DENKEN
SPREKEN
WERKEN
LEVEN
VERDIENEN
HAARLEM'S DAGBLAD
Economische gegevens
De laatste Avonturen
van den Rooden
Pimpernel
DONDERDAG 6 MAART 1924
TWEEDE BLAD
Glas- en Verffabrieken
Een belangrijke Haarfemsche industrie
ls gevestigd ia een perccelencoinplex
aan het Spaarne cn dc Sl Anthonie-
Straat,
Het is de glas- en verffabrick van de
firma J. Sabelis en Co.
De firmanten de hecren J. de Brer.k
Lzn. cn Rego Vcfh, hadden tegen een
bexoek van verslaggever en teekenaar
geen bei waar.
Zoo stapten we op een goeden mor
gen naar het kantoor aan bet Spaarne,
waar de heer Do Breuk ons ontving.
Maar voordat wij, daar aangekomen
den rondgang door de fabriek aan
gen, moesten we eerst even het uitzicht
bewonderen uit het kantoorraam, op'het
Spaarne met rijn oude gevels aan den
kant, net water - dat daar breed is
mei hier eu daar een schip, met hier en
daar etn rake hui'weerspiegeling.
Daar rag je aan de overzij het oude
pand, op den hoek van de Gravinoe-
s:eeg, dat voor drie rogtfpbrooden tij
dens Haarlem'» beleg werd verkocht.
Ook rijn er, jammer genoeg, de stem
ming-bedervende nieuvrc hui ren van wel
frisch gekleurde maar toch leeüjkc. roo-
ce baksteenen. die zoo maar tusschcn
al dat oude mooi, geplant staan.
Ka deze inleiding, die weinig met
economie te maken had, draaiden we
ons af van het groote raam. om ronder
verderen overgar.g van poëtische reali
teit. naar materialistische werkelijkheid,
de fabriek binnen te stappen.
Hoewel we in dere artikelen op ue tech-
iek van de bedrijven niet diep rullen
kunnen ingaan mogen we hier toch
wel eenige uitzondering maken. Het
bedrijf toch is weinig bekend c.» inte
ressant.
We kwamen dan eerst in de lood-
Ktterij, waar het bekende glas in lood
wordt vervaardigd. Daartoe mccter. ont
werpen op zuivere grootte uitgeslagen
en in rwtaar papier uitgesneden warden.
Volgens de verkregen schabionen wor
den de. verschillende benodigde ge
kleurde glassoorten gesneden, met ge
trokken loodstaven aan elkander ge
voegd, aan beide zijden op de verbin
dingen gesoldeerd en daarna water
dicht gemaakt.
Vrij veel personeel voor deze be
merking noodig.
Typisch i* de run die in de werk
plaatsen heerscht. Deze valt op, als 5®
jus»; de Wetf Conrad berocht. waar het
ratelde, bonsde, snorde en hamerde.
Het licht schijnt er vriendelijker, de
sfeer is aangenamer, maar je mist er
het overweldigende, het grootsche van
de groot-industrie, die jo ah onverbid
delijk het zwijgen weet op te leggen.
In een andere afdeeling werd met
achablonen op glas gewerkt. De klaar
gemaakte ruiten worden machinaal, en
met zeer groote krach:, met zand be
spoten. Zoodoende wordt het glas dof
en ondoorzichtig. Door uitsparen cn be
dekken van do noodige plaatsen, ont
slaan ornatncntalo en decoratieve figu
ren. Ook steenhouwers die graniet moe
ten bewerken, laten dit dikwijls bij dc
firma met de randstraalmachine doen.
Hetzelfde werk, waarvoor de houwer
drie of vier dagen noodig heeft, wordt
met een zandstraalmachine in betrek
kelijk korten tijd gedaan. Ook marmer
glas wordt op dezelfde wijze bewerkt.
Een belangrijk onderdeel der gla:
industrie bestaat in het etsen van ruiten.
