DÏ SCHIJNVERLOVING HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE WERELD FLITSEN VRIJDAG 20 JUNI 1924 TWEEDE BLAD Onverklaarbare storingen. Een mo ellljk probleem schitterend cpgelost. De wet van Tltlus In gebreke. Een oplossing van meer dan tien duizend tollo-bladzljdcn. Cenle en pruikerig held. Eenlge bijzonderheden omtrent Neptunut. Hoe men ens zonnestelsel Het van uit Neptunus. Een nieuw vraagstuk. Dadelijk na de ontdekking der pla neet Uranus door Herschel O7S1) weid dit hemellichaam door tal van sterrenkundigen met de grootste nauw keurigheid gadegeslagen en bestudeerd. Weldra werden de waarnemers getrof fen door ickeie storingen in haar loop baan, dje niet uitsluitend het gevolg konden zijn van den invloed der tv.ee naitibijnjndo planeten Jupiter en Sa- turnus. Laten we eerst zien. op welke wijze de eer.e planeet invloed tan hebben op de baan, op de snelheid van beweging de: andere. Nemen we bijvoorbeeld Ju piter cn Saturnus. Beide bewegen zich i„ iirf.ni,» o IwJ; ter in 12 van onze jaren, dus (dovr taar grootere nabijheid bij de zon) sneller dar. Saiurnus. die zijn omloop yol- bi.wr'l ir. >0 1 J> ,'"K. ïïxiTbi» du. huw .relhcij vutmiodweh. Op dui-IIJp -O" rrfh» Je.b"D.'"1flJ ve'schiller.Je planeten door den invloed der andere zekere wijzigingen onder gaan. die. daar de respectieve massa s ,n de onderlinge afstanden bekend zijn. door de geleerden nauwkeurig zijn be- WBö'Uranus bleken r.u telkens de be tekeningen ia strijd niet den feitelijke toestandin .830 bedroeg het verschil lusscheo de «*af r\p £V volgen» betekening moest bevmden, en die waar rij i.ch wezkelijk bevond, ao boóg-seconden. Dit verschil nam .teed» toe tien jaar later bedroeg het po seconden, lier r»t daarna 110 conden of a minuten, dus het jos e van een giivL Hel vraagstuk lie. den •eVetdea «een rus:, er waren er te niet de minst ber.<emW, die beg-rnew te twijfelen aan de wet oer kracht: maar weldra kwam men van diep. twijfel terug waren de ""'JT kondigen vrij algemeen van ootoeel, dat do afwijking er. morsten worden toe geschreven aan kWze or.nauwkeur g- heden van do bijna 2<-« vroegere waar nemingen of wel aan den st-.renden in vloed van eer, tot c-en tiji cnhekend hemellichaam. l»o beroemds At «go toenmaali difCtr.r van do Par .scho (tr»»enssr.clil, wendde tiJi to. een iong wiskunstenaar, die zich reed» grooten naam had verworven door het berekenen der banen van. versc.tHlende kometen, den 33-j.vu'U Le \erri-r. en gaf hem den raad de oplossing van dit prachtig probleem op *»ch nemen. In den tijd van u maanden loste de geniale wiskunstenaar het vraagstuk op: den 3isten Augustus 1046 deelde hij de Academie van Weten .chappen meiV. dal de door hem gezochte pla neet zich den «sten Januari 1847 zou bevinden op 3:6 gr. 3>' '«gte o! wat hetzelfde i'. 5 K"d«n ten Oosten van de ster delta in het SienenbttM dm Steenbok. Kn zij stond er! Het verschil tusschen de uitkomst der berekening cn >'.e workelilke positie b-droeg nog geen graad, slechts 53 minuten. Wij hebben hier -'nieuw een se vtte- r-nd bewijs van de betrouwbaarheid der astronomische wetenschapde ontdekking van cm voor het bloote oog absoluut onzichtbaar hemellichaam door zuivere berekening. met versmading van r'k ander hulpmiddel, dus relfs zonder lele'coon. De ontdekk-r relf. en met hem de vooraanstaande astronomen, zagen in de zaak niets anders dan ren ingewikkelde en de grootst® nauwkeu righeid vereischend" wi«kunstige b-re- kenirg. meer niet. Mm beweert, dat Lr Ver fier nooit de moeite genomen heeft e-rs ki'k'r te richten or» de door hem ontdekte planeet ten einde t» met eigen oog te oan«ehnitwen wiskunstig ze. Wr moest ze daar en d: m ander- ■rbodig te 1 celni kunne of 1 Het ,-erk. De herekenip.c was een rei Uitgaande van het denkbeeld. d.