HAARLEM'S DAGBLAD
Het tekort van onzen Stads
schouwburg
Rubriek van den Arbeid.
ZATERDAG 27 OCTOBER 1923 - TWEEDE BLAD
(Interview met den heer J. B. Schuil)
Zooals wij reeds medédcelcJen
blad van Donderdag, heeft de exploitatie
van. onzen Stadsschouwburg in het -afge
loopon seizoen een verlies geleden van
f 7937.16 1'2, Wij hebben ons naar aanlei
ding vaai dtt bericht tot den heer J. B.
Schuil, den secretaris van den
schouwburg, gewend en op onze vraag, of
dat te kort naar zijn ineening in de toe
komst hooger of lager zou worden, ant
woordde de heer Schuil:
„Hoe hel va de toekomst zal zijn, is
moeiiijk te beantwoorden. Dit hangt ge
heel af van den economischen toestand
en de meerdere of mindere belangstel
ling voor het looneel van het publiek. Wel
is bet vrij zeker, dat het tekort iin het
seizoen 1923/24 nog aanmerkelijk hooger
zo! zijn. Itet tooneel maakt een zeer moei
lijken lijd door en het is natuurlijk, dat
ds schouwburg hiervan, onmiddellijk de
gevolgen ondervindt. Die invloed van de
a'.eemeene malaise word: thans veel ster
ker mog gevoeld dan verleden jaar. Men
behoeft werkelijk geen secretaris van den
schouwburg te zijn om te weten, dat het
komedichezoek in den lnatsten tijd zéér
gering is. De recettes zijn dikwijls zóó
laag, dat de ontvangsten bij lange na niet
do uitgaven dekken. Natuurlijk zijn er
ook wel eens „mooie" avonden zooals
bij Moissi en het jubileum van mevrouw
De Boer maar dat is uitzondering. De
winst van doze avonden kan het verlies
der andere avonden niet goed maken. Zoo
ver ik den toestand kan overzien, geloof
ik niet, dat er spoedig verbetering is te
wachten en het staat dan ook vrij wel
•vast, dat de totaal-onlvangsten dat jaar
aanmerkelijk lager zullen zijn, terwijl de
uitgaven door hoogere belastingen
str3at- en zakelijke belastingen en bijdra
gen in hel pensioenfonds en voor Wedu
wen- en Weezenkos eer zullen stijgen
dan verminderen!
Wanneer vroegen wij den heer
Schuil het schouwburgbezoek zoo ge
ring is, d3t er de meeste avonden ver
lies wordt geleden, zou het dan niet wen
schelijk zijn minder ie spelen?
„Hierover is natuurlijk wel eens ge
dacht, maar ik geloof niet, dat hel in
het belang van den schouwburg zou zijn.
Meer dan de 'helft der uitgaven zijn
vaste uitgaven, zooals jaarwedden, loonen
belastingen, onderhoud gebouwen, assu
rantie, enz. Elke avond, dat niet gespeeld
wordt, betèekeiil een onmiddellijk verlies
vau 50 gulden voor den schouwburg,
waarbij nog komt, dat de stad
de i
faehcc
ook denken dan weer een bedraj
vermakelijkheidsbelasting zou derven. Al
leen wanneer men kon verwachten, dat
door inkrimping van het usmtaj speel
avonden het bezoek zóóveel grooler zou
da', dit opwoog tegen het verlies van het
iniet spelen op andere avonden, dan zou
rr.cn er over kunnen denken. Maar dat is
volgens mij uitgesloten. En dan is er nog
een voorname reden, waarom ik het on
raadzaam zou achten. Wanneer de stads
schouwburg zijn deuren drie dagen bij
voorbeeld zou sluiten, dan zouden de ge
zelschappen, die gaarne in Haarlem spe
len. omdat de kosten voor hen duor de
nabijheid van Amsterdam en Den Haag
gering zijn, den weg wel vinden om toch
in Haarlem op te treden. Wij hebben in
Haarlem immers twee schouwburgen
Deze maatregel zoü voor den Stadsschouw
burg dus nog grootcr verlies be'eekenen".
„Meent u, dat er in den schouwburg
(niet meer bezuinigd zou kunnen worden
„Neen, absoluut niet, of het moest gaan
ten koste van het schouwburgpubliek en
dus op den duur ten oiadeele van den
schouwburg. Ik kan u verzekeren, dat in
deze richting al hei mogelijke gedaan is.
Ik ben er van overtuigd, rlat ieder, die
met schouwburg exploiiatie op de hoogte
is, bij het nazien der kostenrekening van
onzen schouwburg verbaasd zou zijn over
de zuinige wijze, waarop die thans wordt
geëxploiteerd. Er wordt niets meer uit
gegeven dan hoog noodig is. Ik vermoed
wel, dat een pnTticulier, als hij den schouw-
'g zou exploi'.ecrcn aanmerkelijk min-
zou betalen aan jaarwedden en Iconen
zeker niet zulke exhorbitant liooge
imen zou hebben uil te geven aam bij
dragen voor pensioenen van zijn perso
neel en weduwen- cn weezenfonds, inaar
deze uitgaven zijn vastgelegd door den
Baad en het Rijk en het spreekt vanzelf,
dat hieraan niet getornd kan worden.
