Van onzen reizenden Redacteur
DE SGHIJNVERLOVING
MAAKLtM b UAUtJLAU
WOENSDAG 25 JUNI 1924 - TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeks.)
No. 217
Door Zuid-Limburg
een blijde tocht. het kersendorp sweijckhuysen.
van een afcelecen dorpje en een oude ruïne,
De ruïne van Steijn
„Nu ral sic Je ons Italië latea rien!"
zei Van det Ven tot den Italiaan in ons
gerelschap, toen hij te Sittard in rijn
auto stapte en rijn oogen blinkten van
geestdrift. Daarop reden wij weg in de
richting Limbright en onr« twee-daag»
scfce auto-tocht, rigrag door het bloei
ende Zuid-Lintburg, begon.
Kwam het door de gouden lentezon,
die heel het golvende Limburgschc
land. de witte bloemfonteinen der bloe-
scmende vruchtboomen, het teere groen
der ruischende peppel* en de kleurige
huirenkransen op de hellingen met de
hoog daarboven uitpiekende kerktoren
tjes in het daverend licht zette, dat
Zuid-Limburg mij ah een hoekje van
het paradijs toescheen? Ktvam het door
mijn eigen blijdo voorjaarssternming.
dat ik alles zoo ronnig en mooi rag?
Was het de laaiende geestdrift van tmjn
geleider, dac in mij was overgegaan
en mij enthousiasmeerde? Kwam het
door mijn vreugde van het buiten rijn
up dien stralenden lentedag? Of was
het het land relf niet rijn verscheiden
heid en idyllische liefelijkheid. rijn
kleurigheid en gouden pracht, riin gol
vende korenvelden en wazige horizon
nen, zijn sappige beemden en het door
de zon beschenen, glinsterende water,
dat mij telkens weer in verrukking
bracht? Dit alles ten.am ral het wel
zijn geweest, dat mij aan dezen voor-
jaarstocht een herinnering doet bewa
ren van warme zonnigheid en landelijk
schoon, welke verre uitgaat boven die
van onzen autorit, welken ik verleden
jaar in den romer door de Hartz mocht
maken.
On re rit door Zuid-Limburg werd ffo
lange, zonnige lcnie'.ocht! De lente
hing in de heldere, blauwe lucht, in het
witte dons der pereboomen, in de kaar
senkronen der kastanje-, in het ringen
der vegel«. over het deinende groene
land. de kleine dorp-huizcke'.. de ge-
richten der menschen. de lente was
overal, om ons en in ons 1
„Zuid Limburg kennen Ut Zuid Lim
burg liefhebben!" schreef D. J. ran <-er
Wn terecht in een artikel in „Schoon
Nederland". Nu ik dit land ben door
gereden van den hoogm Mailorder
paar het dol van de Celeer van den
UWWrg naar het Ou Wal, van het
liefelijke Gulpen naar het hooge \r.al«,
vsn \fechelen over de Eper heide naar
N"oorbeek, nu ik gestaan heb op den
Sn'.Wersberg. vanwaar Fehx Rutten, de
..dichter van den berg", zim mooie lar.d
overriet. r.u kan ik mii Ruiten'* ver
voering voor rijn geboortegrond be
grijpen. die hii uitzong in do dicht
regels i
O land, mijn land. dat met uw gouden
pracht
De onmeetbaarheden mijner droomen
vult.
En vloeit van schoonheid over. zwaar
bevracht
Met vrucht, en met haar rijpte wijd
verguldt
Hoe lieflijker uw lieflijkheid mij lacht
Door 't waas waarin mijn geest u,
dwepend, bult
Geboorteland, mijn eigen, dag en
nacht
De droom van mijn begeerend onge
duld.
Noord Limfturg hood Wtlnlg verschei
denheid hi'r in Zuid Limburg was
alles afwisseling! Het word: langza
merhand mode om in het voorjaar een
autotocht te maken door de bloeiende
Betuwe! Waarom niet eens wat verder
te gaan, naar het Zuidelijk uithoekje
van ons land? Hei ral voor velen een
openbaring zijn Oo< daar bloeien in
de lente als ia de Betuwe de kersenboo-
men, de perelaars en de appelboomen,
zo staan er in hun bruidskleed ia de
dalen en op de rijzende heuvels, en op
dat wij de witte en rose pracht van
d« lente overal rullen kunnen rien, bo
ven en beneden ons, heeft de Schepper
he: land overal voor ons opgeheven.
