De Scarabée
HAARLEM'S DAGBLAD
Het 25-jarig jubileum van den Rijks-
vischafslag te IJmuiden
WOENSDAG 7 MEI 1924
TWEEDE BLAD
"Een pestjhfedscfaTijwr zmj over
lJmuideu gauw uitgetMhroreu raken,
want in tegenstelling met do aan his
torisme evenementen zoo rijke ge
schiedenis van vele andere planteen in
Kemnemerlnnd, een geschiedenis van
eeuwen her, heeft IJmuiden, ontslaan
omstreeks GO jaar geleden, op dit ge
bied althans geen bet eekenis. Men lei-
de idar echter niet uit af, dat er geen
feiten zijn te memoreeretide moeite
waard oju nan de vergetelheid te wor
den ontrukt; integendeel, deze jonge
plaats, in een mensdhenleeftijd ge
groeid van een klein viaschcrsdorpje
tot een der belangrijkste oentra op het
gebied van visschetrij, handel cn tech
niek. heeft \<ee! beleefd.
Mede dank zij de inlichtingen van
de heeron F. J. H. Schneider», direc
teur van b<-t Staatffvi«n-hereharenbe-
drijf en G. D. Heykoop, bakhof, zijn
Wij in staat een e.u ander te vertellen
omtrent de gescliiedeuis van het be
drijf, dat wel het meest tot dcu groei
van IJmuiden heeft bijgedragen.
Nadat in 18» de ojiening ran het
Koardwokanoal liad plaats gevonden,
was liet de meest natuurlijke zaak
palingen van hei liavenreglement van
Nieuwediep als marinehaven deden de
balans ten voordeele van IJmuiden
doorslaan. De 70 n 80 sloepen, tnuis-
behoorende in Perms. Middelh&rnis.
Maassluis, Zwartewa.il enz. werden al
spoedig door de reeders naar Umui-
den gezonden om te markten, danr het
voor deze vjsechersvaartuigen, waar
mede des winters do beugvtisscherij
wordt uitgeoefend, van groot beluiig
wua do bcsöhikking te bobben over
een open vuurwater, liet waren ©öhter
vooral de Engelsühe kotters, die veel
tot do opkomst van IJmuiden hebben
bijgedragen. Deze sdhepeu viscihten in
die dagen, toen, veel meer dan tegen
woordig nog in de nabijheid van de
Holiandsclte kust viseb te vangen was
dikwijls u-r hoogte van do haven van
IJmuiden en maakten ook spoedig van
de gelegenheid gebruik om hier bin
nen r-> loopen. De ..Dutch drops"
(Haarlemmerolie) warein in die dagen
een zeer gevild geneesmiddel, maar
wat vooral bij de Engolscho zeelieden
van dio dagen in deu smaak viel en
een magnetische kracht uitoefende op
de Peters en de Johns en de Clinrleys,
OVERZICHT VAN TRAWLERHA VEN, VISCHHALLEN, STATION E NZ., OP DEN VOORGROND DOKKEN,
van de wereld, dat deze destijds nog was de „Dutch gin" (Hollandsohe je-
eenige poort in de duinonrceks tus-
echen Hoek van Holland en den Hel
der door de vis-^riiers jnaar nl te gaar
ne werd gebruikt om bij Opkomenden
6torm een veilige schuilplaats te zoe
ken in de haven van IJmuiden. Ook
yoor het innemen i
never), welke in de talrijke kroegjes
maar al te graag nan hen werd ver
kocht. In den „oertijd" van de ge
schiedenis van Lfmuiden ontstond dan
ook spoedig een war» ruilhandel in
de artikelen jenever en viach; de !e-
alagers A. R. Vis?or en G. D. Hey
koop een belangrijk deel van den ver
koop tot zich hadden getrokken. De
vi&oh werd in den beginne door ge
noemde afslagers aan den kanaalkant
