De vrouw in 't spel
HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
PRESBURG'S SCHOENEN
GOED, CHIC, GOEDKOOP
Onze Laclilioe
Be laatste Avonturen
van den Roeden
Pimpernel
ZATERDAG 12 JANUARI 1924
DERDE BLAD
EEN MISLUKTE AANSLAC.
Een drcevïg verlios. Een schitterend krijgsbedrijf. Het Kleine Kom*
r-ict er. het Croote. Cunstige kansen voor de samenzweerders. Een be
faamd smokkelaar. De houding van Berwick. Jacobus- te Calais, Een
gewetenszaak. Uitstel. Do mislukking.
Op liet eindo van het jaar 1694
trof Willem den derden, Stadhouder
der Vereenigde Nederlanden en Ko
ning van Engeland een slag. dien hij
ternauwernood overleefde. In dat iaar
heersoht© in Engeland een ziekte,
waartegen do wetenschap geen voor
behoedmiddel kende, de pokken. On
der de slachtoffers der gevreesde
ziekte behoorde Willem's gemalin
Mariain den bloei der jeugd en
schoonheid werd zij van hem wegge
rukt. Het had niet gebaat, dat hij
dagen en nachten aan haar ziekbed
had gewaakt en de geliefde vrouw
had verzorgd, de noodlottige slag
viel, en de schijnbaar koele en geslo
ten man was de wanhoop ten prooi,
zoo zelfs, dat zijn getrouwen vreesden
voor zijn verstand, ia zelfs voor zijn
leven. Een maand lang was de ko
ning absoluut buiten staal zich met
staatszaken te bemoeien, het aller
noodzakelijkste werd afgedaan door
Willem» vriend en vertrouweling
Bentinck. de rest bleef liggen. Wil-
lems briefwisseling met den Raadpen
sionaris Heinsius, werd gedurende
eenige weken geslaakt, en toen ze
door den koning her wit werd, was hij
nog zoo geknakt, dat hij schreef„In
vertrouwen zeg ik u. dat ik mij niet
langer geschikt voe.l om het krijgsbe
vel te voeren. Toch zal ik trachten
mijn plicht te doen".
De Republiek en Engeland, verbon
den met Duitschlaml en Spanje, wa
ren nl. sedert 168S in oorlog niet Bo
dewijk den Veertienden, die de aan
spraken van den verdreven Engelse-hen
koning Jacobus II steunde en hem en
zijn gezin die schitterendste gastvrij
heid verleende. Weinig dacht Willem,
toen hij in Mei 1695 naar het oorlogs-
tooneel vertrok, dat de aanstaande
veldtocht voor hem de schitterendste
zou zijn van zijn celieole krijgsmans-
loopbaan. De sterkste vesting van
Europa. Namen, dut in 1692 door de
Franschen onder Luxemburg veroverd
was ('oen verovering, die iegelijk as
een triomf van den Franschen vesting
bouwkundige Vaub.au op den Hol-
landseheri Coehoorn), werd nadab de
door Coehoorn aangelegde vesting-
verken door Vauban zoo versterkt
waren, dat de vesting Namen voor
onneembaar gold, door Willem^ met
Coehoorn aan zijn zijde, in 1695 her
nomen. Met inheiende vreugd werd de
tijding van de verovering der stad
door de bondgenooten vernomen en de
spot, dien zij van de Franschen drie
iaar vroeger hadden moeten verdu
ren, met woeker terugbetaald.
Toen Willem in Mei 1695 naar de
Nederlanden vertrok, broedde er in
Engeland een samenzwering tegen zijn
troon cm leven, die alleen door zijn
vertrek niet tot een begin van uitvoe
ring kwam. Zoodra de koning in Eu
geland terug was, nadat de troepen de
-winterkwartieren hadden beirokken,
Werden- do moordplannen weer opge
vat. Er waren twee complotten: ec-n
groot en een klein. Het- Groot Com
plot. dat onder leiding stond van Ber
wick, een natuurlijk© zoom van Jaco
bus II. en dat genoegzaam alle voor
name .Tacobieten (aanhangers van den
verdreven koning) onder zijn leden
telde. had ten doel een algemeenen
opstand te bewerken, gesteund door
Fransche wapenen. Sommige hunner
kochten wapenen op, anderen weor
paarden, nog andoren trachtten de
algemeeue opinie te be verken door
in herbergen degenen to' onthalen, die
met hen wilden drinken op de ge
zondheid van den gebann ;n vorst ©n
dor/r zijn spoedigen terugkeer te voor
spellen. De leider van het groote com
plot, Berwick, bracht uiiit St.-Ger
main, waar Jacobus het hem door Bo
dewijk aangeboden koninklijk paleis
bewoonde, de toezegging mee, dal
zoodra de Engelsche welgezinden den
opstand zouden beginnen, ziin vader
aan het hoofd van 12000 we'geoefen
de manschappen zich te Calais, waai
de noodige troepen en transportsche
pen verzameld waren, zou inschepen
en hun te liuln snellen.