Dit is een scheikundig proces. Een
"erk zuur werkt op het glas in. Bij
sten aanblik bereikt men iets dergelijks
als bij schablonenwerk. De resultaten na
scheikundige behandeling zijn echter
uiooier. Men verkrijgt daarmede werke
lijk fijn-artistieke ramen met teere
touren. De aftrek van dit artikel heeft
in den loop der tijden nu juist geen
gunstigen loop genomen. De groote
steden vroegen eertijds veel geëtst glas.
Toen werd langzamerhand cle vraag
minder, en n* wenscht men slechts nog
de mooie ramen te gebruiken op dor
pen, afgelegen plaatsen enz., waar d«
grootstcedsche ideeën nog niet door
gedroegen zijn.
Al pratende bereikten we de ruimte
waar de zandstraalmachine staat.
Verschillende van deze instrumenten
heeft de firma al in gebruik gehad. De
te echter mankeerde dit. de tweede
dat, de derde leverde gevaar op. de
de was niet economisch in het gebruik
nu echter heeft men wel het bijna vol
maakte systeem in toepassing.
De xandblaasmachine. door een elec
tromotor van 25 H.P. in beweging go-
bracht, slingert door middel van samen
geperste lucht een fijne straal zand te
gen het glas. Daarvoor is een houten
kast met ramen geconstrueerd het
ifgewerkte zand, dat tot stof is ver
malen, wordt aan de bovenzijde wegge
zogen en neergeslagen in een kelder
ruimte. die gedeeltelijk met water
gewold is.
Dan valt het nog bruikbare aand
neer door een zoogenaamde vorm
aar eea kuil.
Tenslotte brengt een Jacobsladder
het langs eea goot enz., weer naar de
machine die het opnieuw tegen het
glas slingert. De houten stellage waar-
op het te bewerken glas geplaatst
wordt, was voor ons wel het interes
santste voorwerp. Het hout toch, is
door de Vracht van het gespoten rand
geheel ontleed. Slechts de harde bestand-
deelen bles-en bestaan. Geen ander in-
ment, geen artiest, zou in staat zijn
de grillig-oncffen oppervlakte na te
bootsen.
De zandstraler werd voor ons in wer
king gesteld. In minder dan geen tijd
een glasplaat mat. Richt de man
de leiding iets langer dan noodig is op
de rui:, dan „straalt" bet zand er eea
rond gat in.
Do-ar middel van een gedeeltelijk be
schermende stof worden ruiten zoo in
gegraveerd, terwijl op dezelfde wijze
marmerglas of graniet van letters en
ornamenten worden voorzien.
In de glasslijperij zagen we hoe de
facetten schuine kanten aan het
spiegelglas geslepen worden. Deze
moeilijke arbeid geschiedt geheel uit de
hand. Het is te begrijpen, dat cr zeer
goed geschoolde arbeiders voor noodig
zijn. Verschillende werktuigen kunnen
dezen arbeid machinaal verrichten, dan
echter zuilen de facetten hol zijn, cn
dwarsstrepen vertoonen. Vier maal
neemt de werkman het glas toch onder
handen voor het voor afleveren gereed is.
„Maar waar blijven de economtsehe
gegevens?" zullen de economisah-aan
gelegde lezers vragen.
U zult ze hebben.
De vraag naar rijkbewerkt glas-in-
lood, zoowel als <üe naar geëtst glas,
aldus de heer Veth, wordt minder. Toch
is dit niet noodzakelijk. De kosten van
den bouw van een huis worden dooi ma
tig aanwenden van glas-in-lood niet
noemenswaardig verhoogd. Het effect is
daarentegen zoo buitengqfvoon aardigi
Maar uit economisch oogpunt zijn
onze verfproducten belangrijker. Wij
vervaardigen „Santol", een onschade
lijke veif ter vervanging van loodwit.
Voor de vervaardiging van een cler
grondpioducten van deze verf de
olie beeft dc firma aan den Nieuwen
Weg bij de Ringvaart een groote in
richting gebouwd, waar deze op bij
zondere wijze wordt bereid, om met de
andere noodzakelijke producten als
zinkwit en koolzure kalk in de groote
raengmolens te worden gemengd, om
daarna in dc verfwalsen te worden fijn
gemalen. In bussen van 50 K.G. in
houd wordt de verf opgevangen, verze
geld en van etiquelten voorzien.
