D~ laatste Avonturen van den Rooden Pimpernel HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 9 FEBRUARI 1924 - DERDE BLAD UIT DE WERELD IETS OVER DE PLANEET JUPITER. De groots'-# dor planeten. Twaalf J#ar onderweg met een snelhe d van eon uur gaans per «eocnde. Oe weg lange den d.erer.riem. Middellijn en om trek. Wal de plancot wocgt. Eeuwige lente? Sterke of platting aan de po:en. Sneue acw#nteling. Stropen en vtekken. De dampkring. Wat een mentch *ou wegen op Jupiter. De negen tct nu toe ontdekte manen. Twee terugloopende bijplaneten. Een geniale onldekk'ng. He etelsel van Jupiter, gezien van uit een der «telneten. Op gemiddeld 77$ millioen kilomo- j <!o afstand en do omloopstijd bekend tor afstand van de zon wimielt statig zijn, valt liet don sterrenkundig© ge- de roos onder «Ie planeten* Jupiter, makkelijk hot gewicht van dat he- omringd door ueeert v.a- i.t-rw v. aar- uwJ lichaam te berekenen. Er zijn rog van onkela do planeet Mercnrius in ntider© manieren, maar de hier ge- grootte overtref f«<t cn waarvan do uoomd© is verreweg de kortste. Dc uiterste meer dan 3D millioen kilo- sterrenkundigen dan hebben Levari- meter verwijderd is van de hoofdpla» den, dat Jupiter ©en gewicht hoeft ii.v-u Do geweldige massa van Jupi- ruim 9300 maal (juister 3U9 maal; ter bedraagt bijna 't drievoudig" van dut der narde. Hieruit volgt, dat bet d:e der andere p!{meten te uunen, soortgelijk gewicht der reusachtige dus van Meivurius, Venue, onze planeet nog geen kwart bedraagt van aarde» Mars, Satumus, L'rar.ua. Nep- j dat der aarde, daar Jupiter's inhoud tunuft, do verschillende bijplaneten g. lijk is aan 1279 aardbollen, en de ongeveer duizend kleinere 1 «—«•:->»« neten of planetoïden. De ontzagwekkende planeet H^PPHP to- weegt zich oin d© zon Sn <*-n ellips vormig©, d-L langwerpig ronde ba-in, en wel mot een sno!lu:>'. van onge veer C en een halven kilometer per secorxle. De kMnsta afstand tol d© zon bedraagt 710, de grootste 815 millioen kilometer, terwijl de gnncvMe baan meer dan 2100 millioen kilome ter lang is. Men kan ach eenipszins «w® donklieeld maken van den in éénen omloop afgelegden weg als won bedenkt, dat mot oen snelheid van inner dan <w uur gaans per seconde, geen onderdeel vnn ©en se cond© de benrttring onderbrekend, de elanrct ruim L'.'i van onze etma len d.L 11 jaren en 315 dagen noodijr beeft om dien weg af te leggen. Na do morgen ©n avondeten Ve- taus, is. Jupiter d© schitterendste ster aan onzen nachtelijk en hemel, in do oppositie, d-i. wanneer d© nar Je, zien tusechende zon rn Jupitcrlwin.lt is in het gunstigste geval de liclit-, pt« rkto van de/© planeet viermaal zoo groot als dio vnn «en ster der )*uvt*i grootte en zelfs in hot. ongun stigste geval, in do conjunctie, d.j. wanneer do volgorde nu aard» zon, Jupiter en de afstand tu sechen de sierde en" Jupiter zoo groot mogelijk iie do planeet, nog iota schitteren- der dan do schitterendste ondor do vaste sterren, Sirius. Tueedhen twee opeenvolgend© op posities vcrloopen gemiddeld 1 jaar en 34 dagen. Do aarde n.1. draait, in fén jaar om do zon. maar als zij rp het punt ie aangekomen, waar '/ij was, hij do vorigo oppositie, is Jupi ter ongeveer Wn twaalfde deel van hoar bnnn verder gekomen; om weer op ééne lijn te komen met «ie zon en Jupiter l:©oft de aard# gemiddeld 34 «lagen noodig. Two© opeenvolgende oppositie- hebben dus nooit plaats in de zelfde hemelstreek, dit geschiedt \\v»l ora de 12 jaar. Hij Iedere oppo. sitie paps-vut Jupiter om twaalf uur 's nacht# d«-n meridiaan der plaate van waarneming. Het baanvlflk der planeet valt. bijna «amen met. hot onze, want de boek. dien de twee vlakken maken is sb'cht© ©en en een Vi.iMe gra.vl; van daar dat de pla neet in twaalf Jaar dcnzelfdcn weg volgt. at* de zon ons ieder jour schijnt te volgen, n l. door de twaalf ttekenen of sterrenbeelden van den dierenriem (ram, Jt.er, twavlin^.