D~ laatste Avonturen
van den Rooden
Pimpernel
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1924 - DERDE BLAD
UIT DE WERELD
IETS OVER DE PLANEET JUPITER.
De groots'-# dor planeten. Twaalf J#ar onderweg met een snelhe d van eon
uur gaans per «eocnde. Oe weg lange den d.erer.riem. Middellijn en om
trek. Wal de plancot wocgt. Eeuwige lente? Sterke of platting aan
de po:en. Sneue acw#nteling. Stropen en vtekken. De dampkring.
Wat een mentch *ou wegen op Jupiter. De negen tct nu toe ontdekte
manen. Twee terugloopende bijplaneten. Een geniale onldekk'ng. He
etelsel van Jupiter, gezien van uit een der «telneten.
Op gemiddeld 77$ millioen kilomo- j <!o afstand en do omloopstijd bekend
tor afstand van de zon wimielt statig zijn, valt liet don sterrenkundig© ge-
de roos onder «Ie planeten* Jupiter, makkelijk hot gewicht van dat he-
omringd door ueeert v.a- i.t-rw v. aar- uwJ lichaam te berekenen. Er zijn rog
van onkela do planeet Mercnrius in ntider© manieren, maar de hier ge-
grootte overtref f«<t cn waarvan do uoomd© is verreweg de kortste. Dc
uiterste meer dan 3D millioen kilo- sterrenkundigen dan hebben Levari-
meter verwijderd is van de hoofdpla» den, dat Jupiter ©en gewicht hoeft
ii.v-u Do geweldige massa van Jupi- ruim 9300 maal (juister 3U9 maal;
ter bedraagt bijna 't drievoudig" van dut der narde. Hieruit volgt, dat bet
d:e der andere p!{meten te uunen, soortgelijk gewicht der reusachtige
dus van Meivurius, Venue, onze planeet nog geen kwart bedraagt van
aarde» Mars, Satumus, L'rar.ua. Nep- j dat der aarde, daar Jupiter's inhoud
tunuft, do verschillende bijplaneten g. lijk is aan 1279 aardbollen,
en de ongeveer duizend kleinere 1 «—«•:->»«
neten of planetoïden.
De ontzagwekkende planeet
H^PPHP to-
weegt zich oin d© zon Sn <*-n ellips
vormig©, d-L langwerpig ronde ba-in,
en wel mot een sno!lu:>'. van onge
veer C en een halven kilometer per
secorxle. De kMnsta afstand tol d©
zon bedraagt 710, de grootste 815
millioen kilometer, terwijl de gnncvMe
baan meer dan 2100 millioen kilome
ter lang is. Men kan ach eenipszins
«w® donklieeld maken van den in
éénen omloop afgelegden weg als
won bedenkt, dat mot oen snelheid
van inner dan <w uur gaans per
seconde, geen onderdeel vnn ©en se
cond© de benrttring onderbrekend, de
elanrct ruim L'.'i van onze etma
len d.L 11 jaren en 315 dagen noodijr
beeft om dien weg af te leggen.
Na do morgen ©n avondeten Ve-
taus, is. Jupiter d© schitterendste ster
aan onzen nachtelijk en hemel, in do
oppositie, d-i. wanneer d© nar Je,
zien tusechende zon rn Jupitcrlwin.lt
is in het gunstigste geval de liclit-,
pt« rkto van de/© planeet viermaal
zoo groot als dio vnn «en ster der
)*uvt*i grootte en zelfs in hot. ongun
stigste geval, in do conjunctie, d.j.
wanneer do volgorde nu aard» zon,
Jupiter en de afstand tu sechen de
sierde en" Jupiter zoo groot mogelijk
iie do planeet, nog iota schitteren-
der dan do schitterendste ondor do
vaste sterren, Sirius.
Tueedhen twee opeenvolgend© op
posities vcrloopen gemiddeld 1 jaar
en 34 dagen. Do aarde n.1. draait, in
fén jaar om do zon. maar als zij rp
het punt ie aangekomen, waar '/ij
was, hij do vorigo oppositie, is Jupi
ter ongeveer Wn twaalfde deel van
hoar bnnn verder gekomen; om weer
op ééne lijn te komen met «ie zon en
Jupiter l:©oft de aard# gemiddeld 34
«lagen noodig. Two© opeenvolgende
oppositie- hebben dus nooit plaats in
de zelfde hemelstreek, dit geschiedt
\\v»l ora de 12 jaar. Hij Iedere oppo.
sitie paps-vut Jupiter om twaalf uur
's nacht# d«-n meridiaan der plaate
van waarneming. Het baanvlflk der
planeet valt. bijna «amen met. hot
onze, want de boek. dien de twee
vlakken maken is sb'cht© ©en en een
Vi.iMe gra.vl; van daar dat de pla
neet in twaalf Jaar dcnzelfdcn weg
volgt. at* de zon ons ieder jour
schijnt te volgen, n l. door de twaalf
ttekenen of sterrenbeelden van den
dierenriem (ram, Jt.er, twavlin^.-n,
kreeft, lc« uw, maagd. enz.). Do emit
terende planeet is het cunstigst waar
te nemen in do maand waarin de
cppositio valt en de drie volgende.