Ziet men in heel de Betuwe de lente
in schooner weelde dan in het kersen-
dorp Sweijckhuyren, dal daar in de
Gcleenr.sllei met run boomgaarden vei
lig beschut ligt, ah „ingeduffeld" in
het groen <üt aardige beeld heb ik
van FelL* Rutten geleend in een plooi
van met bosschen begroeide heuvels?
Toen wit er door reden waren de kersen
reeds bijna alle uitgebloeid; hier en
daar hing nog een rose boeketje als
vergelen tusschen het groen, maar dit
was al voldoende om ons de wondere
heerlijkheid van dit dorp wnar al
de buiren, die tegen den heuvel riin op
gebouwd, roet kersen begroeid rijn en
waar de rnode daken ah verscholen lig
gen tus'chen het groen der vruchtboo
men in vollen bloei te doen gissen.
O, die wonder-mooie dorpjes in Zuid-
Limburg, hoe liggen ze daar tegen de
heuvels ah te droomen! En hoe weinig
Nederlanders kennen deze pittoreske
plaatjes, vermoeden er zelfs het be
staan vanl Sweijckhuysen, Urniond,
Steyneen Hollander, die er komt,
heeft moeite te gelooven, dat hij nog
in het eigen land is. In Steyn vocrall
Hij is verbaasd, ah hij er een Holland-
5chen postbode of een soldaat in de be
kende grijze uniform riet loopen I
Steyn is geen dorp, dat do ge.wone
man „mooi" ral noemen! Integendeel!
liet is cr vies en vuil, de straatjes rijn
er nauw, do huisjes klein en er rijn
vele stulpen met voorovergeiakte ge
veltjes, scbeeve ramen en lage deurtjes,
die een woningcommissie in Haarlem
zeker „onbewoonbaar" zou verklaren.
Om er te wonen zelfs om er eenige
dagen verblijf te houden zou mij een
schrikkelijke straf zijn, maar welk een
zeldzaam genot is het om er door te
rijden of te wandelen l Want wat een
mengeling van kleuren, wat een scha
keering van lijnen, wat een rijkdom aan
afwisseling in dit schilderachtige dorp!
Met tal van bochten gaat de smalle,
stijgende weg door dit nauwe, als in
gesloten dorp. waarin de vervallen huis
jes tegen en op elkaar geleund staan,
'of ir daar halfweg moe zijn blijven
'teken in hun klautering naar boven.
Wat een verrassende doorkijkjes overal!
Wij reden heel langzaam door Steyn.
maar nog ging het ons veel te vlug.
..Kijk eens hier!"Nee. hier!"
..En caar!" wij hadden maar werk elk
ander de vele pittoreske doorkijkjes aan
te wijzen! Een dalend zijwegje met wit
hebloesemde vruchtboomen tusschen en
boven de roode 'daken, een poortje
van een boerenhof, aan alle kanten in
gesloten door muren, met in het mid-
den als bijna overal in deze streek
de mestvaalt, een klein pleintje met een
ouden steen en put, een bemost
muurtje hoog boven op den zwarten
grond. c<-n heel nauw straatje, dat naar
boven klimt tusschen grijze, met win
gerd begroeide huisjes met_ rieten da
ken. het was telkens weef iets nieuws
/ei telkens weer even schilderachtig
mooi!