Aan het hoofd van lief-Klein Com
plot stond Sir Georg© Barclay, een
Schot, die behoorde bot .Tacobus' ho
velingen te Saint Germain. Hij stak
naar Engela-nid over met den last lede
ren Maandag- en Donderdagnacht na
twaalven onder allerlei vermommin
gen te wandelen op het p'ein van
Covent-Garden met een witten zak
doek half uit den zak. Deze doek
moest tot herkenuinesteeken dienen 1
voor de lieden, die hem in groepjes
van liweo of dlrie door Jacobus zelf
werden achterna gezonden. Om gec-
nerlei vermoeden te wekken, ver
spreidde men in Saint Germain het
gerucht, dat Barclay naar Parijs ging
om zich door een bekwaam arts te la
ten behandelen, terwijl dg andero
vertrekkenden allerlei redenen opga
ven om 's konings dienst zoogenaamd
te verlaten de een verlangde naar
rust, de ander wilde in een groote
stad gaan studeeren, weer een ander
liield zich ontevreden wegens geringe
bevorderingkortom, alles werd aan
gewend om te beletten, dat er iels
zou uitlekken van de moordplannen.
Barclay, de leider van het kleine com
plot was ruimschoots voorzien van
geld en was buitendien in het bezit
van een lastbrief. die door Jacobus
eigenhandig was geschreven, en waar
in hij door den vorst werd gemach-
tigi tegen den prins van Oranje alle
daden van vijandschap te bedrijven.die
hem, Barclay, in 's konings. d.i. Ja
cobus' belang nuttig en raadzaam zou
den voorkomen.
De omstandigheden waren voor do
samenzweerders biizonder gunstig.
Zoolang Maria leefde, kon het ver
moorden van haar echtgenoot voor
Jacobus niet de gewcnschte gevolgen
hebben. liet was al eens eenmaal be
proefd, ruim twee eu een half jaar
geleden maar na de mislukking had
men voorloopig de moordplannen la
ten varen. Immers, na den dood van
Willem zou in ieder geval Maria ko
ningin blijven: zij was nog jong. de
mogelijkheid van een tweede huwelijk
was niet uitgesloten, de tweede echl-
genoob zou naar alle waarschijnlijk
heid den koningstitel verkri-'gen en in
ieder geval zou de kroon voor Jacobus
verloren blijven. Maar nu was Maria
overledenzoodra nu ook Willem
uit, het land der leventen was ver
dwenen. stonden Ja cobus' kansen
schocm. Er was nog iels. De groote
geestdrift, door het Engelsche volk
aan den dag gelegd in 1689, toen Wil
lem en Maria gekroond werden als
koning en koningin van Engeland,
was aanmerkelijk bekoeld De verstan
dige Engelschen eerden en achtten
hem als den grondlegger van hun
godsdienstige en staalkundige vrij
heid. maar genegenheid w©kte hij hij
weinigen van beo. Hij was tegenover
zijn Engelsche onderdanen koel en af
gemeten; hij gevoelde, dat hij voor
hen een vreemdeling was en bleef.
Ho© geheel anders was hij tegenover
zijn harteliike. trouw© Hollanders,
van wie hij wist, dat hij in nood en
doo-d op hen kon rekenen. Juist die har
te lijk Vlei d en vertrouwelijkheid en te
vens zijn gunstbewijzen jegens hen
hinderden de Engelschen.
Een enkel voorbeeldWillem had
zich in het hoofd gezet, den vriend
zijner jeugd. Bentinck. te verheffen
tot de hoogte der voornaamste Engel
sche geslachten, tot die der Howards
en der Seymours. Reeds verschillende
kroondomeinen had hij hem met goed
vinden van hefe parlement geschonken,
hij had hem verheven tot graaf van
Portland; thans, in 1695, was zijn be-
doeliug hem uit de kroondomeinen
een schitterend landgoed te schenken
in Denbigsliïre, in het prinsdom
Wales, een bezitting, waarvan de
waarde geschat werd op 100.000 pond
sterling 02 millioen gulden) en
waaraan zekere staatkundige rechten
verbonden waren. De bewoners van
Wales echter hadden iets van onze
oude Friesen. die geen heer wilden
erkennen dan den Keizer. Zij dulden
niet. dat eenig onderdaan van den
Engelschen koning rechten op hen
had en wendden zich tol het Parle
ment, dat met, algemecne stemmen be
sloot den koning fe verzoeken do
schenking in nadere overweging te ne
men. Bentinck verzocht nu den ko
ning de donatie in te trekken, daar
hii niet de oorzaak wilde ziin van een
verwijdering tusschen den koning ©n
de volksvertegenwoordiging. Do ko
ning gaf toe. diep gegriefd en ont
stemd. maar de verwijdering was en
b'eef aanwezig. Zooals we reeds op
merkten. de omstandigheden waren
voor de samenzweerders zoo gunstig
mogelijk.