-n, kreeft, lc« uw, maagd. enz.). Do emit terende planeet is het cunstigst waar te nemen in do maand waarin de cppositio valt en de drie volgende. Wanneer de aard© en Jupiter zoo «licht mogelijk bij elkaar staan, d.l. wanneer de afstand tusschen l>etd© bedraagt 580 millioen kilometer, dan xiet men de planr©'. ondor een hoek van 47 seconden. Mot deze gegevens js het voor den wiskunstenaar gr- makkelilk de middellijn der pUr.«*-t te hep.-len: zij bedraagt in e©n rond getal 141 duizend kilometer (ruim 11 maal die der aarde). Al« zij nu volkomen dcDielfden vorm had als «ie aard©, zou naar in houd 13(10 maal di©rt der narde be dragen, maar door haar sterk© af platting aan do polen, is de inhoud vrij wat minder, n.L 1279 maal die der aarde. De omtrek der narde is- zooals de ]uer weet, 40 duizend kilometer, die van Jupiter is, daar haar ruiddelliir 11 maal 700 groot is abt die der aarde, ook 11 maal zoo groot ais d» asrdomtrek, dus meor dan 416 dui- zend kilometer. I-aten wc ons een oogenblik voorstellen dat ra'n e;n r© p papier kon maken, die van hier naar de maan zou reiken (een af stand v*n 38i duizend kilom'ter». dan zou die nog veel te kort t.iin om rondom de p*s'ieeU planeet go'.fgl te kunnen worden Wanne-" r cn hemellichaam «en zronn of bijplaneet heeft, van welke aar gewicht nog niet eens gelijk aan dat van het iordedeel van dat aan tol. Het soortgelijk gewicht der aarde is. xcouls d© lezer weet, 55; dorhatve L dat van Jupiter 1,35. Do geheel© planoet weegt dus ongeveer oen derde meer dan z© zou doen, als ze geheel uit waiter bestond. l)at neemt echter niet weg, dat hot ge wicht, in kilogrammen uitgedrukt, een petal vormt, waarvan de men schel ijk© veibeelding rich geen voor- srellir? kan maken, een getal van 28 cijfers. Het. is den lezer bekend, dat do aardas, di. de denkbeeldige recht© lijn. die de heide© polen verbindt, zoo schuin staat op het vlak van do haan der aarde om do zon, dat ze met- dat vlak een hoek maakt van 66 graden 33 minuien Het gevolg van dien schuinen stand is, dat voor een zolfd© plaat© op aarde in do ge- matigde lnehtst reek dag en naeJit niet even lang zijn (behalve als de zon aan den equator staat, dus op 22 Maart en 21 September) ©n dot do zon in de langere dagon vcol hootrer hove® den horizon komt dan in '1© kortere. Dit kon «n verschil opleveren van 47 graden tusechcn den hoogsten zonnestand op den InngytM ©n op don kortst/u «lag. bic schuin© 6tand van do aardas is t«v vent oorzaak van het ven-solui in jaargetijden. Welnu, op Jupiter is do toestand geheel anders. Dozo planeet staat bijna loodrecht op 'naar baan, over do gohoolo planeet zijn da? en nacht bijna even lang. de hoogste oonno#' nd op don langst en dag van een of Andere plaat© kan met don lioogwten stand op den kortaten dag hoogstens 6 graden verschillen. Van daar dat oen en dezelfde plaats dag in. dag uit ongeveer dezelfde hoe veelheid zonnewarmte ontvangt, na tuurlijk meer als Jupiter op haar ©e- ringston afstand van do zon is «Jan op den grooteten afstand, Maar de vi»rr-rhillen ziin betrekkelijk t© po ring om t© spreken van verschillen de jaargetijden. Dit heeft sommige schrijver», aanleiding gegeven om te spreken van oen eeuwige lento, die on Jupiter z/ni "neerFclien. De Ahhé Moren*, de directeur van de flterrenwneht fA Beurges, kan zicüi rn"t die opvatting niet vftreemtrmi. Ten oertrte omdat de zon. wegens d^n groo- leren afstand (ruim 5 maal die <ub- •1 hen de aarde en de zon) er veel min der warm Is dan or> aarde. Op 5 maal grooterén afstand is n-I. licht en warm te 5 maal 5 maal, duo 25 maal minder fterk; de ijMrui-1 van Jupiter tot- de »oti is gemiddeld 5.2 maal zoo groot als die tuwchen zon ©n aarde, zoodat de van nit Jupiter gezien 27 maal kleiner «eliiint dan van hier uit en do zennawarmte 27 maal minder y'erV is. f r is nog iet* andere T'if verschillen de v«rwhün«©l©n blükt dat Juniter nog niet evenals d* narde zoover is afge koeld. da» de planeet een vaste korst heeft; r© vormt nnar alle waarschijn lijkheid een donker© gloeiende vloei bare massa met ©en temperatuur als ci© welk© hecrscht in Onze kalkoiens, dus van een ewwigc lente kan moei- sprake zi:n K«n de.r verschijnselen, die wijzen op e vlooibsarJieid der planeet, is do rterk© afplatting aan de po!