooeven door mij ge ïllustreerd. dan naar voren zouden komen in plaatsen met opkomende in dustrie. in mijn- en in veengemeen- ten. Deze worden buitengewoon INCEZONDEN MEDEDEEL!NCEN a 80 Cts. psr regel. BAAHIEM BEVERWIJK Onze Giro-afdeelin^ werkt Kosteloos en snel. Opdrachten, ook ten gunste van niet-rekenlng- houders bij onze instelling, worden denzelfden dag uitgevoerd. Over dc saldi, waarover een rente van 2 pCt. wordt vergoed, kunnen rekeninghouders te allen tijde onmfidlcSellliEc: per chèque beschikken schraal bedeeld en het ligt voor de hand. dat van die zijde daarop thans de nadruk wordt geitgd. De aan verschillende groote en ddoigroote gemeenten toegekende uitkeenngen per inwoner vertoonen e- u telende reeks, aanvangende bij f 4 59 1 2. voor de hoofdstad des lam's tot ruim f 2. De gemeenten, waarop ik zoo pas doelde, vormen daarop ten ongunstige uitzondering met een be drag van ongeveer f 150. dus pl.sn. f 1 -mmder dan gemiddeld per hoofd over het geheele rijk. ofschoon zü het zelfde zielental hebben en vrijwel in dezelfde positie vorkeeren nis steden wolk© meer dan f 3 ontvangen. Mijn vraag is nu „kunnen er van- 'ege do Vereeniging van Nederland se Gemeenten ook pogingen in het werk worden gesfe-'d om door wijzi ging van <ie wet van 24 Mei 1597 een netberekening te verkrijgen. reeds voor het jaar 1923, in afwachting van een© radicale herziening dg>- finan ciële verhouding, dio nog wel eenige jaren zal uitblijven?" Mochten er ge meenten ziin, welko als gevolg daar van een lagere uitkeering zouden ver krijgen. dan konden zii in het genot van de hoogei uitkeering worden be vestigd. Het wil mij voorkomen, dat me; der.© voori opige oplossing van de kwestie rlo groots!© oneffenhedeu zouden verdwijnen, waarmede mis schien ook niet een dusdanig bedrag zou ziin gemoeid, dat dc Rcgcering aanleiding zou kunnen vinden om daartegen een afwijzende houding aan te nemen. Van hier en daar. WERK VOOR DE METAAL INDUS TRIE UIT ZUID AMERIKA ,,Het Volk" schrijft: Naar wij vernemen, worden door bemiddeling van de regeering sinds eenigen tijd met metaal industrieelen onüerhanuclingen gevoerd, die be oogen eenige groote orders voor de machine industrie uit Zuid Amerika afkomstig, in ons land te doen uit De regeering zou bereid zijn.daar toe haar modewerking te verleenen. Als deze onderhandelingen tot een gunstig resultaat leiden, zal daar van een belangrijke vermindering van de werkloosheid het gevolg zijn. Het zou dus. in verband met dc be staande werkloosheid, zeer toe te jui chcn zijn indien deze orders hier tc lande zouden worden geplaatst, ander zijds wordt in deskundige kringen liet gevaar niet- denkbeeldig geacht, dat de metaal industrieelen deze zaak zul len aanvatten om op de regeering druk uit te oefenen, teneinde i.. de gelegenheid tc worden gesteld de arbeidsvoorwaarden te verslechteren. Hetzij, door verlenging van den arbeidstijd a!s voorwaarde tc bedin gen, teneinde te komen tot een ver laging van de productie kosten, dan wel dat zij bü do werknemers-organi saties zullen pogen tot loonsverlaging te komen. Intusschen staat aldus onze zegsman wel vast. dat do werk loosheid in de metaal industrie in ons land zóó groot is, dat verlenging van den arbeidstijd ais allerlaatste middel dient te worden toegepast. Te meer, daar dit tot gevaarlijke consequentie zou kunnen leiden tegenover andere industrieën ten opzichte van heb