De vrouw in 't spel HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE WERELD PRESBURG'S SCHOENEN GOED, CHIC, GOEDKOOP Onze Laclilioe Be laatste Avonturen van den Roeden Pimpernel ZATERDAG 12 JANUARI 1924 DERDE BLAD EEN MISLUKTE AANSLAC. Een drcevïg verlios. Een schitterend krijgsbedrijf. Het Kleine Kom* r-ict er. het Croote. Cunstige kansen voor de samenzweerders. Een be faamd smokkelaar. De houding van Berwick. Jacobus- te Calais, Een gewetenszaak. Uitstel. Do mislukking. Op liet eindo van het jaar 1694 trof Willem den derden, Stadhouder der Vereenigde Nederlanden en Ko ning van Engeland een slag. dien hij ternauwernood overleefde. In dat iaar heersoht© in Engeland een ziekte, waartegen do wetenschap geen voor behoedmiddel kende, de pokken. On der de slachtoffers der gevreesde ziekte behoorde Willem's gemalin Mariain den bloei der jeugd en schoonheid werd zij van hem wegge rukt. Het had niet gebaat, dat hij dagen en nachten aan haar ziekbed had gewaakt en de geliefde vrouw had verzorgd, de noodlottige slag viel, en de schijnbaar koele en geslo ten man was de wanhoop ten prooi, zoo zelfs, dat zijn getrouwen vreesden voor zijn verstand, ia zelfs voor zijn leven. Een maand lang was de ko ning absoluut buiten staal zich met staatszaken te bemoeien, het aller noodzakelijkste werd afgedaan door Willem» vriend en vertrouweling Bentinck. de rest bleef liggen. Wil- lems briefwisseling met den Raadpen sionaris Heinsius, werd gedurende eenige weken geslaakt, en toen ze door den koning her wit werd, was hij nog zoo geknakt, dat hij schreef„In vertrouwen zeg ik u. dat ik mij niet langer geschikt voe.l om het krijgsbe vel te voeren. Toch zal ik trachten mijn plicht te doen". De Republiek en Engeland, verbon den met Duitschlaml en Spanje, wa ren nl. sedert 168S in oorlog niet Bo dewijk den Veertienden, die de aan spraken van den verdreven Engelse-hen koning Jacobus II steunde en hem en zijn gezin die schitterendste gastvrij heid verleende. Weinig dacht Willem, toen hij in Mei 1695 naar het oorlogs- tooneel vertrok, dat de aanstaande veldtocht voor hem de schitterendste zou zijn van zijn celieole krijgsmans- loopbaan. De sterkste vesting van Europa. Namen, dut in 1692 door de Franschen onder Luxemburg veroverd was ('oen verovering, die iegelijk as een triomf van den Franschen vesting bouwkundige Vaub.au op den Hol- landseheri Coehoorn), werd nadab de door Coehoorn aangelegde vesting- verken door Vauban zoo versterkt waren, dat de vesting Namen voor onneembaar gold, door Willem^ met Coehoorn aan zijn zijde, in 1695 her nomen. Met inheiende vreugd werd de tijding van de verovering der stad door de bondgenooten vernomen en de spot, dien zij van de Franschen drie iaar vroeger hadden moeten verdu ren, met woeker terugbetaald. Toen Willem in Mei 1695 naar de Nederlanden vertrok, broedde er in Engeland een samenzwering tegen zijn troon cm leven, die alleen door zijn vertrek niet tot een begin van uitvoe ring kwam. Zoodra de koning in Eu geland terug was, nadat de troepen de -winterkwartieren hadden beirokken, Werden- do moordplannen weer opge vat. Er waren twee complotten: ec-n groot en een klein. Het- Groot Com plot. dat onder leiding stond van Ber wick, een natuurlijk© zoom van Jaco bus II. en dat genoegzaam alle voor name .Tacobieten (aanhangers van den verdreven koning) onder zijn leden telde. had ten doel een algemeenen opstand te bewerken, gesteund door Fransche wapenen. Sommige hunner kochten wapenen op, anderen weor paarden, nog andoren trachtten de algemeeue opinie te be verken door in herbergen degenen to' onthalen, die met hen wilden drinken op de ge zondheid van den gebann ;n vorst ©n dor/r zijn spoedigen terugkeer te voor spellen. De leider van het groote com plot, Berwick, bracht uiiit St.