HAARLEM'S DAGBLAD
ENGELSCH ALLERLEI
Muziek
FLITSEN
DE SCHIJNVERLOVING
WOENSDAG II JUNI 1924 -TWEEDE BLAD
De politieke renbaan.
De rijders en hun hindernissen.
Wijlen Paul Cambon.
Japan en de Vereenlgde Staten
En de belangstelling In Engeland.
Weer eens de tunnel onder het
Kanaal.
Man en paard
Wjj leven !n den tijd der groote sport
gebeurtenissen. Gisteren is de belang
rijkste paardenren van het jaar verre
den, waarbij geen Brit, die aanspraak
•wil maken op den naam. belaugeloos
toeschouwer is. Alle menschen
van Angelsaksischen stam. hier
en overzee, wagen er een shilling of
meer of veel meer aan, wedden op het
paard van hun voorkeur in de hoop,
dat het de „Derby" (uitspraak
Daaiiby) ral winnen en hen een beetje
veel of zeer veel rijker zal maken dan
zij rijn. En wie geen gold op een
paard wil zetten, wie geen zin heeft „to
back a horse" rooals het heet die
zal allicht deelnemen aan een
„sweepstake" (spreek uit sv.iepsteck)
welke door hei jvrsoneel van zijn fa
briek, ztjn karwei, zijn kantoor of zijn
winkel wordt georganiseerd voor den
grooten Derby-dag. Een „sweepstake"
is een loterij, waarbij de winnende paar
den de prijzen zijn. Wie het geluk heeft
net winnende paard te trekken krijgt
bijna al het geld dat de deelnemers aan
de „siveepstako" hebben opgebracht
en soms heeft men twssde en derde prij
zen of nog meer, aangegeven door de
paarden en de volgorde van hun aan
komst aan het einde van den ren. De
grootste „sweepstake" van het rijk, die
van Calcutta, heeft een eersten prijs van
S50.000 gulden, die van de I.ondensche
effectenbeurs brengt den voornaamsten
winner niet minder dan 600.000 gulden
op. Millioenen hebben een kans om plot
seling in ten meer of minder groot be
drag aan contanten te komen. En de
gedachte brengt spanning in alle bewo
ners van hei Britsche rijk. Op grond van
het loterijverbod is een „sweepsuke" bij
de wet verboden. Maar tot nu toe schijnt
men van het verbod geen last te hebben
gehad ea relfs is er dit jaar een parle
mentslid, die den tweeden prils van de
Calcutta-..sweepstake" binnensleept, zon
der dat de Officier van Justitie middelen
schijnt te zoeken om de uitbetaling te
verhoeden. Intusschen ziin er toch
symptomen, welke er op wijzen, dat de
spanning en de opgewondenheid om
„sweepstakes" spoedig geen deel meer
zullen uitmaken van „Derby Day" of
van andere groote rendagen. Toch, de
gewoonte is too diep ingeworteld, dat
ze nog wel jaren clandestien kan blijven
leven,
In de atmosfeer van deze sportdagen
Is men geneigd ook de politiek in sport-
terraen te omschrijven. Men kan ne pro
blemen der werkloosheid en van den wo
ningbouw en de eer-ivolger.de begroe
ting als de hinderr.i'sen beschouwen,
waarover Ie rijders der Labour-regec-
ring heen moeten. Onder de aansporin
gen van hun vrienden en met veel opge
wondenheid van het publick rijn zij over
da eerste hindernis heen, hun vervol-
gers een heel eind vooruit.... indien zij
werkelijk worden vervolgd. Aan het
laatste zou men kunnen twijfelen, want
er zijn vele aanwijzingen, welke de con
clusie wettigen dat de anderen „de lei
ding" niet beg'eren, tenminste niet op
het oogenblik. Men zegt zelfs en nu
laten wij de beeldspraak even met rust
dat de Liberalen, indien zij over de
werkloosheid-politiek van de regeering
niet in bijna drie gelijke groepen
voorstemmers, tegenstemmers en ont
houders verdeeld varen geweest,
door d« Conservatieven zouden z:jn ge
holpen om de Labour-regeering voor een
nederlaag te behoeden. Dat was nu, bij
de houding der Liberalen, welke de
etemmenverdeeling voor de regeering
gunstig maakte, niet noodig. Inmiddels
heeft der Liberalen leider Asquiih te
kennen geges-en dat hij vóór Augustus
betere resultaten verwachtanders.
