DÏ SCHIJNVERLOVING
HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
FLITSEN
VRIJDAG 20 JUNI 1924 TWEEDE BLAD
Onverklaarbare storingen. Een mo ellljk probleem schitterend cpgelost.
De wet van Tltlus In gebreke. Een oplossing van meer dan tien duizend
tollo-bladzljdcn. Cenle en pruikerig held. Eenlge bijzonderheden omtrent
Neptunut. Hoe men ens zonnestelsel Het van uit Neptunus. Een nieuw
vraagstuk.
Dadelijk na de ontdekking der pla
neet Uranus door Herschel O7S1)
weid dit hemellichaam door tal van
sterrenkundigen met de grootste nauw
keurigheid gadegeslagen en bestudeerd.
Weldra werden de waarnemers getrof
fen door ickeie storingen in haar loop
baan, dje niet uitsluitend het gevolg
konden zijn van den invloed der tv.ee
naitibijnjndo planeten Jupiter en Sa-
turnus.
Laten we eerst zien. op welke wijze
de eer.e planeet invloed tan hebben op
de baan, op de snelheid van beweging
de: andere. Nemen we bijvoorbeeld Ju
piter cn Saturnus. Beide bewegen zich
i„ iirf.ni,» o IwJ;
ter in 12 van onze jaren, dus (dovr taar
grootere nabijheid bij de zon) sneller
dar. Saiurnus. die zijn omloop yol-
bi.wr'l ir. >0 1 J>
,'"K. ïïxiTbi»
du. huw .relhcij vutmiodweh.
Op dui-IIJp -O" rrfh» Je.b"D.'"1flJ
ve'schiller.Je planeten door den invloed
der andere zekere wijzigingen onder
gaan. die. daar de respectieve massa s
,n de onderlinge afstanden bekend zijn.
door de geleerden nauwkeurig zijn be-
WBö'Uranus bleken r.u telkens de be
tekeningen ia strijd niet den feitelijke
toestandin .830 bedroeg het verschil
lusscheo de «*af r\p £V
volgen» betekening moest bevmden, en
die waar rij i.ch wezkelijk bevond, ao
boóg-seconden. Dit verschil nam .teed»
toe tien jaar later bedroeg het po
seconden, lier r»t daarna 110
conden of a minuten, dus het jos e
van een giivL Hel vraagstuk lie. den
•eVetdea «een rus:, er waren er te
niet de minst ber.<emW, die beg-rnew
te twijfelen aan de wet oer
kracht: maar weldra kwam men van
diep. twijfel terug waren de ""'JT
kondigen vrij algemeen van ootoeel,
dat do afwijking er. morsten worden toe
geschreven aan kWze or.nauwkeur g-
heden van do bijna 2<-« vroegere waar
nemingen of wel aan den st-.renden in
vloed van eer, tot c-en tiji cnhekend
hemellichaam. l»o beroemds At «go
toenmaali difCtr.r van do Par .scho
(tr»»enssr.clil, wendde tiJi to. een
iong wiskunstenaar, die zich reed»
grooten naam had verworven door het
berekenen der banen van. versc.tHlende
kometen, den 33-j.vu'U Le \erri-r. en
gaf hem den raad de oplossing van dit
prachtig probleem op *»ch nemen.
In den tijd van u maanden loste de
geniale wiskunstenaar het vraagstuk
op: den 3isten Augustus 1046 deelde
hij de Academie van Weten .chappen
meiV. dal de door hem gezochte pla
neet zich den «sten Januari 1847 zou
bevinden op 3:6 gr. 3>' '«gte o! wat
hetzelfde i'. 5 K"d«n ten Oosten van
de ster delta in het SienenbttM dm
Steenbok. Kn zij stond er! Het verschil
tusschen de uitkomst der berekening cn
>'.e workelilke positie b-droeg nog geen
graad, slechts 53 minuten.