-Ger main, waar Jacobus het hem door Bo dewijk aangeboden koninklijk paleis bewoonde, de toezegging mee, dal zoodra de Engelsche welgezinden den opstand zouden beginnen, ziin vader aan het hoofd van 12000 we'geoefen de manschappen zich te Calais, waai de noodige troepen en transportsche pen verzameld waren, zou inschepen en hun te liuln snellen. Aan het hoofd van lief-Klein Com plot stond Sir Georg© Barclay, een Schot, die behoorde bot .Tacobus' ho velingen te Saint Germain. Hij stak naar Engela-nid over met den last lede ren Maandag- en Donderdagnacht na twaalven onder allerlei vermommin gen te wandelen op het p'ein van Covent-Garden met een witten zak doek half uit den zak. Deze doek moest tot herkenuinesteeken dienen 1 voor de lieden, die hem in groepjes van liweo of dlrie door Jacobus zelf werden achterna gezonden. Om gec- nerlei vermoeden te wekken, ver spreidde men in Saint Germain het gerucht, dat Barclay naar Parijs ging om zich door een bekwaam arts te la ten behandelen, terwijl dg andero vertrekkenden allerlei redenen opga ven om 's konings dienst zoogenaamd te verlaten de een verlangde naar rust, de ander wilde in een groote stad gaan studeeren, weer een ander liield zich ontevreden wegens geringe bevorderingkortom, alles werd aan gewend om te beletten, dat er iels zou uitlekken van de moordplannen. Barclay, de leider van het kleine com plot was ruimschoots voorzien van geld en was buitendien in het bezit van een lastbrief. die door Jacobus eigenhandig was geschreven, en waar in hij door den vorst werd gemach- tigi tegen den prins van Oranje alle daden van vijandschap te bedrijven.die hem, Barclay, in 's konings. d.i. Ja cobus' belang nuttig en raadzaam zou den voorkomen. De omstandigheden waren voor do samenzweerders biizonder gunstig. Zoolang Maria leefde, kon het ver moorden van haar echtgenoot voor Jacobus niet de gewcnschte gevolgen hebben. liet was al eens eenmaal be proefd, ruim twee eu een half jaar geleden maar na de mislukking had men voorloopig de moordplannen la ten varen. Immers, na den dood van Willem zou in ieder geval Maria ko ningin blijven: zij was nog jong. de mogelijkheid van een tweede huwelijk was niet uitgesloten, de tweede echl- genoob zou naar alle waarschijnlijk heid den koningstitel verkri-'gen en in ieder geval zou de kroon voor Jacobus verloren blijven. Maar nu was Maria overledenzoodra nu ook Willem uit, het land der leventen was ver dwenen. stonden Ja cobus' kansen schocm. Er was nog iels. De groote geestdrift, door het Engelsche volk aan den dag gelegd in 1689, toen Wil lem en Maria gekroond werden als koning en koningin van Engeland, was aanmerkelijk bekoeld De verstan dige Engelschen eerden en achtten hem als den grondlegger van hun godsdienstige en staalkundige vrij heid. maar genegenheid w©kte hij hij weinigen van beo. Hij was tegenover zijn Engelsche onderdanen koel en af gemeten; hij gevoelde, dat hij voor hen een vreemdeling was en bleef. Ho© geheel anders was hij tegenover zijn harteliike. trouw© Hollanders, van wie hij wist, dat hij in nood en doo-d op hen kon rekenen. Juist die har te lijk Vlei d en vertrouwelijkheid en te vens zijn gunstbewijzen jegens hen hinderden de Engelschen. Een enkel voorbeeldWillem had zich in het hoofd gezet, den vriend zijner jeugd. Bentinck. te verheffen tot de hoogte der voornaamste Engel sche geslachten, tot die der Howards en der Seymours. Reeds verschillende kroondomeinen had hij hem met goed vinden van hefe parlement geschonken, hij had hem verheven tot graaf van Portland; thans, in 1695, was zijn be- doeliug hem uit de kroondomeinen een schitterend landgoed te schenken in Denbigsliïre, in het prinsdom Wales, een bezitting, waarvan de waarde geschat werd op 100.000 pond sterling 02 millioen gulden) en waaraan zekere staatkundige rechten verbonden waren. De bewoners van Wales echter hadden iets van onze oude Friesen. die geen heer wilden erkennen dan den Keizer. Zij dulden niet. dat eenig onderdaan van den Engelschen koning rechten op hen had en wendden zich tol het Parle ment, dat met, algemecne stemmen be sloot den koning fe verzoeken do schenking in nadere overweging te ne men. Bentinck verzocht nu den ko ning de donatie in te trekken, daar hii niet de oorzaak wilde ziin van een verwijdering tusschen den koning ©n de volksvertegenwoordiging. Do