meeeud in de open lucht verkocht. De
lieer Arnold was de eerste, the een
eigen afslaggebouw liet plaatsen. De
vangsten der sloepen, in hoofdzaak he-
staands uit levende sohelvisch en ka
beljauw, werden op eigenaardige wij
ze verkocht, n.l. por „groot honderd"
nadat de gevangen hoeveelheid van te
voren door de seliippers aan de af
slagers wiis opgegeven. Doordat, in
tegenstelling met thans, de schipper
een berwijs van iritlosaing moest over
leggen van den visohhandelaar, die de
visch gekocht had. ontstond dikwijls
gewezen Oostónrijksch cavalerie- zïdh in den beginne liet aanzien, dat voor de trawlers plaats maken, met
officer trad een eigenaardige phase hei staatsbedrijf op een mislukking zoozeer omdat hc-t visschen met den
zou uitloopen. De bekende woorden rn'0'
Blauwbaard:
ZES VAN UC ZEVEN JUUILAUISSEN, VAN LINKS NAAK UfcCrt f& DE HEEHEN; J. MEKKUS, ONUEtlH
MEESTER; A. TOL, AFSLAGER; F. J. A. SCHNEIDERS, DIRECTEUR VAN HET STAATSVISSCH ERSH AV EN BED RIJF
J. KOEY.OETS, ADMINISTRATIEF AMBTENAAR; J. D. HEYKOOP, HAL- CHEF; TH. OOEVENDANS, AFSLAGER.
jktwn- een flesch jenever de gebeelo vangst
van een Rcgelscben koeter kon mach
tig wonden. Dit zal wel wat overdre
ven zijn, maar dat de matrozen hun
„stodk-a-bot" gingen omzet tou in
nightcaps is een algemeen bekend feit.
IJmuiden voor hot niet-tc-v
de vwi^n.vii -n g-
lxcd. Al spoedig vestigden zich liier
eeoige vischkoOpere uit Nieuwediep,
niet het ksriacho gevolg, dat vele vis-
•chers, in de cerate plaat» de talrijke
kustviwiierm iiier niet meer alleen
binjienli<ipen om te provinndcorcn,
tnaar ook om him viirih te vorkoOJxm.
Dit bedoekend® iw>r IJmuiden de wor
ding van den viadihandel en do vis-
fcdhoriJ-dndtiNtrie. voor Nieuwediep
echter het begin van h.einde.
Het feit, dat de haven van IJramd<ri
in den winterd -• e-.:; bij de hevigste
vorst toegankelijk blijft, de haven v u
Nieuwediep daarentegen door ijsgang
dikwijls zeer moeilijk re bereiken is,
v.iaa een van de oorzaken, dat do vis-
echer» er de voorkeur aan gaven hier
binnen te komen. Ook de strenge bo-
lloo gingen inmiddels do zak on aan
den vul l
Er vestigden zich hier steeds meer
kooplieden, niet alleen uit Nieurwediep
maar ook uit Egmond tui andere vis-
tK"Jiernplaatsen in de omgeving. Do ni
si agora brachten visechrro en kooplie
den tot elkaar en vervulden'al spoedig
een rol van beteekenis in den visch-
imndel. De belangrijkst® afslag v.m»
we! die van den heer Arnold, met den
lieer Plantcydt als af «lager, terwijl
ook de firma Kuiper en Kales, de fir
ma Dekker, van Voorst en Reycr Tol
en de heer A. S. Groen roet hunne af-
Os hoor F. DE KORT, dlo absent w.t,
toen onze fotoRraaf de groen Jubilarissen
kiekte. Hij staat daarom hier apart.
bieden over die uitiossing
Ie partijen, hetgeen vaak
ischte toestanden
ng genoten de
een loven ei
tusschen be:
tot minder
aanleiding gaf.
Voor liunne be
afslagers een provig.- van 2',-i van
ile opbrengst, terwijl 3 werd ge
kort voor do hoopers. Ook verstrekten
do afslngers crediet aan de koopers.
