De Scarabée HAARLEM'S DAGBLAD Het 25-jarig jubileum van den Rijks- vischafslag te IJmuiden WOENSDAG 7 MEI 1924 TWEEDE BLAD "Een pestjhfedscfaTijwr zmj over lJmuideu gauw uitgetMhroreu raken, want in tegenstelling met do aan his torisme evenementen zoo rijke ge schiedenis van vele andere planteen in Kemnemerlnnd, een geschiedenis van eeuwen her, heeft IJmuiden, ontslaan omstreeks GO jaar geleden, op dit ge bied althans geen bet eekenis. Men lei- de idar echter niet uit af, dat er geen feiten zijn te memoreeretide moeite waard oju nan de vergetelheid te wor den ontrukt; integendeel, deze jonge plaats, in een mensdhenleeftijd ge groeid van een klein viaschcrsdorpje tot een der belangrijkste oentra op het gebied van visschetrij, handel cn tech niek. heeft \<ee! beleefd. Mede dank zij de inlichtingen van de heeron F. J. H. Schneider», direc teur van b<-t Staatffvi«n-hereharenbe- drijf en G. D. Heykoop, bakhof, zijn Wij in staat een e.u ander te vertellen omtrent de gescliiedeuis van het be drijf, dat wel het meest tot dcu groei van IJmuiden heeft bijgedragen. Nadat in 18» de ojiening ran het Koardwokanoal liad plaats gevonden, was liet de meest natuurlijke zaak palingen van hei liavenreglement van Nieuwediep als marinehaven deden de balans ten voordeele van IJmuiden doorslaan. De 70 n 80 sloepen, tnuis- behoorende in Perms. Middelh&rnis. Maassluis, Zwartewa.il enz. werden al spoedig door de reeders naar Umui- den gezonden om te markten, danr het voor deze vjsechersvaartuigen, waar mede des winters do beugvtisscherij wordt uitgeoefend, van groot beluiig wua do bcsöhikking te bobben over een open vuurwater, liet waren ©öhter vooral de Engelsühe kotters, die veel tot do opkomst van IJmuiden hebben bijgedragen. Deze sdhepeu viscihten in die dagen, toen, veel meer dan tegen woordig nog in de nabijheid van de Holiandsclte kust viseb te vangen was dikwijls u-r hoogte van do haven van IJmuiden en maakten ook spoedig van de gelegenheid gebruik om hier bin nen r-> loopen. De ..Dutch drops" (Haarlemmerolie) warein in die dagen een zeer gevild geneesmiddel, maar wat vooral bij de Engolscho zeelieden van dio dagen in deu smaak viel en een magnetische kracht uitoefende op de Peters en de Johns en de Clinrleys, OVERZICHT VAN TRAWLERHA VEN, VISCHHALLEN, STATION E NZ., OP DEN VOORGROND DOKKEN, van de wereld, dat deze destijds nog was de „Dutch gin" (Hollandsohe je- eenige poort in de duinonrceks tus- echen Hoek van Holland en den Hel der door de vis-^riiers jnaar nl te gaar ne werd gebruikt om bij Opkomenden 6torm een veilige schuilplaats te zoe ken in de haven van IJmuiden. Ook yoor het innemen i never), welke in de talrijke kroegjes maar al te graag nan hen werd ver kocht. In den „oertijd" van de ge schiedenis van Lfmuiden ontstond dan ook spoedig een war» ruilhandel in de artikelen jenever en viach; de !e- alagers A. R. Vis?or en G. D. Hey koop een belangrijk deel van den ver koop tot zich hadden getrokken. De vi&oh werd in den beginne door ge noemde afslagers aan den kanaalkant meeeud in de open lucht verkocht. De lieer Arnold was de eerste, the een eigen afslaggebouw liet plaatsen. De vangsten der sloepen, in hoofdzaak he- staands uit levende sohelvisch en ka beljauw, werden op eigenaardige wij ze verkocht, n.l. por „groot honderd" nadat de gevangen hoeveelheid van te voren door de seliippers aan de af slagers wiis opgegeven. Doordat, in tegenstelling met thans, de schipper een berwijs van iritlosaing moest over leggen van den visohhandelaar, die de visch gekocht had. ontstond dikwijls gewezen Oostónrijksch cavalerie- zïdh in den beginne liet aanzien, dat voor de trawlers plaats maken, met officer trad een eigenaardige phase hei staatsbedrijf