ko ning gaf toe. diep gegriefd en ont stemd. maar de verwijdering was en b'eef aanwezig. Zooals we reeds op merkten. de omstandigheden waren voor de samenzweerders zoo gunstig mogelijk. Op een minuut of tien afstand van een geheime landingsplaats op de En gelsche kust. dicht- bij het Romney Moeras, woonde in die dagen een ze kere Hunt, een doortrapte smokke laar, Zijde nit Lyon en kant uit Valenciennes werden bij scheepsladin gen aan de landingsplaats gelost en INCEZONDEN MEDEOEELINCEN a 60 Cts. per recek hebben iets aparts en zijn CROOTE HOUTSTRAAT 88 bij karren-achten naar zijn woning vervoerd. De zaak was winstgevend, maar secKerf, de verdrijving van Jaco bus had Hunt nog een andere niet minder rijke bron van inkomsten. Zijn woning was een soort doorgangs huis voor iacobieten, die uit Enge land naar Saint-Germain en viee- versa trokken. Daar had ook Barclay in Januari 1G96 en ec-n paar .dagen na hem de Hertog van Berwick vertoefd, toen zii in opdracht van Jacobus op weg waren naar Londen. Barclay's 'dan had alle kans van slagen. I-lii hud de twintig handlan gers, die Jacobus hem groepsgewijze gezonden had vermeerderd tot een veertigtal, buitendien had liii een paar sergeants van liet Blauwe Regiment voor de samenzwering weten te win nen. Het plan was als volgt. Willem was gewoon iederen Zaterdagmiddag zijn paleis te Kensington te verlaten om in het aan den anderen oever der Theems gelegen park Richmond te gaan jagen. Op den tocht van Ken- sington naar den Thcoinsoever werd Willems koeta vaak begeleid door een talriik gevolg en steeds door een_ 25 man van zijn lijfgarde. Aan den Noor delijken oever gekomen ging 'l gevolg terug en alleen de afdeeluig lijfwacht bleef wachten op de terugkomst van d©u Koning. Deze stak de rivier over in een bootje, want tusscben Londen en Kingston was in die dagen geei- enkele brug. Aan don overkant wachtte hem een koets en een tweod: afdeeling lijfwacht. Nu was de bedoe ling den koning 1e vermoorden, nadat liij~on den Noordelijken oever was teruggekeerd en terwijl hii weer op wen was naar zijn paleis te Kensing ton. De veertig samenzweerders zouden zich in hinderlaag legger,. Willems geleide zou van drie kanten tegelijk onder vuur worden genomen, de ovc-v tevenden zouden worden neergesa beld, terwijl een keurbente van acc sluipmoordenaars de paaiden van Willem's rijtuig zouden neo.-srii.-rten en met hun zwaarden. 'Ie op Bar clay's aanwijzing meer t -t steken dan tot, houwen waren ingencb.. den v. ee. - loozen vorst te lijf zouden gaan. Toen het verraderlijke plan geheel vast stond, werd het doorBarclay me degedeeld Ooafgoorzibq wiek. maar deze weiaerde beslist «c-i er mee in te laten. Zijn zending naar Engeland was niet naar wensch ge slaagdde voorname Jacolueten we den overgaan tot een openhiken op stand voordat Jacobus met een Fransch leger in hun midden was. terwijl de Fransche konmg troepen weigerde, zoolang de opstand niet begonnen was. Berwick keerde dus terug naar die woning van (jen smokkelaar en bereikte woldra veilig ©n wel Calais, waar men dimk 'u do weer was met het maken van toebe reidselen voor een landing in Enge land. Op ziin weg naar Versailles ontmoette hii zijn vader. Er werd tus schen hen overeengekomen, dat Jaco bus zou doorreizen naar Calais ter wijl Berwick Bodewijk den veertien den op de hoogte zou gaan brengen van het heuglijk feit, dat hii weldra sou ontslagen zijn van zijn aarts vijand. De Fransche koning, die zelf nooit last zou hebben gegeven tot het plegen van een sluipmoord, achtte liet niet beneden zich gebruik temaken van de mededeelïng. Hij gaf onmid dellijk san ziin vloot te Calais bevel ziel* op alle gebeurtenissen voorberei't te houdeu- Ook Jacobus wachtte te Calais in spanning den loop der gebeurtenissen Op de tegenoverliggende Engelsche kust. od de klippen van Kent lagen dc brandstoffen opgestapeld, die. nadat de moordaanslag gelukt was. zouden opvlammen tot een vuur, dat men van de Fransche kust af zou kunnen zien. .Tacobus wachtte en wachtte, maar liet, teeken bleef