Het rijk heft tegenwoordig een retri-
butio van ij maar men moet bij
een vergelijking niet uit Jiefc oog ver
liezen, dat. het. Rijk grooto sommen
voor onderhoud dor hallen, salarissen
der nmbtenaron enz. heeft te betalen,
Lt wordi ugageoci li edenis van IJmui
den in. Dc-ze zeer ondernemende
figuur, die door oen langdurig
verblijf in Denemarken en op IJs
land veel practische kennis van de
IJslandsche visscherij had verkregen,
meende dat ook IJmuiden voor het
uitoefenen van de lJslaodsclie vissdhe-
rij een uitstékende gelegenheid bood.
Hermann stolde zich in verbinding
met den heer Arnold, die gaar
ne op zijn plannen inging. Het
gevolg was dat de heer Planteydt, die
zich door den heer Arnold ten achter
ge-.teld voelde, na zich te hebben ver
zekerd van den steun der reeders van
„de Zuid", IMiddolharnis enz.) voor
eigen rekening als afslager ging op
treden. De lieer Planteydt, opgegroeid
in het bedrijf, genoot een groot»
populariteit en het was dan ook met
te verwonderen, dat hij een groot aan
tal reeders tot zich wast te trekken.
Er ontstond groole strijd, waarvan
men zich de bijzonderheden in IJmui
den nog wel herinnert.
Eenige vreemde trawlers, door
den heer Arnold gecharterd, brach
ten hier inmiddels grooto hoe
veelheden IJslondsclie viecfli, waaron
der ook stnpelvisah (droog gezouten
kolieljauw enz.) aan de markt. Deze
onderneming hod cellier op den duur
niet veel succes cn al spoedig moest
van verdere stappen in deze richting
worden afgezien. De vischafslag Plan
teydt nam snel in bloei toe: het groot
ste gedeelte van de vloot maakte er
gebruik van. terwij! de afslag Arnold
in korten tijd nagenoeg geheel ging
vcrloopen.
Zooals wij reeds schreven, groeide
het aantal vjsyfliersvaaruiigendat
hier binnenkwam, snol aan. Een vis-
pcliershaven was er toen nog niot,
dat alle vaartuigen genoodzaakt
ren een ligplaats te zoeken in het bui-
ten-toeleidingskanaal. Aan rijen lagen
ze naast elkaar, een plaatsje aan don
wal was er voor de meeste schepen
dikwijls niet te vinden, waardoor de
visch gewoonlijk met sleepbootjes van
de vaartuigen moest worden afge
haald. De vloot was dikwijls zoo tal
rijk. dat de toegang tot de schutslui
zen werd versperd, tot. groot ongerief
voor de binnenkomende koopvaardii-
scliopen. Klachten hierover van den
kant van den Amsterdamschen handel
konden dan ook niet uitblijven en het
gevolg was, dat men van rijkswege
overging tot hot grave^ van een
vluohihaven. Aan een yissöherahayen
bedrijf werd in den beginne nog niot
gedacht, maar al spiedig bleek het,
dat de bemoeiing van den staat niet
kon worden gemist om tot oplossing
te geraken. Man ie re r Ialy, het. toenma
lige hoofd van hot departement van
Waterstaat. Handel en Nijverheid in
het Ministerie-PierfOn_ wist zijn plan
nen ondank? d»n he\"igen tegenstand
van vele Kamerleden, door te zetten
en 1 Juli 1899 werd de Rljfcsvrechafslag
geopend, aanvankelijk in een houten
loods van ongeveer 70 M. lengte. De
ze werd nl spoedig vervangen door
een steenen hnl (de tegenwoordige
hal 13) ter lengte van 150 M. Tot di
recteur werd benoemd de lieer J. M.
Bottom arme, thans hoofdinspecteur
van de Visscherij-inspeotie, terwijl nis
hnlchef en afslager-boekhouder wer
den benoemd re-sp. de boeren G. D.