Wanneer de aard© en Jupiter zoo
«licht mogelijk bij elkaar staan, d.l.
wanneer de afstand tusschen l>etd©
bedraagt 580 millioen kilometer, dan
xiet men de planr©'. ondor een hoek
van 47 seconden. Mot deze gegevens
js het voor den wiskunstenaar gr-
makkelilk de middellijn der pUr.«*-t
te hep.-len: zij bedraagt in e©n rond
getal 141 duizend kilometer (ruim 11
maal die der aarde).
Al« zij nu volkomen dcDielfden
vorm had als «ie aard©, zou naar in
houd 13(10 maal di©rt der narde be
dragen, maar door haar sterk© af
platting aan do polen, is de inhoud
vrij wat minder, n.L 1279 maal die
der aarde.
De omtrek der narde is- zooals de
]uer weet, 40 duizend kilometer, die
van Jupiter is, daar haar ruiddelliir
11 maal 700 groot is abt die der
aarde, ook 11 maal zoo groot ais d»
asrdomtrek, dus meor dan 416 dui-
zend kilometer. I-aten wc ons een
oogenblik voorstellen dat ra'n e;n
r© p papier kon maken, die van hier
naar de maan zou reiken (een af
stand v*n 38i duizend kilom'ter».
dan zou die nog veel te kort t.iin
om rondom de p*s'ieeU planeet go'.fgl
te kunnen worden
Wanne-" r cn hemellichaam «en
zronn of bijplaneet heeft, van welke
aar gewicht nog niet eens gelijk
aan dat van het iordedeel van dat
aan tol. Het soortgelijk gewicht der
aarde is. xcouls d© lezer weet, 55;
dorhatve L dat van Jupiter 1,35. Do
geheel© planoet weegt dus ongeveer
oen derde meer dan z© zou doen, als
ze geheel uit waiter bestond. l)at
neemt echter niet weg, dat hot ge
wicht, in kilogrammen uitgedrukt,
een petal vormt, waarvan de men
schel ijk© veibeelding rich geen voor-
srellir? kan maken, een getal van
28 cijfers.
Het. is den lezer bekend, dat do
aardas, di. de denkbeeldige recht©
lijn. die de heide© polen verbindt,
zoo schuin staat op het vlak van do
haan der aarde om do zon, dat ze
met- dat vlak een hoek maakt van
66 graden 33 minuien Het gevolg
van dien schuinen stand is, dat voor
een zolfd© plaat© op aarde in do ge-
matigde lnehtst reek dag en naeJit
niet even lang zijn (behalve als de
zon aan den equator staat, dus op
22 Maart en 21 September) ©n dot
do zon in de langere dagon vcol
hootrer hove® den horizon komt dan
in '1© kortere. Dit kon «n verschil
opleveren van 47 graden tusechcn
den hoogsten zonnestand op den
InngytM ©n op don kortst/u «lag. bic
schuin© 6tand van do aardas is t«v
vent oorzaak van het ven-solui in
jaargetijden. Welnu, op Jupiter is do
toestand geheel anders. Dozo planeet
staat bijna loodrecht op 'naar baan,
over do gohoolo planeet zijn da? en
nacht bijna even lang. de hoogste
oonno#' nd op don langst en dag van
een of Andere plaat© kan met don
lioogwten stand op den kortaten dag
hoogstens 6 graden verschillen. Van
daar dat oen en dezelfde plaats dag
in. dag uit ongeveer dezelfde hoe
veelheid zonnewarmte ontvangt, na
tuurlijk meer als Jupiter op haar ©e-
ringston afstand van do zon is «Jan
op den grooteten afstand, Maar de
vi»rr-rhillen ziin betrekkelijk t© po
ring om t© spreken van verschillen
de jaargetijden. Dit heeft sommige
schrijver», aanleiding gegeven om te
spreken van oen eeuwige lento, die
on Jupiter z/ni "neerFclien.
De Ahhé Moren*, de directeur van
de flterrenwneht fA Beurges, kan zicüi
rn"t die opvatting niet vftreemtrmi. Ten
oertrte omdat de zon. wegens d^n groo-
leren afstand (ruim 5 maal die <ub-
•1 hen de aarde en de zon) er veel min
der warm Is dan or> aarde. Op 5 maal
grooterén afstand is n-I. licht en warm
te 5 maal 5 maal, duo 25 maal minder
fterk; de ijMrui-1 van Jupiter tot- de
»oti is gemiddeld 5.2 maal zoo groot als
die tuwchen zon ©n aarde, zoodat de
van nit Jupiter gezien 27 maal
kleiner «eliiint dan van hier uit en do
zennawarmte 27 maal minder y'erV is.
f r is nog iet* andere T'if verschillen
de v«rwhün«©l©n blükt dat Juniter nog
niet evenals d* narde zoover is afge
koeld. da» de planeet een vaste korst
heeft; r© vormt nnar alle waarschijn
lijkheid een donker© gloeiende vloei
bare massa met ©en temperatuur als
ci© welk© hecrscht in Onze kalkoiens,
dus van een ewwigc lente kan moei-
sprake zi:n
K«n de.r verschijnselen, die wijzen op
e vlooibsarJieid der planeet, is do
rterk© afplatting aan de po!«m. di© één
z/*fiende deel van de middellijn be
draagt: d" as tusschen d© beide polen
dor planeet is 9000 kilometer minder
lang dan de middellijn van haar equa
tor. Dmc ©v-rko afplatting wijst te-
ven® op oen uiterst ©nelle omwenteling.
