HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
TIEN JAAR JONGENSLEVEN.
'n Benauwd oogenblikje
De laatste Avonturen
van den Rooden
Pimpernel
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1924
DERDE BLAD
r DE VLUCHT VAN KEIZERIN EUCéNIE UIT PARIJS IN 1870,
Eon zwara slag. Moeilijke keuze. Hot gevaar steeds dreigender. Het
vortrok uit de TuilerleSn. Cen gevaarlijk jongetje. Teioursielllng.
Naar dokter Evans. Een gelukkig toeval. Aan do Porte-Malllot. Co-
Baren onderweg. In den regen. Een droovlg contrast Do redding.
In September 1870 viel da slag, die (ook het raidden-paviljoen is bezet door
een einde maakte aan het tweedei luid schreeuwende opstandelingen.
Fransche keizerrijk: op den lsten van Gij ziet het, zegt de keizerin, wij
die maand gaf Napoleon de derde bij [moeten blijven, liet is to laat. Toe, la-
Sedan aan het hoofd van een leger
van 100.000 man. geplaatst voor do
keuze tusscfaai overgaaf of totale
nietiging, zijn degen af aan den zege-
rierendon koning van Pruisen U il
helm 1: hij werd ale krijgsgevangene
gevoerd naar hot slot Wilhelmshóhe
in Heesen. Den 4en September, na af
loop van een ministerraad, die gepno-
sidóerd was door de keizerin-Regentes,
ontving deze in haar appartement-"tx,
op de eerste verdieping der Tuile
neen een:ge afgevaardigden, die
naam dor Yo.ks vertogen woord i
haiir te kennen gaven, dat na de
ploeterende nederlaag l»ij Sedan de
keizerlijke regering ni -ts anders over-
hired don het fcfwind neer te leggen.
Haar antwoord luidde: „Ik mag den
mij to-wertrouwden post niet verlaten,
niet wijken voor gevaar; maar als gij
denkt, dat de keizerlijk© naam <<-u
nadeel is in plaats van eon kracht,
if.reek dan onze vervallenverklaring
t;i:, ik zal daardoor ontheven zijn
den zworen h>zt, die op mij drukt en
in Ij met es-re kunnen tem er. rekken".
De tijding van de na'ionole ramp
had in Parijn de gnootsto opgewonden
heid veroorzaakt, op de place de La
Concorde en de straten rondom het
paleis bewoog zich een verontwaardig
de. steeds aangroeiende menigte. On-
der de weinige getrouwen, die er in
geslaagd waren het paleis binnen te
komen, een veertigtal, waren de go-
Yoclena verdeeld: de eenen wilden dat
de keizerin met haar gewone eerorte
zou uitrijden, de «tuieren achtten dit
te gevaarlijk. Inmiddels breidde de
opstand zich uit, angstwekkende tij
dingen bereikten het paleis: de kamer
der afgevaardigden door de binnenge
drongen menigte bezet, het Corps !é-
gislntif {Wetgevend lichaam} geweken
naar het hAtel de la présirkti.
beraadslagen, do gouverneur van Pa-
rij». generaal Trochu, gemeotie zaak
makend met de opstaudcliugen. be
noemd tot president cener voorloopigo
regeering. de troepen zich verbroede
rend mot de manifestanten, dio de kei
zerlijke adelaars van de hekken der
tinnon losschroeven en aan stukken'
slaan. Het kasteel zelf werd verdedigd
door een handvol keursoldaten, maar
vml zouden die kunnen uitrichten te
gen een verwoede menigtet Buiten
dien, de keizerin had bevolen dat er
geen ncJiofc mocht gelost worden om
haar te b cec herin en.
En werd het gevaar dreigen
der. Om drie uur werd het hek aan de
plaeo de U Concorde noergc-rukt <-n.
aanvankelijk nog ocnigszin? behoed-
z-'iAm. nadert d© menigte IkjI kasteel.
Er is goen oogenblik meer te verlie
zen. De Oostenrijksehe gezant, prins
Motte rnich en de ïlaliaansche, Cabal
leno Negri, vragen met si>oed bij <1<
keizerin toegelaten te worden. Zi- drin
gen er op aan. dat zij onverwijld liet
paleis zal verlaten. Nog enkele minu
ien en bet is stormenderltand genomen
en wie zal zeggen wHk lot haar en
haar getrouwen dan wacht f
Nog kan zij niet besluiten te wij
ken. Maar daar verschijnt de in haast
ontboden prefect van politie. „Me
vrouw", z'-gt hij. „het- is meer dan
tijd". Er is blijkbaar geen oogenblik
moer te verhezen. Terwijl Engénio
haastig afscheid neemt van de aanwe
zigen geeft Nigra haar snel een hoed
en voile, die een der dames gereed
houdt, helpt haar cn licht manteltje
nan to do--n „Spoed. spoed, Mevrouw,
hoort u da' rumoer piet. dat ge-
scbre-uw. zij komen rec<l« de trappen
op. zij zijn in de nabijheid!" „Welnu
dan. nogmaals vaarwel. Ik wijk voor
het gewald". Mettemich voert haar
m- e. maar op eens keert zij terug: zij
wil afscheid nemen van de gewonden,
die verpleegd worden in haar als am
bulance ingericht» vertrekken, en van
de pleegzuster*, Het wordt haar belet,
men brenn haar weer naar de twee
gezanten, dio haar met nachten drang
wegleiden.