«m. di© één z/*fiende deel van de middellijn be draagt: d" as tusschen d© beide polen dor planeet is 9000 kilometer minder lang dan de middellijn van haar equa tor. Dmc ©v-rko afplatting wijst te- ven® op oen uiterst ©nelle omwenteling. Inderdaad, de reusachtige planeet draait om haar as in nog geen 10 uren: een punt nan haar equator beschrijft dus in dien tijd van 10 uren een cir kel van 400 duizend kilometer, en zou dus in Mn uur do reis om de aard© unnen maken. Door »~n kijker gezien, zelfs reeds r.r>r 'n vrij zwakken, vertoont de pla cet e©n aantal stropen, die zich even wijdig aan haar equator over bijna de geheele schijf uitstrekken. De middel-' ste, die noordelijk en zuidelijk ovetr den equator loopt, heeft een breedte van 10 graden, dus een achttiende deel van de geheele breedte der schijf. Zij heeft een heldere lichte kleur eu wordt aan de noord- en aan de zuidzijde begrensd door donkere rood gebinte strepen. De kleuren der verschillende strepen va- rieeren van wit tot de donkerste tin ten met overgangen van verschillen de nuancen van rood, van bruin em van olijfgroen. Nog een andere bijzonderheid zijn de vlekken, die zich met verschillende snelheden over de schijf bewegen. Die aan den evenaar draaien n.L sneller dan die bij de polen, de afneming der snelheid is echter niet gelijkmatig Een der merkwaardigste ie die. welke ge noemd wordt ,.de groote roodo vlek", Sedert men haar lieeft waargenomen is zij van kleur veranderd: in 1878 waa zo intens rood, drie jaar later werd u bicoker en bleeker. tot ze eindelijk ver duwen. maar de door haar open gela ten langwerpig ronde plek in hot zui delijk deol van de groot© stroep aan den equafor bleef bestaan. Tegenwoor dig is de vlek weer zichhnar door kij kers van middelbare sterkte, maar haar kleur ie niet meer zoo rood als in 1£78. De vlek heeft e<m lengte van 50 duizend kilometer, due ongeveer 4 aard middellijnen. Of hot dezelfde vlek is. die ree/Is in de 17e eetrw is waarge nomen door Cassini. staat niet vast; de gevoelens der eterrenkundigen zijn daaromtrent verdeeld. Wat w-el vaM staat, is dat Jupiter een dieh'en dampkring heeft. Wanneer na melijk deze planeet op haar weg om d© zon voor een vaste ster heengaat ziet de waarnemer door zijn kijker het licht der vns'e ster afnemen, steeds sneller, tot het geheel verdwijnt. Als hetzelfde verschijnsel plaats heeft me# onze maan. die ceen waarneemhnre atmosfeer heeft, geschiedt de verdwlj. nin? der «ier opeens, zonder vooraf gaand© afneming in lichtsterkte. De aantrekking, die door tlw» pla neet wordt uitgeoefend is aanmerke lijk grootcr dan die der aardo. Als «le halve middellijn van Jupiter even groot was als die der oord© reu de aantrekkingskracht 309 maar die der aarde bedragen, dus een voorwerp, dat hier een K.G. weegt, zou op Ju piter 309 K.G. wegen. Maar de aan trekkingskracht noemt af met den afstand en wel zoo, dat op oen af stand. die 2, 3, 4 enz. maal grooter is, de aantrekkingskracht 4, 9, 16 enz. maai minder sterk is. Daar de halve middellijn van Jupiter 11 maal grooter is dan die der aarde, weegt liet bovenbedoelde voorwerp aan de oppervlnfctc v^n Jupiter niet 309 K.G.. maar ruim 121 maal minder, dus 2.5 K.G.; met andere woorden werkt de aantrekkingskracht op Jupiter 2,5 maal zoo sterk als aan de oppervlakte der aarde. Een mensch van 70 K.G. zou dus, op Jupi (er overgeplaatst, 175 K.G. wogen. Ünze dampkrings lucht zou op Jupiter een druk oefenen 11 iet van 103 kilogram per vier kanten decimeter, tuaa' van 207,5 K.G. Haar soortelijk gdwioht, dufi lwiar dichtheid zou twee en een half maal zoo groot zijn als hic-r. Vóór de uitvinding van den verre kijker me<-nde men, dat het zonnestel sel bevatte zeven planeten, n.I. zee planeten en één bijplaneet: Meren- rins, Venus, de Maan, de Aarde, Mars', Jupiter, Saturnus en daarmee uil, Groot waa de opschudding aan alle hoogescholen, toen Galilei don Tden Januari 1610 on Simon Marius den volgenden dag, elk gewapend met den door hemzelf vervaardigden kijker, eerstgenoemde drie, laatst genoemde vier wachters bij Jupiter ontdekte. „En het geheimzinnige ge tal zeven danl" vroeg men. ,,En Aristoteles", zei oen ander, „heeft die er een woord van gezegd f' Weer anderen ontkenden hot bestaan der satellieten, omdat zij er het nut riet van inzagen. „Die lichtende puntjes", beweerde een toen zeer beroemd as tronoom (Clavius) „zijn het gevolg van het gebruik vnn oen Kijker, naar in de werkelijkheid bestaan ze niet". De vier ontdekte bijplaneten kre gen namen, ontleend aan de fabelleer. 