HAARLEM'S DAGBLAD ENGELSCH ALLERLEI Muziek FLITSEN DE SCHIJNVERLOVING WOENSDAG II JUNI 1924 -TWEEDE BLAD De politieke renbaan. De rijders en hun hindernissen. Wijlen Paul Cambon. Japan en de Vereenlgde Staten En de belangstelling In Engeland. Weer eens de tunnel onder het Kanaal. Man en paard Wjj leven !n den tijd der groote sport gebeurtenissen. Gisteren is de belang rijkste paardenren van het jaar verre den, waarbij geen Brit, die aanspraak •wil maken op den naam. belaugeloos toeschouwer is. Alle menschen van Angelsaksischen stam. hier en overzee, wagen er een shilling of meer of veel meer aan, wedden op het paard van hun voorkeur in de hoop, dat het de „Derby" (uitspraak Daaiiby) ral winnen en hen een beetje veel of zeer veel rijker zal maken dan zij rijn. En wie geen gold op een paard wil zetten, wie geen zin heeft „to back a horse" rooals het heet die zal allicht deelnemen aan een „sweepstake" (spreek uit sv.iepsteck) welke door hei jvrsoneel van zijn fa briek, ztjn karwei, zijn kantoor of zijn winkel wordt georganiseerd voor den grooten Derby-dag. Een „sweepstake" is een loterij, waarbij de winnende paar den de prijzen zijn. Wie het geluk heeft net winnende paard te trekken krijgt bijna al het geld dat de deelnemers aan de „siveepstako" hebben opgebracht en soms heeft men twssde en derde prij zen of nog meer, aangegeven door de paarden en de volgorde van hun aan komst aan het einde van den ren. De grootste „sweepstake" van het rijk, die van Calcutta, heeft een eersten prijs van S50.000 gulden, die van de I.ondensche effectenbeurs brengt den voornaamsten winner niet minder dan 600.000 gulden op. Millioenen hebben een kans om plot seling in ten meer of minder groot be drag aan contanten te komen. En de gedachte brengt spanning in alle bewo ners van hei Britsche rijk. Op grond van het loterijverbod is een „sweepsuke" bij de wet verboden. Maar tot nu toe schijnt men van het verbod geen last te hebben gehad ea relfs is er dit jaar een parle mentslid, die den tweeden prils van de Calcutta-..sweepstake" binnensleept, zon der dat de Officier van Justitie middelen schijnt te zoeken om de uitbetaling te verhoeden. Intusschen ziin er toch symptomen, welke er op wijzen, dat de spanning en de opgewondenheid om „sweepstakes" spoedig geen deel meer zullen uitmaken van „Derby Day" of van andere groote rendagen. Toch, de gewoonte is too diep ingeworteld, dat ze nog wel jaren clandestien kan blijven leven, In de atmosfeer van deze sportdagen Is men geneigd ook de politiek in sport- terraen te omschrijven. Men kan ne pro blemen der werkloosheid en van den wo ningbouw en de eer-ivolger.de begroe ting als de hinderr.i'sen beschouwen, waarover Ie rijders der Labour-regec- ring heen moeten. Onder de aansporin gen van hun vrienden en met veel opge wondenheid van het publick rijn zij over da eerste hindernis heen, hun vervol- gers een heel eind vooruit.... indien zij werkelijk worden vervolgd. Aan het laatste zou men kunnen twijfelen, want er zijn vele aanwijzingen, welke de con clusie wettigen dat de anderen „de lei ding" niet beg'eren, tenminste niet op het oogenblik. Men zegt zelfs en nu laten wij de beeldspraak even met rust dat de Liberalen, indien zij over de werkloosheid-politiek van de regeering niet in bijna drie gelijke groepen voorstemmers, tegenstemmers en ont houders verdeeld varen geweest, door d« Conservatieven zouden z:jn