«t he! "orende lichaam een planeet was. be- ~~n hii met den vermoedeliiken afstand benalen volgens een wet. die vrij -"-««■keurig ongaat voor de toen reeds '••kende planeten, n.l. de wet door "ïtius in de ifid- e-rw gevonden en "•or Bode algemeen h-keid gemaakt, "---neer men op een tij plaatst d» ge- Hen 3. f'. iz. zs. 06. vervolgen* 'Ar de rü een nul nlaatst en bi5 ieder der termen 4 optelt, krijgt men de ver houdingsgetallen der afstanden, **arop ce verschillende planeten zich vaa de zen bevinden. Wij krijgen dus do ge tallen 4, 7, io. 16. 28, 52. ico. liet ge tal 10 is dan het verhoudingsgetal voor onze aarde en we krijgen de volgende getallen voor de verschillende planeten. 4, werkelijk 3.9 7-2 Mercurius Venus De Aarde n Mars 16, 15.2 Kleine pla neten (gemidd.) 2S, 15 tot 52 Jupiter 52, 52 Saturnus 10e. 95 De later ontdekte planeet Uranus ge hoorzaamde eveneens vrijwel aan deze wet het werkelijke verhoudingsgetal van haar afstand is 192, slechts iets minder dan 2 maal 96 plus 4 of 196. Nu zou. op dezelfde wijze voortgaande, de nog onbekende planeet ,zich moeten bevinden op een af;:. .d van iets min der dan 2 maal 192 plus 4 of 388. Le Verrier nam aan dat het 360 a 370 zou ri.'.n, wat niet ia overeen stemming is met de werkelijkheid, zooals we straks zullen zien. Daar de buitenplaneten, d. r. de pla neten. die verder van ce zon verwijderd zijn dar. de aarde, nooit meer dan 2 gra den afwijken van de ecliptica of zons- weg, d. i. de schijnbare weg. dien de zon jaarlijks aflegt, nam hij aan dat haar baan samenviel met den soos weg, verder dat deze een ellips was met wei nig excentriciteit, dus een ellips, waar van do brandpunten dicht bij ellaar staan cn «iic dus den cirkelvorm nadert, en eindelijk dat het volume fd. i. de om vang! van de planeet overeenkwam met die van Uranus. Op deze wijze bevatte het vraagstuk 8 onbekenden, maar daar hij niet wist op welke plaats aan den hemel zich bevond, verdeelde hij haar baanvlak ;n 40 sectoren, vandaar 40 op lossingen. De oplossing, die het iteest in overeenstemming was met de waar genomen afwijkingen, zou de ware zijn. De theorie der storingen voorde planeten Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus beslaat niet minder dso vijf enorme boekdc-elen van 2300 bladzij den te zamen, terwijl de hulobercke ningen, die niet in druk zijn versche nen. een drie- h viervoudigen omvang hadden. Twee of drie weken na Le Verriet's mededceüng aan de Academie van We tenschappen, maakte hij zijn ontdek king bekend aan Galle, directeur van het observatorium ta Berlijn. Deze had hem een memorie toegezonden over een geschrift van den sterrenkundige Roemer, cn toen Le Verrier hem 1» een brief van den t8dcn September 1846 voor de zending bedankte, vermeldde hij. als het ware in het voorbijgaan, de door hem gedane ontdekking. C.allï ontving den brief den 23«ten Septem ber. richtte des avonds zijn kijker op de door dea Franschen wiskunstenaar aangegeven plaats cn vond minder dan een graad vandaar een ster van de fifte grootte, die, zooals uit do waarneming van den volgenden avond bleek, de ge zochte planeet was. Den acsten scbieef hii zijn brvinding'-n aan Le. Verrier. Het l ad zeer weinig gescheeld of ander was hem voor geweest. Een jaar vroeger had Adams, een jong student aan de Unive'sitcit van Cambridge, de oplossing gezocht van hetzelfde pro bleem er. was tol dezelfde uitkomst ge le .men ai< de erroet® Franschman. Hij had z"n oplossing in September 1845 reeds gezordcu aan den beroemden Airy, dir-ctcur van de Sterrenwacht te f.r-en-4'ch, en deze. in plaat» van een khker te richten cp de aangeduide plar.ti a.n den hemel, had ccnige te- vcir.vcrpingcn gemankt en de memo- r> van A lai'.'