Inderdaad, de reusachtige planeet
draait om haar as in nog geen 10 uren:
een punt nan haar equator beschrijft
dus in dien tijd van 10 uren een cir
kel van 400 duizend kilometer, en zou
dus in Mn uur do reis om de aard©
unnen maken.
Door »~n kijker gezien, zelfs reeds
r.r>r 'n vrij zwakken, vertoont de pla
cet e©n aantal stropen, die zich even
wijdig aan haar equator over bijna de
geheele schijf uitstrekken. De middel-'
ste, die noordelijk en zuidelijk ovetr den
equator loopt, heeft een breedte van
10 graden, dus een achttiende deel van
de geheele breedte der schijf. Zij heeft
een heldere lichte kleur eu wordt aan
de noord- en aan de zuidzijde begrensd
door donkere rood gebinte strepen. De
kleuren der verschillende strepen va-
rieeren van wit tot de donkerste tin
ten met overgangen van verschillen
de nuancen van rood, van bruin em van
olijfgroen.
Nog een andere bijzonderheid zijn de
vlekken, die zich met verschillende
snelheden over de schijf bewegen. Die
aan den evenaar draaien n.L sneller
dan die bij de polen, de afneming der
snelheid is echter niet gelijkmatig Een
der merkwaardigste ie die. welke ge
noemd wordt ,.de groote roodo vlek",
Sedert men haar lieeft waargenomen
is zij van kleur veranderd: in 1878 waa
zo intens rood, drie jaar later werd u
bicoker en bleeker. tot ze eindelijk ver
duwen. maar de door haar open gela
ten langwerpig ronde plek in hot zui
delijk deol van de groot© stroep aan
den equafor bleef bestaan. Tegenwoor
dig is de vlek weer zichhnar door kij
kers van middelbare sterkte, maar
haar kleur ie niet meer zoo rood als in
1£78. De vlek heeft e<m lengte van 50
duizend kilometer, due ongeveer 4
aard middellijnen. Of hot dezelfde vlek
is. die ree/Is in de 17e eetrw is waarge
nomen door Cassini. staat niet vast;
de gevoelens der eterrenkundigen zijn
daaromtrent verdeeld.
Wat w-el vaM staat, is dat Jupiter een
dieh'en dampkring heeft. Wanneer na
melijk deze planeet op haar weg om d©
zon voor een vaste ster heengaat ziet
de waarnemer door zijn kijker het
licht der vns'e ster afnemen, steeds
sneller, tot het geheel verdwijnt. Als
hetzelfde verschijnsel plaats heeft me#
onze maan. die ceen waarneemhnre
atmosfeer heeft, geschiedt de verdwlj.
nin? der «ier opeens, zonder vooraf
gaand© afneming in lichtsterkte.
De aantrekking, die door tlw» pla
neet wordt uitgeoefend is aanmerke
lijk grootcr dan die der aardo. Als «le
halve middellijn van Jupiter even
groot was als die der oord© reu de
aantrekkingskracht 309 maar die der
aarde bedragen, dus een voorwerp,
dat hier een K.G. weegt, zou op Ju
piter 309 K.G. wegen. Maar de aan
trekkingskracht noemt af met den
afstand en wel zoo, dat op oen af
stand. die 2, 3, 4 enz. maal grooter
is, de aantrekkingskracht 4, 9, 16
enz. maai minder sterk is. Daar de
halve middellijn van Jupiter 11 maal
grooter is dan die der aarde, weegt
liet bovenbedoelde voorwerp aan de
oppervlnfctc v^n Jupiter niet 309 K.G..
maar ruim 121 maal minder, dus 2.5
K.G.; met andere woorden werkt de
aantrekkingskracht op Jupiter 2,5
maal zoo sterk als aan de oppervlakte
der aarde. Een mensch van 70 K.G.
zou dus, op Jupi (er overgeplaatst,
175 K.G. wogen. Ünze dampkrings
lucht zou op Jupiter een druk oefenen
11 iet van 103 kilogram per vier
kanten decimeter, tuaa' van 207,5
K.G. Haar soortelijk gdwioht, dufi
lwiar dichtheid zou twee en een half
maal zoo groot zijn als hic-r.