ge holpen om de Labour-regeering voor een nederlaag te behoeden. Dat was nu, bij de houding der Liberalen, welke de etemmenverdeeling voor de regeering gunstig maakte, niet noodig. Inmiddels heeft der Liberalen leider Asquiih te kennen geges-en dat hij vóór Augustus betere resultaten verwachtanders. Maar de regeering is reeds aan dc tweede hindernis aangekomen, het hui- zenvraagstuk. En haar bekwaamste jockey, dc minister voor Gezondheid, Wheatley, zit in bet zadel. Als iemand het ros over de hindernis kan krijgen, dan is het dere begaafde man. En Ram say MacDonald is van meening dat zijn ploeg „in goeden vorm" is. De dood van Paul Cambon. die lan ger dan twintig jaar i-'ransch gezant aan het Hof van St. James is geweest, voelt men in dit land even diep als in het land van zijn geboorte. Cambon, hoe lang kent men dien naam a! n;ct in dc diplomatic 1 Nog bij ziin leven kon hij reeds gelden voor een „klassiek" di plomaat. Zijn ongekunsteldheid, welke aan dc waardigheid van zijn houding en optreden geen afbreuk deed, zijn hoffe lijkheid. zijn ten deele lichte ten dcclc wusgeerige conversatie, en bovenal zijn sympathieke waardeeiing van Britsche nationale eigenschappen en gebreken, maakten grooten indruk op allen met wie hij in aanraking kwam en verwier ven hem hier vele vrienden. Men zal zich herinneren dat het Cambon was, die Dvlcassé, den vermaarden Fran- schen minister van Buitenlandsche Za ken, aanmoedigde in zijn werk de twee landen tot elkaar te brengen. Cambon had de gewoonte Lord Grey toen Sir' Edward Grey ea minister van Buiten- lanasche Zaken de vertrouwelijke be richten te toonen, welke hij uit Parijs ing. Dat was zeker een in de diplo ic zeer weinig of nooit gevolgde gedragslijnen de hooge mannen in Parijs raakten er door van stuur. Maar Cambon's motto was wees trouw en openhartig tegenover trouwe en open hartige menschen; of m. a. w. tegenover hen, van wie gij weet dat zij uw vrien den zijn. En het was voor den scherp- zinnigen Franschman niet moeilijk om te ontdekken dat Grey zijn vriend was. en de vriend van ziin land. En op de openhartigheid is het Joon gevolgd. Een ander geval, dat niet specifiek Britsch is, maar*dat niettemin in Brit- tannië met de grootste aandacht wordt gevolgd, is de Amerikaansche stap, wel ke Japansche immigranten van 1 Juli a.s. af buiten de Vereenigde Staten houdt. Men is er hier wat ongerust over, daar Amerika's houding in deze een aanvulling is van de tod» reeds zoo talrijke gevallen, welke internationale eensgezindheid in de wereld dreigen te toren. Een groot aantal Amerikanen deelen de ongerustheidmaar zij achten de stappen onvermijdelijk. De kwestie der Japansche landverhuizers in Ameri ka is van belang voor het Britsche rijk omdat ze niet ongelijk is aan het pro bleem van de toelating van Indiërs tot de Britsche Dominions ea meer in het bijzonder tot de Kenya-kolonie en Zuid- Afrika. Bijna de gansche Japansche bevolking in de Vereenigde Staten is geconcentreerd langs de kust van den Grooten Oceaan, in California. Oregon en Washington. En het is deze solida riteit, welke do Amerikanen vreezen. Ook het feit dat het Japansche geboor tecijfer in de Vereenigde Staten bijna driemaal zoo groot is als dat van de blanken, wekt ongerustheid. Omstreeks 800, r.a de uitsluiting der Chineezen van de kust van den Grooten Oceaan, begonnen de Japanners die kust te be volken. Maar ofschoon op aanstichten van president Roosevelt de immigratie werd beperkt, stonden de voorwaarden van de overeenkomst toe dat de vrou wen van reeds gevestigde Japanners in het Amerikaanse!