Do weg ging door sakms on langs
galerijen, maar h©1 was onmogelijk
het pal its to verlaten door den uit
gang op de place du Carrousel, die
bezet was door de opstandelingen.
Men moest dus trachten de galerijen
van bet J.ouvre te bereiken door de
nieuwe gebouwen heen van het Flora-
paviljoen. Nieuwe angst! I>e verbin
dingsdeur is op slot. onmogelijk verder
te gaan! En van buiten weergalmen
de met dood en verderf dreigende kro
ten dor woedende menigte. Langs een
ten we blijven
Op dit oogenblik komt er redding.
De schatmeester Charles Thélin ver
schijnt: hij heeft een sleutel bij zich.
dio past op alle deuren van de Tuile-
rieën en liet J<ouvre. En de vluchte
ling- n snellen verder langs de lange
galerij van Apollo, door de zaal waar
de beroemde schilderij geëxposeerd is:
Het vlot van de Medusa, liier neeint
de keizerin iifsc-heid van degouen. die
haar tot lüertoo vergezeld hebben, en
zet alleen den tocht voort met Me
vrouw Lob re ton en de twee gezanten,
diHïr de lange suite van zalen met
Egyptische oudheden, de trap af, door
de zaal der sarcophagoo (<1© et eenen
kisten dor mummies); zij bereiken de
buitendeur tegenover de kerk St. Gor-
main-l'Auxerrois Juist draafde een
1roe;> het ilrukke plein over onder luid
geschreeuw van „weg met Badinguet!
weg rnet de Sp.i.ansrhe(Badtnguet
was de waarschijnlijk aan Charivari
ontleende spotnaam van Napoleon III.
Toch staple liet kleine gezelschap naar
buiten, prins Mettenrich gaat op zoek
naar een rijtuig, krijgt er een in het
oog. de koetsier houdt stil aan de
rand van het trottoir en terwijl hij de
dames tnserhen de talrijke voorbij
gangers door naar het rijtuig geleidt,
roept op eens een jongen:
Kijk eens dat is de keizerin!
Nigra pakt den knaap bij het o
houdt zi«-h woedend:
Wat e-breeuw je daar kleine
schavuitJe roept „Leve de Pruieon
Ik zal je leeren
De jongen wil tegenspreken, maar
Nigra valt hem in de rede:
Jij met je „Leve de Pruisen
moest Je schamen
Gebruik makend van deze «nel be
dachte list. bracht Mettemidh de da
mes in het rijtuig, sloot de portier.
Koetsier, boulevard Hausman, bib
miinheer Bresson.
Het rijtuig zette rich in beweging,
reed r&rhtjce win door de drukke stra
ten; toen zij de place de la Madeleine
over waren, ging het gemakkelijker.
Aan liet buis van detl staatsraad Bres
son gekomen, slapten do dnmea uit,
betaalden den koetsier en gingen do
trap o]) naar de door hem bewooudc
étage. Daar wnebtte haar eon groots
teloursteUing. Zij bolden en belden,
maar kregen geen gehoor, er was «de
mand thuis, ook niet een der dienst
boden. Afgemat van vermoeienis (ze
was don gehoelen vorigen nacht opge
bleven). ging do keizerin op do trap
zitten. Na een kwartier war Kiens werd
do droeve tocht opnieuw ondernomen.
De boulevard Hauasrasnn behoorde in
die dagen tot ecu nog nieuw stadswijk
met heel weinig pozsage Gevaar voor
ontdekking was er dus voor het oogen-
blik niet, trouwens wie zou in die
hoog*', eenvoudig gckleede te voet
gaande dunt met haar zwart cachemi-
ren Japon met witten kraag, haar der
by-hoed met korf-1 voile, de kort te vo-
ren onperrnacht'g» keizerin-regentes
herkend hebben, thans zwervend door
de straten van Parijs en vol angst over
het lot van haar echtgenoot en haar
zoon.
Weer kwam er een fiacre voorbij,
thans eon open rijtuig. Do dames
wenktcu den koetsi-r, stapten in,
adres zouden zij den koet
sier opgeven!
Naar de Amerlkaansche legatie,
zei de keizerin.
Kn zij reden af. Maar op ««is kreeg
zij een gelukkigen inval.
Neen. kohier. Niet naar do le
gatie, mar dokter Evans, hoek Avo-
ouo-Malokoff en Keixorinno-Avonue.
Tegenwoordig de Avenue du Bois de
Boulogne).
Daar stond in dien tijd een fraai
heerenhui*, de woning van den zeer
gexochten Amerikaanschen tandarts
Evans, die do keizerin, toen zij nog
jonkvrouw de Montlja heette, on Napo
leon. toen nog president der Fransche
republiek, had behandeld. Hij behoor
de tot <io vertrouwde vrienden van het
keizerlijk paar. Dien Zondagavond zou
hij juist cxci diner geven aan de le
den van het bestuur der prachtige
Amerikaanse he ambulance, die hij bij
het uitbreken van den Fransch-Duit-
schem oorlog (1870) in zijn buis had
ingericht. Op het oogenblik, dat de
keizerin met haar begeleidster zich bij
hem aanmeldden, was hij niet thuis,
hij was met zijn vriend Crano uitgero-
'lr-n, doch toen hij op weg naar het
Roi6 de Boulogne even thuis kwam om
anderen uitgang de Tuilericën té ver- nog eenige orders voor den avond te
loten is eveneens onmogelijk, want geven, vernam hij dat tweo damee, die
noch haar naam noch het doel van'
haar komst hadden willen opgeven,
hem in do boekzaal wachtten.