Maar de regeering is reeds aan dc
tweede hindernis aangekomen, het hui-
zenvraagstuk. En haar bekwaamste
jockey, dc minister voor Gezondheid,
Wheatley, zit in bet zadel. Als iemand
het ros over de hindernis kan krijgen,
dan is het dere begaafde man. En Ram
say MacDonald is van meening dat zijn
ploeg „in goeden vorm" is.
De dood van Paul Cambon. die lan
ger dan twintig jaar i-'ransch gezant
aan het Hof van St. James is geweest,
voelt men in dit land even diep als in
het land van zijn geboorte. Cambon,
hoe lang kent men dien naam a! n;ct
in dc diplomatic 1 Nog bij ziin leven kon
hij reeds gelden voor een „klassiek" di
plomaat. Zijn ongekunsteldheid, welke
aan dc waardigheid van zijn houding en
optreden geen afbreuk deed, zijn hoffe
lijkheid. zijn ten deele lichte ten dcclc
wusgeerige conversatie, en bovenal zijn
sympathieke waardeeiing van Britsche
nationale eigenschappen en gebreken,
maakten grooten indruk op allen met
wie hij in aanraking kwam en verwier
ven hem hier vele vrienden. Men zal
zich herinneren dat het Cambon was,
die Dvlcassé, den vermaarden Fran-
schen minister van Buitenlandsche Za
ken, aanmoedigde in zijn werk de twee
landen tot elkaar te brengen. Cambon
had de gewoonte Lord Grey toen Sir'
Edward Grey ea minister van Buiten-
lanasche Zaken de vertrouwelijke be
richten te toonen, welke hij uit Parijs
ing. Dat was zeker een in de diplo
ic zeer weinig of nooit gevolgde
gedragslijnen de hooge mannen in
Parijs raakten er door van stuur. Maar
Cambon's motto was wees trouw en
openhartig tegenover trouwe en open
hartige menschen; of m. a. w. tegenover
hen, van wie gij weet dat zij uw vrien
den zijn. En het was voor den scherp-
zinnigen Franschman niet moeilijk om
te ontdekken dat Grey zijn vriend was.
en de vriend van ziin land. En op de
openhartigheid is het Joon gevolgd.
Een ander geval, dat niet specifiek
Britsch is, maar*dat niettemin in Brit-
tannië met de grootste aandacht wordt
gevolgd, is de Amerikaansche stap, wel
ke Japansche immigranten van 1 Juli
a.s. af buiten de Vereenigde Staten
houdt. Men is er hier wat ongerust
over, daar Amerika's houding in deze
een aanvulling is van de tod» reeds zoo
talrijke gevallen, welke internationale
eensgezindheid in de wereld dreigen te
toren. Een groot aantal Amerikanen
deelen de ongerustheidmaar zij achten
de stappen onvermijdelijk. De kwestie
der Japansche landverhuizers in Ameri
ka is van belang voor het Britsche rijk
omdat ze niet ongelijk is aan het pro
bleem van de toelating van Indiërs tot
de Britsche Dominions ea meer in het
bijzonder tot de Kenya-kolonie en Zuid-
Afrika. Bijna de gansche Japansche
bevolking in de Vereenigde Staten is
geconcentreerd langs de kust van den
Grooten Oceaan, in California. Oregon
en Washington. En het is deze solida
riteit, welke do Amerikanen vreezen.