* gebied werden toe gelaten. Deze nitzonderingsclnusuïe gaf het ontstaan aan de Japansche hof makerij per portret. Wanneer een jonge Japan-iche arbeider in California een ■:ehoone bruid uit Japan zocht, ging hu niet naar haar toe. Portretten werden gewisseld en do meisjes kwamen over den Oceaan en werden te San Fran cisco door haar toekomstige echtgenoo- ten omhelsd. Dit verklaart het woord „picture bride" (portretbruid) in de be richten, welke ons telkens over deze aangelegenheid hebben bereikt. Ameri ka 'neef! vaak getoond dat het Japan en den individucelen Japanner goed ge zind is Maar de overtuiging is niette min en ze is diep en blijvend dat het onverstandig is de twee rassen in groote aantallen naast elkaar te laten leven. Het immigratie-ontwerp 1* een onderdeel van de algemeene Amerikaan sche immigratie-politiek, waarvan net effect bedoelt te zijn de Noord-Euro- peetche emigranten te. begunstigen, die van om en nabij de Middellandse!» Zee te beperken cn de Aziatische uit te slui ten. Coolidge zelf had er de voorkeur aan gegeven de Japanners anders te be handelen dan de rest van de Aziaten. Maar het Congres bleef op zua stuk staan. Do kwestie van een funnel onder het Kanaal is weer eens op de proppen ge komen. Een parlementslid, die veel met het plan op heeft, is zijn medeleden gaan polsen en heeft ontdekt dat een meerderheid, beslaande uit leden van alle partijen, veel voor de verwezenlij king voelt. Dc volgende stap zal zijn een deputatie naar den premier om het plan te bepleiten. Van dc drie groote plannen voor verbetering van interna tionale verbindingen, in de vorige eeuw besproken cn ontworpen, rijn er t tot uitvoering gekomen, het Kanaal Suez en het Panamakanaal. En ze zijn 1 voor de menschheid een zegen geweest. Wat den tunnel onder het Kanaal be reft had men hier en daar gehoopt dat het werk als de eerste daad van re constructie spoedig na den oorlog ter hand zou zijn genomen. Maar de ver schillende regeeringca bleken geen lust hebben het vraagstuk aan te pakken. De bevorderaars beweren dat de herle ving der Britsche industrie en het her stel van Europa door niets beters kun- worden bevorderd dan door dezen tunnel, welke een groote prikkel zou worden voor de bevordering van den internationalen handel. Het idee is dat het werk, dat zes jaar zou duren en 2p.ooo.ooo pond sterling zou kosten, me» Fransch en Engelsch kapitaal zou worden uitgevoerd een schatting geba seerd op het bestaande verkeer, stelt de rente, welke het kapitaal zou opbrengen op s procent. De promotors hebben zoo- «wl vertrouwen in het succes van een tunnel, dat zij beweren, dat andere tunnels spoedig zullen volgen, mis schien ook wel een voor het verkeer van motorvoertuigen, Engeland bezit een ópper-wandelaar in den persoon van George Cummings. Hij is misschien niet de kampioen-sncl- vandelaar van het land maar hij is ze ker de meest geestdriftige en de meest zonderlinge. Onlangs heeft hij de ruiters van Engeland uitgedaagd hun paarden de stallen te halen en op hun rossen gezeten met hem, den voetganger, te kampen in een loopwedstrijd van York Londen of omgekeerd, een afstand plm. 350 K.M. Het paard mocht draven, zelfs in galop gaan. Boer Ste venson uit Yorkshire