Iemand, die het te kort van den sctiouw-
burg om deze reden zou veroordeelen,
zou hiermede een vonnis uitspreken over
allé gemeentebedrijven I"
„Zouden de ontvangsten niet kunnen
worden opgevoerd?" vroegen wij.
„Ook dat is onmogelijk. Van de en
partage spelende gezelschappen kan geen
hooger percentage worden gevraagd. Zij
zijn alle zelf noodlijdend. Vergeet u niet.
dat de stad reeds op de recettes een lie-
-astmg van £0 legt. Wanneer wij nog
meer eischten van de gezelschapper., dan
zou "dat beleekenen, dat wij hun bestaan ge
heel onmogelijk maakten. Maar zij zouden
er ook geen genoegen mee nemen. Wij
zouden hun daarmee naar den schouw
burg aan den Jansweg drijven. Wij heb
ben verleden'jaar de prijzen voor plaats
bespreken cn vestiaire die geheel ten
voordeeie van den schouwburg konten
verhoogd. Van deze kleine verhoogang be
merkt bet pubhek weinig en hel is een be
langrijke bate vuor den schouwburg. Ook
de huursom der particulieren kur.nen wij
nie! verhoogen. De stadsschouwburg
vraagt par avond f 12S huur. Dc avond
kosten voor den schouwburg zijn f 210, dus
eitelijk is die som te laag. In Utrecht
letaalt men 300 gulden en moeten de
huurders nog meestal extra betalen voor
requisieten .en licht. Maar in Utrecht
heeft lie stadsschouwburg geen concur
rent. Nu moei u niet meenen, dat de
schouwburg op zulke avonden verlies
lijdt. Zóó dom zijn we natuurlijk ook niet.
Wij vonden het beter het publiek mee te
ia ten betalen door verplicht vestiaire en
plaatsbespreking in te voeren. Da; leek ons
beter dan van de vcreenigingen een zoo
hooge som te ëischen, welke som ten
slotte toch door de leden betaald zou
mc-etén worden. Naturlijk zouden wij wel
den huurprijs kunnen verhoogen, maar 't
is de grootc vraag, of de vereenigingen
dan nog naar den Stadsschouwburg zou
den komen. Er zijn nu eenmaal meei
lec dan de stadsschouwburg in Haarlem
daarmee moeten wij altijd rekening
houden.
Zou bij verlaging der schouwburgprij
i het bezoek niet grooter worden was
onzo vraag.
„Wij hohben de prijzen pas verlaagd.
Iinplaat.3 vuu dat het schouwburgbezoek
is vermeerderd is het verminderd. Méér
naar beneden gaan kunnen wij niet! Wij
zouden dat eerst kunnen doen, als het te
verwachten was. dat het bezoek zoo vee!
groeier werd da: hel de mindere ontvang
sten per persoon zou desken. En dat is
uitgesloten. De prijten zijn nu in Haarlem
éven hoog ais voor den oorlog, terwijl de
onkosten voor de gezelschappen nog altijd
ongeveer het dubbele bedragen van dien
goeden lijd. Het geld, dat het publiek
dan vóór den oorlog is voor
die 20 op de entrees heft!
Da: moei men nooit vergeten
En r.u ik toch op die belasting kom,
il ik er even op wijzen, dat de schouw
burg niet zuo'n duur paardje is, als het
lijkt. De gemeente beeft in het afgeloo-
pen jaar weer f 23&W.79 aan vermakelijk
heidsbelasting, alleen van don stads
schouwburg geind, dat is dus ongeveer
15900-gulden meer dan het nadeelig saldo
bedraagl. Reken daarbij nog een som van
4000 gulden aan andere stedelijke belas-
in, ruim 2200 guldan-aam de electri
ze (abri eken, dan komt het -verlics-
r wei in eenlgszïns ander licht te
staan. En dan ik heb net reeds meer-
n gedaan wijs ik op de 18 volks
tellingen, waarvoor de gemeente
betaald heeftDeze voorstellingen
alleen wegen al tegen 'het madcelig sal-
dat wij ons niet moeten blind
staren op de verliesposten van den stads
schouwburg. Er staan zooveel voordeelige
pos'.ca tegenover, posten, die met in cij
fers zijn uit te drukken, doch dio het Ter
'ieicijfer verre overschrijden. Mie zou in
Haarlem nog den stadsschouwburg wil
len missen, ondanks zijn verliespost van
f 7937.161/2?