10, Europa, Ganymedes en Callieto. Ie is iets grooter dan onze Maan, Europa iet© kleiner, Ganvmedes houdt het midden tuesdhen Mere prins en Mars, terwijl Callisfo ongeveer zoo groot is als Mercurius. Hun omloope- tijd varieert tusscnen 2 en 17 dagen. Gewoonlijk worden deze bij planeten aai geduid door de cijfers I. 11. Ill en IV. Het duurde bijna twe© en drie kwart eeuw voordat er een nieuwe wachter van Jupiter ontdekt werd, rn wol tusrJien de hoofdplaneet n bijplaneet I flo): ze kreeg het cijfer V. De ontdekking was gedaan door middel van den groeien kijker van het Observatorium Lick op den 9den December 1892. Langs photographi- schen weg zijn er nog vier andere ontdekt, waarvan de laatst ontdekte, di© zich op meer dan 30 millioen kilo meter afstand van de hoofdplaneet bevindt, zich evenals de yoorlantste beweegt, niet in dezelfde richting als Jupiter, maar in tcgen?<ytolde, In een der vorige artikelen van deze rubriek hebben wij gezien, hoo de geniale Roemer door de oordeel kundige waarneming van de verduis teringen der manen van Jupiter een schitterende methode heeft gevonden om de snelheid van het licht te l»e palen. Hij vond, ondanks onjuist© ge gevens. een snellteid van 300 duizend kilometer per seconde, volgens de nieuwste Windingen bedraagt deze 299.860 kilometer, dus de onjuistheid was betrekkelijk zeer gering. Indien zich op een of meer satellie ten van Jupiter leven ontwikkeld heeft, irnv-t de nachtelijke hemel een verrukkelijk schouwspel bieden. Jupi ter vertoont zioh als oen schitterende schijf. 1400 maal zoo groot als onze volle maan met 't onvergelijkelijk klettrénspel van zijn strepen.dan de 8 man©r. die zich voor elk der satellie ten aan het oog vertoonen. in ver schillende schijngestalten, afgewis seld door verduisteringen: in één woord: eer. wereld van tooveraohtig" schoonheid. Van een raam dat niet open kon door SIMON MOS. Toen de heei Kalman 's morgens, gereed naar het kantoor te gaan, juist de buitendeur wilde openen, kwam rijn eebtgenooto hem in de vestibul' rog verzoeken, eren bij den huisheer atc. .c loopen, eangeiicn een raam boven, dal van hei kamertje waar de kinderen siicpen, niet meer geopend kon worden. Het was vast blijven ritten, na reeds eeD igo dagen slechts ine: heel veel moeite op en neer te zijn gegaan. Er haperde iets. Wellicht een kleinigheid, maar er diende naar gerien te worden. Natuurlijk! zri mijnheer, een'gs. zins geïrriteerd door dat oponthoud, want hij was al laat, dat raam moet open, de kamer moet verfrisdy kunnen wor den, dal is uit hygiënisch oogpunt be slist noodrakelijkIk zal den huis heer er mee in kennis stellen. Best, vent! zei mevrouw, blij dat re er nog juist aan gedacht had, dan ral het vandaag wel in orde komen. Mijnheer Kalman liep ietwat gehaast, de woning van den huisheer was eenigs- zins uit de richting van die naar het kantoor, een kleine omweg was noodig. De huisheer hoorde het gebrek aan het raam met belangstelling aan, doch verzocht vriendelijk het incident wel te willen meededen aan den opzichter, daar die du eenmaal alles behandelde, wat zich voordeed aan en met zijn hui zen. Do opzichter was de man, die voor al zulke zaken zorgde. Bes:! Naar den opzichter dan. Maar het bu reau van dien heer was te ver uit dc richting van het kantoor des heeren Kalman, om dit alsnog vóór kantoor tijd te kunnen bereiken. Dus zou hij er na afloop van kantoor heengaan. Doch 's middags was hij alweer bijna tliuis, toen hij het zidi pas herinnerde. Hij spoedde zich naar hr.t bureau, doch ver mocht aldaar den opzichter niet aan te treffen. De eerste en eenige klerk van dezen, zat Charlie Chaplin-poppcijes te tcekenen