Een zeer groot aantal stond voor ver
zending door heel Nederland gereed.
Eigenaardig is het intusschen, dat
Haarlem zelf dat product zeer weinig in
toepassing ziel brengen.
Nog wel het vermelden waard is de
goed geslaagde, bekende reclameplaat,
die Louis Raemakers voor „Santol"
vervaardigde.
Zij stelt voor een schilder van het
oGbollig-komische-Hollandsche soort; hij
duwt Mager Heintje, die met de lood-
witpot en -kwast loopt, met entrain cn
met volle vreugde-overgave, een lik
„Santol" over zijn beenig scharminkel-
hoofd. Ziehier du» de vroolijke belicha
ming van de voordeclea van een verf
product.
Tenslotte vroegen we den heer Veth
of hij perspectieven ia dezen handel en
industrie zag.
„Ja, ja, daar kun je roo weinig van
zeggen, vandaag is hel druk, morgen
weer stil. De tijden zijn zoo buiten
gewoon wisselvallig. Do 'matste maan
den is het vrij stil. En 't kon zoo ook
wel een tijdje blijven. In ons bedrijf is
de concurrentie groot. We hebben ii
Haarlem veel kleine collega's."
„En de personcelquaestie?"
„Och, het aantal blijft vrij constant, we
hebben het af en toe wel wat uitgebreid,
in verband met den korteren arbeids
tijd."
Dit zijn eenige economische gegevens,
die wij aanteekenden, toen we door de
werkplaatsen trokken. Werkplaatsen zijn
altijd mooi. Daar waar verf gemaakt
werd, teekende de heer Wcsseling één
van de hierbij gevoegde schetsjes.
Het is een aardig gezicht, die dikke,
glanzende, taaie, wittc-vcrf-plakkaat tus
schcn dc vermalende walsen vandaan 'e
zien komen.
Heel verwonderd sta je als leek te
kijken, wanneer je de glasvoorraden ziet;
milliocncn kilogrammen, alle maten, alle
dikten, vele kleuren, staan gerijd in pak
huizen cn op zolders.
De econoom, de man van statistieken,
cn de man van den handel kunnen zich
'erdicpen in het verzekeringsvraags'u«
dat hier ter bestudcering ligt. De firma
Sabelis heeft haar eigen glasverzekc-
ringsmaafchappij „Haarlem". Schade
vergoedt zij inglas.
Toen we eindelijk weer uit het don
kere van voorraad-zolders en pakhuizen,
ïn het witte daglicht traden, viel ons
oog op vaten met grond-klcur-stoffen,
aangevoerd uit Zuid-Frankrijk.
Ze lagen netjes naast elkander, aan den
kant van het Haarlemsche Spaarnewatcr.
De inhoud van die vaten zou weldra be
werkt, geknepen en vermengd worden,
om tenslotte in kleine blikken weer de
wereld in te gaan en ten slotte te dienen
als bedekking voor muren, plankon enz.,
in de meest verschillende deelen van dc
wereld.
Van het politieke tour-
nooiveld.
TWEEDE KAMER.
5 Maart.
Een verworpen amendement.
Het studieplan aan de
Technische Iloogeschool.
Middelbaar Onderwijs.
De eerste werkzaamheid der Kamer
vandaag, was het verwerpen van een
amendement van Mevr. <lb Vries-
Bruinx. Mevr. de Vries-Hruins achtte
de subsidie van f 5000 (het vorige jaar
was 'deze rijksstoun f 10.000, het vol-
gondo Jaar zal zij verdwenen zijn)
aan de Rottcrdamscho vereniging
oor Tropische Hygiëne die het in
stituut te Leiden stichtte en onder
houdt niet noodzakelijk en even
min het professoraat aldaar, omdat
te Amsterdam eveneens en in uitge
breider mate onderwijs in tropische
hygiëne gegeven wordt.
De minister en de heer Schokking
kantten zich tegen het amendement,
allereerst op grond van het feit dat
alle bestuursambtenaren, die te Lei
den toch worden opgeleid, daar de
cursussen van Prof. Flu cn ziin lec
toren (door de Rotterdamsche ver-
eeniging betaald) volgen, dat alle a.s.