„X, KALENDERS
gereed
Wij verzenden voor U
naar nlle werelddeelen
FIRMA ANTON DE ROOIJ
Anegang14 TeSefoon 560
StsdsHisaws
Rijksuitkecring aan de
gemeenten
Een herziening noodzakelijk
Hoe de regeling th3n3 werkt
De lieer T Kostelijk, secretaris der
(om een te Velsen, verstrekte ene de
olgeiide beschouwing, over boven-
steam'ie. kwestie, gehouden op do ver
gadering vau Nederlancteche gemeen
ten.
Zeojils men weet, geschiedt de rijke-
nilkeefing nog altijd volgens de wet
/au 1897, terwijl de toestonden in
'crschillendc gemeenten zoozeer ver
anderd zijn. <!at herziening dringend
noodzakelijk is
Het referaat luidt als volgt
Me; schrik hebben tal van ge
meentebesturen de mars vernomen,
dat dc regsenng el' niet aan denkt een
nooduitkeering over 1923 en volgende
t aan de gemeenten te doen tezor-
en zij liek&en zich afgevraagd,
nu te- doen zou staan. Gelukkig
a Vereeniging van Neilerlandechë
Gemeenten d a a r om leiding te geven
aan de stroomingen, welke opkomen
tegen 't Regeeringsbes'uit. dat op het
oog af zoo goweldig onbillijk is tr-gen-
>r de gemeenten. d:c de nooduitkeo-
e voor het sluitend-maken van hun
budget onmogelijk kunnen missen.
In Februari van dit jaar ie hier
ter plaatse opgekomen tegen het voor-
loopig advies der staatscommissie,
want bü de beraadslagingen bleek
r al te duidelijk, dat. aan de ge
dachte regelingen verschillende bezwa
ren waren verbonden. Hoogster? zou
den de gemeemten ontvangen hetyeen
zii ov:r 1923 genoten en een restrictie
was asnge'egd om zoo hier en daar
nog wat le besnoeien. Daartegen was
het hoofdbezwaar gericht en men
koesterde de hoop. dat de Regeering
wel terdege "zou overwegen, hetgeen
uit den boezem van d© direct-bclang-
heb?hut'en naar voren werd gebracht.
Of dit inderdaad het geval is geweest,
kan moeilök worden uitgemaakt.
Maar dat daarop. na verschijning
van het nadere rapport der Staats
commissie. in plaats van een verhoo-
rincr der wenschen. een absoluut
..niets" werd te verstaan gegeven, is
toch wel zeer kras
Hecft.de rege-eriug bij de geraeenlq-
besturen niet de verwachting gewekt,
dat er althans voor 1S23 een nooduit-
keering zou komen dit reeds door het
enke>. feit, dat rii in de memorie van
Antwoord tot de Staatsbc-grootiag
voor dit jaar in zijn geheel deed op
nemen het vcorloopig advies van de
Staatscommissie, uitgebracht met de
bedoeling om do gemsentsbeeturen bij
de samenstelling der plaatselijke be
grootingen eenige zekerheid omtrent
het bedrag dezer uitkeer ing t9 ver
schaffen? Draagt de Regeering er
thans niet mede de verantwoordelijk
heid voor. dat er een lacune m die be
groot in gen voor het loopende dienst
jaar is ontstaan? leder kan voor zich
hel antwoord' ol> deze vragen geven.
Of de wisseling van de portefeuille
van Financiën op de beslissing invloed
heeft gehad, weet ik niet. maar voor
mij staat het vrijwel vast. dat do be
heerder van 's lands geldmiddelen het
„non possumus" heeft uitgesproken,
er kome, wat wil. Dit standpunt doet
verder redeneeren overbodig zijn,
want waar niet is verliest de keizer
zijn recht.
Het ie ook nog de vraag, of som
mige gemeentebesturen ongewild niet
hebben bevorderd, dat deze beslissing
is gevallen. In de dagbladen kon men
onlangs af en toe lezen, dat de reke
ning van doze en gene gemeente over
1922 met 'n groot batig saldo sloot, dal
er gedacht kan worden aan belasting
verlaging. fondsvorming enz. Welnu,
dc Regeering heeft ongetwijfeld ook
van deze berichten kennis genomen
en daarin, gezien den precairen toe
stand van 's lands financiën, wellicht
inede aanleiding kunnen vinden om
den gemeenten de nooduitkeering f.9
onthouden. Nog kort geleden heeft
men kutuicn lezen, rlat de Haagsche
begrooting voor 1924 een zóó gun-
stigen financieelen toestand zal open
baren. dat er volgens eenstemmig
oordeel van burgemeester en wethou
ders geen sprake van behoeft te zijn,
het salaris en het loon van hen. die
oor de gemeente werken, ook maar
in cent te korten. Of dit bericht juist
kan ik met beoordeelen. maar zul-
ko mededeelingen benadeelen de zaak,
aar het hier om wt. zeer ernstig.