uit. Wat was er gebeurd i Een de. saamgezworenen, Porter, overigens een drinker en een losbol, bad meer dan eens belangrijke diensten bewe zen aan een zijner vrienden. Pender grass- eeu oprecht aanhanger van den verdreven koning, maar tevens een man van eer. Porter toonde weinig menschenkennis, toen hij cp Donderdag den 13on Februari dezen man 'hij zich ontbood, hem het gc- heele plan onthulde en hem aan spoorde aan liet complot deel te ne men. Den volgenden avond, daags voor den lóen Februari, den voor den moord vastgestelden Zaterdag, voel de Pendergrass zijn geweten zoo be zwaard, door het bewustzijn, dat hij door Willem niet te waarschuwen medeplichtig was aan den beraamden sluipmoord, dat hij Bentinck ging opzoeken en tot hem zei: „MyiorU! Indien het behoud van uw koning u niet geheel en al onverschillig is, laat hem dan morgen niet op de jacht gaan. Mijn godsdienst, ver plicht mij den dood van een mensch te verhinderen, waar ik kun. Maar vraag mij niet naar dc- namen der samenzweerders. Sommigen van hen zijn mijn vrienden, aan een van hen ïleb ik de grootste verplichting „ik ben vast besloten hen niet te ver raden." Bentinck snelde onmiddellijk naar den koning, maar deze wild© xanvan- kclijk niet luisteren naar de waar schuwing voor een gevaar waaraan hij niet geloofde; ten slotte echter gaf hij gehoor aan de "fmeckingen an zijn vriend. Toen den volgenden morgen de 'eeltig samenzweerders, die op het punt waren te paard le stijgen, van de twee onderofficieren vernamen, dat de jacht niet doorging sloeg Jiun do -ohrik om heb hart. Maar daar alles ten paloize rustig bleef en er geenerlei gevangenneming volgde, besloten zij rustig te wachten tot aen volgenden Zaterdag. Voordat Pendergrass Bentteck was komen waarschuwen, was t reeds aan saamgezworenen bij hem geweest niet hetzelfde doel, maar «leze man verdiende zoo weinig vertrouwen, dat Bentinck weinig notitie had genomen 'au zijn waarschuwing. Een paar da gen na Pendergrass kwam nog een derde, die we' om zijn levenswijze en weinig vertrouwen verdiende als de eerste, maar de. door allo drie ver melde bijzonderheden kwamen zoo nauwkeurig overeen, dat nu toch ook Wi'lera werkelijk begon te gelooven .'■•v bet hectam '!r" samenzwering. Kï.i bet Pendergrass des Vrijdags avonds rntbieden en ontving hem zonder andere getuigen dan zijn trou wen vrier.d Bentinck en den dap peren Cut te, een van zijn krijgs oversten. Tk beschouw u, sprak Willem vriendelijk tet hem als een man van rTV -Ti v/aT.-nchtige braafheid. Maar jcirt dezelfde overwegingen, die u genoopt hebben tot openbaring van dsn aanslag, b oh opren u ook te be wegen de namen der saamgezworenen niet te verzwijgen. Anders zal de ach terdocht' mijn cebeele verdere leven vergallen en znller uw we.nken niet voldoende zijn het te behouden. Een half uur teng weigerde Pendcr grass standvastigeindelijk gaf hij toe op voorw.aa-.-de dat ziin opgaaf niet tot verderf der schuldigen zou worden aangewend- Ik geef u mijn woord van eer, dat uw getuigenis tegen geen van hen zal wordpn aangevoerd dan met uxv toestemming. Toen schreef Pendergrass de na men der voornaamste saamgezwore nen op. Willem ging den volgenden dng niet op de jacht. De voornaam st© samenzweerders werden gevangen genomen. Alleen Barclay wiet naar het vasteland te ontkomen. Porter en oen of twee nnrle.ren kregen gratie, de overigen werden ter dood veroor deeld. Jacobus' plan was mislukt,: Willems troons stond vaster dan ooit. door SIMON MOS. Mijn vriend Batavus Klepme-ijer is oen man van principes. Omtrent alles xvat er zoo dagelijks om ons heen plaats grijpt, wat er ook maar gebeurt heeft hii ziin eisen, besliste meeningen en persoonlijke opvattingen; rotsvast gowoiloaic ioeccu. welke hij nimmer prijs geeft, ondanks soms veel moeite van anderen, die meer dan eens van hot tegenovergestelde van zijn bewo ringen, de onoinstootelijkslu bewijzen kunnen bijbrengen. Eeu van zijn laatste stokpaardjes, die hij bezig was te berijden, toen ik hem kortgeleden weer eens sprak, was zijn absoluut niet :e weerspreken oor deel, dat bij elk voorval, iedere ge beurtenis. ingewikkelde .