Op een minuut of tien afstand van
een geheime landingsplaats op de En
gelsche kust. dicht- bij het Romney
Moeras, woonde in die dagen een ze
kere Hunt, een doortrapte smokke
laar, Zijde nit Lyon en kant uit
Valenciennes werden bij scheepsladin
gen aan de landingsplaats gelost en
INCEZONDEN MEDEOEELINCEN a 60 Cts. per recek
hebben iets aparts en zijn
CROOTE HOUTSTRAAT 88
bij karren-achten naar zijn woning
vervoerd. De zaak was winstgevend,
maar secKerf, de verdrijving van Jaco
bus had Hunt nog een andere niet
minder rijke bron van inkomsten.
Zijn woning was een soort doorgangs
huis voor iacobieten, die uit Enge
land naar Saint-Germain en viee-
versa trokken. Daar had ook Barclay
in Januari 1G96 en ec-n paar .dagen na
hem de Hertog van Berwick vertoefd,
toen zii in opdracht van Jacobus op
weg waren naar Londen.
Barclay's 'dan had alle kans van
slagen. I-lii hud de twintig handlan
gers, die Jacobus hem groepsgewijze
gezonden had vermeerderd tot een
veertigtal, buitendien had liii een paar
sergeants van liet Blauwe Regiment
voor de samenzwering weten te win
nen. Het plan was als volgt. Willem
was gewoon iederen Zaterdagmiddag
zijn paleis te Kensington te verlaten
om in het aan den anderen oever der
Theems gelegen park Richmond te
gaan jagen. Op den tocht van Ken-
sington naar den Thcoinsoever werd
Willems koeta vaak begeleid door een
talriik gevolg en steeds door een_ 25
man van zijn lijfgarde. Aan den Noor
delijken oever gekomen ging 'l gevolg
terug en alleen de afdeeluig lijfwacht
bleef wachten op de terugkomst van
d©u Koning. Deze stak de rivier over
in een bootje, want tusscben Londen
en Kingston was in die dagen geei-
enkele brug. Aan don overkant
wachtte hem een koets en een tweod:
afdeeling lijfwacht. Nu was de bedoe
ling den koning 1e vermoorden, nadat
liij~on den Noordelijken oever was
teruggekeerd en terwijl hii weer op
wen was naar zijn paleis te Kensing
ton. De veertig samenzweerders zouden
zich in hinderlaag legger,. Willems
geleide zou van drie kanten tegelijk
onder vuur worden genomen, de ovc-v
tevenden zouden worden neergesa
beld, terwijl een keurbente van acc
sluipmoordenaars de paaiden van
Willem's rijtuig zouden neo.-srii.-rten
en met hun zwaarden. 'Ie op Bar
clay's aanwijzing meer t -t steken dan
tot, houwen waren ingencb.. den v. ee. -
loozen vorst te lijf zouden gaan.
Toen het verraderlijke plan geheel
vast stond, werd het doorBarclay me
degedeeld Ooafgoorzibq
wiek. maar deze weiaerde beslist «c-i
er mee in te laten. Zijn zending naar
Engeland was niet naar wensch ge
slaagdde voorname Jacolueten we
den overgaan tot een openhiken op
stand voordat Jacobus met een
Fransch leger in hun midden was.
terwijl de Fransche konmg troepen
weigerde, zoolang de opstand
niet begonnen was. Berwick keerde
dus terug naar die woning van (jen
smokkelaar en bereikte woldra veilig
©n wel Calais, waar men dimk 'u do
weer was met het maken van toebe
reidselen voor een landing in Enge
land. Op ziin weg naar Versailles
ontmoette hii zijn vader. Er werd tus
schen hen overeengekomen, dat Jaco
bus zou doorreizen naar Calais ter
wijl Berwick Bodewijk den veertien
den op de hoogte zou gaan brengen
van het heuglijk feit, dat hii weldra
sou ontslagen zijn van zijn aarts
vijand. De Fransche koning, die zelf
nooit last zou hebben gegeven tot het
plegen van een sluipmoord, achtte liet
niet beneden zich gebruik temaken
van de mededeelïng. Hij gaf onmid
dellijk san ziin vloot te Calais bevel
ziel* op alle gebeurtenissen voorberei't
te houdeu-
Ook Jacobus wachtte te Calais in
spanning den loop der gebeurtenissen
Op de tegenoverliggende Engelsche
kust. od de klippen van Kent lagen dc
brandstoffen opgestapeld, die. nadat
de moordaanslag gelukt was. zouden
opvlammen tot een vuur, dat men van
de Fransche kust af zou kunnen zien.
.Tacobus wachtte en wachtte, maar liet,
teeken bleef uit.