op een mislukking zoozeer omdat hc-t visschen met den zou uitloopen. De bekende woorden rn'0' Blauwbaard: ZES VAN UC ZEVEN JUUILAUISSEN, VAN LINKS NAAK UfcCrt f& DE HEEHEN; J. MEKKUS, ONUEtlH MEESTER; A. TOL, AFSLAGER; F. J. A. SCHNEIDERS, DIRECTEUR VAN HET STAATSVISSCH ERSH AV EN BED RIJF J. KOEY.OETS, ADMINISTRATIEF AMBTENAAR; J. D. HEYKOOP, HAL- CHEF; TH. OOEVENDANS, AFSLAGER. jktwn- een flesch jenever de gebeelo vangst van een Rcgelscben koeter kon mach tig wonden. Dit zal wel wat overdre ven zijn, maar dat de matrozen hun „stodk-a-bot" gingen omzet tou in nightcaps is een algemeen bekend feit. IJmuiden voor hot niet-tc-v de vwi^n.vii -n g- lxcd. Al spoedig vestigden zich liier eeoige vischkoOpere uit Nieuwediep, niet het ksriacho gevolg, dat vele vis- •chers, in de cerate plaat» de talrijke kustviwiierm iiier niet meer alleen binjienli<ipen om te provinndcorcn, tnaar ook om him viirih te vorkoOJxm. Dit bedoekend® iw>r IJmuiden de wor ding van den viadihandel en do vis- fcdhoriJ-dndtiNtrie. voor Nieuwediep echter het begin van h.einde. Het feit, dat de haven van IJramd<ri in den winterd -• e-.:; bij de hevigste vorst toegankelijk blijft, de haven v u Nieuwediep daarentegen door ijsgang dikwijls zeer moeilijk re bereiken is, v.iaa een van de oorzaken, dat do vis- echer» er de voorkeur aan gaven hier binnen te komen. Ook de strenge bo- lloo gingen inmiddels do zak on aan den vul l Er vestigden zich hier steeds meer kooplieden, niet alleen uit Nieurwediep maar ook uit Egmond tui andere vis- tK"Jiernplaatsen in de omgeving. Do ni si agora brachten visechrro en kooplie den tot elkaar en vervulden'al spoedig een rol van beteekenis in den visch- imndel. De belangrijkst® afslag v.m» we! die van den heer Arnold, met den lieer Plantcydt als af «lager, terwijl ook de firma Kuiper en Kales, de fir ma Dekker, van Voorst en Reycr Tol en de heer A. S. Groen roet hunne af- Os hoor F. DE KORT, dlo absent w.t, toen onze fotoRraaf de groen Jubilarissen kiekte. Hij staat daarom hier apart. bieden over die uitiossing Ie partijen, hetgeen vaak ischte toestanden ng genoten de een loven ei tusschen be: tot minder aanleiding gaf. Voor liunne be afslagers een provig.- van 2',-i van ile opbrengst, terwijl 3 werd ge kort voor do hoopers. Ook verstrekten do afslngers crediet aan de koopers. Het rijk heft tegenwoordig een retri- butio van ij maar men moet bij een vergelijking niet uit Jiefc oog ver liezen, dat. het. Rijk grooto sommen voor onderhoud dor hallen, salarissen der nmbtenaron enz. heeft te betalen, Lt wordi ugageoci li edenis van IJmui den in. Dc-ze zeer ondernemende figuur, die door oen langdurig verblijf in Denemarken en op IJs land veel practische kennis van de IJslandsche visscherij had verkregen, meende dat ook IJmuiden voor het uitoefenen van de lJslaodsclie vissdhe- rij een uitstékende gelegenheid bood. Hermann stolde zich in verbinding met den heer Arnold, die gaar ne op zijn plannen inging. Het gevolg was dat de heer Planteydt, die zich door den heer Arnold ten achter ge-.teld voelde, na zich te hebben ver zekerd van den steun der reeders van „de Zuid", IMiddolharnis enz.) voor eigen rekening als afslager ging op treden. De lieer Planteydt, opgegroeid in het bedrijf, genoot een groot» populariteit en het was dan ook met te verwonderen, dat hij een groot aan tal reeders tot zich wast te trekken. Er ontstond groole strijd, waarvan men zich de bijzonderheden in IJmui den nog wel herinnert. Eenige vreemde trawlers, door den heer Arnold gecharterd, brach ten hier inmiddels grooto hoe veelheden IJslondsclie viecfli, waaron der ook stnpelvisah (droog gezouten kolieljauw enz.) aan de markt. Deze onderneming hod cellier op den duur