Van onzen reizenden Redacteur DE SGHIJNVERLOVING MAAKLtM b UAUtJLAU WOENSDAG 25 JUNI 1924 - TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 217 Door Zuid-Limburg een blijde tocht. het kersendorp sweijckhuysen. van een afcelecen dorpje en een oude ruïne, De ruïne van Steijn „Nu ral sic Je ons Italië latea rien!" zei Van det Ven tot den Italiaan in ons gerelschap, toen hij te Sittard in rijn auto stapte en rijn oogen blinkten van geestdrift. Daarop reden wij weg in de richting Limbright en onr« twee-daag» scfce auto-tocht, rigrag door het bloei ende Zuid-Lintburg, begon. Kwam het door de gouden lentezon, die heel het golvende Limburgschc land. de witte bloemfonteinen der bloe- scmende vruchtboomen, het teere groen der ruischende peppel* en de kleurige huirenkransen op de hellingen met de hoog daarboven uitpiekende kerktoren tjes in het daverend licht zette, dat Zuid-Limburg mij ah een hoekje van het paradijs toescheen? Ktvam het door mijn eigen blijdo voorjaarssternming. dat ik alles zoo ronnig en mooi rag? Was het de laaiende geestdrift van tmjn geleider, dac in mij was overgegaan en mij enthousiasmeerde? Kwam het door mijn vreugde van het buiten rijn up dien stralenden lentedag? Of was het het land relf niet rijn verscheiden heid en idyllische liefelijkheid. rijn kleurigheid en gouden pracht, riin gol vende korenvelden en wazige horizon nen, zijn sappige beemden en het door de zon beschenen, glinsterende water, dat mij telkens weer in verrukking bracht? Dit alles ten.am ral het wel zijn geweest, dat mij aan dezen voor- jaarstocht een herinnering doet bewa ren van warme zonnigheid en landelijk schoon, welke verre uitgaat boven die van onzen autorit, welken ik verleden jaar in den romer door de Hartz mocht maken. On re rit door Zuid-Limburg werd ffo lange, zonnige lcnie'.ocht! De lente hing in de heldere, blauwe lucht, in het witte dons der pereboomen, in de kaar senkronen der kastanje-, in het ringen der vegel«. over het deinende groene land. de kleine dorp-huizcke'.. de ge- richten der menschen. de lente was overal, om ons en in ons 1 „Zuid Limburg kennen Ut Zuid Lim burg liefhebben!" schreef D. J. ran <-er Wn terecht in een artikel in „Schoon Nederland". Nu ik dit land ben door gereden van den hoogm Mailorder paar het dol van de Celeer van den UWWrg naar het Ou Wal, van het liefelijke Gulpen naar het hooge \r.al«, vsn \fechelen over de Eper heide naar N"oorbeek, nu ik gestaan heb op den Sn'.Wersberg. vanwaar Fehx Rutten, de ..dichter van den berg", zim mooie lar.d overriet. r.u kan ik mii Ruiten'* ver voering voor rijn geboortegrond be grijpen. die hii uitzong in do dicht regels i O land, mijn land. dat met uw gouden pracht De onmeetbaarheden mijner droomen vult. En vloeit van schoonheid over. zwaar bevracht Met vrucht, en met haar rijpte wijd verguldt Hoe lieflijker uw lieflijkheid mij lacht Door 't waas waarin mijn geest u, dwepend, bult Geboorteland, mijn eigen, dag en nacht De droom van mijn begeerend onge duld. Noord Limfturg hood Wtlnlg verschei denheid hi'r in Zuid Limburg was alles afwisseling! Het word: langza merhand mode om in het voorjaar een autotocht te maken door de bloeiende Betuwe! Waarom niet eens wat verder te gaan, naar het Zuidelijk uithoekje van ons land? Hei ral voor velen een openbaring zijn Oo< daar bloeien in de lente als ia de Betuwe de