Moet men nu bij do pakken neor
blijven zitten? „Neen", zegt de direc
tie van onze vereeniging. „wo moeten
ons wooi'cj doen klinken en trachten
voor de schijnbaar verloren zaak de
publieke opinie te winnen". Mijn per
soonlijke meeuing is echter, tiat we
vooreerst sullen blijven vastzitten
de wet van 24 Mei 1S97, zonder
eenige aanvulling. Do Staatscommis
sie kan vóorloopie op haar lauweren
gaan rusten en afwachten wat het
ieuwe begroot: ngssysteem zal uit -
•erken. Wellicht zal zii dan in 1925
baar werkzaamheden hervatten om
na te gaan, h-"- de financieel© verhou
ding tusehen Rijk ©n gemeenten moet
worden geregeid.
Laat men daarom thans roeien mrt
de riemen die er zijn. De bestaande
et van 1S97 heeft veel critïek onder-
ouden veel gerechtvaardigde cri-
liek. Maar zii heeft, als alle dingen,
ook een go?do ziide. E'i. die is daarin
-.lesen, dat zii elementen 111 zich be
vat. om te vo'doen aan dc eischen de-s
tijde. E'311 geringe, doch door haar
gevolgen ingrijpende wijziging, moet
lolden tot opheffing van het z.g. bc-
■ieziügssystfem.
Aanpassingsvermogen heeft men
noodig. omdat de vermeerdering van
bewolking in die industrie-gemeen
ten, welk© vroeger een geheel ander
karakter droegen, tal van behoeften
heeft geschapen, welke uithoofde van
de gewijzig-o positie bevrediging
eisciien.
Simpele vermenigvuldiging van
het vcor altijd vastgestelde uiikee-
ringsbedl'ae per inwoner met hei zie
lental baat niet voldoende, want ce
gefixeerde som voor zulke gemeenten
is ce laag Die som zou ook ongetwij
feld hooger zijn geweest, wanneer bij
de berekening van 189S hun stede
lijke positie daarin tot uitdrukking
had kunnen komen. Treffend is hec
b.v., dat de gemeente, waarvan ik de
eer heb secretaris te zijn. maar een
bedrag van f 1.45 1'2 per hoofd ont
vangt, terwijl zii bijna 30.003 inwo
ners telt en door visscherij en fa
brieksnijverheid behoeften heeft als
een stad van gelijk© grootte. Neemt
zij. wat het aantal zielen aangaat, de
28ste plaats onder de zuster gemeenten
in, bij de rijksuitkeerins? staat ze in
de rij van de kleine plattelandsge
meenten, welke in 1S9S weinig be
hoeften hadden. Bedroeg toen de
hoofdelijk? omslag f 13.000, thans is
de plaatselijke inkomstenbelasting ge
stegen tot ruim 7 tone Ieder, die be
kend is met het systeem van de wet
24 Mei 1897. weet. dat juist de
belastingdruk, in verband met de ge
schatte waarde der luuten de perso-
neele belasting vallende perceelcit en
de kosten van armenzorg, een belang
rijke factor vormde voor de bepaling
der rijksuitkeering. Kon men au lot
herberekening overgaan, dan zou
deze uitkeeriug voor de gemeente Vel-
sen minstens verdubbeld worden.
Het ware wel de moeite waard om
vcor a'Io gemeenten zoo'n herbereke-
niug te maken en ik geloof, dat
excessen, als zooeven door mij ge
ïllustreerd. dan naar voren zouden
komen in plaatsen met opkomende in
dustrie. in mijn- en in veengemeen-
ten. Deze worden buitengewoon
INCEZONDEN MEDEDEEL!NCEN a 80 Cts. psr regel.
BAAHIEM
BEVERWIJK
Onze Giro-afdeelin^ werkt Kosteloos en
snel. Opdrachten, ook ten gunste van niet-rekenlng-
houders bij onze instelling, worden denzelfden
dag uitgevoerd. Over dc saldi, waarover een rente
van 2 pCt. wordt vergoed, kunnen rekeninghouders
te allen tijde onmfidlcSellliEc: per chèque beschikken
schraal bedeeld en het ligt voor de
hand. dat van die zijde daarop thans
de nadruk wordt geitgd.
De aan verschillende groote en
ddoigroote gemeenten toegekende
uitkeenngen per inwoner vertoonen
e- u telende reeks, aanvangende bij
f 4 59 1 2. voor de hoofdstad des lam's
tot ruim f 2. De gemeenten, waarop ik
zoo pas doelde, vormen daarop ten
ongunstige uitzondering met een be
drag van ongeveer f 150. dus pl.sn.
f 1 -mmder dan gemiddeld per hoofd
over het geheele rijk. ofschoon zü het
zelfde zielental hebben en vrijwel in
dezelfde positie vorkeeren nis steden
wolk© meer dan f 3 ontvangen.