Indische rechters en artsen, die hoofd
zakelijk te Leiden studeeren, van het
instituut genieten, evenals de leerlin
gen der zcndingscholen te Oegstgeest
en Rotterdam. En ten tweede, omdat
het rijk tegenover de Rotterdamsche
corporatie een ecreschuld heeft, vol
gens afspraken, al waren die dan ook
niet, op bindend schrift gesteld.
Het amendement werd verworpen
met 4824 stemmen. V o 0 r de S. D.
A. P. en de V. D., t e g e n A. R (be
halve de lieer Van der Molen), It.-K.
C.-H. en Vrijheidsbond.
Mevr. de Vrics-IJrtrins gaf ook in
het verder verloop vau den middag
nog een raadgeving, die meer „effi
ciency" bedogde. Zij roemde de exploi-
tatie-voordeelen, die te Groning-n
met het academische ziekenhuis ver
kregen zijn, waar naast het Rijk ook
provincie en gemeente in do kosten
bijdragen, en daarvoor dan ook zeg
genschap in de exploitatie hebben.
Zou deze methode aldus was haar
vraag niet op de andere academi
sche ziekenhuizen van toepassing kun
nen worden verklaard? De minister
wees er op, dat dc toestand te Gro
ningen historisch is gegroeid. Maar
evenzeer die in do andere univeTsiteits
steden. Directe veranderincr is niet
mgoelij'k, doch de minister zal overwo
gen of de methode, die do-r M«vr. de
Vries is aanbevolen. kon bijdragen
tot vermindering der exploitatiekos
ten. Deze methode vindt hanr grond
in het feit. dat in dc Academische
Ziekenhuizen vele provinciale en ge
meentelijke patiënten worden behan
deld.
De heer van der Waerden voedde
krachtige bezwaren tegen de reorga
nisatie van het onderwijs-pl'an aan de
Technische Iloogeschool. Hij wees op
het groote aantal studenten, dat een
verzoek had ingediend om de reorga
nisatie niet door te voeren. Minder
college-uren bepleitte de lieer van
der Waerden. prïncipieeler hooger
onderwijs, echt Hooger Onderwijs,
dat geheel vrij staat van het school
actie. Da heer van der Waortlen acht
te het nieuwe stelsel een inbreuk op
de vrijheid van studie, mode door do
weinige gelegenheid tot het afleggen
van examens. Voorts wilde hij maat
regelen tegen de, ondanks het sys
teem, blijvende overlading.
1 Ook de heer Blerema pleitte tegen
des ministers inzicht in de Delftsche
studie, verdedigde de studenten te
genover den minister. Hij geloofde
niet, dat het nieuwe studieplan den
immer-verkeerd-geachfcen langen stu
dietijd, zal verkorten. En wel degelijk
wordt het schookche bevorderd, de
vrijheid van studie beknot.
De heer Feber ook, evenals de
beide hem voorgaande woordvoerders,
een alumnus der Technische Ilooge
school verdedigde de nieuwe stu
dieregeling, gedeeltelijk, geloofde dat
examens aan het einde van de eerste
twee jaren noodig, maar ook voldoen
de zijn om de zelfkennis bii den stu
dent te doen groeien, voldoende z:;n
om daarna te doen uit maken
of hij geschikt is voor de ineenieurs-
ludie. Maar wensohte daarom niet
het candidaatsexameu aan het eind
van het derde jaar dwingend te plaat
sen. Eenige dwnng in de eerste jaren
achtte de heer Feber niet onwensche-
iijk Maar de professoren moeten niet
al te stringent vast houden aan het
maar éénmaal per jaar afleggen van
examens met bijzondere gevallen,
zi.;kte, dienstplicht moet worden re
kening gehouden.
Doch, evenals zijn voorgangers, zag
ook de heer Feber de grondfout in de
groote overlading van de leerstof, wel
ke overlading voor jaren reeds is aan
gevangen. Allereerst moeten de hulp
wetenschappen beperkt worden in
omvang van stof. want het groote aan
tal repetitoren doet allerminst de we
tenschappelijkheid der ingenieurs stij
gen.