-.ffairc. of de eenvoudigste zaak ter wereld, dat deed er niet toe. maar Sat altijd en 1 overal „de vrouw in 't spel" was. En toen ik daarop mijn schouders optrok en kern met een sceptischen glimlach, ietwat ongeloovig aankeek, ging hii enthousiast door Heusch. waarde vriend, geloot me 't Is trouwens nooit anders ge weestHet „cherchez la femme" is door alle eeuwen heen. in de meeste gevallen gebleken het begin te zijn van den weg. aan wiens einde de op lossing was te vinden.... Keizer Cato zei het reeds„Wjj Romeinen die de wereld regeeren, worden door onze vrouwen geregeerd"En zegt Bil- derdiik niet in zijn gedicht ,,I>e vrou wen van Wijrrsbenr". dat als de nood ten lioogsten graad Van 't onheil is geklommen. Dan is het somtijds vrouwenraad. Die redding uitdenkt voor het kwaad, Daar mannen bij verstommen. Want vrouwenlist, zoo 'c spreek- a woord zeit, Gaat boven alle "listigheid." Jaweljawel I lacht© ik, maar re... er zijn toch wel voorvallen, trachtte ik te overtuigen, die geheel buiten de vrouw of OnmogelijkI onmogelijk! viel In] mij heftig in de rede. bestaan mc-t. beste vriend, zelfs bij de meest een voudige gebeurtenissen, bii al led a ag- schfi geschiedenissen blijkt tóch ten slotte" de vrouw in het spel te zijn... 'k zal ie een persoonlijk voorval uit miin eigen huis meedeelen.... Hob je ev-'-n tijd Toen ik bevestigend knikte. y;rvo 2- d© mijn vriend, met de gemaKKc.ijke breedvoerigheid van vertellen, die liein eigen is: "t Is al eenige jaren geleden, ik wits nog in mijn vorig© functie en dus te Amsterdam woonachtig.-.- De jongens waren nov klein Hans zal zooxvat acht jaar ziin geweest en Bon vier zooals je bekend is. had ik liet teen nog al druk... tijd er af nemen ,o©r vacantie, gin-* haast niet.... als te ©ens met heel voel moeite een week p->_ A,.a r'. tien er uit kon trex- k'.-. was het welletjes.... maar dan kxvani ©r nog heel wat kijken.... Maar do d-iger- ,;io ik kon vrijmaken.bracn: ik altijd buiten door..., de icmgeus l'.adclfi ruimte en frissche lucht, hard nood iffen ze 7'bovendien weer eens xvat. meer van hun eigen land-., 't Buitenland b natuurlijk voor zulke jonge kinderen niets gedaan Nou bleek het. dat boys in die vacantie- dun. al Lijd gelil te kort kwamea.... zo wilden graag eens iets extra ncoDe waartoe hnn portemonnaio niet toe reikend bleek.... eén paar mooie prent briefkaarten. een carieautie voor een kennisje en zoo meer.... Daarom na<t ik toen weer eens de vacantie voorm) was. hen aangeraden reeds aaöeliik te gaan sparen voor het volgende ze kregen zakgeld, daar ben ik altijd een voorstander van geweest. Zé hen ben dan zelf een sommetje, waarover ze vrijelijk kunnen beschikkenon der een bescheiden controle evenwel, teneinde van evéntueele uitspattingen op de hoogte te kunnen blijven.Ik stelde hen voor wekelijks een kleinig heid af te zonderen, en dat ook te doen van extra giften of meevaller tjes... dan zouden ze tegen de volgen de vacantie een aardig pot jo hebben gemaakt.... Bovendien leerde het blij vend tot spaarzaamheid... Als een be paalde prikkolstelde ik tot. voorbeeld al 1 o twee-en-een-11 alve-cen t-slukken die ze ontvingen, in den pot te depo- neeren.... Of voorloopig alleen de nieuwe vierduitstukken, of plak ken, zooals ze in Amsterdam zeggen... Dat plannetje vond algemeene instem ming... er werd een spaarpot gekocht en wel zoo'n ouderwetsch groen var ken met korte pootjes, en in z'n vette rug een spleet, om er de geldstukken te kxxnnen inwerpen. Bii ecu juffrouw in een keldertje op de Spiegelgracht, waren die groene aarden artikelen nog te koop.... Nu. in het begin was er veel aardigheid voor dit sparen zon dat het varken na een naar maan den al tamelijk zwaar word... het spreekt vanzelf, dat mijr.u vroinv en ik er ook menige ©lak in liéten ver dwijnen... 