Mijn vraag is nu „kunnen er van-
'ege do Vereeniging van Nederland
se Gemeenten ook pogingen in het
werk worden gesfe-'d om door wijzi
ging van <ie wet van 24 Mei 1597 een
netberekening te verkrijgen. reeds
voor het jaar 1923, in afwachting van
een© radicale herziening dg>- finan
ciële verhouding, dio nog wel eenige
jaren zal uitblijven?" Mochten er ge
meenten ziin, welko als gevolg daar
van een lagere uitkeering zouden ver
krijgen. dan konden zii in het genot
van de hoogei uitkeering worden be
vestigd. Het wil mij voorkomen, dat
me; der.© voori opige oplossing van de
kwestie rlo groots!© oneffenhedeu
zouden verdwijnen, waarmede mis
schien ook niet een dusdanig bedrag
zou ziin gemoeid, dat dc Rcgcering
aanleiding zou kunnen vinden om
daartegen een afwijzende houding
aan te nemen.
Van hier en daar.
WERK VOOR DE METAAL INDUS
TRIE UIT ZUID AMERIKA
,,Het Volk" schrijft:
Naar wij vernemen, worden door
bemiddeling van de regeering sinds
eenigen tijd met metaal industrieelen
onüerhanuclingen gevoerd, die be
oogen eenige groote orders voor de
machine industrie uit Zuid Amerika
afkomstig, in ons land te doen uit
De regeering zou bereid zijn.daar
toe haar modewerking te verleenen.
Als deze onderhandelingen tot een
gunstig resultaat leiden, zal daar
van een belangrijke vermindering van
de werkloosheid het gevolg zijn.
Het zou dus. in verband met dc be
staande werkloosheid, zeer toe te jui
chcn zijn indien deze orders hier tc
lande zouden worden geplaatst, ander
zijds wordt in deskundige kringen liet
gevaar niet- denkbeeldig geacht, dat
de metaal industrieelen deze zaak zul
len aanvatten om op de regeering
druk uit te oefenen, teneinde i.. de
gelegenheid tc worden gesteld de
arbeidsvoorwaarden te verslechteren.
Hetzij, door verlenging van den
arbeidstijd a!s voorwaarde tc bedin
gen, teneinde te komen tot een ver
laging van de productie kosten, dan
wel dat zij bü do werknemers-organi
saties zullen pogen tot loonsverlaging
te komen.
Intusschen staat aldus onze
zegsman wel vast. dat do werk
loosheid in de metaal industrie in ons
land zóó groot is, dat verlenging van
den arbeidstijd ais allerlaatste middel
dient te worden toegepast.
Te meer, daar dit tot gevaarlijke
consequentie zou kunnen leiden
tegenover andere industrieën ten
opzichte van heb handhaven van de
Arbeidwet.
Wij .kunnen aan het bovenstaande
nog toevoegen, dat in de Amsterdam-
sehe metaalbedrijven waarschijnlijk,
slechts een gering deel van de orders
in uitvoering zal worden gegeven.
Wel ligt het in het voornemen het
teekenwerk geheel in de hoofdstad te
laten verrichten aangezien de cen
tralisatie daarvan zeer wenschelijk
wordt geacht.
RECONSTRUCTIECONGflES DER
ALGEMEËNE R. K. WERKGE
VERS VEREEN I Gl NG-
Dit congics zal gehouden worden
tc 's Gravenhagc op Woensdag 28 No
Als praeadviscurs treden op dc hce-
renCh. Stulcsjeyer, te Breda, over:
Verlaging van de productiekosten. H.
M. J. Blonijous, te Tilburg, over het
onderwerpHandelspolitiek en belas-
fcingpplitiek, cn dr. L. G. Kortcnhorst,
te Heemstede, over: Verdere maatre
gelen tot werkverruiming.
De conclusies van de inleiders zul
len weldra worden gepubliceerd.
Nadat elk der inleiders op het con
gres het woord heeft gevoerd, be
staat gelegenheid tot gedachten wisse
ling. uitsluitend voor leden der Algcm.
R. K. Werkgeversvereeniging en van
do bij het R. K. Verbond aangesloten
Va k vereenigingen.
Tot bijwoning van hol congres zul
len worden uitgenoodigd de bij de
Algem. R. K. Werkgeversvereeniging
cn het R. K. Verbond Reorganiseerde
R K- werkgevers, de leden der Katho
lieke Jonge Werkgeversvereeniging,-
do ministers van arbeid, handel cn
nijverheid, van binnenlandsche zaken,
van financien, van koloniën, van
waterstaat cn van buitcnlandsche za
ken dc voornaamste hoofdambtena
ren der verschillende departementen,!
de leden der Staten-Gcneraal, dc
leden van den Nijverheidsraad cn cler
rijkscommissie voor werkverruiming,
de besturen der <-erschi!!cndc R. K.
sociale organisaties cn die der
werkgeverscentï-alen en het bureau
van den senaat en d o hooglecraren
der juridische faculteit van de R. K.