De minister verdedigde zich met te
zeggen dat alle officieele rapporten
van hen die deskundigen bii uitne
mendheid moeten worden geacht, de
Academische Senaat en de curatoren,
heenwezen naar de door den minister
doorgevoerde herziening van het stu
dieplan. En ook wees de minister naar
den senaat van het Delfteche Studen
tencorps, die de examenregeling be
houdens één puilt niet zóó 6lecht vond.
Dit eene punt, ook in de Kamer ter
sprake eebracht, was de regeling ten
opzichte van het candidaateexamen.
En hier zal de minister verandering
brengen. Gok wil hij de bepiiling. wel
ke de mogelijkheid van een herexamen
opeot, zoo ruim mogelijk geïnterpre
teerd doen worden. En tenslotte zal
de minister tegen overlading van hei
propaedeutisch examen waken.
Op een vraag des heeren Gerhard,
die de eindexamens van de Midd.
Techn. Scholen voldoende wilde ver
klaren voor de Technische Hooge
school, antwoordde de minister, dat
hij deze aangelegenheid opnieuw zal
overwegen
De minister van onderwijs heeft
wat onze lezers zich herinneren
op Vrijdag de Kamerleden uitgenoo-
digd bij hun klacht over weinige vrij
heid, te weinig vrijheid van het onder
wijs, met concrete klachten te komen.
Welnu, dat heeft de heer Marchant
gedaan hij Middelbaar Onderwijs. Met
de stukken in de hand, met allerlei
besluiten en maatregelen van het
ministerie uitgegaan, wilde hij aan-
toonen dat voorschriften worden gege
ven tegen het plegen van fraude, over
wisseling in boeken en lesuren, over
den inhoud der lessen, over pijnliik-
nauwgezefcte vacant ieregel ingover
vervangine van leeraren bii ziekte etc.
voorschriften, welker bepalingen men
veel beter kan overlaten ter invoering
aan het initiatief van rectoren en di
recteuren.
Evenmin was de heer Merchant
te spreken over de subsidie-regeling
voor het M. O.
De heer Marchant. zeide reeds te we
ten, wat de minister antwoorden zal,
dat de wet de uniformiteit wil, dat.
hij slechte heeft uit te voeren en
inderdaad, dit antwoordde de minis
ter, al voegde hij daaraan nog iets
toe maar de lieer Marchant wilde
slechts vragen of de wet tot zulk een
uitvoering dwingt, en of de wet niet
moet worden gewijzigdzijn doel was
slechts den bestaanden toestand aan te
geven en te karakteriseeren.
De heer Tilanua betreurde het zij
het. dat het niet anders kan, om den
nood der schatkist dat een nieuwe
M.O.-wet van de baan is. maar kwam
daarna al direct in strijd met den
heer Marchant. Immers de beer Ti-
lanus geloofde in het geheel niet. aan
scherpe vrijheidsbeperking zeide dal
de minister slechts minima stelde,
maar wenschfce bovenal den heer Mar
chant -voor oogen te houden, dat waar
hij aanmerking maakte op d© regelin
gen van leerplan en leerstof, die rege
lingen gevolc zijn van aandrong uit de
kringen-zelf van het. middelbaar on
derwijs. De coDt.róle echtte deze af
gevaardigde niet overdreven, maar
contróle is noodig. wanneer van Den
TTaae geld wordt aanvaard.
Uit de vrijheid, die gemeenten als
Den Iiaag, Haarlem cn Arnhem, zich
tegenover het rijk hebben veroverd
door de subsidie te weigeren voor het
Gyma-.siaal en Middelbaar Onderwijs,
geloofde de heer Tilanus, dat moeilijk
heden voor de bijzondere inrichtingen
van Middelb. Onderwijs en van Gymnu
siaal onderwijs zullen voortvloeien. La-
heeft de heer Albarda dit ontkend.
Want de subsidie aan de bijzondere ia-
stellingen wordt niet onthouden, wan- 1
INGEZONDEN MEOEDEELINCEH
a 60 ets. per regel.