Eenigszans geërgerd. Iiaa8tte hij zich
niet. besprak mot zijn huisbestuurder
een en ander omtrent het diner en
ging eindelijk zijn studeerkamer bin
nen. Verbaasd en ontroerd, herkende
hij de keizerin. Met tranen in de oogen
hem beide handen toestekend, snelde
zij naar hem toe. Zij kwam zijn hulp
inroepen, zeide zij. De vijanden van
do keizerlijke regeering zochten haar
om lui ar te laten boeten voor de ramp.
waarvan men baar de schuld gaf. 7-ii
vreesde vooral in de handen van het
gepeupel te vallen en wilde beproeven
naar Engeland te komen. Do wijze,
waarop dit aangelegd moest worden,
liet zij geheel aan hem over.
Evans was onmiddellijk bereid do
gevraagde hulp te verleunen. Na kort
beraad werd er besloten, eerst den
■olgenden morgen met het aanbreken
■nn den dag por rijtuig be vertrekken
naar de zeebadplaats Dean ril le, waar
Mevrouw Evans het seizoen door
bracht. Toevallig beschikte hij over
een paspoort, den 13en Augustus afge
geven door de Engelsche ambassade,
op naam van zekeren Dr. CEn-
gelech onderdaan, die in last had Me
vrouw B een zieke vreemd el inae.
met hoar gevolg naar Londen te be
geleiden Dit paspoort kon uitstekende
diensten bewijzen. Dr. Crane zou de
dokter zijn, de krizerin zou zijn do zie
ke vreemdelinge, Dr. Evans haar
broer en Mevrouw Lebreton de ver
pleegster.
l)es morgens om vijf uur stapte het
kleine gezelschap in het rijtuig van
Evans, de koetsier kreeg order naar
pi. Germain te rijden. D» keizerin
droeg dezelfde eenvoudige kleed ij als
den vorigen dog. zij had bij het ver
trek uit de Tuilericën nicte meegeno
men dan een kleine réticule waarin
twee zakdoeken; dat allee: geen
geld. geen juwelen, zelfs geen re-ezak
of rei edeken. Het weer »w> prachtig,
de straten rustig, alsof er niets bijzon
ders gebeurd was. De straatvegere wa
ren gewoon aan het werk, groenten-
en melkwagens kwamen van buiten en
waren op weg naar de binnCn.-t.nd.
Aan den wachtpost bij de Porte Mail
lot moest het rijtuig stilhouden, de
commandant van den post kwam nan
het portier en vroeg trie zij waren en
waar zij heen gingen. Evans zat op
rijn gemak e?n wijd uitgespreide krant
te lezen, dio hij op ongedwongen wij
ze voor het gelaat der keizerin hield:
hij koek op en antwoordde, dat. hij
Amerikaan was en dat hij met zijn ge
zelschap den dag buiten ging door
brengen. Do offirier groette en trad te
rug. „Rij maar door!" zei hij tot den
koetsier.
Te Mantes, op 58 kilometer van
rijs, waren de paarden zoo uitgeput-,
dat zij bijna niet verder konden.
Evans ging het 6tadje in om een rij
tuig en andere paarden te huren. In
Mantes was alles in rep en roer: kort
te voren hadden de dagbladen het be
richt gebracht, dat de Republiek was
afgekondigd.
Dien Maandag zetten de reiagenoo-
Un den tocht voort tot het plaatsje
Ririère-Thibouville. Aan dcu ingang
van het dorp was een eenvoudig ho
tel waar zij besloten den nacht door
tc- brengen. Om dc logeerkamers to be
reiken, moeten zij de volle g'lugku-
iner door. Wat te doen! De beide dok
tors helpen met do uiterste voorzich
tigheid de „zieke" damo uit hei
tuig, en voorover gebogen tuaschen
haar twee geleiders, dio baar zorgvul
dig ondersteunen, bereikt zij o.-nigs-
zins monk loopend de steile trap, die
naar do vertrekken leidt. Nadat zij
met de grootste moeite de trap opge
bracht is. en op haar kamer is aange
komen, valt zij op een stool, kijkt om
zich heen in het boereche vertrek en
barst uit in een angstwekkend, akelig,
schaterend gelach. Dit was het eenige
oogenblik. dat zij op dezen droevigen.
gevaarvollen tocht haar zelfbeheer-
Khing verloor.
Den volgenden morgen vroeg, .toen
de beide hoeren een rijtuig wilden
gaan huren in Bernay, raadde de ho
telhouder hun met zooveel beslistheid
aan, met het oog op den toestand der
zieke per spoor verder te reizen, daf
zij om geen argwaan te wekken ver
plicht waren hun plan op te geven-
Het gevaar herkend te worden was
groot: eerst de weg over do dorpstraat
naar het station, dan het wachten op
het perron te midden van andere rei
zigers. eindelijk het overstappen aan
het station Serquignv. Toch bereik
ten zij zonder ongeval de stad Lisieux.