Ook het feit dat het Japansche geboor
tecijfer in de Vereenigde Staten bijna
driemaal zoo groot is als dat van de
blanken, wekt ongerustheid. Omstreeks
800, r.a de uitsluiting der Chineezen
van de kust van den Grooten Oceaan,
begonnen de Japanners die kust te be
volken. Maar ofschoon op aanstichten
van president Roosevelt de immigratie
werd beperkt, stonden de voorwaarden
van de overeenkomst toe dat de vrou
wen van reeds gevestigde Japanners in
het Amerikaanse!* gebied werden toe
gelaten. Deze nitzonderingsclnusuïe gaf
het ontstaan aan de Japansche hof
makerij per portret. Wanneer een jonge
Japan-iche arbeider in California een
■:ehoone bruid uit Japan zocht, ging hu
niet naar haar toe. Portretten werden
gewisseld en do meisjes kwamen over
den Oceaan en werden te San Fran
cisco door haar toekomstige echtgenoo-
ten omhelsd. Dit verklaart het woord
„picture bride" (portretbruid) in de be
richten, welke ons telkens over deze
aangelegenheid hebben bereikt. Ameri
ka 'neef! vaak getoond dat het Japan en
den individucelen Japanner goed ge
zind is Maar de overtuiging is niette
min en ze is diep en blijvend dat
het onverstandig is de twee rassen in
groote aantallen naast elkaar te laten
leven. Het immigratie-ontwerp 1* een
onderdeel van de algemeene Amerikaan
sche immigratie-politiek, waarvan net
effect bedoelt te zijn de Noord-Euro-
peetche emigranten te. begunstigen, die
van om en nabij de Middellandse!» Zee
te beperken cn de Aziatische uit te slui
ten. Coolidge zelf had er de voorkeur
aan gegeven de Japanners anders te be
handelen dan de rest van de Aziaten.
Maar het Congres bleef op zua stuk
staan.
Do kwestie van een funnel onder het
Kanaal is weer eens op de proppen ge
komen. Een parlementslid, die veel met
het plan op heeft, is zijn medeleden
gaan polsen en heeft ontdekt dat een
meerderheid, beslaande uit leden van
alle partijen, veel voor de verwezenlij
king voelt. Dc volgende stap zal zijn
een deputatie naar den premier om het
plan te bepleiten. Van dc drie groote
plannen voor verbetering van interna
tionale verbindingen, in de vorige eeuw
besproken cn ontworpen, rijn er t
tot uitvoering gekomen, het Kanaal
Suez en het Panamakanaal. En ze zijn 1
voor de menschheid een zegen geweest.
Wat den tunnel onder het Kanaal be
reft had men hier en daar gehoopt dat
het werk als de eerste daad van re
constructie spoedig na den oorlog ter
hand zou zijn genomen. Maar de ver
schillende regeeringca bleken geen lust
hebben het vraagstuk aan te pakken.
De bevorderaars beweren dat de herle
ving der Britsche industrie en het her
stel van Europa door niets beters kun-
worden bevorderd dan door dezen
tunnel, welke een groote prikkel zou
worden voor de bevordering van den
internationalen handel. Het idee is dat
het werk, dat zes jaar zou duren en
2p.ooo.ooo pond sterling zou kosten,
me» Fransch en Engelsch kapitaal zou
worden uitgevoerd een schatting geba
seerd op het bestaande verkeer, stelt de
rente, welke het kapitaal zou opbrengen
op s procent. De promotors hebben zoo-
«wl vertrouwen in het succes van een
tunnel, dat zij beweren, dat andere
tunnels spoedig zullen volgen, mis
schien ook wel een voor het verkeer van
motorvoertuigen,
Engeland bezit een ópper-wandelaar
in den persoon van George Cummings.
Hij is misschien niet de kampioen-sncl-
vandelaar van het land maar hij is ze
ker de meest geestdriftige en de meest
zonderlinge. Onlangs heeft hij de ruiters
van Engeland uitgedaagd hun paarden
de stallen te halen en op hun rossen
gezeten met hem, den voetganger, te
kampen in een loopwedstrijd van York
Londen of omgekeerd, een afstand
plm. 350 K.M. Het paard mocht
draven, zelfs in galop gaan. Boer Ste
venson uit Yorkshire heeft onlangs de
uildaging aangenomen. Dat werd dus
een strijd lusschcn man en paard. Bij
vorige gelegenheid had Cummings
record gemaakt door den afstand
een uur en twintig minuten minder
af te leggen dan een Arabisch paard er
voor had noodig gehad. Hij verdiende
met den krachttoer 250 pond sterling.