Wat was er gebeurd i Een de.
saamgezworenen, Porter, overigens
een drinker en een losbol, bad meer
dan eens belangrijke diensten bewe
zen aan een zijner vrienden. Pender
grass- eeu oprecht aanhanger van
den verdreven koning, maar tevens
een man van eer. Porter toonde
weinig menschenkennis, toen hij cp
Donderdag den 13on Februari dezen
man 'hij zich ontbood, hem het gc-
heele plan onthulde en hem aan
spoorde aan liet complot deel te ne
men. Den volgenden avond, daags
voor den lóen Februari, den voor den
moord vastgestelden Zaterdag, voel
de Pendergrass zijn geweten zoo be
zwaard, door het bewustzijn, dat hij
door Willem niet te waarschuwen
medeplichtig was aan den beraamden
sluipmoord, dat hij Bentinck ging
opzoeken en tot hem zei: „MyiorU!
Indien het behoud van uw koning u
niet geheel en al onverschillig is,
laat hem dan morgen niet op de
jacht gaan. Mijn godsdienst, ver
plicht mij den dood van een mensch
te verhinderen, waar ik kun. Maar
vraag mij niet naar dc- namen der
samenzweerders. Sommigen van hen
zijn mijn vrienden, aan een van hen
ïleb ik de grootste verplichting „ik
ben vast besloten hen niet te ver
raden."
Bentinck snelde onmiddellijk naar
den koning, maar deze wild© xanvan-
kclijk niet luisteren naar de waar
schuwing voor een gevaar waaraan
hij niet geloofde; ten slotte echter
gaf hij gehoor aan de "fmeckingen
an zijn vriend.
Toen den volgenden morgen de
'eeltig samenzweerders, die op het
punt waren te paard le stijgen, van
de twee onderofficieren vernamen,
dat de jacht niet doorging sloeg Jiun
do -ohrik om heb hart. Maar daar
alles ten paloize rustig bleef en er
geenerlei gevangenneming volgde,
besloten zij rustig te wachten tot
aen volgenden Zaterdag.
Voordat Pendergrass Bentteck was
komen waarschuwen, was t reeds
aan saamgezworenen bij hem geweest
niet hetzelfde doel, maar «leze man
verdiende zoo weinig vertrouwen, dat
Bentinck weinig notitie had genomen
'au zijn waarschuwing. Een paar da
gen na Pendergrass kwam nog een
derde, die we' om zijn levenswijze
en weinig vertrouwen verdiende als
de eerste, maar de. door allo drie ver
melde bijzonderheden kwamen zoo
nauwkeurig overeen, dat nu toch ook
Wi'lera werkelijk begon te gelooven
.'■•v bet hectam '!r" samenzwering.
Kï.i bet Pendergrass des Vrijdags
avonds rntbieden en ontving hem
zonder andere getuigen dan zijn trou
wen vrier.d Bentinck en den dap
peren Cut te, een van zijn krijgs
oversten.
Tk beschouw u, sprak Willem
vriendelijk tet hem als een man van
rTV -Ti v/aT.-nchtige braafheid. Maar
jcirt dezelfde overwegingen, die u
genoopt hebben tot openbaring van
dsn aanslag, b oh opren u ook te be
wegen de namen der saamgezworenen
niet te verzwijgen. Anders zal de ach
terdocht' mijn cebeele verdere leven
vergallen en znller uw we.nken niet
voldoende zijn het te behouden.
Een half uur teng weigerde Pendcr
grass standvastigeindelijk gaf hij
toe op voorw.aa-.-de dat ziin opgaaf
niet tot verderf der schuldigen zou
worden aangewend-
Ik geef u mijn woord van eer,
dat uw getuigenis tegen geen van
hen zal wordpn aangevoerd dan met
uxv toestemming.
Toen schreef Pendergrass de na
men der voornaamste saamgezwore
nen op. Willem ging den volgenden
dng niet op de jacht. De voornaam
st© samenzweerders werden gevangen
genomen. Alleen Barclay wiet naar
het vasteland te ontkomen. Porter en
oen of twee nnrle.ren kregen gratie, de
overigen werden ter dood veroor
deeld. Jacobus' plan was mislukt,:
Willems troons stond vaster dan ooit.
door
SIMON MOS.
Mijn vriend Batavus Klepme-ijer is
oen man van principes. Omtrent alles
xvat er zoo dagelijks om ons heen
plaats grijpt, wat er ook maar gebeurt
heeft hii ziin eisen, besliste meeningen
en persoonlijke opvattingen; rotsvast
gowoiloaic ioeccu. welke hij nimmer
prijs geeft, ondanks soms veel moeite
van anderen, die meer dan eens van
hot tegenovergestelde van zijn bewo
ringen, de onoinstootelijkslu bewijzen
kunnen bijbrengen.
Eeu van zijn laatste stokpaardjes,
die hij bezig was te berijden, toen ik
hem kortgeleden weer eens sprak, was
zijn absoluut niet :e weerspreken oor
deel, dat bij elk voorval, iedere ge
beurtenis. ingewikkelde .-.ffairc. of de
eenvoudigste zaak ter wereld, dat
deed er niet toe. maar Sat altijd en 1
overal „de vrouw in 't spel" was.