niet veel succes cn al spoedig moest van verdere stappen in deze richting worden afgezien. De vischafslag Plan teydt nam snel in bloei toe: het groot ste gedeelte van de vloot maakte er gebruik van. terwij! de afslag Arnold in korten tijd nagenoeg geheel ging vcrloopen. Zooals wij reeds schreven, groeide het aantal vjsyfliersvaaruiigendat hier binnenkwam, snol aan. Een vis- pcliershaven was er toen nog niot, dat alle vaartuigen genoodzaakt ren een ligplaats te zoeken in het bui- ten-toeleidingskanaal. Aan rijen lagen ze naast elkaar, een plaatsje aan don wal was er voor de meeste schepen dikwijls niet te vinden, waardoor de visch gewoonlijk met sleepbootjes van de vaartuigen moest worden afge haald. De vloot was dikwijls zoo tal rijk. dat de toegang tot de schutslui zen werd versperd, tot. groot ongerief voor de binnenkomende koopvaardii- scliopen. Klachten hierover van den kant van den Amsterdamschen handel konden dan ook niet uitblijven en het gevolg was, dat men van rijkswege overging tot hot grave^ van een vluohihaven. Aan een yissöherahayen bedrijf werd in den beginne nog niot gedacht, maar al spiedig bleek het, dat de bemoeiing van den staat niet kon worden gemist om tot oplossing te geraken. Man ie re r Ialy, het. toenma lige hoofd van hot departement van Waterstaat. Handel en Nijverheid in het Ministerie-PierfOn_ wist zijn plan nen ondank? d»n he\"igen tegenstand van vele Kamerleden, door te zetten en 1 Juli 1899 werd de Rljfcsvrechafslag geopend, aanvankelijk in een houten loods van ongeveer 70 M. lengte. De ze werd nl spoedig vervangen door een steenen hnl (de tegenwoordige hal 13) ter lengte van 150 M. Tot di recteur werd benoemd de lieer J. M. Bottom arme, thans hoofdinspecteur van de Visscherij-inspeotie, terwijl nis hnlchef en afslager-boekhouder wer den benoemd re-sp. de boeren G. D. Heykoopen F'. J. II. Schneiders. .Als g»volg biervan verhuisden do parf.icu- van wijlen mevrouw „zusier Anna, ziet gij nog niets ko men T' golden ook voor de ambtena ren van den Rijks vischafslag, want inderdaad stonden dezen maar al dikwijls mot smart de komst van een kuetvissöherije of een kot,ter af •wachten. De tegenstanders wisten zelfs het gemeentebestuur van Amster dam in den strijd te betrekken en dez.e vroede vaderen te bewegen, een ge meentelijken afslag op te ridhten, waarvan men zich wonderen voorstel de. Do particuliere afslagers hebben nog. in concurrentie met den Rijks- vischafslag een coöperatieven afslag opgericht in een eigen gebouw aan de Dik- en Arnoldkadt. Met de snelle opkomst van de stoom trawler-visscherij kwam echter van. zelf de behoefte aan een behoorlijk ge regeld afslagbedrijf naar voren, waar door de positie van deu Rijksvischaf- slag zeer werd versterkt. Dat de komst, der stoomtrawlers op den gang van zaken van buitengewoon grooten invloed is geweest blijkt wel 'hieruit dat ofschoon do opbrengst, van do stoomvisscherij'vloot in 1897 nog slechts 7 van do totaal-opbrengst bedroeg, dit cijfer in 1902, het laatste jaar van den particulieren afslag reeds tot 65 klom. Thans zagc-n de particulier© afslagers het getij verloo- pen en moesten zij de bakens verzet ten, wilden ze niet met hunne onder neming stranden. Ze waren toch al in niet geringe mate gehandicapt, door dat het Rijks-afslaggebouw dicht aan het water was gelegen, hetgeen met het. hunne niet het geval was. Door tusschenkomst van een Vlaarding- schen reeder kwam in 1902 eon com promis tot. stand, nadat ook het Col lege van Zeevisschers zijn bemidde ling had verleend. De Coöperatieve vischafslag werd opgeheven en de ver schillende afslagers kregen een aan stelling als factoor in den Riiksvisch- afslag. Een verplichting om door be middeling van