kersenboo- men, de perelaars en de appelboomen, zo staan er in hun bruidskleed ia de dalen en op de rijzende heuvels, en op dat wij de witte en rose pracht van d« lente overal rullen kunnen rien, bo ven en beneden ons, heeft de Schepper he: land overal voor ons opgeheven. Ziet men in heel de Betuwe de lente in schooner weelde dan in het kersen- dorp Sweijckhuyren, dal daar in de Gcleenr.sllei met run boomgaarden vei lig beschut ligt, ah „ingeduffeld" in het groen <üt aardige beeld heb ik van FelL* Rutten geleend in een plooi van met bosschen begroeide heuvels? Toen wit er door reden waren de kersen reeds bijna alle uitgebloeid; hier en daar hing nog een rose boeketje als vergelen tusschen het groen, maar dit was al voldoende om ons de wondere heerlijkheid van dit dorp wnar al de buiren, die tegen den heuvel riin op gebouwd, roet kersen begroeid rijn en waar de rnode daken ah verscholen lig gen tus'chen het groen der vruchtboo men in vollen bloei te doen gissen. O, die wonder-mooie dorpjes in Zuid- Limburg, hoe liggen ze daar tegen de heuvels ah te droomen! En hoe weinig Nederlanders kennen deze pittoreske plaatjes, vermoeden er zelfs het be staan vanl Sweijckhuysen, Urniond, Steyneen Hollander, die er komt, heeft moeite te gelooven, dat hij nog in het eigen land is. In Steyn vocrall Hij is verbaasd, ah hij er een Holland- 5chen postbode of een soldaat in de be kende grijze uniform riet loopen I Steyn is geen dorp, dat do ge.wone man „mooi" ral noemen! Integendeel! liet is cr vies en vuil, de straatjes rijn er nauw, do huisjes klein en er rijn vele stulpen met voorovergeiakte ge veltjes, scbeeve ramen en lage deurtjes, die een woningcommissie in Haarlem zeker „onbewoonbaar" zou verklaren. Om er te wonen zelfs om er eenige dagen verblijf te houden zou mij een schrikkelijke straf zijn, maar welk een zeldzaam genot is het om er door te rijden of te wandelen l Want wat een mengeling van kleuren, wat een scha keering van lijnen, wat een rijkdom aan afwisseling in dit schilderachtige dorp! Met tal van bochten gaat de smalle, stijgende weg door dit nauwe, als in gesloten dorp. waarin de vervallen huis jes tegen en op elkaar geleund staan, 'of ir daar halfweg moe zijn blijven 'teken in hun klautering naar boven. Wat een verrassende doorkijkjes overal! Wij reden heel langzaam door Steyn. maar nog ging het ons veel te vlug. ..Kijk eens hier!"Nee. hier!" ..En caar!" wij hadden maar werk elk ander de vele pittoreske doorkijkjes aan te wijzen! Een dalend zijwegje met wit hebloesemde vruchtboomen tusschen en boven de roode 'daken, een poortje van een boerenhof, aan alle kanten in gesloten door muren, met in het mid- den als bijna overal in deze streek de mestvaalt, een klein pleintje met een ouden steen en put, een bemost muurtje hoog boven op den zwarten grond. c<-n heel nauw straatje, dat naar boven klimt tusschen grijze, met win gerd begroeide huisjes met_ rieten da ken. het was telkens weef iets nieuws /ei telkens weer even schilderachtig mooi! Steyn ligt daar als vergeten tegen den heuvel. Door het nauwe dorpsstraatje rijdt bijna nooit een auto; naar dit dorp niet. Het lijkt wel, of de tijd er een eeuw heeft stilgestaan en wij rijn niet verwonderd, wanneer wij hooren, dat de vrouwen hier in dit afgelegen hoekje tot voor kort Zondags een eigen dracht een wijd geplooiden rok van