op het voor hem liggende vloeipapier, noteerde echter de klacht op een blaadje van een bloc-note en zou er ziin chef mede in kennis stellen. Mooi! Dat was dus in zooverre in orde. Het zou nu evenwel eerst morgen wor den alvorens de timmerman was te ver wachten. Dodi die dag verstreek, zon der dat de brave verscheen Dc dag daarna was dc heer Kalman reeds vroeg op het bureau van den opzichter, om te vernemen wat de reden geweest kon zijn, dat de timmerman niet was ge komen. Het bleek, dat de eerste cn eenige klerk de boodschap niet aan den opzichter had overgebracht, aangezien het bloc-no'.e-blaadje was zoek geraakt. De heer Kalman herhaalde nu ztjn klacht, betreffende het niet te openen raam, van een der slaapkamers boven in ziin huis, waarop de opzichter ant woordde, dat hij den timmerman zou zenden, om het eens na te zien. Dien dag kwam hij evenwel niet, tegen ver wachting. Maar 't was denkelijk te laat geworden, hij zou wel den volgenden dag komen. Doch toen zag de familie Kalman hem evenmin. Den d.-.g daarna belde de heer Kal man den opzichter op gelukkig bleek hij telefonisch te zijn aangesloten maar hij was niet aanwezig, 's Middags ïcr uur was mijnheer echter beslist op het bureau, beweerde de ecTSte en eenige klerk, 't Was ook zoo. Vier uur belde Kalman op, en op de vraag ..Waarom de timmerman er nog niet was geweest?" antwoordde de opzich ter „Dat zoo'n man natuurlijk meer te doen had en dat hij niet overal te ge lijk kon ziin." Nu, dat" begreep de heer Kalman. Maar wanneer of-ie dan wèl kwr.m? Ja. zoo spoedig mogelijk! Bin nen een paar dagen zou-ie er zijn Twee, drie dagen't Was niet zoo precies te zeggeDHij was maar al leen voor vele huizenIeder op z*n beurt.... Nu, dut was billijk! De fa milie Kalman bleef wachten, doch in die week verscnecn de timmerman niet. Maandag werd de opzichter weer op gebeld. met de mededeeling, dat de timmerman nog niet was geweest. Ja, dat kwamenfin!.... Maar morgen Dinsdag kwam-ie vast!.. Daar kon Kalman beslist op aan. Niet zonder vreugde bracht de heer des huizes deze verblijdende tijding over in het gezin. Mórgen komt-ie! riep hij opgeto gen, nauwelijks de voordeur binnen. Hoera! riepen de kinderen, mórgen komt-ie. Hoeral 't Was louter toeval, dat den vol genden cag. juist onder de koffie, ïcr- wijl Kalman thuis was. iemand in werk- /deeding aan de woning belde. Laat de man even bier in de huis kamer komen, Betje! riep mijnheer. We dienen hem we! eenigszir.s feestelijk te ontvangen, vervolgde hij, ietwat sar castisch. Hebt u al gegeten? vroeg mijnheer, uiterst vriendelijk. Ik heb daarnet, met permissie, m'n stukje verwerkt, antwoordde de man, zijn leeg srukke-zakje toonend. Een kop koffie dan? informeerde mijnheer nader, den man uiraoodigend even te gaan zitten. Dat graag! was het antwoord, een beetje drinken komt altijd van pas. 'n Rookertje? noodigdc mijnheer, een kistje met goud-gebande sigaren presentecrend. Nou meneer, as 't niet te astrant isUwe overlaadt me met weldaden. We ziin blij, dat u gekomen bent. verduidelijkte mevrouw, en zeer dank baar. Och, kom! zei de man, het restje van zijn kopje uitdrinkend. Als u nu even mee naar boven wil gaan? vroeg mijnheer, van zijn stoel opstaande. Naar bove? herhaalde de man in de grootste verbazing, as u me nou Ja. bóven moet u zijn, zei mijnheer gedecideerd, was u dit niet gezegd? Toe meneer, zei de man, maak uwe nou geen verdere grapjes..— Bove, voor de meter? Voor dc meter? echode mijnheer, niet begrijpend, wiewie bent u dan? Wel natuurlijk, de meter-opnemcr van de waterlcidinc. Van de waterleiding? Ja natuurlijk 1 De stand van het eerste kwartaal nazien. Het was alzoo niet de timmerman, doch de metcr-oontróleur van de water leiding. De timmerman zagen ze dien dag niet. Des anderen daags belde de heer Kalman den opzichter weer op. „Hij is er nog niet geweest," riep hij in ck tclcphoon. „Nee?" werd geantwoord, „hoe is 't mogelijk?"..— „Met wicn spreek ik eigenlijk?".... „Met Kal man." „O ja! met Kalman..