Terwijl Evans en zijn vriend vooruit
gingen om oen stalhouder te zoeken,
schuilden de damee in het portaal van
oen tapijtfabriek legen den neerplns-
senden regen. Een jongmensc-h uit een
der bureaux bood haar oen stoel
aan. Wat zou do brave jongen ver
baasd gekeken hebben, als men bom
gezegd had. dat de eenvoudig geklee-
de dame, die daar in het slijkerige
portaal der fabriek tegen een baal wol
geleund stond 1e schuilen tegen don
regen, gedurende vijftien jaren
geweest, de machtige keizerin der
Franschen. En wat zal er in haar zelf
zijn omgegaan? Misschien dacht zij
terug aan den oruvergetclijken avond
van April 1855, in den Koninklijken
Schouwburg te Londen, toen Koningin
Victoria, keizer Napoleort, Prins Al-
l>e.rt haar, de keizerin, bij de hand
houdend, 't Franache keizerlijke paar.
het "geestdriftig juichend Engelsch pu-1
bliek had voorgesteld. Misschien ook
rees haar voor den geest zoo menige
reis door Fransche steden, de echatte-
rende ontvangst haar steeds bereid,
©erepoorten, fanfare-corpsen, donde
rend kanongebulder, alles te harer eer
en tb ana!
Benige uren later kwam de vluch
telinge aan te Deauville. in het zelfde
hotel waar Mevrou-w Evans vertoefde
c-n waar geriefelijke vertrekken voor
haar beschikbaar waren. Zij bleef er
niet lang. Den volgenden nacht ver
trok zi.i in het jacht van een Engolsch-
man, dien Evans had weten over te
balen zijn hulp te verleenen, naar En
geland. Na vier en twintig uren tegen
den storm geworsteld te hefobsn, kwam
het jacht den Ssten September des
morgena om 4 uur voor anker op J
reede van Kyde.
Nog een halve eeuw heeft keizerin
Eugénie den val van het Fransche kei
zershuis overleefd. Zij stierf in 1920 te
Madrid. Napoleon III was drie jaa-r
na den slag bij Sedan overleden op het
kasteel Chistlelnirst en Louis, baar
eenige zoon, die in Engolschen dienst
was getreden, was reeds op 20-jarigen
leeftiid door e-'-n partij Zou Ion-kaffers
in Zuid-Afrika overvallen en ver
moord.
i.
Tk pa n hel ©en en ander verïelleo uit
het dagboek van oen Haarleniscfcen jon-
pen uil de eerste helft der achttiende
eeuw. waarbij 't mij meer om den jongen
dsn om zijn dagboek te doen is. Zeker, het
boekje bevat aardige, soms zelfs belang
rijke mededelingen, ma-xr 't aardigste en
't b«!angrijks<e vind Ik locli. dat dese me-
dedeeltegea ons in etaat fieüen den 6chrij-
ver te !cwn kennen. Zoo'o gelegenheid
doet zich niet dikwijle voor. Jongen* la
ten nit dwi aard der zaak gc«i diepe epo-
rea van bun bestaan achter, en de nala
tenschap van «en Haarlemscheo jongen
de oohtt
bepaalt zich ge-1 liartslocht
woonlijk tot sijn naam in het doopboek,
een versje van zl.n hand. een prij6 waarin
zijn goed gedrag, zijn vlijt en zijn vorde
ringen slaan vermeld, «n, als hij 't gym
nasium beeft afgeloopen, den titel van de
rede die hij gehouden heeft bij zijn be
vordering tot de hoogeschool Een magere
oogst. Bij zulk een schaarechheid van be
richten is 't niet mogelijk eeu bevredi
gend «sitwoord krijgen op allerlei vra
gen die ge u z©!f stelt: waarin stelde zoo'n
jongmensch belang, waarmee hield hij
x.cli bcr.ig. wat trok zijn aandacht 1 Biogra
fen gaan dan ook meestal de jeugd hun
ner helden mol stilzwijgen voorbij, er is
te weinig dat hun zou veroorloven erover
te spreken. Om dezelfde afdoende reden
moet ik het eerrie tiental levensjaren van
mijn held stilzwijgend voorbijgaan, maar
aangaande het tweede tiental ben ik. dank
rij zijn dagboek, beter ingelicht. Zoo i*
hier dan een tchoooe gelegenheid om een
achttiend' ecuwechen jongen zelf van zijn
doen en laten te hooren vertellen, en al
durf ik hem geen type noemen, er beetaat
evenmin aanleiding heen als «en uitzon
dering onder zijn tijdgenoot jee voor t«
Do schrijver zelf noemt zijn boekje
„Dagverhaal van merkwaardige voorval
len". een titel, die bij den inhoud past.
Qe leest van een vrouwspersoon, die vijf
tien jaar lang als stalknecht bij een „ma-
nes iemeestcr" heeft gediend en al dien
tijd voor een manspersoon ia gehouden.