Heykoopen F'. J. II. Schneiders. .Als
g»volg biervan verhuisden do parf.icu-
van wijlen mevrouw
„zusier Anna, ziet gij nog niets ko
men T' golden ook voor de ambtena
ren van den Rijks vischafslag, want
inderdaad stonden dezen maar al
dikwijls mot smart de komst van een
kuetvissöherije of een kot,ter af
•wachten. De tegenstanders wisten
zelfs het gemeentebestuur van Amster
dam in den strijd te betrekken en dez.e
vroede vaderen te bewegen, een ge
meentelijken afslag op te ridhten,
waarvan men zich wonderen voorstel
de.
Do particuliere afslagers hebben
nog. in concurrentie met den Rijks-
vischafslag een coöperatieven afslag
opgericht in een eigen gebouw aan de
Dik- en Arnoldkadt.
Met de snelle opkomst van de stoom
trawler-visscherij kwam echter van.
zelf de behoefte aan een behoorlijk ge
regeld afslagbedrijf naar voren, waar
door de positie van deu Rijksvischaf-
slag zeer werd versterkt. Dat de
komst, der stoomtrawlers op den gang
van zaken van buitengewoon grooten
invloed is geweest blijkt wel 'hieruit
dat ofschoon do opbrengst, van do
stoomvisscherij'vloot in 1897 nog
slechts 7 van do totaal-opbrengst
bedroeg, dit cijfer in 1902, het laatste
jaar van den particulieren afslag
reeds tot 65 klom. Thans zagc-n de
particulier© afslagers het getij verloo-
pen en moesten zij de bakens verzet
ten, wilden ze niet met hunne onder
neming stranden. Ze waren toch al in
niet geringe mate gehandicapt, door
dat het Rijks-afslaggebouw dicht aan
het water was gelegen, hetgeen met
het. hunne niet het geval was. Door
tusschenkomst van een Vlaarding-
schen reeder kwam in 1902 eon com
promis tot. stand, nadat ook het Col
lege van Zeevisschers zijn bemidde
ling had verleend. De Coöperatieve
vischafslag werd opgeheven en de ver
schillende afslagers kregen een aan
stelling als factoor in den Riiksvisch-
afslag. Een verplichting om door be
middeling van een factoor te verkoo-
pen bestond er niet. zoodat de hier
gevestigde reederijon in den regel van
deze functionarissen geen gebruik
maakten. Voor de reeders. die hier
geen kanfoor hadden, was een fac
toor echter een onmisbare tussclien-
persoon.
Ook de kottervisscherij Is een poos
van groot belang geweest. Deze kot
ters werden, toen in Engeland de
stoomtrawlers in de vaart kwamen,
aldaar voor lage prijzen van do hand
gedaan, van welke gelegenheid vele
IJmuidenscho reeders profiteerden.
Toen echter ook in IJmnidee. in na
volging van Engeland, kapitaalkrach
tige trawlerreederijen werden opge
richt, moesten ook hier do kotters
terwijl de particuliere afslagers
«lerihts weinig kosten hadden.
Met sprongen groeide liet n.-uital^ec_ n,^.r
lii'T ter markt komende vaartuigen:
DE KUIPERS AAN HET WERK.
kustvischors, bommen, loggere, kot
tere, sloepen: spoedig kwamen ook de
«toomürawiere, eerst Engelsche, maar
ook kort daarop v*racheen de eerste
Hollandecbe trawler, n l. de „Betsy".
toebohoorendo oen- do Wed. S. I.
Groen, dra gevolgd door meer, daaT
ooi: do Hoil and sch o reeders inzagen
dat zij, als zij met hun tijd wilden
meegaan, het zeil door dc stoomma
chine dienden te vervangen. Het wa
ren echter nog steeds door hen opge
kochte, niet al to nieuwe Engelsclie
I booten
toeleidingskanaal en lieten daar do
schepen binnenkomen, echter niet
voordat zij. gesteund door vele Komor
ieden. getracht hadden, hun bedrijf
in den rijksviséhafslng voort te zet
ten. hetgeen lntn eéhtcr niet mocht
gelukken.