Ziedaai de dingen, waarin iedera
mensch, die iets van het leven wil ge
nieten of (en) daarin wil presteeren,
zooveel mogelijk moet zijn geoefend ei»
ontwiVkeldl
In het „Haarlem's Dagblad" vaa
Donderdag 31 Februari is uitvoerig
uiteengezet hoe iedereen, die zulks
wenscht, die hoogere ontwikkeling kaa
deelacMig worden en werden voor
abonné's van het „Haarlem's Dagblad"
eenige brochures kosteloos beschikbaar
gesteld vanwege het NATIONAAL'
INSTiTUUT VOOR ZE' FONTWIK
KE LI NO te Amsterdam, waarin de dooi
dit Insvituu* sinds tien jaren met zooveel
succes ingevoerde methe'en om zich
te on'...kkelen tot een Mceslervol Wer
ker, Zelfstandig Spreker, Vlug Den kef
en Practisch Mensch van de Wereld,
Fortuinlijk in het Omzetten zijner Kun
digheden in Materieele Waarden, uit
voerig en duidelijk worden beschreven.
Verscheid- oe duizenden personen
hebben van deze gelegenheid, nader
bekend te worden met de methoden van
dit Instituut, gebruik gemaakt. Er is
dan ook nog slechts een klein getal
r.ezer brochures over, die gezonden
kunnCB worden aan hen, die zich als
nog ia het bezit van deze belangwek
kend! biocbures over de eminente me.
thoden cm hun Persoonlijkheid te ont
wikkeien, willen stellen.
Daa".oe vuile gij onderstaande BON
in, ea zende hem aan het Burea^ van
het .Haarlem's Dagblad" te Haarlem,
Buitea op de enveloppe schrijven; „Heft
senontwikkeling".
Hierlangs afknippen.
Ondcigeteekende verzoekt kosrelooze
toezending vafi de brochures:
De Ontwikkeling der Persoonlijkheid
Wetenschappelijk Koopmanschap
Een korte Weg tct Succes,.
Hoe groot Is Uw nuttig Effect?
Er Komen en er Blijven.
Naam
Volledig
adres:
neer dz gemeentelijke salarissen hooger
zijn dan de rijksregeling en zij die vol
gen wilien.
Nu beeft de minister in de memorie
in Antwoord gezegd, dat hij ten aan
zien van de subsidieregeling met wij.
zigingsvoorstellen komen zal. De heer
Tilanus wilde den minister vooraf reeds
doen opmerken, dat vooral gewaakt
moet worden tegen scheeve verhoudin
gen. omdat, wanneer de salarissen der
Rijksscholen de normen zullen tvordea
de gemeentelijke overheden daar
boven uil mogen gaan, de goede leer
krachten zullen afvloeien naar de ge
meentelijke scholen.
Evenals de heer Tilanus, geloofde da
heer Van Wi.inbergen, dat de door de«
heer Marchant gelaakte vrijheidsbeper
king historisch geworden is. Maai dea
heer Van Wijnbergen en ook dea
heer Vran der Molen waren de klach
ten bi-wijs der stelling, dat door d^
linkerziide te veel waarborgen zijn ge
vraagd Verschillende daarvan kunnea
worden geschrapt. Ook hij drong op
wetswijziging aan, opdat de leiders der
itudie en de schoolbesturen vrijer rul
ler woeden dan thans. Vooral bepleitte
de R. K afgevaardigde de eischen vaa
toelating tot de Bijzondere instellin
gen aan de instellingen zelve over te
laten. Ook bij de afneming van de «ea-
s wcnschte de heer Van Wijnber
gen meer vrijheid al ging hij dan
zeker niet in alles met dea heer Mar
chant mede.
Mej. Westerman het aantal spre
kers over het middelbaar onderwijs was
niet gering geloofde dat de aanslui
ting tnsschen Lager Onderwijs en Mid-
delbaa. Onderwijs te wenschen laat. Ea
mej. Westerman zocht de oorzaak daar-
wel allereerst in de verminderde
eischen van toelating tot de H. B. S.