— zoo, is-ic er nog niet geweest?" „Nee, zooals ik u daar juist zei." „Wie i3 ook weer niet geweest, zei u?" „De timmermandie zou immers gisteren komen Maandag." „O ja!de timmerman, ja, natuurlijkzool is-ie er niet geweest?" „Absoluut niet, me neer„Nou, ik zal 't em zeg gen.... hij zal nou wel komen." „Morgen dus?" „Zeker!.. Morgen., overmorgen".... „Best, meneer!" Twee dagen gingen er weer voorbij, hij was er nog niet geweest. Maar den deTden dag daarna, werd er 's morgens, even voordat mijnheer naar het kantoor zou vertrekken, gebeld door iemand, die zich subiet bekend maakte als d e timmerman. Hoera I zongen de kinderen, toen ze dat boorden, de timmerman!de timmerman! Toen mijnheer met hem bovenkwam, en hem aanwees her raam, dat niet open kon. trachtte de timmerman met bovcn- mcnscheliike krachtsinspanning te pro- beeren het wil te openen. Eerst na en kele minuten volhardend pogen, con cludeerde hij „dat het niet open kon." Precies mijn idee! zei de heer Kalman, ik ben reeds ongeveer veertien dagen dezelfde meening toegedaan. 't Zal em an de vocht leggeof 1 de gewichteof an 't touwl ver klaarde de timmerman diepzinnig. 7.101 zei de heer Kalman, 't is mogcliik. Of an wat anders, vervolgde de man, die bliikbaaT momenteel geen an dere reden inviel. U zult het moeten onderzoeken. nagde de heev Kalman te veronder stellen. Jawel, ze! dc man, da's goed cn welmaarre..— ik heb geen ge reedschap bij me. Den dag daaraanvolgende keerde de timmerman terug m e t gereedschap. Hij kwam toen zoover, dat de gewichten, het touw enz. van het raam. werden blootgelegd. Er kon toen worden gecon stateerd. dat het touw, waaraan de ge- ichten waren opgehangen, gebroken was. Hm! zei de timmerman, het geval met ernstig oog en dc hand onder de Onze LaiMGcE: TROOST. Kleine jongen (in de bios coop achter een grooten, dikken man zittend). Meneer, wilt u iets op zij gaan; ik kan niets zien. Dikke man: Kun je niets zien? Weet je '.vat, kijk maar goed naar mij. Als i k lach, kun jij ook lachen! kin aanziende, dat ziet er bedroefd uit— da's leeüjker. Zoo! zei de heer Kalman, naar i* hoop, ts 't toch niet onoverkomelijk? Da: nou wel juist niet, antwoordde de man, maar het touw mot vernieuwd worden..— en 'k heb geen touw bij me. Da: was inderdaad bedroevend, doch voor den man scheen het bovendien hoogst ernstig :e zijn. Want de timmer man vertrok en keerde niet terug. njea dag niet en evenmin den volp-end-ji. Het spreekt van zelf. da' de heef Kalman toc-n weer den opzichter op belde; moest opbellen, niet waar? Want al was dc tmmerman er nu geweest, he: raam, dat r.iet open kon, moest nog ai- tiid gesloten blijven, zoolang het touw niet was hersteld. En da: bleek de allergrootste kwestie. Want de huisheer had, middeis den opzichter, verordonneerd, dat in deze penibele tijden „geen vernieuwingen" aan de huizen mochten plaats hebben. Nu had de heer Kalman bet touw voor z :j n rekening kunnen nemen het was luttel bedrag, ondanks de bewering den oprichter, dat juist thans het touw zoo scfcrLkfc-r-ni' duur was, maar waar zijn dan de grenzen? En aangezien he: hier nu niet zoo zeer gir.g cm de knikkers, maar speciaal om het recht van dc zaak, vertikte de heer Kalman het, dat touw te betalen, weshalve het raam moest gesloten blïj- ••en. Nu, dat ging toch niet! Dat was strijdig met de eenvoudigste beginselen der hygiëne. En ofschoon de kinderen tijdelijk in e.c-n andere kamer sliepen, kon die toestand roch niet blijvend be stendigd worden, door die zaak maar onafgedaan te laten. Eiken dag kon et weer een ar.der raam onder dezelfde omstandigheden weigeren aan het open Maar er was toch oe:t gezondheids commissie, 't zou de moeite waard zijn, die eens te polsen, dacht de heer Kalman. En werkelijk, die oo-n~..:-sie was eenparig van oordeel, dat het be wonen van een huis van normale groot te, waarin de ramen niet geopend kun nen worden, ongezonder is dan het verblijf ia het kleinste hutje, met eea vrije lucht-toetreding. Doch wat zou „Bouw- en Woningtoe zicht" er van denken? Kalman moest zich daar maar eens vervoegen. En aan dót bureau dc klacht eens haarfijn definiëeren. Dies ging de heer Kalman op een zekeren middag