.s was in Airy's cartons blijven liggen. Reeds in 179S had de grootc Ftan- tche sterrenkundige I.aland® een kans gehad haar als planeet te ontdekken. Hi. had haar gezien als ster van de S-te grootte, en toen zij bij een vol gende waarneming een ecnigszins an dere positie vertoonde, was de gedach te aan de mogelijkheid van het bestaan van een nieuwe planeet zoo verre hem. dat hii ziin eerste waarneming aa een vergissing toeschreef cn ze als niet gedaan beschouwde. Hij hun berekeningen waren ën Adams en Le Verrier van het denk beeld uitgegaan dat de wet van Titius of Bode voor de onbekende planeet even zoo goed opging als voor de reeds bekende. Le Verrier had aange nomen dot zij ruim 36 maal verder van de zon stond dan de aarde. Dit is ech- ter niet het gevalia de werkelijkheid bedraagt, zooals later bleek, die af stand slechts even 30 afstanden der aarde tot de zon. Gelukkig was de afstand tot de zon van geen belang voor de uitkomst der berekeningen, voor zoover die betroffen de piaats, waar zich de planeet op een bepaalden tijd bevond. Wel was dit verschil tusschen den •eronderstelden afstand en den werke- lijken de oorzaak van een verkeerde uit komst voor den omloopstijd. Volgens een der wetten van Kepler (begin 17de eeuw) verhouden zich de derde uiach- 1 van de afstanden der planeten tot zou gelijk do tweede machten der iloopsujdcn. Wanneer men dus weet dat een planeet 36 niaal zoover van de zon staat als onze aarde, dan zal haar omloopstijd gevonden worden door 36 maal 36 maal 36 te nemen en daar uit den kwadzaatwortel te trekken. Deze wortel is 6 maal 6 maal 6 of 216. Daar Le Verrier den afstand iets grooter ge nomen had dan 36. kreeg hij als om- loonstijd ook iets meer dan 316 j3ar, n.l' ruim 217. De werkelijke om'oops- tiid 1? echter de wortel uit 30 maal 30 maal 30 of 27000. n.l. ruim 164 jaar. juister 164 jaar 281 (het getal 3° 'S *cn weinigje te klein). Ook andere door I-e Verrier vermelde gegevens der planeet waren onjuist, omdat hij was uitgegaan van onjuiste, hoewel zeer waarschijnlijke vcronder- «tei'ingen, maat dat is van oncerge* schikt belar.g. De plaatsbepaling was i<_t 00 minder dan een graad nauw keurig en da: :s een der schitterendste triomfen, die de astronomische weten schap ooit heeft gevierd. Dit «1 teder 1 aegeven. dia bedenkt, dat het vraag stuk hierop neer kwam de plaats «e bepalen, die een hemellichaam, dat voor zoover men wist door geen incn- scbelijk oog ooit was aanschouwd, op etn bepaalden dag in de eindclooze ruimte zou innemen. En dat vraagstuk heeft Le verrier opgelost. En dam dooi hreH hii de astronomen in staat ge steld de nieuw® plafieet tot voorwerp van hu4 onderzoek te maken en de onjuiste uitkomsten to verbeteren. Om drn grooten wiskunstenaar naar ver dienste te eeren, stelde Arago voor. de planeet te noemen naar haar ont dekker; maar men heeft, evenals "bij haar voorgangster Uranus, de voor keur gegeven aan een mythologi- schen naam cn haar Neptunus ge noemd. Volgens de laatste waarnemingen en berekeningen bedraagt, zooals we reeds gezien hebhen. Neptunus' afstand tot de zon even 30 maal dien der aarde tot de zon. n.l. 447S Kilometer. De middellijn van haar loopbaan is dus 8956 mïllïoen. haar omtrek iSow mil- lioen kilometer. Daar de planeet dozen weg aflegt in bijna 165 jaar (60181 van onze dagen) legt ze per dag af 46440 K.M. cn per seconde 537') meier, de langzaanisie planelenbrweging. die lot nu toe bekend is (onze aarde heeft een snelheid van 29670 M. per seconde). Hoe verder n.l. de planeet zich van de zon bevindt, hoo langzamer do bowe- De middellijn van Neptunus is vol gens de nieuwste berekeningen grliik aan 30.000 K.M.. dus hiinn 4 aardmid- dellijnen, haar inhoud aan 60 maal dien van onze planeet, haar gewicht is onge veer 17 maal dat der aarde. Kort na