Universiteit.
EEN SUIKERFABRIEK STOP
GEZET.
Men schrijft tut Zevenbergen aan
het „Hbhl.
De suikerfabriek Azelma, die jaar
lijks aan honderden arbeiders in deze
gemeente werk verschaft.' al dit jaar
wegens gebrek aan suikerbieten niet
kunnen werken.
Zevenbergen wordt hierdoor, even
als de geheele Westhoek van Bra
bant. zeer gedupeerd, vooral als men
bedenkt, dat ook de vlasfabrieken niet
werken.
haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Sommige lezeressen hebben zich er
o\ er beklaagd, dat mijn relaas over
het uitstapje van de krans telkens
juist afgebroken wordt op een interes
sant oogenblik. Dit is volkomen
juist. Tot mijn verontschuldiging kan
dienen, dat het opzettelijk gebeurt.
Hoe zou ik anders de nieuwsgierig
heid een hecle week lang kunnen vast
houden Bovendien heb ik .'.t in mijn
jeugd gc-leerd van de schrijvers, die
toen in den smaak waren. Aimard
bijvoorbeeld, die ons bezighield met
zijn prachtige Indianenverhalen, had
er al den slag van om ons in de
grootste spanning te houden, hij
bracht den held van het verhaal op
een plaats, waar aan geen overval
van de Indianen kon worden gedacht,
biivoorbeeld op deze manier: „de
woudloopér trad uit zün hut en be
wonderde de fraaie omgeving; de
dauw lag no? op het veld. de zon was
pas boven den bergketen in de verte
opgegaan, die nog gedeeltelijk in de
blauwe morgennevels gehuld was. vol
verrukking de rook uit zijn korte
pijpje blazend, nam de woudloopér
zich voor, een dag rust te nemen en
in het meer te gaan visschen. Hij
wist, dat er veel van die kleine, sma
kelijke visch aanwezig; was. die de In
dianen „lako" noemen en a.s narls-
tochteliik visscher verheugde hij zich
bij voorbaat in zijn geliefkoosd ver
maak. D© woudloopér klopte zijn pijp
uit tegen zijn mocassin en was op het
punt, in de hut terug te keeren, om er
zijn eenvoudig ontbijt te gebruiken,
toen oen ongewoon geluid zijn oor
trof. Hij spitste de ooren. Een seconde
later weerklonk een gillend Indiancn-
gehuil."
Daarna was het hoofdstuk uit en be
gon het volgende, hoofdstuk aldus:
„Begeven wij ons thans naar de
hacienda, waar wij den graaf in ge
sprek achterlieten met zijn rentmees
ter over de ontvoering van Donna
Clara."
Keeren wij na deze inleiding, wil ik
op mijn beurt zeggen, naar de Ree?
tenmarkt te Leiden, waar de krans
na al die moeite eindelijk een goed
onderdak had gevonden. Van Stuite-
ren had ons bij het scheiden verzocht,
niet later dan negen uur aan het ont
bijt- te zijn, wel wetende, dat het toch
halitien zou worden. Maar op dat uur
was dan ook het heel© gezelschap ver-
eenigd om een tafel, die het goede
oud-riollandsche ontbijt droeg, waar
op een vorig geslacht zooveel prijs
stelde, niet de karige broodjes met
niemendal, dan de paar potjes jam en
honig, die sommige logementen uit
het buitenland hebben overgenomen.
Men zegt, dat het „chic" is of „ton"
of de'tis en het kan allemaal wel waar
wezep, maar wat hebben wij met bui-
lenlandsche 'gewoonten te maken l Als
onze naburen 's morgens geen honger
hebben, waarom mogen Nederlanders
dan met stevie ontbijten? Ik voel
daar niets voor en vermeld dus met
vreugde, dat in „Het Vergulde
Paard'1 op de ontbijttafel stond worst
en koek cu kaas en eieren en een voor
raad brood, die oog en hart aange
naam aandeden. Om van de maag
maar niet eens te spreken.
Er was nog meer dan dat. Er waren
ook bloemen, een attentie van Van
Stuiteren, tegenover tante Koosje, na
haar duikeling in do vaart op den vo-
rigen dag. Kwade gevolgen had zij er
niet van ondervonden, integendeel, ze
had best geslapen en voelde zich, zei
ze, volkomen frisch en gezond.
Hierbij moet ik even een kleine op
merking maken. Verschillende leze
ressen hebben mij geschreven, dat ik
toch in geen geval tante Koos onaan
gename gevolgen mocht laten krijgen
van haar onvrijwillig bad „die lieve
ziel", schreef een van de dames: als
u haar er maar verkouden van laat
worden, bedank ik voor dc krant."
Ik heb aan deze dame teruggeschre
ven, dat ik gëen romanschrijver ben,
maar de eenvoudige verslaggever van
historische gebeurtenissenals tante
Koos iels was overkomen, als gevolg
van haar onderdompeling, dan zou ik
dat vermeld hebben, al hadden ook
honderd dames gedreigd met opzeg
ging van haar abonnement op cfe
krant.