gestreep te wollen stof, kleurigen omslagdoek de „plak" en een hoed vol kanten, linten en veeren droegen. Nu dra gen zij deze dracht niet meer. Wij wa pen juist te Steyn, toen do kerk uit ging en ragen nog maar één oud rouwtje met den gestreepten rok, een zijden halsdoek en de Limburgsche plak, maar op haar hoofd droeg zij een U odea doek in plaats van den hoed met linten en veeren. Hoe jammer, dacht ik, dat ook te Steyn de tijd weer is gaan draaien! Wat zou het prachtig rijn ge weest, juist in dit dorp de vrouwen nog die oude kleurige dracht op Zondag door de straten te zien gaan. Nu waren het allen heel gewone boeren en boerin nen met uitgesproken domme gezich ten, het eenige „eigene", wat de be woners van Steyn nog hebben bewaard, waarschijnlijk als ge-volg van de onge schreven Steyner wet, dat een Steyner vroeger niet anders dan met een Stevn- ster trouwen mocht. Maar met de oude dracht hebben de Steyners gelukkig ook eindelijk met deze wet gebroken. Van het dorpje Steyn ging onze weg naar de ntfne Steyn. He', vroegere kas teel is nu een missiehuis en om de mu ren van den ouden burcht van waaruit de Heeren Van Merwede, Van Brcde- rode, Van Loon, Van Luxemburg en Nassau op jacht en ten strijde trokken, wandelden nu, rustig en vredig, gees telijken in zwarte soutanes rond en ra ten op dien roeien lentemorgen te nis ten in de schaduw van de rware ka«- tanjeboomen. Een vriendelijke geestelïike leidde ons rond en ging ons voor langs de nau we steenen wenteltrap tot op den trans van het oude rondeel, dat daar roman tisch tusschen hooge boomen aan de Maas Is gelegen. Even te voren was een jonge missionaris met een vlag onder zijn arm naar boven geklauterd en had den gasten uit het Noorden ter eere het rood. wit en blauw aan den stok gehesdhea. Daar om die ver weerde. witte rufne zijn de oude sagen en legenden nog blijven hangen. Inden toren, tusschen dfe muren van 3 Meter dikte, vertelde de geestelijke er van. Hoe er onder den toren in vroeger da gen een kelder moet ziin geweest, waar in de veroordeelden werden geworpen om er door vlijmscherpe messen te worden opgevangen en dan gruwelijk te sterven. En hoe een der heeren van Steyn, om zijn euveldaden door God gestraft, op een vurigen wagen in rondrijden, tot hij bii EIslo in de Maas stortte. En hij toonde ons de torenka mer, die nog altijd „de Vadermoorder' heet, omdat de legende regt, dat Vorst Voa Fürstenberg, na zijn vader te heb ben vermoord, in die torenkamer acht jaren lang naast <io sarcophaag van den doode boete zou hebben gedaan. De romantiek zweefde om ons en ik voel de even teleurstelling als van een klei nen jongen, die hoort, dat het verhaal, hetwelk hii zoo prachtig vond, niet „echt gebeurd was", toen de missionaris chend zei„Vorst Von Fürstenberg heeft nooit op het slot gewoond, maar de naam Vadermoorder zal deze toren kamer toch altijd blijven houden" L'it de kilte der sombere torenkamers van de mine in het zoele park met do hooge boomen in vollen lentetool, waa onder de dansende zonnestralen gouden lichtplekken tooverden, het was een hecle overgang! En nu ik terug denk aan ons bezoek aan de ruïne van Steyn, zie ik weer al die missionarissen voor mij, die daar in een grnoten kring, pijp rookend, rustig en vredig op dien Zon dagmorgen onder den kastanjeboom in de schaduw tusschen al die bewegende zonneplekken