een factoor te verkoo- pen bestond er niet. zoodat de hier gevestigde reederijon in den regel van deze functionarissen geen gebruik maakten. Voor de reeders. die hier geen kanfoor hadden, was een fac toor echter een onmisbare tussclien- persoon. Ook de kottervisscherij Is een poos van groot belang geweest. Deze kot ters werden, toen in Engeland de stoomtrawlers in de vaart kwamen, aldaar voor lage prijzen van do hand gedaan, van welke gelegenheid vele IJmuidenscho reeders profiteerden. Toen echter ook in IJmnidee. in na volging van Engeland, kapitaalkrach tige trawlerreederijen werden opge richt, moesten ook hier do kotters terwijl de particuliere afslagers «lerihts weinig kosten hadden. Met sprongen groeide liet n.-uital^ec_ n,^.r lii'T ter markt komende vaartuigen: DE KUIPERS AAN HET WERK. kustvischors, bommen, loggere, kot tere, sloepen: spoedig kwamen ook de «toomürawiere, eerst Engelsche, maar ook kort daarop v*racheen de eerste Hollandecbe trawler, n l. de „Betsy". toebohoorendo oen- do Wed. S. I. Groen, dra gevolgd door meer, daaT ooi: do Hoil and sch o reeders inzagen dat zij, als zij met hun tijd wilden meegaan, het zeil door dc stoomma chine dienden te vervangen. Het wa ren echter nog steeds door hen opge kochte, niet al to nieuwe Engelsclie I booten toeleidingskanaal en lieten daar do schepen binnenkomen, echter niet voordat zij. gesteund door vele Komor ieden. getracht hadden, hun bedrijf in den rijksviséhafslng voort te zet ten. hetgeen lntn eéhtcr niet mocht gelukken. De eerste levensjaren van het staatsbedrijf waren zeer moeilijk. De particuliere afslagers, persoonlijk be kend met de meeste reeders en boven dien gesteund door de grooto pers, slaagden er in, ziéh neg laaigen tijd staande te houden. Slechts een klein aantal reeders, maakte van de I Met de komst van tien heer Hermann nieuwe instelling gebruik, zoodat het kotter niet meer loonde, maar omdat de bemanningen van deze schepen op gunstiger voorwaarden op de trawlers een „stee" konden vinden. Enkela goed bemande kotters wisten zich nog langen tijd staande te houden. Do retributie, aanvankelijk 2 be« dragende, werd in 1900 verlaagd tot 1 om in 1908 weer te worden ge bracht op 2 De omzet steeg gesta dig, en wel van 1.180192 gld. in 1901 tot 7.134406 gld. in 1914. Daama kwam, ondör den invloed van den oorlogstoestand de rijke periode. In 1915 reeds gestegen tot bijna 18 mil- lioen, bereikte de opbrengst in 191fi met meer dan 36 millioen gld. haar hoogtepunt, om daarna met ups en downs te dalen tot i 10.837.732.20 ia 1923. Wij schreven reeds, dat bij de ope ning tot directeur werd aangesteld de heer J. M. Bottemanne. Deze be kleedde do functie tot 1911, in welk jaar do hoer Schneiders werd benoemd tót administrateur, onder leiding van. den „Ingenieur, belast met het toe zicht op het beheer van do Visschers- haven". Vooral in de drukke oorlogs^ jaren bleek een zelfstandige directie onmisbaar: het gevolg was, dat 1 Januari 1919 de heer Schneiders tot directeur werd benoemd. Het is zeker niet- het minst te danken aan dieps bekwame leiding, bijgestaan door den halchef. dat het Rijksvisschershaven- bedrijf te IJmuiden is gegroeid tot een model-inrichting op dit gebied. De visschershaven te Cuxhaven is, wat inrichting betreft, een getrouwe co- pie van die te IJmuiden. terwijl dele gaties uit Engeland, Zuid-Amerika. Portugal, België, Frankrijk, ja zelfs uit .Tapan to IJmuiden kwamen ter be studeering van het hallen-vraagstuk- 1 Juli a.s. zal het 25 jaar zijn ge leden, dat de Rijksvischhal werd ge opend, 16 Juni 1919 echter trad het personeel in dienst, zoodat 16 Juni a.s. de dag is der persoonlijke jutglea. Behalve de liecren Schneiders en Hey koop vieren dien dag