heeft onlangs de uildaging aangenomen. Dat werd dus een strijd lusschcn man en paard. Bij vorige gelegenheid had Cummings record gemaakt door den afstand een uur en twintig minuten minder af te leggen dan een Arabisch paard er voor had noodig gehad. Hij verdiende met den krachttoer 250 pond sterling. Bij de jongste gelegenheid ging het er orn een record van So uur en 40 minu- dal een ruiter uit Yorkshire had ge- .wtigd, te verbeteren. Om dit te doen moeit Cummings, die over de vijftig is, rijn eigen tijd van de vorige maal met niet minder dan ïo uur verbeteren. En men mag aannemen dat alleen zijn sportieve zin hem aanspoorde aan 2ulk een klaarblijkelijk onmogelijke taak te beginnen. De mannen boor Stevenson te paard, Cummings op zijn twee bee- nen vertrokken van Trafalgar Square, het geografische hart van Londen, met muziek. De vrienden van den wandelaar zongen: Felix kept on walking. (Felix wandelt voort.) Hadt ge een ander lied .acht? En de vrienden van den rui ter zongen het oudere maar even popu laire wijsje Horsey keep your tail up. (Paardje, hou je staart op.) Na 65 K.M. was het paard van den boer een beetje kreupel. Maar dat nadeel werd opgehe ven door een bloedenden voet bij den wandelaar, die bereids een twintigtal K.M. achter was. Man en paard vol brachten den tocht in goeden stijl. Het paard, dat een nobel dier was, dat in rennen zijn sporen had verdiend, had voor do 350 K.AL slechts so uur en 24 minuten noodig. Cummings bleef ver achter cn kwam een dag na het paard aan. Maar zijn tijd 70 uur en 42 mi nuten vertegenwoordigde voor een man van ziin jaren zeker een prachtigo prestatie. En de menschen in York en in liet gansche land noemden zijn wan deling niet voor niets „a fine perfor mance". Men heeft hier te doen met een dier buitenissigheden op het gebied van sport, welke in Engeland aan de orde van den dag zijn. Verleden jaar liepen twee bejaarde parlementsleden zich bij na een hartverlamming in een loopwed- strijd ven 70 K.M.. met volledig veld- tenu. Er is een jaarlijksche ..Brighton Walk" onder goede snelwandelaars van de Effectenbeurs. Hun voorbeeld werd gevolgd door moeders met kinderwa gens, de baby er in, die om het hardst haar jeugdig kroost van Londen naar Brighton duwden. Dit laagte geval was zelfs den Britten te erg. Maar in het al gemeen kunnen menschen hier, die een of andere sportieve weddenschap aan gaan, welke veel uithoudingsvermogen eiscfot, van de sympathie, het medele ven en den geestdrift der schare ver zekerd zijn. Londen, '5 Juni 1024. Stadsnieuws MUZIEKCONCOURS TE WEESP ZONDAG. 't, Was de Zang- en Muziekvereeni- giug ,,De Adelaar", (personeel der Van liouien's cacao-fabrieken) die do zen wedstrijd op de beide Pinksterda gen uitschreef, 1er gelegenheid van haar veertigjarig bestaan. Haarlem- VAN HAARLEM'S DAGBLAD DE TELEFOONCEL Je vrouw zal je in de publieke te lefooncel van een yvinkel opbellen je leunt tegen de toonbank en legt aan drie juffrou wen uit. dat je niets noodig hebt je wacht alleen maar op de tele foon. kan ieder oogenblik komen je herbaalt verklaring nog eens ter gerust stelling van eeq bediende gooit, om zich een houding te geven, vier centen in de gleuf en ziet dat hij nog evenveel weegt als gisteren kijkt naar brief kaarten tot hij een bediende ziet naderen trekt zich terug in een stille hoek en leest alle prijs kaartjes tot die hoek plot seling zeer druk wordt en