zalen. Een taferccltie. dat mii lang ral bijblijven! J. B. SCHUIL. Burgerlijke Stand. HAARLEMMERMEER. Bevallen A. M. Jongenelen—Van Paecke, zoon. C. P. SohönhageDe Jong. d. J. Hars kampSmit. z. R. M. de HeijKoniizer, z. E. C. ResoortFredriks, r. M. M. BakkerFranken, d. A. van Sohaik Hol. d. J. SchutAndricssen, d. M. van StamVan Groningen, z. Overleden P. P. Bcrckenkamp, 57 J., weduwe van K, D. van der Linden. V. Beets, 43 jaar, geb. met C. J. Tolc- naars. M. Kooren, 67 j., geh. met L. Kooi. J. Markus, so j„ ongeh. zoon van C. Markus en M. Wolfstang. VEL SEN. Bevallen C. J. M. Sui kerv. d. Bronk, z. G. van OsZwaan, d. J. KraayerMenke, d. M. M. Jon kerKerkhoven, d. Overleden C. J. Christensen, 19 dagen. FLITSbN VAN HAARLEM'S DAGBLAD HET VERGETEN-KAARTJE Je merkt plotseling dat tie conducteur vergeten heeft je kaartje te knippen Je roept eenige malen pet.! pst! en wappert met je kaartje naar den rug van den con ducteur je vertikt het toch om hem achterna te loo pen toch tenslotte 2 i j n zaak je vraagt Je af, cri andere passagiers er wat van gemerkt heb ben Je besluit het kaartje goed zichtbaar te hou den, dan heeft hij de kans dat hij het ziet je beseft dat de maat schappij tenslotte niet failliet zal gaan door dat eene gemiste knipje je stopt dus het ding maar weer in jo zak en trekt een onschuldig ge zicht je krijgt bij de halte het gevoel, dat alle me depassagiers naar je kijken je verklaart de geschie denis volledig aan den conducteur en vraagt je op weg naar huis af, of je eerlijk geweest bent, of alleen maar dom. (Nadruk verboden.7 Gemeenteraad van Heemstede wijzicinc van de vleeschk eurincsverordeninc. de voorstellen van b. en w. inzake sc h 0 o lc eld r ec e lin c en gymnasiaal en middelbaar 0 n d erwijs a an cen 0 me n, besloten voor f 8000.— deel te nemen in het waarborg fonds voor de bloementent oonstelling 1025, en w. heeben een creoiet van f 56.000.— verleend voor een badhuis op een terrein achter het nieuwe postkan toor. dienstjaar 1024/1925 vastce- Dinsdngavond vergaderde de ge meenteraad onder voorritterschap van den Burgemeester, Jhr. J. P. W. van Doorn. Aanwezig zijn alle leden, IngoUomon stukken. PUNT i. Ingekomen stukken. Een adres van den Ned. R.-K. Politie bond oin subsidie voor 1925 voor de politievak school te Den Bosch. B. en \V. stellen voor dit te behande len bij de Gemecntcbegrooling dienst «0=5- Goedgekeurd, Een klacht van bewoners der Land- jflchtlaan over den zeer slechten toestand van een gedeelte van die laan. B. en W. declcn mede, dat de eigenaar Bronkhorst is aangeschreven om verbe tering aan te brengen en dat hem laat stelijk is medegedeeld, dat indien hij vóór 29 Juni niet zorgt, dat ze aaegc- bracht zijn, B. en W. dit voor rekening zullen doen en dan bcm t de kosten in rechten rullen aanspreken. Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen. Een adres van bewoners der Koediefs- Iaan over stank en roet uit den schoor steen van de fabriek Van Rhee. B. en W. deelen mede dat indien In het begin van Juli niet die werkzaam heden zijn ondernomen in het K. B. •oorgesebreven, B. en \V. met de wet in de hand al die maatregelen rullen ne en die de wet toelaat. Naar aanleiding van een vraag van den heer v. d. Erf deelt de Voorzit- r mede dat verscheidene inrichtingen in de gemeente rijn aangeschreven om hun schoorsteen te verhoogen. Eenige voldeden daaraan. Maar de heer Van Rhee ging in hooger beroep en is nn INCEZOnden mededeelincen eo Cts. per regel. BI] Huidjeuk en ook bij Muggenbeten geeft het inwrijven met PUROL dadelijk verllohting. Bij Apoth. en Drogisten 'gedeeltelijk in het ongelijk gesteld. Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen, PUNT 2. Voorstel van B. en W. ,tot wijziging van do Vleeschkeurings- verordening. (Opneming van bepalin gen inzako den verkoop van bevroren vleesch.) Goedgekeurd. PUNT 3. Voorstel van B'. en W. in zake het uitbetalen van vergoeding vol gens art. 101 der L. O.-wet aan eenige bijzondere scholen. Goedgekeurd. Schoolgeldregelingen gymna siaal en middelbaar onderwijs PUNT 4. Vaststelling van regelin gen inzake het gymnasiaal en mid delbaar onderwijs te Haarlem. Naar aanleiding daarvan is een adres ingekomen van de heeren Rader en van der Linden c.s„ waarvan de strekking is dat o.a. een regeling wordt verzocht zóódat ouders voor hun kinderen dezelfde som aan school geld moeten betalen, als woonden zij te Haarlem. De voorzitter deelt mede, dat de algemeen,» strekking van de voor stellen van B. en W. is, dat de ge meente voor eiken leerling aan Haar lem f 400 betaalt cn dat de ouders dan later retribu'iegeld aan de ge- meente moeten betalen. Menschen met een inkomen boven f 11000 beta len de volle 400. Naar aanleiding van het ingekomen adres vestigt de voorzitter er nog de aandacht op, dat men in Haarlem meer belasting dan te Heem stede moet betalen en dat de rege ling, die B. en W. voorstellen niet van dien aard is dat den menschen het sl over den neus wordt gehaald. Heemstede zal nu gemiddeld per leerling 200 meer dan volgens de oude regeling betalen. De ouders be talen van dat meerdere het grootste deel, doch de gemeente legt er ook nog op toe aldus de voorzitter naar aanleiding van een vraag van den heer Van Unen. Maar precies is een en ander nog niet te zeggen. Berekeningen zijn m dezen thans niet gemakkelijk om maar te maken. De heer Van Unen merkt op, dat het eenigste dat hem niet bevre digd is dat men niet weet welk per centage van 't meerdere de ouders en welk percentage de gemeente betaalt. De heer v. d. Poll deelt mede, dat Haarlem eerst met een regeling van 700 aankwam, maar dat B. en W, toen aandrongen op een regeling als Den Haag met Rijswijk heeft ge troffen. Zoo kwam de regeling er die nu is voorgesteld. Wat B. en W. de ouders willen laten betalen vindt spr. heel billijk. De voorzitter antwoordt den heer Van Unen, dat het nu onmoge lijk is een percentage op te geven. De heer Van H ardenbroek vindt de grens van 11000 veel te hoog en zou die veel lager willen hebben. Immers bij middelbaar en hooger onderwijs moet men anders dan bij lager onderwijs handelen. De overeenkom.-t met Haarlem in zake de toelating van de leerlingen op gymnasium of middelbare scholen to Haarlem, wordt t'aarna z. h. s. goed gekeurd nadat de heer Tromp een woord van hulde aan B, en W. heeft gebracht voor de tot standkoming der regeling. Aan de orde is daarna de vaststel ling van een verordening op de hef fing en de invordering van retributie- geld. Daarbij verdedigt de heer Van Hardenbroek het denkbeeld om de regeling zóó te maken, dat bij 5000" inkomen het volle schoolgeld moet betaald worden. Dit denkbeeld vindt geen onder steuning. De heer Tr 0 m p dient een amen dement in