De eerste levensjaren van het
staatsbedrijf waren zeer moeilijk. De
particuliere afslagers, persoonlijk be
kend met de meeste reeders en boven
dien gesteund door de grooto pers,
slaagden er in, ziéh neg laaigen tijd
staande te houden. Slechts een klein
aantal reeders, maakte van de
I Met de komst van tien heer Hermann nieuwe instelling gebruik, zoodat het
kotter niet meer loonde, maar omdat
de bemanningen van deze schepen op
gunstiger voorwaarden op de trawlers
een „stee" konden vinden. Enkela
goed bemande kotters wisten zich nog
langen tijd staande te houden.
Do retributie, aanvankelijk 2 be«
dragende, werd in 1900 verlaagd tot
1 om in 1908 weer te worden ge
bracht op 2 De omzet steeg gesta
dig, en wel van 1.180192 gld. in 1901
tot 7.134406 gld. in 1914. Daama
kwam, ondör den invloed van den
oorlogstoestand de rijke periode. In
1915 reeds gestegen tot bijna 18 mil-
lioen, bereikte de opbrengst in 191fi
met meer dan 36 millioen gld. haar
hoogtepunt, om daarna met ups en
downs te dalen tot i 10.837.732.20 ia
1923.
Wij schreven reeds, dat bij de ope
ning tot directeur werd aangesteld
de heer J. M. Bottemanne. Deze be
kleedde do functie tot 1911, in welk
jaar do hoer Schneiders werd benoemd
tót administrateur, onder leiding van.
den „Ingenieur, belast met het toe
zicht op het beheer van do Visschers-
haven". Vooral in de drukke oorlogs^
jaren bleek een zelfstandige directie
onmisbaar: het gevolg was, dat 1
Januari 1919 de heer Schneiders tot
directeur werd benoemd. Het is zeker
niet- het minst te danken aan dieps
bekwame leiding, bijgestaan door den
halchef. dat het Rijksvisschershaven-
bedrijf te IJmuiden is gegroeid tot een
model-inrichting op dit gebied. De
visschershaven te Cuxhaven is, wat
inrichting betreft, een getrouwe co-
pie van die te IJmuiden. terwijl dele
gaties uit Engeland, Zuid-Amerika.
Portugal, België, Frankrijk, ja zelfs
uit .Tapan to IJmuiden kwamen ter be
studeering van het hallen-vraagstuk-
1 Juli a.s. zal het 25 jaar zijn ge
leden, dat de Rijksvischhal werd ge
opend, 16 Juni 1919 echter trad het
personeel in dienst, zoodat 16 Juni
a.s. de dag is der persoonlijke jutglea.
Behalve de liecren Schneiders en Hey
koop vieren dien dag de lieeren A. Tol
en T. Doevendans, afslagers, G. Mer-
kes en F. de Kort, onder-havenmees
ters. en J. Koevoets. Administratief-
ambtenaar hun 25-jarig ambtsjubi
leum. Do heer A. B. Visser, onder-
halchef. trad ongeveer een jaar nal
de oprichting in dienst van het rijk.
De afslagruimte werd in den loop
der jaren belangrijk vergroot. Twee
hallen, elk van 150 M. werden aan
gebouwd, zoodat de totale lengte der
«fslaggelionwen thans 450 M. be
draagt. Op de „tegeltjesmarkis
reeds de onderbouw aangebracht voor
eventueel later te bouwen hallen D eti
E. camen 300 M. lnn~. Een elr-cfrisché
afslag stuit op vele moei Dikheden
maar wü twijfelen niet of ook diejml-
lc-n op den 'duur worden overwonnen-
DE VISCH WORDT IN MAN DEN CEPAKT VERZONDEN.
(Blinkhof Jr., van Storm vogels, staat hierbij.)