de ontdekking der planeet werd n.l. door Lasel! de enige tot nu toe bekende maan van Neptunus ontdekt (10 Octo ber 1846), en de aanwezigheid van een bijplaneet stelt, zooals de lezer weet. de astronomen in slaat, zonder moeite de massa van de planeet te berekenen. Daar het 60 maal grootere lichaam Hechts 17 maal zoo zwaar is als de aarde is ziin dichtheid of soortelijk ge wicht minder, n.l. 1.55. terwijl dat der aarde 5.5 is. Van de bijplaneet van Neptunus is bekend, dat zij 356 duizend kilometer van de hoofdplaneet verwijderd is. dat i'i haar baan aflegt in 5 dagen en 21 uren, en dat zii zirb beweegt niet in de riebting West-Oost, maar juist ir» genovergesteld. Omtrent de aswenteling van Nep tunus is niets met zekerheid bekend. En hoe zou men nu van Neptunus uit het xonnC>tehc] zien? Mercurius, Venus, de aarde. Mars beslaan voor den Nep- tuniaan niet, die worden overschitterd door de zon cn zijn buitendien te kleinJupiter kan alleen gezien wor den. wanneer hij als een zwart «lipji voorbij do zonneschijf trekt. Saturnus rouden do Neptunus-bewoners (indien zij er mochten zijn) zien zooals w«j Mer curius, maar Uranus zou voor hen zijn een schitterende ster, zooals voor ons Sirius in heldere winternachten. De zon zouden zij* met het bloote oog zien als een schitterende ster, maar niet als een schijf, haar licht, 30 maal 30 maal, dus 900 maal minder sterk dan voor ons. iheeft meer dan 4 uur noodig om den af- VAN HAARLEM'S DAGBLAD De minuut die een eeuw lijkt Het aanslagbiljet van de inkomstenbelasting ("Nadruk verboden.! stand tusschen haar en de planeet af te leggen. Ten slotte nog de opmerking, dat de sterrenkundigen meer dan eens het be staan vermoed hebben van een planeet aan gene zijde van Neptunus, maar dat tot nu toe alle pogingen om die te ont dekken, gefaald hebben. bta'Jsnleuws Arr RccMlianï Mot eon schroevendraaier gestoken. Om ecu loontteschi! ontstond op Zondag 18 Mei ten huizo van don mctselaampatrooa IJ. S. in do Bal- Juwslaan eon hoogloopende twist. De 36-jarigo W. J. K. werd beschuldigd daarbij een schroevendraaier te heb ben getrokken, waarmee hij Van T. een steek in de linkerzij en v. d. V, een steek in do hand gaf. Van T. ga( hem toen met, een stuk hout eenige slagen op den arm. Beklaagde doelde moe, dat hij dit uit zelfverdediging gedaan had. Als getuige w^rd o a. de arts Tl. \V. I.indenbcrgh uit Schoten gehoord. Deze heeft Van 'i'. behandeld. Hij con stateerde dat de linkerlong licht ge raakt wob. Hoewel do wond niet lo- vonsgevanrlijU was, had longontste king er liet gevolg van kunnen zijn. Do officier van Justitie eischte acht maanden gevangenisstraf. Do verdediger, Mr. Veenhoven, pleitte clementie. Meineed. G. van der F., oen 31-jarig arbei der lo Alkemade, heeft blijkens de dagvaarding voor den Kantonrech ter onjuiste verklaringen afgelegd, niellegcnstaando het feit, dat hij toen onder cede gehoord wi.rd. Hel betrof hier oen overtreding van de bepalin gen dér Vleesclikcuringswet. Beklaagde deelde mee, dat hij nog nooit, dergelijke zaken 'nad meege maakt; hij was ook nog nooit als getuige voor het Kantongerecht ge hoord. Wegens do vele woorden, die daar gesproken werden, was hij ge heel in do war gebracht. De Officier acinic het. schuldbe wijs aanwezig en eischte drio maan den gevangenisstraf mot aftrek der preventieve hechtenis. UITSPRAKEN. C. A. B., wonende te Zandvoort, thans gedetineerd, oplichting, een jaat ge vangenis straf met aftrek prev. hechte nis o. v. W. de G., van beroep filiaalhouder, wonende te Haarlem, thans gedetineerd, verduistering in dienstbetrekking, zes maanden gevangenisstraf met aftrek prev. hechtenis o. v. S. O., zonder beroep, wenende te Haarlem, thans gedetineerd, verduiste ring in dienstbetrekking, zes maanden