't zou voor de jongens een aanmoediging ziin tot meerder sparen, wanneer ze later bemerkten, dat d-.e gezamenlijke kleintjes zoo'n groote kon worden.... zoo werd het al voor jaar.... de jongens lladden nu ongeveer acht maanden gespaard, tóen ik op zekeren morgen bezoek kreeg van iemand, -waarmee ik vroeger zaken had gedaan... Hij had nog altijd eeni- go schuld aaïx mij. ec-n postje waar over we indertijd kwestie hadden ge kregen... Ofschoon ik het al lanc had afgeschreven, kwam hii het nu vol doen, bekende zijn ongelijk en be taalde het postje, «root dertig gulden. met urie gouden tientjes Jo merkt, onderbrak hij zich zelf even, dat het vrij lang geleden is.... Enfin!., hot was als hot ware. gevonden geld... En toeu ik hot thuis vertelde, besloot ik de drie gouden tientjes 't was toch een buitenkansje in het lichaam van het groene varken te la ten glippen, zonder dat de jongens er iets van wisten natuurlijk!.... We stelden ons die twee leuke tceu-n al voor, als het varken geslacht zou wor den.... En paai- weken daarna, het Aan de dienstbode was gezegd dat zij in een zeker gerecht zooveel zout nicest doen als op cca kwartje kan gelegd •rden. 's Middags was het gerecht veel te it. Natuurlijk vroeg mevrouw aan de dienstbode, of zij niet gedaan had-, wat ar nas gezegd, „Niet heeleroaal, mevrouw," was h« woord, „want ik had msar twee Ivc sur.vers cn een dubbehje bii ax:jl was druk. ik bad Werk me-e naar huls genomen ©n zat. avonds in mijn ©igen kamer te werken.... 't )Vas rus tig en stil om m© heen.... mijn vrouw was even naar haar moeder, 't rceisie naar huis. Bob lag al in z'n bed en Hans maakte ziin huiswerk in de serre.... 't Zal zoo om en bij half ne gen ziin geweest, toon Hans in mijn kamer kwam, met de mededeeling, dal er ecu loopjougon was uit een ma gazijn van dames-artikelen waar mijn vrouw dos middags iets had gekocht... dio jongen bracht het gekochte en had. de rekening bij zich. Mijn vrouw had er wel over cesproken maar blijkbaar vergeten het geld gereed te leggen— Maar hot gébrachte was in orde, d«s ik bcte-ilde.... althans trachtte dit te doen. xvant zooals het gaat mot dergo- hike loopjongens, z© hebben gewoon lijk geen of onvoldoende wisselgeld bij zich en ik kon het onmogelijk precies passen.... Na heel vc I gescharrel, met wisselen hier gn daar in do buurt, kwam ik ten langen leste zóóver dat het bedrog klopte op zeven en een bal- vo coat na.... Tk voelde nog weer eens in al mijn zakken... ik vond het hclnblxsrd het bedrag niet in zijn ge heel mee 1e kunen geven maar kon geen enkel dubbd'.ie vinden.... Toen opperde Hans 't ineens: „laat ik zoo lang drie plakken xiifc het varkex ne men, jü, dan bent u er."... „Ja. dat kan!" bekende ik volmondig, blij, op die manier van den loopjongen af to kunnen komen, „dat is ~oed. peu ter er maar drie uit. dan zal ik ze er morgen wel we-er in doen.", zei ik-.« En toen was die netelig© affaire wel dra opgelost... Tk ging daarna door mot mijn werk doch het werd al don ker... ik moest: de lamp aansteken, om vorder te kunnen gaan... Terwijl ik nog even in c©n schemer zat te miimeren. overdacht ik nór eens toe vallig aïe loop jongen-geschiedenis..... En plots flitste het met telegrafische snelheid door mijn brein. da', er. be halve twee-en-coii-lialve-ceni-stukken ook drie gouden tient jes in het vorken aanwezig waren, en, stel jo eeni voor. Hans wist er immers niets van, dat toevallig die drie gouden tientjes waren uitgevallen en den loopjongen gegeven.... het was eigenlijk niet meer dan natuurlijk dat die goudstukken er 't eerst uitgevallen zouden zijn. niet waar?.... zij lagen vrijwel bovenop.... waren veel zwaarder en bovendien ook iets kleiner dan de 2 1/2 cent stukken.... Logisch was hel. dat zii het eerst voor den dag waren gekomen uit het varken, nadat- het omgekeerd, ge schud was geworden.... En als die loopjongen nu was. zooals er helaas meer ziin. dan zou hij van die vergis- liing xvteticlit prefite'.ren en z'n baas alleen het juiste bedrag afdragen, na onderweg de goudstukken voor drie plakken dos naods geen nieuwe- verwisseld te hébben.... En dan. na tuurlijk tien tegen één waren de gou* den tientjes van het buitenkansje FoctaiDal idee liet me niet meer los. Het zou stom toevallig ziin... zéker!... Maar het kón toch... Ik had géén lust meer in mijn werk... ik bleef maar piekeren over die gouden tientjes... Eindelijk kon ik héb niet meer verkroppen... ik moest zeker heid hebben... 