Bij de jongste gelegenheid ging het er
orn een record van So uur en 40 minu-
dal een ruiter uit Yorkshire had ge-
.wtigd, te verbeteren. Om dit te doen
moeit Cummings, die over de vijftig is,
rijn eigen tijd van de vorige maal met
niet minder dan ïo uur verbeteren. En
men mag aannemen dat alleen zijn
sportieve zin hem aanspoorde aan 2ulk
een klaarblijkelijk onmogelijke taak te
beginnen. De mannen boor Stevenson
te paard, Cummings op zijn twee bee-
nen vertrokken van Trafalgar Square,
het geografische hart van Londen, met
muziek. De vrienden van den wandelaar
zongen: Felix kept on walking. (Felix
wandelt voort.) Hadt ge een ander lied
.acht? En de vrienden van den rui
ter zongen het oudere maar even popu
laire wijsje Horsey keep your tail up.
(Paardje, hou je staart op.) Na 65 K.M.
was het paard van den boer een beetje
kreupel. Maar dat nadeel werd opgehe
ven door een bloedenden voet bij den
wandelaar, die bereids een twintigtal
K.M. achter was. Man en paard vol
brachten den tocht in goeden stijl. Het
paard, dat een nobel dier was, dat in
rennen zijn sporen had verdiend, had
voor do 350 K.AL slechts so uur en 24
minuten noodig. Cummings bleef ver
achter cn kwam een dag na het paard
aan. Maar zijn tijd 70 uur en 42 mi
nuten vertegenwoordigde voor een
man van ziin jaren zeker een prachtigo
prestatie. En de menschen in York en
in liet gansche land noemden zijn wan
deling niet voor niets „a fine perfor
mance".
Men heeft hier te doen met een dier
buitenissigheden op het gebied van
sport, welke in Engeland aan de orde
van den dag zijn. Verleden jaar liepen
twee bejaarde parlementsleden zich bij
na een hartverlamming in een loopwed-
strijd ven 70 K.M.. met volledig veld-
tenu. Er is een jaarlijksche ..Brighton
Walk" onder goede snelwandelaars van
de Effectenbeurs. Hun voorbeeld werd
gevolgd door moeders met kinderwa
gens, de baby er in, die om het hardst
haar jeugdig kroost van Londen naar
Brighton duwden. Dit laagte geval was
zelfs den Britten te erg. Maar in het al
gemeen kunnen menschen hier, die een
of andere sportieve weddenschap aan
gaan, welke veel uithoudingsvermogen
eiscfot, van de sympathie, het medele
ven en den geestdrift der schare ver
zekerd zijn.
Londen, '5 Juni 1024.
Stadsnieuws
MUZIEKCONCOURS TE WEESP
ZONDAG.
't, Was de Zang- en Muziekvereeni-
giug ,,De Adelaar", (personeel der
Van liouien's cacao-fabrieken) die do
zen wedstrijd op de beide Pinksterda
gen uitschreef, 1er gelegenheid van
haar veertigjarig bestaan. Haarlem-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
DE TELEFOONCEL
Je vrouw zal je
in de publieke te
lefooncel van een
yvinkel opbellen
je leunt tegen de
toonbank en legt
aan drie juffrou
wen uit. dat je
niets noodig hebt
je wacht alleen
maar op de tele
foon. kan ieder
oogenblik komen
je herbaalt
verklaring nog
eens ter gerust
stelling van eeq
bediende
gooit, om zich een
houding te geven,
vier centen in de
gleuf en ziet dat
hij nog evenveel
weegt als gisteren
kijkt naar brief
kaarten tot hij
een bediende ziet
naderen
trekt zich terug
in een stille hoek
en leest alle prijs
kaartjes
tot die hoek plot
seling zeer druk
wordt en hij weer
terug moet
naar
kast. waar 'hij al
le titels wan de
tective-romans
leest
beseft dat hij niet
langer kan rond
hangen zonder
verdacht te iver-
den en
loont voortdurend
in en uit om tooh
vooral ziin vrouw
niet te missen*
(Nadruk verboden.!
sche gezelschappen waren er niet op
vertegenwoordigd; uit de omliggende
plaatsen: Spaarndam, Driehuis-Vel-
sen, Hillegom en Lisse, waren echter
korpsen opgekomen om den vreedza-
men strijd te strijden. Zondag kamp
dag do harmonic's. Uitzondering was
gemaakt voor ,,Diemer Harmonie"
die Zondag optrad, en „Crescendo",
het fanfarekorps uit Muiden, dat
Maandag zijn beurt van optreden
mocht vervullen.