gevangenisstraf met aftrek prev. hech tenis 0. v. Th. J. H. D., van beroep kantoorbe diende, wonende te Maastricht, diefstal, zes maanden gevangenisstraf voorw., proeftijd drie jaren. van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs, Kei advies van B. en W. inzake de onderwijsplannen. Donderdagavond vergaderde do commis- -iu van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs 10 Haarlem onder voorzitter schap van den beer Vincent Loosjes. Onder de ingekomen stukken waren een aantal brieven van ontslag aan onder wijzend personeel, en een brief van den heer B. de Teits, die ontslag als lid der coinmissi0 neemt, daar bij als ouder niet meer in aanmerking kan komen. Do voorzitter brengt een woord van dank aam don heer De Tello, die was uilgenoodigd op deze vergadering aan wezig te zijn, voor alles wat door hem is gedaan als lid der commissie en voor den tijd door hem in het belang van het on derwijs besteed. Van den heer Segaar was ingekomen eon brief imzAke de onderwijsnovelle en de aanstelling van assistenten bij het onder- wij-; welk® noveile inmiddels reeds is aangenomen. Verzocht werd daartegen te J. v. d. Z,. eveneens nit. Alkema de, had zich aan hetzelfde feit schul dig gemaakt. Do Officier eischte tegen hem de zelfde straf. Do heer Segaar licht toe dat ondanks 'tgcen eenmaal is toegezegd, toch gaande weg do vitale belangen V3n 't onderwijs bij ile bezuiniging worden aangerand. Spr. meende dat 't op den weg van de school- commission iigt in dezen hun eiem te doen hooren. Dat was de gedachtemgang bij het inzenden van zijn brief. Behandeld wordt daarna de brief van B. cn W. waarbij advies wordt gevraagd aangaande hun plannen op onderwijs gebied. De lieer v. d. II ave staaft dat ons on derwijs niet een legkaart i3 en dat het niet aldus mag behandeld worden. Tegen een voorgenomen verplaatsing van 416 leerlingen over 16 scholen meent spr. dat met allo middelen moet worden opge komen, omdat dit ten nadeele van het on derwijs is. Met het praeadvies van het moderamen gaat spr. in hoofdzaak mede. Tegen een apheffing van de school aan •"euillefon Naar het Engels c b van BERTA RUCK. 10) Ik had bij wijze van spreken den trijdhar.d (horn neergeworpen en het -as Juffrouw Robin«on, die de uitda ging aannam met een ijskoud: „Goe de eerustigheid!" Do twee anderen stonden mij aan re staren, terwijl Juffrouw Robinson ...en kuchte, haar sluwe oogjes op mij vestigde en moed vatte, om uit te spreken, wat juflronw Holt en Smirliie vermoedelijk ook dachten. ..Juffrouw Trant, zoudt u er iets op tegen hebben, om mij le zeggen, ol u met meneer Wnvrs uitgaatom dat 11 het prettig vindt, of omdat u geen neen durft zeggen?" „Wie zou neen zegeen op een uit- noodicring, om in The Savoy te gaan lunchen?" zei ik achteloos. „Sommige meisjrs zouden dal ze ker dom", begon juffrouw Smith. Juffrouw Robin'on beantwoordde mijn vraag niet. maar slechts den toon. waarop ik haar uitgesproken had. de Prins Hendrikstraat heeft spr. geen Anders is het met de school in de Bak kerstraat. Beter is om zich te houden aan het besluit die school langzamerhand te doen uiisterven. Wat nu aangaat de 6choo) aan het ILeidscheplein (school mo. 25), die moet miet worden opgeheven; wel kar. men do le il. van die school met de 1ste kL der andere school op dat Plein ver eenigen. Tegen de opheffing vam de schooL in de Sehoterstraat is ook bezwaar. Verschillende klassen klimmen worden opgeheven, aldus do meening van spreker door le klassen to combineeren. Aldus kunnen onderwijzers worden vrij gemaaki. Natuurlijk is het de bedoeling die klassen die dat kunnen, to combineeren op die mamier kan heel wat worden be zuinigd. In dien geest kan aan B. en W. worden geadviseerd. Do heer Broekhuizen begint mot een woord van waardeering