Steyn ligt daar als vergeten tegen den
heuvel. Door het nauwe dorpsstraatje
rijdt bijna nooit een auto; naar dit dorp
niet. Het lijkt wel, of de tijd er een
eeuw heeft stilgestaan en wij rijn niet
verwonderd, wanneer wij hooren, dat de
vrouwen hier in dit afgelegen hoekje
tot voor kort Zondags een eigen dracht
een wijd geplooiden rok van gestreep
te wollen stof, kleurigen omslagdoek
de „plak" en een hoed vol kanten,
linten en veeren droegen. Nu dra
gen zij deze dracht niet meer. Wij wa
pen juist te Steyn, toen do kerk uit
ging en ragen nog maar één oud
rouwtje met den gestreepten rok, een
zijden halsdoek en de Limburgsche
plak, maar op haar hoofd droeg zij een
U odea doek in plaats van den hoed met
linten en veeren. Hoe jammer, dacht ik,
dat ook te Steyn de tijd weer is gaan
draaien! Wat zou het prachtig rijn ge
weest, juist in dit dorp de vrouwen nog
die oude kleurige dracht op Zondag
door de straten te zien gaan. Nu waren
het allen heel gewone boeren en boerin
nen met uitgesproken domme gezich
ten, het eenige „eigene", wat de be
woners van Steyn nog hebben bewaard,
waarschijnlijk als ge-volg van de onge
schreven Steyner wet, dat een Steyner
vroeger niet anders dan met een Stevn-
ster trouwen mocht. Maar met de oude
dracht hebben de Steyners gelukkig ook
eindelijk met deze wet gebroken.
Van het dorpje Steyn ging onze weg
naar de ntfne Steyn. He', vroegere kas
teel is nu een missiehuis en om de mu
ren van den ouden burcht van waaruit
de Heeren Van Merwede, Van Brcde-
rode, Van Loon, Van Luxemburg en
Nassau op jacht en ten strijde trokken,
wandelden nu, rustig en vredig, gees
telijken in zwarte soutanes rond en ra
ten op dien roeien lentemorgen te nis
ten in de schaduw van de rware ka«-
tanjeboomen.
Een vriendelijke geestelïike leidde ons
rond en ging ons voor langs de nau
we steenen wenteltrap tot op den trans
van het oude rondeel, dat daar roman
tisch tusschen hooge boomen aan de
Maas Is gelegen. Even te voren was
een jonge missionaris met een vlag
onder zijn arm naar boven geklauterd
en had den gasten uit het Noorden
ter eere het rood. wit en blauw aan
den stok gehesdhea. Daar om die ver
weerde. witte rufne zijn de oude sagen
en legenden nog blijven hangen. Inden
toren, tusschen dfe muren van 3 Meter
dikte, vertelde de geestelijke er van.
Hoe er onder den toren in vroeger da
gen een kelder moet ziin geweest, waar
in de veroordeelden werden geworpen
om er door vlijmscherpe messen te
worden opgevangen en dan gruwelijk
te sterven. En hoe een der heeren van
Steyn, om zijn euveldaden door God
gestraft, op een vurigen wagen in
rondrijden, tot hij bii EIslo in de Maas
stortte. En hij toonde ons de torenka
mer, die nog altijd „de Vadermoorder'
heet, omdat de legende regt, dat Vorst
Voa Fürstenberg, na zijn vader te heb
ben vermoord, in die torenkamer acht
jaren lang naast <io sarcophaag van
den doode boete zou hebben gedaan. De
romantiek zweefde om ons en ik voel
de even teleurstelling als van een klei
nen jongen, die hoort, dat het verhaal,
hetwelk hii zoo prachtig vond, niet „echt
gebeurd was", toen de missionaris
chend zei„Vorst Von Fürstenberg
heeft nooit op het slot gewoond, maar
de naam Vadermoorder zal deze toren
kamer toch altijd blijven houden"
L'it de kilte der sombere torenkamers
van de mine in het zoele park met do
hooge boomen in vollen lentetool, waa
onder de dansende zonnestralen gouden
lichtplekken tooverden, het was een
hecle overgang! En nu ik terug denk
aan ons bezoek aan de ruïne van Steyn,
zie ik weer al die missionarissen voor
mij, die daar in een grnoten kring, pijp
rookend, rustig en vredig op dien Zon
dagmorgen onder den kastanjeboom in
de schaduw tusschen al die bewegende
zonneplekken zalen. Een taferccltie. dat
mii lang ral bijblijven!
J. B. SCHUIL.
Burgerlijke Stand.
HAARLEMMERMEER. Bevallen
A. M. Jongenelen—Van Paecke, zoon.
C. P. SohönhageDe Jong. d. J. Hars
kampSmit. z. R. M. de HeijKoniizer,
z. E. C. ResoortFredriks, r. M. M.