hij weer terug moet naar kast. waar 'hij al le titels wan de tective-romans leest beseft dat hij niet langer kan rond hangen zonder verdacht te iver- den en loont voortdurend in en uit om tooh vooral ziin vrouw niet te missen* (Nadruk verboden.! sche gezelschappen waren er niet op vertegenwoordigd; uit de omliggende plaatsen: Spaarndam, Driehuis-Vel- sen, Hillegom en Lisse, waren echter korpsen opgekomen om den vreedza- men strijd te strijden. Zondag kamp dag do harmonic's. Uitzondering was gemaakt voor ,,Diemer Harmonie" die Zondag optrad, en „Crescendo", het fanfarekorps uit Muiden, dat Maandag zijn beurt van optreden mocht vervullen. Voor den eersten dag was de Jury samengesteld uit de hoeren A. L. Ha- zebrock, Haarlem, P. J. Kiveron, Am sterdam (dir. der feestvierende ver eeniging) en Joh. SchuitemaKer, Am sterdam, terwijl oi> 2eu Pinksterdag de heer Schuitemaker vervangen werd door den heer Richard Ileukeroth. Zulke gewijzigde samenstelling van do jury lijkt mij, mot het oog op bo venvermelde beurtverwisseling niet evenwichtig en daarom ook verkeerd. Het concours vond plaats in den tuin van Hotel „Do Roskam". Volgens reglement had elke vereeniging twee stukken naar keuze uit te voeren, .Crescendo" uit Spaarndam, direc teur F. A. Dekker uit Haarlem, open- do den strijd. De vereeniging speelde in de 2e afdeeling fanfare. Do inzet van „Lep .Tours do Soleil", ouverture van IT. Kling liet al direct constat.ee- ron dat de stemming uitstekend was. De baspassage begon met een klein ongelukje. Het spel van den piston was zeer puntig. Het eindje voor solo- tamboer lind ik wel wat pittiger po- rhvthmeerd gewenscht. Het wissel- snel lusschcn piston en bugel was zeer fijn. Do inzet van de ouverture der ope- racomique „Les Saltimbanques" van Louis Ganno klonk fiks. De drie kwarts-beweging liet toe de mooie sonoriteit der bugels lo waardeeren. Do sonncrie van 't, kleine koper vol deed goed. De marsch ging pittig. De overgangsnoot voor hoorn naar den wals was eventjes boven toonpeil. Over den wals en het slottempo wa* niets af te dingen. Do algemeene indruk die „Crescen do" gemaakt had, stelde een goeden priis in 't vooruitzicht. Dn twee volgende vereenigingen speelden in de le afdeeling. „Roekhoven's fanfarekorps" uit Utrecht, dir. J. Ph. Klem an, liet zijn nummers in een stevig rhythme hoo- ren, ook de kleurverdeeling van zacht en strident koper was goed. Voor de eerste afdeeling waren de gespeelde nummers wel wat eenvoudig. „Door Oefening Beter" uit Kaar den, dir. Hub. Rijgersberg, speelde met mooi strident koper, en de soe pele directie was zeer te waardeeren. al kan ik bet over enkele tempi van Rossini's Tell met den directeur niet eens zijn. Do afdeeling uitmuntendheid werd ingezet door „Muiderpoort en om streken" uit Amsterdam, dir. F. van Diepenbeek. Het gezelschap gaf pres taties, die een voornaam egehet had den. „Oefening kweek kennis" uit Oost woud (N.