En toen ik daarop mijn schouders
optrok en kern met een sceptischen
glimlach, ietwat ongeloovig aankeek,
ging hii enthousiast door
Heusch. waarde vriend, geloot
me 't Is trouwens nooit anders ge
weestHet „cherchez la femme"
is door alle eeuwen heen. in de meeste
gevallen gebleken het begin te zijn
van den weg. aan wiens einde de op
lossing was te vinden.... Keizer Cato
zei het reeds„Wjj Romeinen die de
wereld regeeren, worden door onze
vrouwen geregeerd"En zegt Bil-
derdiik niet in zijn gedicht ,,I>e vrou
wen van Wijrrsbenr". dat
als de nood ten lioogsten graad
Van 't onheil is geklommen.
Dan is het somtijds vrouwenraad.
Die redding uitdenkt voor het
kwaad,
Daar mannen bij verstommen.
Want vrouwenlist, zoo 'c spreek-
a woord zeit,
Gaat boven alle "listigheid."
Jaweljawel I lacht© ik, maar re...
er zijn toch wel voorvallen, trachtte
ik te overtuigen, die geheel buiten de
vrouw of
OnmogelijkI onmogelijk! viel In]
mij heftig in de rede. bestaan mc-t.
beste vriend, zelfs bij de meest een
voudige gebeurtenissen, bii al led a ag-
schfi geschiedenissen blijkt tóch ten
slotte" de vrouw in het spel te zijn...
'k zal ie een persoonlijk voorval uit
miin eigen huis meedeelen.... Hob je
ev-'-n tijd
Toen ik bevestigend knikte. y;rvo 2-
d© mijn vriend, met de gemaKKc.ijke
breedvoerigheid van vertellen, die
liein eigen is:
"t Is al eenige jaren geleden,
ik wits nog in mijn vorig© functie en
dus te Amsterdam woonachtig.-.- De
jongens waren nov klein Hans zal
zooxvat acht jaar ziin geweest en Bon
vier zooals je bekend is. had ik liet
teen nog al druk... tijd er af nemen
,o©r vacantie, gin-* haast niet.... als
te ©ens met heel voel moeite een week
p->_ A,.a r'. tien er uit kon trex-
k'.-. was het welletjes.... maar dan
kxvani ©r nog heel wat kijken.... Maar
do d-iger- ,;io ik kon vrijmaken.bracn:
ik altijd buiten door..., de icmgeus
l'.adclfi ruimte en frissche lucht, hard
nood iffen ze 7'bovendien weer
eens xvat. meer van hun eigen land-.,
't Buitenland b natuurlijk voor zulke
jonge kinderen niets gedaan Nou
bleek het. dat boys in die vacantie-
dun. al Lijd gelil te kort kwamea....
zo wilden graag eens iets extra ncoDe
waartoe hnn portemonnaio niet toe
reikend bleek.... eén paar mooie prent
briefkaarten. een carieautie voor een
kennisje en zoo meer.... Daarom na<t
ik toen weer eens de vacantie voorm)
was. hen aangeraden reeds aaöeliik te
gaan sparen voor het volgende
ze kregen zakgeld, daar ben ik altijd
een voorstander van geweest. Zé hen
ben dan zelf een sommetje, waarover
ze vrijelijk kunnen beschikkenon
der een bescheiden controle evenwel,
teneinde van evéntueele uitspattingen
op de hoogte te kunnen blijven.Ik
stelde hen voor wekelijks een kleinig
heid af te zonderen, en dat ook te
doen van extra giften of meevaller
tjes... dan zouden ze tegen de volgen
de vacantie een aardig pot jo hebben
gemaakt.... Bovendien leerde het blij
vend tot spaarzaamheid... Als een be
paalde prikkolstelde ik tot. voorbeeld
al 1 o twee-en-een-11 alve-cen t-slukken
die ze ontvingen, in den pot te depo-
neeren.... Of voorloopig alleen de
nieuwe vierduitstukken, of plak
ken, zooals ze in Amsterdam zeggen...
Dat plannetje vond algemeene instem
ming... er werd een spaarpot gekocht
en wel zoo'n ouderwetsch groen var
ken met korte pootjes, en in z'n vette
rug een spleet, om er de geldstukken
te kxxnnen inwerpen. Bii ecu juffrouw
in een keldertje op de Spiegelgracht,
waren die groene aarden artikelen nog
te koop.... Nu. in het begin was er
veel aardigheid voor dit sparen
zon dat het varken na een naar maan
den al tamelijk zwaar word... het
spreekt vanzelf, dat mijr.u vroinv en
ik er ook menige ©lak in liéten ver
dwijnen... 't zou voor de jongens een
aanmoediging ziin tot meerder sparen,
wanneer ze later bemerkten, dat d-.e
gezamenlijke kleintjes zoo'n groote
kon worden.... zoo werd het al voor
jaar.... de jongens lladden nu ongeveer
acht maanden gespaard, tóen ik op
zekeren morgen bezoek kreeg van
iemand, -waarmee ik vroeger zaken
had gedaan... Hij had nog altijd eeni-
go schuld aaïx mij. ec-n postje waar
over we indertijd kwestie hadden ge
kregen... Ofschoon ik het al lanc had
afgeschreven, kwam hii het nu vol
doen, bekende zijn ongelijk en be
taalde het postje, «root dertig gulden.
met urie gouden tientjes
Jo merkt, onderbrak hij zich zelf even,
dat het vrij lang geleden is.... Enfin!.,
hot was als hot ware. gevonden geld...