de lieeren A. Tol en T. Doevendans, afslagers, G. Mer- kes en F. de Kort, onder-havenmees ters. en J. Koevoets. Administratief- ambtenaar hun 25-jarig ambtsjubi leum. Do heer A. B. Visser, onder- halchef. trad ongeveer een jaar nal de oprichting in dienst van het rijk. De afslagruimte werd in den loop der jaren belangrijk vergroot. Twee hallen, elk van 150 M. werden aan gebouwd, zoodat de totale lengte der «fslaggelionwen thans 450 M. be draagt. Op de „tegeltjesmarkis reeds de onderbouw aangebracht voor eventueel later te bouwen hallen D eti E. camen 300 M. lnn~. Een elr-cfrisché afslag stuit op vele moei Dikheden maar wü twijfelen niet of ook diejml- lc-n op den 'duur worden overwonnen- DE VISCH WORDT IN MAN DEN CEPAKT VERZONDEN. (Blinkhof Jr., van Storm vogels, staat hierbij.) Feuilleton Geautoriseerde vertaling, naar het Epgelsch van P. G. WODEHOUSE. 36) ln zijn jeugd In Much Middlcfold had hij dikwijls gespijbeld om to kun nen gaan stielen met een zekeren Ed die Waffles, do slecrhto Jongen \an hot dorp. Het was niet zoo zeer dc charme van Eddies conversatie die hem aantrok hoewel dlo ook groot was dan wel het feit dat Eddie, bij zijn andere gaven ook nog schit terend twee vechtende katten kou na doen. en Asho wist, dat nij nooit echt gelukkig zou kunnen zijn voor hii dit van hem geleerd had. .Mettertijd ken de hij het ook. Misschien maakte het spijbelen dat zijn schoolkennis niet al te vaat was, maar zijn mot zooveel moeite ver won-en kunst had hem lot een gewilden gast gemaakt hii iedere fuif in Oxford cn redde ook nu de situatie. „Heeft u wel «ens twee katten op gen binnonplaatsje hooren vechten?" vroeg hij terloops aan zijn buur vrouw, juffrouw Willoghby. Het volgende oogenblik was de ver toon ing ia vollen gang. Jongeheer Waffles, dio het onder worp volledig bestudeerd had. had het gevecht van do katten breed, bij na Homerisch, opbev&t. Do onaange naamheden begonnen met ecu zacht, gorgelend geluid, beantwoord door een dergelijk lawaai, iets harder cn mogelijk iets meer ruziezoekend. Een tijdelijke stilte werd gevolgd door een lang gerekt en toon als opstekende wind. plotseling afgebroken en opge volgd door een dof gebrom. Het ant woord hieron waren een paar scher pe kreten. De beide deelnemers aan het gevecht gingen toen over tot een ontevreden gejammer, dat steeds lui der en luider werd. tot de lucht vol was van een electrischo bedreiging. En tóen, weer na een stilte, kwam de Oorlog, vol lawaai, en overdonderend. Als men naast Eddie Waffles stond, kon men bijna iedere beweging van den ingewikkelden strijd volgen en waarnemen lioo nu oens do een en dan de ander van de. vechtersbazen een tijdelijk voordeel behaalde. Het was een reu zengevecht. Stevig© klap pen werden uitgedeeld en ontvangen cn in zijn verbeelding zag men do ha ren door de lucht stuiven. Het. la waai werd steeds erzer cn toen het op het allerhevigst was eindigde het. plot seling met een geweldig crescendo, en werd het stil; alleen een zacht, woe dend gekreun werd nog gehoord. Zoo was het hanengevecht van Ed- dio Waffles, en hoewel Ashe het niet zoo goed kon als zijn mc-ester, zooals een rechtgeaarde leorling betaamt, puf hij het tóch getrouw weer. Als ik zeg dat de aandacht van het gezelschap werd afgeleid \au don heer Judson en zijn opmerkingen door de eigenaardige geluiden die over Asho's lippen kwamen, geef ik nog maar eon 7,eer vage aanduiding van do op winding, dio hij veroorzaakte. Eerst stomme verbazing toen consterna tie. Bonck. do bottelier. Blaarde lu*rn aan nis iemand die o»n wonder 7,ict pelwuren en zag er uit alsof hij dich ter bij een beroerte stónd dan ooit. Op de gezichten van do anderen stonden allerlei aandoeningen te le zen. Dat