Ook bepleitte zij terugkeer van het
Fransch op de Lagere SchocL
Vele waren de wenschen, die de Ka
merleden den minister voorlegden, na
dat de minister in de memorie van
Antwoord een novelle van de Middelb.
Onderwijswet had aangekondigd. Zoo
vroeg mej. Westerman bovenal zorg
Feuilleton
Uit hot Engelsch van
BARONES ORCZY.
(Nadruk vorboden).
48)
,,Dio schurk", hervatte hij zijn ge
sprek, „staat in verbinding met een
bende gevaarlijke, Eugclscho spion
nen. Een dezer spionnen, oen volleerd
commediant, gebruikt dezen man als
een dubbelganger. Misschien heb je
Cr al van gehoord".
Chazot knikte.
„Ja, ja, Citoyon. Ik heb alles van
den Gemeenschnppolljken Maaltijd in
de Rue St. Honoié gehoord, en hoe do
Engelsclie edelman en de oude Rateau
als twee drupjielen water op elkaar
geleken".
„Juist", zei Chauvelin droogjes,
„en om de mogelijkheid van een her
haling hiervan 10 voorkomen, heb ik
een goed middel bedacht. De veearts
geeft de paarden van de cavalerie een
brandmerk, zooals ]o weet. Wolnu,
wat ik van hem verlang, is. dat hij
op den arm van dezen ouden kerel
een merk brandt, een enkele letter is
al voldoende".
Chazot snakte naar adem.
„Maar Citoyen", bracht hii mot
moeite uit.
„Nu, wat wou jc? Waar het het heil
van de Republiek betreft, kennen wij
geen maren, sergeant Chazot".
„Dat weet ik wol, Citoyen, Ik wil
de alleen maar zoggen, dal. ik nog
nooit van zoo iets geboord hob".
„Er gebeuren in Parijs iedoron dag
nog wel vreemder dingen mon nmi",
zei Chauvelin spottend, „Wii brand
merken do paarden, die aan den Slaat
behooven. waarom dus niet een bur
ger. Wie weet. of we het no? niet
zullen beleven", voegde hij er op hef-
tigen toon aan (.00, „dat de Repu
bliek zal eischen, dat ieder good bu;r-
.ger het merkteeken draagt, van zijn
lovauteit".
„U hebt natuurlijk slechts te be
velen. Citoyen Chauvelin". zei de
sergeant, „dus als reet., clat. ik den
man naar de cavaleriekazorne moet
laten brengen en hom als een boest
laten brandmerken, dan
„Neen. niet. als een beest, Ciloyen"
zei Chauvelin. „Oni te beginnen moet
je Citoyen Rateau op kosten van den
Staat een heele flesch uitmuntende
brandewijn geven. Dan, als hi! volsla
gen dronken is. moet de veearts hom
een brandmerk geven op den linker
voorarm. Begrijp mij wel, het behoeft
slechts een enkele letter te zijn. De
oude schurk zal er waarschijnlijk niet
eens wat van voelen".
„Zooals u wilt, Citoyen". zei Cha
zot, onverschillig. „Ik ben niet ver
antwoordelijk, ik doe slechts, wat
mij bevolen wordt".
„Natuurlijk. Je weot, wat een goed
soldaat past. Citoyen Chazot. Neem
den man dus mee en geef dit bevel
schrift van mij aan den veearts"
Chauvélin krabbelde dan/fop een
paar woorden op een stukje papier.
Chazot stak het briefje in ziin zak,
draaide zich om en gaf eenige bevelen
aan zijn manschappen. Do reus werd
overeind geheschen cn liet zich gewil
lig meevoeren. IRij was blij uit de
Duurt van den kleinen duivel met het
bleeke gezicht cn do doordringende
oogen weg te komen.
Chauvelin keek den optocht na, 3e
zc6 soldaten, den asthmatischen kolen-
drager en daarachter den sergeant
Zij slaken de straat over en sloegen
een dwarsstraat in, die door de poort
van de Rue St. Antoine naar de ca
valerie kazerne in het quartier de la
Bastille leidde. Daarna slóot hii zorg
vuldig dc groote deuren en vond op
dc-n taBt de trap, die hjj langzaam op-
klom.