BakkerFranken, d. A. van Sohaik
Hol. d. J. SchutAndricssen, d. M. van
StamVan Groningen, z.
Overleden P. P. Bcrckenkamp, 57 J.,
weduwe van K, D. van der Linden.
V. Beets, 43 jaar, geb. met C. J. Tolc-
naars. M. Kooren, 67 j., geh. met
L. Kooi. J. Markus, so j„ ongeh.
zoon van C. Markus en M. Wolfstang.
VEL SEN. Bevallen C. J. M. Sui
kerv. d. Bronk, z. G. van OsZwaan,
d. J. KraayerMenke, d. M. M. Jon
kerKerkhoven, d.
Overleden C. J. Christensen, 19
dagen.
FLITSbN
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
HET VERGETEN-KAARTJE
Je merkt plotseling dat
tie conducteur vergeten
heeft je kaartje te
knippen
Je roept eenige malen
pet.! pst! en wappert
met je kaartje naar
den rug van den con
ducteur
je vertikt het toch om
hem achterna te loo
pen toch tenslotte
2 i j n zaak
je vraagt Je af, cri
andere passagiers er
wat van gemerkt heb
ben
Je besluit het kaartje
goed zichtbaar te hou
den, dan heeft hij de
kans dat hij het ziet
je beseft dat de maat
schappij tenslotte niet
failliet zal gaan door
dat eene gemiste knipje
je stopt dus het ding
maar weer in jo zak en
trekt een onschuldig ge
zicht
je krijgt bij de halte
het gevoel, dat alle me
depassagiers naar je
kijken
je verklaart de geschie
denis volledig aan den
conducteur en vraagt
je op weg naar huis af,
of je eerlijk geweest
bent, of alleen maar
dom.
(Nadruk verboden.7
Gemeenteraad van Heemstede
wijzicinc van de vleeschk eurincsverordeninc. de
voorstellen van b. en w. inzake sc h 0 o lc eld r ec e lin c en
gymnasiaal en middelbaar 0 n d erwijs a an cen 0 me n,
besloten voor f 8000.— deel te nemen in het waarborg
fonds voor de bloementent oonstelling 1025,
en w. heeben een creoiet van f 56.000.— verleend voor
een badhuis op een terrein achter het nieuwe postkan
toor.
dienstjaar 1024/1925 vastce-
Dinsdngavond vergaderde de ge
meenteraad onder voorritterschap van
den Burgemeester, Jhr. J. P. W. van
Doorn.
Aanwezig zijn alle leden,
IngoUomon stukken.
PUNT i. Ingekomen stukken.
Een adres van den Ned. R.-K. Politie
bond oin subsidie voor 1925 voor de
politievak school te Den Bosch.
B. en \V. stellen voor dit te behande
len bij de Gemecntcbegrooling dienst
«0=5-
Goedgekeurd,
Een klacht van bewoners der Land-
jflchtlaan over den zeer slechten toestand
van een gedeelte van die laan.
B. en W. declcn mede, dat de eigenaar
Bronkhorst is aangeschreven om verbe
tering aan te brengen en dat hem laat
stelijk is medegedeeld, dat indien hij
vóór 29 Juni niet zorgt, dat ze aaegc-
bracht zijn, B. en W. dit voor
rekening zullen doen en dan bcm t
de kosten in rechten rullen aanspreken.
Het adres wordt voor kennisgeving
aangenomen.
Een adres van bewoners der Koediefs-
Iaan over stank en roet uit den schoor
steen van de fabriek Van Rhee.
B. en W. deelen mede dat indien In
het begin van Juli niet die werkzaam
heden zijn ondernomen in het K. B.
•oorgesebreven, B. en \V. met de wet in
de hand al die maatregelen rullen ne
en die de wet toelaat.
Naar aanleiding van een vraag van
den heer v. d. Erf deelt de Voorzit-
r mede dat verscheidene inrichtingen
in de gemeente rijn aangeschreven om
hun schoorsteen te verhoogen. Eenige
voldeden daaraan. Maar de heer Van
Rhee ging in hooger beroep en is nn
INCEZOnden mededeelincen eo Cts. per regel.