't Was precies of iemand me o-edurig influisterde; „Ze zijn cr niet meer"ze zijn verdwe nen"... „die loopjongen beeft ze te pakken".... Tk gincr naur de huiska mer. riep Hans n vroeg hem of-ie wel zeker wist. ent liet "2 li'2-cent- slukken waren, die hij uit liet varken had geschud?Zeker, pa," zei hij, „cr zat toch niet anders in"... Nee, hii wist niet béter, natuurlijk... ..Wa ren hot nieuw©. die er ui; vielen?" vroeg ik liem verderJn, dat wel antwoordde hij... Zie ie weldacht ik" do gouden bienties!Hoor eens,- Hans, we zouden.... we konden"; hakkelde ik, „we moesten ©ens gaan tollen, hoeveel er nu al In zaten"... „Och. waarom pa?" vroeg TIans. later is dat toch veel leuker"ja wel", bracht ik hiér togen in, „maar dan xvcten wjj hot samen het eerst... ik zou het wel aardig vinden het n o. eens te weten.".... Middelerwijl begon ik het varken onderste boven gekeerd, a! vast l.e schudden on ei' vielen een paar plak ken uit.— Hans rangschikte ze in rijen en scheen or zich uu toch wel mee to kunnen vereonigen.,.. Maar gemakkelijk was het niet, die deltsel- scho dingen ©r uit te krijgen... Vooral in dit speciale geval ging het met te x-eel zenuwachtigheid van mijn kant gepaard.... Mi-t behulp van de punt van eén mes. vlotte het evenwel iets Feuilleton Uit het Engelsch van BARONES ORCZY. (Nadruk verboden). 2) Een blauwachtige vlam schoot uit do diepte vou de kom naar hoven en wierp gedurende enkele seconden e.m snooxiiciittg licht duur hot omringende half duister. Een welriekende rookko lom steeg naar de zMdorim; op. Toeu doolde co xlam weer, en zag het er nr.g geheimzinniger iu het vertrek uit dan eersr. Kobespierre had zich niet verroerd. Zijn grenz-enkV'Za ©dolheid, ziin onyer- zudeliike cfr;:uc!t: maakten hem blind voor de onbeschaamdheid van dezo zoogenaamde mvst/c.ko verrichtingen. IIij haalde diep aohm eu vulde zijn longen m.'f den bedwelmenden rook. waarvan hij evenveel genoot als van de walgelijke vleierij zijner vereer ders. De oude waarzegster herhaalde haar too\:erformule. „De lof van hen, die u aanbidden, stijgt als wierook tot u op!" F,en teero, witte vlam stejg onmid dellijk uit de kom op ©u wierp ©ven een helder licht om zich heen. om da delijk daarop weer uit te dooven. En voor den derden keer sprak de heks de zinnebeeldige woorden: „Uit het hart eenor gansche natie stijgt do wierook der volmaakte vreug de over uw triomf over uw vijanden!" Dezen keer echter werkte het too- verpoedcr niet zoo snel als de tweo voorafgaande malen. Het licht van de olielamp scheen zelfs plotseling te verflauwen. Zoo kwam het althans den tiran voor, dio, de zenuwen tot liet uiterste gespannen, op zijn verho ven zitplaats zat, en met de bcenige handen, die zoozeer op de klauwen van ©en roofvogel geleken, de arm leuningen van zijn stoel omvat hield en zjn half toegèfcuepen oogeix op de sibvlle bleef richten, die op haar (beurt naar de metalen kom staarde, alsof zij daaruit eenig geheimzinnig teeken hoopte te krijgen. Eensklaps schoot een helderroode vlam uit de kom omhoog. Alles in het vertrek word met oen roodën gloed overlogen. De oude heks zng er uit, alsof zo rood geverfd was, haar oogen schenen met Bloed doorloopen cn haar lange, gebogen neus wierp een groote zwarte schaduw over haar mond. waardoor haar gelaat als in een grijns vertrokken leek. „Rood! Rood!" weeklaagde zo. „Driemaal strooide ik gisteren in naam van onzen Uitverkorene dit too- verpoeder in de kom driemaal ver borgen dc geesten hun identiteit in dc bloedroode vlam... rood... altijd rood niet alleen bloed maar gevaar doodsgevaar door dalgeue, xvat rood is „Spreek nu niet langer in raadse len, Moedert" riep Robespierre onge duldig uit, terwijl hij haastig van de verhooging stapte. Hij naderde de oude toovenaresj greep haar bij don arm en bukte zich oxer deu kristallen bol, om datgene te zien, wat daarin blijkbaar