aan B. en W. voor de belangstelling cn zorg voor het onderwijs in het algemeen. To waardee ren is dat B. en W. het maximum aantal leerlingen per klas op onderscheidenlijk 40, 36 en 32 willen stellen, daar de Begee ring een maximum van 48 toekent. Maar meer is feitelijk in d0 voorstellen van B. en W. niet ie waardeeren. Al dat ver plaatsen van leerlingen is ongeweatsoht. Met verschillende zaken dient te wor den rekening gehoudenmet hot stands gevoel der ouders en met de ligging der scbolem. Men kan de scholcm in vier gToe- pen te komen tot een amdero vorming der klassen. In het algemeen is onge- wenscht om scholen ongebruikt te laten staan. Naar aanleiding van de in ieder geval op hamden zijnde grenswijziging zou spr. in geen geval de school in do Schotenstraat willen opheffen. Bij een combinatie van de 7c leerjaren zou spreker zich willen bepalen tot een combinatie van twee 6cholea in een ge bouw. De heer J a 11 s e in vestigt do aandacht op het gevaar dat bij een distributie van leerlingen, velen naar het bijzomder on derwijs zullen gaan. In dat geval eal meer geld voor het bijzonder onderwijs moeien worden besteed en dam komt van een be zuiniging weinig terecht. Voor een uitster- vingssysteem gevoelt spr. Hij meent dat niei moet worden getreden in hetgeen B. en W. wenschen. De heer Segaar zegt, dat men bij al les niet het kardinale punt: bezuiniging moet vergeten. Wordt inderdaad zoovi- 1 schade gedaan bij een opheffing van vit scholen? Er moet eenmaal worden bezu nigd. Het maken van parallelklassen z.c! niet veel bezuiniging geven. Tegen verdeeiing van de leerlingen der 60 klas «en is geen bezwaar. Het voorstel van 15. cn W. vindt spr. niet zoo slecht. Kan de commissie niet aan B. en V adviseeren om het bouwen van de schu in de Slachihuïsstraat uit te «tellen f Ou die manier k.°-n worden bezuinigd. De heer v. d. H a v e onderstreept j. eens dat inderdaad scbado is te verwact ten van een verplaatsen van kinder van do eer.e naar de andere school. II. staat gelijk met een jaar achtoruitzette Het moet we! een heel kwieke jongen v.ii 1. ,.Het gaat ons natuurlijk niet aan behalve <iat u, zoolang u hir-r bent verondersteld wordt een van ons te zijn. en ik kan niet zeggen ..Wat kunt 11 niet zeggen?" vroeg ik, terwijl ik haar nogmaals uitda gend aankeek. Zij bloosde even, maar zij bloef op haar stuk staan. „Ik kan niet zeggen, dat het een goeden indruk maakt. Een man in zijn positie, en een meisje, dat bij hem on kantoor is! Onder dia omstan digheden". U weet niets van de omstandighe den". zei ik bedaard on op koelen toon. Nog bedaarder wierp ik een blik in den met zeep bespatten spiegel, om te zien, of mijn hoed goed zat. Toen ging ik zonder een woord rneer te zeg gen de kamer uit. terwijl ik zachtjes neuriede. Dezen keer nam ik de moeite niet. om bij den uitgang, waar mijn chef mij wachtte, even naar boven te kij ken. Ik wiM, dat zij mij dezen keer niet nakeken. ..Savoy!" De taxi-bestuurder tikte oxtra be leefd tegen zijn pet. Hij wist. denk ik, dat de bezoekers van The Savoy meestal een royale fooi gaven. Ik was benieuwd, of hij ooit te vo ren een span daarheen bad gereden onder deze omstandigheden. De oprecht gemeende lerisping van juffrouw Robinson. „Ik kan niet zezgen, dat het een Roeden indruk geeft: een man in zijn positie, en een meisje, dat bü hem op kantoor is", klonk mij luider in de ooren, dan het gesnor van do wielen en het straatrumoer. Zelfs gedurende do heelo lunch hoorde ik niets anders. Wij lunchten buiten; monccr Wa ters zei heel lakoniek, dat. hot gezel liger voor mij zou zijn, om buiten te zitten. Ik voelde echter, alsof niets min der gezellig had kunnen zijn dan deze verplichte lunch met steeds de ge dachte aan wat de meisjes wel van mij zeggen