naar het bureau van B. en W. (niet burgemeester en wethouders, maar Bouw- en Woningtoezicht). Doch reeds bij het eerste bezoek werd het hem dui- delijk, dat zoo'n bureau maar niet dea geheclen dag, op alle ureo, doch na- tuurlijk slechts op enkele uren, op werk. dagen, is geopend. Den volgenden dag evenwel, kreeg de heer Kalman, na lijd zaam zijn beurt te hebben afgewacht, toegang tot voor het loket. Het bleek echter, dat om tot de kern van den dienst, b.v. een opzichter, te kunnen doordringen, eerst terdege een bureau cratische barrière moeizaam doorwor steld moest worden. Hoe is uw naam? vroeg de admi nistratieve beambte. En zonder de hee ren hier nu verder sprekende in te voe ren, kan ik volstaan met te vermelden, dat dc heer Kalman, voor zooverre in zijn vermogen was, correct antwoordde op al de hem achtereenvolgens gedane vragen: Naam en voornamen?.. Gebo ren?.,.. Gehuwd?Kinderen?..— Woonachtig Boven-benedenhuis Commensaals?Huurprijs?.. Naam van den huisheer?Woonplaats? En welke klacht? Op deze laatste vraag wilde de heer Kalman eenigszins uitgebreid ant woorden. ten einde den beambte duide lijk te maken, waar hier eigenlijk de schoen wrong. Ja. ja. ja! viel de ambtenaar hem ongeduldig in de rede, uw zaak ral worden onderzocht door den opzich ter. belast met den buitendienst..— die volgt! Wanneer kan ik diedie op zichter van den buitendienst verwach ten? waagde de heer Kalman voorzich tig te informecren. Tja!.... MorgenOvennor- genOp een paar dagen kunnen wg dat niet zeggenEr is hier méér le doen!Die volgt! Dat begreep de heer Kalman, en te rns aan het herhaalde oproepen ren den achter hem aanwezig riïnden per soon. dat het onderhond hiermede als geé'-ndigd kon worden beschouwd. Werkelijk was echter de opzichter van den buitendienst van B. en W„ nu wel de eerste dagen, maar toch binnen een week. bii Kalman. FeiailHetorfT Uil het Enzel«f h san BARONES ORCZY. (Nadruk verboden). 2G» ,.U weel natuurlijk, Ciloymne", z»i Chnuve'.in m cn p©©*1». „wie de ec! ver van «i - 7 wij z'gjzen onhee^hnamd© hrielje is!" /.e kmkle. „Het de man, gin? hij ru^'i? voort, „dte order -n naam van den R«x>- «l©n 1':.ti;krr.oi bekend stuat. on!>e- «chaamue. Enjreis-hc nvcn'ur dien (,;t'-ven l:-b*rpi?rrc u, nnc. v:r- xneht h©e<!. in dn vnl te lekken, dio .'oe bewaard© There?ia het stilzwij gen. Z© keek nirt nm«r Chnuvelin, doen hield haar hlik gevestigd op het stuk je pnpier, dat *e tot een smal lint had oppovo'nven en nu om haar vingers wond. ,,Tn d^ze zelfde kamer. Ciloyenno", gin? Chauvtlin voort, „weigerde u een korte stemde geleden ons uw hulp to v«r!eenen". N©er r-en antwoord van Thoresia. Zij h"-d het e©h©:m*inniffe brief glnd- errstreken, het daarop zorgvuldig ia vieren opgevouwen en slak het thans tu«-ch©n haar japon. (".heuvelin w-eht'e geduldig. Hij was gew»rd non wachten. Tr©r i zat op d> sofa. de smerige re,t,wen handen lufvhen dc knken. 7- za» daar mei gobec-u hoofd, zoo- dnl het lick' vnn de kleine lamp niet op h-.rr gelaat viel In de verte gaf ©cr. klok aan. da( 't kwart over drieën vn* Ghauvelin stond op. „Ik geloof, dat wij elkander wel be- gifpen hebben. Citoyenne", zei hij rus- tig. ..Hel is la©: Op welk uur mag ik he; t/enoegen hebben var. een onder hout mol u!"' „Morgenmiddag om drie uur", ant woordde zo met boonloozo stem als reir.snd, die :n een droomtoestand ver- l.'er:. „Op dat uur is Gitoven Tallien altijd raar de zitting van de Conven tie. en ik za'. 01'dor geve.i, dat niemand anders mag worden toegelaten". „Ik zal morgenmiddag om drie uur terugkomen", waren Chauvelin'a laat ste voorden tot haar. HOOFDSTUK XIII. „The Fisherman's Rest". Teiwlj! gansch Europa in de weer was om «ie revolutie, die Frankrijk op haar historische grondvesten deed wankelen, fe keeren. had er geduren de de laatste jaren in dit hoekje van Engeland weinig verandering plaats- gesrep'-n. The Fisherman's Rest slond. waar zij refdr twee eeuwen geslaan had. De eiker, bnlkor,. zwart van ouderdom, de monumentale haardstede, de tafels ©n do hooggerugde banken leken «ie Ftomm© getuigen van een traditioneel® ordelijkheid, terwijl