Feuilleton
Geautoriseerde vertaling, naar het
Epgelsch van
P. G. WODEHOUSE.
36)
ln zijn jeugd In Much Middlcfold
had hij dikwijls gespijbeld om to kun
nen gaan stielen met een zekeren Ed
die Waffles, do slecrhto Jongen \an
hot dorp. Het was niet zoo zeer dc
charme van Eddies conversatie die
hem aantrok hoewel dlo ook groot
was dan wel het feit dat Eddie,
bij zijn andere gaven ook nog schit
terend twee vechtende katten kou na
doen. en Asho wist, dat nij nooit echt
gelukkig zou kunnen zijn voor hii dit
van hem geleerd had. .Mettertijd ken
de hij het ook. Misschien maakte het
spijbelen dat zijn schoolkennis niet
al te vaat was, maar zijn mot zooveel
moeite ver won-en kunst had hem lot
een gewilden gast gemaakt hii iedere
fuif in Oxford cn redde ook nu de
situatie.
„Heeft u wel «ens twee katten op
gen binnonplaatsje hooren vechten?"
vroeg hij terloops aan zijn buur
vrouw, juffrouw Willoghby.
Het volgende oogenblik was de ver
toon ing ia vollen gang.
Jongeheer Waffles, dio het onder
worp volledig bestudeerd had. had
het gevecht van do katten breed, bij
na Homerisch, opbev&t. Do onaange
naamheden begonnen met ecu zacht,
gorgelend geluid, beantwoord door
een dergelijk lawaai, iets harder cn
mogelijk iets meer ruziezoekend. Een
tijdelijke stilte werd gevolgd door een
lang gerekt en toon als opstekende
wind. plotseling afgebroken en opge
volgd door een dof gebrom. Het ant
woord hieron waren een paar scher
pe kreten. De beide deelnemers aan
het gevecht gingen toen over tot een
ontevreden gejammer, dat steeds lui
der en luider werd. tot de lucht vol
was van een electrischo bedreiging.
En tóen, weer na een stilte, kwam de
Oorlog, vol lawaai, en overdonderend.
Als men naast Eddie Waffles stond,
kon men bijna iedere beweging van
den ingewikkelden strijd volgen en
waarnemen lioo nu oens do een en
dan de ander van de. vechtersbazen
een tijdelijk voordeel behaalde. Het
was een reu zengevecht. Stevig© klap
pen werden uitgedeeld en ontvangen
cn in zijn verbeelding zag men do ha
ren door de lucht stuiven. Het. la
waai werd steeds erzer cn toen het op
het allerhevigst was eindigde het. plot
seling met een geweldig crescendo, en
werd het stil; alleen een zacht, woe
dend gekreun werd nog gehoord.
Zoo was het hanengevecht van Ed-
dio Waffles, en hoewel Ashe het niet
zoo goed kon als zijn mc-ester, zooals
een rechtgeaarde leorling betaamt,
puf hij het tóch getrouw weer.
Als ik zeg dat de aandacht van het
gezelschap werd afgeleid \au don heer
Judson en zijn opmerkingen door de
eigenaardige geluiden die over Asho's
lippen kwamen, geef ik nog maar
eon 7,eer vage aanduiding van do op
winding, dio hij veroorzaakte. Eerst
stomme verbazing toen consterna
tie. Bonck. do bottelier. Blaarde lu*rn
aan nis iemand die o»n wonder 7,ict
pelwuren en zag er uit alsof hij dich
ter bij een beroerte stónd dan ooit.
Op de gezichten van do anderen
stonden allerlei aandoeningen te le
zen. Dat dit in de eetkamer van do
bedienden op Kasteel Blandings ge
beurde, was bijna zoo erg, als dat het
in oen parlementsgebouw was go-
beu rd. Do bedienden zaten stijf op
hun stoelen cn keken elkaar verbaasd
aan.
llot laatste zwakke kattengc-
sehreeuw stierf weg en het werd weer
stil in do kamer.
Aslio wondde zich tol Juffrouw Wil-
Ioughby*
„Precies zoo", zei hij. „Ik vertelde
net aan juffrouw Willoughby". zei hij
verontschuldigend tegen juffrouw
Twemlow ..over de katten in Lon
den. Vreeselijk lastig zijn die".