Vóór de uitvinding van den verre
kijker me<-nde men, dat het zonnestel
sel bevatte zeven planeten, n.I. zee
planeten en één bijplaneet: Meren-
rins, Venus, de Maan, de Aarde,
Mars', Jupiter, Saturnus en daarmee
uil, Groot waa de opschudding aan
alle hoogescholen, toen Galilei don
Tden Januari 1610 on Simon Marius
den volgenden dag, elk gewapend
met den door hemzelf vervaardigden
kijker, eerstgenoemde drie, laatst
genoemde vier wachters bij Jupiter
ontdekte. „En het geheimzinnige ge
tal zeven danl" vroeg men. ,,En
Aristoteles", zei oen ander, „heeft
die er een woord van gezegd f' Weer
anderen ontkenden hot bestaan der
satellieten, omdat zij er het nut riet
van inzagen. „Die lichtende puntjes",
beweerde een toen zeer beroemd as
tronoom (Clavius) „zijn het gevolg
van het gebruik vnn oen Kijker, naar
in de werkelijkheid bestaan ze niet".
De vier ontdekte bijplaneten kre
gen namen, ontleend aan de fabelleer.
10, Europa, Ganymedes en Callieto.
Ie is iets grooter dan onze Maan,
Europa iet© kleiner, Ganvmedes houdt
het midden tuesdhen Mere prins en
Mars, terwijl Callisfo ongeveer zoo
groot is als Mercurius. Hun omloope-
tijd varieert tusscnen 2 en 17
dagen. Gewoonlijk worden deze bij
planeten aai geduid door de cijfers I.
11. Ill en IV.
Het duurde bijna twe© en drie
kwart eeuw voordat er een nieuwe
wachter van Jupiter ontdekt werd,
rn wol tusrJien de hoofdplaneet n
bijplaneet I flo): ze kreeg het cijfer
V. De ontdekking was gedaan door
middel van den groeien kijker van
het Observatorium Lick op den 9den
December 1892. Langs photographi-
schen weg zijn er nog vier andere
ontdekt, waarvan de laatst ontdekte,
di© zich op meer dan 30 millioen kilo
meter afstand van de hoofdplaneet
bevindt, zich evenals de yoorlantste
beweegt, niet in dezelfde richting als
Jupiter, maar in tcgen?<ytolde,
In een der vorige artikelen van
deze rubriek hebben wij gezien, hoo
de geniale Roemer door de oordeel
kundige waarneming van de verduis
teringen der manen van Jupiter een
schitterende methode heeft gevonden
om de snelheid van het licht te l»e
palen. Hij vond, ondanks onjuist© ge
gevens. een snellteid van 300 duizend
kilometer per seconde, volgens de
nieuwste Windingen bedraagt deze
299.860 kilometer, dus de onjuistheid
was betrekkelijk zeer gering.
Indien zich op een of meer satellie
ten van Jupiter leven ontwikkeld
heeft, irnv-t de nachtelijke hemel een
verrukkelijk schouwspel bieden. Jupi
ter vertoont zioh als oen schitterende
schijf. 1400 maal zoo groot als onze
volle maan met 't onvergelijkelijk
klettrénspel van zijn strepen.dan de 8
man©r. die zich voor elk der satellie
ten aan het oog vertoonen. in ver
schillende schijngestalten, afgewis
seld door verduisteringen: in één
woord: eer. wereld van tooveraohtig"
schoonheid.
Van een raam dat
niet open kon
door
SIMON MOS.
Toen de heei Kalman 's morgens,
gereed naar het kantoor te gaan, juist
de buitendeur wilde openen, kwam rijn
eebtgenooto hem in de vestibul' rog
verzoeken, eren bij den huisheer atc. .c
loopen, eangeiicn een raam boven, dal
van hei kamertje waar de kinderen
siicpen, niet meer geopend kon worden.
Het was vast blijven ritten, na reeds
eeD igo dagen slechts ine: heel veel
moeite op en neer te zijn gegaan. Er
haperde iets. Wellicht een kleinigheid,
maar er diende naar gerien te worden.
Natuurlijk! zri mijnheer, een'gs.
zins geïrriteerd door dat oponthoud,
want hij was al laat, dat raam moet open,
de kamer moet verfrisdy kunnen wor
den, dal is uit hygiënisch oogpunt be
slist noodrakelijkIk zal den huis
heer er mee in kennis stellen.
Best, vent! zei mevrouw, blij dat
re er nog juist aan gedacht had, dan
ral het vandaag wel in orde komen.
Mijnheer Kalman liep ietwat gehaast,
de woning van den huisheer was eenigs-
zins uit de richting van die naar het
kantoor, een kleine omweg was noodig.
De huisheer hoorde het gebrek aan
het raam met belangstelling aan, doch
verzocht vriendelijk het incident wel te
willen meededen aan den opzichter,
daar die du eenmaal alles behandelde,
wat zich voordeed aan en met zijn hui
zen. Do opzichter was de man, die
voor al zulke zaken zorgde. Bes:!
Naar den opzichter dan. Maar het bu
reau van dien heer was te ver uit dc
richting van het kantoor des heeren
Kalman, om dit alsnog vóór kantoor
tijd te kunnen bereiken. Dus zou hij er
na afloop van kantoor heengaan. Doch
's middags was hij alweer bijna tliuis,
toen hij het zidi pas herinnerde. Hij
spoedde zich naar hr.t bureau, doch ver
mocht aldaar den opzichter niet aan te
treffen. De eerste en eenige klerk van
dezen, zat Charlie Chaplin-poppcijes
te tcekenen op het voor hem liggende
vloeipapier, noteerde echter de klacht
op een blaadje van een bloc-note en zou
er ziin chef mede in kennis stellen.