Voor den eersten dag was de Jury
samengesteld uit de hoeren A. L. Ha-
zebrock, Haarlem, P. J. Kiveron, Am
sterdam (dir. der feestvierende ver
eeniging) en Joh. SchuitemaKer, Am
sterdam, terwijl oi> 2eu Pinksterdag
de heer Schuitemaker vervangen werd
door den heer Richard Ileukeroth.
Zulke gewijzigde samenstelling van
do jury lijkt mij, mot het oog op bo
venvermelde beurtverwisseling niet
evenwichtig en daarom ook verkeerd.
Het concours vond plaats in den
tuin van Hotel „Do Roskam". Volgens
reglement had elke vereeniging twee
stukken naar keuze uit te voeren,
.Crescendo" uit Spaarndam, direc
teur F. A. Dekker uit Haarlem, open-
do den strijd. De vereeniging speelde
in de 2e afdeeling fanfare. Do inzet
van „Lep .Tours do Soleil", ouverture
van IT. Kling liet al direct constat.ee-
ron dat de stemming uitstekend was.
De baspassage begon met een klein
ongelukje. Het spel van den piston
was zeer puntig. Het eindje voor solo-
tamboer lind ik wel wat pittiger po-
rhvthmeerd gewenscht. Het wissel-
snel lusschcn piston en bugel was zeer
fijn.
Do inzet van de ouverture der ope-
racomique „Les Saltimbanques" van
Louis Ganno klonk fiks. De drie
kwarts-beweging liet toe de mooie
sonoriteit der bugels lo waardeeren.
Do sonncrie van 't, kleine koper vol
deed goed. De marsch ging pittig. De
overgangsnoot voor hoorn naar den
wals was eventjes boven toonpeil.
Over den wals en het slottempo wa*
niets af te dingen.
Do algemeene indruk die „Crescen
do" gemaakt had, stelde een goeden
priis in 't vooruitzicht.
Dn twee volgende vereenigingen
speelden in de le afdeeling.
„Roekhoven's fanfarekorps" uit
Utrecht, dir. J. Ph. Klem an, liet zijn
nummers in een stevig rhythme hoo-
ren, ook de kleurverdeeling van zacht
en strident koper was goed. Voor de
eerste afdeeling waren de gespeelde
nummers wel wat eenvoudig.
„Door Oefening Beter" uit Kaar
den, dir. Hub. Rijgersberg, speelde
met mooi strident koper, en de soe
pele directie was zeer te waardeeren.
al kan ik bet over enkele tempi van
Rossini's Tell met den directeur niet
eens zijn.
Do afdeeling uitmuntendheid werd
ingezet door „Muiderpoort en om
streken" uit Amsterdam, dir. F. van
Diepenbeek. Het gezelschap gaf pres
taties, die een voornaam egehet had
den.
„Oefening kweek kennis" uit Oost
woud (N.-II.) dir. G. Groen, bleek ees
minder stevig ensemble, evenwel toch
met elementen die tot virtuoos spel in
staat waren.
Imposant was hetgeen het Amster-
damsch Politiemuziekgezelsehap, dir.
Hub. Reygersberg te hooren gaf
Ten slotte kwam „Diemer Harmo
nie", dir. P. Swager, aan do beurt,
optredend in de afd. uitmuntendheid.
Was de vertolking van het eerste
nummer beslist mooi ie noemen, die
van het 2e was minder gelukkig.
Over 't geheel was er dezen middag
toch voortreffelijk gespeeld, minder
waardig werk kregen wij niet te hoe-
Dc jury deed als volgt uitspraak:
Harmonie, afd. uitmuntendheid:
„Diemer Harmonie", een 2en prijs,
met 140J p
Fanfare afd. uitmuntendheid: ..Am
st erdamsch Pol it ie -Muziekgezelschap
len prijs A, met 167 p.