BI] Huidjeuk en ook bij Muggenbeten geeft het inwrijven
met PUROL dadelijk verllohting. Bij Apoth. en Drogisten
'gedeeltelijk in het ongelijk gesteld.
Het adres wordt voor kennisgeving
aangenomen,
PUNT 2. Voorstel van B. en W.
,tot wijziging van do Vleeschkeurings-
verordening. (Opneming van bepalin
gen inzako den verkoop van bevroren
vleesch.)
Goedgekeurd.
PUNT 3. Voorstel van B'. en W. in
zake het uitbetalen van vergoeding vol
gens art. 101 der L. O.-wet aan eenige
bijzondere scholen.
Goedgekeurd.
Schoolgeldregelingen gymna
siaal en middelbaar onderwijs
PUNT 4. Vaststelling van regelin
gen inzake het gymnasiaal en mid
delbaar onderwijs te Haarlem.
Naar aanleiding daarvan is een
adres ingekomen van de heeren Rader
en van der Linden c.s„ waarvan de
strekking is dat o.a. een regeling
wordt verzocht zóódat ouders voor
hun kinderen dezelfde som aan school
geld moeten betalen, als woonden zij
te Haarlem.
De voorzitter deelt mede, dat
de algemeen,» strekking van de voor
stellen van B. en W. is, dat de ge
meente voor eiken leerling aan Haar
lem f 400 betaalt cn dat de ouders
dan later retribu'iegeld aan de ge-
meente moeten betalen. Menschen
met een inkomen boven f 11000 beta
len de volle 400.
Naar aanleiding van het ingekomen
adres vestigt de voorzitter er
nog de aandacht op, dat men in
Haarlem meer belasting dan te Heem
stede moet betalen en dat de rege
ling, die B. en W. voorstellen niet
van dien aard is dat den menschen het
sl over den neus wordt gehaald.
Heemstede zal nu gemiddeld per
leerling 200 meer dan volgens de
oude regeling betalen. De ouders be
talen van dat meerdere het grootste
deel, doch de gemeente legt er ook
nog op toe aldus de voorzitter
naar aanleiding van een vraag van
den heer Van Unen.
Maar precies is een en ander nog
niet te zeggen. Berekeningen zijn m
dezen thans niet gemakkelijk om maar
te maken.
De heer Van Unen merkt op,
dat het eenigste dat hem niet bevre
digd is dat men niet weet welk per
centage van 't meerdere de ouders en
welk percentage de gemeente betaalt.
De heer v. d. Poll deelt mede,
dat Haarlem eerst met een regeling
van 700 aankwam, maar dat B. en
W, toen aandrongen op een regeling
als Den Haag met Rijswijk heeft ge
troffen. Zoo kwam de regeling er die
nu is voorgesteld. Wat B. en W. de
ouders willen laten betalen vindt spr.
heel billijk.
De voorzitter antwoordt den
heer Van Unen, dat het nu onmoge
lijk is een percentage op te geven.
De heer Van H ardenbroek
vindt de grens van 11000 veel te
hoog en zou die veel lager willen
hebben. Immers bij middelbaar en
hooger onderwijs moet men anders
dan bij lager onderwijs handelen.
De overeenkom.-t met Haarlem in
zake de toelating van de leerlingen op
gymnasium of middelbare scholen to
Haarlem, wordt t'aarna z. h. s. goed
gekeurd nadat de heer Tromp een
woord van hulde aan B, en W. heeft
gebracht voor de tot standkoming der
regeling.
Aan de orde is daarna de vaststel
ling van een verordening op de hef
fing en de invordering van retributie-
geld.
Daarbij verdedigt de heer Van
Hardenbroek het denkbeeld om
de regeling zóó te maken, dat bij
5000" inkomen het volle schoolgeld
moet betaald worden.
Dit denkbeeld vindt geen onder
steuning.
De heer Tr 0 m p dient een amen
dement in om de grens voor het betar
len van de volle 400 te stellen op
7500 en dan de schaal van progres
sie te veranderen.