Mooi! Dat was dus in zooverre in orde.
Het zou nu evenwel eerst morgen wor
den alvorens de timmerman was te ver
wachten. Dodi die dag verstreek, zon
der dat de brave verscheen Dc dag
daarna was dc heer Kalman reeds vroeg
op het bureau van den opzichter, om
te vernemen wat de reden geweest kon
zijn, dat de timmerman niet was ge
komen. Het bleek, dat de eerste cn
eenige klerk de boodschap niet aan den
opzichter had overgebracht, aangezien
het bloc-no'.e-blaadje was zoek geraakt.
De heer Kalman herhaalde nu ztjn
klacht, betreffende het niet te openen
raam, van een der slaapkamers boven in
ziin huis, waarop de opzichter ant
woordde, dat hij den timmerman zou
zenden, om het eens na te zien. Dien
dag kwam hij evenwel niet, tegen ver
wachting. Maar 't was denkelijk te laat
geworden, hij zou wel den volgenden
dag komen. Doch toen zag de familie
Kalman hem evenmin.
Den d.-.g daarna belde de heer Kal
man den opzichter op gelukkig bleek
hij telefonisch te zijn aangesloten
maar hij was niet aanwezig, 's Middags
ïcr uur was mijnheer echter beslist op
het bureau, beweerde de ecTSte en
eenige klerk, 't Was ook zoo. Vier uur
belde Kalman op, en op de vraag
..Waarom de timmerman er nog niet
was geweest?" antwoordde de opzich
ter „Dat zoo'n man natuurlijk meer te
doen had en dat hij niet overal te ge
lijk kon ziin." Nu, dat" begreep de heer
Kalman. Maar wanneer of-ie dan wèl
kwr.m? Ja. zoo spoedig mogelijk! Bin
nen een paar dagen zou-ie er zijn
Twee, drie dagen't Was niet zoo
precies te zeggeDHij was maar al
leen voor vele huizenIeder op z*n
beurt.... Nu, dut was billijk! De fa
milie Kalman bleef wachten, doch in
die week verscnecn de timmerman niet.
Maandag werd de opzichter weer op
gebeld. met de mededeeling, dat de
timmerman nog niet was geweest.
Ja, dat kwamenfin!.... Maar
morgen Dinsdag kwam-ie vast!..
Daar kon Kalman beslist op aan.
Niet zonder vreugde bracht de heer
des huizes deze verblijdende tijding
over in het gezin.
Mórgen komt-ie! riep hij opgeto
gen, nauwelijks de voordeur binnen.
Hoera! riepen de kinderen, mórgen
komt-ie. Hoeral
't Was louter toeval, dat den vol
genden cag. juist onder de koffie, ïcr-
wijl Kalman thuis was. iemand in werk-
/deeding aan de woning belde.
Laat de man even bier in de huis
kamer komen, Betje! riep mijnheer. We
dienen hem we! eenigszir.s feestelijk te
ontvangen, vervolgde hij, ietwat sar
castisch.
Hebt u al gegeten? vroeg mijnheer,
uiterst vriendelijk.
Ik heb daarnet, met permissie, m'n
stukje verwerkt, antwoordde de man,
zijn leeg srukke-zakje toonend.
Een kop koffie dan? informeerde
mijnheer nader, den man uiraoodigend
even te gaan zitten.
Dat graag! was het antwoord, een
beetje drinken komt altijd van pas.
'n Rookertje? noodigdc mijnheer,
een kistje met goud-gebande sigaren
presentecrend.
Nou meneer, as 't niet te astrant
isUwe overlaadt me met weldaden.
We ziin blij, dat u gekomen bent.
verduidelijkte mevrouw, en zeer dank
baar.
Och, kom! zei de man, het restje
van zijn kopje uitdrinkend.
Als u nu even mee naar boven
wil gaan? vroeg mijnheer, van zijn
stoel opstaande.
Naar bove? herhaalde de man in de
grootste verbazing, as u me nou
Ja. bóven moet u zijn, zei mijnheer
gedecideerd, was u dit niet gezegd?
Toe meneer, zei de man, maak uwe
nou geen verdere grapjes..— Bove,
voor de meter?
Voor dc meter? echode mijnheer,
niet begrijpend, wiewie bent u dan?
Wel natuurlijk, de meter-opnemcr
van de waterlcidinc.
Van de waterleiding?
Ja natuurlijk 1 De stand van het
eerste kwartaal nazien.
Het was alzoo niet de timmerman,
doch de metcr-oontróleur van de water
leiding.
De timmerman zagen ze dien dag
niet.
Des anderen daags belde de heer
Kalman den opzichter weer op. „Hij is
er nog niet geweest," riep hij in ck
tclcphoon. „Nee?" werd geantwoord,
„hoe is 't mogelijk?"..— „Met wicn
spreek ik eigenlijk?".... „Met Kal
man." „O ja! met Kalman..— zoo,
is-ic er nog niet geweest?" „Nee,
zooals ik u daar juist zei." „Wie i3
ook weer niet geweest, zei u?" „De
timmermandie zou immers gisteren
komen Maandag." „O ja!de
timmerman, ja, natuurlijkzool is-ie
er niet geweest?" „Absoluut niet, me
neer„Nou, ik zal 't em zeg
gen.... hij zal nou wel komen."