„Muiderpoort en omstreken", le
prijs B, met 161$ p.
„Oefening kweek kennis" Oostwoud
len prijs C, met 152 p.
le afdeeling.
„Door Oefenincr Beter", Kaarden,
len prijs, met 158$ p.
„Boekhoven's fanfarekorps" Utrecht,
2o prijs, met 1-10£ p.
2e afdeeling.
„Crescendo", Spaarndam, len pr.
met 155 p.
M a r b c h w e d s t r ij d.
Do marsclnvedstrijd, die tegen 12.30
uur uitgeschreven Was, kon door het
regenweer toen niet doorgaan en
vond nu plaats om half zeven, 't Was
eerst een hoele wandeling het typi
sche landelijke stadje door, het laan
tje naast de R.-K. kerk langs, naar
den Heerensingel, een mooi beklin-
kerdo straat, zeer geschikt om over
te marcheeren. Een eigenaardigheid
bood een bocht halverwege de straet,
waarmede de korpsen al te rekenen
hadden om het verband hunner ran
gen intact te houden.
Elk gezelschap had een marsch
naar eigen keuze te spelen.
Het disciplinaire, dat marcheeren op
muziek dient te kenmerken, is nu
juist geen Hollandsche eigenschap.
Korpsen die b.v. straks op het con
cours onder de suggestieve leiding
van een kranig directeur het pittig
ste rhythme gaven, deden het. nu zij
in meerdere mate aan hun eigen
rhyllunisch impuls overgelaten waren.
veel minder. Het cadanceerende klopt
niet in hun bloed; daardoor is de
gang meestal niet natuurlijk rhyth-
misch. Zulks komt natuurlijk ook veel
al daardoor dat aan de muziekgezel
schappen, ieder in zijn respectievelijke
gemeente, de gelegenheid tot het de-
fileeren met muziek over straat onl<
zegd of erg beperkt is, terwijl er even
wel overvloedig liier in Haarlem
althans verlof tpt straatmuziek
(draaiorgels en muziekkapellen) gege
ven wordt.
Uit den aard der vereeniging. sa
mengesteld uit menschen voor wie
het disciplinaire eerste nut is, maak
te het korps der Amsterdamsche poli
tic-agenten den besten indruk.
Ook de Spaarndammers, die de
marsch van Sam, Vlessing „Vers
l'Avenir" gekozen hadden, kwamen
flink voor den dag. Het tempo werd
precies gehouden.
Voor dezen wedstrijd waren drie
prijzen uitgeloofd: I, een groote zil
veren or namen t-plaquet, II. verguld
zilveren medaille en III een zilveren
medaille.
Na afloop ging het terug naar „De
Roskam", alwaar de uitspraak der,
jury bekend gemaakt werd.
Voor den marsch wed strijd werdert
de prijzen toegekend als volgt:
le prijs: „Amsterd. Politie-muzieE-
gezelschap".
2e prijs: „Door Oefening Beter",
Kaarden.
3e prijs: „Crescendo", Spaarndam*
Daarna kon in den tuin en op een
daarachter gelegen terrein voor goed
de zomerkermis in gebruikelijk
ITollandsch „Kermesse d'Eté"
haar gang gaan.
MAANDAG.
um cwee uur precies werd aange
vangen met de derde afdeeling har
monie. Het eenige korps dat in deze
sectie optrad, de Amsterdamsche me
taalbewerkers-harmonie „Kqnst en
Strijd", speelde heelemaal niet zooals
men in een derde afdeeling zou ver
wachten. Dat was fijn en voornaam
werk, een hoogere afdeeling waardig.
Voor de 2e afdeeling was er ook
slechts ééne vereeniging nl. „Soli Deo
Gloria" van Driehuis-Velsen, dir. C.
Oudendijk. De ouverture ..Wilhel-
mina" van Louis Boyer, werd met
mooie zachte sonoriteit ingezet. Al
gauw frappeerden de klarinetten
door hun zuiveren toon en fijne arti
culatie. Bij het vierkwarts-tempo met
de sextolen in de zangpartij, bleek het
binnenwerk eenigszins onzeker van
stemming te zijn. Heel goed klonk het
hernemen van het hoofdthema, en een
flink en pittig finale bekroonde do
uitvoering van het belangrijke stuk.