zouden onder elkaar. Het is heel gemakkelijk, cm te zeg gen: „Laat hen maar praten". De neiging, om hen niet te laten praten is echter bijna even sterk bij ons ontwikkeld als ons instinct tot zelfbehoud, en onmogelijkheid, om langs een spiegel to gaan en njpt even te kijken, hoe ons haar zit. De gedachte, arm wat ze wel van mii zeggen zouden, bedierf al hef ge not, dat ik misschien andors gehad zou hebben bij do lunch en het kijken naar do voorbijgangers. Nu h-b ik echter alleen een flauwo herinnering a.'in de fluitjes van do koetsiers, het stilhouden van taxis bij de lage ba lustrade mot de kruiselings loopmdo latten en de klimplanten, het ver schijnen en verdwijnen van Ameri kanen tusschen de heesters; en einde lijk noe aan het beeld van een klein, treurig gezichtje met donkere oogen. dat mij boos aankeek, weerkaatst door do glimmende lepels, die op ta fel lagen, en een stem, die ecnigszins afgetrokken zei: „Ik ben bang, dat u niet veel aan uw lunch gehad heeft, juffrouw Trant Bent u misschien moe?" „Neen, heelemaal niet. Dank u". „Dus niet vermoeid, om nog ergens heen te rijden? Ik dacht, als u het goed vondt" dit gaat altijd vooraf aan een bevel dat we nu naar Gcmraer in Bond Street moesten eaan en dien ring voor u uitzoeken". „Dien ring?" -herhaalde ik gedach teloos, terwijl ik mijn handschoenen aantrok. „U moet er wel een hebben, weet u: een engagementsring, als uiterlijk en zichtbaar feeken van do nieuwe con dities", zei hij nonchalant, terwijl wij opstonden. ,.U moet een ring heb hen als afdoend bewijs". „Ja", dacht ik knorrig, „een af doend bewijs voor hem. Hij bedenkt echter niet, of het voor mij voldoen de is. Hij ziet niet in, dat ziin zoo accuraat opgestelde plan oor mii wel eenige onaangenaamheid zou kunnen inhouden. Hij ziet het niet in. om dat hij het niet wil inzien!" Zoodra wij weer in de taxi zaten, wendde ik mii tot hem. ]k voelde mij als 't wormpje, waarvan het spreek woord zegt: „Zelfs het wormpie laat zich niet ongehoond trappen", en vatte moed, om to zeggen, wat ik te zeggen had. HOOFDSTUK VII. „Wat betreft dien engagements- ring. meneer Waters „Ja?" „Uw idee is, dat ik dien meteen zal gaan dragen, niet waar?" ,,Ja, dat is mijn bedoeling", zei hij, en wendde zich even om. om ml] aan te zien, terwijl ik naar buiten staarde naar de groote witte en blau we autobussen, die langs the Strand voort hotsten, maar in werkelijkheid slechts juffrouw Robinson, juffrouw Holt en juffrouw Smith voor mij zag, die mij met minachtende, maar nog meer met booze blikken gadesloegen. „Ja, natuurlijk moet u hem dade lijk gaan dragen. Wat zoudt u er an ders mee doen?" „Moet ik hem aan de anderen la ten zien?" „Natuurlijk". Hij keek nog meer verbaasd en te vens wat ongeduldig. Ik denk, dat. hij bemerkte, dat er weer eeu hinderlijke spaak in het co?:! gesmeerde wiel van zijn plan gesto ken werd. „Ik moet hem hun dus laten zien en hun zoodoende liTten weten, dar ik zoogenaamd met u geëngageerd brn?" Hij beantwoordde mij n et een an dere vraag. „Zoudt u mij willen teggen. juf frouw Trant, of u soms wegens dat lunchen met mii onaangenaamheden op kantoor heeft ondervonden?" „Nneen", zei ik, maar voegde er haastig aan tce. „Het was een beetje vervelend. U kunt u, dunkt mij, wel voorstellen. dat het een beetje vervelend was, ten minste voor mij". „Zoo. Hebben die meisjes het u ver velend gemaakt'?" „Neen, o, neen", zei ik snel, want ik had nief graag willen hooren, nu dan kunnen ze vertrekken. Dat gun de ik htm niet, al had ik een uur te voren niet minder dan moorddadig gevoeld tegenover hen. „Het was al leen een beetje moeilijk, om hun uit te leggen „Nu, dan zal de ring het wel op-" helderen", zei mijn chef koel, toen do

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5