En toeu ik hot thuis vertelde, besloot
ik de drie gouden tientjes 't was
toch een buitenkansje in het
lichaam van het groene varken te la
ten glippen, zonder dat de jongens er
iets van wisten natuurlijk!.... We
stelden ons die twee leuke tceu-n al
voor, als het varken geslacht zou wor
den.... En paai- weken daarna, het
Aan de dienstbode was gezegd dat zij
in een zeker gerecht zooveel zout nicest
doen als op cca kwartje kan gelegd
•rden.
's Middags was het gerecht veel te
it. Natuurlijk vroeg mevrouw aan de
dienstbode, of zij niet gedaan had-, wat
ar nas gezegd,
„Niet heeleroaal, mevrouw," was h«
woord, „want ik had msar twee
Ivc sur.vers cn een dubbehje bii ax:jl
was druk. ik bad Werk me-e naar
huls genomen ©n zat. avonds in mijn
©igen kamer te werken.... 't )Vas rus
tig en stil om m© heen.... mijn vrouw
was even naar haar moeder, 't rceisie
naar huis. Bob lag al in z'n bed en
Hans maakte ziin huiswerk in de
serre.... 't Zal zoo om en bij half ne
gen ziin geweest, toon Hans in mijn
kamer kwam, met de mededeeling,
dal er ecu loopjougon was uit een ma
gazijn van dames-artikelen waar mijn
vrouw dos middags iets had gekocht...
dio jongen bracht het gekochte en had.
de rekening bij zich. Mijn vrouw had
er wel over cesproken maar blijkbaar
vergeten het geld gereed te leggen—
Maar hot gébrachte was in orde, d«s
ik bcte-ilde.... althans trachtte dit te
doen. xvant zooals het gaat mot dergo-
hike loopjongens, z© hebben gewoon
lijk geen of onvoldoende wisselgeld bij
zich en ik kon het onmogelijk precies
passen.... Na heel vc I gescharrel, met
wisselen hier gn daar in do buurt,
kwam ik ten langen leste zóóver dat
het bedrog klopte op zeven en een bal-
vo coat na.... Tk voelde nog weer
eens in al mijn zakken... ik vond het
hclnblxsrd het bedrag niet in zijn ge
heel mee 1e kunen geven maar kon
geen enkel dubbd'.ie vinden.... Toen
opperde Hans 't ineens: „laat ik zoo
lang drie plakken xiifc het varkex ne
men, jü, dan bent u er."... „Ja. dat
kan!" bekende ik volmondig, blij,
op die manier van den loopjongen af
to kunnen komen, „dat is ~oed. peu
ter er maar drie uit. dan zal ik ze er
morgen wel we-er in doen.", zei ik-.«
En toen was die netelig© affaire wel
dra opgelost... Tk ging daarna door
mot mijn werk doch het werd al don
ker... ik moest: de lamp aansteken,
om vorder te kunnen gaan... Terwijl
ik nog even in c©n schemer zat te
miimeren. overdacht ik nór eens toe
vallig aïe loop jongen-geschiedenis.....
En plots flitste het met telegrafische
snelheid door mijn brein. da', er. be
halve twee-en-coii-lialve-ceni-stukken
ook drie gouden tient jes in het vorken
aanwezig waren, en, stel jo eeni
voor. Hans wist er immers niets van,
dat toevallig die drie gouden tientjes
waren uitgevallen en den loopjongen
gegeven.... het was eigenlijk niet meer
dan natuurlijk dat die goudstukken er
't eerst uitgevallen zouden zijn. niet
waar?.... zij lagen vrijwel bovenop....
waren veel zwaarder en bovendien
ook iets kleiner dan de 2 1/2 cent
stukken.... Logisch was hel. dat zii het
eerst voor den dag waren gekomen uit
het varken, nadat- het omgekeerd, ge
schud was geworden.... En als die
loopjongen nu was. zooals er helaas
meer ziin. dan zou hij van die vergis-
liing xvteticlit prefite'.ren en z'n baas
alleen het juiste bedrag afdragen, na
onderweg de goudstukken voor drie
plakken dos naods geen nieuwe-
verwisseld te hébben.... En dan. na
tuurlijk tien tegen één waren de gou*
den tientjes van het buitenkansje
FoctaiDal idee liet me niet meer
los. Het zou stom toevallig ziin...