Wij hebben hier -'nieuw een se vtte-
r-nd bewijs van de betrouwbaarheid
der astronomische wetenschapde
ontdekking van cm voor het bloote oog
absoluut onzichtbaar hemellichaam door
zuivere berekening. met versmading van
r'k ander hulpmiddel, dus relfs zonder
lele'coon. De ontdekk-r relf. en met
hem de vooraanstaande astronomen,
zagen in de zaak niets anders dan ren
ingewikkelde en de grootst® nauwkeu
righeid vereischend" wi«kunstige b-re-
kenirg. meer niet. Mm beweert, dat Lr
Ver fier nooit de moeite genomen heeft
e-rs ki'k'r te richten or» de door hem
ontdekte planeet ten einde t» met eigen
oog te oan«ehnitwen wiskunstig ze.
Wr moest ze daar en d:
m ander-
■rbodig te 1
celni
kunne
of 1
Het
,-erk.
De herekenip.c was een rei
Uitgaande van het denkbeeld. d.«t he!
"orende lichaam een planeet was. be-
~~n hii met den vermoedeliiken afstand
benalen volgens een wet. die vrij
-"-««■keurig ongaat voor de toen reeds
'••kende planeten, n.l. de wet door
"ïtius in de ifid- e-rw gevonden en
"•or Bode algemeen h-keid gemaakt,
"---neer men op een tij plaatst d» ge-
Hen 3. f'. iz. zs. 06. vervolgen*
'Ar de rü een nul nlaatst en bi5 ieder
der termen 4 optelt, krijgt men de ver
houdingsgetallen der afstanden, **arop
ce verschillende planeten zich vaa de
zen bevinden. Wij krijgen dus do ge
tallen 4, 7, io. 16. 28, 52. ico. liet ge
tal 10 is dan het verhoudingsgetal voor
onze aarde en we krijgen de volgende
getallen voor de verschillende planeten.
4, werkelijk 3.9
7-2
Mercurius
Venus
De Aarde n
Mars 16, 15.2
Kleine pla
neten (gemidd.) 2S, 15 tot 52
Jupiter 52, 52
Saturnus 10e. 95
De later ontdekte planeet Uranus ge
hoorzaamde eveneens vrijwel aan deze
wet het werkelijke verhoudingsgetal
van haar afstand is 192, slechts iets
minder dan 2 maal 96 plus 4 of 196. Nu
zou. op dezelfde wijze voortgaande, de
nog onbekende planeet ,zich moeten
bevinden op een af;:. .d van iets min
der dan 2 maal 192 plus 4 of 388. Le
Verrier nam aan dat het 360 a 370 zou
ri.'.n, wat niet ia overeen stemming is
met de werkelijkheid, zooals we straks
zullen zien.
Daar de buitenplaneten, d. r. de pla
neten. die verder van ce zon verwijderd
zijn dar. de aarde, nooit meer dan 2 gra
den afwijken van de ecliptica of zons-
weg, d. i. de schijnbare weg. dien de
zon jaarlijks aflegt, nam hij aan dat
haar baan samenviel met den soos weg,
verder dat deze een ellips was met wei
nig excentriciteit, dus een ellips, waar
van do brandpunten dicht bij ellaar
staan cn «iic dus den cirkelvorm nadert,
en eindelijk dat het volume fd. i. de om
vang! van de planeet overeenkwam met
die van Uranus. Op deze wijze bevatte
het vraagstuk 8 onbekenden, maar daar
hij niet wist op welke plaats aan den
hemel zich bevond, verdeelde hij haar
baanvlak ;n 40 sectoren, vandaar 40 op
lossingen. De oplossing, die het iteest
in overeenstemming was met de waar
genomen afwijkingen, zou de ware
zijn. De theorie der storingen voorde
planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en
Neptunus beslaat niet minder dso vijf
enorme boekdc-elen van 2300 bladzij
den te zamen, terwijl de hulobercke
ningen, die niet in druk zijn versche
nen. een drie- h viervoudigen omvang
hadden.