dit in de eetkamer van do bedienden op Kasteel Blandings ge beurde, was bijna zoo erg, als dat het in oen parlementsgebouw was go- beu rd. Do bedienden zaten stijf op hun stoelen cn keken elkaar verbaasd aan. llot laatste zwakke kattengc- sehreeuw stierf weg en het werd weer stil in do kamer. Aslio wondde zich tol Juffrouw Wil- Ioughby* „Precies zoo", zei hij. „Ik vertelde net aan juffrouw Willoughby". zei hij verontschuldigend tegen juffrouw Twemlow ..over de katten in Lon den. Vreeselijk lastig zijn die". Misschien drie seconden lang lag zijn reputatie in de waagschaal, ter wijl het gezelschap nadacht over wat hij gedaan had. Het was iets nieuws, maar was het grappig of ordinair? Dat probeerden zij allen uit to maken. En toen wierp juffrouw Willoughby haar welgevormde hoofdje achter over en schaterde. En toen nam het gezelschap oen besluit. Iedereen lach te. Iedereen drong er bii Ashe op aan dat hij het nog eens zou doen. lodcr- een was zijn vriend en bewonderaar. Iedereen, behalve Beack de botte lier. Beack was tot in hart en nieren verontwaardigd. Zijn zwaarpelcdo oogen keken Ashe afkeurend aan Beack vond, dat dit jongmensch Marson zich Boren Zijn Stand Ver hief. Ashe zag op eens Joan naast zich staan. Het diner was afgeloopen en zij liepen naar de kamer van de huis houdster. 7. „Dank u wel, meneer Marson. Hot was erg aardg van u, en erg knap. Haar oogen schitterden. ,;Maar u speelde een gevaarlijk spel. Het. werd nu een succes, met hefThad erven goed kunnen zijn dat u voor goed hadt af- gedaan. Ik ben trouwens bang, dat meneer Beack bet heelemaal niet goed vond". „Dat vrees ik ook. Over een paar minuten zal ik hem wat complimen tjes gaan mnken, dan komt het wel weer in orde". Joan begon te fluisteren. „Het was waar wat dat akelige mannetje zei. Hij heeft mij brieven geschreven. Natuurlijk heb ik ze al lang verscheurd". „Maar liep u dan niet het gevaar dat liij u herkennen zou, als u hier kwam? Zou dat niet onaangenaam voor u kunnen worden?" „Maar ik heb hem nooit gezien, 7,iet u. Hij heeft mij alleen maar ge schreven. Toen hij vanavond aan het station kwam om ons te halen schrok hij, toen hij mij zag dus hij wist ze ker nog hoe ik er uit zap. Maar Aline zal hem wel verteld hebben dat ik Simpson heet". „Die Judson zei, dat hij er over tobde. Daar moest u hem toch van verlossen". „Meneer Judson heeft waarschijn lijk een bectjo opgesneden. Hij is al van z'n zorgen verlost. Tn Londen heeft hij een akeligen dikken kerel, ecu zekeren Jones, naar mij toege stuurd om over do brieven te praten en ik heb hem verteld, dat ilc ze ver scheurd heb. Dat zal hij nu toch wel i weten". „O". Ze gingen de kamer van do huis houdster binnen. De heer Beack stond voor den haard, Ashe ging naar hem toe. Het was niet zoo eenvoudig om den heer Beack zachter steromen. Ashe probeerdo de meest verleidelijke on derworpen. Hij begon over dikke voe ten, hij liet de maagwand van den bottelier aanmoedigend voor zijn oopen dansen, maar deze liet zich niet vermurwen, Pas toen Ashe het ge sprek bracht op het museum kwam er wat loven in hem. De heer Beack was titifsch op het museum van Kasteel Blandings en hield "er veel van. Het was de aanlei ding geweest dat voor de eerste en eenigo keer in zijn leven zijn naam in de krant was genoemd. Een jaar geleden was er een vertegenwoordiger van do ..Echo", een krant in de na burige stad Blatchford, het Kasteel komen bekijken en hij was een deel van zijn artikel begonnen met de woorden: „Onder geleide van den lieer Beack; mijn vriendelijken gids, bezocht ik tóen het museum van Lord Emsworth Do lieer Beack bewaar de liet uitknipsel zorgvuldig. [(Wordt vervolgd.);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5