Misschien drie seconden lang lag
zijn reputatie in de waagschaal, ter
wijl het gezelschap nadacht over wat
hij gedaan had. Het was iets nieuws,
maar was het grappig of ordinair?
Dat probeerden zij allen uit to maken.
En toen wierp juffrouw Willoughby
haar welgevormde hoofdje achter
over en schaterde. En toen nam het
gezelschap oen besluit. Iedereen lach
te. Iedereen drong er bii Ashe op aan
dat hij het nog eens zou doen. lodcr-
een was zijn vriend en bewonderaar.
Iedereen, behalve Beack de botte
lier. Beack was tot in hart en nieren
verontwaardigd. Zijn zwaarpelcdo
oogen keken Ashe afkeurend aan
Beack vond, dat dit jongmensch
Marson zich Boren Zijn Stand Ver
hief.
Ashe zag op eens Joan naast zich
staan. Het diner was afgeloopen en
zij liepen naar de kamer van de huis
houdster. 7.
„Dank u wel, meneer Marson. Hot
was erg aardg van u, en erg knap.
Haar oogen schitterden. ,;Maar u
speelde een gevaarlijk spel. Het. werd
nu een succes, met hefThad erven goed
kunnen zijn dat u voor goed hadt af-
gedaan. Ik ben trouwens bang, dat
meneer Beack bet heelemaal niet goed
vond".
„Dat vrees ik ook. Over een paar
minuten zal ik hem wat complimen
tjes gaan mnken, dan komt het wel
weer in orde".
Joan begon te fluisteren.
„Het was waar wat dat akelige
mannetje zei. Hij heeft mij brieven
geschreven. Natuurlijk heb ik ze al
lang verscheurd".
„Maar liep u dan niet het gevaar
dat liij u herkennen zou, als u hier
kwam? Zou dat niet onaangenaam
voor u kunnen worden?"
„Maar ik heb hem nooit gezien,
7,iet u. Hij heeft mij alleen maar ge
schreven. Toen hij vanavond aan het
station kwam om ons te halen schrok
hij, toen hij mij zag dus hij wist ze
ker nog hoe ik er uit zap. Maar Aline
zal hem wel verteld hebben dat ik
Simpson heet".
„Die Judson zei, dat hij er over
tobde. Daar moest u hem toch van
verlossen".
„Meneer Judson heeft waarschijn
lijk een bectjo opgesneden. Hij is al
van z'n zorgen verlost. Tn Londen
heeft hij een akeligen dikken kerel,
ecu zekeren Jones, naar mij toege
stuurd om over do brieven te praten
en ik heb hem verteld, dat ilc ze ver
scheurd heb. Dat zal hij nu toch wel i
weten".
„O".
Ze gingen de kamer van do huis
houdster binnen. De heer Beack stond
voor den haard, Ashe ging naar hem
toe.
Het was niet zoo eenvoudig om den
heer Beack zachter steromen. Ashe
probeerdo de meest verleidelijke on
derworpen. Hij begon over dikke voe
ten, hij liet de maagwand van den
bottelier aanmoedigend voor zijn
oopen dansen, maar deze liet zich niet
vermurwen, Pas toen Ashe het ge
sprek bracht op het museum kwam er
wat loven in hem.
De heer Beack was titifsch op het
museum van Kasteel Blandings en
hield "er veel van. Het was de aanlei
ding geweest dat voor de eerste en
eenigo keer in zijn leven zijn naam
in de krant was genoemd. Een jaar
geleden was er een vertegenwoordiger
van do ..Echo", een krant in de na
burige stad Blatchford, het Kasteel
komen bekijken en hij was een deel
van zijn artikel begonnen met de
woorden: „Onder geleide van den
lieer Beack; mijn vriendelijken gids,
bezocht ik tóen het museum van Lord
Emsworth Do lieer Beack bewaar
de liet uitknipsel zorgvuldig.
[(Wordt vervolgd.);