Twee of drie weken na Le Verriet's
mededceüng aan de Academie van We
tenschappen, maakte hij zijn ontdek
king bekend aan Galle, directeur van
het observatorium ta Berlijn. Deze
had hem een memorie toegezonden over
een geschrift van den sterrenkundige
Roemer, cn toen Le Verrier hem 1» een
brief van den t8dcn September 1846
voor de zending bedankte, vermeldde
hij. als het ware in het voorbijgaan, de
door hem gedane ontdekking. C.allï
ontving den brief den 23«ten Septem
ber. richtte des avonds zijn kijker op
de door dea Franschen wiskunstenaar
aangegeven plaats cn vond minder dan
een graad vandaar een ster van de fifte
grootte, die, zooals uit do waarneming
van den volgenden avond bleek, de ge
zochte planeet was. Den acsten scbieef
hii zijn brvinding'-n aan Le. Verrier.
Het l ad zeer weinig gescheeld of
ander was hem voor geweest. Een jaar
vroeger had Adams, een jong student
aan de Unive'sitcit van Cambridge, de
oplossing gezocht van hetzelfde pro
bleem er. was tol dezelfde uitkomst ge
le .men ai< de erroet® Franschman. Hij
had z"n oplossing in September 1845
reeds gezordcu aan den beroemden
Airy, dir-ctcur van de Sterrenwacht te
f.r-en-4'ch, en deze. in plaat» van een
khker te richten cp de aangeduide
plar.ti a.n den hemel, had ccnige te-
vcir.vcrpingcn gemankt en de memo-
r> van A lai'.'.s was in Airy's cartons
blijven liggen.
Reeds in 179S had de grootc Ftan-
tche sterrenkundige I.aland® een kans
gehad haar als planeet te ontdekken.
Hi. had haar gezien als ster van de
S-te grootte, en toen zij bij een vol
gende waarneming een ecnigszins an
dere positie vertoonde, was de gedach
te aan de mogelijkheid van het bestaan
van een nieuwe planeet zoo verre
hem. dat hii ziin eerste waarneming aa
een vergissing toeschreef cn ze als
niet gedaan beschouwde.
Hij hun berekeningen waren ën
Adams en Le Verrier van het denk
beeld uitgegaan dat de wet van Titius
of Bode voor de onbekende planeet
even zoo goed opging als voor de
reeds bekende. Le Verrier had aange
nomen dot zij ruim 36 maal verder van
de zon stond dan de aarde. Dit is ech-
ter niet het gevalia de werkelijkheid
bedraagt, zooals later bleek, die af
stand slechts even 30 afstanden der
aarde tot de zon. Gelukkig was de
afstand tot de zon van geen belang
voor de uitkomst der berekeningen,
voor zoover die betroffen de piaats, waar
zich de planeet op een bepaalden tijd
bevond.
Wel was dit verschil tusschen den
•eronderstelden afstand en den werke-
lijken de oorzaak van een verkeerde uit
komst voor den omloopstijd. Volgens
een der wetten van Kepler (begin 17de
eeuw) verhouden zich de derde uiach-
1 van de afstanden der planeten tot
zou gelijk do tweede machten der
iloopsujdcn. Wanneer men dus weet
dat een planeet 36 niaal zoover van de
zon staat als onze aarde, dan zal haar
omloopstijd gevonden worden door
36 maal 36 maal 36 te nemen en daar
uit den kwadzaatwortel te trekken. Deze
wortel is 6 maal 6 maal 6 of 216. Daar
Le Verrier den afstand iets grooter ge
nomen had dan 36. kreeg hij als om-
loonstijd ook iets meer dan 316 j3ar,
n.l' ruim 217. De werkelijke om'oops-
tiid 1? echter de wortel uit 30 maal
30 maal 30 of 27000. n.l. ruim 164 jaar.
juister 164 jaar 281 (het getal 3° 'S *cn
weinigje te klein).