„Morgen dus?" „Zeker!.. Morgen.,
overmorgen".... „Best, meneer!"
Twee dagen gingen er weer voorbij,
hij was er nog niet geweest.
Maar den deTden dag daarna, werd er
's morgens, even voordat mijnheer naar
het kantoor zou vertrekken, gebeld
door iemand, die zich subiet bekend
maakte als d e timmerman.
Hoera I zongen de kinderen, toen
ze dat boorden, de timmerman!de
timmerman!
Toen mijnheer met hem bovenkwam,
en hem aanwees her raam, dat niet open
kon. trachtte de timmerman met bovcn-
mcnscheliike krachtsinspanning te pro-
beeren het wil te openen. Eerst na en
kele minuten volhardend pogen, con
cludeerde hij „dat het niet open
kon."
Precies mijn idee! zei de heer
Kalman, ik ben reeds ongeveer veertien
dagen dezelfde meening toegedaan.
't Zal em an de vocht leggeof
1 de gewichteof an 't touwl ver
klaarde de timmerman diepzinnig.
7.101 zei de heer Kalman, 't is
mogcliik.
Of an wat anders, vervolgde de
man, die bliikbaaT momenteel geen an
dere reden inviel.
U zult het moeten onderzoeken.
nagde de heev Kalman te veronder
stellen.
Jawel, ze! dc man, da's goed cn
welmaarre..— ik heb geen ge
reedschap bij me.
Den dag daaraanvolgende keerde de
timmerman terug m e t gereedschap. Hij
kwam toen zoover, dat de gewichten,
het touw enz. van het raam. werden
blootgelegd. Er kon toen worden gecon
stateerd. dat het touw, waaraan de ge-
ichten waren opgehangen, gebroken
was.
Hm! zei de timmerman, het geval
met ernstig oog en dc hand onder de
Onze LaiMGcE:
TROOST.
Kleine jongen (in de bios
coop achter een grooten, dikken man
zittend). Meneer, wilt u iets op zij
gaan; ik kan niets zien.
Dikke man: Kun je niets zien?
Weet je '.vat, kijk maar goed naar
mij. Als i k lach, kun jij ook lachen!
kin aanziende, dat ziet er bedroefd uit—
da's leeüjker.
Zoo! zei de heer Kalman, naar i*
hoop, ts 't toch niet onoverkomelijk?
Da: nou wel juist niet, antwoordde
de man, maar het touw mot vernieuwd
worden..— en 'k heb geen touw bij
me.
Da: was inderdaad bedroevend, doch
voor den man scheen het bovendien
hoogst ernstig :e zijn. Want de timmer
man vertrok en keerde niet terug. njea
dag niet en evenmin den volp-end-ji.
Het spreekt van zelf. da' de heef
Kalman toc-n weer den opzichter op
belde; moest opbellen, niet waar? Want
al was dc tmmerman er nu geweest, he:
raam, dat r.iet open kon, moest nog ai-
tiid gesloten blijven, zoolang het touw
niet was hersteld.
En da: bleek de allergrootste kwestie.
Want de huisheer had, middeis den
opzichter, verordonneerd, dat in deze
penibele tijden „geen vernieuwingen"
aan de huizen mochten plaats hebben.
Nu had de heer Kalman bet touw voor
z :j n rekening kunnen nemen het was
luttel bedrag, ondanks de bewering
den oprichter, dat juist thans het
touw zoo scfcrLkfc-r-ni' duur was, maar
waar zijn dan de grenzen?
En aangezien he: hier nu niet zoo
zeer gir.g cm de knikkers, maar speciaal
om het recht van dc zaak, vertikte de
heer Kalman het, dat touw te betalen,
weshalve het raam moest gesloten blïj-
••en.
Nu, dat ging toch niet! Dat was
strijdig met de eenvoudigste beginselen
der hygiëne. En ofschoon de kinderen
tijdelijk in e.c-n andere kamer sliepen,
kon die toestand roch niet blijvend be
stendigd worden, door die zaak maar
onafgedaan te laten. Eiken dag kon et
weer een ar.der raam onder dezelfde
omstandigheden weigeren aan het open
Maar er was toch oe:t gezondheids
commissie, 't zou de moeite waard zijn,
die eens te polsen, dacht de heer
Kalman. En werkelijk, die oo-n~..:-sie
was eenparig van oordeel, dat het be
wonen van een huis van normale groot
te, waarin de ramen niet geopend kun
nen worden, ongezonder is dan het
verblijf ia het kleinste hutje, met eea
vrije lucht-toetreding.
Doch wat zou „Bouw- en Woningtoe
zicht" er van denken?