De beer Jorritsma zegt dat
dan de lagere inkomens meer zullen
moeten betalen, dan volgens de rege
ling van B. en W. Dit is een be
zwaar. Op die manier wordt het den
menschen met lagere inkomens on
mogelijk gemaakt in Heemstede te
wonen.
De heer Tromp merkt op dat hij
de lagere inkomens niet mc.er wil
laten betalen, maar alleen de hoo-
gere meer.
De heer Van Unen betoogt, dat
de politiek, die de heer Tromp nu
wil volgen hem niet bevredigt. Op
die manier belemmert men de vesti
ging van een categorie menschen in
Feuilleton
Naar hot Engelsoh van
BERTA RUCK,
14)
Een grappig idee van foppen heeft
l dit er uit. alsof ik je fopte?''
vroeg ik op eens en hield haar de flon
kerende diamanten voor. ..Hoe vind
j.- mijn engngementsring, Cis?"
Cicely Harradinc'a lieve, fnasche
gezicht jo werd doodsbleek, en haar
grooto oogen keken droevig. Zo zei
voor een oogenblik niets dan: „O.
Tots!" ize is even hopeloc® als juf
frouw Smith). Toen zei ze mot zacht
verwijt in haar stem: „Meneer Van
deleur zei, dat hij groot en blond wa3;
een echte City-man en een man van
geld om te zien. Ik zei, dat ik nog
nooit een van Jo kennissen gezien had.
die daar ook maar eenigszins op leek.
Geen wonder! Het hoofd van de fir
ma! Maar Tota. ik zou het afschuwe
lijk vinden, als ik denken moest, dat
jij iemand om zijn geid ging trou
wen".
,,Denk 't dan niet. Laat mij recht
wedervaren", rei ik scherp.
Cicely was op haar wijze al even
erg als" de typisten van kantoor ge-
geweest waren on ik moest de
zelfde uitvlucht gebrulkeB, om haar
opmerkingen over een huwelijk om
geld den kop in te drukken.
Zoodra had ik dit niet gezegd, of
do beschuldiging, die ik in haar gr^o-
te oogen gelezen had. was er uit ver
dwenen en had plaats gemaakt voor
dikke tranen.
Zij sloeg haar annen om mijn hals
en riep snikkend uit:
„Vergeef het mij. Tots, vergeef het
mij, schat, maar hoe kon ik het we
ten? Het is allee zoo onverwacht. Ik
heb hem nog nooit ontmoet en jo
hndt nog nooit iets over hem losge
laten. Ik kon mij niet voorstellen,
hoe je iemand zoudt kunnen stellen
boven meneer Vnndeleur, omdat die
zoo heel bijzonder is!
„Ik weet wel. dat de liefde blind
is ik bedoel, dat je het niet helpen
kunt, dat je meneer Waters lief hebt.
hoewel een andere man je zoozeer tot
zijr. vrouw begeert".
Tofs. het is alles mijn schuld,
maar ik ben bang, dat hij jc er over
1 schrijven zai".
„Meneer Vandeleur?" (Ook dat
nog?)
„Ja, natuurlijk, omdat ik hem dat
alles verteld heb. Het is mijn schuld"
bekende ze. alsof ik dat niet reeds
wist. „maar. och. vergeef het. me.
Ik ben overgelukkig, nu ik weef. dat
je werkelijk meneer Waters lief hoeft.
Ik ben zóó blij voor Je. jo kunt jc niet
voorstellen, hoe blij!
„Wanneer heb je Je geëngageerd
met hem? Hij is natuurlijk doodeüik
van je!"
Hier dacht ik aan de woorden van
juffrouw Robinson:
„Kinderen, die kleine Trant ver
beeldt zich, dat zie «foodelijk van hem
isl"
En dit alles over twee personen, die
maar één ding gemeen hebben en dat
is, dat zij beiden niet ontvlambaar
zijn.
„Ik had het moeten begrijpen! Na
tuurlijk was hij het, dio jo een paar
weken geleden dat ex'ra werk gaf?"
„Precies". (Ik zou zeggen, dat het
extra werk was! Zwaarder werk, dan
waar ik op gerekend had!)