Ook andere door I-e Verrier vermelde
gegevens der planeet waren onjuist,
omdat hij was uitgegaan van onjuiste,
hoewel zeer waarschijnlijke vcronder-
«tei'ingen, maat dat is van oncerge*
schikt belar.g. De plaatsbepaling was
i<_t 00 minder dan een graad nauw
keurig en da: :s een der schitterendste
triomfen, die de astronomische weten
schap ooit heeft gevierd. Dit «1 teder
1 aegeven. dia bedenkt, dat het vraag
stuk hierop neer kwam de plaats «e
bepalen, die een hemellichaam, dat
voor zoover men wist door geen incn-
scbelijk oog ooit was aanschouwd, op
etn bepaalden dag in de eindclooze
ruimte zou innemen. En dat vraagstuk
heeft Le verrier opgelost. En dam dooi
hreH hii de astronomen in staat ge
steld de nieuw® plafieet tot voorwerp
van hu4 onderzoek te maken en de
onjuiste uitkomsten to verbeteren. Om
drn grooten wiskunstenaar naar ver
dienste te eeren, stelde Arago voor.
de planeet te noemen naar haar ont
dekker; maar men heeft, evenals "bij
haar voorgangster Uranus, de voor
keur gegeven aan een mythologi-
schen naam cn haar Neptunus ge
noemd.
Volgens de laatste waarnemingen en
berekeningen bedraagt, zooals we reeds
gezien hebhen. Neptunus' afstand tot
de zon even 30 maal dien der aarde
tot de zon. n.l. 447S Kilometer. De
middellijn van haar loopbaan is dus
8956 mïllïoen. haar omtrek iSow mil-
lioen kilometer. Daar de planeet dozen
weg aflegt in bijna 165 jaar (60181 van
onze dagen) legt ze per dag af 46440
K.M. cn per seconde 537') meier, de
langzaanisie planelenbrweging. die lot
nu toe bekend is (onze aarde heeft een
snelheid van 29670 M. per seconde).
Hoe verder n.l. de planeet zich van de
zon bevindt, hoo langzamer do bowe-
De middellijn van Neptunus is vol
gens de nieuwste berekeningen grliik
aan 30.000 K.M.. dus hiinn 4 aardmid-
dellijnen, haar inhoud aan 60 maal dien
van onze planeet, haar gewicht is onge
veer 17 maal dat der aarde. Kort na de
ontdekking der planeet werd n.l. door
Lasel! de enige tot nu toe bekende
maan van Neptunus ontdekt (10 Octo
ber 1846), en de aanwezigheid van een
bijplaneet stelt, zooals de lezer weet. de
astronomen in slaat, zonder moeite de
massa van de planeet te berekenen.
Daar het 60 maal grootere lichaam
Hechts 17 maal zoo zwaar is als de
aarde is ziin dichtheid of soortelijk ge
wicht minder, n.l. 1.55. terwijl dat der
aarde 5.5 is.
Van de bijplaneet van Neptunus is
bekend, dat zij 356 duizend kilometer
van de hoofdplaneet verwijderd is. dat
i'i haar baan aflegt in 5 dagen en 21
uren, en dat zii zirb beweegt niet in
de riebting West-Oost, maar juist ir»
genovergesteld.
Omtrent de aswenteling van Nep
tunus is niets met zekerheid bekend.
En hoe zou men nu van Neptunus uit
het xonnC>tehc] zien? Mercurius, Venus,
de aarde. Mars beslaan voor den Nep-
tuniaan niet, die worden overschitterd
door de zon cn zijn buitendien te
kleinJupiter kan alleen gezien wor
den. wanneer hij als een zwart «lipji
voorbij do zonneschijf trekt. Saturnus
rouden do Neptunus-bewoners (indien
zij er mochten zijn) zien zooals w«j Mer
curius, maar Uranus zou voor hen zijn
een schitterende ster, zooals voor ons
Sirius in heldere winternachten. De
zon zouden zij* met het bloote oog zien
als een schitterende ster, maar niet als
een schijf, haar licht, 30 maal 30 maal,
dus 900 maal minder sterk dan voor ons.
iheeft meer dan 4 uur noodig om den af-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
De minuut die een eeuw lijkt
Het aanslagbiljet van de inkomstenbelasting
("Nadruk verboden.!
stand tusschen haar en de planeet af te
leggen.
Ten slotte nog de opmerking, dat de
sterrenkundigen meer dan eens het be
staan vermoed hebben van een planeet
aan gene zijde van Neptunus, maar dat
tot nu toe alle pogingen om die te ont
dekken, gefaald hebben.
bta'Jsnleuws
Arr RccMlianï
Mot eon schroevendraaier
gestoken.