Van een kluizenaar in de duinen. Niemand
wist hoe hij daar gekomen was. hij sliep
hij zomer- eu winterdag onder den blooten
hemel, geneesde zich met duinkruiden en
nvW hetgeen medelijdende menschap hem
brachtan. en zijn dankbaarheid stamelde
hij in klanken, want verstaanbaar spreken
kon hij Ri'.". Tegenwoordig ko:n jc in
do duinen «een herniieton meer tegen,
ze zouden op hun ewerftoohten in prik
keldraad blijven hangen, opgepakt en ia
een landloopr.rsgcsticht opgeborgen wor
den. Overigen* ligt voor de hand. dat zoo'n
geheimzinnige dumhewoner in een jon-
pen vlag boek tercoht komt. Evenale die
weduwvrouw met tweo kinderen op de
Burgwal, ook geen alledaogsche verschij
ning I 'h Avonds mijn jongen zegt
nachts" om tien nur komt de schou!
haar oudste halen, het kind zou gestolen
hebben, en als de moeder dit hoort gaal
ze van haar zelf. Even later komt zoontje
terug, de politie heeft zich in den dader
vergist, en moedertje valt weer flauw.
Waaruit blijkt, dat zij tueschcntijds was
bijgekomen, en dat verschillende gewaar
wordingen dezelfde uitwerking kunnen
hchhen
Treffende gebeurtenissen «n de oogen
van een aankomenden jongen, maar u en
mij laten ze koel; ik maak er dan ook al
leen melding van om te doen zien vrat hij
verstaat onder „merkwaardig^ voorvallen"
Dcoc en dergelijke mededeelingen, die ik
de „gemengde" beriohten van dit Haar
Ionische dagboek zou willen noemen, zijn
voor de geschiedenis van onze stad natuur
lijk van weinig of geen waarde. Een dub
bele moord, een huis in brand, een schip
in nood, 't zijn toevallige onbelangrijke ge
beurteiilsscn, die niet belangrijk worden
omdat ze voor tweehonderd jaar hebben
plaste gehad. Slechts dan krijgt het ge
beurde meer beteeken is, wanneer *t den
tijd kenmerkt of gebruiken, toestanden,
meeningen verklaart of opheldert. Zoo be
schouwd, kan het verhaal van een gebeur
tenis, zcifs ©en enkele opmerking daarin,
sprekender zijn dan dc gebeurtenis zelf.
Mijn zegsman weidt uit over het loven en
den dood van Michïel Nieuwcnhuisen, een
weverekneeht, die in een afgelegen laan
tje woonde. Deze arboider deed in zes
maanden evenveel af als een ander in drie
weken, aardappelen a' hij niet omdat die
ongezond waren, hij de felste kou ver
«tookte hij nooit meer dan per dag een turf
die hij in drieën hakte: op het oene brok
kookte hij zijn melk, op liet tweede warm
de hij zijn gort, aan het derde zijn han
den. Licht had hij oiel r.ood'g. aie 't zit
ten in donker hem verveelde ging hij naar
bed, en deze economische maatregelen
maakten 't den zonderling mogelijk rond
te komen met nog geen gulden per week.
Ueen bijzonderheid betreffende zijn Wee
ding, zijn omgeving, zijn sterven wordt
mthoudes, deze handwerksman had «en
hyacinthen. de dagen
-an den beruehton windhandel
voorbij, maar Michsel was een nabloeier
die hij kweekte in de vaste overtuiging,
dat die hem nog eenmaal rijk eou maken,
maar in „de plant-, bloei- en opr.eemtijd
öagt hij niet veel om zijn werk." Kortom,
is een lang verhaal, dienstig voor een
krant in dor. komkommertijd, en van dit
lange verhaal vind ik 'l belangrijkste de
korte mededeeling dat Nieuwcnhuisen
een wever was „die voor papa werkte."
Toen al. in 1747. sprak een jongen uit den
gegoeden burgerstand van zijn papa als hij
zijn vader bedoelde. Toen al en nu nog
wel! „Klapperig" noemde Mr. Jacobus
Scheltema dezen vadernaam. Beheltema
was een gelic-fd eehrijver, die tijdens de
honderd dagen zijn benauwde landgenoo-
ten in zijn weekblad „Het Vaderland en
.ie Franschen" een hart onder den riem
trachtte te steken. En als hij 't heeft over
het algemeen gebruik van 't Franselt, her-
innert hij aan dien regent, die de ,,Va-
derlandeche Historie" van Wagenaar in
't Fransch kocht, omdat zijn zoon geen
Hollandse-li kende, en mistroostig vraagt
hij: ,.wie is er die zich niet herinnert, dat
het verbannen van on» zncht en toeder
vader en moeder tegen het klappe-
rige Fransche pp a en raam» of hot
harde p a en ma, tot cen kenmerk diende
van eenige verheffing boven den doftigen
burgerstand 1" zoo zuchtte hij In 1815. En
hoe een menschenleeftijd vroeger vader en
moeder ook al in den deftigon burgerstand
verloochend werden, leert u de wevor „die
voor papa werkte."