„En wat waren we dankbaar voor
die promotie van je! En zo kwam net.
toen ik mijn baantje verloren had en
ziek was, en al die extraatjes noodig
had jouw promotie verschafte mii
die, maar verdïr wist ik van niets.
Toen begon het zeker, hit, Tots?"
„Ja, toen begon het".
„Wat romantisch! Nu, ik had wel
opgemerkt, dat je do laatste paar da
gen afgetrokken was en niet veel zei.
Ik had moeten hegrijpen, wat er aan
de hand was. Vooral gisteren. Nam
hij je vandaag weer mee uit lunchen?
O. lukt de heele wereld je niet anders
toe?"
„Het menu is zeker heel anders",
bekende ik.
„Ja. maak maar grapjes. Tk weet,
dat dat allemaal aanstellerij is. om jc
werkelijke gevoelens te verbergen",
verklaarde Cicely. Wat een geschikt
idee was dat!
Ik nam mij voor. om de zaak verder
op die wijze te behandelen tegenover
Cicely, en vroolljk lachend om harent
wil, nam ik do wijk naar mijn slaap
kamertje.
Daar, eindelijk alleen met mijn ge
dachten, wierp ik mij op miin veld
bed en was buiten mij zelf van woede,
toen ik nadacht, over wat ik mij op
den hals had gehaald.
In duidelijke woorden gezegd: Nau
welijks heb ik mij verbonden tot dat
afschuwelijke. namaok-engagement
met den Raas, of de kans wordt mij
geboden, om voor goed van hem en
zijn gehaat kantoor afscheid te nemen
en mij veilig, gelukkig en werkelijk te
engageeren!
Of, zooals het ijj de taal van de
Scheepsagentuur zou heeten: Juist nu
ik in een verlies toegestemd heb. krijg
ik een gunstig aanbod.
Waarom kon Sydney Vandeleur
dat alles niet vroeger gezegd hebben?
Had hij het maar een jaar geleden of
zelfs maar een maand g°leden ge
zegd! Te denken, wat het mij be
spaard zou hebben'
Het zou mij niets hebben kunnen
schelen, om dat geld voor Jack van
zijn eigen zwager te leenen!
Als hij mij werkelijk al zoo lan^
lief had, waarom vroeg hij mii dan
niet, voor dat ik nog kennis maakte
met die gehate Scheepsagentuur en
met dien rots van Andromeda,
schrijfmachine, waaraan ik met een
Gordiaansche knoop, (Gordiaan zoo
noemt, juffrouw Holt den Baas) zat
vastgeketend?
Waarom kon Sydney niet voor één
keer zich eens gehaast en voot Per
ms gespeeld hebben?
Te veel tact! Goede gerusticheid!
Waarom hebben de mannen toch zul-
ko eigenaardige gedachten, over wat
niet- gaan zou. als er een vrouw bij
in 't spel is.
Waarom gaat een man. die op een
gegeven moment zijn geld verliest er
vandoor, zonder iets te zeggen, tegen
het meisje, wier hart hem toebehoort,
zooals hij weet, alleen omdat hij
meent dat hij haar niet mag vragen,
voor hij een positie terug feeft, die
hem in staat stelt te trouwen?"
Hij voelt, dat hij haar niet in den
weg mag staan, zaj zou een beter aan
zoek kunnen krijgen maar dat
heeft hij gewoonlijk al gedaan, zoo
dra zij hem den eersten keer zag.
Daar denkt hii echter niet aan!
Hij laat haar liever haar heele le
ven treuren bij de gedachre, dar hij
alleen maar wat met haar geflirt
heeft, of hij maakt, dat zii een onge
lukkig huwelijk doet. en hii had dit
alles kunnen voorkomen, als h" een
voudig gezegd had, dat hi; haar lief
had. maar dat het misschien een jaar
of drie, vier zou kunnen duren, voor
hij aan trouwen kon denken.
Sydney is geen haar beter geweest.
Het klinkt heel mooi: die fijngevoe
ligheid van de mannen, hun tact, hun
gevoel van eer'
Zij doen echter meer kwaad daar
mee dan een vrouw met haar gebrek
principesl
(Wordt vervolgd.)