Om ecu loontteschi! ontstond op
Zondag 18 Mei ten huizo van don
mctselaampatrooa IJ. S. in do Bal-
Juwslaan eon hoogloopende twist. De
36-jarigo W. J. K. werd beschuldigd
daarbij een schroevendraaier te heb
ben getrokken, waarmee hij Van T.
een steek in de linkerzij en v. d. V,
een steek in do hand gaf. Van T. ga(
hem toen met, een stuk hout eenige
slagen op den arm.
Beklaagde doelde moe, dat hij dit
uit zelfverdediging gedaan had.
Als getuige w^rd o a. de arts Tl.
\V. I.indenbcrgh uit Schoten gehoord.
Deze heeft Van 'i'. behandeld. Hij con
stateerde dat de linkerlong licht ge
raakt wob. Hoewel do wond niet lo-
vonsgevanrlijU was, had longontste
king er liet gevolg van kunnen
zijn.
Do officier van Justitie eischte acht
maanden gevangenisstraf.
Do verdediger, Mr. Veenhoven,
pleitte clementie.
Meineed.
G. van der F., oen 31-jarig arbei
der lo Alkemade, heeft blijkens de
dagvaarding voor den Kantonrech
ter onjuiste verklaringen afgelegd,
niellegcnstaando het feit, dat hij toen
onder cede gehoord wi.rd. Hel betrof
hier oen overtreding van de bepalin
gen dér Vleesclikcuringswet.
Beklaagde deelde mee, dat hij nog
nooit, dergelijke zaken 'nad meege
maakt; hij was ook nog nooit als
getuige voor het Kantongerecht ge
hoord. Wegens do vele woorden, die
daar gesproken werden, was hij ge
heel in do war gebracht.
De Officier acinic het. schuldbe
wijs aanwezig en eischte drio maan
den gevangenisstraf mot aftrek der
preventieve hechtenis.
UITSPRAKEN.
C. A. B., wonende te Zandvoort, thans
gedetineerd, oplichting, een jaat ge
vangenis straf met aftrek prev. hechte
nis o. v.
W. de G., van beroep filiaalhouder,
wonende te Haarlem, thans gedetineerd,
verduistering in dienstbetrekking, zes
maanden gevangenisstraf met aftrek
prev. hechtenis o. v.
S. O., zonder beroep, wenende te
Haarlem, thans gedetineerd, verduiste
ring in dienstbetrekking, zes maanden
gevangenisstraf met aftrek prev. hech
tenis 0. v.
Th. J. H. D., van beroep kantoorbe
diende, wonende te Maastricht, diefstal,
zes maanden gevangenisstraf voorw.,
proeftijd drie jaren.
van plaatselijk toezicht
op het lager onderwijs,
Kei advies van B. en W. inzake
de onderwijsplannen.
Donderdagavond vergaderde do commis-
-iu van plaatselijk toezicht op het lager
onderwijs 10 Haarlem onder voorzitter
schap van den beer Vincent Loosjes.
Onder de ingekomen stukken waren
een aantal brieven van ontslag aan onder
wijzend personeel, en een brief van den
heer B. de Teits, die ontslag als lid der
coinmissi0 neemt, daar bij als ouder niet
meer in aanmerking kan komen.
Do voorzitter brengt een woord
van dank aam don heer De Tello, die was
uilgenoodigd op deze vergadering aan
wezig te zijn, voor alles wat door hem is
gedaan als lid der commissie en voor den
tijd door hem in het belang van het on
derwijs besteed.
Van den heer Segaar was ingekomen eon
brief imzAke de onderwijsnovelle en de
aanstelling van assistenten bij het onder-
wij-; welk® noveile inmiddels reeds is
aangenomen. Verzocht werd daartegen te
J. v. d. Z,. eveneens nit. Alkema
de, had zich aan hetzelfde feit schul
dig gemaakt.
Do Officier eischte tegen hem de
zelfde straf.