om de grens voor het betar len van de volle 400 te stellen op 7500 en dan de schaal van progres sie te veranderen. De beer Jorritsma zegt dat dan de lagere inkomens meer zullen moeten betalen, dan volgens de rege ling van B. en W. Dit is een be zwaar. Op die manier wordt het den menschen met lagere inkomens on mogelijk gemaakt in Heemstede te wonen. De heer Tromp merkt op dat hij de lagere inkomens niet mc.er wil laten betalen, maar alleen de hoo- gere meer. De heer Van Unen betoogt, dat de politiek, die de heer Tromp nu wil volgen hem niet bevredigt. Op die manier belemmert men de vesti ging van een categorie menschen in Feuilleton Naar hot Engelsoh van BERTA RUCK, 14) Een grappig idee van foppen heeft l dit er uit. alsof ik je fopte?'' vroeg ik op eens en hield haar de flon kerende diamanten voor. ..Hoe vind j.- mijn engngementsring, Cis?" Cicely Harradinc'a lieve, fnasche gezicht jo werd doodsbleek, en haar grooto oogen keken droevig. Zo zei voor een oogenblik niets dan: „O. Tots!" ize is even hopeloc® als juf frouw Smith). Toen zei ze mot zacht verwijt in haar stem: „Meneer Van deleur zei, dat hij groot en blond wa3; een echte City-man en een man van geld om te zien. Ik zei, dat ik nog nooit een van Jo kennissen gezien had. die daar ook maar eenigszins op leek. Geen wonder! Het hoofd van de fir ma! Maar Tota. ik zou het afschuwe lijk vinden, als ik denken moest, dat jij iemand om zijn geid ging trou wen". ,,Denk 't dan niet. Laat mij recht wedervaren", rei ik scherp. Cicely was op haar wijze al even erg als" de typisten van kantoor ge- geweest waren on ik moest de zelfde uitvlucht gebrulkeB, om haar opmerkingen over een huwelijk om geld den kop in te drukken. Zoodra had ik dit niet gezegd, of do beschuldiging, die ik in haar gr^o- te oogen gelezen had. was er uit ver dwenen en had plaats gemaakt voor dikke tranen. Zij sloeg haar annen om mijn hals en riep snikkend uit: „Vergeef het mij. Tots, vergeef het mij, schat, maar hoe kon ik het we ten? Het is allee zoo onverwacht. Ik heb hem nog nooit ontmoet en jo hndt nog nooit iets over hem losge laten. Ik kon mij niet voorstellen, hoe je iemand zoudt kunnen stellen boven meneer Vnndeleur, omdat die zoo heel bijzonder is! „Ik weet wel. dat de liefde blind is ik bedoel, dat je het niet helpen kunt, dat je meneer Waters lief hebt. hoewel een andere man je zoozeer tot zijr. vrouw begeert". Tofs. het is alles mijn schuld, maar ik ben bang, dat hij jc er over 1 schrijven zai". „Meneer Vandeleur?" (Ook dat nog?) „Ja, natuurlijk, omdat ik hem dat alles verteld heb. Het is mijn schuld" bekende ze. alsof ik dat niet reeds wist. „maar. och. vergeef het. me. Ik ben overgelukkig, nu ik weef. dat je werkelijk meneer Waters lief hoeft. Ik ben zóó blij voor Je. jo kunt jc niet voorstellen, hoe blij! „Wanneer heb je Je geëngageerd met hem? Hij is natuurlijk doodeüik van je!" Hier dacht ik aan de woorden van juffrouw Robinson: „Kinderen, die kleine Trant ver beeldt zich, dat zie «foodelijk van hem isl" En dit alles over twee personen, die maar één ding gemeen hebben en dat is, dat zij beiden niet ontvlambaar zijn. „Ik had het moeten begrijpen! Na tuurlijk was hij het, dio jo een paar weken geleden dat ex'ra werk gaf?" „Precies". (Ik zou zeggen, dat het extra werk was! Zwaarder werk, dan waar ik op gerekend had!) „En wat waren we dankbaar