zéker!... Maar het kón toch... Ik had
géén lust meer in mijn werk... ik
bleef maar piekeren over die gouden
tientjes... Eindelijk kon ik héb niet
meer verkroppen... ik moest zeker
heid hebben... 't Was precies of
iemand me o-edurig influisterde; „Ze
zijn cr niet meer"ze zijn verdwe
nen"... „die loopjongen beeft ze te
pakken".... Tk gincr naur de huiska
mer. riep Hans n vroeg hem of-ie
wel zeker wist. ent liet "2 li'2-cent-
slukken waren, die hij uit liet varken
had geschud?Zeker, pa," zei hij,
„cr zat toch niet anders in"... Nee,
hii wist niet béter, natuurlijk... ..Wa
ren hot nieuw©. die er ui; vielen?"
vroeg ik liem verderJn, dat wel
antwoordde hij... Zie ie weldacht ik"
do gouden bienties!Hoor eens,-
Hans, we zouden.... we konden";
hakkelde ik, „we moesten ©ens gaan
tollen, hoeveel er nu al In zaten"...
„Och. waarom pa?" vroeg TIans.
later is dat toch veel leuker"ja
wel", bracht ik hiér togen in, „maar
dan xvcten wjj hot samen het eerst...
ik zou het wel aardig vinden het n o.
eens te weten."....
Middelerwijl begon ik het varken
onderste boven gekeerd, a! vast l.e
schudden on ei' vielen een paar plak
ken uit.— Hans rangschikte ze in
rijen en scheen or zich uu toch wel
mee to kunnen vereonigen.,.. Maar
gemakkelijk was het niet, die deltsel-
scho dingen ©r uit te krijgen... Vooral
in dit speciale geval ging het met te
x-eel zenuwachtigheid van mijn kant
gepaard.... Mi-t behulp van de punt
van eén mes. vlotte het evenwel iets
Feuilleton
Uit het Engelsch van
BARONES ORCZY.
(Nadruk verboden).
2)
Een blauwachtige vlam schoot uit
do diepte vou de kom naar hoven en
wierp gedurende enkele seconden e.m
snooxiiciittg licht duur hot omringende
half duister. Een welriekende rookko
lom steeg naar de zMdorim; op. Toeu
doolde co xlam weer, en zag het er
nr.g geheimzinniger iu het vertrek uit
dan eersr.
Kobespierre had zich niet verroerd.
Zijn grenz-enkV'Za ©dolheid, ziin onyer-
zudeliike cfr;:uc!t: maakten hem blind
voor de onbeschaamdheid van dezo
zoogenaamde mvst/c.ko verrichtingen.
IIij haalde diep aohm eu vulde zijn
longen m.'f den bedwelmenden rook.
waarvan hij evenveel genoot als van
de walgelijke vleierij zijner vereer
ders.
De oude waarzegster herhaalde
haar too\:erformule. „De lof van hen,
die u aanbidden, stijgt als wierook
tot u op!"
F,en teero, witte vlam stejg onmid
dellijk uit de kom op ©u wierp ©ven
een helder licht om zich heen. om da
delijk daarop weer uit te dooven. En
voor den derden keer sprak de heks de
zinnebeeldige woorden:
„Uit het hart eenor gansche natie
stijgt do wierook der volmaakte vreug
de over uw triomf over uw vijanden!"
Dezen keer echter werkte het too-
verpoedcr niet zoo snel als de tweo
voorafgaande malen. Het licht van
de olielamp scheen zelfs plotseling te
verflauwen. Zoo kwam het althans
den tiran voor, dio, de zenuwen tot
liet uiterste gespannen, op zijn verho
ven zitplaats zat, en met de bcenige
handen, die zoozeer op de klauwen
van ©en roofvogel geleken, de arm
leuningen van zijn stoel omvat hield
en zjn half toegèfcuepen oogeix op de
sibvlle bleef richten, die op haar
(beurt naar de metalen kom staarde,
alsof zij daaruit eenig geheimzinnig
teeken hoopte te krijgen.
Eensklaps schoot een helderroode
vlam uit de kom omhoog. Alles in het
vertrek word met oen roodën gloed
overlogen. De oude heks zng er uit,
alsof zo rood geverfd was, haar oogen
schenen met Bloed doorloopen cn haar
lange, gebogen neus wierp een groote
zwarte schaduw over haar mond.
waardoor haar gelaat als in een grijns
vertrokken leek.
„Rood! Rood!" weeklaagde zo.
„Driemaal strooide ik gisteren in
naam van onzen Uitverkorene dit too-
verpoeder in de kom driemaal ver
borgen dc geesten hun identiteit in dc
bloedroode vlam... rood... altijd
rood niet alleen bloed maar
gevaar doodsgevaar door dalgeue,
xvat rood is
„Spreek nu niet langer in raadse
len, Moedert" riep Robespierre onge
duldig uit, terwijl hij haastig van de
verhooging stapte. Hij naderde de
oude toovenaresj greep haar bij don
arm en bukte zich oxer deu kristallen
bol, om datgene te zien, wat daarin
blijkbaar aan haar geopenbaard
word.
„Wat zie je daar tooll?" vroeg hij
Ze duwde hem echtor op ziido.