Do heer Segaar licht toe dat ondanks
'tgcen eenmaal is toegezegd, toch gaande
weg do vitale belangen V3n 't onderwijs
bij ile bezuiniging worden aangerand. Spr.
meende dat 't op den weg van de school-
commission iigt in dezen hun eiem te
doen hooren. Dat was de gedachtemgang
bij het inzenden van zijn brief.
Behandeld wordt daarna de brief van
B. cn W. waarbij advies wordt gevraagd
aangaande hun plannen op onderwijs
gebied.
De lieer v. d. II ave staaft dat ons on
derwijs niet een legkaart i3 en dat het
niet aldus mag behandeld worden. Tegen
een voorgenomen verplaatsing van 416
leerlingen over 16 scholen meent spr.
dat met allo middelen moet worden opge
komen, omdat dit ten nadeele van het on
derwijs is. Met het praeadvies van het
moderamen gaat spr. in hoofdzaak mede.
Tegen een apheffing van de school aan
•"euillefon
Naar het Engels c b van
BERTA RUCK.
10)
Ik had bij wijze van spreken den
trijdhar.d (horn neergeworpen en het
-as Juffrouw Robin«on, die de uitda
ging aannam met een ijskoud: „Goe
de eerustigheid!"
Do twee anderen stonden mij aan
re staren, terwijl Juffrouw Robinson
...en kuchte, haar sluwe oogjes op
mij vestigde en moed vatte, om uit
te spreken, wat juflronw Holt en
Smirliie vermoedelijk ook dachten.
..Juffrouw Trant, zoudt u er iets
op tegen hebben, om mij le zeggen,
ol u met meneer Wnvrs uitgaatom
dat 11 het prettig vindt, of omdat u
geen neen durft zeggen?"
„Wie zou neen zegeen op een uit-
noodicring, om in The Savoy te gaan
lunchen?" zei ik achteloos.
„Sommige meisjrs zouden dal ze
ker dom", begon juffrouw Smith.
Juffrouw Robin'on beantwoordde
mijn vraag niet. maar slechts den
toon. waarop ik haar uitgesproken
had.
de Prins Hendrikstraat heeft spr. geen
Anders is het met de school in de Bak
kerstraat. Beter is om zich te houden aan
het besluit die school langzamerhand te
doen uiisterven. Wat nu aangaat de 6choo)
aan het ILeidscheplein (school mo. 25), die
moet miet worden opgeheven; wel kar.
men do le il. van die school met de 1ste
kL der andere school op dat Plein ver
eenigen. Tegen de opheffing vam de schooL
in de Sehoterstraat is ook bezwaar.
Verschillende klassen klimmen worden
opgeheven, aldus do meening van spreker
door le klassen to combineeren. Aldus
kunnen onderwijzers worden vrij gemaaki.
Natuurlijk is het de bedoeling die
klassen die dat kunnen, to combineeren
op die mamier kan heel wat worden be
zuinigd. In dien geest kan aan B. en W.
worden geadviseerd.
Do heer Broekhuizen begint mot
een woord van waardeering aan B. en W.
voor de belangstelling cn zorg voor het
onderwijs in het algemeen. To waardee
ren is dat B. en W. het maximum aantal
leerlingen per klas op onderscheidenlijk
40, 36 en 32 willen stellen, daar de Begee
ring een maximum van 48 toekent. Maar
meer is feitelijk in d0 voorstellen van
B. en W. niet ie waardeeren. Al dat ver
plaatsen van leerlingen is ongeweatsoht.
Met verschillende zaken dient te wor
den rekening gehoudenmet hot stands
gevoel der ouders en met de ligging der
scbolem. Men kan de scholcm in vier gToe-
pen te komen tot een amdero vorming
der klassen. In het algemeen is onge-
wenscht om scholen ongebruikt te laten
staan. Naar aanleiding van de in ieder
geval op hamden zijnde grenswijziging
zou spr. in geen geval de school in do
Schotenstraat willen opheffen.
Bij een combinatie van de 7c leerjaren
zou spreker zich willen bepalen tot een
combinatie van twee 6cholea in een ge
bouw.