aan haar geopenbaard word. „Wat zie je daar tooll?" vroeg hij Ze duwde hem echtor op ziido. „Rood!" mompelde ze, „rood ja rood! Toen uitte ze een doordringen den sil „Pas op!Pas op het rood heeft den x'orm van een bloem ik zie duidelijk vijf bloembladenen den Uitverkorene zie ik niet meor. „Wel vervloekt!' riep de man uit. „Wat is dat na weor voor inolliiF- lieid?" „Hot ls geen malligheid", hernam de oude heks met haar eentonige stoi Ge hebt liet orakel geraadpl?e:d ©n >rakel üeeft gesproken. Hoed u •Ge 'het xoor de roodo bloem, want van die roode bloem dreigt doodsgevaar". Robespierre trachtte om baar woor den te lachen. „Iemand heeft u zeker verhalen ge daan, Moedor, van den geheimzinni- gen Engelscliman", -zei hij met een stem, die hij vergeefs trachtte vast to doen klinken, „van liem. die den bij naam draagt van den Rooden Pimper nel „Uxv doodsvijand, o. afgezant van den Allerhoogste!" viel de oude gods lasteraarster op plecfitigen loon in. „Daar ginds, iu het misiig© Engeland hoeft hij u den dood gezworen. Hoed u voor hem!" „Als dat liet eenige gevaar Is. wat mij bedreigt begon de ander, trachtende onbekommerd te schij nen. „Het eenige, maar tovens een groot gevaar", hield de heks vol. „Acht liet niet te gering, al is liet ver of". „Ik acht het gevaar niet te gering, maar ik overschat het evenmin. Een mug is lasrig. doch levert geen gevaar op". „Een mug kan een vergiftigen steek toebrengen. De geesten bobben gespro ken. Luister naar hnn waarschuwen de woorden, o, Uitverkorene van liet Volk! Verdelg den Engelschman, eer hij u verdelpel" „Pardi!" hernam Robespierre en ondanks de benauwde atmosfeer, die ©r in bet vertrek hccrschtc, rilde hij als van koude.. „Aangezien go mot da geesten verkeert, kunt ge ook wel van z© te weten komen, lioo Ik dat aan moet leggen". De vrouw hield don kristallen bal voor baar borst. „Ik zie do roodo bloem heel duide lijk een kleine, vuurrpodc bloem. Eu ik zie het groot© licht, dat als een aureool is, het licht van den Uitver korene. Het is ©en verblindend licht, maar de vuurrood© bloem werpt et- een diep© schaduw over". „Vraag aan jo geesten", viel Robes pierre op gebiedenden Loon in, „lice ik mijn vijand bet beste de baas kan worden". „Ik zio iets", ging do heks droo- nierig voort, terwijl zij in den kris tallen bol bleef staren, „iets blanks en ros©, iets teersis het een vrouw.T' „Een vrouw?" „Ze is groot, en ze is mooieen vreemdeling©met oogen donker ais do nacht en lokken zwart als a© vleugels van een raafJa. bei Ls ©en vrouwZe neemt de bloem jn baar hand Z© liefkoos; haar... Ah!" en de oude profetes uitte e:n luiden triomfkreet. ,.Z© werpt do bloem ge heel gehavend In liet verterende licht... En nu ligt zij daar verwelkt en ver trapt en liet Licht straalt al helder der en helderder". „Maar do vrouxv? Wie I© zij?" viol de man ongeduldig iu. „Hoe heet zij?" „Do geesten noemen geen nansi-o"; antxroordde de profestes. „Iedere rouw zou graag uw dienares zijn, o, Uitverkorene van Frankrijk! De gees ten hebben gesproken", .heloot zij op plcchtïgoix toon: „Go zuPi. door do hand van een vrouw gered worden". „En mijn vijand?" vroeg hij. „Wie xan ons tweeën verkeert in doodsge vaar nu ik gexvaarschuxva ben xvio ven ons twoe.'n? mijn Engel sche vijand of ik?" Slechts al te gewillig sing d© Oud© heks met haar voorspellingen voort. Robespierre zat in aderalooze span ning naar haar t© luisteren, een ge- heel andere persoonlijkheid mi dart dó koele, berekenende despoot, diu duizenden in don dood gezonden had. Hoe wonderbaarlijker do gebeur- tenisson van den dag zijn en hoe groo- ter de rampen, die de wereld treffen, des ie meer beseft de mensch ziin eigen onmacht en dos le meer 7»©kt hij naar de Verborgen Hand, die sulk© gcliciirtenissén, zulke rampen heeft kunnen bewerkstelligen. Sinds den dageraad dor geschiede nis had men zich neg nooit met zoo- voo! theosopbieën, zooveel verschillen de soorten van geestenleer on geheime wetenschappen opgehouden, als juist in dio dagen, (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 9