-II.) dir. G. Groen, bleek ees minder stevig ensemble, evenwel toch met elementen die tot virtuoos spel in staat waren. Imposant was hetgeen het Amster- damsch Politiemuziekgezelsehap, dir. Hub. Reygersberg te hooren gaf Ten slotte kwam „Diemer Harmo nie", dir. P. Swager, aan do beurt, optredend in de afd. uitmuntendheid. Was de vertolking van het eerste nummer beslist mooi ie noemen, die van het 2e was minder gelukkig. Over 't geheel was er dezen middag toch voortreffelijk gespeeld, minder waardig werk kregen wij niet te hoe- Dc jury deed als volgt uitspraak: Harmonie, afd. uitmuntendheid: „Diemer Harmonie", een 2en prijs, met 140J p Fanfare afd. uitmuntendheid: ..Am st erdamsch Pol it ie -Muziekgezelschap len prijs A, met 167 p. „Muiderpoort en omstreken", le prijs B, met 161$ p. „Oefening kweek kennis" Oostwoud len prijs C, met 152 p. le afdeeling. „Door Oefenincr Beter", Kaarden, len prijs, met 158$ p. „Boekhoven's fanfarekorps" Utrecht, 2o prijs, met 1-10£ p. 2e afdeeling. „Crescendo", Spaarndam, len pr. met 155 p. M a r b c h w e d s t r ij d. Do marsclnvedstrijd, die tegen 12.30 uur uitgeschreven Was, kon door het regenweer toen niet doorgaan en vond nu plaats om half zeven, 't Was eerst een hoele wandeling het typi sche landelijke stadje door, het laan tje naast de R.-K. kerk langs, naar den Heerensingel, een mooi beklin- kerdo straat, zeer geschikt om over te marcheeren. Een eigenaardigheid bood een bocht halverwege de straet, waarmede de korpsen al te rekenen hadden om het verband hunner ran gen intact te houden. Elk gezelschap had een marsch naar eigen keuze te spelen. Het disciplinaire, dat marcheeren op muziek dient te kenmerken, is nu juist geen Hollandsche eigenschap. Korpsen die b.v. straks op het con cours onder de suggestieve leiding van een kranig directeur het pittig ste rhythme gaven, deden het. nu zij in meerdere mate aan hun eigen rhyllunisch impuls overgelaten waren. veel minder. Het cadanceerende klopt niet in hun bloed; daardoor is de gang meestal niet natuurlijk rhyth- misch. Zulks komt natuurlijk ook veel al daardoor dat aan de muziekgezel schappen, ieder in zijn respectievelijke gemeente, de gelegenheid tot het de- fileeren met muziek over straat onl< zegd of erg beperkt is, terwijl er even wel overvloedig liier in Haarlem althans verlof tpt straatmuziek (draaiorgels en muziekkapellen) gege ven wordt. Uit den aard der vereeniging. sa mengesteld uit menschen voor wie het disciplinaire eerste nut is, maak te het korps der Amsterdamsche poli tic-agenten den besten indruk. Ook de Spaarndammers, die de marsch van Sam, Vlessing „Vers l'Avenir" gekozen hadden, kwamen flink voor den dag. Het tempo werd precies gehouden. Voor dezen wedstrijd waren drie prijzen uitgeloofd: I, een groote zil veren or namen t-plaquet, II. verguld zilveren medaille en III een zilveren medaille. Na afloop ging het terug naar „De Roskam", alwaar de uitspraak der, jury bekend gemaakt werd. Voor den marsch wed strijd werdert de prijzen toegekend als volgt: le prijs: „Amsterd. Politie-muzieE- gezelschap". 2e prijs: „Door Oefening Beter", Kaarden. 3e prijs: „Crescendo", Spaarndam* Daarna kon in den tuin en op een daarachter gelegen terrein voor goed de zomerkermis in gebruikelijk ITollandsch „Kermesse d'Eté" haar gang gaan. MAANDAG. um cwee uur precies werd aange vangen met de derde afdeeling har monie. Het eenige korps dat in deze sectie optrad, de Amsterdamsche me taalbewerkers-harmonie „Kqnst en Strijd", speelde heelemaal niet zooals men in een derde afdeeling zou ver wachten. Dat was fijn en voornaam werk, een hoogere afdeeling waardig. Voor de 2e afdeeling was er ook slechts ééne vereeniging nl. „Soli Deo Gloria" van Driehuis-Velsen, dir. C. Oudendijk. De ouverture ..Wilhel- mina" van Louis Boyer, werd met mooie zachte sonoriteit ingezet. Al gauw frappeerden de klarinetten door hun zuiveren