„Rood!" mompelde ze, „rood ja
rood! Toen uitte ze een doordringen
den sil
„Pas op!Pas op het rood
heeft den x'orm van een bloem ik
zie duidelijk vijf bloembladenen
den Uitverkorene zie ik niet meor.
„Wel vervloekt!' riep de man uit.
„Wat is dat na weor voor inolliiF-
lieid?"
„Hot ls geen malligheid", hernam
de oude heks met haar eentonige stoi
Ge hebt liet orakel geraadpl?e:d ©n
>rakel üeeft gesproken. Hoed u
•Ge
'het
xoor de roodo bloem, want van die
roode bloem dreigt doodsgevaar".
Robespierre trachtte om baar woor
den te lachen.
„Iemand heeft u zeker verhalen ge
daan, Moedor, van den geheimzinni-
gen Engelscliman", -zei hij met een
stem, die hij vergeefs trachtte vast to
doen klinken, „van liem. die den bij
naam draagt van den Rooden Pimper
nel
„Uxv doodsvijand, o. afgezant van
den Allerhoogste!" viel de oude gods
lasteraarster op plecfitigen loon in.
„Daar ginds, iu het misiig© Engeland
hoeft hij u den dood gezworen. Hoed
u voor hem!"
„Als dat liet eenige gevaar Is. wat
mij bedreigt begon de ander,
trachtende onbekommerd te schij
nen.
„Het eenige, maar tovens een groot
gevaar", hield de heks vol. „Acht liet
niet te gering, al is liet ver of".
„Ik acht het gevaar niet te gering,
maar ik overschat het evenmin. Een
mug is lasrig. doch levert geen gevaar
op".
„Een mug kan een vergiftigen steek
toebrengen. De geesten bobben gespro
ken. Luister naar hnn waarschuwen
de woorden, o, Uitverkorene van liet
Volk! Verdelg den Engelschman, eer
hij u verdelpel"
„Pardi!" hernam Robespierre en
ondanks de benauwde atmosfeer, die
©r in bet vertrek hccrschtc, rilde hij
als van koude.. „Aangezien go mot da
geesten verkeert, kunt ge ook wel van
z© te weten komen, lioo Ik dat aan
moet leggen".
De vrouw hield don kristallen bal
voor baar borst.
„Ik zie do roodo bloem heel duide
lijk een kleine, vuurrpodc bloem.
Eu ik zie het groot© licht, dat als een
aureool is, het licht van den Uitver
korene. Het is ©en verblindend licht,
maar de vuurrood© bloem werpt et-
een diep© schaduw over".
„Vraag aan jo geesten", viel Robes
pierre op gebiedenden Loon in, „lice ik
mijn vijand bet beste de baas kan
worden".
„Ik zio iets", ging do heks droo-
nierig voort, terwijl zij in den kris
tallen bol bleef staren, „iets blanks
en ros©, iets teersis het een
vrouw.T'
„Een vrouw?"
„Ze is groot, en ze is mooieen
vreemdeling©met oogen donker
ais do nacht en lokken zwart als a©
vleugels van een raafJa. bei Ls
©en vrouwZe neemt de bloem jn
baar hand Z© liefkoos; haar... Ah!"
en de oude profetes uitte e:n luiden
triomfkreet. ,.Z© werpt do bloem ge
heel gehavend In liet verterende licht...
En nu ligt zij daar verwelkt en ver
trapt en liet Licht straalt al helder
der en helderder".
„Maar do vrouxv? Wie I© zij?" viol
de man ongeduldig iu. „Hoe heet zij?"
„Do geesten noemen geen nansi-o";
antxroordde de profestes. „Iedere
rouw zou graag uw dienares zijn, o,
Uitverkorene van Frankrijk! De gees
ten hebben gesproken", .heloot zij op
plcchtïgoix toon: „Go zuPi. door do
hand van een vrouw gered worden".
„En mijn vijand?" vroeg hij. „Wie
xan ons tweeën verkeert in doodsge
vaar nu ik gexvaarschuxva ben
xvio ven ons twoe.'n? mijn Engel
sche vijand of ik?"
Slechts al te gewillig sing d© Oud©
heks met haar voorspellingen voort.
Robespierre zat in aderalooze span
ning naar haar t© luisteren, een ge-
heel andere persoonlijkheid mi dart
dó koele, berekenende despoot, diu
duizenden in don dood gezonden had.
Hoe wonderbaarlijker do gebeur-
tenisson van den dag zijn en hoe groo-
ter de rampen, die de wereld treffen,
des ie meer beseft de mensch ziin eigen
onmacht en dos le meer 7»©kt hij
naar de Verborgen Hand, die sulk©
gcliciirtenissén, zulke rampen heeft
kunnen bewerkstelligen.
Sinds den dageraad dor geschiede
nis had men zich neg nooit met zoo-
voo! theosopbieën, zooveel verschillen
de soorten van geestenleer on geheime
wetenschappen opgehouden, als juist
in dio dagen,
(Wordt vervolgd.)