Wie het kaf van het korem weet te
scheiden, loopt geen gevaar ons boekje
te hoog aan te slaan, maar hij zal toe
zeven, dat het bijzonderheden bevat, die
hij niet kende. En wanneer hij 't raad-
pleegt, voornamelijk om den schrijver te
leeren kennen, dan legt hij een heel an
dere maatstaf aan, en ec'ncnkt hij zijn
aandacht ook aan wat op zich eelf slechts
nietigheden zijn. Dat een pop* jongen
krijgt is heelemaal geen merkwaardige ge
beurtenia, en 't wordt geen belangrijk feit
omdat er «en onder ïs. die met zes poo
len ter wereld komt. Maar dat de jeugdige
bezitter het wonderdier op sterk wa
ter zet, onthoud ik. F.n als hij strak* een
witten mol, op de Baan gevangen, cadeau
krijgt, ga ik vermoeden dat hij van na
tuurlijke historie houdt en zeldzaamheden
op dit gebied verzamelt, een liefhebberij
die destijds aanleiding gaf tot het op
richten van rariteitenkabinetten. De lezer
bemerk», dat we al aardig op weg zijn om
mijn jongen zoo'n beetje te leeren kennen.
Jacobus Barn aart. zoom vnn don zijde
en garenfabrlkeur die eveneens Jacobus
heette, en van Maria Susanna Witkops,
werd 6 October 1727 alhier gehoren. Ik
reide reeds, dat ik de jaren van sijn prille
jeugd stilzwijgend moet voorbijgaan, en
laat dit jongensleven beginnen op den
22sten Januari 1738, toen Jacob naar "t
eyrrmaeïum ging cn zijn eerste aar.teeke-
nir.g in zijn dagboek «cltTeef. Zi;n wereld
is het ouderlijk hnis aan de Oostzijde ran
't Spaarne, „onze" tuin, waaruit je bij
helder weer Amsterdam kunt zien liggen,
en ,,'t school" in de Jaeobijnestraat. Bij
uitbreiding de etad en haar naaste omge
ving. al onthoudt hij zijn aandacht niet
aan hetgeen in» ja volfs buiten de Repu
bliek plaats grijpt. Hier ziet hij rond en
vertelt hij van familie en kennissen van
merkwaardige d.oren planten, voorvallen
en toestanden. In deze wereld speelt het
weer met zijn veranderlijkheid, zijn te
genstellingen en uitersten een belangrijke
rol, en de hemellichamen evenals natuur
verschijnselen hebben voor den nadenken
den jongen oen groote bekoring. Jacob was
cen kleine natuurfilosoof.
H. E. KNAPPERT.
door SIMON MOS.
Er was te Grootbroekerveen eert
brandweer. Geen beroepsbrandweer
en ook geen vrijwilHee. Althans niet
geheel. Alle mannelijke inwoners van
een bepaalden leeftijd, wui^n ver
plicht, in geval van brand, dienst te
doen bij de spuiten, als pomper, wa
terdrager of straalpijp-bestuurder.
Maar voor de functies van comman
dant, ondercommandant, chefs en
brandmeesters werden vrijwilligers
aangezocht. Terwijl nu de manschap
pen voor hun verplichten dienst bij
de brandweer, eenige vergoeding ont
vingen, deden de brandmeesters on
chefs hunne verrichtingen geheel
gratis, louter in het belang van de
gemeenschap en voor de eer. Deze
functiën werden dan ook alleen ver
vuld door diegenen, welke er maat
schappelijk niet slecht voor stonden.
Want elke vergadering, brandspuit-
oefening en meermalen de brand zei?,-
kostten deze voormannen altijd geld.
Ten einde nu die verschillende uitga
ven makkelijker en voor ieder gelijk*
dus billijker, te kunnen bestrijden,
was besloten maandelijks een bepaal
de som te storten in een pot, die
door een hunner, als neniDgmeester,
zou worden beheerd. Nu naren de
menschen in Grootbroekerveen over
liet algemeen zeer voorzichtig, en
branden kwamen dan ook zoo goed
als niet voor, zoodat reeds na enkele
jaren, die pot overdadig gevuld bleek,
hetgeen niet voorzien, maar overbo
dig was en nergens toe diende. Daar
om was op een vergadering door ee
nige vrijgezellen-brandmeesters voor
gesteld, van dien rijken .inhoud van
den pot, een gedeelte te bestemmen,
voor een aangenamen dag in de een
of andere omgevihg. Ofschoon enkelen
daar beslist teger. waren vond 'net;
voorstel toch ook wei instemming,
en het slot was, dat «.r een voldoende
meerderheid bleek, om een zeker ge
deelte van den pot in genoegens om
te zetten.
Maar hoe? en waarmee? daarover
liepen de meeningen weer zeer uit
een. De pchildersbaas Zwart wilde rij
den in victoria's, de wijnkooper Vat-
rond raadde aan een dineetje, met
een fijne flesch, terwijl de timmerman
aannemer Houtenburg voorstelde een
boottocht met muziek. Daarbij kwam
de kwestie over het al of niet mee
gaan van dames. De gehuwden ble
ken verdeeld; er waren er, die dn,
beslist eischten, er waren er, die daar
absoluut tegen waren. Na veel ge
praat en voorgesteld te hebben, werd
besloten te gaan zonder dames naar
de hoofdstad. Aldaar zouden de spui
ten en de oefeningen van de beroeps
brandweer in oogenschouw worden
genomen, en na afloop daarvan zou
verder de dag gezellig worden gepas-
De blommetjes eens buiten gezet,-
verduidelijkte de boomkweeker Hees
terman.