In het 2e nummer Diane" van
Vaulet frappeerde de mooi gespeelde
Feuilleton
NaarhetEngelschvan
BERTA RUCK.
3)
„Twee uur" en daar achter een
dik kruis zag ik staan, toen ik, na
wat mij een lange en vermoeiende
wandeling over het dikke, roode kleed
toescheen, eindelijk bedeesd cn ver
legen naast hem stond.
Hij keek op, zijn blonde haar was
even >id geborsteld en glimmend als
zijn zijden lioogen hoed, zijn mond
was even vast gesloten nis ziin geld
kist; hij was geheel het beeld van den
jongen zakenman, wiens eenig genot
zijn werk is.
„0, bent u liet, juffrouw Trant?"
zei hij 01» denzelfden toon van altijd.
Hij draaide zich om in zijn stoel,
om mij te kunnen aanzien.
..G-iat u zitten, als je blieft".
Ik was dankbaar, dat hii mij dat
toestond. Ofschoon ik niet geloof, dat
mijn angst op mijn gezicht te lezen
was, knikten mijn knieën zoo, dat ik
nauwelijks meer staan kon.
Meneer Waters wees mij een groo
ten, met, marokijnleder bekleedon
stoel aan.
Ik ging op liet uiterste puntje zit
ten en klemde mijn tanden op elkaar
in afwachting van wat de tiran van
ons kantoor mij te zeggen had.
(Hoe is het mogelijk, dat hij en
Sydney Vandeleur, beiden mannen
zijn!)
Ah hij het maar met te lang mank
te, als hij alleen maar zeggen wou.
dat ik gaan moest, dan was ik er af.
Ik wist echter niet, wat ik hoor
de, toen hij eindelijk zijn mond open
de.
„Nu, juffrouw Trant, als u het
goed vindt, zou ik u graag een paar
vragen doen en ik hoop, dat u mij
niet verkeerd begrijpen zult. Mijn be
doeling is niet, 0111 onbescheiden te
zijn, maar het is noodig, dat ik ze
doe, met het oog op do zaak, die ik
in handen heb
Zijn levendig gelaat werd, kon het
zijn, nog meer dat van den grooten
handelsman. Zijn heldere, grijze
oogen ontmoetten mijn ontstelden
blik met de grootste kalmte. Hij zag
mij een oogenblik zwijgend arm, toen
vervolgde hij op een toon. alsof hij
zijn woorden onderstrepen wilde:
„Er is niets in de vragen, die ik
u stellen wil, waartegen uw vader of
wie ook van uw familieleden zelfs het
minste bezwaar zou kunnen hebben.
Begrijpt u mij?"
Hem begrijpen? Neen, dat deed ik
zeker niet. Wat kon hij willen, dat ik
zou begrijpen? Ik begreep het zelfs
nog niet, toen hij de vraag wel wat
ongeduldig herhaalde.
„U begrijpt dat wel, niet waar,
juffrouw Trant?"
„0 ja natuurlijk" mompelde
ik, daar ik begreep, dat dit van mij
verwacht werd.
Ik was ecliter zoo verslagen over de
onverwachte richting, die zijn vragen
namen, dat ik mijzelf als in een droom
ze hoorde beantwoorden.
„Een en twintig. U is dus meerder
jarig. Uw beide ouders overleden, en
geen verdere familie?"
„Een broer in Zuid-Afrika". zei ik
werktuigelijk, en dacht tegelijkertijd
met verbazing; „Wat ter wereld heeft
dat met meneer Waters te maken?"
D10 gedachte ging gepaard met een
doffo pijn aan mijn hart en een ge
voel va)i groote bezorgdheid, want ik
heb in langer dan drie maanden niets
gehoord van onzen armen Jack, onzen
rollenden steen.
„Hebt u bier niemand in Londen?
En u moet leven van wat u hier ver
dient?"
„Ja! want anders zou ik hier niet
zitten en die vragen beantwoorden,
die u heelemaal niet aangaan!" dacht
ik met groote woede. Overluid zet ik
aarzelend: „Ja".