toon en fijne arti culatie. Bij het vierkwarts-tempo met de sextolen in de zangpartij, bleek het binnenwerk eenigszins onzeker van stemming te zijn. Heel goed klonk het hernemen van het hoofdthema, en een flink en pittig finale bekroonde do uitvoering van het belangrijke stuk. In het 2e nummer Diane" van Vaulet frappeerde de mooi gespeelde Feuilleton NaarhetEngelschvan BERTA RUCK. 3) „Twee uur" en daar achter een dik kruis zag ik staan, toen ik, na wat mij een lange en vermoeiende wandeling over het dikke, roode kleed toescheen, eindelijk bedeesd cn ver legen naast hem stond. Hij keek op, zijn blonde haar was even >id geborsteld en glimmend als zijn zijden lioogen hoed, zijn mond was even vast gesloten nis ziin geld kist; hij was geheel het beeld van den jongen zakenman, wiens eenig genot zijn werk is. „0, bent u liet, juffrouw Trant?" zei hij 01» denzelfden toon van altijd. Hij draaide zich om in zijn stoel, om mij te kunnen aanzien. ..G-iat u zitten, als je blieft". Ik was dankbaar, dat hii mij dat toestond. Ofschoon ik niet geloof, dat mijn angst op mijn gezicht te lezen was, knikten mijn knieën zoo, dat ik nauwelijks meer staan kon. Meneer Waters wees mij een groo ten, met, marokijnleder bekleedon stoel aan. Ik ging op liet uiterste puntje zit ten en klemde mijn tanden op elkaar in afwachting van wat de tiran van ons kantoor mij te zeggen had. (Hoe is het mogelijk, dat hij en Sydney Vandeleur, beiden mannen zijn!) Ah hij het maar met te lang mank te, als hij alleen maar zeggen wou. dat ik gaan moest, dan was ik er af. Ik wist echter niet, wat ik hoor de, toen hij eindelijk zijn mond open de. „Nu, juffrouw Trant, als u het goed vindt, zou ik u graag een paar vragen doen en ik hoop, dat u mij niet verkeerd begrijpen zult. Mijn be doeling is niet, 0111 onbescheiden te zijn, maar het is noodig, dat ik ze doe, met het oog op do zaak, die ik in handen heb Zijn levendig gelaat werd, kon het zijn, nog meer dat van den grooten handelsman. Zijn heldere, grijze oogen ontmoetten mijn ontstelden blik met de grootste kalmte. Hij zag mij een oogenblik zwijgend arm, toen vervolgde hij op een toon. alsof hij zijn woorden onderstrepen wilde: „Er is niets in de vragen, die ik u stellen wil, waartegen uw vader of wie ook van uw familieleden zelfs het minste bezwaar zou kunnen hebben. Begrijpt u mij?" Hem begrijpen? Neen, dat deed ik zeker niet. Wat kon hij willen, dat ik zou begrijpen? Ik begreep het zelfs nog niet, toen hij de vraag wel wat ongeduldig herhaalde. „U begrijpt dat wel, niet waar, juffrouw Trant?" „0 ja natuurlijk" mompelde ik, daar ik begreep, dat dit van mij verwacht werd. Ik was ecliter zoo verslagen over de onverwachte richting, die zijn vragen namen, dat ik mijzelf als in een droom ze hoorde beantwoorden. „Een en twintig. U is dus meerder jarig. Uw beide ouders overleden, en geen verdere familie?" „Een broer in Zuid-Afrika". zei ik werktuigelijk, en dacht tegelijkertijd met verbazing; „Wat ter wereld heeft dat met meneer Waters te maken?" D10 gedachte ging gepaard met een doffo pijn aan mijn hart en een ge voel va)i groote bezorgdheid, want ik heb in langer dan drie maanden niets gehoord van onzen armen Jack, onzen rollenden steen. „Hebt u bier niemand in Londen? En u moet leven van wat u hier ver dient?" „Ja! want anders zou ik hier niet zitten en die vragen beantwoorden, die u heelemaal niet aangaan!" dacht ik