De 'morgen van den uitgangsdag
kondiede zich aan met veel zon. Het
was droog, warm weer, hetgeen de
gemoedsgesteldheid van de feestvie
renden ten goede kwam. tVVas ze aan
te zien, dat allen, zonder onderscheid
blij waren er eens tusschen-uit te zijn.
Er hecrschte al dadelijk een recht
prettige geest, een gezonde "oolipc-
heid, die heel wat dee.d verwachten
van den langen dag, die het gezel-
,chap nog voor zicii had. De kwint-
lagen en leuke monpen knetterden
reeds in de voormiddagzon, en het
liet zich aanzien, dat de sohoolmees-
ter Lang gelijk zou krijgen toen hy
bij het aankomen op de plaats van
bestemming, met luiden stem Pr°fe"
teerde„dat het een leuke pan zou
worden vandaag."
Bij het zoogenaamde officieole ge
deelte. het bezoek aan verschillende
brandweer-posten, bleven de gemoe
deren vrij kalm en het decorum be
waard. doch na deze momenten van
spanning, had de ontspanning voor
coed baar intrede gedaan. Het duur
de toch niet meer zoo heel Jang, ot
de heeren werden druk en uitgelaten
•n hun pret. Want het is een hoogst
eigenaardig feit, dat menschen, die in
dc plaat? hunner inwoning, stug en
?traf cn de correctheid zelve zijn. zoo
dra ze in een andere omgeving ver
toeven, toeschietelijk en dol u.tgeja-
ten worden, soms totaal uit den band
springen. Daartoe is dikwijls maar
weinig noodig, een geringe aanmoe
diging van Jan of Piet., in de in bet
dorp "zoo met zore bezwaarde klein-
steedsehe degelijkheid, gaat verloren
in de groote stadslucht, met den dood
doener: ..nou ja, ze kennen m. hier
toch niet."
Nu waren er bii dit gezelschap een
paar onverbeterlijke grappenmakers,
die zorgden, dat de pret aan uitbun
digheid niets te wenschen liet en die
telkens weer iets nieuws verzonnen,-
om de club in de pretstemming te
houden. Als een der ouderen eens
vermanend optrad, omdat hij meen
de, dat het te erg werd en de spui
gaten uitliep, dan werd zoo iemand
Feuilleton
Uit hot Engelsch van
BARONES ORCZY.
(Nadruk verboden).
20)
„Je hebt gelijk mijn vriend", fluis
terde ie. „Wat kan dit alles ons ten
slott© schelen, zoolang ons eisen hoofd
er n :t mee gc.noeid i v Maar i5«?r-
tratid Ie.er U niet uit'veegde ze er
met beslistheid aan toe. Ah ik 't deed
zou ik mezelf teveel verafschuwen eu
joii gaan haten Z-.g me dus maar
gauw, wat dat andere s=, waardoor
ik den onmcnsch gunstig voor ons zou
kunnen stemmen."
„Dat zal h j je zelf wel vertellen",
fluisterde Tallien gejaagd, toen do
geluiden uit do vestibule duidelijker
tot hen doordrongen. „Daar ziin zei
Denk er in "s hemelsnaam om. Th co-
si,!, dat wij aan de genade van dien
eenen man zijn o"e"gVe-e-d"
HOOFDSTUK X.
De geweldige afgod, dien
de wereld aanbad.
Theresia als vrouw, wist het boste
van hen beiden comodie te spelen.
Terwijl Tallien zich in een duisteren
hoek der kamer terugtrok en tever
geefs trachtte zijn opgewondenheid te
verbergen, stond zij volkomen kalm
op, otn haar bezoekers welkom te hef
ten.
Pepita had zoo juist een eigenaar
dig gezelschap binnen gelaten, be
staande uit twee flinke mannen, dio
oen verlamde tusschen zich in droe
gen. Een vnn deze twee was St. Just,
een der incest romantische figuren uit
het P.evolutionnnire tijdperk, de ver-
t t'rouwde en intieme vriend van Bo-
bespierre, en eeci volle noef van Ar-
mand St. Just en de echoone Margué-
rit?, die m?t den Engel-chen edelman
Sir Percy Blnkcney gehuwd was De
ander was Chauvelin, fen der mee.;t
invloedrijke leden vun het Comité du
Salut Public, thnns niet veel meer
dan ©en nazihanver van Rob sniern-'s
partij. Do verlamde was Coulhon,
ondanks do misdaden, die hij op zijn
geweten had. een aandoenlijk figuur
in zijn hulpeloosheid. Zijn vrienden
plaatsten hem in een lcunincsfocl en
sloegen e:n reisdoken om z'jn b:dicn.
Do rolstoel, waarin hij het grootste
gedeelte van zijn leven doorbracht,
had beneden in de woning van den
concierge een plaats gevonden, en Sb.
Just en Chauvelin hadden hem do
drie trappen naar do vertrekken van
Citoyenne Cabarrus opgedragen.
Vlak achter deae drie mannon aan
kwam Robespierre.