handhaven van de Arbeidwet. Wij .kunnen aan het bovenstaande nog toevoegen, dat in de Amsterdam- sehe metaalbedrijven waarschijnlijk, slechts een gering deel van de orders in uitvoering zal worden gegeven. Wel ligt het in het voornemen het teekenwerk geheel in de hoofdstad te laten verrichten aangezien de cen tralisatie daarvan zeer wenschelijk wordt geacht. RECONSTRUCTIECONGflES DER ALGEMEËNE R. K. WERKGE VERS VEREEN I Gl NG- Dit congics zal gehouden worden tc 's Gravenhagc op Woensdag 28 No Als praeadviscurs treden op dc hce- renCh. Stulcsjeyer, te Breda, over: Verlaging van de productiekosten. H. M. J. Blonijous, te Tilburg, over het onderwerpHandelspolitiek en belas- fcingpplitiek, cn dr. L. G. Kortcnhorst, te Heemstede, over: Verdere maatre gelen tot werkverruiming. De conclusies van de inleiders zul len weldra worden gepubliceerd. Nadat elk der inleiders op het con gres het woord heeft gevoerd, be staat gelegenheid tot gedachten wisse ling. uitsluitend voor leden der Algcm. R. K. Werkgeversvereeniging en van do bij het R. K. Verbond aangesloten Va k vereenigingen. Tot bijwoning van hol congres zul len worden uitgenoodigd de bij de Algem. R. K. Werkgeversvereeniging cn het R. K. Verbond Reorganiseerde R K- werkgevers, de leden der Katho lieke Jonge Werkgeversvereeniging,- do ministers van arbeid, handel cn nijverheid, van binnenlandsche zaken, van financien, van koloniën, van waterstaat cn van buitcnlandsche za ken dc voornaamste hoofdambtena ren der verschillende departementen,! de leden der Staten-Gcneraal, dc leden van den Nijverheidsraad cn cler rijkscommissie voor werkverruiming, de besturen der <-erschi!!cndc R. K. sociale organisaties cn die der werkgeverscentï-alen en het bureau van den senaat en d o hooglecraren der juridische faculteit van de R. K. Universiteit. EEN SUIKERFABRIEK STOP GEZET. Men schrijft tut Zevenbergen aan het „Hbhl. De suikerfabriek Azelma, die jaar lijks aan honderden arbeiders in deze gemeente werk verschaft.' al dit jaar wegens gebrek aan suikerbieten niet kunnen werken. Zevenbergen wordt hierdoor, even als de geheele Westhoek van Bra bant. zeer gedupeerd, vooral als men bedenkt, dat ook de vlasfabrieken niet werken. haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Sommige lezeressen hebben zich er o\ er beklaagd, dat mijn relaas over het uitstapje van de krans telkens juist afgebroken wordt op een interes sant oogenblik. Dit is volkomen juist. Tot mijn verontschuldiging kan dienen, dat het opzettelijk gebeurt. Hoe zou ik anders de nieuwsgierig heid een hecle week lang kunnen vast houden Bovendien heb ik .'.t in mijn jeugd gc-leerd van de schrijvers, die toen in den smaak waren. Aimard bijvoorbeeld, die ons bezighield met zijn prachtige Indianenverhalen, had er al den slag van om ons in de grootste spanning te houden, hij bracht den held van het verhaal op een plaats, waar aan geen overval van de Indianen kon worden gedacht, biivoorbeeld op deze manier: „de woudloopér trad uit zün hut en be wonderde de fraaie omgeving; de dauw lag no? op het veld. de zon was pas boven den bergketen in de verte opgegaan, die nog gedeeltelijk in de blauwe morgennevels gehuld was. vol verrukking de rook uit zijn korte pijpje blazend, nam de woudloopér zich voor, een dag rust te nemen en in het meer te gaan visschen. Hij wist, dat er veel van die kleine, sma kelijke visch aanwezig; was. die de In