De heer J a 11 s e in vestigt do aandacht
op het gevaar dat bij een distributie van
leerlingen, velen naar het bijzomder on
derwijs zullen gaan. In dat geval eal meer
geld voor het bijzonder onderwijs moeien
worden besteed en dam komt van een be
zuiniging weinig terecht. Voor een uitster-
vingssysteem gevoelt spr. Hij meent dat
niei moet worden getreden in hetgeen B.
en W. wenschen.
De heer Segaar zegt, dat men bij al
les niet het kardinale punt: bezuiniging
moet vergeten. Wordt inderdaad zoovi- 1
schade gedaan bij een opheffing van vit
scholen? Er moet eenmaal worden bezu
nigd. Het maken van parallelklassen z.c!
niet veel bezuiniging geven. Tegen
verdeeiing van de leerlingen der 60 klas
«en is geen bezwaar. Het voorstel van 15.
cn W. vindt spr. niet zoo slecht.
Kan de commissie niet aan B. en V
adviseeren om het bouwen van de schu
in de Slachihuïsstraat uit te «tellen f Ou
die manier k.°-n worden bezuinigd.
De heer v. d. H a v e onderstreept j.
eens dat inderdaad scbado is te verwact
ten van een verplaatsen van kinder
van do eer.e naar de andere school. II.
staat gelijk met een jaar achtoruitzette
Het moet we! een heel kwieke jongen v.ii 1.
,.Het gaat ons natuurlijk niet aan
behalve <iat u, zoolang u hir-r bent
verondersteld wordt een van ons te
zijn. en ik kan niet zeggen
..Wat kunt 11 niet zeggen?" vroeg
ik, terwijl ik haar nogmaals uitda
gend aankeek.
Zij bloosde even, maar zij bloef op
haar stuk staan.
„Ik kan niet zeggen, dat het een
goeden indruk maakt. Een man in
zijn positie, en een meisje, dat bij
hem on kantoor is! Onder dia omstan
digheden".
U weet niets van de omstandighe
den". zei ik bedaard on op koelen
toon.
Nog bedaarder wierp ik een blik
in den met zeep bespatten spiegel, om
te zien, of mijn hoed goed zat. Toen
ging ik zonder een woord rneer te zeg
gen de kamer uit. terwijl ik zachtjes
neuriede.
Dezen keer nam ik de moeite niet.
om bij den uitgang, waar mijn chef
mij wachtte, even naar boven te kij
ken. Ik wiM, dat zij mij dezen keer
niet nakeken.
..Savoy!"
De taxi-bestuurder tikte oxtra be
leefd tegen zijn pet.
Hij wist. denk ik, dat de bezoekers
van The Savoy meestal een royale
fooi gaven.
Ik was benieuwd, of hij ooit te vo
ren een span daarheen bad gereden
onder deze omstandigheden.
De oprecht gemeende lerisping van
juffrouw Robinson.
„Ik kan niet zezgen, dat het een
Roeden indruk geeft: een man in zijn
positie, en een meisje, dat bü hem
op kantoor is", klonk mij luider in de
ooren, dan het gesnor van do wielen
en het straatrumoer.
Zelfs gedurende do heelo lunch
hoorde ik niets anders.
Wij lunchten buiten; monccr Wa
ters zei heel lakoniek, dat. hot gezel
liger voor mij zou zijn, om buiten te
zitten.
Ik voelde echter, alsof niets min
der gezellig had kunnen zijn dan deze
verplichte lunch met steeds de ge
dachte aan wat de meisjes wel van
mij zeggen zouden onder elkaar.
Het is heel gemakkelijk, cm te zeg
gen: „Laat hen maar praten".
De neiging, om hen niet te laten
praten is echter bijna even sterk bij
ons ontwikkeld als ons instinct tot
zelfbehoud, en onmogelijkheid,
om langs een spiegel to gaan en njpt
even te kijken, hoe ons haar zit.