De Hongaarsehe was nog niet ver
schonen. Blijkbaar wachtte zij uit be
scheidenheid, totdat zij werd geroe-
Dai gek cu
allen verzadigd waren. Rustig en kalm
trad zij met haar zoontje de kamer
binnen, maar haar oogen schoten vol
tranen, toen Kees zich losrukte en op
tante Koosje toeliep om haar goeieu-
tnorgen te zeggen. Er ging heel wat
tijd voorbij, voordat zij goed gezeten
was en een geregeld verhaal kon doen
van wat haar was overkomen.
„Ik was zooals u weet, aan het sta
tion Piet Gijzenbrug uit den trein ge
sprongen, omdat daar op het perron
mijn zwager stond. Tenminste dat
dacht ik, op dat oogenblik was ik er
zeker van, zóó sterk, was de gelijke
nis. Ik wou hem dsn ook in het begin
niet gelooven, toen liij zei mij niet te
kennen en terwijl wij nog praatten,
was de trein weg.
U kunt begrijpen hoe ik schrikte.
Mijn kind met u mee, ik kende u nau
welijks, mijn angst was groot. Door
do ontsteltenis kreeg ik een flauwte,
die zoolang duurde, dat de stationschef
een dokter uit Haarlem liet komen,
van wien iiii wist, dat hij juist ir. het
doip in consult geroepeu was. Toen
i!; weer bijgebracht was, had ik plot
seling mijn geheugen verloren; liet
was mij niet mogelijk mijn naam te
zeggen en evenmin hoe ik daar kwam
en waar ik heen moest. De dokter
vond het daarom noodig dat ik in een
ziekenhuis opgenomen werd en noin
mij mee in ziin auto, met het plan om
mij in het St. Elizabeths gasthuis te
Haarlem te brengén-
Maar in den auto. dicht bij Haar
lem. was het alsof het gordijn vóór
mijn herinnering v.eer werd wegge
trokken. Opeens wist ik alles weer
wat voorgevallen was, mijn naam,
wnar ik heen reisde, hoe ik u ontmoet
hnd. mijn onbezonnen uit den trein
springen, alles, alles. Natuurlijk wil
de ik zoo spoedig mogelijk naar Leiden
terug, in de hcop. dat tk u daar nog
vinden zou, maar toen ik hij mijn zwa
ger kwam. wist die van niets. Hij had
•u niet gezien
„U had gezce zweihundert zwan-
zig en dat nummer bestaat niet op de
Beestenmarktrei van Stuiteren.
„Pardon, ik had gezegd zwei und
zwnnzig". Muur ophieuw zei do Hon
gaarsehe zwetlumd zwnnzig, met een
ii cv tusschen, zooclat, het volkomen
verklaarbaar vn?, dit wil zweihun
dert zwauzig hadden verslaan.
Het overige is gauw verteld. Toen de
Hongaarsehe iu Leiden kwam, had zij
al gauw geïnformeerd, waar wij met
da auto's heen waren gegaan eu was
daarheen gevaren, om ons op tb zob-
ken. Hoe wij elkaar voorbij voeren is bs
Uend en hoe wij ten slotte elkander hij
toeval ontmoetten op de stoep vau
het hotel heb ik verteld.
Alle argwaan was nu voorbij, zelfs
bij Wouter. Hij zei dus niet veel. Nog
stiller was tante Koosje. die zeker
voorzag, dat de kleine Kees uit haar
omgeving verdwijnen zou.
Mooder en zoon waren nu weer ver
trokken. Niet ivoor goed. Er waran
uitnoodigingen gedaan voor bezoeken
aan Haarlem, wij zouden de romanti
sche gebeurtenissen van de laatste da
gen nog wel eens ophalen.
„Op weg, dames en heerer.l" riep
van Stuiteren, met een spoorboekje in
de hand op den drempel verschijnen
de. „Het is nu half een. de trein gaat
over twintig minuten. De reken-.ng is
betaald, de bagage zal aan t station
bezorgd worden. Op weg!" z
M.iar niemand stond op.
„Komaan, komaan, een beetje ener
gie! Het is tijd!"
Maar nog altijd verroerde zich nie
mand.
„Als de dames nog wat willen nis-
ten
„Ja. waar gaan wij nu eigenlijk
weer heen?" vroeg mevrouw Hopma.
met een klagende stem.
„Dat zou ik ook wel eens willen
weten" zei Hupslia.
„Pardon, pardon, de afspraak was
dat wij zouden reizen zonder vast pro
gramma. Ik zou de leiding hebben,
iiet gezelschap zou mij volgen
„Dat is alles goed en wel. Maar
waar gaan we heen?" vroeg nu ook
Hopma.