dianen „lako" noemen en a.s narls- tochteliik visscher verheugde hij zich bij voorbaat in zijn geliefkoosd ver maak. D© woudloopér klopte zijn pijp uit tegen zijn mocassin en was op het punt, in de hut terug te keeren, om er zijn eenvoudig ontbijt te gebruiken, toen oen ongewoon geluid zijn oor trof. Hij spitste de ooren. Een seconde later weerklonk een gillend Indiancn- gehuil." Daarna was het hoofdstuk uit en be gon het volgende, hoofdstuk aldus: „Begeven wij ons thans naar de hacienda, waar wij den graaf in ge sprek achterlieten met zijn rentmees ter over de ontvoering van Donna Clara." Keeren wij na deze inleiding, wil ik op mijn beurt zeggen, naar de Ree? tenmarkt te Leiden, waar de krans na al die moeite eindelijk een goed onderdak had gevonden. Van Stuite- ren had ons bij het scheiden verzocht, niet later dan negen uur aan het ont bijt- te zijn, wel wetende, dat het toch halitien zou worden. Maar op dat uur was dan ook het heel© gezelschap ver- eenigd om een tafel, die het goede oud-riollandsche ontbijt droeg, waar op een vorig geslacht zooveel prijs stelde, niet de karige broodjes met niemendal, dan de paar potjes jam en honig, die sommige logementen uit het buitenland hebben overgenomen. Men zegt, dat het „chic" is of „ton" of de'tis en het kan allemaal wel waar wezep, maar wat hebben wij met bui- lenlandsche 'gewoonten te maken l Als onze naburen 's morgens geen honger hebben, waarom mogen Nederlanders dan met stevie ontbijten? Ik voel daar niets voor en vermeld dus met vreugde, dat in „Het Vergulde Paard'1 op de ontbijttafel stond worst en koek cu kaas en eieren en een voor raad brood, die oog en hart aange naam aandeden. Om van de maag maar niet eens te spreken. Er was nog meer dan dat. Er waren ook bloemen, een attentie van Van Stuiteren, tegenover tante Koosje, na haar duikeling in do vaart op den vo- rigen dag. Kwade gevolgen had zij er niet van ondervonden, integendeel, ze had best geslapen en voelde zich, zei ze, volkomen frisch en gezond. Hierbij moet ik even een kleine op merking maken. Verschillende leze ressen hebben mij geschreven, dat ik toch in geen geval tante Koos onaan gename gevolgen mocht laten krijgen van haar onvrijwillig bad „die lieve ziel", schreef een van de dames: als u haar er maar verkouden van laat worden, bedank ik voor dc krant." Ik heb aan deze dame teruggeschre ven, dat ik gëen romanschrijver ben, maar de eenvoudige verslaggever van historische gebeurtenissenals tante Koos iels was overkomen, als gevolg van haar onderdompeling, dan zou ik dat vermeld hebben, al hadden ook honderd dames gedreigd met opzeg ging van haar abonnement op cfe krant. De Hongaarsehe was nog niet ver schonen. Blijkbaar wachtte zij uit be scheidenheid, totdat zij werd geroe- Dai gek cu allen verzadigd waren. Rustig en kalm trad zij met haar zoontje de kamer binnen, maar haar oogen schoten vol tranen, toen Kees zich losrukte en op tante Koosje toeliep om haar goeieu- tnorgen te zeggen. Er ging heel wat tijd voorbij, voordat zij goed gezeten was en een geregeld verhaal kon doen van wat haar was overkomen. „Ik was zooals u weet, aan het sta tion Piet Gijzenbrug uit den trein ge sprongen, omdat daar op het perron mijn zwager stond. Tenminste dat dacht ik, op dat oogenblik was ik er zeker van, zóó sterk, was de gelijke nis. Ik wou hem dsn ook in het begin niet gelooven, toen liij zei mij niet te kennen en