De gedachte, arm wat ze wel van
mii zeggen zouden, bedierf al hef ge
not, dat ik misschien andors gehad
zou hebben bij do lunch en het kijken
naar do voorbijgangers. Nu h-b ik
echter alleen een flauwo herinnering
a.'in de fluitjes van do koetsiers, het
stilhouden van taxis bij de lage ba
lustrade mot de kruiselings loopmdo
latten en de klimplanten, het ver
schijnen en verdwijnen van Ameri
kanen tusschen de heesters; en einde
lijk noe aan het beeld van een klein,
treurig gezichtje met donkere oogen.
dat mij boos aankeek, weerkaatst
door do glimmende lepels, die op ta
fel lagen, en een stem, die ecnigszins
afgetrokken zei:
„Ik ben bang, dat u niet veel aan
uw lunch gehad heeft, juffrouw Trant
Bent u misschien moe?"
„Neen, heelemaal niet. Dank u".
„Dus niet vermoeid, om nog ergens
heen te rijden? Ik dacht, als u het
goed vondt" dit gaat altijd vooraf
aan een bevel dat we nu naar
Gcmraer in Bond Street moesten eaan
en dien ring voor u uitzoeken".
„Dien ring?" -herhaalde ik gedach
teloos, terwijl ik mijn handschoenen
aantrok.
„U moet er wel een hebben, weet u:
een engagementsring, als uiterlijk en
zichtbaar feeken van do nieuwe con
dities", zei hij nonchalant, terwijl
wij opstonden. ,.U moet een ring heb
hen als afdoend bewijs".
„Ja", dacht ik knorrig, „een af
doend bewijs voor hem. Hij bedenkt
echter niet, of het voor mij voldoen
de is. Hij ziet niet in, dat ziin zoo
accuraat opgestelde plan oor mii wel
eenige onaangenaamheid zou kunnen
inhouden. Hij ziet het niet in. om
dat hij het niet wil inzien!"
Zoodra wij weer in de taxi zaten,
wendde ik mii tot hem. ]k voelde mij
als 't wormpje, waarvan het spreek
woord zegt: „Zelfs het wormpie laat
zich niet ongehoond trappen", en
vatte moed, om to zeggen, wat ik te
zeggen had.
HOOFDSTUK VII.
„Wat betreft dien engagements-
ring. meneer Waters
„Ja?"
„Uw idee is, dat ik dien meteen zal
gaan dragen, niet waar?"
,,Ja, dat is mijn bedoeling", zei
hij, en wendde zich even om. om ml]
aan te zien, terwijl ik naar buiten
staarde naar de groote witte en blau
we autobussen, die langs the Strand
voort hotsten, maar in werkelijkheid
slechts juffrouw Robinson, juffrouw
Holt en juffrouw Smith voor mij zag,
die mij met minachtende, maar nog
meer met booze blikken gadesloegen.
„Ja, natuurlijk moet u hem dade
lijk gaan dragen. Wat zoudt u er an
ders mee doen?"
„Moet ik hem aan de anderen la
ten zien?"
„Natuurlijk".
Hij keek nog meer verbaasd en te
vens wat ongeduldig.
Ik denk, dat. hij bemerkte, dat er
weer eeu hinderlijke spaak in het co?:!
gesmeerde wiel van zijn plan gesto
ken werd.
„Ik moet hem hun dus laten zien
en hun zoodoende liTten weten, dar ik
zoogenaamd met u geëngageerd brn?"
Hij beantwoordde mij n et een an
dere vraag.
„Zoudt u mij willen teggen. juf
frouw Trant, of u soms wegens dat
lunchen met mii onaangenaamheden
op kantoor heeft ondervonden?"
„Nneen", zei ik, maar voegde
er haastig aan tce. „Het was een
beetje vervelend. U kunt u, dunkt
mij, wel voorstellen. dat het een
beetje vervelend was, ten minste voor
mij".
„Zoo. Hebben die meisjes het u ver
velend gemaakt'?"
„Neen, o, neen", zei ik snel, want
ik had nief graag willen hooren, nu
dan kunnen ze vertrekken. Dat gun
de ik htm niet, al had ik een uur te
voren niet minder dan moorddadig
gevoeld tegenover hen. „Het was al
leen een beetje moeilijk, om hun uit
te leggen
„Nu, dan zal de ring het wel op-"
helderen", zei mijn chef koel, toen do