„Waar woont u dan zoo heel al
leen?"
„Ik heb een paar kamers samen met
een ander meisje in Battersea". moest
ik hem wel vertellen, maar jk deed
het met tegenzin.
Wat moest da.t verhoor beduiden?
Was het dan toch niet het voorspel
van mijn ontslag? Was het geen voor
bereiding, om eindelijk op sarcasti-
schen toon to zeggen, dat ik mijn ta
lenten verspilde op de Scheepsagen-
tuur (dit. is een van de geliefkoosde
uitdrukkingen van meneer Dundo-
nald) en dat hij mij raden zou. elders
uit, te zien naar een betere positie to
gen een hooger salaris? Wat zou zijn
volgende vraag zijn?
Zijn vraag was de laatste, die ik
verwacht had, dat hij doen zou.
„Hebt u er iets op tegen, juffrouw
Trant, om mij te zeggen, of u geënga
geerd bent?"
„Of ik geëngageerd was? Waar
moest hij dat nu weer voor weten?"
Dat ging hem nog mhider aan dan
een van de andere vragen, die hij mij
gestold had!
Het leek nog vreemder, omdat ik
dien morgen werkelijk aan de moge
lijkheid daarvan gedacht had. Van
twaalf uur af had ik steeds Sydney
Vuudeleur voor 111 ij gezien ruqt zijn
donker gelaat, zijn kleinen Vandijck
baard en zijn vriendelijke, prettige,
bruine oogen. O, hoe wenschte ik, dat
ik moed genoeg had, om ronduit te
zeggen: „Ja, daar heb ik natuurlijk
op tegen!" Maar vljffïen gulden
in de week geven een meisje niet veel
zelfvertrouwen!
Ik kon hem alleen maar het letter
lijke antwoord geven op zijn recht-
streeksche (en onverantwoordelijke)
vraag.
„O, neen, ik ben niet geëngageerd"
„Goed!" zei Still Waters opgewekt.
(Waarom „goed"?).
„Nu kan ik u de reden of ten
minste de gedeeltelijke reden meedee-
len waarom ik vanmiddag om u
gestuurd heb. Ik moet beginnen met
u uitdrukkelijk te zeggen, dat"
hier hield hij op, en bij ieder volgend
woord van zijn verklaring tikte hij
plechtig met zijn wijsvinger op de
groote schrijftafel „dat ik ook
geen trouwplannen heb".
„Natuurlijk niet!" zei ik bijna, niet
begrijpende, hoe ter wereld dat vast
gestelde feit (want, men kou zich on
mogelijk Still Waters voorstellen in
betrekking tot een engagement of een
huwelijk) met mij to doen had.
„Toch zijn er redenen, waarom ik
tenminste een tijdlang, bijvoorbeeld
een jaar, door moet gaan voor geën
gageerd. Misschien zal ik u die redo-
nen beter meedeelen, dat hangt nog
van een en ander af. Voor het oogen
blik kan ik u alleen maar zeggen, dat
't van belang voor mij is, om officieel
dus alleen in naam, verloofd te zijn".
Ik staarde hem aan. Er was niet
meer uitdrukking in zijn gelaat, dan
in de paarlen dasspeld op ziin mooie,
grijze das. Wat imoest het beteeke-
nen?
„Ik wensch, het te laten doorgaan
voor iedereen, mijn familie, mijn ken
nissen, de menschen hier op kantoor,-
dat ik werkelijk geëngageerd ben",
legde hij uit. „Ik zoek iemand, die
dat zou vvillen waarnemen, die met
mij zal uitgaan, bij mijn familie lo-
geeren, en overal voorgesteld worden
als liet meisje, dat ik voornemens ben
to trouwen. Zij m.oet van den begin
ne dadelijk begrijpen, dat het niets
dan een handelsovereenkomst is, dat
het zoogenaamde engagement eindigt
aan het eind van het, jaar en dat er
bij geen mogelijkheid sprake kan zijn
van een huwelijk.
Als ik een dnme kon vinden die
daartoe geneigd zou zijn, zou ik haar
tien pond in de week voor haar dien
sten betalen. U volgt mij toch wel,
juffrouw Trant?"
(Wordt vervolgd).