terwijl wij nog praatten, was de trein weg. U kunt begrijpen hoe ik schrikte. Mijn kind met u mee, ik kende u nau welijks, mijn angst was groot. Door do ontsteltenis kreeg ik een flauwte, die zoolang duurde, dat de stationschef een dokter uit Haarlem liet komen, van wien iiii wist, dat hij juist ir. het doip in consult geroepeu was. Toen i!; weer bijgebracht was, had ik plot seling mijn geheugen verloren; liet was mij niet mogelijk mijn naam te zeggen en evenmin hoe ik daar kwam en waar ik heen moest. De dokter vond het daarom noodig dat ik in een ziekenhuis opgenomen werd en noin mij mee in ziin auto, met het plan om mij in het St. Elizabeths gasthuis te Haarlem te brengén- Maar in den auto. dicht bij Haar lem. was het alsof het gordijn vóór mijn herinnering v.eer werd wegge trokken. Opeens wist ik alles weer wat voorgevallen was, mijn naam, wnar ik heen reisde, hoe ik u ontmoet hnd. mijn onbezonnen uit den trein springen, alles, alles. Natuurlijk wil de ik zoo spoedig mogelijk naar Leiden terug, in de hcop. dat tk u daar nog vinden zou, maar toen ik hij mijn zwa ger kwam. wist die van niets. Hij had •u niet gezien „U had gezce zweihundert zwan- zig en dat nummer bestaat niet op de Beestenmarktrei van Stuiteren. „Pardon, ik had gezegd zwei und zwnnzig". Muur ophieuw zei do Hon gaarsehe zwetlumd zwnnzig, met een ii cv tusschen, zooclat, het volkomen verklaarbaar vn?, dit wil zweihun dert zwauzig hadden verslaan. Het overige is gauw verteld. Toen de Hongaarsehe iu Leiden kwam, had zij al gauw geïnformeerd, waar wij met da auto's heen waren gegaan eu was daarheen gevaren, om ons op tb zob- ken. Hoe wij elkaar voorbij voeren is bs Uend en hoe wij ten slotte elkander hij toeval ontmoetten op de stoep vau het hotel heb ik verteld. Alle argwaan was nu voorbij, zelfs bij Wouter. Hij zei dus niet veel. Nog stiller was tante Koosje. die zeker voorzag, dat de kleine Kees uit haar omgeving verdwijnen zou. Mooder en zoon waren nu weer ver trokken. Niet ivoor goed. Er waran uitnoodigingen gedaan voor bezoeken aan Haarlem, wij zouden de romanti sche gebeurtenissen van de laatste da gen nog wel eens ophalen. „Op weg, dames en heerer.l" riep van Stuiteren, met een spoorboekje in de hand op den drempel verschijnen de. „Het is nu half een. de trein gaat over twintig minuten. De reken-.ng is betaald, de bagage zal aan t station bezorgd worden. Op weg!" z M.iar niemand stond op. „Komaan, komaan, een beetje ener gie! Het is tijd!" Maar nog altijd verroerde zich nie mand. „Als de dames nog wat willen nis- ten „Ja. waar gaan wij nu eigenlijk weer heen?" vroeg mevrouw Hopma. met een klagende stem. „Dat zou ik ook wel eens willen weten" zei Hupslia. „Pardon, pardon, de afspraak was dat wij zouden reizen zonder vast pro gramma. Ik zou de leiding hebben, iiet gezelschap zou mij volgen „Dat is alles goed en wel. Maar waar gaan we heen?" vroeg nu ook Hopma. „Muiterij aan boord Verzet tegen den kapitein?" zei Van Stuiteren schertsend. „Laat ik even tegenorder geven voor ae bagage ik zie wel, dat wij met den trein van 1.50 niet wegkomen." „En als je dan toen order geeft." zei Wouter, „bestel dan met,een een flinke lunch 'k Heb hef ontbf,t al lang weer vergeten én de Leidsche lucht m-akt me hongerig." Een toestemmend gemompel kwam uit do rij van de mannen. De vrou wen zwegen. Die stellen altijd veel minder belang in eten en drinken. En daarna