Hij bereikte het eerste portaal. De
deur, die tot moedor Théote vertrek
ken toegang gaf, stond aan, en Chau
velin stak reeds de hand uit om haar
open te dnwen, toen de deur als door
een onzichtbare hand in beweging ge
bracht, reeds openging, terwijl een
welluidende stern op vriendelijken,
doch spottenden toon vlak achter hem
zeide: „Laat ik u helpen, Monsieur
Chambertin!"
HOOFDSTUK XXV.
Vior dagen.
Wat er gedurende do eerstvolgende
seconden plaats greep, zou Chauvelin
later onmogelijk iiehheu kunnen zeg
gen. Of hij uit vrijen wil de wachtka
mer van Cathérine Théot binnenge
treden was of dat do onzichtbare hand
hem er in geduwd had. wist hjj niet,
maar toen hij eindelijk weer hel dei-
denken kon, zat hij op een van de
vermolmde banken met zijn rug tegen
den muur geleund, terwijl legenover
hem zijn aartsvijand, Sir Percy Bla-
keney stond, in de puntjes cekleei en
met een glimlach om do lippen. De
wachtkamer za.q er somber uit. Een
enkele walmende vetkaars wierp een I
flauw schijnsel op de grijze muren,
den kalen steenen vloer en de gesloten
luiken. Van Theresia Cabarrus was
geen spoor te ontdekken.
Chauvelin keek schuw om zich heen.
Hij deed wanhopige pogingen, om zijn
kahnte te herwinnen. Chauvelin was
nooit lafhartig geweest. Hij vreesde
den dood niet en dacht er nu ook niet
aan, dat deze ontmoeting met den
man, dien hij steeds vol haat achter
volgd had, hem wel eens het leven
zou kunnen kosten. Wat hii vreesde,
was belachelijk gemaakt en vernederd
te zullen worden door dezen avontu
rier met de spottende oogen. die z'm
zenuwen altijd tot het uiterste prik
kelde. Deze Engelsche spion met zijn
aristocratisch uiterlijk en trotsohe
koelbloedigheid was do eenige mensch
tor wereld tegen wien Chauvelin het
steeds moest a/leggen en die altijd de
lachers op zijn kant had, Ook dezen
keer was het hem, toen ziin blik de
oogen van Sir Percy ontmoette, als
of zijn ledematen verlamd werden, en
hij uiet meer geregeld denken kon. Hij
begreep niet, waarom Theresia Cabar
rus hem in den steek had gelaten.
Zelfs haar tegenwoordigheid zou hem
een geestelijke steun zijn geweest.
„Zoekt u Madame de Fontenav,
Monsieur Chauibertin?" \Toest Sir Per
cy, zijn gedachtend radend. ..Ja de
dames kumjen we toch maar niet mis
sen! Ik moet u echter tot mijn spijt
meedeelen, dat Madame de Fontenay
op het eerste geluid van mijn stem op
de vluoht is geslagen. Zij heeft zich
in het hol van de heks verscholen en
is daar nu waarschijnlijk bezig, de
geesten te vragen, haar te helpen, er
weer uit te komen, want de deur is
aan den verkeerden kant. (voor haar
ten minste) op slot. Niet anncenaem
voor haar. vindt u wel, Monsieur
Ihambertin?"
„Op het oogenblik, Sir Percy", zei
Chauvelin, al zijn moed bijeen rapend
„denk ik aan een andere mooie vrouw
die in een kamer, vlak boven ons, op
gesloten is en waarschijnlijk ook
maar al te graag er uit verlost zou
worden".
„F.11 ik denk er op het oogenhlik
over", zei Sir Perey met een vreem
den lach, „om u net zoo lantr door
elkaar te schndr)en. -'•o hef. leven uit
uw leelük karkas onfvlodm is".
„Dat. zou u kunnen doen. Sir Pen-
cy". zei Chnuvelin met voorgew-nde
kalmte, „maar zelfs als ik dood aan
uw voeten lag, zou Lady Rlakeney
nog boven gevangen zitten".
Wordt vervolgd).