met groote woede. Overluid zet ik aarzelend: „Ja". „Waar woont u dan zoo heel al leen?" „Ik heb een paar kamers samen met een ander meisje in Battersea". moest ik hem wel vertellen, maar jk deed het met tegenzin. Wat moest da.t verhoor beduiden? Was het dan toch niet het voorspel van mijn ontslag? Was het geen voor bereiding, om eindelijk op sarcasti- schen toon to zeggen, dat ik mijn ta lenten verspilde op de Scheepsagen- tuur (dit. is een van de geliefkoosde uitdrukkingen van meneer Dundo- nald) en dat hij mij raden zou. elders uit, te zien naar een betere positie to gen een hooger salaris? Wat zou zijn volgende vraag zijn? Zijn vraag was de laatste, die ik verwacht had, dat hij doen zou. „Hebt u er iets op tegen, juffrouw Trant, om mij te zeggen, of u geënga geerd bent?" „Of ik geëngageerd was? Waar moest hij dat nu weer voor weten?" Dat ging hem nog mhider aan dan een van de andere vragen, die hij mij gestold had! Het leek nog vreemder, omdat ik dien morgen werkelijk aan de moge lijkheid daarvan gedacht had. Van twaalf uur af had ik steeds Sydney Vuudeleur voor 111 ij gezien ruqt zijn donker gelaat, zijn kleinen Vandijck baard en zijn vriendelijke, prettige, bruine oogen. O, hoe wenschte ik, dat ik moed genoeg had, om ronduit te zeggen: „Ja, daar heb ik natuurlijk op tegen!" Maar vljffïen gulden in de week geven een meisje niet veel zelfvertrouwen! Ik kon hem alleen maar het letter lijke antwoord geven op zijn recht- streeksche (en onverantwoordelijke) vraag. „O, neen, ik ben niet geëngageerd" „Goed!" zei Still Waters opgewekt. (Waarom „goed"?). „Nu kan ik u de reden of ten minste de gedeeltelijke reden meedee- len waarom ik vanmiddag om u gestuurd heb. Ik moet beginnen met u uitdrukkelijk te zeggen, dat" hier hield hij op, en bij ieder volgend woord van zijn verklaring tikte hij plechtig met zijn wijsvinger op de groote schrijftafel „dat ik ook geen trouwplannen heb". „Natuurlijk niet!" zei ik bijna, niet begrijpende, hoe ter wereld dat vast gestelde feit (want, men kou zich on mogelijk Still Waters voorstellen in betrekking tot een engagement of een huwelijk) met mij to doen had. „Toch zijn er redenen, waarom ik tenminste een tijdlang, bijvoorbeeld een jaar, door moet gaan voor geën gageerd. Misschien zal ik u die redo- nen beter meedeelen, dat hangt nog van een en ander af. Voor het oogen blik kan ik u alleen maar zeggen, dat 't van belang voor mij is, om officieel dus alleen in naam, verloofd te zijn". Ik staarde hem aan. Er was niet meer uitdrukking in zijn gelaat, dan in de paarlen dasspeld op ziin mooie, grijze das. Wat imoest het beteeke- nen? „Ik wensch, het te laten doorgaan voor iedereen, mijn familie, mijn ken nissen, de menschen hier op kantoor,- dat ik werkelijk geëngageerd ben", legde hij uit. „Ik zoek iemand, die dat zou vvillen waarnemen, die met mij zal uitgaan, bij mijn familie lo- geeren, en overal voorgesteld worden als liet meisje, dat ik voornemens ben to trouwen. Zij m.oet van den begin ne dadelijk begrijpen, dat het niets dan een handelsovereenkomst is, dat het zoogenaamde engagement eindigt aan het eind van het, jaar en dat er bij geen mogelijkheid sprake kan zijn van een huwelijk. Als ik een dnme kon vinden die daartoe geneigd zou zijn, zou ik haar tien pond in de week voor haar dien sten betalen. U volgt mij toch wel, juffrouw Trant?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5