voor die promotie van je! En zo kwam net. toen ik mijn baantje verloren had en ziek was, en al die extraatjes noodig had jouw promotie verschafte mii die, maar verdïr wist ik van niets. Toen begon het zeker, hit, Tots?" „Ja, toen begon het". „Wat romantisch! Nu, ik had wel opgemerkt, dat je do laatste paar da gen afgetrokken was en niet veel zei. Ik had moeten hegrijpen, wat er aan de hand was. Vooral gisteren. Nam hij je vandaag weer mee uit lunchen? O. lukt de heele wereld je niet anders toe?" „Het menu is zeker heel anders", bekende ik. „Ja. maak maar grapjes. Tk weet, dat dat allemaal aanstellerij is. om jc werkelijke gevoelens te verbergen", verklaarde Cicely. Wat een geschikt idee was dat! Ik nam mij voor. om de zaak verder op die wijze te behandelen tegenover Cicely, en vroolljk lachend om harent wil, nam ik do wijk naar mijn slaap kamertje. Daar, eindelijk alleen met mijn ge dachten, wierp ik mij op miin veld bed en was buiten mij zelf van woede, toen ik nadacht, over wat ik mij op den hals had gehaald. In duidelijke woorden gezegd: Nau welijks heb ik mij verbonden tot dat afschuwelijke. namaok-engagement met den Raas, of de kans wordt mij geboden, om voor goed van hem en zijn gehaat kantoor afscheid te nemen en mij veilig, gelukkig en werkelijk te engageeren! Of, zooals het ijj de taal van de Scheepsagentuur zou heeten: Juist nu ik in een verlies toegestemd heb. krijg ik een gunstig aanbod. Waarom kon Sydney Vandeleur dat alles niet vroeger gezegd hebben? Had hij het maar een jaar geleden of zelfs maar een maand g°leden ge zegd! Te denken, wat het mij be spaard zou hebben' Het zou mij niets hebben kunnen schelen, om dat geld voor Jack van zijn eigen zwager te leenen! Als hij mij werkelijk al zoo lan^ lief had, waarom vroeg hij mii dan niet, voor dat ik nog kennis maakte met die gehate Scheepsagentuur en met dien rots van Andromeda, schrijfmachine, waaraan ik met een Gordiaansche knoop, (Gordiaan zoo noemt, juffrouw Holt den Baas) zat vastgeketend? Waarom kon Sydney niet voor één keer zich eens gehaast en voot Per ms gespeeld hebben? Te veel tact! Goede gerusticheid! Waarom hebben de mannen toch zul- ko eigenaardige gedachten, over wat niet- gaan zou. als er een vrouw bij in 't spel is. Waarom gaat een man. die op een gegeven moment zijn geld verliest er vandoor, zonder iets te zeggen, tegen het meisje, wier hart hem toebehoort, zooals hij weet, alleen omdat hij meent dat hij haar niet mag vragen, voor hij een positie terug feeft, die hem in staat stelt te trouwen?" Hij voelt, dat hij haar niet in den weg mag staan, zaj zou een beter aan zoek kunnen krijgen maar dat heeft hij gewoonlijk al gedaan, zoo dra zij hem den eersten keer zag. Daar denkt hii echter niet aan! Hij laat haar liever haar heele le ven treuren bij de gedachre, dar hij alleen maar wat met haar geflirt heeft, of hij maakt, dat zii een onge lukkig huwelijk doet. en hii had dit alles kunnen voorkomen, als h" een voudig gezegd had, dat hi; haar lief had. maar dat het misschien een jaar of drie, vier zou kunnen duren, voor hij aan trouwen kon denken. Sydney is geen haar beter geweest. Het klinkt heel mooi: die fijngevoe ligheid van de mannen, hun tact, hun gevoel van eer' Zij doen echter meer kwaad daar mee dan een vrouw met haar gebrek principesl (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5