Kalman moest zich daar maar eens
vervoegen. En aan dót bureau dc klacht
eens haarfijn definiëeren. Dies ging de
heer Kalman op een zekeren middag
naar het bureau van B. en W. (niet
burgemeester en wethouders, maar
Bouw- en Woningtoezicht). Doch reeds
bij het eerste bezoek werd het hem dui-
delijk, dat zoo'n bureau maar niet dea
geheclen dag, op alle ureo, doch na-
tuurlijk slechts op enkele uren, op werk.
dagen, is geopend. Den volgenden dag
evenwel, kreeg de heer Kalman, na lijd
zaam zijn beurt te hebben afgewacht,
toegang tot voor het loket. Het bleek
echter, dat om tot de kern van den
dienst, b.v. een opzichter, te kunnen
doordringen, eerst terdege een bureau
cratische barrière moeizaam doorwor
steld moest worden.
Hoe is uw naam? vroeg de admi
nistratieve beambte. En zonder de hee
ren hier nu verder sprekende in te voe
ren, kan ik volstaan met te vermelden,
dat dc heer Kalman, voor zooverre in
zijn vermogen was, correct antwoordde
op al de hem achtereenvolgens gedane
vragen: Naam en voornamen?.. Gebo
ren?.,.. Gehuwd?Kinderen?..—
Woonachtig Boven-benedenhuis
Commensaals?Huurprijs?.. Naam
van den huisheer?Woonplaats?
En welke klacht?
Op deze laatste vraag wilde de heer
Kalman eenigszins uitgebreid ant
woorden. ten einde den beambte duide
lijk te maken, waar hier eigenlijk de
schoen wrong.
Ja. ja. ja! viel de ambtenaar hem
ongeduldig in de rede, uw zaak ral
worden onderzocht door den opzich
ter. belast met den buitendienst..— die
volgt!
Wanneer kan ik diedie op
zichter van den buitendienst verwach
ten? waagde de heer Kalman voorzich
tig te informecren.
Tja!.... MorgenOvennor-
genOp een paar dagen kunnen wg
dat niet zeggenEr is hier méér le
doen!Die volgt!
Dat begreep de heer Kalman, en te
rns aan het herhaalde oproepen ren
den achter hem aanwezig riïnden per
soon. dat het onderhond hiermede als
geé'-ndigd kon worden beschouwd.
Werkelijk was echter de opzichter van
den buitendienst van B. en W„ nu wel
de eerste dagen, maar toch binnen
een week. bii Kalman.
FeiailHetorfT
Uil het Enzel«f h san
BARONES ORCZY.
(Nadruk verboden).
2G»
,.U weel natuurlijk, Ciloymne", z»i
Chnuve'.in m cn p©©*1». „wie de
ec! ver van «i - 7 wij z'gjzen
onhee^hnamd© hrielje is!"
/.e kmkle.
„Het de man, gin? hij ru^'i? voort,
„dte order -n naam van den R«x>-
«l©n 1':.ti;krr.oi bekend stuat. on!>e-
«chaamue. Enjreis-hc nvcn'ur dien
(,;t'-ven l:-b*rpi?rrc u, nnc. v:r-
xneht h©e<!. in dn vnl te lekken, dio
.'oe bewaard© There?ia het stilzwij
gen. Z© keek nirt nm«r Chnuvelin, doen
hield haar hlik gevestigd op het stuk
je pnpier, dat *e tot een smal lint had
oppovo'nven en nu om haar vingers
wond.
,,Tn d^ze zelfde kamer. Ciloyenno",
gin? Chauvtlin voort, „weigerde u een
korte stemde geleden ons uw hulp to
v«r!eenen".
N©er r-en antwoord van Thoresia.
Zij h"-d het e©h©:m*inniffe brief glnd-
errstreken, het daarop zorgvuldig ia
vieren opgevouwen en slak het thans
tu«-ch©n haar japon.
(".heuvelin w-eht'e geduldig. Hij was
gew»rd non wachten.
Tr©r i zat op d> sofa. de smerige
re,t,wen handen lufvhen dc knken.
7- za» daar mei gobec-u hoofd, zoo-
dnl het lick' vnn de kleine lamp niet
op h-.rr gelaat viel In de verte gaf
©cr. klok aan. da( 't kwart over drieën
vn* Ghauvelin stond op.
„Ik geloof, dat wij elkander wel be-
gifpen hebben. Citoyenne", zei hij rus-
tig. ..Hel is la©: Op welk uur mag ik
he; t/enoegen hebben var. een onder
hout mol u!"'
„Morgenmiddag om drie uur", ant
woordde zo met boonloozo stem als
reir.snd, die :n een droomtoestand ver-
l.'er:. „Op dat uur is Gitoven Tallien
altijd raar de zitting van de Conven
tie. en ik za'. 01'dor geve.i, dat niemand
anders mag worden toegelaten".
„Ik zal morgenmiddag om drie uur
terugkomen", waren Chauvelin'a laat
ste voorden tot haar.
HOOFDSTUK XIII.
„The Fisherman's Rest".
Teiwlj! gansch Europa in de weer
was om «ie revolutie, die Frankrijk
op haar historische grondvesten deed
wankelen, fe keeren. had er geduren
de de laatste jaren in dit hoekje van
Engeland weinig verandering plaats-
gesrep'-n.