de glanzend© tin nen kroer.rn. h©t schuimende bier cn liet als goud blinkende koper op onnf- gebrokeu voorspoed wezen Ginds in de keuken regeerde nog met vaste schoon ietwat haastige hand juffrouw Sally Wait®, zooals ze nu heeite Hoe gevoelig die hand kon aankomen, had zelfs, naar ondeugen de praatjesmakers beweerden, haar ge maal d: heer Harry Waïte. mccT dan cns ondervond©'' Zij had nog steeds het keft in handen vnn haar vaders huishouding, voerde het beheer over de keuken c:i hield de jonge dienst meisjes duchtig aan het werk. The Fisherman's Rrri zou bet zonder haart niet best hebben kunnen bolwerken. 1 Sally Waits met haar kort koket netoldoeksch mutsje, den keurig ge vouwen halsdoek over den ompelen boezem, het korte rokje, dat een pr.ar bijzonder fraaie enkels vrijliet, was nu eens in de kamer, dan weer in do keuken* heen en weer trippe lend als een goede, zij het ietwat forsche fee. hier een grapje makend, daar een standje gevend, warm. hij gend en opgewonden. Intwss-hen stond dc waard, d© heer Jelly band in de laatste twee jaar misschien een beetje omvang rijker van figuur en ©en weinig ka ler van Fohedcl geworden met do stevige heenen niteeneeplnnt in «lo gelagkamer voor do haard, waarin, ondanks de warmte van «lozen prach- tigeu middag, een vroolijk houtvuur brandde. Hij verkondigde zijn denk beelden omtrent den poli kieken too- stand van Europa in het- algemeen inet het zelfvertrouwen, uit volkomen onwetendheid en het echte Britsche vooroordeel ren den eilandbewoner geboren. De heer lellybnnd was een ca al verontwaardiging over „die moorde naars daarginder, die hun Koning en hun Koningin en nl hun edellieden en aanzienlijken uit den weg hadden geruimd, en dio Engeland einde lijk besloten hail mores te loeren* „Eu gocn oogenblik te vroeg, hoor je, meneer Hempseed", ginc hij voort. „Als ik ntijn zia had gehad, hadden we ze al veel eerder gestraft en hun veelgeprezen Parijs in de lucht laten vliegen en die arme Koningin mee hierheen genomen, vóór die moord zuchtige schurken haar lieten ont hoofden!" Meneer Hempseed, die op zijn ge liefkoosd pieltje bij den haard zat, was het hier blijkbaar niet me© eens. „Ik vind het no it verstandig, om j© mot een andermans zaken b- moeien". zei hij. zijn beverige stem verheffend, ten einde den stroom van des heeren Jellybands welsprekend heid lo stuiten. ..Rlijf met je vuile vingers van mijn lijf!'" klonk de stem vnn juffrouw Snl- lv Waite, terwijl het doordringende geluid van een lievige oorv::- de rest van meneer Hempseeds antwoord op diens lippen deel verstijven. „Kom, kom Sally", liet de heer Jel- lvhnnd op strengen toon hooren, om dat hij het niet prettig vond, dat zijn klanten aldus op hun nummer gezet werden. „Hoor eens, vader", antwoordde Sally, terwijl ze haar bruine krullen schudde, houd u nu maar bn uw po litiek. dan zal ik die onbeschaamde vlegels we! zeggen, waar het op stant". „Wacht maar", riep ze nog ovet haar schouder tegen den ontstelden 1 zondaar. „Als mijn Harry je ooit zoo reis ziet doen, dan zal je er nog an ders van lusten!" Sally!" berispte de heer Jellyband thans op strenger toon, „Lord Has tings zal nog hier zijn, voor je het di ner klaar hebt". De gedachte aan deze mogelijkheid bracht Sally zoo van streek, dat zij "t wangedrag van den boosdoener op staander, voet vergeten was en niet eens het gelach der aanwezigen hoor de over de kastijding, die zij hem had toegediend. De h"er Hempseed vervolgde th-ms zijn rede, alsof deze geenszins onder broken vvare geweest. „Dat is alles heel mooi, menerr Hempseed", 'zei Jellyband, „maar ik zeg. wie zoo praat, is geen echt® En- gelschntan. Wij Engelsehen kunnen den vreemdeling precies leeren. wat hij doen eu wat hij laten moet- En daar we de schepen en de manschap pen èn het gold ervoor hebben, zijn we gerechtigd, de lui, die het niet met ons eens zijn, te bevechten. En laat ik 11 zeggen, meneer Hempseed, dat ik het tegen een ieder, o'ie het hierin niet met mc eens mocht rijn, durf opnemen!" (Wordt Vervolgd./

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 9