vertrekken wc?" vroeg Van Stuiteren. „Welke dag is hef vandaag I" vroeg tante Koosje, schijnbaar buiten ver band met het onderwerp. „Woensdag. Maar wat wil je daar mee zeggen?" „Dat we in tweemaal vier en twin tig uur al meer beleefd hebben dan andets in drie maanden. En daarna wus liet, alsof het gezel schap een beurtzang begon, leder bracht wat in 't midden. „Eerst de ontmoeting met de Hon gaarsehe." „Toen haar verdwijning. „Onze autotocht. „De ontmoeting met den leeuw. „Ileb onweer in den nacht. „De arrestatie door den veldwach ter. „Tante Koosje te water. „Heldendaad van de Hongaar sehe. „Geen logies in den Haag. „Autotocnt naar Leiden. „Ontmoeting op de stoep..." „Opheldering door de Hongaar- sohe. Al deze korte zinnetjes werden Van Stuiteren als evenveel pijlen naar zijn hoofd geslingerd. Hij raakte evenwel niet van de wijs, keek den kring eens rond en glimlachte vrien delijk tegen tederen spreker of spreek ster." „Moot dat vroeg ten slotte tante Koosje. „in hetzelfde tempo zoo voort- gaan 1" „Was het niet interessant?" vroeg Van Stuiteren. „Te"veel," zei Hupstra kalm- „Wat staat ons nu nog te wachten En daarop begon de beurtzang opnieuw. „Moeten we in een vliegmachine?" „Of in ©en goederenwagen?" „Boven op torens klimmen!" „Of in een kolenmijn afdalen?" Van Stuiteren stond plechtig op en antwoordde: „Inderdaad staan de vliegmachine en do kolenmijn op liet programma." Toen kwam el' een algemeen pro test. van de krans. We praatten allen door elkaar. Van Stuiteren hield de handen voor zijn ooren. En ïnis.-.hien praatten wij nu nog, wanneer de kellner niet verschenen was, die aan kondigde dat de lunch klaar was. „Aan t ifcl zal krijgsraad gehouden worden," ze: Van Stuiteren eu bood mevrouw Hopma hoffelijk zijn arm En zoo geschiedde. Na de peer werd liet woord gegeven aan tante Koosje. „Hoor eens, Van Stuiteren," zei ze, „wij hebben twee heel interessant© dagen" gollad- Nooit hoeft d© krans iu korten tijd zooveel beleefd. Maar het is te veel. Als wij zoo moeten voort gaan, houdt niemand van ons dat vol. „En breng ik alleen jelui lijken naar Haarlem terug," zet Van Stui teren spottend. „Zóó erg zal 't. misschien niet we zen, maar doodop, misschien half ziek toch wel. Het is te veel voor men- schen van ouzen leeftijd." ,,Ja, ja. ja," riep dc lieele krans. Toen volgde diepe stilte. „Dus terug naar Haarlem Een gik figuur maken tegenover vrienden eu kennissen en personec-i. die ons pas na een week terug verwachten?" liet was Van Stuiteren, die 't- vroeg. En uit de opgewonden groep kwam meteen liet rustige antwoord van Hupstra. „Neen, niet naar huis, maar vier prettige, gezellige dagen in Am sterdam." En onder een a 1 gomcen hoera werd daartoe besloten. Zoo eindigde de avontuurlijk'' tocht van de krans ©enigszins sma delijk in vier dagen te Amsterdam. 's Morgens niet vroeg op, dan een kleine wandeling, dan naar een mu seum of tentoonstelling, 's middags veel thhe en 's avonds naar den schouwburg. Hot was prettig, gezellig en niet al te vermoeiend. Zelfs Van Stuiteren heeft er zich ten slotte mee verzoend- Misschien is het een beetje duur ge worden. Maar do krans is gezond cn frisch thuis gekomen. En anders? 1 Te veel ©motie is voor een Neder landsen gezelf hap van middelbaren leeftijd niet gezond. Wij blijven Van Stuiteren dank baar, maar z ij n tempo puste ons niet. 1 FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5