„Muiterij aan boord Verzet tegen
den kapitein?" zei Van Stuiteren
schertsend. „Laat ik even tegenorder
geven voor ae bagage ik zie wel,
dat wij met den trein van 1.50 niet
wegkomen."
„En als je dan toen order geeft."
zei Wouter, „bestel dan met,een een
flinke lunch 'k Heb hef ontbf,t al lang
weer vergeten én de Leidsche lucht
m-akt me hongerig."
Een toestemmend gemompel kwam
uit do rij van de mannen. De vrou
wen zwegen. Die stellen altijd veel
minder belang in eten en drinken.
En daarna vertrekken wc?" vroeg
Van Stuiteren.
„Welke dag is hef vandaag I" vroeg
tante Koosje, schijnbaar buiten ver
band met het onderwerp.
„Woensdag. Maar wat wil je daar
mee zeggen?"
„Dat we in tweemaal vier en twin
tig uur al meer beleefd hebben dan
andets in drie maanden.
En daarna wus liet, alsof het gezel
schap een beurtzang begon, leder
bracht wat in 't midden.
„Eerst de ontmoeting met de Hon
gaarsehe."
„Toen haar verdwijning.
„Onze autotocht.
„De ontmoeting met den leeuw.
„Ileb onweer in den nacht.
„De arrestatie door den veldwach
ter.
„Tante Koosje te water.
„Heldendaad van de Hongaar
sehe.
„Geen logies in den Haag.
„Autotocnt naar Leiden.
„Ontmoeting op de stoep..."
„Opheldering door de Hongaar-
sohe.
Al deze korte zinnetjes werden Van
Stuiteren als evenveel pijlen naar
zijn hoofd geslingerd. Hij raakte
evenwel niet van de wijs, keek den
kring eens rond en glimlachte vrien
delijk tegen tederen spreker of spreek
ster."
„Moot dat vroeg ten slotte tante
Koosje. „in hetzelfde tempo zoo voort-
gaan 1"
„Was het niet interessant?" vroeg
Van Stuiteren.
„Te"veel," zei Hupstra kalm- „Wat
staat ons nu nog te wachten
En daarop begon de beurtzang
opnieuw.
„Moeten we in een vliegmachine?"
„Of in ©en goederenwagen?"
„Boven op torens klimmen!"
„Of in een kolenmijn afdalen?"
Van Stuiteren stond plechtig op
en antwoordde: „Inderdaad staan de
vliegmachine en do kolenmijn op liet
programma."
Toen kwam el' een algemeen pro
test. van de krans. We praatten allen
door elkaar. Van Stuiteren hield de
handen voor zijn ooren. En ïnis.-.hien
praatten wij nu nog, wanneer de
kellner niet verschenen was, die aan
kondigde dat de lunch klaar was.
„Aan t ifcl zal krijgsraad gehouden
worden," ze: Van Stuiteren eu bood
mevrouw Hopma hoffelijk zijn arm
En zoo geschiedde. Na de peer werd
liet woord gegeven aan tante Koosje.
„Hoor eens, Van Stuiteren," zei
ze, „wij hebben twee heel interessant©
dagen" gollad- Nooit hoeft d© krans iu
korten tijd zooveel beleefd. Maar het
is te veel. Als wij zoo moeten voort
gaan, houdt niemand van ons dat
vol.
„En breng ik alleen jelui lijken
naar Haarlem terug," zet Van Stui
teren spottend.
„Zóó erg zal 't. misschien niet we
zen, maar doodop, misschien half ziek
toch wel. Het is te veel voor men-
schen van ouzen leeftijd."
,,Ja, ja. ja," riep dc lieele krans.
Toen volgde diepe stilte.
„Dus terug naar Haarlem Een gik
figuur maken tegenover vrienden eu
kennissen en personec-i. die ons pas
na een week terug verwachten?"
liet was Van Stuiteren, die 't- vroeg.
En uit de opgewonden groep kwam
meteen liet rustige antwoord van
Hupstra. „Neen, niet naar huis, maar
vier prettige, gezellige dagen in Am
sterdam."
En onder een a 1 gomcen hoera werd
daartoe besloten.
Zoo eindigde de avontuurlijk''
tocht van de krans ©enigszins sma
delijk in vier dagen te Amsterdam.
's Morgens niet vroeg op, dan een
kleine wandeling, dan naar een mu
seum of tentoonstelling, 's middags
veel thhe en 's avonds naar den
schouwburg.
Hot was prettig, gezellig en niet
al te vermoeiend. Zelfs Van Stuiteren
heeft er zich ten slotte mee verzoend-
Misschien is het een beetje duur ge
worden. Maar do krans is gezond cn
frisch thuis gekomen.
En anders? 1
Te veel ©motie is voor een Neder
landsen gezelf hap van middelbaren
leeftijd niet gezond.
Wij blijven Van Stuiteren dank
baar, maar z ij n tempo puste ons
niet. 1
FIDELIO.