O. indien iu den nacht vnn den
26$ten April 1794 hot Inns No. 22 in do
nie Villedot door den bliksem getrof
fen en vernield ware geworden, welk
een stroom van bloed ware dnn eo-
stuiq, welke vorsenrlkkingem wanen
dan afgewend, welk een ellende ware
dan voorkomen!
Doch er gebeurde niets van dien aard
Het kon geschieden dat deze vier man
nen gedurende een deel vnn don nacht
in het halfduislere vertrek ongestoord
hun afschuwelijke plannen bespra
ken. Eigenlijk kon men het geen be
spreking noemen. Eén man benecrscli
te het lieele gezelschap, ofschoon hij
me?rende:-ls zwijgend er schijnbaar
in zichzelf gkeerd o! hnïf slapend
rechtop in een hoogen stoel zat On
berispelijk gekleed a's .hij was in
blauw lakensche jas. witte broek en
hagelwit linnen, het haar met een
zwart zijden strik keurig naar ncli-
tore.-i gebonden, de nagels cenolij'st
on do schoenen zonder ccn enkel mod
derspatje, leverde z'jn uiterlijk ecu
groot contrast op, met hot slecht ver
zorgde voorkomen van de andere aan
hangers dor revolutionnaire idealen.
St. Just, jong, knap, een schitte
rend spreker on een overtuigd en
thousiast was in tegenstelling rnet
Robespierre maar al te bereid om zijn
welsprekendheid te luchten, was in
derdaad do spreektrompet van den
grooten man, zooals hij ook diens ver
trouwde en rechterhand was.
Dan was er Conthon, sarcastisch
en minachtend, dio er een genoegen
lil acliiep, om Tallien te plagen en
hem woeste blikken toe to werpen,
hetgeen verachtelijke vleitaal naar
diens lippen bracht.
St. Just, du vurige demagoog, en
Couthon, de half verlamde enthou
siast, trachtten hun leider tot het af
kondigen van een driemanschar t©
brengen, met Ilobesulerro als voor
naamste dictator cn z(J samen als do
uitvoerende macht; en het vermaakte
don verlamde, om te zien in hoe verre
Tallien en diens collega's in hun laf
hartige gedweeheid dit afschuwelijke
plan zonden helpen Invorderen.
Wat Chauvelin betreft, deze zei
ze?r weinig en de eerbied, waarmee
hii naar de anderen luisterde, do en
kele vleiende woorden, die hii uitte,
getuigden van do slnafsche onderwor
penheid. waartoe hii vorv.il'cn wns.
En dc schoouc Theresia, die het
kleine gezelschap presideerde als eon
godin, luisterde naar het onbeduiden
de gepraat harer gasten. Zij zat op de
sofa, het eenige fraaie meubelstuk,
waarop het sombere vertrek zich kon
beroemen, en had er zorg voor gedra
gen, deze zoo te plaatson, dat het rose
licht van de lamp haar op het voor-
deeligst deed uitkomen. Slechte nu
en dan bracht ze een enkel woord in
het midden, doch voortdurend bepaal
de zij haar gansche aandacht bij
wat er gezegd werd
St. Just, nu, als altijd, de spreek
trompet van zijn vriend, was de eer
ste, die het gesprek een ernstiger
wending eaf. Allerlei complimentjes
en vleierijen hadden de ronde ge
daan, men had hot gehad over de
Gemeenschappelijke maaltijden en
het groote brein, dat deze had uitge
dacht. in vleiende taal geprezen.
Hierop besron St. Just in fraaie be
woordingen eensklaps een beschrij
ving te geven van het wanordelijke
toóneol, dat zich dien avond in de
rue St. Honoré luid afgespeeld.
Theresia Cabarrus liet haar hou
ding van tnolsche onverschilligheid
varen en begon bi jken van belang
stelling te geven.
„Die jonge verrader!" riep ze mri
groot vertoon van verontwaardiging
nit. „Wie was het? Hoo zag hij er
uit?
Couthon gaJ een nauwkeurige eu
zeer juiste beschrijving van Bertrand.
Hij had den lasteraar volle vijf mi
nuten tegenover zich gehad, had
diens door woede en haat vertrokken
gelaatstrekken bestudeerd en was en
zeker van, dat hij ze zou kunnen her
kennen.
Theresia luisterde aandachtig toe
en volgde iedere sTembuigin?. Urwijl
de mannen de vreemde gebeurtenis
sen bespraken, die er op ënolgd wa
ren. De meest nauwlettende toeschou
wer zou niet de minste agitatie in
haar groote oogen hebben kunnen be
speuren zelfs niet. toen zij den koe
len. vorschenden blik van Robespier
re ontmoette. Geen hunner, zelfs niet
Tallien, zou hebben kunnen gissen,
welk een inspanning net haar kostte,
om zich zoo onbevangen voor te doen
terwijl zij al dien tijd in onrust ver
keerde over den veelbesproken Ber
trand, die zich non: steeds in haag
keukentje schuil hield.
De zekerheid echter, dat Robespier
re's spionnen en die van de Comité'a
het spoor van Moncrif blijkbaar ge
heel bijster waren geraakt, droeg er
veel toe bij, om haar beur vertrou
wen Ie doen herwinnen, zoodat h.iaij
opgewektheid na «en wijle wat min
der geveinsd werd.
HYordt vervolgd.)