The Fisherman's Rest slond. waar zij
refdr twee eeuwen geslaan had. De
eiker, bnlkor,. zwart van ouderdom, de
monumentale haardstede, de tafels ©n
do hooggerugde banken leken «ie
Ftomm© getuigen van een traditioneel®
ordelijkheid, terwijl de glanzend© tin
nen kroer.rn. h©t schuimende bier cn
liet als goud blinkende koper op onnf-
gebrokeu voorspoed wezen
Ginds in de keuken regeerde nog
met vaste schoon ietwat haastige hand
juffrouw Sally Wait®, zooals ze nu
heeite Hoe gevoelig die hand kon
aankomen, had zelfs, naar ondeugen
de praatjesmakers beweerden, haar ge
maal d: heer Harry Waïte. mccT dan
cns ondervond©'' Zij had nog steeds
het keft in handen vnn haar vaders
huishouding, voerde het beheer over
de keuken c:i hield de jonge dienst
meisjes duchtig aan het werk. The
Fisherman's Rrri zou bet zonder haart
niet best hebben kunnen bolwerken. 1
Sally Waits met haar kort koket
netoldoeksch mutsje, den keurig ge
vouwen halsdoek over den ompelen
boezem, het korte rokje, dat een
pr.ar bijzonder fraaie enkels vrijliet,
was nu eens in de kamer, dan weer
in do keuken* heen en weer trippe
lend als een goede, zij het ietwat
forsche fee. hier een grapje makend,
daar een standje gevend, warm. hij
gend en opgewonden.
Intwss-hen stond dc waard, d©
heer Jelly band in de laatste twee
jaar misschien een beetje omvang
rijker van figuur en ©en weinig ka
ler van Fohedcl geworden met do
stevige heenen niteeneeplnnt in «lo
gelagkamer voor do haard, waarin,
ondanks de warmte van «lozen prach-
tigeu middag, een vroolijk houtvuur
brandde. Hij verkondigde zijn denk
beelden omtrent den poli kieken too-
stand van Europa in het- algemeen
inet het zelfvertrouwen, uit volkomen
onwetendheid en het echte Britsche
vooroordeel ren den eilandbewoner
geboren.
De heer lellybnnd was een ca al
verontwaardiging over „die moorde
naars daarginder, die hun Koning en
hun Koningin en nl hun edellieden
en aanzienlijken uit den weg hadden
geruimd, en dio Engeland einde
lijk besloten hail mores te loeren*
„Eu gocn oogenblik te vroeg, hoor
je, meneer Hempseed", ginc hij voort.
„Als ik ntijn zia had gehad, hadden
we ze al veel eerder gestraft en hun
veelgeprezen Parijs in de lucht laten
vliegen en die arme Koningin mee
hierheen genomen, vóór die moord
zuchtige schurken haar lieten ont
hoofden!"
Meneer Hempseed, die op zijn ge
liefkoosd pieltje bij den haard zat,
was het hier blijkbaar niet me© eens.
„Ik vind het no it verstandig, om
j© mot een andermans zaken b-
moeien". zei hij. zijn beverige stem
verheffend, ten einde den stroom van
des heeren Jellybands welsprekend
heid lo stuiten.
..Rlijf met je vuile vingers van mijn
lijf!'" klonk de stem vnn juffrouw Snl-
lv Waite, terwijl het doordringende
geluid van een lievige oorv::- de rest
van meneer Hempseeds antwoord op
diens lippen deel verstijven.
„Kom, kom Sally", liet de heer Jel-
lvhnnd op strengen toon hooren, om
dat hij het niet prettig vond, dat zijn
klanten aldus op hun nummer gezet
werden.
„Hoor eens, vader", antwoordde
Sally, terwijl ze haar bruine krullen
schudde, houd u nu maar bn uw po
litiek. dan zal ik die onbeschaamde
vlegels we! zeggen, waar het op
stant".
„Wacht maar", riep ze nog ovet
haar schouder tegen den ontstelden
1 zondaar. „Als mijn Harry je ooit zoo
reis ziet doen, dan zal je er nog an
ders van lusten!"
Sally!" berispte de heer Jellyband
thans op strenger toon, „Lord Has
tings zal nog hier zijn, voor je het di
ner klaar hebt".
De gedachte aan deze mogelijkheid
bracht Sally zoo van streek, dat zij
"t wangedrag van den boosdoener op
staander, voet vergeten was en niet
eens het gelach der aanwezigen hoor
de over de kastijding, die zij hem had
toegediend.
De h"er Hempseed vervolgde th-ms
zijn rede, alsof deze geenszins onder
broken vvare geweest.
„Dat is alles heel mooi, menerr
Hempseed", 'zei Jellyband, „maar ik
zeg. wie zoo praat, is geen echt® En-
gelschntan. Wij Engelsehen kunnen
den vreemdeling precies leeren. wat
hij doen eu wat hij laten moet- En
daar we de schepen en de manschap
pen èn het gold ervoor hebben, zijn
we gerechtigd, de lui, die het niet
met ons eens zijn, te bevechten. En
laat ik 11 zeggen, meneer Hempseed,
dat ik het tegen een ieder, o'ie het
hierin niet met mc eens mocht rijn,
durf opnemen!"
(Wordt Vervolgd./